NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN WOENSDAG 9 SEPTEMBER T925I ie Jutphaas, waarbij Z. Eerw. tot t^kst had Maith. 4: 19. - De Gemeente zong haar nieuwen lee- raar, nadat wederzijds toespraken, waren' gehouden, Ps. 20:1 toe. Ds. J. L. G. Gregoy heeft Zondag met een leerrede over 2 Co 4: 5 cand. H. C. J. Hoogen d ij k ui: Laren bevestigd als predikant der Ned. Herv. Gemeente te Kats, in Zeeland. - Ds. Hoogendijk deed in de namiddag- igodsdiensic^fening intrede met een pre- idicatie over Ps. 425a. Ambsi jubilea. Ds. D. J. Kar ss en, em. pred. der Geref. 'kerk van Amsterdam, wonende te Baarn, hoopt 12 Sept. a.s. zijn 45-jarig .ambtsjubileum te herdenken. Ds. Karssen genoot zijn opleiding aan de Doeiinchemsche Inrichtingen en werd 12 Sept. 1880 bevestigd bij de Ned. Herv. .Gem. te Neerlangbroek. Van 1880 tot. 1883 stond Ds. Karssen te Steehwijk! 'en, Idaarna te Amsterdam, waar hij in 1886 •met de doleantie meeging en tot 1 Jan. 1921 de Geref. Kerk van Amsterdam dien de. Op genoemden datum ontving hij zijn emeritaat. Ds. Karssen is 77 jaar. Ds. M. B. Parievliet, pred. der Geref. Kerk van Enter, hoopt 15 Sept. a.s. zijn 25-jarige ambtsbediening te h;r- idenk'en. Ds. Parlevliet studeerde aan do Theol. .school en werd te Nes en Wierum'beves-1' liigd. Op 9 Maar 1913 deed hij zijn intrede te Sleen en op 2 Juli 1916teEnter .V' Het Rectoraat der Vrije Universiteit. Woensdag 16 Sept. a.s. zal Prof. Dr. L. (Bouwman, rector magnificus 5 der,£Vrije^ .Universiteit te Amsterdam, in h'et geb'oWj van ;den werkenden Stand aldaar,', na ver-'; melding van de lotgevallen van de.un.iver- siteit het rectoraat overdragen aan Prof. Dr. F. W. Grosheide. - Wijlen Ds. C. B. Oortliuys. Dr. v. Gheel Gildemeesier vervolgt in/ ide 's Gravenhaagsche Kerkbode zijn'. Ie- vvensschets van wijlen'Ds. C. B. Oorthuys als volgt: - Vier jaren bleef Ds. Oorthuys'in Wóu- (drichem, toen nam; hij een b'ercep'aan naar 'Harderwijk';" in die dagen' bekend als „levende liel'V ,C Hel: koloniaal werfdepot was daar: en •de arme schipbreukelingen der maatschap pij, niet alleen uit Nederland, voor wie geen (i-ndereuitweg overbleef dan als „koloniaal" naar de Oost te gaan, werden al vast in Harderwijk op de hartelijkste .wijze van helgrootste deel van hun hand held afgeholpen. Publieke huizen en kroe gen van de laagste so,ortbloeiden daar. Het Ministerie van Koloniën drong er geregeld op aan, dat die mooie inrichtingen ten behoeve van dekolonialen goed in ■orde zouden zijn, en dat waren ze 'dan jjppk', gemeen en goed.. „B.outjeshalers" heetten die philantro- pen, die de kolonialen van het statica iha.alden en naar de stad brachten in al lerlei logemenijes, waar tot voor de laat ste cent van Wun handgeld werd zórg gedragen. Toen Ds. Oorthuys in 1S83 naai' Har- iderwijki beroepen werd, nam hij dit be roep na eenige dagen aan.PI ij was niet (gaan „kijken", had niet gezien welk een schrikwekkend winkelhuis daar als pasto rie betrokken moest worden; hij had niet in aanmerking genomen, dat hij f 400 in iractement achteruitging, en dat met een snel aangroeiend gezin. Hij moest gaan, het werd hem ,van Boven bevolen". In Harderwijk' is Ds. Oorthuysveel voor de arme kjolo-nialen geweest. Baron Aylva van Pallandt van Putten opende daar weldra een militairen-tehuis, dat goed werk deed en waar men ook' logee- ren kon, maar geen borrels k'oopen. Een uitnemend echtpaar was er als vader en moeder aangesteld. Oorthuys ging er dikwijls' heen, .las en sprak met de jongens, bad met ze. Vriend jstchapsbanden ontstonden er; Duitsche 'gesjeesde studenten en gedegradeerde of ficieren waren onder hen, ze bleven in die ■dagen lang in Harderwijk, ze kwamen wel bij Ds. en mevr. O. aan huis, die hen dan trachtten te troosten en te bemoedigen. Voor 'sommige kolonialen werd' Har derwijk- tot grcoten zegen, en nog tegen woordig wordt in „de Oost" de naam van onzen Oorthuys met dank genoemd. Daar werden er in die dagen tot God (bekeerd, en later kwam soms bericht van ihen ui: O. I., hoe zij daar met hunne 'kameraden over geestelijke dingen spra nken, en „hoe de Heere daar zegen over gaf". Er was in Harderwijk weer, evenals in Woüdrichem, grooie geestelijke zegen iets van', een opwekking, Oorthuys was •een gereformeerde me ihodisü. Dë. invloed van zijn geestelijke vader, H uet j; is' levenslang aan zijn werk' te zien geweest."; He. werk in Harderwijk greep hem zeer aanïfeiVhij werd ziek." Een zware bron chitis en'overwerk't zijn; hij kon niet voort Lièyévvrierïden hebben hem toen in staat '■gestéld fn'aar Pau en Cannes te gaan; na een"? half jaar kwam hij genezen terug. "-Terwijl hij weg was, was in Harderwijk deCdclearuie uitgebroken; en het was (.Oorthuysduidelijk, „dat de Heere hem een^pooV te Pau en te Cannes had wil len'opbergen tegen deze zoo geestelijke beroering".'" (Hij/heeft nooit eenige aantrekkings kracht ah de doleantie gevoeld. Als men .^henP'hier wel eens trachtte over te halen 'Vtaa'r 'de oltantie, dan kon hij zoo kalm jnty/c>5r n? „Man, daarbij wordt het mij 'groen c.. aoel yootr de oogendaar moet je;bijmee aankomen". Ik geloof jfbij „Ca- t-uu^s aan groen en geel, want hij zag" de dingen in kleuren. AVat niét in zijn herinneringen gedrukt staat, maar wel uit zijn herinneringen aan mij" medegedeeld, wil ik hier eens zacht jes oververtellen. In Cannes of in Pau ont moette hij dien winter een hooge oome 'uit de Rpom'sche Kerk, een pauselijke ..kamerheer, die het pauselijke paars in v zijn uniform droeg. Oorthuys heeft menig gesprek met hem I gevoerd. De tijd van het Carnaval komt /aan; daar wordt in Zuid-Frankrijk' druk jwerkjvan^ gemaaktook daar in Cannes. /.V.In,het groot hotel waar Oorthuys en '/de"'Rp;omsche hooge oome logeerden, was Jo.ok een bal; "de Italiaan dringt aan, dat Oorthuys daaraan deel zou nemen. Stel u voor, Oorthuys op een carnavalsbal. „Maar ik' zal wel eens naar je komen Jkijken", zegt hij. En inderdaad, Oort huys komt dien avond in de buurt van de balzaal, -doet de deur half open en ontdekt al spoedig den dansenden Ita- liaailschen kamerheer in een domino-cos- tjuum of zoo iets en hij heft bestraffend ennadrukkelijk, driemalen, den vinger tegen (hl»m pp. Den volgenden morgen ontmoet hij zijn rpomschen vriend, in wiens Italiaansche mentaliteit geen plaats was voor wat hij Sioemde die strenge puriïeinsche ideeën. „Heb je daar nu gisteravond pleizier gehad?" vraagt Oorthuys hem. „Ach, mijn vriend", was het antwoord, ,rje moesc eens weten wat het is, altijd 'eenzaam te zijn zooals wij, je komt thuis, je zoudt snakken naar gezelschap; je bent a-lleen. altijd alleen. Dan wil je wei eens graag als een gewoon mensch doen onder andere menschen". Oorthuys vertelde het mij voor kennis geving. Hij zeide er zijn meening niet bij. Maar in zijn lieve, zachte stem klonk iets van .onnoemelijk medelijden. Kerkelijke belasting. De meening, dat kerkvoogdijen ten op zichte van. onwilligen bij de heffing van kerkelijke omslagen machteloos staan, is dezer dagen te Wijk'-aan-Duin gelogen straft. De Haarlemsche kantonrechter heeft vonnis gewezen aan een der lidmaten der Ned. Herv. Kerk te AA'ijk'-aan-Zee en Duin en heeft gedaagde veroordeeld tot betaling, waarna door de gevolmachtig den van genoemde kerk opdracht is ge- geven lot executie. „Filippus." De algemeene vergadering van het Ge ref. Traktaatgenootschap „Pilippus" zal 'gehouden' worden te Breda op Woensdag 28 Oct. 1925. Op bezoek bij zendeling Kruyt. Aan de reisbrieven van den heer Tille ma in „Het.Koloniaal Weekblad" is het volgende ontleend Na een paar uur kwamen we te Pen- idolo, waar we in de gastvrije woning van de'familie Kruyt gastvrijheid genoten. Pendolo ligt aan het Posomeer, het meer, waarin indertijd de bekende geoloog Fennema is verdronken. Het meer is schoon, iqaar op mij maakte het Tob'a- meer looh nog meer indruk. I11 het meer leven visschen, palingen en veel krokodillen, vermoedelijk niet vreed zaam tezamen. Maar dien strijd onder de "(oppervlakte ziet men niet. Bij menschen trouwens ook' niet. Op verschillende plaat sen Iaat 'de bevolking takkebossen, be zwaard met steenen, in het meer neer. De visch schuilt gaarne tusschen de tak- TWEEDE BLAD. Wat de bladen zeggen. Gezond sentiment. Sentiment in de politiek, zegt de R 011 e r d. kan niet geheel ontbreken. In de sociale politiek' vooral niet. Toch kan deernis mej, het lot 'der zwakken soms leiden tot het aanvaar den van regelingen, die principieel moeilijk kunnen worden aanvaard. Bekend is het pijnlijke conflict, waarvoor de antirevolutionairen zich geplaatst zagen, toen in het eerste ont werp Ongevallenwet Minister Lely zonder eenige tegemoetkoming het mo nopolie van de Rijksverzekeringsbank doordreef. Dr. Kuyper le'gde toen 13 Dec. 1899 voor het begin der stemming deze merkwaardige verklaring af: „Rede nen waarom wij, ons voorbehoudende later elke poging tot decentraliseerïng van de Ongevallenwet te steunen, vrij heid vinden voor dit ontwerp te stem men. Vooral nu niet wij zeiven, maar verminkten, weduwen en weezen, bij verwerping der voordracht, het. gelag zouden betalen, achten wij het volgen van 'deze gedragslijn èn geoorloofd èn raadzaam." Uit deernis met de ellendigen werd berust in dè afkeurenswaardige rege ling. Voor korten tijd beleefden wij in de verzekeringsmaterie eenzelfde geval. Het droeve wachten op de invoering 'der Ziekteverzekering met het lugu bere tusschenspel Posthuma-Kupers, deed onderscheidenen in een despera dostemming geraken, die de geesten bereid maakte om alles te aanvaar den, ipdien maar de essuventle haar beslag kreeg. Op de samenkomst onzer Christe lijke vakorganisaties kwam 'die stem ming duidelijk tot openbaring. Zoowel de inleiding van den heer Smeenk als het daarop volgend debat vormde éen aaneenrijging van ge gronde klachten tegen de ontworpen regeling En toch', het wachten moede, men wilde Minister Aalberse's voorslag aanvaarden, om de zaak haar beslag te doen krijgen. Niettemin kreeg de zaak nog niet haar beslag. In zekeren zin, gelukkig. AA7ant nu een' nieuw bewindsman, niet gebonden aan lastige anteceden ten, verscli tegenover deze materie staat, mag met meer recht dan ooit te voren de eisch worden gesteld, dat teruggegrepen zal worden naar het oude ideaal, hetwelk al meer in de rechterzijde als de eenig mogelijke op lossing wordt gezien: de wet-Talma met meerdere erkenning van de bijzon dere kassen. Onverwijlde verwezenlijking van liet oude ideaal dat. is thans het gezon de sentiment in deze aangelegenheid. De Belasting-invordering. De „Haagsche Post" pleit voor een wijziging van artikel één van onze be daagde wet op de invordering, luiden de: „De invordering der directe belas tingen geschiedt krachtens de kohie ren. De publieke opinie (en dat is een dame, idie soms zeer oppervlakkig oor deelt) meent nu, dat er alleen belas tingplicht is als men op het kohier staat. Zoo is het toch niet. Eigenlijk is men belastingplichtig (of men moest het zijn) omdat men een zeker inko men heeft of een zeker huis bewoont. Dus van 1 Januari tot 1 Januari. Men moest ook het heele jaar door belas ting kunnen betalen. Doordat men dat niet kan, gaat alvast jaarlijks min stens anderhalf millioen rente verlo ren, en nog wel evenveel aan „onin bare posten." FEUILLETON. Het geheim van Colde Feil. 37) „Hoe ziet zij er uit?" vroeg de be drijvige meesteres van het huis aan het dienstmeisje, dat haar kwam raad plegen. „Een dame, jong en mooi, maar het 3chijnt dat ze erg ziek is geweest" was het antwoord. ,,'Wij kunnen wel plaats maken. Num mer een en twintig en de zitkamer er naast. Ik zal het wel schikken" zei de directrice. Maar de dame schrok hevig, toen zij het nummer van haar kamer hoorde. „Eenentwintig" zei zij. „Heeft u geen andere kamer?" „Neen, mevrouw. Ons huis is zoo vol, dat we zelfs alleen met moeite de ze kamer hebben kunnen vrij maken" zei de bediende, vol verbazing, dat de dame iets tegen deze rustige, aardige, kamers had; zonder het flauwste idee waarom „eenentwintig" zulk een vree- helijken klank had in de ooren van de vreemdelinge. „Wat zult u gebruiken, mevrouw?" was de volgende vraag". „Ons huis is beroemd om zijn koffie.' Weer ging er een vreeselijke huive ring door de vreemdelinge. Wanneer zou zij in staat zijn dat woord te hoo- Is het dan zoo te regelen, dat men kan betalen vóór men het aanslagbil jet heeft? Zeker kan dat. Zelfs is er al een bescheiden eerste stap naar dien veel juisteren toestand gedaan door de voorloopige aanslagen voor inkomsten-belasting Die komen ech ter alleen voor inkomens boven f 1500. Maar voor een werkelijk goede rege ling „in grooten stijl" is meer noodig. Vooreerst moet men het belasting jaar der inkomstenbelasting, evenals dat van de personeele- en grondbelas ting op 1 Januari laten ingaan. Daar tegen is geen bezwaar Vervolgens moet ieder burger van Januari af zijn „ko hier artikel" zijn nummer op de re kening met den staat hebben. Men voelt wel: als men in Februari wenscht te betalen, moet de ontvan ger de betaling ordelijk kunnen boe ken. Ook hiertegen is geen bezwaar. En dan moet de burger weten hoeveel hij zai te betalen hebben, hetzij geheel, het/ij alvast een deel, 'tot de definitie ve aanslag bekend is. Dat kan ook, meen en wij hier op het kantoor. Er zou veel gewonnen zijn als er op deze wijze meer regelmaat in de Staats machine kwam. De Staat zou eerder zijn geld krijgen. Niets zou hem trou wens beletten, een korting voor con tante betaling te geven. Men zou eens zien hoe dat hielp Alle winkeliers we ten dit reeds goed. Onze kommies Hup kes zou maar eenmaal naar Jan Jan sen behoeven te wandelen. De inspecteur, die Jan Jansen in de inkomstenbelasting moet aanslaan, zou alle gegevens bij elkaar hebben. „Kijk" zou hij zeggen, „die Jan Jansen heeft een motorfiets en hij bewoont een huis van f400 huurwaarde. Dat kan hij toch moeilijk doen met dat in komen van f 1800, dat hij aangeeft. We zullen hem eens oproepen." En wij op bet kantoor? We zouden regelmatiger vervolgen en voor alle belastingen te gelijk. Wat den deurwaarder en ons tijd zou besparen en Jan Jansen ver- volgingskosten. Dat zou alles bezuini ging zijn van de goede soort en dienie mand leed behoeft te doen. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Amsterdam, C. Ko ningsberger te Blokzijl. Te Steenwijk, D. M. Blankhart, te Nijver dal. B edank't: A'oor Ransdorp-Schelling- wou de, W. Reus te .AVestk'apelle. Voor Vreeswijk, J. F. Rofh te Almk'erk'. Aangenomen: Naar Reilzum, AV. J. de Wilde te Koudum. Naar Scherpe- nisse, D. Los, te Mijnsheerensland. GEREF. KERKEN. Twee tal; Te St. Laurens, A. Koning cand. te Nieuvverbrug a'. d. Rijn en J. Maaskant, cand. te Rijsoórd. Te Groningen, G. O. Donner te Em- men en J. G. Feenstra te Scheveningen. Beroepen: Te Zalk en Arecaten, A. cle Koning te Nieuwerbrug a. d. Rijn. Te AVerkëndam, J. v. d. Spek, cand. te Spij k'ernisse. CHR. GEREF. KERK. Bedankt: Voor Broek op Langendijk' A. Zwiep te Iiillegom. GEREF. GEMEENTEN. Twee tal: Te Borssele, H. Kieviet te Veenendaal en A. A^erhagen te Middel 'burg. Beroepen: Te Paterson en te Kala mazoo (New. Jersey, Noord- Amerika) M. Hofman te Krabbendijk'e. Bedankt: A7oor Aagtek'erk'e, M. Hof- map te Rrabbendijke. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Het afscheid van Ds. J. G. R. Lang'- hout van de Ned. Herv. G'em. te Mij drecht is bepaald op 27 Sept. a.s., waarna Z. Eerw. op 4 Oct. d.a.v. intrede hoopt te doen te Lienden, na bevestigd te zijn door Ds. G. van der Zee van Hagestein. Na doior Ds. A. W. M. Odé, van Haagvliet met een predicatie ojver 1 Thes. 5:241 e zijn bevestigd, heeft Zondag Ds. J. Hengevelcl, gekomen uit Schipluiden, intrede gedaan bij de Ned. Herv. Gem. ren, zon'der dat het zulk een reeks van verschrikkelijke herinneringen bij haar opriep. „Neen" antwoordde zij, „ik zal wat thee gebruiken." Toen de thee was binnengebracht cn zij die had gebruikt, voelde zij zich wat verfrischt; al de behoeften van haar lichaam had zij vergeten in don nood van haar ziel. Zij vroeg urn nieuwsbladen, waarin zij hoopte be richten te vinden over het vertrek van de booten naar New-York. Zij dacht er niet aan, dat zij iets zou vinden met betrekking op haar eigen vonnis; dat was voorbij. Hester Blair bestond niet meer; maar de couranten waren er vol van. De „Times" hacl een hoofd artikel over het onderwerp en besprak de vraag, of het verstandig was zulk een vonnis te vellen. Een van de Lon- densche bladen behelsde haar levens geschiedenis, die nauwelijks op waar heid berustte; de Liverpoolsche cou rant bevatte een beschrijving van haar zaak en de strekking van het artikel was geheel tegen haar. Zij las het mot een wanhopig hart, maar toch, wat kwam het er op aan? Hester B'air bestond niet meer. Haar hart was ziek van ellende en moeheid. „Het schijnt" zei zij bij zichzelf, bit ter gestemd, „dat Dudley Ross gelijk had, toen hij zei dat de naam van Hes ter Blair wijd en zijd bekend i?. Hij had er wel bij mogen voegen, dat hij eveneens algemeen gehaat is." Plet was voor het eerste sedert hare terechtzitting, dat zij alleen was en alles kwam haar weer voor den geest als in een droom. De vier muren van haar kleine zitkamer schenen te wij ken en zij was nog eens in de overvol le rechtzaal; zij hoorde weer de zware stem van den rechter en de scherpe, koude stem van Sir Burton Cairnes. Weer hoorde zij die welsprekende ver dediging, die nooit te vergeten was en de conclusie van 'den rechter, die het voor de jury zoo moeilijk maakte uit te vinden of zij schuldig was of on schuldig. AA^at was zij dicht bij den rand van het graf geweest! Hoe zou haar hart hebben stilgestaan, als de twaalf jury mannen langzaam de zaal waren bin nengekomen. Als de voorzitter dan ge zegd had: „Schuldig." „Ik weet het niet' zei zij stil bij zich zelf, „maar ik zou bijna even graag gestorven zijn, als het maar niet £plk een vreeselijke dood was geweest. En ik ben nog zoo jong." Het was een vreemd uur voor haar. Zij wist niet van de ziekte, die boven haar hoofd hing van het vuur, dat reeds in haar brein begon te branden. Zij kwam af en toe met een diepe zucht tot zichzelf en dat wonderlijk gevoel, als of zij niet zichzelf was, maar ie mand anders, wier lot zij met belang stelling volgde, overviel haar weer. De letters schenen te dansen voor haar oogen de plaatjes der Liver pool sche courant van de stoombooten, die zouden uitvaren schenen plotse ling te leven. „Mijn verdriet heeft mij krankzinnig gemaakt" zei zij bij zichzelf. Toén probeerde zij kalm een stoom boot uit te zoeken, die binnenkort zou vertrekken. Zij kon niet meer lezen en begrijpen. „Ik moet maar wachten tot morgen" dacht zij. Zij sliep zwaar dien nacht, steeds droomende dat zij weer terug was in de overvolle zaal en wachtte op haar vonnis. Zij wercl des morgens na dien zwa- ren slaap onverfrischt wakker, maar de helderheid van haar geest was voor een deel teruggekeerd. Zij zag, toen zij de courant naging, dat ejn stoomboot, genaamd „The City of Pearl" op den eersten Juli naar New- York vertrok. Dien datum kwam haar goed uit en zij vond den naam van de boot aardig. Zij zou bijna drie dagen hebben waarin zij haar uitzet kon koo- pen en alles in gereedheid kon bren gen voor de reis. Dien dag ging zij naar het bureau en kocht haar kaartje eerste klas, want de gedachte met iemand anders een hut te moeten deelen was haar ondra gelijk. „Mejuffrouw Malcolm, leerare? AAN HET ZOEKLICHT. Leiden, 9 September 1925 Met groote belangstelling volg ik H. M. onze Koningin op baar zegetocht door Friesland. Do Friezen komen niet zoo gauw uit de plooi. Ze zijn van nature wat stijf en harkerig. Zij geven zith niet zoo gemakkelijk en lijken weieens wat koud. Maar ze zijn 't daarom niet. Liefde en trouw zij'n deugden die men bij de Friezen niet tevergeefs zoekt. En als ze Oranje zien, dan komen ze los. Want ze hebben Oranje lief en ons Oranjehuis kent geen trouwer on derdanen. Wat een geestdrift! Uren en uren fiest en loopt en rijdt men in een stroo menden regen om toch maar even het Vorstelijk gezin te zien en om mee te kunnen aanheffen die bekende ontroe rende klanken van 'toude AVilhelmus. Gelukkig ons volk, met z'n Vorstin, die graag op een boerenkar plaati neemt om een geisoleerd stukje Ne derland te bezoeken. Maar gelukkig ook de Vorstin, die eenige dagen mag toeven temidden van liefhebbende onderdanen voor wie 't: trouw tot in den dood, geen ijdele klank is. OBSERVATOR. ken. Met vergif, dat tusschen d?ze tak ken wordt aangebracht, bedwelmt men nu de visch, waarna men zét gemakkelijk kan vangen. Op Pendolo troffen we een merkwaar dig staaltje van de vindingrijkheid der vrouw aan. Er is ter plaatse heel weinig te krijgen en alles mo2t worden aange voerd, wat lastig is en kostbaar. De vrou wen bedenken dus allerlei listigheidjes om het leven er zoo dragelijk mogelijk te maken. Ot.der meer had mevrouw Kruyt kren tenbrood leeren bakken zonder krenten. Zr-jiiiz als hazenpeper zonder haas. Het was heel smakelijk en het uiterlijk was cok! d"at van krentenbrood of liever'van Tozijnenbrood. Ik vroeg, hoe mevrouw aan die „sun- maid" rozijnen kwam, waarop ze ant- woordde, dat ze die zelf had in haar tuin. Mijn verbazing was niet zoo heel erg groot, want te Larantoeka had :k bij de zusters druiven gegeten. Maar ik stond toch wel stom verbaasd, toen mevr. Kr. mededeelde, dat die zwarte stukjes in het brood pisangs waren. Dus geen lcrentebrood, maar pisang- brood hadden we gegeten... en 't niet gemerkt. Toevoeging van een organisch zuur (citroenzuur b.v.) 7 u wellicht de overeenkomst nog frappLïter maken. Aan een def huizen in de buurt v-2n Pendolo, in 't midden an dpn voorgevel zagen we een paar trossen pisangs han gen. Dr. Kruyt deelde .ons mede, dat daar pas een bruiloft ,vas g.jvierd. JJe prbang is het symbool der zoetheid en Je.* vrucht baarheid. De zending in Poso heeft, door zich' op menschkundige wijze aan te rassen aan de toestanden onder cle Foradj.ns. succes verkregen. Een duidelijke ïiimtra- tie hiervan leverde een godsdienstige bij eenkomst 's Zondags in liet schoolge bouw op. Een moeder zat er met haar zuigeling op een der voorste banken. Baby deed zich te goed aan da borst en moeder luisterde naar de preek. Af en toe liet baby de borst los, om met vragende kraaloogjes de vele omstanders op te nemen. AA*"as baby bevredigd, dan begon ze weer da borst te zoeken. Moeder hielp dan. Toen de gemeente eindelijk staande het „Onze Vader" aanhoorde, werd baby recht op de bank gezet en door liefkoczingen stil gehouden, 't Was een mooi beeld van kinderlijk vertrouwen van ,kind in moeder, en moeder in voorgan ger. Dr. Kruyt is leider van de kweekschool met 31 interne leerlingen. De school is eenvoudig, passend voor de omgeving. De scholieren maken en wasschen hun eigen kleeren en doen het huiselijk werk voor de inrichting. Ieder heeft een houten krib met klamboe (^die niet stuk was) en een kastje voor zijn bezittingen. in muziek." Zij bleef nog enkele oogen- blikken op het bureau en vroeg naai den waarschijnlijken duur van de reis, en ging toen naar het postkantoor om een brief aan Mr. Ross te schrijven. „Ik heb mijn reisbiljet genomen", schreef zij, „en wij varen uit op den eersten Juli. De stoomboot is zeer goed ingericht en heet „The City of Pearl". En toen Dudley Ross dien brief had gelezen, voelde hij, dat dit het laatste was, dat hij van Hester Blair zou hooren. Zij deed verscheiden inkoopen en liet die één voor één naar haar hotel zenden. Een groote koffer, geadres seerd aan mejuffrouw Annie Malcolm passagier voor New-York per stoom boot „The City of Pearl" werd regel recht naar de boot gezonden, de rest stuurde zij naar haar adres in het hotel. Op den laatsten dag van Juni ree.1 zij naar de boot om te zien of er niets was vergeten. De stoomboot zou den volgenden morgen vroeg vertrekken en als zij iets had vergeten moest het vandaag nog in orde worden gebracht. Zij had niets gezegd tegen de men schen in het hotel waar zij heen ging; zij was van plan op den morgen van den eersten Juli een rijtuig te nemt'i van het hotel naar de aanlegplaats van de boot - .GYordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5