Ml DE BLADEN ZEGGEN.
imr
NïtUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 29 SEPTEMBER 1925
TWEEDE BLAD.
SSnÉld
De Kamervoorzitter.
De Tweede Kamer, zooals zij na de
laatste verkiezingen werd samenge
steld, heeft hare werkzaamheden aan
gevangen.
Haar eerste werk was het opmaken
eener opgave van drie leden voor het
voorzitterschap van de Kamer.
De candidaat, op wien de Antirevo-
tionairen hun stem uitbrachten, was
de heer Ruys de Beerenbrouck..
Wij kunnen dit verstaan, zegt de
Waarheidsvriend.
De heer Ruys, de premier uit het
vorig Kabinet, is niet alleen een hoogst
bekwaam man, die het volle vertrou
wen van de Kamer geniet voor een
Kamervoorzitter van zooveel beteeke-
nis maar hij is ook een sympathiek
man, die bijzonderlijk het optreden
van de Antirevolutionairen weet te
waardeeren.
Dit is bij meer dan éene gelegenheid
gebleken. Voorts mag herinnerd wor
den hoe minister Ruys in zijn ont-
werp-Zondagswet regelen stelde,, niet
in het belang van de Zondagsrust,
maar in het belang der heiliging van
den Zondag. En ook hoe van dezen
minister bij onderscheidene gelegenhe
den pogingen zijn uitgegaan om tot
afschaffing van den stemplicht te ge
raken.
Door deze en andere bewijzen van
meeleven met de Antirevolutionaire
beginselen, kan het niet verwonderen
dat de Antirevolutionairen hun stem
gaven aan een zoo uitnemend candi
daat als den gewezen minister van Bin
nenlandsche Zaken en Landbouw
Maar de heer Ruys de Beerenbrouck
is Roomsch Katholiek.
Het stemmen van de Antirevolutio
nairen op dezen candidaat liet, zooals
de vorige week in het orgaan van de
Staatkundig Gereformeerden te lezen
stond, „bedenkelijke symptomen" zien.
'Wat de Antirevolutionairen deden,
was verkeerd.
Dan handelden ds. Kersten en ds.
Zandt heel anders zij waren veel prin-
cipieeler: Zij stemden natuurlijk op
een candidaat voor het voorzitterschap
van Gereformeerde richting.
Echter blijkt dit uit de Handel, der
Kamer niet. Wij hebben ze op het ge
val expressievelijk nageslagen.
Misschien kan de redacteur van „De
Banier" clie zoo precies weet uit te re
kenen, dat de 13 Antirevolutionairen
op den heer Ruys stemden, ons wel in
lichten en ons mededeelen op wien de
heeren Kersten en Zandt hunne stem
hebben uitgebracht.
Zij stemden niet op een man van
Gereformeerd beginsel, maar op
wien dan?
BINNENLAND.
DE STORMRAMP.
Ten derden male ontving het bestuur
van den Kon. Nation. Bond voor Red
dingwezen en Eerste Hulp bij Onge
lukken „Het Oranje Kruis" telegrafisch
f 50.000 van het bestuur van „Het Sme-
roe-Fonds te Batavia." Het bestuur
heeft, dankbaar voor de in Oost-Indië
betoonde hulpvaardigheid, dit bedrag
aan het Nationaal Steun-Comité over
gemaakt.
Uit het fooekdrukkershedrijf.
Het comité tot afschaffing van de
bindende bepalingen van de prijs ta
rieven in 't boekdrukkersbedrijf heeft
een circulaire verspreid, waarin wordt
meegedeeld, dat reeds 160 leden van
de federatie van boekdrukkerijen hun
instemming met zijn actie hebben be
tuigd en waarin opgewekt wordt in de
districtsvergaderingen voor bedoelde
afschaffing te ijveren, opdat afgevaar
digden. gekozen worden, die op de al-
gerneene vergadering hün stem daar
voor zullen uitbrengen.
Pijnloos dooden van dieren.
Het hoofdbestuur vap de Nedevl.
vereeniging tot bescherming van die
ren heeft besloten tot het instellen van
een commissie ter bestudeering van
het vraagstuk van het pijnloos doo-
den van dieren. In die commissie, die
onder presidium zal staan van prof.
dr. H. Remmelts, lid van het hoofd
bestuur, webden voorts benoemd: dr.
D. J. Copper, rijksveearts te Rotter
dam; prof. dr. H. Jakob te Utrecht, en
kapitein-paardenarts T. D. Sigling te
Breda.
Het invoerrecht op vleesch.
De minister van Financiën brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat
de commissie van deskundigen voor
de vaststelling van de prijscourant ter
berekening van het invoerrecht op
versch of gekoeld, vleesch in haar ver
gadering van 23 dezer bedoelde prijs
courant heeft vastgesteld als volgt:
Rund- en kalfsvleesch, versch of ge
koeld, 100 K.g. f95; paardenvleesch,
versch of gekoeld, 100 K.g. f50.
Gedurende de maand October zal
mitsdien het invoerrecht voor de hier
boven bedoelde vleeschsoorten bedra
gen 10 pet. van de hiervoor vermelde
waarden.
Be uitvoerverboden van boter en
kaas.
De Vereeniging voor zuivelindustrie
en melkhygiëne heeft in een adres aan
de Tweede Kamer verklaard, zich zeer
bezwaard te gevoelen door de wijze
waarop de regeering thans nog gebruik
maakt van bevoegdheden, die haar in
verband met den oorlog verleend zijn.
Een en ander betreft de wet van 3 Au
gustus 1914, waarbij de mogelijkheid
werd geschapen, om bij K.B. den uit
voer van bepaalde artikelen te verbie
den. De meeste in oorlogstijd in het
leven geroepen uitvoerverboden zijn
éhans ingetrokken. Uitzondering hier
op maken' echter, gelijk bekend, de
uitvoerverboden voor boter en kaas,
die niet alleen nog bestaan, doch wel
ke, voor zoover het boter en kaas zon
der rijksmerk betreft, nog worden toe
gepast.
In het adres wijst de vereeniging er
nog op, dat het h.i. alleszins verkeerd
is, dat de regeering thans nog gebruik
maakt van een wet, waarbij haar be
voegdheden voor tijden van oorlog zijn
gegeven, en zulks in het bijzonder,
wanneer zij dit doet ten einde iets te
bevorderen!, dat met oorlog hoege
naamd niets te maken heeft.
Het doel toch waarmede de regee
ring voor boter en kaas zonder rijks-
merk het uitvoerverbod handhaaft, is,
om de boter en kaasbereiders te dwin
gen van het rijksmerk gebruik te ma
ken. De vereeniging meent, dat hier
het verband tusschen de wet van 3
Augustus 1914 en deze bedoeling zoek
is. Zij dringt er daarom bij de Tweede
Kamer op aan, om de wenschelijkheid
uit te spreken, dat „aan dit machts
misbruik van de zijde der regeering
een spoedig einde moge komen."
Bezoek Minister Rutgers naar Parijs.
De bijzonderheden van de ontvangst
van minister Rutgers op 2 en 3 Oct.
zijn als volgt vastgesteld:
De minister, die vergezeld is van z'n
dochter en van den heer Visser, chef
van de afdeeling Kunsten en Weten
schappen, komt met den nachttrein
naar Parijs, waar hij in Hotel Conti
nental zal verblijfhouden. Vrijdag 2
Oct. om kwart over tienen wordt hij
in het Nederlandsche paviljoen onti-
vangen door een delegatie uit de Com
missie van Uitvoering, daarvoor uit
Holland overgekomen. Ook de archi
tect van het paviljoen, de heer Staal,
zal aanwezig zijn,"terwijl de minister
vergezeld zal zijn door den Nederland-
schen zaakgelastigde te Parijs, baron
De Vos van Steenwijk, den Nederland-
schen consul-generaal, den heer L.
Droogleever Fortuyn en de heeren ir.
De Bie Leuveling Tjeenk, commissaris
generaal der Nederlandsche afdeeling,
Van Maasdijk, gedelegeerd lid te Pa
rijs, en Van Dolder. secretaris.
Bezichtigd worden het Nederlandsch
paviljoen en de Nederlandsche zalen
op de Esplanade en in het Grand-Pa-
lais, waar de heer "Wijdeveld, die ze
inrichtte, 'aanwezig zal zijn.
Te kwart voor één ontvangst van
den minister door den Franschen com
missaris-generaal in het Commissariat
Général op de tentoonstelling en dé
jeuner door dezen aangeboden, waarbij
van Hollandsche zijde uitgenoodigd
zijn de minister, de commissaris-gene
raal, de zaakgelastigde, de leden van
de commissie van uitvoering c.s., de
consul-generaal.. het gedelegeerd
lid te Parijs, architecten Staal
en Wijdeveld, d? :r Van Dolder en
de vertegenwocr pv van de Neder
landsche pers Parijs. Er zal van
Nederlan'dsche zijde worden gesproken
door den commissaris-generaal en den
minister.
Na afloop van het déjeuner rondgang
door het Grand-Palais en bezichtiging
van de Paviljoens der vreemde lan
den, van het Paviljoen van de Stad
Parijs ea. afin den rechter Seine-oever.
Om 5 uur thee in het Nederlandsche
Paviljoen, aangeboden door de Com
missie van Uitvoering, waarbij uit
genoodigd zijn de leden van de ver
schillende Nederlandsche Vereenigin-
gen en de journalisten met dames. Ge
sproken wordt door den voorzitter van
Commissie van Uitvoering, den com
missaris-generaal en den heer Van
Maasdijk, gedelegeerd lid te Parijs.
Zaterdag 3 October. Afhalen van den
minister in Hotel Continental te 10 u;
wederom bezoek aan de Nederlandsche
afdeeling op de tentoonstelling en
eenige vreemde inzendingen o.a. de
Cour des Métiers, de Ambasfade en
de Bibliotheek, op den linker- Seine-
oever. Vertrek van den minister om
12.30 n.m.
Gemeenteraad Leiden.
(Vervolg.)
De heer H e e m s k er. k is niet on
gevoelig voor het lot van den trekhond
maar spr.^ is het met B. en W. eens
dat men in de eerste plaats voor de
menschen. en in'do tweede plaats eerst
voor de dieren moet zorgen. Het is
een feit, dat de trekhond, die den ge-
heefen dag wordt vastgehouden, meer
prikkelbaar en meer tot bijten geneigd
isd an een l'osloopende. Spr. vereenigt
zich met het afwijzend prae-advies.
Prof. Eerdmans steunt het betoog
van Mevr. v. Italië.
De V o o r z i 11 e r zegt een sterk voor
stander te zijn van dierenbescherming
misschien wel het meest omdat zri zoo
veredelend werkt op de menschen zelf.
Maar nu is het ongeluk, dat men in
dezen gaat overdrijven en 'zich als ver
eeniging onnoodig gaat bezighouden met
allerlei dingen.
Dat de hond alleen door zijn bek
transpireert, zooals Prof. Eerdmans
zegt, kan spreker niet aannemen. Dat
zegt de overlevering maar. Dat Prof.
Eerdmans het nog gelooft, verwondert
spr. intusschen niet. Die doceert de
geschiedenis van de Israëlieten (gelach!
en gaat dus om met een massa oudheid.
Tenslotte beroept spr. zich op het
advies van een keuringsveearts, die het
ook met B. en W. eens is. Trekhonden
zijn inderdaad gevaarlijk, wanneer zij
aangespannen staan, vooral voor kin
deren, enz.
De heer Eerdmans wil in elk ge
val in overweging zien genomen net
invoeren van een beter model muil
korf, bv ..een geheel lederen.
De heer S y t s m a zou wel eens een
proef willen nemen met het weglaten
van de muilkorven.
De Voorzitter: dan wou ik wel,
dat ze u .eens in de beenen beten.
zoudt dan misschien zeggen: de proef
is mislukt(gelach).
Het prae-advies van B. en W. wordt
aangenomen met 24-4 stemmen. Tegen
iMevr. v. Italië; en de heeren Syfcsma,
Groene veld, en Coster.
19. Verordening, houdende wijziging
van de verordening van 27 Aug. 1923
i(Gem. blad No. 331), regelende de her
fing van een belasting onder den naam
wan „Liggeld" in qe gemeente Lei
den.
Aangenomen.
20. Voorstel:
a. om afwijzend te beschikken op
het adres der schippersvereniging
„Schuttevaer", inzake wijziging van de
verordening, regelende de netting van
Havengeld;"
b. tot vaststelling van de verordening
houdende wijziging van de verordening
van 27 Aug. 1923 (Gem. blad. No. 30)
regelende de heffing van eene belas
ting onder den naam van „Havengeld"
in de gemeente Leiden.
De V oorzit er stelt eerst punt b
aan de orde.
Aangenomen.
Punt a. De heer Wilbrink steunt
het verzoek van „Schuttevaer" om sche
«en, die hier den Zaterdagavond en
iondag doorbrengen van liggeld vrij
te stellen. Het gaat hierbij ook om be
paalde belangen van Leidsche ingeze
tenen. Toen indertijd de groote door
vaart naar buiten de stad werd ver
legd is het den schippers, die door
Leiden cuncurreerend werden bediend,
ook mogelijk gemaakt om kosteloos eeni
ge uren te vert.oeven, teneinde hun in-
koopen te doen. Was van deze vrij
stelling misbruik te vreezen dan zou
het eerste Kamerlid Smeenge, die voor
zitter van Schuttevaer is, zijn hand-
teekening niet onder het verzoek heb
ben geplaatst.
Er is in da nabijheid der stad wei
nig gelegenheid om te meren. Men is
óf ingesloten door het water, óf aange
wezen .cp particuliere terreinen, waar
men geen tcegang heeft.
Cr zijn gelukkig ook onder de schip
pers menschen, die des Zondags voor
hun geestelijk leven de godsdienstoefe
ningen in de stad willen bijwonen. Met
het oog daarop moet men die menschen
niet noodzaken den Zondag buiten de
stad dcor te brengen.
De heer Wilmer wil weten of Lei
den in dit opzicht bij andere steden
achterstaat.
Do heer Eerdmans gevoelt veel
vpor de gedachte' van den neer Wil
brink.
Weth. Sanders zegt, (lat de voor de
schippers gunstige bepaling die inder
tijd "bestond, i3 moeten worden opge
heven dcor de fraude, die ermee werd
gepleegd. Wederinvoering ervan zou
verscherpt toezicht eischen en dus veel
kosten veroorzaken. Wat het geestelijk
(kezwaar van den heer W. betreft meent
spr., dat dit niet zoo heel' zwaar behoeft
te worden genomen, omdat de schip
pers, zoo goed als zij, die in de afge
legen stadswijken wonen, wel op andere
wijze, naar de kerken kunnen komen.
De heer Wilbrink merkt op, dat
de gelegenheid voor 'fraude, die vroeger
bestcncb doordat men door een anderen
waterweg kon wegkomen, thans niet
meer bestaat. Men kan de betrokkenen
desnoods binden aan een zeer beperk
ten tijd. Op die manier behoeft voor
fraude geen vrees te bestaan.
De Voorzitter heeft weinig ver
wachting van de commercieel© resul
taten van den gevraagderi vrijdom. Met
dat argument van die inkoopjes heb
ben zij al zooveel leergeld betaald ten
aanzien van het station aan den Hee
rensingel. De winkelstand zou meer
hebben aan een goed station, al! zou dat
op een andere plaats liggen.Zoo is het
met deze kwestie ook. Men let in de
eerste plaats op de goede verbinding,
en komt niet speciaal naar Leiden om
een paar goede sigaren te koopen.
De heer Wilbrink zegt het laatste
niet te hebben bedoeld. Het gaat over
schepen ,die in elk geval volgens hun
voornemen zouden doorvaren. En nu
gaat het alleen vom de vraag, of men die
menschen gelegenheid wil geven, een
paar uur gratis in de stad te vertoeven
om de eventueel noodige inkoopen te
doen.
Het prae-advies van B. en W. wordt
tenslotte met 21-9 stemmen aangeno
men.
Tegen de heeren Wilbrink, Wilmer,
Coster, Spendel, Knuttel, Dubbeldeman,
Rosmalen, Deumer en Eerdmans.
21. Voorstel tot beschikbaarstelling
van een bijdrage in de kosten van her-
AAN HET ZOEKLICHT.
FEUILLETON.
Het geheim van Colde Feil.
54)
„U denkt toch zeker niet" zei Lord
Arden met een plotselingen afkeer,
„dat een vrouw als zij met een Fransch
man zou trouwen?"
Madame glimlachte om zijn hoos
heid. „U moet bedenken" zei zij, „dat
iedere Franschman 'n vrouw wenscht
met een bruidsschat, en juffrouw Kent
bezit niets."
„Niets?" herhaalde hij. „Ik zeg u,
dat zij een bruidsschat heeft, die zelfs
een prinses haar zou benijden. Noemt
u schoonheid en gratie, die zij bezit,
geen bruidsschat? Wel, haar stem al
leen is reeds een onmetelijke schat."
„In uwe oogen en de mijne, maar
in Frankrijk geeft men niet veel om
schoonheid bij het sluiten van een hu
welijk."
„Ik hoop. dat zij nooit met een
Franschman zal trouwen" zei Lord
\rden, maar hij zou moeilijk hebben
kunnen zeggen, waarom. „Wie is zij?
Waar komt zij vandaan? Kent is een
ongewone naatai."
„Ik heb haar nooit hooren zeggen
waar zij geboren is" antwoordde ma
dame. „Ik geloof, dat zij uit de nabij
heid van Londen afkomstig is. Haar
vader was een dokter, meen ik. Het
schijnt dat zij zeer aan hem was ge
hecht. Ik denk dat zij na zijn dood
geheel alleen op de wereld was en
haar eigen brood moest verdienen. Zij
kwam naar Frankrijk als Engelsche
leerares."
„Arm kind" zei hij. droomerig voor
zich uitstarend.
„Zij werkte hard hier" ging mada
me voort. Zij gaf ook les aan de kin
deren van mijn vriendiin, de gravin
Lornay. Ik ging haar op zekeren dag
met Claii'e opzoeken. Mijn dochter zag
toen juffrouw Kent op haar gewone
impulsieve maar ik moet zeggen
uitnemende manier werd zij dade
lijk verliefd op haar en liet mij niet
met rust voor zij hier als gezelschaps
juffrouw was geïnstalleerd."
Claire toonde hier een goed oordeel
en een goe'de smaak te hebben" zei
Lord Arden.
„Ja" stemde madame toe „dat is
volkomen waar. Ik kan niet te veel
goeds van juffrouw Kent zeggen en
haar invloed op Claire is zeer welda
dig geweest. Claire vindt haar bijna
volmaakt."
„Zij ziet er ook zoo uit" merkte de
graaf op.
„Zij is zooals zij er uitziet" zei ma
dame met warmte. „Zij maakt geen
drukte, maar ik houd haar voor een
van de liefste en vroomste meisjes die
ik ken. Zij is verstandig, goed, be
schaafd en welgemanierd. Al den tijd,
dat zij bij ons is geweest, heb ik niets
in haar ontdekt, dat mij niet aanstond
en ik vind, dat Claire zich gelukkig
mag achten, dat zij zulk een gezel
schapsjuffrouw en vriendin heeft ge
vonden."
„Vindt u werkelijk dat zij zulk een
goeden invloed heeft gehad op Clai
re?" vroeg Lord Arden.
.Ja" dat kan ik heel goed merken,
Claire heeft in mijn oogen altijd een
lief karakter gehad, maar zij was tc
impulsief en te vlug in haar oordeel.
Van juffrouw Kent heeft zij zelfbeheer-
schlng en matiging geleerd. Voor mij
heeft de schoone Engelsche onschat
bare waarde gehad."
Lord Arden zag er uit, alsof het hem
plezier deed, dit te hooren en madame
zat nog een tijd diep na te denken, na-
'dat hij haar had verlaten.
„Daar is Lord Arden" riep Claire.
„Kijk Alice, hij komt naar ons toe. Ik
wist niet dat hij den weg naar de oran-
gerie kon vinden."
„Een Engelschman vindt altijd en
overal zijn weg" zei Alice. Ik vind, dat
Leiden 29 Sept. 1925
De heer Albarda. de opvolger va
Mr. Troelstra begint ook al te ervaren
dat de weg van een partijleider niet
rozen gaat.
In „Het Volk" heeft hij betoogd, d,..
er toch eigenlijk niets tegen is dat ook
de Socialistische Kamerleden aan de
openingsplechtigheid van de Staten-
Generaal deelnemen.
Het is bekend dat meerdere leden
als de Koninklijke stoet verschijnt,
niet bij de ramen van het Kamerge
bouw vandaan zijn te slaan, dat ze
geen enkel onderdeel van de plechtig
heid willen missen en daarom wil hij
maar liever den „Koninklijken weg"
bewandelen en aan de opening offici
eel meedoen.
Zelfs heeft hij ontdekt, dat bet weg
blijven ongemotiveerd is, omdat bet
hier op de keper beschouwd, een (Jemo-
cratische handeling betreft.
Maar nu komen de partijgenooten
die niet wisten dat de roode Kamer
leden toch van de partij waren en die
nooit anders dan schimpscheuten over
de plechtigheid hoorden in 'tgeweer.p
Dat gaat zoo maar niet, meenen ze.
In elk geval zal dan eerst het con
gres zich moeten uitspreken.
Dat lijkt me een pracht-idee.
En ik twijfel niet of het congres zal
Albarda volgen, omdat men zal ontdek
ken, dat er op die congressen toch min-»
stens zooveel 'ondemocratisch vertoon
is dan bij de Kamer-opening.
OBSERVATOR
stelling van het Leidsche glasraam- in
de St. Janskerk te Gouda.
De heer v. E c k (S. Dj zal het voor
stel steunen, maar is het niet geheel
eens met de toelichting. De eer van
Leiden is bij een goede volkshuisvesting
en werkloozenzorg meer gemoeid, dan
bij een glasraam.
De heer O o s t d a mWat is dat mooi
gezegd.
De heer Knuttel (Comm.) zal ook
niet tegen het voorstel' stemmen, al
heeft hij tegen deze „royaliteit" van
B. en W. eigenlijk wel bezwaar. De ste
den komen1 nu minder in aanmerking
voor het bekostigen van doeleinden als
dit dan vroeger, toen zij elk op zichzelf
■een soort republiekje vormden.
De Voorzitter stemt dit laatste
toe. Spr. heeft dan ook aanvankelijk te
gen gemeentelijken steun bezwaar ge
maakt. Maar het particulier initiatief
heeft meegedaan wat het kon. Laat nu
de gemeente de laatste f 1000 geven.
;Met te zeggen ,'dat de eer van Leiden
.aan zooveel andere dingen hangt is men
er niet af. Wanneer men zoo alle dingen
moest bespreken, kwam men nooit tot
een resultaat. Dat is dan nu ook niet
aan de orde. Spr. vindt deze uitgave uit
de algemeene kas werkelijk gemoti-
veerd.
Het voorstel van B. en W. wordt z.
h. st. aangenomen.
22. Prae-advies op de motie van den
heer Schüller, inzake de reiniging door
afspuiting van alle straten, waar vee
gelost en gekeurd wordt, na afloop van
de Veemarkt.
Aangenomen.
233. Voorstel inzake de beschikbaar
stelling van een tweetal vertrekken van
het gebouw „Gravenstein" als ontspan
ningslokaal voor werkloozen.
Aangenomen.
24. Voorstel om aan daarvoor in aan
merking komende werklooze hoofden
van gezinnen en kostwinners een reduc
tie op den prijs der brandstoffen te ver-
leenen.
De heer Stralen (S. DJ acht de»
door B. en W. voorgestelde hoeveelheid
brandstoffen te weinig, nu de gezinnen
der werkloozen door den verminderden
steun hun geld voor andere dingen
mceten gebruiken. Spr. stelt voor, in-
plaats van een half mud, één mud cokes
per week te gey^n.
De heer Zuidema (A. RJ kan niet
ontkennen, dat het adres van den L.
B B. een eigenaardigen indruk heeft
gemaakt. Nu B. en w. hebben voorge
steld te geven, wat in vorige/jaren door
deze orangerie het prettigste hoekje
is uit den heelen tuin."
Enkele oogenblikken later zat Lord
Arden bij hen te praten over de witte
duiven, die ook voor hem niet bang
schenen te zijn. Hij sprak tegen Claire,
maar zijn oogen waren gericht op bet
gelaat van de Engelsche. Zij spraken
over boeken en schrijvers, en hij vond.
dat zij van beiden een uitgebreide hen
nis bad.
„U hebt veel gelezen, juffrouw Kent?
zei hij eindelijk.
,.,Ja" antwoordde zij. „Voor ik hier
kwam, was ik geheel alleen. Boeken
waren mijn uitsluitend genoegen en
mijn eenige vrienden."
Lord Arden was een man met groo
te geestesgaven en scherp verstand en
een eerlijk karakter Hij beminde de
waarheid en oprechtheid en haatte al
les wat daartegenover stond. Hij had
een hooge positie en was zeer rijk; hij
was knap, edelmoedig en ridderlijk.
Nu was hij vijfendertig jaar oud en
was nooit in zijn leven verliefd geweest
Evenmin had hij zich ingelaten met
ijdel spel op het gebied der liefde. Zijn
jonge moeder was zijn ideaal geweest
en hij had bij zichzelf gezegd, dat hij
nooit zou trouwen, tenzij hij iemand
vond, die op haar geleek. En hier was
nu iemand met de stem van zijn moe
der en ofschoon het nog maar de
tweede dag was, waarop hij haar ont
moette, vroeg hij zich reeds af, of er
nu ook eenige reden was waarom hij
haar niét zou vragen zijn vrouw te
worden.
Terwijl zij zonder het te weten, reeds
begonnen was bem lief te hebben.
HOOFDSTUK XXX.
Een gelukkige dag.
Alice Kent had gedacht, dat zij het.
hoogste punt van menschelijk geluk
bereikt had, toen zij bij de familie de
Saint Luce als kind in huis was opge
nomen en behandeld. Zij moest nog
leeren, dat zij geen flauwe voorstelling
had van wat menschelijk geluk betee-
kent. Zij begon het nu langzamerhand
uit te vinden. Haar levenservaringen
waren zoo vreeselijk geweest, zij was
zoo volkomen uitgesloten geweest van
wat geleek op liefde, dat zij nu bang
was haar ziel te openen voor den zon
neschijn, die naar binnen scheen te
willen dringen.
Hoe kon zij 'denken aan een man,
die zoo ver boven haar 9tond die
een gentleman was, een ridder, een
edelman? Hij was slechts voor korten
tijd hier; hij zou spoedig weer weg
zijn; naar alle waarschijnlijkheid zou
zij hem nooit weer zien
Wordt vervolgd).