Hoestsiropen voor Kinderen Aan het einde der Week Met spanning werd de opening der Kamerzitting verwacht, maar de Troon rede was eigenlijk teleurstellend, als men. groote politieke veranderingen had verwacht. Maar de noodige toe lichting zal'wel bij 't groote politieke debat komen. En dan zal wel blijken of de „behoudenis is in de veelheid der raadslagen", want „als er geen wijze raadslagen zijn. vervalt 't volk." 't Begin der zittingen was niet zoo heel fraai, met obstructie in de Eerste Kamer, en weinig samenwerking onder de rechtsche groepen bij de verkiezing van een Voorzitter voor de Tweede Kamer. Maar Colijn zal met de heeren wol vaste afspraken gemaakt hebben over den te volgen weg. Trouwens, als Voorzitter zal Jhr. Ruys de Beerenbrouck beslist wel vol doen, al hadden de Chr. Historischen graag hun partijgenoot Dr. de Visser op die ,pi^ats gezien. Maar zij hebben toch ook een fractieleider noodig, nu Dr. Schokking minister geworden is, en op die plaats zal Dr. de Visser meer voor z'n land en partij kunnen doen, dan als Voorzitter der Kamer. Het groote, internationale parlement zooals velen den Volkenbond graag zien zouden, zette ook z'n beraadsla gingen voort. Een brandende vraag was hoe de houding van de verschillende landen zou zijn na de afwijzing, door Enge land van het „Protocol van Genève." Want zonder de medewerking van Engelnad heeft 't Protocol toch geen waarde, en er is niet de minste kans dat die medewerking verkregen wordt, want de Dominions zijn er vlak tegen, en zonder die, toch al zoo zelfstandige deelen van het Imperium wil geen En ge Ische regeering zich verbinden. De Nederlandsche afgevaardigde, Jhr. Loudon heeft een voorstel tot on middellijke voorbereiding der ontwape ningsconferentie ingediend, dat met groote instemming ontvangen is. Dit voorstel is opzichzelf al een critiek op de z.g. coördinatiecommissie, die reeds lang met de voorbereiding van een con ferentie bezig was. 't Nederlandsch voorstel wil dan ook een nieuwe commissie, <lie geheel an dere en vollediger instructies zal krij- gdh. .Zij zal een aantal subcommissies inbeten hebben voor chemische, indus trieels en economische vraagstukken, die met 't ontwapeningsprobleem sa menhangen. Dit voorstel is eigenlijk 't eenige po sitieve dat deze Assemblée heeft opge leverd, daar de andere voorstellen wei nig kans hebben. In Marokko is 'tnog steeds niet .tot een beslissing gekomen, en de berich ten komen vrij schaarsch binnen. \£oor al van de Spaansche landing op Alhu- cemas is weinig bekend, dus veel suc ces zullen ze niet behaald hebben, daar 't anders wel met veel ophef wereld kundig gemaakt zou zijn. En '-t zelfde is met den opstand in Syrië, terwijl er geruchten gaan, dat ook in Indo-Chine, een oproer gevreesd wordt. Zouden in Frankrijk de wijze raadslagen, waarvan de Spreukendich- ter spreekt niet afwezig geweest zijn? Uit het grijs verleden. HELDENVEREERING. Elke stad had in de Oudheid haar eigen g'den, die slechts aan haar toe behoorden. Dit waren gewoonlijk de stichter der stad en andere menschen. die haar een grooten dienst bewezen Leidsche Penkrassen. Amice, De parlementaire machine is in de afgeloopen week weer in werking ge steld en ik kan niet zeggen dat het een erg gelukkig begin is geweest. In de Tweede Kamer werd een fel le strijd gevoerd om het voorzitter schap die wel niet van zoo heel veel beteekenis is, maar die toch al weer wat kwaad bloed heeft gezet en er niet toe zal meewerken om de kracht van de rechterzijde te sterken. Door de „Nederlander" werd reeds, geinsinueerd dat we hier met een kun stig gewrochte samenwerking van R. Katholieken, Antirevolutionairen en Sociaal-Democraten te doen hebben. Deze insinuatie wordt m.i. door het verdere verloop der stemmingen wel voldoende weerlegd. Immers, zou 't dan dim Antirevolutionairen geen moeite hebben gekost hun candidaat ale tweeden voorzitter gekozen te krij gen, terwijl toch in werkelijkheid, ook door een kunstig gewrochte sa menwerking? de heer de Visser al dadelijk met een vrij groote meerder heid uit de bus kwam. Ik vind het jammer dat reeds op den dag van de opening der Kamer door bevriende partijen elkaar zulke v&lscbe beschuldigingen naar het hoofd worden geslingerd, maar nog meer te betreuren lijkt het mij, dat dit een gevolg was van het feit, dat men verzuimd had overleg te plegen. Dat lijkt me, bij een zoo belangrijke NIEUWE LETDSCHE hadden en die na hun dood weiden vergoddelijkt. Wie de stad een groote overwinning had bezorgd of haar een betere wet geving gegeven, in 't algemeen wie een sterken indruk had gemaakt op de volksfantasie, zoodat zijn naam bij zijn volksgenooten in herinnering bleef, werd later een god. een heros, wiens bescherming men inriep over de stad en voor wiens toorn men beducht was. Hun lichamen waren in de stad be graven, althans op haar grondgebied en volgens de opvattingen, die in die lang vervlogen eeuwen heerschten, ver liet de ziel het lichaam niet, zoodat de dooden dus bleven ter plaatse waar hun beenderen rustten. Zij waakten over de stad, ja men kon ze zelfs in zekeren zin als haar meesters en hoof den beschouwen. Zoo heet het b.v. in een orakel, door de Pythia tot Solon gericht: „Vereer met 'n cultus de hoof den aes lands, de dooden, die onder de aarde wonen." Een van de beschermers van Athene was Eurysthéus, die zelve geen Athe- ner was, maar uit 'Argos afkomstig. De treurspeldichter Euripides ver klaart ons in een zijner stukken den oorsprong van dezen cultus. Hij doet op het tooneel Eprystheus verschijnen wiens sterven nabij is, en hij laat hem tot de Atheners zeggen: „Begraaf mij in Attica (het landschap, waarin Athe ne lag); ik zal u gunstig gezind zijn en in den schoot der aarde zal ik voor uw land een beschermende gast zijn." Ook de bekende tragedie van Sopho cles, Oedipus te Colonae, berust op deze opvattingen en alleen wie haar in dit licht ziet, kan de beteekenis er van begrijpen. Creon en Theseus, dat wil zeggen Thebe en Athene, betwisten elkaar het lichaam van den man, die sterven gaat en een god zal worden. Dan ver klaart deze zelf (Oedipus) zich voor Athene; hij geeft zelve de plaats aan, waar hij wil begraven worden. „Als ik dood hen, zoo zegt hij zal ik geen nut- teiooze bewoner van deze streek zijn; ik zal u verdedigen tegen uwe vijan den; ik zal u een sterker beschutting zijn dan duizenden gewapende strij ders; mijn lichaam, slapend onder de aarde, zal het bloed der Thebaansche krijgers indrinken." Men toonde te Athene dan ook in later tijd het graf, waar de beenderen van Oedipus rustten en men hield dit in groote eere. De dooden, wie zij ook waren1, waak ten over het land, maar op één voor waarde, dat men hun een cultus aan bood. De bewoners van Megara, zoo ver haalt ons Pausanias, vroegen het ora kel te Delphi, op welke wijze hun stad gelukkig zou worden. De god antwoord de, dat dit geschieden zou» Indien zij er zorg voob droegen steeds met het grootst mogelijke aantal te beraadsla gen. De burgers begrepen, wat de god heid met deze raadselachtige woorden bedoelde; hier konden slechts de doo den gemeend zijn, die immers talrij ker in aantal zijn dan de levenden. Zij bouwden dan ook hun raadszaal op dezelfde plaats waar het graf hunner helden was. Het was een groot geluk voor een stad, dooden te bezitten, die zich de een of andere wijze tijdens bun le ven onderscheiden hadden. Ja, zelfs werd menigmaal list of be drog gebezigd om in het bezit te komen van kostbare relieken. Zoo verhaalt Herodotus ons, hoe de Spartanen zich op een minder eerlijke wijze van de beenderen van Orestes zaak, ten eenenmale onverklaarbaar Wij hebben nu weer 'n rechtsch Kabi net en de rechtsche partijen waarop het steunt, moeten m.i. dit nu toch wei geleerd hebben^ dat zij zich niet (Je weelde kunnen veroorloven, elkaar onnoodig te bekampen en zonder over leg te plegen belangrijke beslissingen te nemen. De Chr. Historischen stel den er blijkbaar prijs op, dat Dr. de Visser de plaats van Mr. Kooien zou innemen. Welnu, waarom dan niet ge tracht door overleg dit doel te berei ken? Precies hetzelfde zou ook ge zegd kunnen worden van de R. Katho lieken die naar het schijnt geen moeite hebben gedaan de Chr. Historischen voor hun candidaat te winnen. Dat het noodig is, dat de rechtsche partijen dicht bij elkaar blijven staan heeft het gebeurde in de Eerste Kamer wel geleerd. Er was daar nog geen sprake van het doen van daden. Alleen kwam aan de orde een voorstel om instemming te betuigen met de uitspraak in de Troonrede, dat handhaving der Chr. grondslagen van ons volksleven richt snoer blijft voor bestuur en wetge ving. En daar had je de poppen aan het dansen. Dat mocht in geen geval vond de linkerzijde Zulk een uitspraak was veel te positief. Daaraan zou men nooit meewerken. En het slot van de his torie was, dat de deftige liberale bla den met de revolutionaire mannen van de S.D.A.P. arm aan arm de zaal uit wandelden om verdere afdoening van COURANT VAN ZATERDAG meester maakten, maar toch bezorg den deze lïun onmiddellijk de over winning. Toen Athene aan invloed begon te winnen, was het eerste gebruik, dat het van zijn macht maakte, dat het zich in het bezit stelde van de been deren van Theseus, die hegraven was op liet eiland Scyros. Hem werd een tempel opgericht in de stad, die op die wijze het getal harer beschermende go den had vermeerderd. De opvattingen en practijken, zooals wij die boven schetsten, staan niet zoo ver van ons, menschen uit den nieu- weren tijd, af als men op 'teerste ge zicht wel denken zou. Wij behoeven slechts te herinneren aan de grootsche hulde, die Nijmegjn voor enkele weken gebracht heeft aan zijn grooten zoon Petrus Canisius, die op Hemelvaartsdag van dit jaar door de Poomsche kerk is heilJgve'kiarrd cn tot 25sten kerkleeraar verheven. In plechtigen optocht werden de re lieken van den heilige naar de hem gewijde lerk gebracht er* meermalen werd gedurende de feesten de bede vernomen: „Heilige Petrus Canisius', bid voor Uw vaderstad." De heiligenvereering onzer Roomscb- katholieke mede-christenen is ook een vorm van heldenvereering: zij zien in de heiligen menschen, in wie door Gods genade heldhaftige deugden zijn gewerkt. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. De nieuwbenoemde voorzitter, Mr. Ruys de Beerenbrouck! hield gisteren bij den aanvang der vergadering de volgende re de, die d,oor de Kamerelden staande werd aangehoord Geachte Medeleden, Op voordracht der Kamer door H. M. Ide Koningin tot het Voorzitterschap ge roepen, acht ik! mij allereerst verplicht het uit te spreken, hosseer ild het mij (geschonken bewijs van vertrouwen pp prijs stel. Mijn gedachten gaan thans terug naar den tijd ,dat ik twintig jaren geleden als lid dezer Kamer werd toegelaten. Veel is er sedert dien tijd in de Kamer veranderd. De werkwijze der Kamer is aanmerkelijk gewijzigd-; Tientallen van le den kWamen en gingen heen- Zes voor zitters leidden achtereenvolgens de beraad slagingen. Onder het vele goede dat bleef, is er een verschijnsel, waarop ik' de aandacht wil vestigen. Ik denk aan den steun en het vertrouwen, die den vo'orzitter der Kamer bij het volbrengen van zijn taak door zijne medeleden worden geschonken Daardoor ook waren die voorzitters in staat aan de Kamer de zoo hooggewaar deerde leiding te geven, die van hen allen uitging., Ik ben er van overtuigd in Uw aller li aam te spreken, wanneer ik van deze plaats meer in. het bijzonder hulde breng aan de voortreffelijke wijze, waarop de in Augustus jongstleden afgetreden Ka mervoorzitter zijn taak heeft vervuld. Gedurende den tijd, dat ik in verschil- elnde hoedanigheid het voprrecht had aan den arbeid dezer Kamer deel te nemen had -ik volop gelegenheid de waarde te leeren kennen van de noodzakelijkheid ieder het zijne te geven en zich in deni gedachtengang van een ieder te verplaat- gen. Het zal mijn ernstig streven zijd als voorzitter der Kamer onpartijdig te zijn en inzicht en opvattingen van allen naar waarde te schatten. Ik meen er pp te mogen rekenen, dat ik bij het vervullen mijner taak niet tevergeefs een beroep zal doen op Uwen steun en Uwe méde- werking. Ik' verwacht dien steun en die medewer king zoowel van de leden der Kamer, die niet voor het eerst aan onze beraad slagingen gaan deelnemep, als van hen die, in de plaats getreden van niet her kozen leden, door ijver aanvullen, wat zij deze zaak onmogelijk te maken. 'Een leerzame geschiedenis was dat, amice. Als men de liberale kopstuk ken, vooral zooals men ze nog in de Eerste Kamer aanwezig treft over de Sociaal-Democraten hoort, dan weten ze daarvan niets goeds te vertellen. Dan schijnen dat hun grootste vijan den. En als men mannen als Stenhui9 en zijne revolutionaire vrienden over de liberalen uit het „geldzakkencolle- ge" hoort, dan krijgt men den indruk dat samenwerking met die heeren ab soluut onmogelijk is. Maar nauwelijks komt er een prin- cipieele kwestie aan de orde of de bord jes worden verhangen. Dan zijn zij, die zooéven nog vijanden schenen, plotseling de grootste vrienden. En dan zijn de deftige liberale afgevaardigden niéts minder revolutionair dan hunne roode neefjes en hebben ze zelfs den euvelen moed om in het openbaar ob structie te voeren. Ik ga hierop niet verder in amice, omdat dit niet het terrein is waarop ik mij bij voorkeur heb te bewegen, maar ik wijs er op, omdat we met de ze dingen onze winst kunnen doen. Deze gebeurtenissen leeren ons hoe fel de tegenstand is tegen het Christelijk beginsel, hoe scherp de strijd zal wor den en hoe 'dringend noodzakelijk het daarom is, dat wij op tegenweer be dacht zijn. Niet in de laatste plaats denk ik hierbij aan onze propagandaclubs, die nu weer een mooie gelegenheid heb- ben cm aan het werk te gaan. Aan 19 SEPTEMBER 1923 aan ervaring missen. Mogen deze laatsten ,op het voetspoor van fiuii voorgangers, wier arbeid in het algemeen belang ik gaarne huldigend herdenk, zich weten aan te passen aan de voor hen nieuwe omgeving. Met den wensch, dat onder Gods ze gen onze gemeenschappelijken arbeid mo ge strekken tot heil van het Vaderland, verklaar ik het Voorzitterschap dejer Kamer te hebben aanvaard. Vervolgens werden verschillende com missies benoemd. Tot leden van de commissie voor de Buitenlandsche Aangelegenheden werden idoor den Voorzitter benoemd de heeren (Heemskerk (A. R.), Nplens (R. K.), Dr. De Visser (C. H.), Marchant £V. D.h Vliegen (S. D.), en Dresselhuys (V. B.). Tot leden van de commissie voor de Staatsuitgaven benoemde de .Voorzitter de heeren Van Vuuren (R. K'.), Vliegen (S. D.), Beumer (A. R.), Van Rijckévors sel (R. K.), Oud (V. D.), Van Gijn (V. •B.) en Lovink (C. H.). Tpt leden van de Commissie voor de Verzoekschriften werden door den Voor zitter aangewezen de heeren Van Vuu ren (R. K.), Tilanus (C. H.), Duymaer v. (Twist (A. R.), Cramer (S. D.), en Rutgers ,van Rozenburg (C. H.). Na het trekken der af deelingen wer den door de Kamer tot leden van de Huishoudelijke Commissie benoemd de heeren Dresselhuys (V. B.), en Beumer (A. R.). De Voorzitter maakt ambts halve deel uit van deze commissie Tot leden der Gemengde Commissie v,oor de Stenografie kOos de Kamer de •heeren Marchant (V. D.), van Vuuren ;(R. K.) en Dr. de Visser (C. H.). Evenals tijdens de vorige zitting werd ide gelegenheid tot het stellen van vra gen bepaald op Vrijdagmiddag. Nadat de zitting eenigen tij'd was ge- /sChprst, deelde de Voorzitter na herJ- ppening mede, dat de afdeelingen tot voor titters hadden benoemd de heeren Heems kerk (A. R.), Aalberse (R. K.), De Visser ;(C. H.), Marchant (V. D.), Nolens (R. jK.), en tot onder-voorzitters de heeren (Bomans (R. Kl), Albarda (S. D.), De Wil- 'ide (A. R.), Vliegen' (S. D.) en Saones ,(S. D.). De Voorzitter deelde verder mede, dat de Centrale Sectie voorstelt om op 29 September a.s., en volgende dagen de Staatsbegrooting voor 1926 alsmede een aantal andere wetsontwerpen in de af- tieelingen te doen onderzoeken. De heer KL ter Laan (S. D.) drong cr pp aan, ook het sociaal-democratische wetsvoorstel, inzake ontwapening, in de afdeelingen te doen onderzoeken. De Vporzitter zeide, dat hij in 't vol gende afdeelingsonderzoek over twee a drie weken zal voorstellen het genoemde wetsvoorstel in de afdeelingen te brengen. De heer Albarda (S. D.) stelde voor het afdeelingsonderzoek op 1 October te doen aanvangen, een voorstel, dat door den heer Beumer (A. R.) gesteund, dooh door den Vporzitter ontraden werd. Het voorst el-Albarda werd verworpen -met 45 tegen 37 stemmen. Voor stemden de an ti-revolutionairen Zijlstra en Beumer, de R. Katholiek Kuiper, de sociaal-demo craten en de Vrijheidsbonders. Het afdeelingsonderzoek! zal dus 29 dezer aanvangen. De Voorzitter deelde verder mede, dat op 13 October de Kamer opnieuw bijgetn zal komen, ter behandeling van een aan tal wetsontwerpen, waaronder dat inzake het Handelsverdrag met Hongarije, de Bioscoopwet (geroep van links; Aha) en het Wetsontwerp inzake het Sta|atsmijn- veld te Vlodrop. De heer Kleerekoper (S. D.) vroeg verlof eenige vragen tot den minister van Binnenlandsche Zaken te mogen rioh ten inzake het standpunt van de Regeering nopens de voorzieningen, die in verschil lende, door de stormramp geteisterde ge meenten noodig zijn; de heer Vliegen# (S. D.) wenschte een interpellatie te hou den inzake de afgravingen in den St. Pie tersberg, terwijl de heer Lovink' (C. H.) verzocht vragen te stellen tot den mi nister van Buitenlandsche Zaken nopens het door den Duitschen Rijksdag aan genomen tariefontwerp, walarbij Neder landsche belangen zijn betrokken. Over deze drie interpellaties verzoeken zal in ide volegnde vergadering een beslissing worden genomen. onderwerpen die behandeld kunnen worden ontbreekt het niet. Daar is de Troonrede, die stof tot bespreking biedt. Daar is de millioenen-nota die stof te over bevat om daarover eens een avond te handelen. Straks komt weer bet groote politieke debat bij de# behandeling der begrooting, dat ons met a'le belangrijke politieke kwes ties in aanraking brengt. Dan is er nog de organisatie van de partij, die nog genoeg te wenschen overlaat. '•t Is waar, we hebben geen verkiezin gen het volgend jaar, maar dat be hoeft geen reden te zijn om maar rus tig bij de pakken neer te zitten en niet met ernst aan bet werk te gaan. De Sociaal-Democraten in Leiden denken er althans heel anders over. Dezer dagen las ik in „Het Volk" dat alles voor de propaganda alweer in of- de was gemaakt en dat ook het buis- bezoek, waarvan zoo goede resultaten worden verwacht, alweer in de puntjes was geregeld, om in 1927 eerst bij de Statenverkiezingen en dan bij de ver kiezingen voor den Gemeenteraad een flinken slag te slaan. Ge gevoelt wel amice, dat het nu voor ons niet de tijd is op de lauweren te gaan rusten, maar dat we integen deel weer frisch en vroolijk aan bet werk zullen moeten g&an. Dat geldt van Leiden, maar 't geldt ook van de dorpen in de omgeving en ik hoop dan ook dat daar aan deze zaak volle aan dacht zal worden geschonken. Dezer dagen, zag ik ergens de vraag behandeld of wij wel evenais éOO RECLAME. Mijnhardt'sBorsthoningsiroop f 0.60 Mijnhardt's Thijmsiroop f 0.75 Anga-siroop (ook bij Kinkhoest) f 1.75 Bij Apothekers en Drogisten Uit het Sociale Leven. Dreigend conflict in de metaalin dustrie? Naar „Het Volk" meldt beeft giste ren in Den Haag een conferentie plaats gehad tusscben den Directeur- Gene raal van den Arbeid, den beer Zaal berg en de organisaties van werkge vers en werknemers in bet metaalbe drijf. De aanleiding van deze conferen tie was de per 1 October eindigende overwerkvergunning voor bet metaal bedrijf, waardoor de werktijd tot 53 en 54 uren per week werd opgevoerd. De beer Zaalberg wenschte nu bet advies der organisaties in te winnen omtrent de regeling der werktijden in dit be drijf voor na 1 October. De moderne metaalbewerkersbond beeft geadviseerd, om als uiterste ma ximum 51 uur per week toe te staan als overgang naar de 48-urige werk week, welke op een nader vast te stel len tijdstip zou moeten worden inge voerd. Het hoofdbestuur van den Algemee- nen Nederlandschen Metaalbewerkers- bond beeft verklaard dat, indien het advies van den modernen bond niet werd opgevolgd, de mogelijkheid van bet uitbreken van conflicten na 1 Oc tober ^ver deze aangelegenheid gansch niet denkbeeldig te noemen is. Slapte in het bedrijf. De directie der Ver. Kon. Tapijtfa- brieken te Deventer bad Woensdag, naa-r aanleiding van een aangekondig de loonsverlaging van 10 pet. een co- ferentie met de vier arbeidersorgani saties in baar bedrijf, waarop zij me dedeelde, dat bet plan bestond de ver laging tot 15 pet. uit te breiden. Als gevolg biervan ging de conferentie zonder resultaat uiteen. Intusschen kreeg de moderne orga nisatie later bericht, dat de directie bij nader inzien niet verder wilde gaan dan 10 pet. Naar wij vernemen is aan een vijftigtal arbeiders en arbeidsters op de Smyrna-afdeeling ontslag aan gezegd, op grond, dat er een voldoende voorraad karpetten is. Dienst- en rusttijden bij de spoorwegen Naar gemeld wordt, beeft bet hoofd bestuur van den B.A.N.S. een onder houd aangevraagd bij den nieuwen minister van Waterstaat in zake de toepassing van art. 89 A.R.D.L. be treffende de dienst- en rusttijden van bet spoorwegpersoneel. Reeds op 23 Januari j.l. bad bet hoofdbestuur over deze zaak een on derhoud met den vorigen minister van Waterstaat, waarbij de minister ver zocht hem een rapport met Üe klach ten toe te zenden, waarna bij een on derzoek zou instellen. Op 31 Januari werd bet gevraagde, rapport den mi nister toegezonden, doch eenig resul taat er van bemerkte bet hoofdbestuur van den B.A.N.S. niet. Het hoofdbestuur hoopt bij dezen nieuwen minister meer resultaten te -bereiken. Loonraad spoorwegpersoneel. In plaats van mr. D. A. P. N. Kooien is tot lid, tevens voorzitter, van den Loonraad van het Spoorwegpersoneel benoemd mr. A. B. G. M. van Rijcke- vorsel, lid van de Tweede Kamer. jaren geleden Jan de Bakker den moed zouden hebben onze belijdenis met ons bloed te bezegelen. Een ern stige vraag waarover we in deze da gen van luidruchtige herdenkingsbij eenkomsten, waarin 't zoo gemakkelijk is uit volle borst te zingen: „Een vaste burcht is onze God" weieens na mogen denken Maar die vraag is in deze dagen toch niet allereerst aan de orde. De vraag waarop bet nu aankomt is, of we voor onze beginselen willen strij den, of we voor-die beginselen zoo nu en dan een kleinigheid willen offeren. Deze dagen vernam ik dat onze kies- vereenïging nog zit met een tekort. De gevoerde verkiezingsactie beeft meer gekost dan waarop gerekend was, en nu moet getracht worden dat tekort weer aan te vullen, ^t Maakte me een oogenblik kregel. Want 't is toch eigen lijk niet in den baak, dat zij die al bet werk doen, die weken aaneen werken en ploeteren, ook nog die financieele zorgen moeten hebben. Waarom hen toch niet in staat gesteld, zonder al te veel moeite en zorg bun werk te ver richten? Er zijn er wel onder onze lezers die voor dit doel iets kunnen afstaan, Of ze 't ook willen doen is mij niet bekend. Maar als er zijn die mij met een fiinke gift zouden willen verras sen, dan wil ik ze wel de verzekering geven dat ze daarmee een goede daad doen en dat bet voor dit doel gegeven geld wel besteed is. VERITAS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 6