NIEUWE LEIDSCHÉ COURANT VAN DONDERDAG 9 JULI 1925
bestaat en dientengevolge zullen
JvviJ alles in bet werk stellen deze to
gehouden.
Wanneer elke patroon zich wat meer
opwerkte om zich aan te passen bij
verschillende gewijzigde omstandighe
den, hoeveel gemakkelijker zouden wij
Komen tot een gezonde ontwikkeling
tier dingen.
r Wat zou er minder moeite voornoo-
dig zijn om de arbeiders op te voeden,
hen te wijzen op hun Goddelijke roe
ping, die zij als arbeiders hebben te
vervullen.
De arbeid zou daardoor geen last,
maar een lust zijn, en dien weg moet
het uit, willen wij medewerken aan
het economisch herstel.
Neen, wij zullen er ons niet toe lee-
nen, om als inquisiteur op te treden,
omdat wij er ten volle van overtuigd
zijn, dat God zóówel den patroon, als
ook den arbeider 'n plaats in de maat
schappij heeft aangewezen, maar wij
zullen ons oog ook niet sluiten, wan
neer wij zien dat de patroon zijn roe
ping als rentmeester niet verstaat cn
het eigenbelang als nummer één op
der. voorgrond plaatst.
Wij hopen van harte, dat ook gij er
aan zult medewerken, dat in uwen
kring een geest van liefde en saamhoo-
righeid aangewakkerd zal worden, om
dat wij'niet tegenover elkander behoe
ven te staan als beschuldigden, maar
dat wij gezamenlijk mogen arbeiden
aan de gezonde ontwikkeling van ons
maatschappelijk leven.
Het verblijdt mij, dat U aanleiding
hebt gevonden om op mijn gedachten
in te gaan, omdat daardoor- wat meer
helderheid in der(i stand van zaken is
gekomen en wij daarmede elkander op
verschillende dingen hebben mogen
Wijzen.
Ik vertrouw dan ook, hoewel ik gaar
ne nader nog eens persoonlijk met U
de zaken wensch te bespreken, dat gij
er aan zult medewerken, dat ook in
den kring der Chr Werkgeversvei eeni
ging een betere samenwerking met on
ze Chr. arbeiders gevonden wordt
waardoor het beginsel meer en meer
tot zijn recht komt.
F ELKERBOUT.
BINNENLAND.
Beslag op pensioen.
Door een vrouw was ter verkrij
ging van de haar door den rechter
toegekende uitkeering beslag gelegd
op het gemeentelijk pensioen van haar
gewezen echtgenoot. In de proce
dure, waarin de gemeente verklaring
moest afleggen, van'hetgeen deze van
den man onder zich had, overwoog
de Rechtbank te 's-Gravenhage,dat
noch naar artikel 757 Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering, noch
naar de wet. van 21 Ventóse An. 9,
io deze laatste althans nog gold,
beslag op pensioenen geoorloofd is.
[Daar de desbetreffende gemeentelijke
[pensioenverordening geenerlei afwij
kende bepalingen op dit stuk inhield,
was het beslag, voor zoover op het
eigenlijke pensioen gelegd, ongeldig.
fHierin werd volgens de Rechtbank
geen verandering gebracht door de
uitdrukkelijke verklaring van de Ge
meente, dat zij geen bezwaar had te
lgen het gelegde beslag, waar men hier
'te doen heeft met een uitdrukkelijk
verbod, dat de rechter ook ambts
halve moet toepassen. De Rechtbank
'achtte het beslag echter wel geldig
voor wat betrof den aan den man
toegekenden bijslag op het pensioen.
Immers, de algeheele vrijheid aan B.
en W. verleend, om dezen bijslag te
verleenen, uit te -breiden, te beper
ken of te onthouden, ontneemt daar
aan ten eenenmale het karakter van
„pensioen". Het verbod nu van art.
r57 W. v. B. R., hetwelk slechts ge
waagt van pensioenen, moet als in
houdende een uitzondering op den re
gel, dat alle goederen van den schul
denaar voor zijn verbintenissen aan
sprakelijk zijn, beperkt worden uitge;
legd en toegepast. De gemeente werd
derhalve in zooverre veroordeeld tot
uitbetaling aan de arrestante.
Nederl. Chr. Radioveresnigiing.
Met de „St. Crt." "van D ids dag is o.m.
oerzonden een afdruk van de statuten
betreffende de Nederlandsche Christelij
ke Radio-Vereeniging.
Als doel der Vereeniging wordt in art.
i omschreven
j De Ned. Chr. Radio-Vereehiging stelt
zich ten uoel, radio-vindingen toe te pas
sen, eenerzijds in dienst van de.i Christelij
jken arbeid op elk gebied, en anderzijds
Iten behoeve van ons volksleven voor land
bouw, handel en nijverheid,
i Zij tracht dit dpef te bereiken langs wet
tigen weg, en wel dooit:
I- a. het instellen van een centrale, radio-
jtelefonieuitzending over geheel Neder
land, te weten: draadlooze verspreiding
jvan Evangelieprediking, lezingen, het
gesprokene op belangrijke vergaderingen
«n bijeenkomsten, van publication en me-
dedeclingen, van zang-, muziek- en voor
drachtavonden, enz.
b. het organiseeren van de luisteraars,
zóó, dat zij allen het hurine bijdragen in
de kosten van deze radio-uitzending;
c. het in bereik brengen van de Chris
telijke radio-ontvangst voor het volk, voor
verpleegden in ziekenhuizen, inrichtingen
pan weldadigheid, enz.;
d. het uitgeven van een vereenigings-
>rg»an
ep voorts alle andere wettige middelen,
he tot het doel bevorderlijk kunnen zijn
KOFFIEHUISJARGON.
Er zijn tal van alcoholische dranken,
die, hetzij alleen, hetzij1 in samenvoeging
met andere geschonken worden, bepaalde
namen dragen, die geenerlei verband hou
den met den aard der samenstelling of
met de werkelijke benaming van de grond
stof, aldus schrijft - de „Cegedisco".
Deze namen zijn niet enkel verschillend,
al 'naar gelang van het land waar de dran
ken gedronken en geschonken worden,
zij variëeren zelfs plaatselijk, binnen de
grenzen van het land. En soms zijn zij1 be
perkt tot den kring van een bepaalde
sociëteit of een bepaald koffiehuis.
Op deze wijze heeft zich een soort van
koffiehuis jargon gevormd (dat niet en
kel dranken, maar ook spijzen olmvat).
En een kellner, die zijn vak verstaat,
en niet altijd op één plaats is blijven hok
ken, heeft een woordenboek van die ge
ijkte termen in zijn hoofd.
Het zou stellig de moeite loonen voor
een geschiedkundig vorscher met letter
kundigen aanleg, om eens na te gaan,
waar die uitdrukkingen vandaan komen.
Alleen in ons land zijn er dozijnen van
die benamingen, waarvan toch de af
komst wei moet zijn vast te stellen.
Dikwerf za' men tot gissingen zijn toe
vlucht •.iv 'en nemen, maar met gissm.gari
kan r.ier soms c'e waarheid toch al zv.cr
dicht benaderen.
J.aat nns hiervan eens een proeve ge
ven.
Vv ar neet iemand in een koffiehuis den
kellner een „hasssbas" bestelt, dan krijgt
h'4 een glas brandewijn op tafel.
Brandewijn en niet anders. Zonder
eeinge bijvoeging van suiker of elixer.
Zonde: vermenging met een anderen
drank.
Het zou dus heel wat eenvoudiger zijn,
wanne de man, die brandewijn drinken
wil, dr.: ook duidelijk te kennen gaf.
Wat ligt nu voor de hand?
Dat degeen, d: wie weet hoe lang ge
leden, op het denkbeeld kwam om een
glaasje brandewijn „hassebas" te doop-en
een benaming, die in vele plaatsen
nog altijd word,t gebezigd een bepaal
de reden had om niet te doen blijken, dat
hij brandewijn verlangde.
Die reden kan ook van persoonlijken
aard zijn. geweest, doch het is ook moge
lijk, dat de benaming de bestelling moest
verheimelijken, óf omdat het schenken
van brandewijn niet geoorloofd was, óf
omdat dit niet geoorloofd was in een be
paalde plaats, dan wel onder bepaalde
omstandigheden.
Zoo lean men, mits een 'miend des hui
zes zijnde, in sommige Belgische café's
om „kamillen" vragen en dan een thee-
kopjé krijgen, ten deele gevuld met een
of andere lichtgele likeur, die niet ge
schonken mag worden, wijl de Belgische
drankwet dat verbiedt.
Hoe kan nu zulk een benaming als
„hassebas" in de wereld zijn gekomen
Wij meenen als bekend te mogen aan
nemen, dat er ia onze taal een aantal uit
drukkingen burgerrecht hebben hebben
verkregen, die uit hetHebreeuwsch af
komstig zijn, of uit een verbastering van
die taal (jargon, ten onrechte ook wel
'bargoenscn genoemd).
In het Hebreeuwsch nu, bepaaldelijk in
het gebedenboek, dat onze Joodsche me
deburgers gebruiken op hun Paaschfeest
komt te uitdrukking voor: „bahasabas
dérèg".
Dit beteekent: langs een omweg."
Dérèg isweg.
Door het daaraan voorafgaande woord
wordt de uitdrukking datgene wat zij
beteekent en de stam van dat woord is
„hasabas", dat toch wel een merkwaar
dige gelijkenis vertoont met het in de
koffiehuizen gebezigde „hassebas".
Het gissen wordt nu al heel wat ge
makkelijker.
Onze Israëlietische medeburgers zijn
over het algemeen 'matige drinkers, maar
zij versmaden de goededingen dezer aar
de, waartoe een glas zuivere brandewijn
behoort, in het algemeen niet.
Bigt nu niet de onderstelling voor de
hand, dat één hunner, op zulk een glaas
je bijzonder gesteld, maar daar niet rond
uit „voor willende uitkomen, met een be
diende afsprak, o:n brandewijn te bren
gen als hij „hasssbas" bestelde
Wat hij nis: rechtstreeks wilde aandui
den, da: vroeg hij „langs een omweg".
Zoo kan de benaming „hassebas" .in
de wereld zijn gekomen en gaandeweg
burgerrecht lieboen.' verkregen, opgeno
men zijn in het woordenboek van het kof
fiehuis-jargon.
GEMENGD NIEUWS.
Gruwelen in een gevangenenkamp.
Naar uit New York wordt gemeld, stelt
een. speciale sommissie op het oogen-
biik een onderzoek in naar de toestan
den in twee gevangenenkampen in
Noord Carolina.
Deze commissie is benoemd nadat
reeds twee wakers waren veroordeeld
tot 2U jaar gevangenisstraf, wegens liet
doodranselen van een gevangene.
Thans is aan het licht gekomen, dat
in het Rockymountkamp treurige toe
standen heerschen.
De bewakers handhaafden er een re
gime van terreur, door bedreigingen,
minachtten alle wetten, gingen zich aan
onbeperkte boeveelheden verboden
arahk te buiten, ontvingen 'nachtelijke
bezoeken van kennissen en deelden
tegen geringe vergoeding goederen, aan
den staat behoorénde, aan vriendjes uit.
Ranselpartijen met zware lederen rie
men waren aan de orde van den dag.
Zelfs jongens kregen 20 a 30 slagen,
zonder dat men acht ;'oeg op hun phy-
sieken toestand.
Do slagen werden vaak toegekend
door bewakers, die door den drank in
een opgewonden stemming waren ge
raakt-
Een negerjonge werd afgestriemd
en daarna werd er een bijtende stof op
zijn wonden gegoten en hij werd als 'n
beest araofliiont toen hij op den grond last
te kruipen. De neger verklaarde dat
hij twee jaar lang gesmeekt liad te mo
gen sterven.
Deze onthullingen hebben de com
missie er toe geleid, de volledige afschaf
fing van lijfstraffen aan te vragen. Nu
de gevangenen eenmaal aan het praten
zijn gebracht, zullen er waarschijnlijk
nog meer vervolgingen tegen bewakers
worden ingesteld.
„Gemoedsbezwaren". Dat gemoeds
bezwaren niet altijd eclit zijn, blijkt uit
het volgende:
Een A. R. juffrouw van ongeveer 40
jaar te R(ijsoord) wilde niet gaan stem
men wegens „gemoedsbezwaren", zoo
het heet.
Een propagandist van de kiesvereepi-
ging bezocht haar en zeide, dat ze dan
f3 aan boete zou moeten betalen.
Ze schrok.
„Wat!" riep ze. „Drie guldenl Maar
dan zal ik die 's even gaan verdienen".
En dadelijk ging ze zich kleeden en
ze haastte zich naar het stembureau.
Zoete koek. Te Ouddorp (Z. H.) had
van Braat beloofd, voor iedere stem,
die de canchdaat van den Plattelanders-
bond boven de honderd zou krijgen,
een zoete koek af te staan. Hij is thans
verplicht 30 koeken te ieveren.
Wilde autobus. Te Houthem (L.) reed
een autobus een kruidenierswinkel bin
nen. Ze kwam met de vöorkap midden'
in den winkel terecht, daar groote
schade veroorzakend. In de autobus
zaten, behalve de chauffeur, twaalf
personen, die geen van allen letsel kre
gen. Toevallig bevonden zich de bewo
ners in het achterhuis, zoodat niemand
gewond werd. De autobus is zwaar
beschadigd Het huis, waarvan de voor
gevel finaal is verdwenen, is met bal
ken gestut, daar men door het doorbui
gen der zoldering verdere instorting
vreesde.
Verdronken. Een 12jarige jongen die
in de Zandsloot bij de Venenburgerlaan
te Hillegom aan het hengelen was,
kwam door onvoorzichtigheid in de
sloot terecht. Toen men den jongen uit
de sloot ophaalde, bleek hij reeds te zijn
overleden.
De inbraak in den St. Pieter. Het
politieonderzoek heeft geleid tot de
arrestatie van een der voornaamste or
ganisatoren van de inbraak in ue schat
kamer van St. Pieter.
De gestolen kostbaarheden zijn terug
gevonaen.
Volgens een ander bericht uit Rome
is een gedeelte van ue geroofde schatten
teruggevonden.
De Romeinsche bladen brengen eenige
nadere bijzonderheden omtrent de aires
tatie van ue schuldigen aan de inbraak.
De hoofdschuldige is een schoenma
ker. Hij had zich ook met de taak be
last voor den verkoop van de gestolen
voorwerpen te zorgen.
Voorts is een vrbegere politieambte
naar bij de zaak betrokken.
De Inbraak t zelf is uitgevoerd door
een metselaar,' die in de schatkamer is
werkzaam geweest.
De meeste voorwerpen zijn bescha
digd, aangezien de dieven reeds maat
regelen hadden getroffen om het goud
te smelten.
Nader meldt men nog uit Rome:
De „Messagero" meldt: De uit de
schatkamer van St. Pieter geroofde ko^t
baarheden zijn binnen 48 uur opge
spoord door commissaris Marotta.
Bij bevonden zich bij den schoenma
ker Mario Stella in de Via flavia.
Een der medeplichtigen is de juwelier
Graziani,
Gelukkig Amerika. Volgens de nieuwe
belastingjjcpalirigen zullen in de Ver-
eenigde Staten de inkomen, van min
der dan 5000 dollar (plm. 12.500 gulden
per jaar onbelast blijven.
Nieuwe aardschok in Japan. In het
Kimosakidisrict 'werd gisteren om 1 uur
45 min., v.m. een aardschok waargeno
men, die door geheel Japan is gevoeld.
De bewoners viucnl e.< uit hun hui
zen en brachten den nacht in de open
lucht door.
Schade of ongelukken worden niet
gemeld.
Op het dale. In de gevangenis te Park
burst sprong Zondag tijdens,de gods
dienstoefening een der gevangenen plot
seling op den kansel, klauterde van
daar uit op de balken en verdween ver
volgens voor de blikken der aanwe
zigen door het bovenlicht van de kapel.
Daarna klom hij op het dak van de ge
vangenis en geniet nu op een hoogte
van circa 45 voet van de vrijheid en het
zomersche weer.
De gevangenisbewaarders hebben tot
nu toe geen pogingen aangewend hem
weder naar beneden te halen, daar zij
aannemen, dat de honger hem wel zal
dwingen van zijn verheven standplaats
af te dalen. De gevangene heeft de dak
pannen los gemaakt, teneinde deze even'
tueel te gebruiken als munitie, zoo men
hem mocht willen aanvallen.
Dezelfde man heeft het op een derge
lijke wijze eens acht dagen op het dak
der gevangenis te Dartmoor uitgehou
den.
Nieuwe hittegolf. Een telegram uit
New York meldt, dat Amerika opnieuw
door een hittegolf wordt bezocht.
Te New York zijn reeds twee perso
nen tengevolge van het warme weer
overleden en vijf bewusteloos gevallen.
Om hun hondje te redden.Uit Stcke
a d. Trent (Engeland) wordt 'n tragisch
ongeval gemeld, dat aan twee jongens
het leven kostte.
De beide kinderen, 8 en 11 jaar oud
waren met een hond aan het wandelen
toen deze plotseling het-water insprong.
Het jongste ventje, bang dat zijn hond,
die niet kon zwemmen, naar hij meen
de, zou verdrinken, sprong hem na; het
oudere volgde zijn voorbeeld om hem
te helpen, met het gevolg, dat beiden
verdronken. Hun lijkjes werden later op
gehaald.
De hond, waarvoor zij zich hadden
opgeofferd, slaagde er natuurlijk in, uit
eigen kracht aan wal te komen.
Aanvaring. Een der schepen van het
Britsche eskader, dat Maandag van de
Oostzee huiswaarts keerde, kwam in de
fjord van Oslo in bosting met een plaat
selijke stoomboot, welke ernstig werd
beschadigd en later naar den .val ge
sleept moest worden.
Persoonlijke ongelukken kwamen
niet voor.
Hevige stormen in Italië. Hevige stor
men hebben Noord-Italië geteisterd. De
oogst heeft veel geleden, aldus meldt
een bericht uit Rome.
Weer een mijnongeluk. In de staats
mijn „Hendrik" te. Brunssum is de 14
jarige J. Scherber, wonende te Bruns
sum en werkzaam op de mijn, voor het
lezen van kolen, tusschën een ketting-
baan bekneld geraakt. Het hoofd en 'een
heen werüen -verbrijzeld. De dood trad
onmiddellijk in.
Een en ander is te wijten aan onvoor-
/jiCiuigiibiu van eten jongen.
Verkeersongevallen. Maandagmiddag
is een öjarig meisje T. v. S. uit de van
iireugiieistraat te 'sGravenhage op den
Zuid-Biniiensingei door een auto over
reden.
Zij bekwam eenige verwondingen
aan het hoofd en moest door den Ge
neeskundige dienst naar het ziekenhuis
gebracht worden.
Toen de heer v. D. te Hoorn woon
achtig, op zijn motorrijwiel van zqii
werk terugkeerde, is hij op den Hoorn-
sclien weg nabij Zwaagdijk,-jji botsing
gekomen met een vrachtauto.
Het motorrijwiel werd als het ware
versplinterd, en de ooggetuigen dachten
niet anders, of ook de berijder was er
ernstig aan toe.
Tot hun verwondering echter kroop
hij na eenige oogqnbiikkèn onder de
kar vandaan. Zijn toestand is niet
ernstig.
Duinbrand. Te Zandvoort heeft weer
éen zeer ernstige duinbrand gewoed
langs de spoorbaan. De vermoedelyhb
oorzaak is waarschijnlijk een gevallen
vonk uit een locomotief. Meters hoog
sloegen de vlammen op- uit het droge
duingras.
De jachtopziener E. Bol Jr., en.de
wachter van Rijnland, Avan der Meu-
len, waren echter spoedig op de plaats
van het gevaar en begonnen het blus-
schingswerk. Zè werden daarbij kranig
geholpen door een achttal jongens.
Een 6000 meter ongeveer is een. prooi
der vlammen geworden.
Brutale inbraaje op klaarlichten dag.
In een Noordelijke voorstad van Lei
den reed 'n auto met 4 nun voor een
gesloten huis voor, waarvan de bewo
ner reeds op zijn vacanbereis was. Zij
openden de deur met ee r valsclien sleu
tel, en sleepten een brandkast uit het
huis, waarin zich het oip oivn geld lot
een waarde van f100 000 bevond.
De politie is met het geval in kennis
gesteld. Tot nu toe is zij den brutalen
inbrekers nog niet op het spoor.
Tegen bankroovers. De 'vereniging
van bankiers in Amerika, in totaal
meer dan 100 banken vertegenwoordi
gend, heeft een belooning van 2500 dol
lar toegezegd aan de politiebeambten,
voor eiken bankroover dien zij neer
schieten.
Zij beweren, dat zulke maatregelen
noodzakelijk zijn voor de bescherming
van het leven van hun personeel.
DE GESCHIEDENIS DER
LOGEMENTEN.
Reeds voor meer dan twee duizend
jaren, aldus „das Hotel", was het lo
gement zoo bekend, dat men zich het
kultureele leven niet zonder logement
had kunnen denken. En zoowel in
Athene als in Sparta bestonden er
logementen, waar' men elkaar ont
moette, at, en dronk en waar men
indien te vergadering te lang had ge
duurd, kon logeeren.
Om reizigers te herbergen waren
deze logementen wel is waar nog niet
ingericht; eerst later ontstonden in
de grootere Grieksche Steden loge
menten, die ook den reizigers onder
dak boden.
Voor dien had men trouwens geen
behoefte aan hotels. ,Wie naar een
vreemde stad reisde had daar ge
woonlijk de een af andere relatie, fa
milie, kennissen of zakenvrienden, en
het sprak van zelf dat men bij hen
logeerde.
Anders was het bij de Romeinen.
Men had daar reeds reiswegen en
straten, en zoodoende vond men daar
reeds vroeg rustplaatsen voor de rei
zigers aan de drukke straten; op deze
rustplaatsen vonden de reizigers, be
ambten en soldaten, daarnaast ech
ter ook alle andere reizigers een goed
onderkomen voor zichzelf en hun paar
den.
De Oudromeinsche logementen, die
gewoonlijk door slaven onderhouden
werden, hadden r&eds echte hotel-na*-
men. Men had er een groote en kleine
Adelaar, een Haan en een Zwaan,
net zoo als op 'toogenblik in onze
steden en dorpen.
Gelegenheid om buitenshuis te eten
was er in Rome overal. Wie niet
veel kon betalen, ging in een een--
voudige eetkeuken, waar men voor
weinig geld een goed en rijkelijk maal
kreeg. Daarnaast had mèri 'de 'betere'
lqgementen die van baden waren voor'
zien, den Romeinen hun huiselijke ge
zelligheid trachtten te vergoeden en
die veel bezoek ontvingen, vooral,
omdat het er altijd vrij vroolijk toe
ging.
In Duitschland kende men in dien
tijd noch herbergen* noch logemen
ten. De reiziger was alleen op de
gastvriendschap aangewezen. Maar,
die vond hij ook waar hij kwam;
den doortrekkenden vreemdeling gast
vrijheid te verleenen was een plicht
die eiken burger door de wet van
het volksrecht was opgelegd.
Waar een klooster in de nabijheid
was, kwam de gastvriendschap der-
burgers niet in aanmerking, daar de
reizigers in elk klooster vanzelfspret-
kend een onderkomen vonden.
Eerst in de middeleeuwen ontston
den er langzamerhand ook in de Ger-
maansche landen logementen die ech
ter in elk opzicht veel te wenschen
overlieten. Het waren donkere en be
nauwde ruimten waar veelal twijfel
achtige individuen verkeerden, avon-
türiers en galante dames, zoodat de
eerbare burger ze liever meed, ter
wijl de vreemdeling, die gedwongen
was, in zulk een logement te over
nachten blij was, 'als hij er heelhuids
afkwam.
Aan geestelijken was het eeuwen
lang verboden herbergen te bezoe
ken. In de 9e en 10e eeuw beston
den er reeds een massa, maar aan de
zich ontwikkelende cultuur voldeden
deze eenvoudige herbergen nietmeër.
Iii menige stad richtte daarom de
Raad eenige gelagkamers of kelders
vodr de burgerij op, en deze genoege-
lijke Raads-gelagkamèrs en Raads-kel
ders bestaan nu nog. Daar ze in ver
houding veel beter gemeubileerd waren
dan de herbergen, werden ze druk
bezocht en prikkelden tot navolging.'
Zoo ontstonden langzamerhand ook
logementen, die hun gasten een ge
moedelijker oponthoud boden, dan de
oude herbergen met hun dikwijls zeer
twijfelachtige gasten.
Een van deze goede middeleeuw-
sche logementen heeft' zich tot dezen
modernen tijd weten te handhaven-,
het is de „Reus" in het duderwetsche
Mainstadje Miltenberg. De opriteh*
ting van dit oude logement moet' in
het jaar 1160 zijn geweest, dus in
het begin vail het Duitsche herberg*
wezen.
Deze oude Duitsche logementen wa
ren natuurlijk geen hotels in onze be-
teekenis. Vooral waren ze niet uit
sluitend voor het onderkomen en ge
mak der reizigers bestemd.
In de eerste plaats waren het ge-
noegelijke eet- en drinkgelegenhedën
voor de inwonende burgers.
Eerst tegen het einde van de 17e
eeuw begon men de logementen meei
en meer aan het vreemdelingen-yen
keer aan te passen en in t dezen tijd
ontstonden ook de eerste Duitsche
„hotels" een naam die toen .echter
in het internationale verkeer nog niet
zoo gebruikelijk was als thans. Men
noemde het vreemdelingen-logement
liever „hof" en voegde er dan de
een of andere stadnaam bij, zooals
„Augsburger Hof", ,Nurnberger Hof'
enz.
En niemand had er toen een flauw
vermoeden van, dat het Hotelwezen
binnen een eeuw die groote vlucht
zou nemen, waartoe het voorbestemd
was
LOFLIED VOOR DEN ZETTER.
Wij lazen in „Het Tarief", orgaan
het Boekdr ukkeréb edrijfde volgende
dichterlijke ontboezeming:
van de Federatie van Werkgevers in:
Onbekende letterzetter,
Typograaf, zoo men dit wil,
Houdt bij 't zetten van dit' rijmpje
Even uwen arbeid stil.
'kWil dit versje aan u wijden,
Gij, die altijd even net,
Mijne horrelvoetsche rijmen
In dit Nieuwsblad hebt gezet,
'k Vraag vergeving voor de krabbels
Door mij, meestal nonchalant.
Op een blad papier gesmeten «-
Met een dichterlijke hand.
Als het voor de pers moet dienen
Is men meestal gauw te vree;
Met den zetterj die 'tmóet lezen, -■
O.ch, wie houdt daar reek'ning mee?
Gij moet alles kunnen lezen,
Zelfs het katterigste schrift;
Duis'tre hiërogliefenteekens ii,
In verweerden steen gegrift. j
'kWeet wel, hanepooten lezen
Hoort nu eenmaal bij 't beroep,
Maar men dient toch te bedenken:
'tZettersoog is nog geen loup!
Onbekende medewerkers,
Journalisten, zoo men wil,
Schrijft Uw werk zóó, dat dé ze tl:..
Het kan lézen zonder bril.
Gunt den man eens dat pleiziertje,
Neemt eens nota van m'n vraag,
En verlost de typografen
iVan de hanepootenplaagl