CHRISTELIJK DAGBLADvoor LEIDEN EN OMSTREKEN 6e JAARGANG DONDERDAG 6 AUGUSTUS 1925 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal i 2.50 Per week 0.19 Franco per post per kwartaal i 2.90 BUREAU: Hooigracht 35 - Leiden TeL 1278, Postgiro 58936, Postbox 20 ADVERTENTIE-PRIJS V Minister Aalberse. In de (R. K.) Volkskrant werpt het Tweede Kamerlid C. J. Kuiper een terugblik op Minister Aalbersei's zeven jarig bewind. De eerste vier jaren van Aalberse's; -bewind, zoo schrijft hij, vormen een buitengewoon vruchtbare periode in den socialen ontwikkelingsgang van ons vólk, niet alleen door de gunstige omstandigheden verwekt, maar óók in belangrijke mate bevrucht door de groote werkkracht en den sterk ont wikkelden zin voor sociale gerechtig heid, die zijn gansche levenswerk ken merkt Ja zeker, op de vier vruchtbare ja ren zijn de drie inproductieve magere jaren gevolgd, maar in onzen kring- is het niet aan de aandacht ontsnapt, van hoe groote waarde het is geweest, dat de heer Aalberse niettemin op zijn post bleef om zijn werk te blijven beschermen tegen de vernielende ten- denzen waardoor het in hooge mate werd bedreigd. Neen, al is er de laatste drie ja ren aan Arbeid niet veel positiefs ge beurd, ze waren toch niet zonder ver diensten, omdat met groote vastbera denheid werd behouden wat misschien anders aan cuitureele goederen voor de toekomst zou zijn verloren gegaan. Anderzijds was het zijn naasten vrien den niet onbekend hoe zwaar het den minister zelf viel, dat de omstandig heden hem buiten staat stelden aan zijn verdere positieve plannen uitvoe ring te geven. Deze gedwongen passiviteit was hem heel wat moeilijker dan het dag- en nachtwerk in de eerste jaren van zijn bewind. Naarmate evenwel de moeilijkheden der laatste jaren vergeten zullen kunnen worden, zal ongetwijfeld het geheele zevenjarige bewind van den heer Aalberse te meer worden begre pen en gewaardeerd, en dat niet slechts é.oor degenen die hem uiter aard het naast staan (de katholieke en christelijke arbeiders! maar door heel het volk. STADSNIEUWS. Kinderzendingsfeest op „Oud Poelgeest". Zooals wij reeds mededeelden, werd het Zendingsfeest geopend door den heer F. J. Barens, voorzitter van het kinderzendingscomité. Hij liet zingen Ps. 98:1 en 2 en ging daarna voor in gebed, en sprak vervolgens een kort openingswoord, waarin hij voor de jeugdige schare de beteekenis van dit zendingsfeest uiteenzette, en om. de groeten overbracht van den heer J. F. de Heer. die vanaf het eerste kinder feest altijd trouw aanwezig was, doch ditmaal door verblijf in het buitenland het feest niet kon bijwonen. Nadat de kinderen mei begeleiding hadden gezongen, hield Zendeling H J. Egg ink, zendeling vanwege het Java-comité in Angkola enz., een cau serie over: „Een bezoek aan de Ang- kolaneezen op Sumatra". Wat de zendeling van de jeugdige Angkolane.ezen vertelde, bestond uit verschillende fragmenten, en gaf en kele toestanden en gebeurtenissen heel aardig weer. Een ervan hebben we opgeschreven. Rombang is een kleine Angkola- nees, die eens met een zendeling- in aanraking komt hij gelegenheid van 'n samenkomst als de jongen heel stie- kum langs hem heen loopt, en over het „witte" vel van diens hand strijkt, om te voelen of het, zooals zijn volksgenooten elkaar vertellen, inder daad „koud" is. Rombang woont i zijn grootvader een eind ver buiten het dorp, aan den rand van het bosch. Die grootvader is geen christen, „zelfs" geen Mohammedaan, zooals zich de dorpelingen jegens den zende ling uitdrukken, als zij hem afrad-u naar den man heen te gaan, daar hij maar zoo'n gewone heiden is, die nog gelooft aan geesten enz., en om op bedenkelijk vertrouwelijken voet moet staan met een geheimzinnigen slang. Maar de zendeling voelt zijn belang stelling geprikkeld, en gaat op zeke ren dag naar den grootvader van Rom bang, wiens bijgeloof van nogal niet gevaarlijken aard blijkt te zijn, en met wien de zendeling spreekt over de toekomst van den jongen. De korte inhoud van het vervolg is, dat R. in het dorp op de school komt en na eenigen tijd den Heeie Jezus leert lief hebben. Dan wordt echter de jongen ziek; de grootvader weet geen raad, hij had zc gaarne gewild, dat R. eenmaal zijn plaats zou innemen. Maar eindelijk moet hij er in berusten dat z'n klein zoon van hem wordt weggenomen, n: een heerlijk sterfbed waar de kleine vent op z'n eenvoudige manier uiting geeft van zijn kinderlijk geloof en zegt dat het leven hem niets meer lijkt vergeleken hij dat bij den Hei land, dat hem wacht. „Grootvader", roept hij, als hij zich nog eenmaal op richt, „gro:otvader daar komt de Heerè Jezus". Even later is Rombang er niet meer. Zie, aldus spr., van zulke dingen te mogen vertellen op een kinderzendings feest in Holland is toch een groote genade en een rijke zegen. Mogen wij dit alles meer waardee- ren, en bij vernieuwing onze krach ten inspannen voor het heerlijke zen dingsfeest. Na de pauze waarin de jeugdige be zoekers op veiverschingen onthaald werden, en „Wilhelmina" voor muzi kale afwisseling zorgde, hield zende ling P. Schuyt zijn gehoor aange naam bezig met de geschiedenis van „een muzikalen heiden", den kleinen Bandog, die eerst door zijn heidensehe familie werd uitgestooten omdat hij een ziekte had die hem lastig maakte voor zijn omgeving, doch later, toen zijn familie door de zendelingen die op Gosso waren gekomen, tot het Christendom was bekeerd, hem weer opgezocht, en het middel mocht zijn ook hem tot den Heiland te brengen Nu werd weder pauze gehouden, tot groote vreugende van de kinderen, die zich maar uitstekend vermaakten on der het groene looverdak, en onder lei ding meestal van onderwijzeressen en onderwijzers allerlei spelletjes deden. Nadat de muziek van „Wilhelmina" allen weer bijeengeroepn had, hield de heer C. de Ru uit Leiden een in teressante vertelling over twee Ja- pansche tuinjongens, Nji Matsoe en Cho Matsoe (respectievelijk kromme en rechte pijnboomDuidelijk komen in het verhaal het edel karakter van den eenen, en het luie, gemeene van den andere broer uit, die beiden in cïienst komen bij een bloemenkoop- man in Tokio, waar Cho goede vor deringen maakt en aanzien krijgt. Nji wóidt afgunstig ll w* et zijn broer in e n verkeerd daglicht te plaatsen door een gouden afgodsbeeld te stelen en dat in den koffer van Cho te verher- gen. Gevolg is, dat Cho wordt wegge stuurd, die echter te midden van zijn verdriet kennis maakt met de Zondag school en daar den Heiland leert ken nen. Tenslotte vinden heiden elkaar weer en komt boontje om zijn loontje, wan neer door een vergissing Nji inplaats van Cho van een filiaalhouder er dik van langs krijgt. Met groote spanning werd de leer zame vertelling aangehoord, en toen, nadat nog eenige liederen gezongen waren, kwam langzamerhand 't einde. Ds. Joh. Kijne van Woubrugge sprak een slotwoord, waarin hij de eigena resse van het landgoed, de sprekers de muziek, en de helpster(ers) hartelijk dank bracht, om tenslotte voor te gaan in gebed. Opgewekt en voldaan,gingendaarna alzingende de vroolijke kindergroe pen huiswaarts. 't Was voor de Zondagsschoolkinde ren een mooie dag geweest. Christelijke Jongelieden vereeniging Jczua 24:12b. tSljtj. De voorspellingen zijn uitgekomen, in betrekkelijk korten tijd waren allen „onder zeil." 's Ochtends werd na gemeenschappe lijk overleg besloten, eerst de noodige inkoopen te doen en dan den dag verder door te brengen in het Spanderswoud, waar des middags dan ook verschillende spelen plaats hadden, zooals touwtrek ken, zaklöopen, hardloopen en koek- happen, waarvoor .zeer veel animo was. Het was weder eén prachtige dag en de jongens genoten hoorbaar. Te half vijf was het laatste middagmaal, na afloop waarvan de terugtocht aanvaard werd. Te kwart over negen arriveerde men te Leiden, afgehaald door ouders en vrienden, waarna in het vereenigings- geoouwde vacantie gesloten werd onder dankzegging aan allen die medegewerkt hadden teneinde deze dagen genoegelijk door te brengen, waarna de voorzitter voorging in gebed. Prof. Van Vollenhoven. Prof. mr. C. van Vollenhoven, die geruimen tijd in Amerika heeft ver toefd in verband met de regeling van Amerikaansch-Mexikaansch© geschil len, is alhier teruggekeerd. Leger des Heils. Zooals reeds eerder werd aangekon digd heeft gisteravond het Engel- sche Leger des Heils-muziekkorps van SiOuthsea I onze stad ©en bezoek ge bracht. Na gistermiddag in Utrecht nog een Concert te hebben gegeven, kwamen hier gisteravond met den trein van 6.13 de muzikanten aan; op het sta tion verwelkomd door het Leidsche korps. Onder de .tlonen der muziek trok men naar het gebouw van het Leger des Heils a^i de Langebrug, waar de thee werd gebruikt. Om 8 uur ving daarna een groote uitvoering aan in de Graanbeurs, waarvoor een overweldigend groote belangstelling wérd getoond; eigenlijk was het er wel iets te vol. De uitstekend geslaagde samen komst werd geopend door adjudant Huig uit Den Haag, waarna de Eere kapelmeester van het Engelsche mu ziekkorps, de heer E. J. Smith, die vier zijner zonen onder de leden van het muziekkorps telt, een Schriftge deelte voorlas. Namens het Nederlandsche hoofd kwartier te Amsterdam was majoor Cohen aanwezig die ook nog het woord voerde. Achtereenvolgens bracht het korps een schat van Liederen ten gehoore, en op een wijze die het muzikaal, zoo wel als het godsdienstig gevoel streel de Het publie.k toonde zich uiterst dankbaar, en maakte ook een ruim gebruik van d© gelegenheid die er in de pauze werd gegeven om zelf lie deren aan fie wijzen die men gaarne gespeeld zag. „Avondstond", en tot slot een machtig gespeeld „Hallelujah' lied bleken wel tot de meest geliefde liederen te behooren. Het werk van de Engelsche muzi kanten maakte diepen indruk op de talrijke schaar. Vandaag is het korps in Den Haag en morgen gaat het naar Rotterdam vanwaar men deze week nog naar Hoek van Holland en dan naar En geland teruggaat. Gistermiddag kon men in de stad verschillende vreemdelingen ontmoe ten, die door hun speciale kleedij en uiterlijk -de aandacht trokken. Het van het bekende kozakken-koor, dat gevormd is uit Oud-Officieren van het Russische tleger. Gisteravond hebben zij onder groote belangstelling een con cert gegeven in den tuin van „Zomer zorg". BINNENLAND. Le inöische pers over den a.s. minister van Koloniën. Het Bat. Nieuwsblad wenscht Indië geluk met de bereidverklaring van den heer Weiter, om het ministerschap van Koloniën te aanvaarden; het noemt de zen bewindsman iemand, die door kneed is in Regeerings- en bestuurs zaken en een der meest gewaardeerde Gewone advertentiën per regel 22l/t cent Ingezonden Mededeelingen, dobbel tanel. Bij contract, belangrijke redactie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten Hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent. raadslieden van de Indische Regeering en die gelegenheid gehad heeft nauw keurig na te gaan, welke ministeri eel© leiding Indië noodig heeft. Volgens de Javabode behoor* de heer Wel ter tot die mannen, die ten gevolge van de snelle ontwikkeling ónder alle omstndigheden het hoofd niet hebben verloren, maar zich reken schap hebben gegeven van de begin selen, welke de grondslagen zijn onzer moderne koloniale politiek. Het Nieuws v. d. Dag v. Ned. Indië noemt den heer Weiter een hard wer ker, wiens persoonlijke bekendheid met op den voorgrond tredende figu ren en figuranten van het Indische tooneel van groot gemak is bij het beoordeelen op een afstand, van het geen zich in Indië afspeelt. De minis terieel© ruil is voor Indië stellig geen verlies; meer dan in den Raad van Indië zal de heer Weiter als Minister het land en het volk dezer gews- ten van dienst zijn. De officieren tegen de ontwapening. De elfde algemeene vergadering van de Vereeniging van officieren van de Nederlandsche landmacht heeft, op voor* stel van het hoofdbestuur, met algemee ne stemmen de volgende verklaring aangenomen: De Vereeniging van officieren van de Nederlandsche landmacht, in hare algemeene vergadering te Utrecht, ver klaart zich in beginsel voor het in den gang der wereldgeschiedenis passende streven naar totstandkoming van inter nationale rechtspraak en de daardoor mogelijk wordende internationale ver mindering van de bewapeningen. Zij verklaart zich echter ten sterkste tegen eenzijdige, nationale ontwapening, waardoor niet alleen 's lands veiligheid in ernstig en onmiddellijk gevaar wordt gebracht, maar tevens het ontstaan van een internationale rechtsverhouding tus- schen de staten eer zal worden tegen gehouden dan. bevorderd. Het ontwerp-Weeldebelasting. Naar Inkoop en Verkoop, het vak blad voor den handel in consumptie- ariikelen, bericht, heeft de regeering besloten het artikel zoetekoek uit het ontwerp-Weeldebelasting te lichten. Koek was in het ontwerp het eenig be laste boterham-artikel, en het laten ver vallen is, volgens het blad, vooral ge schied, op grond van de omstandigheid, dat de grondstoffen voor de koekfabri- cage reeds door verschillende rechten i zwaar zijn belast. J. C. G. O. B. Gisteren is in Den Haag de 10e al gemeene vergadering van den jonge lieden christen-geheelonthoudersbond gehouden. Na een openingswoord van den bondsvoorzitter, den heer B. v. d. Ham uit Arnhem, werd het jaarverslag uitgebracht. De bond heeft weer een maandblad gekregen en het financieel tekort werd omgezet in een batig saldo. Er zijn thans 12 af deelingen en één correspondentschap. Het ledental is ge stegen. In het afgeloopen jaar is voor propoganda veel lectuur verspreid. FEUILLETON. Het geheim van Colde Feil. 3). „En iemand uit dien winkel zal ze ker als getuige tegen u worden op geroepen:" vroeg hij. „Zonder twijfel", antwoordde zij. „Zeg mij dan, mevrouw 131air' ging Dudley Ross voort, waarom heeft u dit vergif gekocht? Ik weet. voor dat u nog deze vraag heeft be at twoord, dat het niet met net oog op de misdaad was". „Neen, dat was het zeker niet'Vant- "\\ocrdde zij met een zenuwachtige/ handbeweging, terwijl de blos op haar meisjesachtig gelaat dieper en war mer werd. „Ik schaam mij', het u te zeggen, mijnheer Ross. Van al de din gen, die ik over mijzelf had te zeggen, is dit het pijnlijkst" Hij keek haar oplettend aan. De zonnestraal was verschoven, hij lag niet meer op haar jeugdig gelaat, maar streek in een rechte lijn over de tafel en bescheen de blanke, gevou- v. en handen. Zij had niet gcccgd, dat zij bang was hem te vertellen, maar dat zij zich s aaamde. Waarvoor had zij zich te s mien? Zij sloeg hem zwijgend ga.de en toen zij tenslotte sprak was er iets van wan hoop in haar stem „Ik zie nu maar al te duidelijk", zei zij, „hoezeer dit tegen mij gètuigt. Ik had er van tevoren niet zooveel over; nagedacht. Men zegt, dat ik die arsenicum kocht en op mijn kamer ver borgen hield met de bedoeling om mijn man te vergiftigen". „Dat is volkomen wat men zegt", zei Dudley Ross. „Ik heb geen oogenblik aan dat pakje gedacht, toen mijn man stierf. Ik zou ook tijd genoeg gehad hebben om naar mijn toilet-tafel te gaan en het te verbranden; maar ik dacht er zelfs niet aan dat ik het had". „Het is een leelijke complicatie", zei de advocaat voor zich uitstarend. „Ja, maar ik heb het bezit van dat pakje arsenicum en den dood van mijn man geen oogenblik met elkaar in verband gebracht. Geloof mij, dat het niet in mij opkwam, dat die twee feiten met elkaar te maken konden hebben" „En toch", zei Dudley Ross somber, „als wij dit feit niet voldoende kunnen verklaren, zal het een noodlottig be wijs tegen u zijn". „Maar", zei zij, „er zal toch niemand zoo dwaas zijn om te gelooven, dat ook al wilde ik mijn man dooden, ik daarvoor den avond van e?n dineetje zou uitzoeken, als hij omringd was door zijn eigen vrienden?. Denk eens na, mijnheer Ross, als ik werkehjk hem die ellendige dosis zou willen toedienen, hoe gemakkelijk zou ik het dan in het geheim hebben kunnen doen, als niemand er bijwas om er drukte over te maken. En dan", voeg de zij er bij, met een plotseling licht in haar oogen, „kunt u niet bij mijn verdediging aanvoeren, dat al zou ik laag en gemeen genoeg zijn om plan nen te maken om mijn man te dooden, dan zou ik het immers nog nooit door middel van arsenicum doen. Het lijkt me toe, dat arsenicum een plomp en vulgair vergif is, dat zeker onmiddel lijk zal worden ontdekt. Als ik een misdadigster was, zou ik er toch een moeten zijn van een fijner soort. De persoon, die mijn arme man heeft ge dood, was zonder twijfel een bruut". Hij keek haar vol verwondering aan, dezelfde gedachte was reeds bij hem opgekomen Om zulk e.en tijd uit te kiezen de avond van een dineetje als hij omringd was door zijn vrienden was bruut; daar was geen twijfel aan. Dat was het juiste woord ervoor. „Ik ben het volkomen met u eens", zei hij, „maar dat lost het geheim niet op, mevrouw iBlair, wees niet bang of beschaamd, maar zeg mij een voudig de waarheid. Waarvoor heeft u die arsenicum gekocht?" Zij bloosde zoo, dat hij medelijden met haar had- „Ilc vind het erg moeilijk", zei ze langzaam, „om een dwaasheid te be kennen". „Dat is dikwijls zoo", zei Dudley Ross, „maar denk er aan, dat in uw geval deze „dwaasheid" de grondslag is waarop de heelef geschiedenis rust. Laat mij aantoonen, waarom u die arsenicum heeft gekocht en ik zal een van de sterkste getuigenissen tegen u hebben vernietigd". Zij sloeg haar oogen voor hem neer en haar lippen beefden. „U zult mij zoo ij del vinden zoo kinderachtig". „Dat zou er niets toe doen, ook al zou ik dat vinden", zei hij;. „Zeg mij, waarom u dat kocht". „Ik zal het u zeggen", zei zij]. „Ik wil wel erkennen, dat ik trotsch ge weest ben op mijn schoonheid. Men heeft mij dikwijls gezegd, dat ik mooi was, en ik was er blij om. Het was vooral mijn teere tteint, die de bewon dering wekte. Daarom wilde ik die behouden. Ik las eens maanden ge leden dat het beste middel om een mooie huid tye behouden was arseni cum Een kleine, hoeveelheid, haast onzichtbaar, opgelost in het wasch- water, zou de huid altijd glanzend en frisch houden. Later las ik, dat het niet op die manier meest worden ^ge bruikt, maar in hoeveelheden ingeno men, zoo klein, dat zij niet te ontdek ken waren. Ik kocht wat arsenicum voor dit doel en geen ander. Ik maak te het pakketje open en deed een/ korreltje in het water, toen werd ik er bang voor en gooide het weg. Ik durfde het niet te gebruiken. En ik heb nooit weer aan het pakje gedacht, van dien tijd af tot aan den dood van mijn man. En dat is de eenvoudige eerlijke waarheid". HOOFDSTUK V. Haar levensgeschiedenis. Dudley Ross luisterde naar deze een voudige verklaring van wat hem j een mysterie had toegeschenen. Het' was zoo eenvoudig, dat hij het wel moest aannemen, maar de vraag was, zou de jury er geloof aan hechten.j Zooals hij de verklaring uit haar mondj had gehoord, maakte zij op hem den indruk van onopgesmukte waarheid. Hij overwoog de vraag bij zichzelf.; Zou het verhaal voor waarschijnlijk worden gehouden? Hij wist, dat vrou wen dikwijls arsenicum gebruiken als schoonheidsmiddel. Hij keek haar scherp aan. Het was waar, dat zij een bijzonder fraaie, doorzichtige huia had geen wonder, dat zij in da ver? leiding kwam die kunstmatig te be houden. Voor hem was de verklaring aannemelijk genoeg maar wat zou de jury denken?. lWordt vervol ff dj.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 1