Ml DE BLADEN ZEGGEN. imr NïtUWE LEIDSCHE COURANT VAN DINSDAG 29 SEPTEMBER 1925 TWEEDE BLAD. SSnÉld De Kamervoorzitter. De Tweede Kamer, zooals zij na de laatste verkiezingen werd samenge steld, heeft hare werkzaamheden aan gevangen. Haar eerste werk was het opmaken eener opgave van drie leden voor het voorzitterschap van de Kamer. De candidaat, op wien de Antirevo- tionairen hun stem uitbrachten, was de heer Ruys de Beerenbrouck.. Wij kunnen dit verstaan, zegt de Waarheidsvriend. De heer Ruys, de premier uit het vorig Kabinet, is niet alleen een hoogst bekwaam man, die het volle vertrou wen van de Kamer geniet voor een Kamervoorzitter van zooveel beteeke- nis maar hij is ook een sympathiek man, die bijzonderlijk het optreden van de Antirevolutionairen weet te waardeeren. Dit is bij meer dan éene gelegenheid gebleken. Voorts mag herinnerd wor den hoe minister Ruys in zijn ont- werp-Zondagswet regelen stelde,, niet in het belang van de Zondagsrust, maar in het belang der heiliging van den Zondag. En ook hoe van dezen minister bij onderscheidene gelegenhe den pogingen zijn uitgegaan om tot afschaffing van den stemplicht te ge raken. Door deze en andere bewijzen van meeleven met de Antirevolutionaire beginselen, kan het niet verwonderen dat de Antirevolutionairen hun stem gaven aan een zoo uitnemend candi daat als den gewezen minister van Bin nenlandsche Zaken en Landbouw Maar de heer Ruys de Beerenbrouck is Roomsch Katholiek. Het stemmen van de Antirevolutio nairen op dezen candidaat liet, zooals de vorige week in het orgaan van de Staatkundig Gereformeerden te lezen stond, „bedenkelijke symptomen" zien. 'Wat de Antirevolutionairen deden, was verkeerd. Dan handelden ds. Kersten en ds. Zandt heel anders zij waren veel prin- cipieeler: Zij stemden natuurlijk op een candidaat voor het voorzitterschap van Gereformeerde richting. Echter blijkt dit uit de Handel, der Kamer niet. Wij hebben ze op het ge val expressievelijk nageslagen. Misschien kan de redacteur van „De Banier" clie zoo precies weet uit te re kenen, dat de 13 Antirevolutionairen op den heer Ruys stemden, ons wel in lichten en ons mededeelen op wien de heeren Kersten en Zandt hunne stem hebben uitgebracht. Zij stemden niet op een man van Gereformeerd beginsel, maar op wien dan? BINNENLAND. DE STORMRAMP. Ten derden male ontving het bestuur van den Kon. Nation. Bond voor Red dingwezen en Eerste Hulp bij Onge lukken „Het Oranje Kruis" telegrafisch f 50.000 van het bestuur van „Het Sme- roe-Fonds te Batavia." Het bestuur heeft, dankbaar voor de in Oost-Indië betoonde hulpvaardigheid, dit bedrag aan het Nationaal Steun-Comité over gemaakt. Uit het fooekdrukkershedrijf. Het comité tot afschaffing van de bindende bepalingen van de prijs ta rieven in 't boekdrukkersbedrijf heeft een circulaire verspreid, waarin wordt meegedeeld, dat reeds 160 leden van de federatie van boekdrukkerijen hun instemming met zijn actie hebben be tuigd en waarin opgewekt wordt in de districtsvergaderingen voor bedoelde afschaffing te ijveren, opdat afgevaar digden. gekozen worden, die op de al- gerneene vergadering hün stem daar voor zullen uitbrengen. Pijnloos dooden van dieren. Het hoofdbestuur vap de Nedevl. vereeniging tot bescherming van die ren heeft besloten tot het instellen van een commissie ter bestudeering van het vraagstuk van het pijnloos doo- den van dieren. In die commissie, die onder presidium zal staan van prof. dr. H. Remmelts, lid van het hoofd bestuur, webden voorts benoemd: dr. D. J. Copper, rijksveearts te Rotter dam; prof. dr. H. Jakob te Utrecht, en kapitein-paardenarts T. D. Sigling te Breda. Het invoerrecht op vleesch. De minister van Financiën brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de commissie van deskundigen voor de vaststelling van de prijscourant ter berekening van het invoerrecht op versch of gekoeld, vleesch in haar ver gadering van 23 dezer bedoelde prijs courant heeft vastgesteld als volgt: Rund- en kalfsvleesch, versch of ge koeld, 100 K.g. f95; paardenvleesch, versch of gekoeld, 100 K.g. f50. Gedurende de maand October zal mitsdien het invoerrecht voor de hier boven bedoelde vleeschsoorten bedra gen 10 pet. van de hiervoor vermelde waarden. Be uitvoerverboden van boter en kaas. De Vereeniging voor zuivelindustrie en melkhygiëne heeft in een adres aan de Tweede Kamer verklaard, zich zeer bezwaard te gevoelen door de wijze waarop de regeering thans nog gebruik maakt van bevoegdheden, die haar in verband met den oorlog verleend zijn. Een en ander betreft de wet van 3 Au gustus 1914, waarbij de mogelijkheid werd geschapen, om bij K.B. den uit voer van bepaalde artikelen te verbie den. De meeste in oorlogstijd in het leven geroepen uitvoerverboden zijn éhans ingetrokken. Uitzondering hier op maken' echter, gelijk bekend, de uitvoerverboden voor boter en kaas, die niet alleen nog bestaan, doch wel ke, voor zoover het boter en kaas zon der rijksmerk betreft, nog worden toe gepast. In het adres wijst de vereeniging er nog op, dat het h.i. alleszins verkeerd is, dat de regeering thans nog gebruik maakt van een wet, waarbij haar be voegdheden voor tijden van oorlog zijn gegeven, en zulks in het bijzonder, wanneer zij dit doet ten einde iets te bevorderen!, dat met oorlog hoege naamd niets te maken heeft. Het doel toch waarmede de regee ring voor boter en kaas zonder rijks- merk het uitvoerverbod handhaaft, is, om de boter en kaasbereiders te dwin gen van het rijksmerk gebruik te ma ken. De vereeniging meent, dat hier het verband tusschen de wet van 3 Augustus 1914 en deze bedoeling zoek is. Zij dringt er daarom bij de Tweede Kamer op aan, om de wenschelijkheid uit te spreken, dat „aan dit machts misbruik van de zijde der regeering een spoedig einde moge komen." Bezoek Minister Rutgers naar Parijs. De bijzonderheden van de ontvangst van minister Rutgers op 2 en 3 Oct. zijn als volgt vastgesteld: De minister, die vergezeld is van z'n dochter en van den heer Visser, chef van de afdeeling Kunsten en Weten schappen, komt met den nachttrein naar Parijs, waar hij in Hotel Conti nental zal verblijfhouden. Vrijdag 2 Oct. om kwart over tienen wordt hij in het Nederlandsche paviljoen onti- vangen door een delegatie uit de Com missie van Uitvoering, daarvoor uit Holland overgekomen. Ook de archi tect van het paviljoen, de heer Staal, zal aanwezig zijn,"terwijl de minister vergezeld zal zijn door den Nederland- schen zaakgelastigde te Parijs, baron De Vos van Steenwijk, den Nederland- schen consul-generaal, den heer L. Droogleever Fortuyn en de heeren ir. De Bie Leuveling Tjeenk, commissaris generaal der Nederlandsche afdeeling, Van Maasdijk, gedelegeerd lid te Pa rijs, en Van Dolder. secretaris. Bezichtigd worden het Nederlandsch paviljoen en de Nederlandsche zalen op de Esplanade en in het Grand-Pa- lais, waar de heer "Wijdeveld, die ze inrichtte, 'aanwezig zal zijn. Te kwart voor één ontvangst van den minister door den Franschen com missaris-generaal in het Commissariat Général op de tentoonstelling en dé jeuner door dezen aangeboden, waarbij van Hollandsche zijde uitgenoodigd zijn de minister, de commissaris-gene raal, de zaakgelastigde, de leden van de commissie van uitvoering c.s., de consul-generaal.. het gedelegeerd lid te Parijs, architecten Staal en Wijdeveld, d? :r Van Dolder en de vertegenwocr pv van de Neder landsche pers Parijs. Er zal van Nederlan'dsche zijde worden gesproken door den commissaris-generaal en den minister. Na afloop van het déjeuner rondgang door het Grand-Palais en bezichtiging van de Paviljoens der vreemde lan den, van het Paviljoen van de Stad Parijs ea. afin den rechter Seine-oever. Om 5 uur thee in het Nederlandsche Paviljoen, aangeboden door de Com missie van Uitvoering, waarbij uit genoodigd zijn de leden van de ver schillende Nederlandsche Vereenigin- gen en de journalisten met dames. Ge sproken wordt door den voorzitter van Commissie van Uitvoering, den com missaris-generaal en den heer Van Maasdijk, gedelegeerd lid te Parijs. Zaterdag 3 October. Afhalen van den minister in Hotel Continental te 10 u; wederom bezoek aan de Nederlandsche afdeeling op de tentoonstelling en eenige vreemde inzendingen o.a. de Cour des Métiers, de Ambasfade en de Bibliotheek, op den linker- Seine- oever. Vertrek van den minister om 12.30 n.m. Gemeenteraad Leiden. (Vervolg.) De heer H e e m s k er. k is niet on gevoelig voor het lot van den trekhond maar spr.^ is het met B. en W. eens dat men in de eerste plaats voor de menschen. en in'do tweede plaats eerst voor de dieren moet zorgen. Het is een feit, dat de trekhond, die den ge- heefen dag wordt vastgehouden, meer prikkelbaar en meer tot bijten geneigd isd an een l'osloopende. Spr. vereenigt zich met het afwijzend prae-advies. Prof. Eerdmans steunt het betoog van Mevr. v. Italië. De V o o r z i 11 e r zegt een sterk voor stander te zijn van dierenbescherming misschien wel het meest omdat zri zoo veredelend werkt op de menschen zelf. Maar nu is het ongeluk, dat men in dezen gaat overdrijven en 'zich als ver eeniging onnoodig gaat bezighouden met allerlei dingen. Dat de hond alleen door zijn bek transpireert, zooals Prof. Eerdmans zegt, kan spreker niet aannemen. Dat zegt de overlevering maar. Dat Prof. Eerdmans het nog gelooft, verwondert spr. intusschen niet. Die doceert de geschiedenis van de Israëlieten (gelach! en gaat dus om met een massa oudheid. Tenslotte beroept spr. zich op het advies van een keuringsveearts, die het ook met B. en W. eens is. Trekhonden zijn inderdaad gevaarlijk, wanneer zij aangespannen staan, vooral voor kin deren, enz. De heer Eerdmans wil in elk ge val in overweging zien genomen net invoeren van een beter model muil korf, bv ..een geheel lederen. De heer S y t s m a zou wel eens een proef willen nemen met het weglaten van de muilkorven. De Voorzitter: dan wou ik wel, dat ze u .eens in de beenen beten. zoudt dan misschien zeggen: de proef is mislukt(gelach). Het prae-advies van B. en W. wordt aangenomen met 24-4 stemmen. Tegen iMevr. v. Italië; en de heeren Syfcsma, Groene veld, en Coster. 19. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 27 Aug. 1923 i(Gem. blad No. 331), regelende de her fing van een belasting onder den naam wan „Liggeld" in qe gemeente Lei den. Aangenomen. 20. Voorstel: a. om afwijzend te beschikken op het adres der schippersvereniging „Schuttevaer", inzake wijziging van de verordening, regelende de netting van Havengeld;" b. tot vaststelling van de verordening houdende wijziging van de verordening van 27 Aug. 1923 (Gem. blad. No. 30) regelende de heffing van eene belas ting onder den naam van „Havengeld" in de gemeente Leiden. De V oorzit er stelt eerst punt b aan de orde. Aangenomen. Punt a. De heer Wilbrink steunt het verzoek van „Schuttevaer" om sche «en, die hier den Zaterdagavond en iondag doorbrengen van liggeld vrij te stellen. Het gaat hierbij ook om be paalde belangen van Leidsche ingeze tenen. Toen indertijd de groote door vaart naar buiten de stad werd ver legd is het den schippers, die door Leiden cuncurreerend werden bediend, ook mogelijk gemaakt om kosteloos eeni ge uren te vert.oeven, teneinde hun in- koopen te doen. Was van deze vrij stelling misbruik te vreezen dan zou het eerste Kamerlid Smeenge, die voor zitter van Schuttevaer is, zijn hand- teekening niet onder het verzoek heb ben geplaatst. Er is in da nabijheid der stad wei nig gelegenheid om te meren. Men is óf ingesloten door het water, óf aange wezen .cp particuliere terreinen, waar men geen tcegang heeft. Cr zijn gelukkig ook onder de schip pers menschen, die des Zondags voor hun geestelijk leven de godsdienstoefe ningen in de stad willen bijwonen. Met het oog daarop moet men die menschen niet noodzaken den Zondag buiten de stad dcor te brengen. De heer Wilmer wil weten of Lei den in dit opzicht bij andere steden achterstaat. Do heer Eerdmans gevoelt veel vpor de gedachte' van den neer Wil brink. Weth. Sanders zegt, (lat de voor de schippers gunstige bepaling die inder tijd "bestond, i3 moeten worden opge heven dcor de fraude, die ermee werd gepleegd. Wederinvoering ervan zou verscherpt toezicht eischen en dus veel kosten veroorzaken. Wat het geestelijk (kezwaar van den heer W. betreft meent spr., dat dit niet zoo heel' zwaar behoeft te worden genomen, omdat de schip pers, zoo goed als zij, die in de afge legen stadswijken wonen, wel op andere wijze, naar de kerken kunnen komen. De heer Wilbrink merkt op, dat de gelegenheid voor 'fraude, die vroeger bestcncb doordat men door een anderen waterweg kon wegkomen, thans niet meer bestaat. Men kan de betrokkenen desnoods binden aan een zeer beperk ten tijd. Op die manier behoeft voor fraude geen vrees te bestaan. De Voorzitter heeft weinig ver wachting van de commercieel© resul taten van den gevraagderi vrijdom. Met dat argument van die inkoopjes heb ben zij al zooveel leergeld betaald ten aanzien van het station aan den Hee rensingel. De winkelstand zou meer hebben aan een goed station, al! zou dat op een andere plaats liggen.Zoo is het met deze kwestie ook. Men let in de eerste plaats op de goede verbinding, en komt niet speciaal naar Leiden om een paar goede sigaren te koopen. De heer Wilbrink zegt het laatste niet te hebben bedoeld. Het gaat over schepen ,die in elk geval volgens hun voornemen zouden doorvaren. En nu gaat het alleen vom de vraag, of men die menschen gelegenheid wil geven, een paar uur gratis in de stad te vertoeven om de eventueel noodige inkoopen te doen. Het prae-advies van B. en W. wordt tenslotte met 21-9 stemmen aangeno men. Tegen de heeren Wilbrink, Wilmer, Coster, Spendel, Knuttel, Dubbeldeman, Rosmalen, Deumer en Eerdmans. 21. Voorstel tot beschikbaarstelling van een bijdrage in de kosten van her- AAN HET ZOEKLICHT. FEUILLETON. Het geheim van Colde Feil. 54) „U denkt toch zeker niet" zei Lord Arden met een plotselingen afkeer, „dat een vrouw als zij met een Fransch man zou trouwen?" Madame glimlachte om zijn hoos heid. „U moet bedenken" zei zij, „dat iedere Franschman 'n vrouw wenscht met een bruidsschat, en juffrouw Kent bezit niets." „Niets?" herhaalde hij. „Ik zeg u, dat zij een bruidsschat heeft, die zelfs een prinses haar zou benijden. Noemt u schoonheid en gratie, die zij bezit, geen bruidsschat? Wel, haar stem al leen is reeds een onmetelijke schat." „In uwe oogen en de mijne, maar in Frankrijk geeft men niet veel om schoonheid bij het sluiten van een hu welijk." „Ik hoop. dat zij nooit met een Franschman zal trouwen" zei Lord \rden, maar hij zou moeilijk hebben kunnen zeggen, waarom. „Wie is zij? Waar komt zij vandaan? Kent is een ongewone naatai." „Ik heb haar nooit hooren zeggen waar zij geboren is" antwoordde ma dame. „Ik geloof, dat zij uit de nabij heid van Londen afkomstig is. Haar vader was een dokter, meen ik. Het schijnt dat zij zeer aan hem was ge hecht. Ik denk dat zij na zijn dood geheel alleen op de wereld was en haar eigen brood moest verdienen. Zij kwam naar Frankrijk als Engelsche leerares." „Arm kind" zei hij. droomerig voor zich uitstarend. „Zij werkte hard hier" ging mada me voort. Zij gaf ook les aan de kin deren van mijn vriendiin, de gravin Lornay. Ik ging haar op zekeren dag met Claii'e opzoeken. Mijn dochter zag toen juffrouw Kent op haar gewone impulsieve maar ik moet zeggen uitnemende manier werd zij dade lijk verliefd op haar en liet mij niet met rust voor zij hier als gezelschaps juffrouw was geïnstalleerd." Claire toonde hier een goed oordeel en een goe'de smaak te hebben" zei Lord Arden. „Ja" stemde madame toe „dat is volkomen waar. Ik kan niet te veel goeds van juffrouw Kent zeggen en haar invloed op Claire is zeer welda dig geweest. Claire vindt haar bijna volmaakt." „Zij ziet er ook zoo uit" merkte de graaf op. „Zij is zooals zij er uitziet" zei ma dame met warmte. „Zij maakt geen drukte, maar ik houd haar voor een van de liefste en vroomste meisjes die ik ken. Zij is verstandig, goed, be schaafd en welgemanierd. Al den tijd, dat zij bij ons is geweest, heb ik niets in haar ontdekt, dat mij niet aanstond en ik vind, dat Claire zich gelukkig mag achten, dat zij zulk een gezel schapsjuffrouw en vriendin heeft ge vonden." „Vindt u werkelijk dat zij zulk een goeden invloed heeft gehad op Clai re?" vroeg Lord Arden. .Ja" dat kan ik heel goed merken, Claire heeft in mijn oogen altijd een lief karakter gehad, maar zij was tc impulsief en te vlug in haar oordeel. Van juffrouw Kent heeft zij zelfbeheer- schlng en matiging geleerd. Voor mij heeft de schoone Engelsche onschat bare waarde gehad." Lord Arden zag er uit, alsof het hem plezier deed, dit te hooren en madame zat nog een tijd diep na te denken, na- 'dat hij haar had verlaten. „Daar is Lord Arden" riep Claire. „Kijk Alice, hij komt naar ons toe. Ik wist niet dat hij den weg naar de oran- gerie kon vinden." „Een Engelschman vindt altijd en overal zijn weg" zei Alice. Ik vind, dat Leiden 29 Sept. 1925 De heer Albarda. de opvolger va Mr. Troelstra begint ook al te ervaren dat de weg van een partijleider niet rozen gaat. In „Het Volk" heeft hij betoogd, d,.. er toch eigenlijk niets tegen is dat ook de Socialistische Kamerleden aan de openingsplechtigheid van de Staten- Generaal deelnemen. Het is bekend dat meerdere leden als de Koninklijke stoet verschijnt, niet bij de ramen van het Kamerge bouw vandaan zijn te slaan, dat ze geen enkel onderdeel van de plechtig heid willen missen en daarom wil hij maar liever den „Koninklijken weg" bewandelen en aan de opening offici eel meedoen. Zelfs heeft hij ontdekt, dat bet weg blijven ongemotiveerd is, omdat bet hier op de keper beschouwd, een (Jemo- cratische handeling betreft. Maar nu komen de partijgenooten die niet wisten dat de roode Kamer leden toch van de partij waren en die nooit anders dan schimpscheuten over de plechtigheid hoorden in 'tgeweer.p Dat gaat zoo maar niet, meenen ze. In elk geval zal dan eerst het con gres zich moeten uitspreken. Dat lijkt me een pracht-idee. En ik twijfel niet of het congres zal Albarda volgen, omdat men zal ontdek ken, dat er op die congressen toch min-» stens zooveel 'ondemocratisch vertoon is dan bij de Kamer-opening. OBSERVATOR stelling van het Leidsche glasraam- in de St. Janskerk te Gouda. De heer v. E c k (S. Dj zal het voor stel steunen, maar is het niet geheel eens met de toelichting. De eer van Leiden is bij een goede volkshuisvesting en werkloozenzorg meer gemoeid, dan bij een glasraam. De heer O o s t d a mWat is dat mooi gezegd. De heer Knuttel (Comm.) zal ook niet tegen het voorstel' stemmen, al heeft hij tegen deze „royaliteit" van B. en W. eigenlijk wel bezwaar. De ste den komen1 nu minder in aanmerking voor het bekostigen van doeleinden als dit dan vroeger, toen zij elk op zichzelf ■een soort republiekje vormden. De Voorzitter stemt dit laatste toe. Spr. heeft dan ook aanvankelijk te gen gemeentelijken steun bezwaar ge maakt. Maar het particulier initiatief heeft meegedaan wat het kon. Laat nu de gemeente de laatste f 1000 geven. ;Met te zeggen ,'dat de eer van Leiden .aan zooveel andere dingen hangt is men er niet af. Wanneer men zoo alle dingen moest bespreken, kwam men nooit tot een resultaat. Dat is dan nu ook niet aan de orde. Spr. vindt deze uitgave uit de algemeene kas werkelijk gemoti- veerd. Het voorstel van B. en W. wordt z. h. st. aangenomen. 22. Prae-advies op de motie van den heer Schüller, inzake de reiniging door afspuiting van alle straten, waar vee gelost en gekeurd wordt, na afloop van de Veemarkt. Aangenomen. 233. Voorstel inzake de beschikbaar stelling van een tweetal vertrekken van het gebouw „Gravenstein" als ontspan ningslokaal voor werkloozen. Aangenomen. 24. Voorstel om aan daarvoor in aan merking komende werklooze hoofden van gezinnen en kostwinners een reduc tie op den prijs der brandstoffen te ver- leenen. De heer Stralen (S. DJ acht de» door B. en W. voorgestelde hoeveelheid brandstoffen te weinig, nu de gezinnen der werkloozen door den verminderden steun hun geld voor andere dingen mceten gebruiken. Spr. stelt voor, in- plaats van een half mud, één mud cokes per week te gey^n. De heer Zuidema (A. RJ kan niet ontkennen, dat het adres van den L. B B. een eigenaardigen indruk heeft gemaakt. Nu B. en w. hebben voorge steld te geven, wat in vorige/jaren door deze orangerie het prettigste hoekje is uit den heelen tuin." Enkele oogenblikken later zat Lord Arden bij hen te praten over de witte duiven, die ook voor hem niet bang schenen te zijn. Hij sprak tegen Claire, maar zijn oogen waren gericht op bet gelaat van de Engelsche. Zij spraken over boeken en schrijvers, en hij vond. dat zij van beiden een uitgebreide hen nis bad. „U hebt veel gelezen, juffrouw Kent? zei hij eindelijk. ,.,Ja" antwoordde zij. „Voor ik hier kwam, was ik geheel alleen. Boeken waren mijn uitsluitend genoegen en mijn eenige vrienden." Lord Arden was een man met groo te geestesgaven en scherp verstand en een eerlijk karakter Hij beminde de waarheid en oprechtheid en haatte al les wat daartegenover stond. Hij had een hooge positie en was zeer rijk; hij was knap, edelmoedig en ridderlijk. Nu was hij vijfendertig jaar oud en was nooit in zijn leven verliefd geweest Evenmin had hij zich ingelaten met ijdel spel op het gebied der liefde. Zijn jonge moeder was zijn ideaal geweest en hij had bij zichzelf gezegd, dat hij nooit zou trouwen, tenzij hij iemand vond, die op haar geleek. En hier was nu iemand met de stem van zijn moe der en ofschoon het nog maar de tweede dag was, waarop hij haar ont moette, vroeg hij zich reeds af, of er nu ook eenige reden was waarom hij haar niét zou vragen zijn vrouw te worden. Terwijl zij zonder het te weten, reeds begonnen was bem lief te hebben. HOOFDSTUK XXX. Een gelukkige dag. Alice Kent had gedacht, dat zij het. hoogste punt van menschelijk geluk bereikt had, toen zij bij de familie de Saint Luce als kind in huis was opge nomen en behandeld. Zij moest nog leeren, dat zij geen flauwe voorstelling had van wat menschelijk geluk betee- kent. Zij begon het nu langzamerhand uit te vinden. Haar levenservaringen waren zoo vreeselijk geweest, zij was zoo volkomen uitgesloten geweest van wat geleek op liefde, dat zij nu bang was haar ziel te openen voor den zon neschijn, die naar binnen scheen te willen dringen. Hoe kon zij 'denken aan een man, die zoo ver boven haar 9tond die een gentleman was, een ridder, een edelman? Hij was slechts voor korten tijd hier; hij zou spoedig weer weg zijn; naar alle waarschijnlijkheid zou zij hem nooit weer zien Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5