NIEUWE LEIDSCHF COURANT VAN WOENSDAG 23 SEPTEMBER 1925 TWEEDE BLAD. WAT DE BLADEN ZESOEN. Landbouwbelangen. Over den landbouw wordt in de Troonrede gezwegen. Toch. kan daaruit niet worden afge- Jid. dat in de komende regeeringspe- riode hervormingen achterwege zou den blijven. Op ingrijpende maatregelen mag ge hoopt worden. Al zal de herziening van de pacht- regeling veel minder radicaal kunnen wezen dan door onderscheidenen wordt verwacht, moet toch op wegne ming van de ernstigste misbruiken \vorden aangestuurd. Dan is uitbreiding van den Neder- landschen cultuurbodem een program punt van, de eerste orde. En eindelijk eischt de regeling van het landbouwonderwijs herziening, waarbij met name de rechtszekerheid en ontplooiing van het bijzonder land bouwonderwijs op den voorgrond, 'staan. Wij twijfelen niet of in de jaren die komen zal de nieuwe bewindsman aan 'dit drietal punten volle aandacht. schenken. KERK EN SCHOOL. Wijlen Ds. C. B. Oorthuys. Dr. van Gheel Gilclemeester vervolgt •in de ,,'Gravenh. Kerkbode" zijn mede- deelingen over wijlen Ds. Oorthuys. In- i 886 vertrok Ds. Oorthuys naar Katwijk aan Zee, zijn geboorteplaats. Baar kreeg hij het wat minder druk, wat minder aangrijpend werk en meer zeelucht In Katwijk kwamen zij niet aan als vreemden. „Als kinderen die thuis ko men" betrokken zij de. pastorie. Ds. A. Voorhoeve, sinds jaren een .vriend, bewoonde d? andere pastori3 en bevestigde zijn collega den 3den Oc- tober i88<?. 6 Oorthuys roemt het leven en den ar beid in Katwijk zeer; dat deed Voor hoeve ook; en "Oorthuys prijst het met ;name in de Katwijksche gemeente, dat zij nooit voorliefde deed blijken voor een der dominé's; zij stelde hartelijk vertrouwen in beiden en liet in de kerk geen plaats onbezet. Oorthuys achtte de geestelijke erva- .ringen altijd als onmiddellijk van God 'komendh. Zoo verhaalt hrj van een aanslag op zijn leven door een armen krankzinni gen visscher. Hij was evenwel vooruit door den Heere gewaarschuwd"; hij had namelijk een sterken lichtglans op den .wand der huiskamer gezien, en uit dat licht kwamen als met hemelsche muziek de woorden tot hem: „Dat dan geen donker oogenblik 't Kleinmoedig hart vervul van schrik; Geen onheil u, doe beven". Hij begreep niet, wat dat beteekenen mocht; maar was op zijn hoede. Dinsdagmorgen elf uur had O. in ihet gasthuis die samenkomst met de oude lieden geleid; daar zag .hij een groep fnenschen op tïe straat, die verschrikten !tóen ze hem bemerkten en zeiden „berg uw leven, dominé, het is om u te aoen". In vliegende vaart kwam daar een ■echte dolleman op hem aan, een groot mes in de hoogte houdend. Op dat zelfde jccgenblik klonk het weder bii hem, •„dat geen donker oogenblik 't klein moedig hart vervuil' "van schrik" enz. Toen begreep hij wat er gaande was en ging kalm een huis binnen, de deur achter zich dichtgrendelende. De» aan valler bonsde hevig tegen het raam; maar Oorthuys ging de achterdeur uit en liep snel naar de pastorie. Daar bevond hij dat de ongelukkige man de ruiten had ingegooid om den dominé buiten te krijgen; „doch de Heere had zich over oiis ontfermd". Omtrent het later verblijf te 's-Gra- 'venhage schrijft Ds. van Gh. G. dan o.m. Het volgende: Er komt op een jongsten dominé in een groote stad heel wat aan. O. was inatuurlijk scriba van den Kerkeraad en dominé van het Weeshuis. En dan de groote, ja eigenlijk verschrikkelijk groo te wijk. In het gebed hierover besloot hij zijne werkwijze te veranderen; niet meer huis aan huis, maar op een aan wijzing te wachten waar hij wezen moest Hij had dit biddend overlegd en het bleek hem, spoedig de beste methode, want zoo ervoer hij, dat hij juist daar kwam, waar de Heere hem hebben wil de''. Oorthuys vertelt daarvan treffende voorbeelden. Zoo was hij eens bij een zieke geroepen, en daar het nummer niet duidelijk opgegeven \vas? zocht hij wat rond. Daar wordt plotseling heftig gebonsd op de ruiten. 0. gaat binnen en treft een man aan, kennelijk onder invloed van den sterken, drank. De man sprak hem nogal onvriendelijk aan. Of cok ik zou voorbijgaan zooals de do- «miné's meestal deden. 0. antwoordje: stellig niet, vriend, ik kom graag bii >e binnen. Ja, zegt de man, dat is goed en wel', maar geen wissewasjes; je moet met mij over hemelsche dingen spreken. Hcor eens, zegt 0.; en hij zei het altijd met zco'n lieve zachte stem: hoor eens, U weet wel, dat U meier op hebt dan goed voor U is. Met Kalf beschon- kenen kan ik geen érnstige zaken be spreken. 'Op welken dag be*it U 's mor gens thuis? Zorg 'dan gyen drank te hebben gedronken en laat Uw vrouw ook thuis zijn. Zoo kunnen wq eens eens rustig sanfen spreken. 't Wordt vastgesteld op Donderdag; de man beloofde 'in dien tijd drank noch bier te 'drinken. „Afgesproken" zegt 0.; wijs mij nu het huis, waar ik een zieke moet be zoeken. De man wist het en hielp hem spoedig terecht. Donderdag kwam. De man stond den Idominé al op te wachten. „Ik zie dat U een man van je woord bent; dat ben ik ook, zie maar, ik heb al' dien tijd igeen spatje gebruikt; endit 'is mijn vrouw. We hebben vijf kinderen. Ik Heb vreeselijk gedronken, dominé; mijne vrouw en kinderen zien er arm uit door mijn schuld. Maar 'tzal anders worden. Uw woorden hebben mij goed gedaan; ik zal niet meer drinken, God is mijn getuige". „Toen spraken we samen en we kon den ook samen bidden. W. en zijn vrouw 'zijn andere menschen geworden". Ze juichten er over: „ik heb nooit geweten dat Ve zoo gelukkig konden worden als we nu zijn. 'tls alles veranderd in ons gezin". "W. dat verblijdt mij hartelijk; doch dat is nog niet genoeg. „Dominé, ik heb dit .alles verstaan, we moeten gered, we moeten bekeerd worden. Ach, wjjs ons den weg". Nu, zoo gebeurde het ook en weder baden we samen. Ja, zeide W. nu nóg esn verzoek, dominé. Ik heb een zwager B. met vrouw en kinderen. Ze hebben buiten God geleefd even als wij. Ga daar ook eens neen en wijs liem op hetgeen noo- dig is. „Dat deed -ik terstond, en 'tis hun gegaan als d$ familie W. en B. wees mi] op zijn ouden vader en moe der, die ook zoo verdwaald waren. Ik bezocht lien. God heeft ook hen heer lijk terecht gebracht. Deze drie farailiën hadden vrienden hier en daar. Ze gingen mee den goeden weg op. W. en B. leven nog; 't is of ik hen altijd moet tegenkomen als ik eens in den Haag kom. Zij zijn een sieraad der gemeente en een eere van Christus. Ook hun "kinderen zijn den goeden weg opgegaian, tot roeai van Gods genade". Oorthuys noemt alleen dit cene voor beeld als vrucht van de werkwijze die de Heere hem had aangewezen. „Als wij ons door den Heere oen weg laten wijzen, gaat het op een vast doel aan en God wordt in de uitkomst verheer lijkt". Het was wel een riike zegen die er cp dit stille herderlijke werk rustte. En nog eens: Oorthuvs kon daar zon der de minste zelfverheffing van spre ken. Men voelde bij hem aan dat het bij hem was: „niet ik, maar de genade Gods, die met mij is. De nood der Zending. De besturen der samenwerkende Zen- dingscorpovaties, die, zooals medegedeeld werd, andermaal een Zendingsweek' (i 8 November} organiseeren, zien zich in hunne verwachtingen, wat betreft de in- FEUILLETON. Het geheim van Colde Feil. 49) „Ik zal het je wel komen zeggen en als mama teleurgesteld schijnt, zal ik het je komen zeggen. „Ik zou het niet kunnen dragen" zei Alice bij zichzelf. „Ieder uur van het diner zou de vneeselijkste herinnerin gen bij mij opwekken. Om zeven uur begon toen ons diner op Colde Feil en hij stierf even over negenen. Hoe zou ik kunnen praten, lachen en zingen op dezen avond?" De dag ging echter voorbij als alle anidere dagen; de zon scheen, de vo gels zongen, de bloemen bloeiden, al les ging zooals gewoonlijk in 't groote, deftige huis. Alice hielp Claire om zich te kleeden. Zij hoorde de gasten ko men en ging toen naar haar kamer, om daar, naar zij hoopte den avond in stille eenzaamheid door te brengen. Zij hoorde de klok zes uur slaan. Op dat uur was zij zes jaar geleden naar haar kamer gegaan om zich te klee den. Zij herinnerde zich nog wat zij had gedragen en welke bloemen zij had opgestoken. De klok sloeg zeven. Zes jaar gele- der* had^men zich op dat uur aan tafel gezet voor het diner, dat zoo tragisch eindigde. De klok sloeg acht. Op dien tijd wa ren zij naar de salon gegaan, waar de koffie was rondgediend. Zij beefde over al haar leden. O, kon zij maar vergeten Maar elk uur bracht nieuwe herinneringen, ze doorleefde nog eens elk oogenblik van dien avond', in al z'n afschuwelijke bijzonderheden. De 'deur ging open en Claire kwam binnen Claire, die wat bleeker zag dan gewoonlijk en die met groote, ern stige oogen voor zich uit keek. „Hij is er, Alice!" riep zij uit. „Hij is al om zes uur gekomen en weet je, het is zoo vreemd maar hij lijkt precies op den Sint Sebastiaan vanJiet schil derij lang, donker en statig, met het gezicht van een Spaanschen koning." „En je vindt hem heel aardig!" zei Alice, met een poging om te glimla chen en het verleden af te schudden. „Om je de waarheid te zeggen" zei zij, „ben ik een beetje bang voor hem. Hij is grooter dan papai. en heeft een breede borst en breede schouders en het gelaat van een koning. Alice, ma ma heeft mij naar je toe gestuurd, om je als een bijzondere gunst te vragen, of je beneden wilt komen." En Alice Kent kon niéts anders dan toegeven. Zij ging, volkomen onbewust van wat haar wachtte. komsten van den laatsten tijd wat te leurgesteld. Toen in- Augustus het eerste deel der actie voor de Zendingsweek werd voor bereid en de uitkomst van de boven ver wachting goede maand Juli bekend was, is gehoopt en ondersteld, dat de financi- eele zorgen dit jaar niet zop zwaar zou den drukken als andere jaren. Nu inmiddels de juiste cijfers van de in komsten over Augustus vast kwamen te staan en de eerste helft van de maand September een beeld geeft van hetgeen werkelijk te verwachten is, blijkt dat het totaal der ontvangsten van de laatste we ken zoover beneden de verwachting en het benoodigde is, dat de achterstand met een groot bedrag toegenomen is. Het op i September geschatte tekort blijkt hooger te zijn dan ondersteld werd terwijl in de eerste helft van deze maand door geringe ontvangsten de achterstand zóó toegenomen is, dat het tekort op de raming f 275.000 overschreden heeft. Als dus inderdaad bij de vrienden der Zending het verlangen aanwezig is om er toe mede te werken, dat het voor dit jaar benoodigde bijeenkomt en de samen werkende Corporaties dit jaar zonder te kort zullen sluiten, zal allerwege krach tige hulp geboden moeten worden. Een dringend beroep op veler wel willendheid wordt daartoe dan ookl ge daan. Alprn vange men aan met het voor bereiden der Zendingsweek1. BINNENLAND. EEN PROEFVLUCHT MET DE FK33. Bij de start breekt een wiel van het toestel. Een schitterende landing. Gistermorgen had de directie van ~de N.V. Nationale Vliegtuig—Industrie te 's-Gravenhage de persvertegenwoordi gers uitgencodigd ter bezichtiging van haar eerste drie-motorige vliegmachine de F.K. 33, geregistreerd onder de Jet ter sH- NADD. 1 Nadat enkele inlichtingen over de nieuwe machine waren gegeven bood de directie de pers aan een vlucht met de nieuwe F.K. 33 te maken. De cabine, die 10 personen kan be vatten, was geheel gevuld. Het toestel werd bestuurd door de piloten Aller en Gijssendorfer, van de K.L.M. ter wijl bovendien in de machinekamers de waarnemers hadden plaats genomen, zocdat met een piccolo het toestel 14 menschen bevatte. - Bij het vertrek brak een kabeltje van staaldraad, tengevolge waarvan het linkerwiel buiten werking werd gesteld. Het toestel ging .gewoon de lucht in, doch het groote gevaar was, dat "bij de landing ernstige ongelukken zouden kunnen gebeuren. Door den heer Nieuwenhuis, comman dant van het vliegveld Waalhaven, wer den onmiddellijk alle noodige maatre gelen genomen o.a. werd de Genees kundige Dienst gewaarschuwd. Men vreesde Het ergste. Door den chef van den radiodienst,, den heer A. Strijkers, werd onmiddellijk geprobeerd verbin ding te krijgen met de piloten. 0111 hun te waarschuwen wat er bi] de start van het toestel was voorgevallen. Dit was echter, zooals later bleek, niet noodig geweest, want onmiddellijk had luitenant Aller bemerkt wat er was gebeurd. Gijssendorfer had liet toestel' verder bestuurd terwijl Aller in de ca bine de passagiers was gaan waarschu wen. Zij behoefden zich echter niet on gerust te maken. Men wist hoe de zaak er voor stond en zou er rekening mede houden. Na ongeveer 10 minuten de lucht in te zijn geweest, zoodat op het vliegter rein alle voorzorgsmaatregelen konden genomen konden worden, kwam de nieuwe FK 33 op schitterende wijze heel langzaam neer. Geruimen tijd wist de bestuurder de zeer zware machine, die vol' belast 5500 K.G. weegt, op het rechter wiel te laten rijden. Daarna helde de machine naar links over, draai de even rond en stond. Niemand van de inzittenden kreeg ook maar eenig letsel. Wat de heer Gyssendorfer verricht had was een zeldzaam staaltje van vlieg tuigkunst, Een gejuich ging op, toen men bemerkte, dat er geen ongelukken waren gebeurd. Bij onderzoek bleek, dat zelfs de machine heel weinig scha de had bekomen. HOOFDSTUK XXVII. Een gewichtige avond. Claire en Alice hadden een korte be spreking gehouden, over de vraag wat Alice zou aantrekken. Wat haarzelf betrof, zoo vond zij, dat zij op dezen dag niets anders kon dragen dan zwart He^ witte morgenkleed had dezen och tend gepast bij de zingende vogels, de geurige bloemen en den liefelijken Mei morgen, maar nu het avond was en het uur was aangebroken, waarop zes jaar geleden haar man was gestorven, vond zij, dat zij niets anders kon dra gen dan een zwart kleed der rouw. Claire lachte vroolijk. „Je hebt geen juweelen, Alice, maar 'tis waar ook, je hebt ze ook eigenlijk niet noodig. Van nature heb je oogen die schitteren als edelsteenen en een rij tanden als witte parels. Misschien zal je nog wel eens diamanten dragen, maar nooit zul je er bekoorlijker uit zien 'dan nu. Neem me niet kwalijk, dat ik je dit ronduit zeg. maar je weet, ik zeg graag alles tegen je wat ik denk En je kunt er tegen, dat weet ik Alice glimlachte. „Het doet me altijd genoegen, als ik er naar je zin uitzie. Wie zou het niet prettig vinden om in den smaak te val len 'bij een aardig jong meisje?" Ze dacht er aan hoe anderen haar Prins Hendrik. Het ligt in het voornemen van den Prins om Woensdag 7 October tegen woordig te zijn bij de viering van het 50-jarig bestaan van de Prins Hen drikstichting te Egmond. Baren Witiert van Hoogland. De „Resb." geeft thans toe dat de geruchjen als zou de heer Wittert 'n diplomatieke loopbaan aanvaarden, inderdaad niet juist zijn. De functie, welke de heer Wittert na zijn terugkeer uit Amerika zeer waar schijnlijk zal aanvaarden, is ons, aldus het blad, in vertrouwen medegedeeld; wel mogen we berichten dat daarvoor een vertrek uit onze gemeente noodig is, zoodat de heer Wittert als raads lid moet bedanken. Het lidmaatschap van de Eerste Kamer blijft bij echter vervullen. D)3 Burgemeester van Woerden. Naar het „U.D." verneemt, heeft de heer H. G. van Kempen, burgemeester der gemeente Woerden, bedankt als lid van de antirevol. partij, terwijl hij tevens den kerkeraad der Ned. Herv. Kerk bericht hééft gezonden, waarbij hij zijn lidmaatschap dezer kerk op zegt. Het blad kan mededeelen, dat een en ander verband houdt met het feit, dat de heer Van Kempen tot den R. Kath. godsdienst is overgegaan, waarvan hij Zatebclag in een raads zitting met gesloten deuren kennis ge geven heeft. Herdenking Johan de Wit. Zooals reeds eerder werd gemeld heeft Donderdag te Dordrecht een Jo han de Witt herdenking plaats. Te drie uur werden de genoodigden o.w. de minister van Onderwijs, K. en W. ten stadhuize ontvangen Daarna zal in den gevel van pand 19 in de Groote Kerksbuurt, de plaats waar het geboortehuis van de Witt stond, een gedenksteen worden onthuld. Vervol gens wordt een krans gelegd bij het standbeeld der De Witten, terwijl des avonds een herdénking6samenkomst» wordt gehouden, waar o.m. het woord zal worden gevoerd door prof. Kern kamp over Johan de Witt als Staats man en door dr. Japikse over de Witt als mensch. Ra dionachtvorstberichten. Aan belanghebbenden wordt mede gedeeld, dat. tot nadere aankondiging nachtvorstverwachtingen te hunner kennis worden gebracht door middel van draadlooze berichten, welke te 3.45 n.m. en te 8.45 n.m. (na het eindi gen van den zomertijd te 7.45 n.m.) door het Koninklijk Nederlandsch Me teorologisch Instituut te de Bilt radio- telefonisch worden geseind, en te 4 uur n.m. en pl.m. 8.46 n.m. (na het eindigen van den zomertijd te 8 uur na het gewone weerbericht) radiote- legrafisch zullen worden herhaald door het militaire station Vossegat. Deze berichten worden door het sta tion de Bilt uitgezonden op 1100 M. en door het station Vossegat op dezelf de golflengte van de weersverwach ting (plm. 1000 M.) UIT ONZE INDIEN. De malaria te Soerabaja. De correspondent van de Loc. te Soerabaja schrijft: Blijkens het juiht verschenen kwar taalverslag (April. Mei en Juni) van den Plaatselijken Gezondheidsdienst is er in genoemd tijdvak weer een uitgebreid onderzoek in gesteld naar den maiaria-toestarnd-in-onze stad. Van een aantal kampongs in het N.- Oostelijk gedeelte van Soerabaja voor al werd de toestand opgenomen. In totaal werden achttien groote kam pongs bezocht. De hoogste milt-indi- ces werden daarbij gevonden in het meest Noordelijke deel ten Oosten van hadden bewonderd en vereerd en welk een ontzettende gevolgen dit voor haar had gehad. En de ongekunstelde ver wondering van dit eerlijke kind, dat zich zoo aan haar had gehecht, kwet ste haar niet, maar verkwikte haar veeleer. „Ik ben blij, dat je deze zwarte kan ten ja\on aantrekt" begon Claire weer vroolijk, „en mag ik je daarbij dan 'n corsage van witte lelies geven? Ik heb al tegen mijn kamenier Finette gezegd dat ze die moet klaar maken. Ze zal de bloemen wel dadelijk brengen en je dan verder helpen aankleeden. Ik ben benieuwd hoe Lord Arden je zal vin den. Over mij was hij niet verrukt, dat zag ik dadelijk. Hij wds natuurlijk blij me te zien en deed heel vriendelijk tegen mij, zoo iets als of hij mijn eigen broer was. Maar het was gemakkelijk op te merken, dat hij mij een doodge wone verschijning vond. Hij heeft vriendelijke maar trotsche oogen en ik wou zoo graag, dat ik daar eens een uitdrukking van verrassing in kon brengen. Daarom hen ik benieuwd, hoe hij zal kijken als je binnenkomt, In die zwarte kanten japon met de witte lelies. Beloof me, dat Finette haar best mag doen." Het jonge, meisjesachtige gelaat, dat naar haar was opgeheven, had een AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 23 September 1925 Welk een verschrikkelijke macht is toch de zonde. De vorige week stond te Amsterdam terecht een man die in koelen bloede eerst zijn vrouw en een dag later zijn beide kinderen had vermoord. En nu weer worden de bladen ge vuld met verslagen van het verhoor van den Am sterdam scben aannemer, die 10 jaar geleden een collega ver moordde en daarna het lijk beroofde. Het op sensatie beluste publiek smult. Uren lang staat men in de rij om toch maar een kans te hebben de te rechtzitting bij te wonen en de grie zelige bijzonderheden aan te hooren. Dat is nog eens „genieten." Overigens ziet men natuurlijk uit de hoogte op zooveel slechtheid neer. Maar wie denkt er aan' dat hoog ernstige woord, dat wie zijn broeder haat reeds een doodslager is en wie geeft er zich rekenschap van dat de kiem vjyi den doodslag in ons aller hart aanwezig is? Waarlijk, wie meent te staan, zie toe, dat hij niet valle. A OBSERVATOR. het Marine-etablissement( waar nog vele moerassen en vijvers liggen. In zeven kampongs bedraagt de milt index niet minder dan 60 tot 80 pct.# terwijl in de meer Zuidelijk gelegen kampongs een percentage van 25 tot 40 werd geconstateerd. Bij het in 1921-1922 gehouden onder zoek der bevolking van de hier be doelde kampongs zijn voor de Noor delijk gelegen kampongs ongeveer even hooge miltindices opgeteekend. Het percentage groote milten is se dert het onderzoek in 1922 evenwel toegenomen. Zoo bedroeg het percen tage groote milten in 1922 onder de kinderen van Dintipoerwo 23 pet; bij het dit jaar gehouden onderzoek 52 pet. Voor een andere kampong zijn de cijfers respectievelijk 37 pet. en 42 pet. De infectie-index was bij het nu gehouden onderzoek echter belangrijk lager dan in 19211922, toen in de in Noord-Oost Soerabaja gelegen kam pongs een acute opflikkering van de malaria voorkwam. De tertiana-infec- tie was overwegend. De in de huizen gevangen anophelinen waren overwe gend M. ludlowi, ook de in de plassen en goten gevangen larven waren groo- tendeels die van ludlowi. Een zeer be langrijke ludlowibroedplaats bleek te bestaan op het S.S-terrein bij het sta tion Kalimas. In een van dft station in Noordelijke richting verloopende, slecht functionneerende goot met zeer gering verval werden doorloopend lud- lowi-larven gevangen. Naar aanleiding hiervan werd last gegeven de goot ge regeld te petroliseeren. Kort nadat hiermede een begin was gemaakt, werden er in deze goot geen ludlowi- larven meer gevonden. Intusschen gaat men voort met de verbetering van den waterafvoer op het uitgestrekte haventerrein. Daar heeft nu geregeld eens per week de schoonimaak der goten plaats. In verband met de vrij hooge sterf te in het onderdistrict Krambangan (het beruchte), waar vooral de kinder sterfte nogal hoog is, werd een on derzoek ingesteld naar den gezond heidstoestand der kinderen ingesteld. In sommige kampongs waren milt- en infectie-index hoog, n.l. respectievelijk 72 en 28 procent, 66 en 37, 58 3 en 58 3, 60 en 12>. 50 en 16.6 procent enz. Van de overige gevonden afwijkin gen gedurende dit onderzoek is nog vermeldenswaard het hooge trachoom cijfer onder deze kinderen. Van de 957 onderzochte kinderen hadden 458 of 48 procent trachoom! zoo lieve, smeekende uitdrukking, dat Alica, hoe weinig zij zich ook overgaf aan liefkoozingen, haar kuste en zei: „Ik zal beneden komen, precies uit- gedost, zooals jij wilt, want ik wil graag alles doen, om jou te plezieren, Claire" Toen zij klaar was toen het een- 1 voudige, maar elegante toilet af was, Voelde Alice zich half beschaamd en half bang om haar eigen schoonheid* Het was zoovele jaren geleden, se dert zij in eenig gezelschap was ver schenen. En nu zij op het punt stond weer den drempel der salons te over schrijden, voelde zij een vreemde be klemming. Zij was niet meer het jon ge, onbevangen kind, dat gespeeld had op zonnige heuvelen, onbewust van haar eigen schoonheid. Zij had een zware, diepe levensweg moeten bewan delen, die haar ziel had gelouterd en haar de ijdelheid en het gevaar had doen beseffen van alle uiterlijke schoonheid. Zij wist, dat zij een vrouw was van buitengewone bekoorlijkhe den. maar was juist niet dit de oor zaak geweest van al de ellende, die zij had geleden? Indien zij minder mooi was geweest, dan zou niet baron Blair haar met alle macht hebben gedwon gen met hem te trouwen. [Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5