CHRISTELIJK DAGBLADvoorLEIDEN EN OMSTREKEN JAARGANG MAANDAG 20 JULI 1925 NUMMER 1569P ABONNEMENTSPRIJS ADVERTENTIE-PRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaali 2.50 Franco per post per kwartaal i 2.90 Gewone advertentiën per regel 221/» centj'j Ingezonden Mededeelingen, dubbel larieL Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dag#» lijks geplaatst ad 40 cent. „Jj BUREAUHooigracht 35 - Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936, Postbox 20 4 w ze de deuri De strijd van en door de kiezers be hoort nu weer tot het verleden. En met wekere voldoening en niet zonder dank baarheid kan de rechterzijde op den gevoerden stembusstrijd terugzien. Niet tot het verleden behoort echter de strijd om de kiezers. Integendeel, deze strijd begint thans eerst recht. De revolutionaire partijen gevoelen weinig meer voor de democratie den laatsten tijd, doch ze zien toch wel in, dat ze om hunne idealen te verwezen lijken, zullen moeten trachten nog meer dan nu, de massa achter zich te krijgen. En van Christelijke zijde wordt zeer goed ingezien, dat de gevoerde stem busstrijd wel tot tevredenheid en dank baarheid kan stemmen, maar dat het, met het oog op de toekomst, dringend noodig is, al het mogelijke te doen, om te voorkomen dat met name 't jongere geslacht, wegzinkt in de revolutionaire wateren. Meerdere middelen zullen daartoe kunnen dienen. Maar een der voornaamste en meest afdoende middelen is zeker wel de pers, het propagandamiddel bij uitne mendheid. Reeds op den dag van de verkiezin gen werd daarop door den heer Duys aandacht gevestigd, toen hij in een vergadering te 's'Gravenhage uitriep: ,iDenkt verder aan de socialistische pers. Schopt de burgerlijke kranten de deur uit, die den strijd niet steunen, maar afbreken. „Het Haagsche Volk" is de eerste krant die ge moet lezen". Dit advies wordt reeds in breecle kringen gevolgd. Het socialistische hoofdorgaan kan izich beroemen op een abonnementen tal van meer dan 50.000. Wat de heer Duys opmerkte geldt in eenigszins gewijzigden vorm ook voor ons. Wijst ze de deur, de bladen, de z.g. neutrale en vrijzinnige bladen die onzen strijd niet steunen, maar afbreken, die uw Koning niet erkennen, maar tegen Hem in opstand komen, die uw begin selen niet dienen, maar ze van haar kracht trachten te berooven. Wijst ze de deur. Onverbiddelijk. En steunt den strijd om de kiezers, door altijd en overal uw invloed aan te wenden om de positie van onze Christe lijke pers te versterken, en 'er toe mee te werken, dat niet alleen gedurende den stembusstrijd, maar ook in den „stillen tijd", altijd door,in steeds breeder kringen voor onze Christelijke beginselen het pleit kan worden ge voerd. STADSNIEUWS. KAMER VAN KOOPHANDEL. I. Wij ontvingen het verslag van de Kamer van Koophandel en Fabrieken van Rijnland over 1924, een boekje van pl.m. 200 bladzijden. Nadat eerst de samenstelling van de Kamer is meegedeeld, volgt; een hoofdstuk omtrent hare werkzaamhe den. Daar wij van de vergaderingen der Kamei* geregeld verslag gaven, kun nen we hieromtrent kort zijn. Alleen wijzen we hier even op wat omtrent de Jan-Vossenbrug wordt opgemerkt, n.l. dat met egruiming van dezen bouw val niet .«hoeft gewacht te worden tot de eventueele nieuwe brug gereed is, daar het personenverkeer gemakkelijk langs andere bruggen geleid kan wor den en in belangrijkheid niet opweegt tegen het scheepvaartverkeer, hetwelk er zoozeer door gehinderd wordt." Gelijk bekend zijn door B. en W. voorstellen omtrent de vernieuwing en verplaatsing van deze brug bij den Raad aanhangig gemaakt, zoodat een oplossing van deze kwestie betrekke lijk spoedig kan worden tegemoet ge zien. Uit dit overzicht van de werkzaam heden blijkt wel, dat de Kamer niet heeft stilgezeten, maar dat er aan de belangen van handel en industrie in deze omgeving behoorlijk aandacht ge schonken werd. Dit blijkt mede, uit wat in het hoofd stuk „Overzicht van den export" wordt medegedeeld. De inhoud van dit hoofdstuk beant woordt niet aan het opschrift. Immers hier wordt niet een overzicht van den export gegeven, maar ter kennis ge bracht, wat gedaan werd om de ex portmoeilijkheden, speciaal van dit 'district na te gaan. Naar het ons voorkomt, was de Ka mer terecht van oordeel, dat het mo gelijke gedaan moest worden om het contact met de buitenlandsche afne mers te hernieuwen. Vooral in den eersten tijd van haar bestaan hebben de Kamers soms den indruk gegeven dat zij, door haar kracht te zoeken in negatief optreden, niet dan haar doel zouden beantwoor den. Een hoofdstuk als dit bewijst, dat deze klip, althans wat Leiden betreft, ontzeild is. Om liet gewenschte contact te her steller of te verkrijgen richtte het bu reau der Kamer zich tot de Nederland- sche diplomatieke en consulaire .ambte naren in het buitenland om, voorzoo ver hun ressort betrof, hun raad te vragen over de importmogelijkheden van d': speciale producten in dit dis trict voortgebracht. Tevens werd dezen ambtenaren de vraag voorgelegd, of het aanbeveling zou verdienen een agent, die onder de auspiciën der Kamer zou webken aan te stellen. Het resultaat van dit onderzoek be antwoordde niet geheel aan de ver wachtingen. „In verschillende landstreken, aldus het verslag, bleken geen geschikte per sonen aanwezig te zijn, in andere ge vallen scheen slagen waarschijnlijk, maar zag het Bureau zich genood zaakt een cautie te vragen, waaraan dan weer niet voldaan kan worden. In vele gevallen bleek ons, dat in het buitenland voor Nederland wel zeer veel te doen zou zijn, maar dat de I handelsvoorlichting omtrent eischen van kwaliteit en soort voor de moeder- landsche industrie onvoldoende was, althans, wat echter niet hetzelfde is, dat onze Nederlandsche fabrikanten en exporteurs nog lang niet altijd den juisten weg weten, om met deze ei schen op de hoogte te komen. Deze omstandigheid belemmerde on der meer het aanstellen van agenten. Deze zouden immers, voordat er eenig uitzicht op profijt is, zich vele moeite en kosten moeten getroosten om Ne derland van voorlichting te dienen, terwijl eerst daarna beoordeeld kon worden, of vertegenwoordiging positief resultaat op zou kunnen leveren. De consulaire ambtenaren kunnen kwalijk in deze leemten voorzien, om dat het stelsel der honoraire consuls met zich meebrengt, dat deze veel tijd voor eigen zaken behoeven en in de onmogelijkheid verkeeren zich geheel aan de Nederlandsche vraagstukken te wijden. De verscheidenheid der talloo- ze artikelen omtrent welker importmó gelijkheid hun oordeel wordt gevraagd geeft hieraan nog een exponent in on- gunstigen zin. De vele correspondentie bracht gelei" delijk twee gedachten naar voren, die heel kort gememoreerd zullen worden. Door het gebrek aan kennis omtrent de eischen van vreemde markten, be reikte onze Kamer in vele gevallen 't advies, iemand uit te zenden om zich van één en'ander grondig op de hoogle te stellen. Omdat het hier betrof een plan, welks verwezenlijking tamelijk belangrijke financieele offers met zich zou bren gen, en het bovendien oneconomisch zou zijn slechts notitie te nemen van de producten,-welke toevallig in ons district gefabriceerd worden, meende de Kamer pogingen in het werk te moeten stellen, bij de andere Kamers van Koophandel hiervoor belangstel ling op te wekken Onze Kamer was van meening, dat het nu het goede oogenblik was deze zaak op deze wijze aan te pakken, maar vele andere Kamers deelden de ze opinie niet, waardoor dit plan los gelaten moest worden. Als tweede gedachte kwam daarop naar voren: het oprichten van Neder landsche Bureaux. Verschillende landen staan n.l. eco nomisch ten achter bij de West-Euro- peesche, maar vele daarvan zullen zich in de toekomst allicht snel gaan qnt- wikkelen. Nu is het zaak zich in die meer primitieve landen op zulk een wijze te laten vertegenwoordigen, dat, zoo spoedig als de ontwikkeling inzet, de Nederlandsche handel en nijver heid in die mate daarvan op de hoogte gesteld wordt, dat deze daar voldoende profijt van kan trekken. Zoo zou een officieel bureau, uitgerust met model len van technische projecten, monsters van materialen enz. in bepaalde lan den zeer veel nut voor de introductie van onze nijverheidsvoortbrengselen kunnen hebben en tevens de nationale nijverheid van voorlichting kunnen dienen. Verwezenlijking dezer voorstellen eischt echter tamelijk belangrijke fi nancieele offers, die niet geheel van de regeering kunnen worden gevraagd, maar waarvan belanghebbenden een groot deel voor hun rekening zouden moeten nemen, omdat zij er in de eer ste plaats profijt van hebben. Handel en Nijverheid in het algemeen zou den hierbij het initiatief moeten ne men,. om de afzonderlijke ondernemin gen althans in staat te stellen, nieuw afzetgebied op te sporen. Naast 'de belanghebbenden zouden ook de regeering en.de Kamers van Koophandel een aandeel in de kosten op zich moeten nemen. Het eerste risico zou door Regeering en Kamers van Koophandel gedragen moeten worden, terwijl, indien de plan nen slagen en door de particuliere par ticipanten voerdeel behaald wordt, de ze verder geheel of voor het grootste deel de kosten op zich zouden moeten nemen. „Door de hierboven genoemde oor zaken, heeft het Bureau niet datgene bereikt, wat zij wel wenschte. De di recte resultaten zijn onbevredigend, waartoe het volgende niet weinig heeft bijgedragen De yoornaamste eisch, welke aan ex portproducten gesteld wordt, is, naast die van goede kwaliteit, een sterk eon- curreerende prijs. Juist in dit laatste hebben wij eèn zeer belangrijke hin derpaal leeren zien. En hoe kan liet ook anders. Waar Nederland gezegend is met een gezond geldstelsel, waar door valuta-concurrentie niet onderno men, maar wel ondervonden wordf, kan' een lage prijs slechts genoteerd worden, door de productiekosten zoo gering mogelijk te doen zijn, wat tot streng doorgevoerde efficiency dw ngt. De groote voordeelen, welke aan een dergelijke gezonde financieele positie verbonden zijn, heeft men echter teveel benut ter verwezenlijking van niet al tijd noodzakelijke overheidsbemoeiin gen, terwijl' de nijverheid zelf het stief kind gebleven is. En al waren er gevallen, waarin af zet mogelijk was, dan waren deze vast gekoppeld aan crediet-eischen, waar aan van Nederlandsche zijde niet vol daan kon worden. Valt het ons al lastig van eigen han delsgebruiken af te wijken, in den cre- diet-termijn bestond tusschen vraag en aanbod veelal een niet te overbruggen kloof. De grootste moeilijkheden werden onzen exporteurs in den weg gelegd door de vele invoerbelemmeringen, waartegen van Nederlandsche zijde naar onze meening, niet krachtdadig genoeg geprotesteerd wordt. Afgezien van enkele incidenteele ge vallen zijn de directe resultaten van onze pogingen om den export op deze wijze te bevorderen niet zeer groot ge weest, maar indirect voordeel is o.i. behaald doordat een juister kijk ver kregen werd op wat wel en wat niet mogelijk is. Moge in de nabije toekomst de om standigheden in binnen- en buitenland zoodanig worden dat eventueele latere pogingen om onzen Nederlandschen ex port te vergroóten niet vooraf tot vrucK' teloosheid gedoemd zullen zijn." j Een tocht van H. M. de Koningin. door Leiden en de verkeersregeling, Vrijdagmiddag te ongeveer 4.50 pas-v seerde volgens de „Leiclsche Crt.", de Kon. auto H 13930, waarin gezeten H.MJ de Koningin en een hofdame, deze stad. De brugwachter van. de Rijn en Schiet, kadebrug sloot de brug juist vlak voor de auto. En de brugwachter van de brug} over de spoorhaven draaide zijn brug open, voordat het verkeer, dat voor de andere had moeten wachten, was gepas seerd, zoodat H.M. op haar tocht door Leiden ongeveer 23 minuten vertraging, had. Leidsche geitenfokverainiging. Zaterdagmiddag werd op het sportter-i' rein aan den Zoëterwoudschesingel de jaarlijksche keuring gehouden door den heer Roest, Rijks YceteeltConsulent te 's Gravenhage. De uitspraak der jury was over het) algemeen genomen zeer bevredigend. De ingezonden dieren zagen er goed uit. In totaal werden ter keuring aange voerd: 4 i-jarige geiten, 5 overjarigen, terwijl er 10 lammeren waren. In de ldasse 1 -jarigen won Lena, eige naar de heer D. J. Yelberg, een medaille van de Prov. Rond. In de overjarige klasse werd de medail le van de Provinciale Bond gewonnen door HallyN eigenaar de heer H. Sirag. Verder werd er door Pauline, eigenaar de heer J. Slootweg, te Oegstgeest, en! door Trui, eigenaar de heer J. van -Leeu-' wen, een geldprijs gewonnen. In 'de afdeeling lammeren, waarvoor een medaille beschikbaar was gesteld door de vereeniging werd deze gewonnen door den heer J. Slootweg te Oegstgeest. Na inschrijving der verschillende één jarige dieren in het register, behoorde deze keuring weer tot het verleden. 1 Burgerlijke stand. Ondertrouwd: Th. M. Bergers, jm. 29 j. en J. M. P. de Jongh, jd. 26 j; M. Brinks, wedr. 42 j. en P. S. Poptie, jd. 32 j; C. v d. Zeeuw, jm. 24 j. en J. G. Koene, jd. 22 j; J. M. Broekhoven, wedr 44 j. en M. G. de Groot, jd. 34 j; L. Klootwijk, jm. 30 i. en H. J. Vellekoop, jd. 24 j; H. J. Wansink, gesch. 33 j. en J. C. Jongeleen jd. 28 j; W. F.Vermont jm 27 j. en C. S. luinhofde Moed. jd, 23 j; P II. de Wit, jm. 28 j. en J. C. S. Valentgoed, 28 j; J. Beekman, jm. 25 j. en M. M. Beekman, jd. 19 j. Schaken. Zomerwedstrijd Leidsch Schaakgenootschap. ie groep: W. Demmendal verliest van- C. H. Hins. 2e groep: Kapt. G. Kuyper wint van W. de Bruin. De afgebroken partij M. M. Se gaar, A. Th. Cahen werd opnieuw afgebroken. 3e groep: M. Bloem wint van A. W. Jongepier. 4e groep: M. J. Dicben wint de afge broken partij van D. Beuth. Ph. S. de Laat de Kanter, wint van Th. A. M. Couwenbergde afgebroken partij de Laat de KanterF. Niewold wint Nie- wold. Hieronder vermelden wij de spelers, die tot dusver het beste resultaat behaalden. In de eciote groep Hins en Bosscha met 2 punten uit. 3 partijen. In de tweede groep Kapt. G. Kuyper met 3 uit 3 en.De Brüin met 4 uit 5. FEUILLETON. Een doornig pad (Uit het Engelsch). 37) „Ik heb nog een boel te leeren", zeide hij na lang stilzwijgen. „Ik weet nog niets, behalve dat God ons liefheeft, en dat Hij ons zijn Zoon gezonden heeft, en dat Hij de Zoon des menschen is, die kwam om te zoeken eri zalig te maken wat verloren was. Dat is al, wat ik weet; ik mag wel mijn best doen." Het werd laat, voordat Don er toe kon komen, op te staan en den tocht naar beneden te ondernemen, waar hij op zijn harde matras in het koetshuis vroeger zoo gerust placht te slapen Dotje werd wakker, toen hij zich be woog, en wilde volstrekt bij hem blij ven. Zij pruilde en schreide, totdat juf frouw Clack zeide, dat hij haar dan maar mee moest nemen. Zij wachtte met het uitdraaien van het gas, tot dat zij beneden waren; en terwijl zij hen nakeek, zag zij, hoe vriendelijken bezorgd Don voor het kind was, hoe wel hij zich zeiven aan den muur vast houden moest om naar beneden te ko men. Hij keerde zich nog om, om haar aan te zien voordat hij het heneden- vertrek binnenging, en op zijn geluk kig gelaat zag zij een glimlach van tevredenheid. De tranen schoten haar in de oogen, en slechts met moeite kon zij antwoord geven op zijn laatste: „Goeden nacht." Het scheen Don, dat hij in den he mel kwam, toen hij zijn oude slaap plaats weder betrad. Hij had nu zoo lang heen en "weer gezworven, en als hij al onder dak kon komen, altijd in zoo'n benauwde volgepakte herberg ge slapen, dat dit rustige, slechts door een klein kaarsje verlichte vertrek hem een gewenschte haven van rust en vrede leek. De donkere hoeken wer den door het flauwe schijnsel bijna niet verlicht, en de ongeplaveide vloer was vochtig onder zijn voeten; maar hier gevoelde hij zich tehuis, en geer, enkel plekje in al de rijke paleizen van Londen zou, hem zulk een volkomen gevoel van- tevredenheid en rust heb ben kunnen geven. Hij was er niot ge weest, sinds de oude Lister er was ge storven, op dezelfde matras waarop Dotje spoedig gerust lag te slapen. Maar Don bleef nog overeind zitten, om ha te denken over al, wat er dien nacht gebeurd was, en wat de oude I-ister had gezegd, voordat hij den drempel der eeuwigheid overschreed. Don wist nu goed, wat hij toen voor hel eerst hoorde. In deze wereld had hij juffrouw Clack en Dotje om lief te hebben en door hen bemind te worden; in de andere wereld waren God en de Heer Jezus, die hem liefhadden en die hij ook reeds liefhad. Zijn geheelo ziel was vervuld van blijdschap en vrede Kon hij nog iets heerlijkers loe ren dan dit? 0 God", fluisterde hij, toen hij zicli vermoeid naast Dotje uitstrekte, ,.ik weet nog niets; alleen, dat Gij mij lief- hebt, en ik dank U." Juffrouw Clack was den volgenden morgen vroeg op en zorgde een uitlok kend ontbijt klaar te hebben, togen dat Don wakker werd. Door den vloer, die haar kamer van het koetshuis scheidde, kon zij hooren dat Dotje reeds wakker was en hem riep om haar naar boven te brengen. Zij ging stil naar beneden, met een kaars in de hand, om het kind mee te nemen, als zij het kon overhalen om Don nog een poosje te laten rusten. Hij was nog diep in slaap, hoewel Dotje naast hem overeind zat en op half verschrik ten toon. „Donnetje!" riep, terwijl zij zijn uitgeteerd gelaat streelde. Juf frouw Ciack kwam voorzichtig nader en legde zachtjes hare hand op zijn bleek voorhoofd, dat zoo koud was ais iis. Don was dood. HOOFDSTUK XVIII. Droefheid en blijdschap. Het duurde eenigen tijd, voordat juf frouw Clack geloofde dat, wat zij vrees de waarheid was; en evenals Dotje riep zij luide: „Don! Don!" Zijn bleek gelaat stond zeer kalm, cn zijn uitgeleerd lichaam lag zoo vreedzaam uitgestrekt, alsof hij nog slfep en wel dadelijk op zou staan, als zij slechts hard genoeg riep. Bij het flikkerend kaarslicht verbeeldde zij zich bijna, dat hij zacht glimlachte, toen Dotje's hand zijn gelaat streelde; maar in het diepst van haar ziel wist zij wel, dat hij heengegaan was uit de ze wereld van duisternis en smart, en dit langs een weg van lijden. Hij wist reeds meer dan alle aardsche leermees tors hem konden meedeelen. God zelf zou hem nu onderwijzen. Juffrouw Clack ging weer naar bo ven met het schreiende kind op dm arm, maar zij zelve was te bedroefd voor tranen. Het was Zondagmorgen, en het was rustiger in de steeg dan op werkdagen daar de meeste bewoners nog sliepen. Niemand had Don den vorigen avond zien terugkomen, en daar zij haar oude gewoonte van terughoudendheid nog niet geheel bad afgelegd, had tij het aan niemand verteld, zelfs niet, toen zij Peggy om een boodschap had uit gezonden. Ook nu had zij geen lust, om iemand te gaan wekken en 'net treurige bericht mede te deelen. Zij twijfelde er niet aan, of Don was van langzame uithongering gestorven Maar 0! had zij niet verkeerd gedaan door den vórigen avond geen dokter te la ten halen, toen hij te vermoeid was om het voedsel te gebruiken, dat zij hem aanbood? Had hij gered kunnen wor den, als zij toen geluisterd had naar, de inspraak van haar angstig hart? Het was duidelijk uit hetgeen Dotje zeide, dat hij den ganschen dag geen kruimel over de lippen had gehad; en het was maar al te waarschijnlijk dat er reeds vele uren waren verloopen, sedert hij voor 't laatst eenig voedsel had gebruikt. Zij kende het treurige geheim, hoeveel uren men veilig zon der eenig voedsel kan blijven. Het was niets nieuws voor haar, te vernemen, dat de armen soms langzaam verkwij nen van gebrek, totdat zij geen bewust heic^meer hebben van den onvermijde- lijken dood, die hen waqht. wanneer ten laatste hun vast besluit bezwijkt en zij eindelijk, maar te laat, dat ge vreesde toevluchtsoord, het armhuis, binnentreden. (Wordt vorrolffd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 1