NIEUWE LEIDSCHF COURANT VAN WOENSDAG 23 SEPTEMBER 1925
TWEEDE BLAD.
WAT DE BLADEN ZESOEN.
Landbouwbelangen.
Over den landbouw wordt in de
Troonrede gezwegen.
Toch. kan daaruit niet worden afge-
Jid. dat in de komende regeeringspe-
riode hervormingen achterwege zou
den blijven.
Op ingrijpende maatregelen mag ge
hoopt worden.
Al zal de herziening van de pacht-
regeling veel minder radicaal kunnen
wezen dan door onderscheidenen
wordt verwacht, moet toch op wegne
ming van de ernstigste misbruiken
\vorden aangestuurd.
Dan is uitbreiding van den Neder-
landschen cultuurbodem een program
punt van, de eerste orde.
En eindelijk eischt de regeling van
het landbouwonderwijs herziening,
waarbij met name de rechtszekerheid
en ontplooiing van het bijzonder land
bouwonderwijs op den voorgrond,
'staan.
Wij twijfelen niet of in de jaren die
komen zal de nieuwe bewindsman aan
'dit drietal punten volle aandacht.
schenken.
KERK EN SCHOOL.
Wijlen Ds. C. B. Oorthuys.
Dr. van Gheel Gilclemeester vervolgt
•in de ,,'Gravenh. Kerkbode" zijn mede-
deelingen over wijlen Ds. Oorthuys.
In- i 886 vertrok Ds. Oorthuys naar
Katwijk aan Zee, zijn geboorteplaats.
Baar kreeg hij het wat minder druk,
wat minder aangrijpend werk en meer
zeelucht
In Katwijk kwamen zij niet aan als
vreemden. „Als kinderen die thuis ko
men" betrokken zij de. pastorie.
Ds. A. Voorhoeve, sinds jaren een
.vriend, bewoonde d? andere pastori3
en bevestigde zijn collega den 3den Oc-
tober i88<?. 6
Oorthuys roemt het leven en den ar
beid in Katwijk zeer; dat deed Voor
hoeve ook; en "Oorthuys prijst het met
;name in de Katwijksche gemeente, dat
zij nooit voorliefde deed blijken voor
een der dominé's; zij stelde hartelijk
vertrouwen in beiden en liet in de kerk
geen plaats onbezet.
Oorthuys achtte de geestelijke erva-
.ringen altijd als onmiddellijk van God
'komendh.
Zoo verhaalt hrj van een aanslag op
zijn leven door een armen krankzinni
gen visscher. Hij was evenwel vooruit
door den Heere gewaarschuwd"; hij had
namelijk een sterken lichtglans op den
.wand der huiskamer gezien, en uit dat
licht kwamen als met hemelsche muziek
de woorden tot hem:
„Dat dan geen donker oogenblik
't Kleinmoedig hart vervul van schrik;
Geen onheil u, doe beven".
Hij begreep niet, wat dat beteekenen
mocht; maar was op zijn hoede.
Dinsdagmorgen elf uur had O. in
ihet gasthuis die samenkomst met de oude
lieden geleid; daar zag .hij een groep
fnenschen op tïe straat, die verschrikten
!tóen ze hem bemerkten en zeiden „berg
uw leven, dominé, het is om u te aoen".
In vliegende vaart kwam daar een
■echte dolleman op hem aan, een groot
mes in de hoogte houdend. Op dat zelfde
jccgenblik klonk het weder bii hem,
•„dat geen donker oogenblik 't klein
moedig hart vervuil' "van schrik" enz.
Toen begreep hij wat er gaande was
en ging kalm een huis binnen, de deur
achter zich dichtgrendelende. De» aan
valler bonsde hevig tegen het raam;
maar Oorthuys ging de achterdeur uit
en liep snel naar de pastorie. Daar
bevond hij dat de ongelukkige man de
ruiten had ingegooid om den dominé
buiten te krijgen; „doch de Heere had
zich over oiis ontfermd".
Omtrent het later verblijf te 's-Gra-
'venhage schrijft Ds. van Gh. G. dan
o.m. Het volgende:
Er komt op een jongsten dominé in
een groote stad heel wat aan. O. was
inatuurlijk scriba van den Kerkeraad
en dominé van het Weeshuis. En dan de
groote, ja eigenlijk verschrikkelijk groo
te wijk.
In het gebed hierover besloot hij
zijne werkwijze te veranderen; niet
meer huis aan huis, maar op een aan
wijzing te wachten waar hij wezen moest
Hij had dit biddend overlegd en het
bleek hem, spoedig de beste methode,
want zoo ervoer hij, dat hij juist daar
kwam, waar de Heere hem hebben wil
de''.
Oorthuys vertelt daarvan treffende
voorbeelden. Zoo was hij eens bij een
zieke geroepen, en daar het nummer
niet duidelijk opgegeven \vas? zocht hij
wat rond. Daar wordt plotseling heftig
gebonsd op de ruiten. 0. gaat binnen
en treft een man aan, kennelijk onder
invloed van den sterken, drank. De man
sprak hem nogal onvriendelijk aan. Of
cok ik zou voorbijgaan zooals de do-
«miné's meestal deden. 0. antwoordje:
stellig niet, vriend, ik kom graag bii
>e binnen.
Ja, zegt de man, dat is goed en wel',
maar geen wissewasjes; je moet met
mij over hemelsche dingen spreken.
Hcor eens, zegt 0.; en hij zei het
altijd met zco'n lieve zachte stem: hoor
eens, U weet wel, dat U meier op hebt
dan goed voor U is. Met Kalf beschon-
kenen kan ik geen érnstige zaken be
spreken. 'Op welken dag be*it U 's mor
gens thuis? Zorg 'dan gyen drank te
hebben gedronken en laat Uw vrouw
ook thuis zijn. Zoo kunnen wq eens
eens rustig sanfen spreken.
't Wordt vastgesteld op Donderdag;
de man beloofde 'in dien tijd drank
noch bier te 'drinken.
„Afgesproken" zegt 0.; wijs mij nu
het huis, waar ik een zieke moet be
zoeken. De man wist het en hielp hem
spoedig terecht.
Donderdag kwam. De man stond den
Idominé al op te wachten. „Ik zie dat
U een man van je woord bent; dat ben
ik ook, zie maar, ik heb al' dien tijd
igeen spatje gebruikt; endit 'is
mijn vrouw. We hebben vijf kinderen.
Ik Heb vreeselijk gedronken, dominé;
mijne vrouw en kinderen zien er arm
uit door mijn schuld. Maar 'tzal anders
worden. Uw woorden hebben mij goed
gedaan; ik zal niet meer drinken, God
is mijn getuige".
„Toen spraken we samen en we kon
den ook samen bidden. W. en zijn vrouw
'zijn andere menschen geworden". Ze
juichten er over: „ik heb nooit geweten
dat Ve zoo gelukkig konden worden
als we nu zijn. 'tls alles veranderd in
ons gezin".
"W. dat verblijdt mij hartelijk; doch
dat is nog niet genoeg. „Dominé, ik
heb dit .alles verstaan, we moeten gered,
we moeten bekeerd worden. Ach, wjjs
ons den weg".
Nu, zoo gebeurde het ook en weder
baden we samen.
Ja, zeide W. nu nóg esn verzoek,
dominé. Ik heb een zwager B. met
vrouw en kinderen. Ze hebben buiten
God geleefd even als wij. Ga daar ook
eens neen en wijs liem op hetgeen noo-
dig is. „Dat deed -ik terstond, en 'tis
hun gegaan als d$ familie W. en B.
wees mi] op zijn ouden vader en moe
der, die ook zoo verdwaald waren. Ik
bezocht lien. God heeft ook hen heer
lijk terecht gebracht.
Deze drie farailiën hadden vrienden
hier en daar. Ze gingen mee den goeden
weg op. W. en B. leven nog; 't is of ik
hen altijd moet tegenkomen als ik eens
in den Haag kom. Zij zijn een sieraad
der gemeente en een eere van Christus.
Ook hun "kinderen zijn den goeden weg
opgegaian, tot roeai van Gods genade".
Oorthuys noemt alleen dit cene voor
beeld als vrucht van de werkwijze
die de Heere hem had aangewezen. „Als
wij ons door den Heere oen weg laten
wijzen, gaat het op een vast doel aan
en God wordt in de uitkomst verheer
lijkt".
Het was wel een riike zegen die er
cp dit stille herderlijke werk rustte.
En nog eens: Oorthuvs kon daar zon
der de minste zelfverheffing van spre
ken. Men voelde bij hem aan dat het
bij hem was: „niet ik, maar de genade
Gods, die met mij is.
De nood der Zending.
De besturen der samenwerkende Zen-
dingscorpovaties, die, zooals medegedeeld
werd, andermaal een Zendingsweek' (i
8 November} organiseeren, zien zich in
hunne verwachtingen, wat betreft de in-
FEUILLETON.
Het geheim van Colde Feil.
49)
„Ik zal het je wel komen zeggen en
als mama teleurgesteld schijnt, zal ik
het je komen zeggen.
„Ik zou het niet kunnen dragen" zei
Alice bij zichzelf. „Ieder uur van het
diner zou de vneeselijkste herinnerin
gen bij mij opwekken. Om zeven uur
begon toen ons diner op Colde Feil en
hij stierf even over negenen. Hoe zou
ik kunnen praten, lachen en zingen op
dezen avond?"
De dag ging echter voorbij als alle
anidere dagen; de zon scheen, de vo
gels zongen, de bloemen bloeiden, al
les ging zooals gewoonlijk in 't groote,
deftige huis. Alice hielp Claire om zich
te kleeden. Zij hoorde de gasten ko
men en ging toen naar haar kamer,
om daar, naar zij hoopte den avond
in stille eenzaamheid door te brengen.
Zij hoorde de klok zes uur slaan. Op
dat uur was zij zes jaar geleden naar
haar kamer gegaan om zich te klee
den. Zij herinnerde zich nog wat zij
had gedragen en welke bloemen zij
had opgestoken.
De klok sloeg zeven. Zes jaar gele-
der* had^men zich op dat uur aan tafel
gezet voor het diner, dat zoo tragisch
eindigde.
De klok sloeg acht. Op dien tijd wa
ren zij naar de salon gegaan, waar de
koffie was rondgediend.
Zij beefde over al haar leden. O, kon
zij maar vergeten Maar elk uur bracht
nieuwe herinneringen, ze doorleefde
nog eens elk oogenblik van dien avond',
in al z'n afschuwelijke bijzonderheden.
De 'deur ging open en Claire kwam
binnen Claire, die wat bleeker zag
dan gewoonlijk en die met groote, ern
stige oogen voor zich uit keek.
„Hij is er, Alice!" riep zij uit. „Hij is
al om zes uur gekomen en weet je, het
is zoo vreemd maar hij lijkt precies
op den Sint Sebastiaan vanJiet schil
derij lang, donker en statig, met het
gezicht van een Spaanschen koning."
„En je vindt hem heel aardig!" zei
Alice, met een poging om te glimla
chen en het verleden af te schudden.
„Om je de waarheid te zeggen" zei
zij, „ben ik een beetje bang voor hem.
Hij is grooter dan papai. en heeft een
breede borst en breede schouders en
het gelaat van een koning. Alice, ma
ma heeft mij naar je toe gestuurd, om
je als een bijzondere gunst te vragen,
of je beneden wilt komen."
En Alice Kent kon niéts anders dan
toegeven. Zij ging, volkomen onbewust
van wat haar wachtte.
komsten van den laatsten tijd wat te
leurgesteld.
Toen in- Augustus het eerste deel der
actie voor de Zendingsweek werd voor
bereid en de uitkomst van de boven ver
wachting goede maand Juli bekend was,
is gehoopt en ondersteld, dat de financi-
eele zorgen dit jaar niet zop zwaar zou
den drukken als andere jaren.
Nu inmiddels de juiste cijfers van de in
komsten over Augustus vast kwamen te
staan en de eerste helft van de maand
September een beeld geeft van hetgeen
werkelijk te verwachten is, blijkt dat het
totaal der ontvangsten van de laatste we
ken zoover beneden de verwachting en
het benoodigde is, dat de achterstand
met een groot bedrag toegenomen is.
Het op i September geschatte tekort
blijkt hooger te zijn dan ondersteld werd
terwijl in de eerste helft van deze maand
door geringe ontvangsten de achterstand
zóó toegenomen is, dat het tekort op de
raming f 275.000 overschreden heeft.
Als dus inderdaad bij de vrienden der
Zending het verlangen aanwezig is om er
toe mede te werken, dat het voor dit
jaar benoodigde bijeenkomt en de samen
werkende Corporaties dit jaar zonder te
kort zullen sluiten, zal allerwege krach
tige hulp geboden moeten worden.
Een dringend beroep op veler wel
willendheid wordt daartoe dan ookl ge
daan. Alprn vange men aan met het voor
bereiden der Zendingsweek1.
BINNENLAND.
EEN PROEFVLUCHT MET DE FK33.
Bij de start breekt een wiel van het
toestel.
Een schitterende landing.
Gistermorgen had de directie van ~de
N.V. Nationale Vliegtuig—Industrie te
's-Gravenhage de persvertegenwoordi
gers uitgencodigd ter bezichtiging van
haar eerste drie-motorige vliegmachine
de F.K. 33, geregistreerd onder de Jet
ter sH- NADD.
1 Nadat enkele inlichtingen over de
nieuwe machine waren gegeven bood
de directie de pers aan een vlucht
met de nieuwe F.K. 33 te maken.
De cabine, die 10 personen kan be
vatten, was geheel gevuld. Het toestel
werd bestuurd door de piloten Aller
en Gijssendorfer, van de K.L.M. ter
wijl bovendien in de machinekamers de
waarnemers hadden plaats genomen,
zocdat met een piccolo het toestel 14
menschen bevatte.
- Bij het vertrek brak een kabeltje
van staaldraad, tengevolge waarvan het
linkerwiel buiten werking werd gesteld.
Het toestel ging .gewoon de lucht in,
doch het groote gevaar was, dat "bij
de landing ernstige ongelukken zouden
kunnen gebeuren.
Door den heer Nieuwenhuis, comman
dant van het vliegveld Waalhaven, wer
den onmiddellijk alle noodige maatre
gelen genomen o.a. werd de Genees
kundige Dienst gewaarschuwd. Men
vreesde Het ergste. Door den chef van
den radiodienst,, den heer A. Strijkers,
werd onmiddellijk geprobeerd verbin
ding te krijgen met de piloten. 0111 hun
te waarschuwen wat er bi] de start van
het toestel was voorgevallen.
Dit was echter, zooals later bleek,
niet noodig geweest, want onmiddellijk
had luitenant Aller bemerkt wat er was
gebeurd. Gijssendorfer had liet toestel'
verder bestuurd terwijl Aller in de ca
bine de passagiers was gaan waarschu
wen. Zij behoefden zich echter niet on
gerust te maken. Men wist hoe de zaak
er voor stond en zou er rekening mede
houden.
Na ongeveer 10 minuten de lucht in
te zijn geweest, zoodat op het vliegter
rein alle voorzorgsmaatregelen konden
genomen konden worden, kwam de
nieuwe FK 33 op schitterende wijze
heel langzaam neer. Geruimen tijd wist
de bestuurder de zeer zware machine,
die vol' belast 5500 K.G. weegt, op het
rechter wiel te laten rijden. Daarna
helde de machine naar links over, draai
de even rond en stond.
Niemand van de inzittenden kreeg
ook maar eenig letsel.
Wat de heer Gyssendorfer verricht
had was een zeldzaam staaltje van vlieg
tuigkunst, Een gejuich ging op, toen
men bemerkte, dat er geen ongelukken
waren gebeurd. Bij onderzoek bleek,
dat zelfs de machine heel weinig scha
de had bekomen.
HOOFDSTUK XXVII.
Een gewichtige avond.
Claire en Alice hadden een korte be
spreking gehouden, over de vraag wat
Alice zou aantrekken. Wat haarzelf
betrof, zoo vond zij, dat zij op dezen
dag niets anders kon dragen dan zwart
He^ witte morgenkleed had dezen och
tend gepast bij de zingende vogels, de
geurige bloemen en den liefelijken Mei
morgen, maar nu het avond was en
het uur was aangebroken, waarop zes
jaar geleden haar man was gestorven,
vond zij, dat zij niets anders kon dra
gen dan een zwart kleed der rouw.
Claire lachte vroolijk.
„Je hebt geen juweelen, Alice, maar
'tis waar ook, je hebt ze ook eigenlijk
niet noodig. Van nature heb je oogen
die schitteren als edelsteenen en een
rij tanden als witte parels. Misschien
zal je nog wel eens diamanten dragen,
maar nooit zul je er bekoorlijker uit
zien 'dan nu. Neem me niet kwalijk,
dat ik je dit ronduit zeg. maar je weet,
ik zeg graag alles tegen je wat ik denk
En je kunt er tegen, dat weet ik
Alice glimlachte.
„Het doet me altijd genoegen, als ik
er naar je zin uitzie. Wie zou het niet
prettig vinden om in den smaak te val
len 'bij een aardig jong meisje?"
Ze dacht er aan hoe anderen haar
Prins Hendrik.
Het ligt in het voornemen van den
Prins om Woensdag 7 October tegen
woordig te zijn bij de viering van het
50-jarig bestaan van de Prins Hen
drikstichting te Egmond.
Baren Witiert van Hoogland.
De „Resb." geeft thans toe dat de
geruchjen als zou de heer Wittert 'n
diplomatieke loopbaan aanvaarden,
inderdaad niet juist zijn.
De functie, welke de heer Wittert na
zijn terugkeer uit Amerika zeer waar
schijnlijk zal aanvaarden, is ons, aldus
het blad, in vertrouwen medegedeeld;
wel mogen we berichten dat daarvoor
een vertrek uit onze gemeente noodig
is, zoodat de heer Wittert als raads
lid moet bedanken. Het lidmaatschap
van de Eerste Kamer blijft bij echter
vervullen.
D)3 Burgemeester van Woerden.
Naar het „U.D." verneemt, heeft de
heer H. G. van Kempen, burgemeester
der gemeente Woerden, bedankt als
lid van de antirevol. partij, terwijl hij
tevens den kerkeraad der Ned. Herv.
Kerk bericht hééft gezonden, waarbij
hij zijn lidmaatschap dezer kerk op
zegt. Het blad kan mededeelen, dat
een en ander verband houdt met het
feit, dat de heer Van Kempen tot den
R. Kath. godsdienst is overgegaan,
waarvan hij Zatebclag in een raads
zitting met gesloten deuren kennis ge
geven heeft.
Herdenking Johan de Wit.
Zooals reeds eerder werd gemeld
heeft Donderdag te Dordrecht een Jo
han de Witt herdenking plaats.
Te drie uur werden de genoodigden
o.w. de minister van Onderwijs, K. en
W. ten stadhuize ontvangen Daarna
zal in den gevel van pand 19 in de
Groote Kerksbuurt, de plaats waar het
geboortehuis van de Witt stond, een
gedenksteen worden onthuld. Vervol
gens wordt een krans gelegd bij het
standbeeld der De Witten, terwijl des
avonds een herdénking6samenkomst»
wordt gehouden, waar o.m. het woord
zal worden gevoerd door prof. Kern
kamp over Johan de Witt als Staats
man en door dr. Japikse over de Witt
als mensch.
Ra dionachtvorstberichten.
Aan belanghebbenden wordt mede
gedeeld, dat. tot nadere aankondiging
nachtvorstverwachtingen te hunner
kennis worden gebracht door middel
van draadlooze berichten, welke te
3.45 n.m. en te 8.45 n.m. (na het eindi
gen van den zomertijd te 7.45 n.m.)
door het Koninklijk Nederlandsch Me
teorologisch Instituut te de Bilt radio-
telefonisch worden geseind, en te 4
uur n.m. en pl.m. 8.46 n.m. (na het
eindigen van den zomertijd te 8 uur
na het gewone weerbericht) radiote-
legrafisch zullen worden herhaald door
het militaire station Vossegat.
Deze berichten worden door het sta
tion de Bilt uitgezonden op 1100 M.
en door het station Vossegat op dezelf
de golflengte van de weersverwach
ting (plm. 1000 M.)
UIT ONZE INDIEN.
De malaria te Soerabaja.
De correspondent van de Loc. te
Soerabaja schrijft:
Blijkens het juiht verschenen kwar
taalverslag (April. Mei en Juni) van
den Plaatselijken Gezondheidsdienst
is er in genoemd tijdvak weer een
uitgebreid onderzoek in gesteld naar
den maiaria-toestarnd-in-onze stad.
Van een aantal kampongs in het N.-
Oostelijk gedeelte van Soerabaja voor
al werd de toestand opgenomen. In
totaal werden achttien groote kam
pongs bezocht. De hoogste milt-indi-
ces werden daarbij gevonden in het
meest Noordelijke deel ten Oosten van
hadden bewonderd en vereerd en welk
een ontzettende gevolgen dit voor haar
had gehad. En de ongekunstelde ver
wondering van dit eerlijke kind, dat
zich zoo aan haar had gehecht, kwet
ste haar niet, maar verkwikte haar
veeleer.
„Ik ben blij, dat je deze zwarte kan
ten ja\on aantrekt" begon Claire weer
vroolijk, „en mag ik je daarbij dan 'n
corsage van witte lelies geven? Ik heb
al tegen mijn kamenier Finette gezegd
dat ze die moet klaar maken. Ze zal de
bloemen wel dadelijk brengen en je
dan verder helpen aankleeden. Ik ben
benieuwd hoe Lord Arden je zal vin
den. Over mij was hij niet verrukt, dat
zag ik dadelijk. Hij wds natuurlijk blij
me te zien en deed heel vriendelijk
tegen mij, zoo iets als of hij mijn eigen
broer was. Maar het was gemakkelijk
op te merken, dat hij mij een doodge
wone verschijning vond. Hij heeft
vriendelijke maar trotsche oogen en ik
wou zoo graag, dat ik daar eens een
uitdrukking van verrassing in kon
brengen. Daarom hen ik benieuwd, hoe
hij zal kijken als je binnenkomt, In
die zwarte kanten japon met de witte
lelies. Beloof me, dat Finette haar best
mag doen."
Het jonge, meisjesachtige gelaat, dat
naar haar was opgeheven, had een
AAN HET ZOEKLICHT.
Leiden, 23 September 1925
Welk een verschrikkelijke macht is
toch de zonde.
De vorige week stond te Amsterdam
terecht een man die in koelen bloede
eerst zijn vrouw en een dag later zijn
beide kinderen had vermoord.
En nu weer worden de bladen ge
vuld met verslagen van het verhoor
van den Am sterdam scben aannemer,
die 10 jaar geleden een collega ver
moordde en daarna het lijk beroofde.
Het op sensatie beluste publiek
smult.
Uren lang staat men in de rij om
toch maar een kans te hebben de te
rechtzitting bij te wonen en de grie
zelige bijzonderheden aan te hooren.
Dat is nog eens „genieten."
Overigens ziet men natuurlijk uit
de hoogte op zooveel slechtheid neer.
Maar wie denkt er aan' dat hoog
ernstige woord, dat wie zijn broeder
haat reeds een doodslager is en wie
geeft er zich rekenschap van dat de
kiem vjyi den doodslag in ons aller
hart aanwezig is?
Waarlijk, wie meent te staan, zie
toe, dat hij niet valle. A
OBSERVATOR.
het Marine-etablissement( waar nog
vele moerassen en vijvers liggen. In
zeven kampongs bedraagt de milt
index niet minder dan 60 tot 80 pct.#
terwijl in de meer Zuidelijk gelegen
kampongs een percentage van 25 tot
40 werd geconstateerd.
Bij het in 1921-1922 gehouden onder
zoek der bevolking van de hier be
doelde kampongs zijn voor de Noor
delijk gelegen kampongs ongeveer
even hooge miltindices opgeteekend.
Het percentage groote milten is se
dert het onderzoek in 1922 evenwel
toegenomen. Zoo bedroeg het percen
tage groote milten in 1922 onder de
kinderen van Dintipoerwo 23 pet; bij
het dit jaar gehouden onderzoek 52
pet. Voor een andere kampong zijn
de cijfers respectievelijk 37 pet. en 42
pet. De infectie-index was bij het nu
gehouden onderzoek echter belangrijk
lager dan in 19211922, toen in de in
Noord-Oost Soerabaja gelegen kam
pongs een acute opflikkering van de
malaria voorkwam. De tertiana-infec-
tie was overwegend. De in de huizen
gevangen anophelinen waren overwe
gend M. ludlowi, ook de in de plassen
en goten gevangen larven waren groo-
tendeels die van ludlowi. Een zeer be
langrijke ludlowibroedplaats bleek te
bestaan op het S.S-terrein bij het sta
tion Kalimas. In een van dft station
in Noordelijke richting verloopende,
slecht functionneerende goot met zeer
gering verval werden doorloopend lud-
lowi-larven gevangen. Naar aanleiding
hiervan werd last gegeven de goot ge
regeld te petroliseeren. Kort nadat
hiermede een begin was gemaakt,
werden er in deze goot geen ludlowi-
larven meer gevonden.
Intusschen gaat men voort met de
verbetering van den waterafvoer op
het uitgestrekte haventerrein. Daar
heeft nu geregeld eens per week de
schoonimaak der goten plaats.
In verband met de vrij hooge sterf
te in het onderdistrict Krambangan
(het beruchte), waar vooral de kinder
sterfte nogal hoog is, werd een on
derzoek ingesteld naar den gezond
heidstoestand der kinderen ingesteld.
In sommige kampongs waren milt- en
infectie-index hoog, n.l. respectievelijk
72 en 28 procent, 66 en 37, 58 3 en 58 3,
60 en 12>. 50 en 16.6 procent enz.
Van de overige gevonden afwijkin
gen gedurende dit onderzoek is nog
vermeldenswaard het hooge trachoom
cijfer onder deze kinderen. Van de
957 onderzochte kinderen hadden 458
of 48 procent trachoom!
zoo lieve, smeekende uitdrukking, dat
Alica, hoe weinig zij zich ook overgaf
aan liefkoozingen, haar kuste en zei:
„Ik zal beneden komen, precies uit-
gedost, zooals jij wilt, want ik wil
graag alles doen, om jou te plezieren,
Claire"
Toen zij klaar was toen het een- 1
voudige, maar elegante toilet af was,
Voelde Alice zich half beschaamd en
half bang om haar eigen schoonheid*
Het was zoovele jaren geleden, se
dert zij in eenig gezelschap was ver
schenen. En nu zij op het punt stond
weer den drempel der salons te over
schrijden, voelde zij een vreemde be
klemming. Zij was niet meer het jon
ge, onbevangen kind, dat gespeeld had
op zonnige heuvelen, onbewust van
haar eigen schoonheid. Zij had een
zware, diepe levensweg moeten bewan
delen, die haar ziel had gelouterd en
haar de ijdelheid en het gevaar had
doen beseffen van alle uiterlijke
schoonheid. Zij wist, dat zij een vrouw
was van buitengewone bekoorlijkhe
den. maar was juist niet dit de oor
zaak geweest van al de ellende, die zij
had geleden? Indien zij minder mooi
was geweest, dan zou niet baron Blair
haar met alle macht hebben gedwon
gen met hem te trouwen.
[Wordt vervolgd).