Hoestsiropen
voor Kinderen
Aan het einde der Week
Met spanning werd de opening der
Kamerzitting verwacht, maar de Troon
rede was eigenlijk teleurstellend, als
men. groote politieke veranderingen
had verwacht. Maar de noodige toe
lichting zal'wel bij 't groote politieke
debat komen. En dan zal wel blijken
of de „behoudenis is in de veelheid der
raadslagen", want „als er geen wijze
raadslagen zijn. vervalt 't volk."
't Begin der zittingen was niet zoo
heel fraai, met obstructie in de Eerste
Kamer, en weinig samenwerking onder
de rechtsche groepen bij de verkiezing
van een Voorzitter voor de Tweede
Kamer.
Maar Colijn zal met de heeren wol
vaste afspraken gemaakt hebben over
den te volgen weg.
Trouwens, als Voorzitter zal Jhr.
Ruys de Beerenbrouck beslist wel vol
doen, al hadden de Chr. Historischen
graag hun partijgenoot Dr. de Visser
op die ,pi^ats gezien. Maar zij hebben
toch ook een fractieleider noodig, nu
Dr. Schokking minister geworden is,
en op die plaats zal Dr. de Visser meer
voor z'n land en partij kunnen doen,
dan als Voorzitter der Kamer.
Het groote, internationale parlement
zooals velen den Volkenbond graag
zien zouden, zette ook z'n beraadsla
gingen voort.
Een brandende vraag was hoe de
houding van de verschillende landen
zou zijn na de afwijzing, door Enge
land van het „Protocol van Genève."
Want zonder de medewerking van
Engelnad heeft 't Protocol toch geen
waarde, en er is niet de minste kans
dat die medewerking verkregen wordt,
want de Dominions zijn er vlak tegen,
en zonder die, toch al zoo zelfstandige
deelen van het Imperium wil geen En
ge Ische regeering zich verbinden.
De Nederlandsche afgevaardigde,
Jhr. Loudon heeft een voorstel tot on
middellijke voorbereiding der ontwape
ningsconferentie ingediend, dat met
groote instemming ontvangen is. Dit
voorstel is opzichzelf al een critiek op
de z.g. coördinatiecommissie, die reeds
lang met de voorbereiding van een con
ferentie bezig was.
't Nederlandsch voorstel wil dan ook
een nieuwe commissie, <lie geheel an
dere en vollediger instructies zal krij-
gdh. .Zij zal een aantal subcommissies
inbeten hebben voor chemische, indus
trieels en economische vraagstukken,
die met 't ontwapeningsprobleem sa
menhangen.
Dit voorstel is eigenlijk 't eenige po
sitieve dat deze Assemblée heeft opge
leverd, daar de andere voorstellen wei
nig kans hebben.
In Marokko is 'tnog steeds niet .tot
een beslissing gekomen, en de berich
ten komen vrij schaarsch binnen. \£oor
al van de Spaansche landing op Alhu-
cemas is weinig bekend, dus veel suc
ces zullen ze niet behaald hebben, daar
't anders wel met veel ophef wereld
kundig gemaakt zou zijn.
En '-t zelfde is met den opstand in
Syrië, terwijl er geruchten gaan, dat
ook in Indo-Chine, een oproer gevreesd
wordt. Zouden in Frankrijk de wijze
raadslagen, waarvan de Spreukendich-
ter spreekt niet afwezig geweest zijn?
Uit het grijs verleden.
HELDENVEREERING.
Elke stad had in de Oudheid haar
eigen g'den, die slechts aan haar toe
behoorden. Dit waren gewoonlijk de
stichter der stad en andere menschen.
die haar een grooten dienst bewezen
Leidsche Penkrassen.
Amice,
De parlementaire machine is in de
afgeloopen week weer in werking ge
steld en ik kan niet zeggen dat het
een erg gelukkig begin is geweest.
In de Tweede Kamer werd een fel
le strijd gevoerd om het voorzitter
schap die wel niet van zoo heel veel
beteekenis is, maar die toch al weer
wat kwaad bloed heeft gezet en er
niet toe zal meewerken om de kracht
van de rechterzijde te sterken.
Door de „Nederlander" werd reeds,
geinsinueerd dat we hier met een kun
stig gewrochte samenwerking van R.
Katholieken, Antirevolutionairen en
Sociaal-Democraten te doen hebben.
Deze insinuatie wordt m.i. door het
verdere verloop der stemmingen wel
voldoende weerlegd. Immers, zou 't
dan dim Antirevolutionairen geen
moeite hebben gekost hun candidaat
ale tweeden voorzitter gekozen te krij
gen, terwijl toch in werkelijkheid,
ook door een kunstig gewrochte sa
menwerking? de heer de Visser al
dadelijk met een vrij groote meerder
heid uit de bus kwam.
Ik vind het jammer dat reeds op
den dag van de opening der Kamer
door bevriende partijen elkaar zulke
v&lscbe beschuldigingen naar het
hoofd worden geslingerd, maar nog
meer te betreuren lijkt het mij, dat dit
een gevolg was van het feit, dat men
verzuimd had overleg te plegen.
Dat lijkt me, bij een zoo belangrijke
NIEUWE LETDSCHE
hadden en die na hun dood weiden
vergoddelijkt.
Wie de stad een groote overwinning
had bezorgd of haar een betere wet
geving gegeven, in 't algemeen wie een
sterken indruk had gemaakt op de
volksfantasie, zoodat zijn naam bij zijn
volksgenooten in herinnering bleef,
werd later een god. een heros, wiens
bescherming men inriep over de stad
en voor wiens toorn men beducht was.
Hun lichamen waren in de stad be
graven, althans op haar grondgebied
en volgens de opvattingen, die in die
lang vervlogen eeuwen heerschten, ver
liet de ziel het lichaam niet, zoodat de
dooden dus bleven ter plaatse waar
hun beenderen rustten. Zij waakten
over de stad, ja men kon ze zelfs in
zekeren zin als haar meesters en hoof
den beschouwen. Zoo heet het b.v. in
een orakel, door de Pythia tot Solon
gericht: „Vereer met 'n cultus de hoof
den aes lands, de dooden, die onder de
aarde wonen."
Een van de beschermers van Athene
was Eurysthéus, die zelve geen Athe-
ner was, maar uit 'Argos afkomstig.
De treurspeldichter Euripides ver
klaart ons in een zijner stukken den
oorsprong van dezen cultus. Hij doet
op het tooneel Eprystheus verschijnen
wiens sterven nabij is, en hij laat hem
tot de Atheners zeggen: „Begraaf mij
in Attica (het landschap, waarin Athe
ne lag); ik zal u gunstig gezind zijn
en in den schoot der aarde zal ik voor
uw land een beschermende gast zijn."
Ook de bekende tragedie van Sopho
cles, Oedipus te Colonae, berust op
deze opvattingen en alleen wie haar
in dit licht ziet, kan de beteekenis er
van begrijpen.
Creon en Theseus, dat wil zeggen
Thebe en Athene, betwisten elkaar het
lichaam van den man, die sterven
gaat en een god zal worden. Dan ver
klaart deze zelf (Oedipus) zich voor
Athene; hij geeft zelve de plaats aan,
waar hij wil begraven worden. „Als ik
dood hen, zoo zegt hij zal ik geen nut-
teiooze bewoner van deze streek zijn;
ik zal u verdedigen tegen uwe vijan
den; ik zal u een sterker beschutting
zijn dan duizenden gewapende strij
ders; mijn lichaam, slapend onder de
aarde, zal het bloed der Thebaansche
krijgers indrinken."
Men toonde te Athene dan ook in
later tijd het graf, waar de beenderen
van Oedipus rustten en men hield dit
in groote eere.
De dooden, wie zij ook waren1, waak
ten over het land, maar op één voor
waarde, dat men hun een cultus aan
bood.
De bewoners van Megara, zoo ver
haalt ons Pausanias, vroegen het ora
kel te Delphi, op welke wijze hun stad
gelukkig zou worden. De god antwoord
de, dat dit geschieden zou» Indien zij
er zorg voob droegen steeds met het
grootst mogelijke aantal te beraadsla
gen. De burgers begrepen, wat de god
heid met deze raadselachtige woorden
bedoelde; hier konden slechts de doo
den gemeend zijn, die immers talrij
ker in aantal zijn dan de levenden. Zij
bouwden dan ook hun raadszaal op
dezelfde plaats waar het graf hunner
helden was.
Het was een groot geluk voor een
stad, dooden te bezitten, die zich
de een of andere wijze tijdens bun le
ven onderscheiden hadden.
Ja, zelfs werd menigmaal list of be
drog gebezigd om in het bezit te komen
van kostbare relieken.
Zoo verhaalt Herodotus ons, hoe de
Spartanen zich op een minder eerlijke
wijze van de beenderen van Orestes
zaak, ten eenenmale onverklaarbaar
Wij hebben nu weer 'n rechtsch Kabi
net en de rechtsche partijen waarop
het steunt, moeten m.i. dit nu toch
wei geleerd hebben^ dat zij zich niet
(Je weelde kunnen veroorloven, elkaar
onnoodig te bekampen en zonder over
leg te plegen belangrijke beslissingen
te nemen. De Chr. Historischen stel
den er blijkbaar prijs op, dat Dr. de
Visser de plaats van Mr. Kooien zou
innemen. Welnu, waarom dan niet ge
tracht door overleg dit doel te berei
ken? Precies hetzelfde zou ook ge
zegd kunnen worden van de R. Katho
lieken die naar het schijnt geen moeite
hebben gedaan de Chr. Historischen
voor hun candidaat te winnen.
Dat het noodig is, dat de rechtsche
partijen dicht bij elkaar blijven staan
heeft het gebeurde in de Eerste Kamer
wel geleerd.
Er was daar nog geen sprake van
het doen van daden. Alleen kwam aan
de orde een voorstel om instemming
te betuigen met de uitspraak in de
Troonrede, dat handhaving der Chr.
grondslagen van ons volksleven richt
snoer blijft voor bestuur en wetge
ving.
En daar had je de poppen aan het
dansen. Dat mocht in geen geval vond
de linkerzijde Zulk een uitspraak was
veel te positief. Daaraan zou men nooit
meewerken. En het slot van de his
torie was, dat de deftige liberale bla
den met de revolutionaire mannen van
de S.D.A.P. arm aan arm de zaal uit
wandelden om verdere afdoening van
COURANT VAN ZATERDAG
meester maakten, maar toch bezorg
den deze lïun onmiddellijk de over
winning.
Toen Athene aan invloed begon te
winnen, was het eerste gebruik, dat
het van zijn macht maakte, dat het
zich in het bezit stelde van de been
deren van Theseus, die hegraven was
op liet eiland Scyros. Hem werd een
tempel opgericht in de stad, die op die
wijze het getal harer beschermende go
den had vermeerderd.
De opvattingen en practijken, zooals
wij die boven schetsten, staan niet zoo
ver van ons, menschen uit den nieu-
weren tijd, af als men op 'teerste ge
zicht wel denken zou.
Wij behoeven slechts te herinneren
aan de grootsche hulde, die Nijmegjn
voor enkele weken gebracht heeft aan
zijn grooten zoon Petrus Canisius, die
op Hemelvaartsdag van dit jaar door
de Poomsche kerk is heilJgve'kiarrd
cn tot 25sten kerkleeraar verheven.
In plechtigen optocht werden de re
lieken van den heilige naar de hem
gewijde lerk gebracht er* meermalen
werd gedurende de feesten de bede
vernomen: „Heilige Petrus Canisius',
bid voor Uw vaderstad."
De heiligenvereering onzer Roomscb-
katholieke mede-christenen is ook een
vorm van heldenvereering: zij zien in
de heiligen menschen, in wie door
Gods genade heldhaftige deugden zijn
gewerkt.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
De nieuwbenoemde voorzitter, Mr. Ruys
de Beerenbrouck! hield gisteren bij den
aanvang der vergadering de volgende re
de, die d,oor de Kamerelden staande werd
aangehoord
Geachte Medeleden,
Op voordracht der Kamer door H. M.
Ide Koningin tot het Voorzitterschap ge
roepen, acht ik! mij allereerst verplicht
het uit te spreken, hosseer ild het mij
(geschonken bewijs van vertrouwen pp
prijs stel.
Mijn gedachten gaan thans terug naar
den tijd ,dat ik twintig jaren geleden als
lid dezer Kamer werd toegelaten.
Veel is er sedert dien tijd in de Kamer
veranderd. De werkwijze der Kamer is
aanmerkelijk gewijzigd-; Tientallen van le
den kWamen en gingen heen- Zes voor
zitters leidden achtereenvolgens de beraad
slagingen.
Onder het vele goede dat bleef, is er
een verschijnsel, waarop ik' de aandacht
wil vestigen. Ik denk aan den steun en
het vertrouwen, die den vo'orzitter der
Kamer bij het volbrengen van zijn taak
door zijne medeleden worden geschonken
Daardoor ook waren die voorzitters in
staat aan de Kamer de zoo hooggewaar
deerde leiding te geven, die van hen allen
uitging.,
Ik ben er van overtuigd in Uw aller
li aam te spreken, wanneer ik van deze
plaats meer in. het bijzonder hulde breng
aan de voortreffelijke wijze, waarop de
in Augustus jongstleden afgetreden Ka
mervoorzitter zijn taak heeft vervuld.
Gedurende den tijd, dat ik in verschil-
elnde hoedanigheid het voprrecht had aan
den arbeid dezer Kamer deel te nemen
had -ik volop gelegenheid de waarde te
leeren kennen van de noodzakelijkheid
ieder het zijne te geven en zich in deni
gedachtengang van een ieder te verplaat-
gen. Het zal mijn ernstig streven zijd als
voorzitter der Kamer onpartijdig te zijn
en inzicht en opvattingen van allen naar
waarde te schatten. Ik meen er pp te
mogen rekenen, dat ik bij het vervullen
mijner taak niet tevergeefs een beroep
zal doen op Uwen steun en Uwe méde-
werking.
Ik' verwacht dien steun en die medewer
king zoowel van de leden der Kamer,
die niet voor het eerst aan onze beraad
slagingen gaan deelnemep, als van hen
die, in de plaats getreden van niet her
kozen leden, door ijver aanvullen, wat zij
deze zaak onmogelijk te maken.
'Een leerzame geschiedenis was dat,
amice. Als men de liberale kopstuk
ken, vooral zooals men ze nog in de
Eerste Kamer aanwezig treft over de
Sociaal-Democraten hoort, dan weten
ze daarvan niets goeds te vertellen.
Dan schijnen dat hun grootste vijan
den. En als men mannen als Stenhui9
en zijne revolutionaire vrienden over
de liberalen uit het „geldzakkencolle-
ge" hoort, dan krijgt men den indruk
dat samenwerking met die heeren ab
soluut onmogelijk is.
Maar nauwelijks komt er een prin-
cipieele kwestie aan de orde of de bord
jes worden verhangen. Dan zijn zij,
die zooéven nog vijanden schenen,
plotseling de grootste vrienden. En dan
zijn de deftige liberale afgevaardigden
niéts minder revolutionair dan hunne
roode neefjes en hebben ze zelfs den
euvelen moed om in het openbaar ob
structie te voeren.
Ik ga hierop niet verder in amice,
omdat dit niet het terrein is waarop
ik mij bij voorkeur heb te bewegen,
maar ik wijs er op, omdat we met de
ze dingen onze winst kunnen doen.
Deze gebeurtenissen leeren ons hoe fel
de tegenstand is tegen het Christelijk
beginsel, hoe scherp de strijd zal wor
den en hoe 'dringend noodzakelijk het
daarom is, dat wij op tegenweer be
dacht zijn.
Niet in de laatste plaats denk ik
hierbij aan onze propagandaclubs, die
nu weer een mooie gelegenheid heb-
ben cm aan het werk te gaan. Aan
19 SEPTEMBER 1923
aan ervaring missen. Mogen deze laatsten
,op het voetspoor van fiuii voorgangers,
wier arbeid in het algemeen belang ik
gaarne huldigend herdenk, zich weten
aan te passen aan de voor hen nieuwe
omgeving.
Met den wensch, dat onder Gods ze
gen onze gemeenschappelijken arbeid mo
ge strekken tot heil van het Vaderland,
verklaar ik het Voorzitterschap dejer
Kamer te hebben aanvaard.
Vervolgens werden verschillende com
missies benoemd.
Tot leden van de commissie voor de
Buitenlandsche Aangelegenheden werden
idoor den Voorzitter benoemd de heeren
(Heemskerk (A. R.), Nplens (R. K.), Dr.
De Visser (C. H.), Marchant £V. D.h
Vliegen (S. D.), en Dresselhuys (V. B.).
Tot leden van de commissie voor de
Staatsuitgaven benoemde de .Voorzitter
de heeren Van Vuuren (R. K'.), Vliegen
(S. D.), Beumer (A. R.), Van Rijckévors
sel (R. K.), Oud (V. D.), Van Gijn (V.
•B.) en Lovink (C. H.).
Tpt leden van de Commissie voor de
Verzoekschriften werden door den Voor
zitter aangewezen de heeren Van Vuu
ren (R. K.), Tilanus (C. H.), Duymaer v.
(Twist (A. R.), Cramer (S. D.), en Rutgers
,van Rozenburg (C. H.).
Na het trekken der af deelingen wer
den door de Kamer tot leden van de
Huishoudelijke Commissie benoemd de
heeren Dresselhuys (V. B.), en Beumer
(A. R.). De Voorzitter maakt ambts
halve deel uit van deze commissie
Tot leden der Gemengde Commissie
v,oor de Stenografie kOos de Kamer de
•heeren Marchant (V. D.), van Vuuren
;(R. K.) en Dr. de Visser (C. H.).
Evenals tijdens de vorige zitting werd
ide gelegenheid tot het stellen van vra
gen bepaald op Vrijdagmiddag.
Nadat de zitting eenigen tij'd was ge-
/sChprst, deelde de Voorzitter na herJ-
ppening mede, dat de afdeelingen tot voor
titters hadden benoemd de heeren Heems
kerk (A. R.), Aalberse (R. K.), De Visser
;(C. H.), Marchant (V. D.), Nolens (R.
jK.), en tot onder-voorzitters de heeren
(Bomans (R. Kl), Albarda (S. D.), De Wil-
'ide (A. R.), Vliegen' (S. D.) en Saones
,(S. D.).
De Voorzitter deelde verder mede, dat
de Centrale Sectie voorstelt om op 29
September a.s., en volgende dagen de
Staatsbegrooting voor 1926 alsmede een
aantal andere wetsontwerpen in de af-
tieelingen te doen onderzoeken.
De heer KL ter Laan (S. D.) drong
cr pp aan, ook het sociaal-democratische
wetsvoorstel, inzake ontwapening, in de
afdeelingen te doen onderzoeken.
De Vporzitter zeide, dat hij in 't vol
gende afdeelingsonderzoek over twee a
drie weken zal voorstellen het genoemde
wetsvoorstel in de afdeelingen te brengen.
De heer Albarda (S. D.) stelde voor
het afdeelingsonderzoek op 1 October
te doen aanvangen, een voorstel, dat door
den heer Beumer (A. R.) gesteund, dooh
door den Vporzitter ontraden werd. Het
voorst el-Albarda werd verworpen -met 45
tegen 37 stemmen. Voor stemden de an
ti-revolutionairen Zijlstra en Beumer, de
R. Katholiek Kuiper, de sociaal-demo
craten en de Vrijheidsbonders.
Het afdeelingsonderzoek! zal dus 29
dezer aanvangen.
De Voorzitter deelde verder mede, dat
op 13 October de Kamer opnieuw bijgetn
zal komen, ter behandeling van een aan
tal wetsontwerpen, waaronder dat inzake
het Handelsverdrag met Hongarije, de
Bioscoopwet (geroep van links; Aha) en
het Wetsontwerp inzake het Sta|atsmijn-
veld te Vlodrop.
De heer Kleerekoper (S. D.) vroeg
verlof eenige vragen tot den minister
van Binnenlandsche Zaken te mogen rioh
ten inzake het standpunt van de Regeering
nopens de voorzieningen, die in verschil
lende, door de stormramp geteisterde ge
meenten noodig zijn; de heer Vliegen#
(S. D.) wenschte een interpellatie te hou
den inzake de afgravingen in den St. Pie
tersberg, terwijl de heer Lovink' (C.
H.) verzocht vragen te stellen tot den mi
nister van Buitenlandsche Zaken nopens
het door den Duitschen Rijksdag aan
genomen tariefontwerp, walarbij Neder
landsche belangen zijn betrokken. Over
deze drie interpellaties verzoeken zal in
ide volegnde vergadering een beslissing
worden genomen.
onderwerpen die behandeld kunnen
worden ontbreekt het niet. Daar is de
Troonrede, die stof tot bespreking
biedt. Daar is de millioenen-nota die
stof te over bevat om daarover eens
een avond te handelen. Straks komt
weer bet groote politieke debat bij de#
behandeling der begrooting, dat ons
met a'le belangrijke politieke kwes
ties in aanraking brengt. Dan is er
nog de organisatie van de partij, die
nog genoeg te wenschen overlaat.
'•t Is waar, we hebben geen verkiezin
gen het volgend jaar, maar dat be
hoeft geen reden te zijn om maar rus
tig bij de pakken neer te zitten en niet
met ernst aan bet werk te gaan.
De Sociaal-Democraten in Leiden
denken er althans heel anders over.
Dezer dagen las ik in „Het Volk" dat
alles voor de propaganda alweer in of-
de was gemaakt en dat ook het buis-
bezoek, waarvan zoo goede resultaten
worden verwacht, alweer in de puntjes
was geregeld, om in 1927 eerst bij de
Statenverkiezingen en dan bij de ver
kiezingen voor den Gemeenteraad een
flinken slag te slaan.
Ge gevoelt wel amice, dat het nu
voor ons niet de tijd is op de lauweren
te gaan rusten, maar dat we integen
deel weer frisch en vroolijk aan bet
werk zullen moeten g&an. Dat geldt
van Leiden, maar 't geldt ook van de
dorpen in de omgeving en ik hoop dan
ook dat daar aan deze zaak volle aan
dacht zal worden geschonken.
Dezer dagen, zag ik ergens de vraag
behandeld of wij wel evenais éOO
RECLAME.
Mijnhardt'sBorsthoningsiroop f 0.60
Mijnhardt's Thijmsiroop f 0.75
Anga-siroop (ook bij Kinkhoest) f 1.75
Bij Apothekers en Drogisten
Uit het Sociale Leven.
Dreigend conflict in de metaalin
dustrie?
Naar „Het Volk" meldt beeft giste
ren in Den Haag een conferentie plaats
gehad tusscben den Directeur- Gene
raal van den Arbeid, den beer Zaal
berg en de organisaties van werkge
vers en werknemers in bet metaalbe
drijf. De aanleiding van deze conferen
tie was de per 1 October eindigende
overwerkvergunning voor bet metaal
bedrijf, waardoor de werktijd tot 53 en
54 uren per week werd opgevoerd. De
beer Zaalberg wenschte nu bet advies
der organisaties in te winnen omtrent
de regeling der werktijden in dit be
drijf voor na 1 October.
De moderne metaalbewerkersbond
beeft geadviseerd, om als uiterste ma
ximum 51 uur per week toe te staan
als overgang naar de 48-urige werk
week, welke op een nader vast te stel
len tijdstip zou moeten worden inge
voerd.
Het hoofdbestuur van den Algemee-
nen Nederlandschen Metaalbewerkers-
bond beeft verklaard dat, indien het
advies van den modernen bond niet
werd opgevolgd, de mogelijkheid van
bet uitbreken van conflicten na 1 Oc
tober ^ver deze aangelegenheid gansch
niet denkbeeldig te noemen is.
Slapte in het bedrijf.
De directie der Ver. Kon. Tapijtfa-
brieken te Deventer bad Woensdag,
naa-r aanleiding van een aangekondig
de loonsverlaging van 10 pet. een co-
ferentie met de vier arbeidersorgani
saties in baar bedrijf, waarop zij me
dedeelde, dat bet plan bestond de ver
laging tot 15 pet. uit te breiden. Als
gevolg biervan ging de conferentie
zonder resultaat uiteen.
Intusschen kreeg de moderne orga
nisatie later bericht, dat de directie
bij nader inzien niet verder wilde gaan
dan 10 pet. Naar wij vernemen is aan
een vijftigtal arbeiders en arbeidsters
op de Smyrna-afdeeling ontslag aan
gezegd, op grond, dat er een voldoende
voorraad karpetten is.
Dienst- en rusttijden bij de spoorwegen
Naar gemeld wordt, beeft bet hoofd
bestuur van den B.A.N.S. een onder
houd aangevraagd bij den nieuwen
minister van Waterstaat in zake de
toepassing van art. 89 A.R.D.L. be
treffende de dienst- en rusttijden van
bet spoorwegpersoneel.
Reeds op 23 Januari j.l. bad bet
hoofdbestuur over deze zaak een on
derhoud met den vorigen minister van
Waterstaat, waarbij de minister ver
zocht hem een rapport met Üe klach
ten toe te zenden, waarna bij een on
derzoek zou instellen. Op 31 Januari
werd bet gevraagde, rapport den mi
nister toegezonden, doch eenig resul
taat er van bemerkte bet hoofdbestuur
van den B.A.N.S. niet.
Het hoofdbestuur hoopt bij dezen
nieuwen minister meer resultaten te
-bereiken.
Loonraad spoorwegpersoneel.
In plaats van mr. D. A. P. N. Kooien
is tot lid, tevens voorzitter, van den
Loonraad van het Spoorwegpersoneel
benoemd mr. A. B. G. M. van Rijcke-
vorsel, lid van de Tweede Kamer.
jaren geleden Jan de Bakker den
moed zouden hebben onze belijdenis
met ons bloed te bezegelen. Een ern
stige vraag waarover we in deze da
gen van luidruchtige herdenkingsbij
eenkomsten, waarin 't zoo gemakkelijk
is uit volle borst te zingen: „Een vaste
burcht is onze God" weieens na mogen
denken
Maar die vraag is in deze dagen
toch niet allereerst aan de orde. De
vraag waarop bet nu aankomt is, of
we voor onze beginselen willen strij
den, of we voor-die beginselen zoo nu
en dan een kleinigheid willen offeren.
Deze dagen vernam ik dat onze kies-
vereenïging nog zit met een tekort. De
gevoerde verkiezingsactie beeft meer
gekost dan waarop gerekend was, en
nu moet getracht worden dat tekort
weer aan te vullen, ^t Maakte me een
oogenblik kregel. Want 't is toch eigen
lijk niet in den baak, dat zij die al bet
werk doen, die weken aaneen werken
en ploeteren, ook nog die financieele
zorgen moeten hebben. Waarom hen
toch niet in staat gesteld, zonder al te
veel moeite en zorg bun werk te ver
richten?
Er zijn er wel onder onze lezers die
voor dit doel iets kunnen afstaan,
Of ze 't ook willen doen is mij niet
bekend. Maar als er zijn die mij met
een fiinke gift zouden willen verras
sen, dan wil ik ze wel de verzekering
geven dat ze daarmee een goede daad
doen en dat bet voor dit doel gegeven
geld wel besteed is.
VERITAS.