4 vï r NIEUWE LEIDSCHÊ COURANT VAN WOENSDAG 1 JUJI 1925 TWEEDE BLAD. i DE NEDERLANDSCHE BANK. In het verslag van den President der Nederlandsche Bank wordt o.a. het vol gende medegedeeld: Twee gebeurtenissen van groote be- teekenis hebben op financieel gebied 't wereldgebeuren in het afgeloopen jaar beheerscht,. te weten: het herstel van der economische orde in de staten van Centraal Europa, waaronder ook be hoorde de schuldregeling voor Duitsch land aan de hand van het z.g. Dawes rapport en de terugkeer tot een waarde vasten standaard. Duitschland is er in October toe geko men om naast zijn Bestaande Rijksbank de z.g. Rentebank op te richten. De Billetten van deze bank hebben tijde lijk kunnen voldoen aan den eisch van een waardevastheid. Later kwam onder leiding vah president Schacht de nieuwe GoldcIiscbntobanR tot stand, als resul taat van overleg tusschen eenige circu latiebanken, op initiatief van de Bank of-Engeland o.a. met medewerking van 'de Nederlandsche Bank welke een parti cipatie genomen heeft van 500.000 pnd. i in het- kapitaal. Verder stond'de Nederlandsche Bank een 'herdisconto-crediet van f f0.000.000 toe; ten opzichte van Nederland heeft de Golddiskontobank ten slotte van dit ere diet geen gebruik behoeven te maken, terwijl het voorschot van f500.000 pnd. door de nieuwe Duitsche Rijksbank op den 30en April 1555 is afbetaald. Gememoreerd wordt de uitnoodiging .welke de president ontving van de re geering van de Unie van Zuid Afrika om tezamen met Prof. Dr. E. W. Kem- merér van de Princeton University de Regeering van advies te dienen'over, de '.vraag van het herstel van den gouden j standaard, onafhankelijk van Groot- Brittannië. Deze vraag werd in bevestigenden zin beantwoord; op 12 Januari 1925 ver klaarde de Regeering van de Unie zich 1 mét Bét rapport te kunnen vereenigen, waarop later stemmen opgingen in het igemeenebest van Australië en Nieuw Zeelahd' om ook binnenkort tot den gou den standaard over te gaan, terwijl Ca nada verklaarde, feitelijk reeds tot het goud te zijn teruggekeerd. De besprekingen in Nederlandsch- Indiê óver de onderlinge samenwer- 1 king van de Javaansche Bank en de j Nederlandsche Bank in verband met 'n terugkeer tot de goudbasis zijn van een meest aangename aard geweest door J een beter over en weer begrijpen, i De Nederlandsche Bank heeft ook 'met de Javasche Bank samengewerkt om 'dë vlottende schuld van de Oost- I indische koloniën naar Indië over te brengen. In de eerste helft van het'boek jaar heeft Nederland op finantieel ge- bied nog zorgvolle dagen gekend, welke deden herinnren aan de ernstige tijden ;.van 1914. Toen :over. de Rotterdamsche Bank- vereeniging minder gunstige berichten in omloop waren, heeft hare Directie zich voor een nader overleg tot ons ge wend. Gememoreerd wordt de open lijke verklaring te dien opzichte door de Nederlandsche Bank gedaan. Aan de' Rotterdamsche Bankvereeniging werd tijdelijk een buitengewoon crediét 1 in uitzicht gesteld. Zij heeft hiérvan niet. ten volle gebruik behoeven te ma ken en die uit dien hoofde opgenomen gelden zijn in betrekkelijk korten tijd weer terugbetaald. Door dit verloop van zaken is een crisis, welke in ons land had kunnen UitBreken, gelukkig afge wend. Het gemiddeld opereerend kapitaal bedroeg in het boekjaar 19241925 f401.549.980 tegen f388.003.399 in 1923—1924. De metaalvoorraad op het einde van het vorig boekjaar f 578.666.843 bedra gende verminderde met f 53.139.098, zoo S dat het boekjaar sloot met f525.527.745. Het gemiddeld Bedrag der bankbiljet ten in omloop was in het afgeloopen jaar ruim 27 millioen gulden lager dan dat van het vorig .jaar. Het hoogste cij fer was op 2 Mei 1924 f 1.049.995; het laagste cijfer was dat van 25 Maart 1925: f879.077.915. Het geheele winstcijfer over het afge loopen boekjaar was f 16.607.321.67. Het dividend bedraagt 7 pet. (v. j. 8, 6). Naar de bijzondere reserves wordt overge bracht f 12.000.000. Aan den staat wordt in totaal uitgekeerd f2.951.633.28 (v. j. f5.484.829.51). ï- BINNENLAND. DE TWEEDE KAMERVRKIE- ZINGEN. De hnidlge samenstelling der Kamer. In verband met de heden plaats heb bende verkiezingen voor dé Tweede Kamer herinnert de „Tel." er aan, dat de thans nog tot den derden Dinsdag in September zitting hebbende Kamer als volgt is samengesteld: Roomsch Katholieken 32 Anti-Revolutionairen 16 Öhristelijk-Historischen 11 Rechtsche coalitie 59 Sociaal-Democraten j20 Liberalen (Vrijheidsbond) 11 Vrijzinnig-Democraten 6 Plattelanders 2 Communisten 2 Staatkundig Geref. Partij 1 Bij de stembus van 1922 werden in totaal uitgebracht 2.929.569 stemmen, waarvan op de Roomsch-Katholieken 874745 st. Anti-revolutionairen 402277 st. Christelijk-Bistorischen 318669 st. Sociaal-democraten 567769 st. Liberalen (Vrijheidshond) 271358 st Vrijzinnig-democraten 134595 st. Plattelanders 45816 st. Communisten 53664 st. Staatk. Geref. Partij 26744 st. Van de in de Kamer zitting hebben de leden, keeren in de nieuwe Tweede Kamer in geen geval terug de volgen de leden: Mr. P. J. Troelstra (S.D.A.P. die van September 1897 tot September 1901 en vervolgens van 13 September 1902 af tot heden toe, onafgebroken lid van het Parlement is geweest, H. Stu- lemeyer (R.K.) lid van 17 September 1918 af, VV .1. F. Juten, (R.K.) lid van 17 September 1913 af, A. B. Michielsen (R.K.) lid van 19 September 1922 af, J. v. d. Molen (A.R.) lid sedert 18 Maart 1908, Ds. C. van der Voort van Zijp (A.R.) thans voorzitter ,van de Natio nale Unie, lid sedert 19 Maart 1908, de beide Communisten D. Wijnkoop, en Dr. W. van Ravensteyn, beiden lid se dert September 1918, en ten slotte Mej. Dr. E. Cl van Dorp, die in 1922 als ver tegenwoordigster van de inmiddels Ver dwenen Liberale partij (groep-Van Houten) tot lid van de Kamer gekozen werd en in den loop van dit jaar tot den Vrijheidsbond overging. De namen van deze personen prijken thans niet op de candidatenlijsten, om dat zij óf geen candidatuur meer be geerden óf niet opnieuw candidaat werden gesteld zooals b.v. de beide ver tegenwoordigers 'van de Communisti sche partij, die als gevolg van de on- eenigheid en verdeeldheid onder de Communisten, thans aan hun parle mentair leven een einde zien gemaakt. Voorts staat het wel vast, dat ette lijke Kamerleden, die thans wederom candidaat zijn gesteld, niet opnieuw naar het Binnenhof zullen worden af gevaardigd en den politieken dood op het electorale slagveld zullen sterven. De toestand van Mr. Troelstia. Van mr. P. J. Troelstra, die aan het meer van Genève verbetering van zijn gezondheidstoestand zoekt, verneemt „Het Volk", dat het hem aanvankelijk daar minder goed ging, maar dat hij, nu hij van den al te warmen kant van het meer naar de overzijde verhuisd is, daarvan de goede resultaten begint te ervaren. Chr, Radio-toepassing. Alom in den lande blijkt er een bui tengewoon groote belangstelling te be staan voor de politieke redevoeringen die deze week voor de Radio worden gehouden. Wij kennen steden waar de vooraan staande firma's doer bet groote aantal demonstraties geen enkele luidspreker meer beschikbaar liebben. Speciaal geldt het de redevoeringen van .de Christelijke leiders. Hieruit blijkt overduidelijk, dat in betrekkelijk korten tijd juist in de Christelijke krin gen het gebruik van de Radio zich heeft ingeburgerd en de oogen steeds meer open gaan voor het feit, dat de Radio aan onze Chr. belangen uitne mende diensten kan bewijzen, en het derhalve roeping is bijtijds deze dien sten te gaan benutten, fmmers. de Ra dio kan ook in-banden van de wereld over gaan. Zonder twijfel is het kan de Neder landsche Christelijke Radio-Vereenl- gin te danken dat de draadlooze tele fonie momenteel in onze kringen zulk een uitgebreide toepassing vindt, en verdient het aanbeveling deze vereeni- ging bij haar optreden allen mogelij ken steun te bieden. Naar ons ter oore 'kwam werkt de N.C.R.V. met een tekort. De Radio avonden kosten veel geld. Laten allen die bet wel meenen met hun Chr. be ginsel en de doorwerking ervan op elk levensterrein voorstaan, medebelpen om déze jonge vereeniging aan 't werk te houden. Onze Chr. actie trekt er nu en later ruimschoots de vruchten van. Voor degenen, die dit niet weten, vermelden wij dat bet adres der ver eeniging is: Postbus 8, Maassluis en het Gironummer 21400. De voorkeurtarieven der Duitsche spoorwegen. Het Duitsche blad de Tag heeft uit Hamburg een telegram ontvangen, waarin gezegd wordt, dat de Hamburg sche scheepvaartkringen in de groot ste onrust verkeeren over de onder handelingen welke tusschen de Neder landsche en de Duitsche regeering ge veerd worden over de voorkeurtarie- ven van de Duitsche spoorwegen ten voordeele van dé Duitsche havens. Men meent in Hamburg, dat de Ne derlandsche regeering een perscam pagne geïnspireerd heeft teneinde haar wil in deze aangelegenheid door te zet ten De Hamburgers wijzen echter er op, dat de Duitsche spoorwegmaatsc'a. den Hollanders geen cadeautjes mag doen en dat de Duitsche regeering wel de gevolgen moet overwegen inzake bet favoriseei'en van de Nederlanders ten koste van de Hamburgsche haven, welke reeds zwaar genoeg voor haar bestaan moet kampen. Uit onze Indiën. De Javaansche daglooner. - De bekende zendingsarts dr. H. S. Pruys te Wonosobo deelt in. het „Ge neeskundig Tijdschrift voor Ned. Indië" een en ander mede over den voedings toestand van de bevolking in het gebied, waar hij sinds 191S de praktijk uitoefent. In de jaren 1920 tot 1923, behandelde hij een groot aantal zieken* met water zucht bij de bevolking van een berg klimaat (2800 voet), die hij vroeger ge woon was te kenschetsen als „gezonde bergbevolking", in tegenstelling tot de laagvlakte-bevolking van Djokja en Solo. Bij nader onderzoek bleek deze water zucht aan ondervoeding te moeten wor den toegeschreven. Eerst scheen, bij oppervlakkig navragen bij de Inlandsche hoofden, alsof er van armoede en gebrek geen sprake was. Zelfs de duidelijk ondervoede zieken stemden bijna nooit toe, dat zij te kort kwamen. Of dit ligt aan de algemeen blijkende leugenachtigheid in het beantwoorden on zer vragen naar den duur en het verloop der ziekte en naar de mogelijke oor-f zaken? Zeker ook wel; maar het is toch zeer denkbaar, dat er een zeker gewennen heeft plaats gevonden aan gebrekkige vos ding. Het bleek den. schrijver althans, dat de paupers hier leven, van maïs en blaren aangevuld met ketella, doch met een groot .tekort aan vet (klappers moe ten worden ingevoerd en zijn abnormaal duur) en aan dierlijk voedsel. Daarbij wordt de maïs bij voorkeur geheel ontdaan van den bolster en alleen h^t meel gegeten, zoodat de vergelij king met witte rijst en beri-beri zich dadelijk aan ons opdringt. Ook de kleine man voedt zich bij voorkeur met vitamine- arm gemaakte koothyd^aten (maïsmeel en ketela), als hij geen rijst kan krijgen. Een moeilijke vraag bleef nog te be antwoorden. De bodem leverde genoeg op, evenveel of, dank zij de krachtige aan sporing van bestuurswege, om geen plek je onbeplant te Jaten, zelfs meer dan in gewone tijden. Maar de prijzen gingen geweldig om hoog. Toch verklaart dit vQor een land bouwende bevolking nog geen ondervoe ding. De man, die van zijn akker leeft, kan bij hooge prijzen er, zelfs beter bij varen. Maar de groote massa, n.l. de dag- looners, die zelf geen land hebben en dagelijks gaan patjoelen tegen den kost en een kleine belooning, juist van. dezen worden er zoo velen ziek. Door inlichtingen van den assistent resident werd $e vraag opgelost: het bleek n.l., dat met het stijgen der voed selprijzen de grondbezitters, zoo harte loos -mogelijk, hun daglopners geen voed sel meer gaven, maar een verhoogd dag geld. Hiervoor konden deze echter geen behoorlijk voedsel koopen. Een Chinees doodgeknuppeld. De controleur van Arnhemia heeft vier Batakkers gearresteerd, die een Chinees beroofden en hem met stokken doodsloe gen, meldt de Deli Crt. Drie der daders bekenden volledig, de vierde ontkent nog enkele bijzonderheden. Het viertal Batakkers ontmoette bij Ban dar Baroe, op 7 of 8 Mei, een. Chinees en daar ze vermoedden, dat deze man geld bij zich had, probeerden ze hem dat te ontnemen. De Chinees,* overigens een. breedgebouwde, flinke kerel, werd be vreesd door de dreigende houding der Batakkers en zette het op een loopen, achtervolgd door de Batakkers. Na een vrij lange achtervolging bereikte hij eindelijk een kampong, waar hij uit geput en doodelijk vermoeid neerviel. Buiten gevaar, meende hij. Even later kwam ook het viertal op dagen, ging naar den Chinees toe, bond hem handen en voeten tezamen en pikolde den armen man aan een stok als een varken, naar het bosch, waar ze hem met stokken, doodsloegen. Daarop werd het geld, dat het slachtoffer bij zich had, verdeeld en kreeg elk der vier beestmen- schen de kapitale som van f 1.25 als loon voor zijn aandeel. De geheele kampong was van deze schanddaad min of meer top de hoogte, doch niemand zei een woord hiervan aan de autoriteiten, totdat de controleur van Arnhemia op 12 Mei door het gepraat van enkele kinderen bericht kreeg en nog des middags om 5 uur zich naar de kampong begaf om het onderzoek persoonlijk te leiden. Dien zelfden dag om 11 uur n.m. had hij het viertal moordenaars in. verzekerde be waring en hadden ze genoeg losgelaten om een onderzoek in het bosch te doen. Maar daar aangekomen bleek het te duis ter om iets te kunnen ontdekken en be sloot men tot den daarop volgenden och tend te wachten. De moordenaars bekenden dat zij, na- aat eerst het lijk een dag in het bosch nad gelegen, waren teruggegaan en 'het lij* een 500 M. vercfer hadden begraven op een onüewerkte Iadang van den hoofd schuldige in deze zaak. De tijgerplaag. In verschillende streken van Batoe Bahra, meldt de Deli Crt., heerscht een ware tijgerplaag. Kort geleden zat in kampong Mo- dang bij Indrapoera een 7-jarig kindje dichtbij de woning, in gezelschap van een ouderen broer, een vuurtje aan te maken, toen plotseling een enorme tijger rond de woning kwam aange sneld en het kind een slag toebracht en in zijn bek wegsleepte. Natuurlijk maakte het broerti.e, doo delijk verschrikt, een geweldig kabaal, zoodat de bevolking met lansen cd stokken te hoop liep en de tijger ign prooi liet vallen. Helaas was het reeds door de ge weldige klauwen zoodanig toegeta keld, dat het voordat de dokter arri veerde, overleed. Er werd wraak genomen en twee dagen later gelukte het den tijger te schieten. Ook aan den kant van Lima Poeloe terroriseeren, eenige, volgens de be volking, ten minste drie, volwassen tijgers de streek. Op één avond werden in kampong Goentoeng niet minder dan 9 geiten door tijgers aangeslagen. De bevolking verzocht hulp en een politiepatrouille trok er met vallen en schietgeweer op uit, doch tot nu toe gelukte 't niet de roovers neer te leg gen. w Kinderverkoop. Aan de Sin Po wordt het volgende uit Tangerang gemeld: Volgens geruchten,, welke in het Chi- neesche kamp de ronde doen, heeft een zekere Chinees S. T. S., wonende in kam pong Pose Grendeng, zijn kindje van een maand of vijf verkocht voor de som van f 25 aan een totok-Chneesi te Batavia. Men kan thans nog niet melden, .wie de ko'oper is. S. T. S. zou zelf dat kind te Batavia hebben gebracht en het schijnt, dat de zaak reeds tevoren met zijn vrouw werd bekonkeld. Toen hij van Batavia terug kwam, zonder het kindje, gaf hij aan zijn vrouw f25. Den volgenden dag liet hij zijn vrouw teruggaan naar haar ouders op Sewan. De vrouw is vertrokken met een ander kindje van drie jaar oud. Men vermoedt, dat S. T. S. hiertoe ge dwongen is door zijn benarde levensom standigheden. Hij kon niet langer een vrouw en twee kinderen onderhouden. Toen hebben man en vrouw maar de kinderen gedeeld, ieder één. Niet lang na de scheiding van zijn vrouw verkocht hij ook nog zijn huis voor f 13, zoodat hij thans totaal van de weldadigheid der landgenooten moet leven. Vrouwenhandel. Te Batavia heeft men wederom een nieuw geval van vrouwenhandel ontdekt, dat, aldus de Loc., mocht de zaak, zoo als zeer waarschijnlijk is, bewezen worden, voor de betrokkenen zeer onaangename gevolgen zal hebben. Men wist n.l. een in China wonende jonge Chineesche vrouw, over te halen, naar Batavia af te reizen, zoogenHamd. om haar echtgenoot, die zich ergens in Indië moet bevinden, te volgen. Door haar aan boord zooveel mogelijk in haar hut op te sluiten, wist men iedere commu nicatie met de andere passagiers gedu rende de reis te voorkomen. De misleiding kwam aan het licht, toen zij bij aankomst in Indië niet bij haar echtgenoot, van wien men de verblijf plaats zelfs niet wist, doch bij een ander werd gebracht. Een koppelaarster in deze kwestie is gearresteerd, terwijl bedoelde vrouw voorloopig aangehouden is, om als kroongetuige de schuldigen aan te wijzen. Wijziging Yerlofstractement officieren. In afwachting van de daarop betrek king hebbende algemeene orders, wordt het reglement op het verleenen van ver loven naar Europa aan officieren van het Ned. Ind. leger nader gewijzigd. Het normaal maandelijksch verlofstrac- tement wordt naar den volgenden maat staf berekend: ico pet. van de eerste f 125, 80 pet. van de 2de f 125, 60 pet. van de vol gende f 250, 40 pet. van de volgende f 500 en 30 pet. van elk volgend bedrag der maandelijksche inkomsten. Voor elk ipinderjarig kind, meer dan één, wordt de normale verlofsbezoldiging met 5 pet verhoogd, tot een maximum van 25 pet. Het normaal verlofstractement wordt voor de niet kostwinners verlaagd met 10 pet. Bijzondere bepalingen zijn gemaakt voor officieren, van wie de echtgenooten als ambtenaar dienen, en aan welke echt genooten gelijktijdig verlof is toegestaan Het normaal en verhoogd verlofstTacte- ment kan voor ieder officier nooit meer bedragen dan f 1000 per maand. FEUILLETON. Ëen doornig pad (Uit het Engel'sch). 21) Maar wat deden zij nu? waar woon den zij? Als de scherpe Oostenwind In (Maart langs haar zoldervenster Iloot, als de ijzel de daken bedekte en zelfs in ieder reetje wist door te dringen, waar de huiverende musschen zich verscholen hadden en als de nacht met zijn sluier den verwarden doolhof der groote stad bedekte, vraagde zij zich met een brekend hart af, waar het grij ze hoofd van haren vader en het tee- dere lichaam van haar kind 'n schuil plaats zouden gevonden hebben? O! als zij zulke nachten eens moesten door brengen op straat, wegekropen onder een poort of inéén gedoken op een stoep!liever zou zij maar weten, dat zij goed en wel in hun graf lagen. Maar niet de geheele maand Maart was zou koud. en guur; de week, die juffrouw Clack buiten doorbracht, was mooi en zonnig, afgewisseld door een Ipaar voorbarige April-buitjes. De groe ne knopjes in de heggen ontplooiden hunne fijne Jonge Blaadjes, en op plaat sen waar voor weinige dagen nog sneeuw lag, staken nü reeds een paar madeliefjes het witte kopje omhoog. Alle beekjes glinsterden en bruisten, en de vogeltjes hadden het zoo druk en vlogen van boom tot boom, om uit te zien naar een geschikte plek voor hun nestje. Juffrouw Clack was zoo lang in Londen geweest, dat zij zich in een geheel nieuwe wereld bevond. Zij had geen lammeren in het veld zien spelen, sedert zij een schoolmeisje was; en bijna deed het haar pijnlijk aan, toen zij ze in het oog kreeg. Voor een van natuurschoon geblazeerden toeschouwer zou deze eenvoudige land streek niets bijzonders opleveren maar zelfs de gewoonste dingen waren voor haar een bron van genot; en haast kon zij zich niet voorstellen, dat zij dezelf de vrouw was, die gewoonlijk zoo ver moeid de eindelooze straten door en de keukentrappen op en af zwoegde, gebukt onder haar zak met oude klee- ren. Maar de week liep ten einde; en hoe wel vrouw Watson nog wat langer zou blijven, gevoelde juffrouw Clack zich verplicht om tot hare zaken terug te keeren en weer naar Dotje en haar eigen huis te gaan. Zij kreeg een vrij zwaar ma&di* met landelijke produc ten mede; versche eieren, die zij zelve uit het nest gehaald had, pas gekarn de boter, en wat vroege groente,, die zij anders haast nooit, te proeven kreeg Zij was hartelijk blij, toen zij te Rea ding op het preron door Abbott werd toegewuifd, want zij had wel opgepast, dat zij met den trein terugkeerde; en hij wees haar een plaats en beurde haar mandje voor haar in een waggon „net alsof zij een dame was", zeide zij bij zich zelve. Het was geen lange reis, want de trein hield maar ééns op, om de kaartjes te laten nazien; maar in het gewoel en de drukte aan het Pad- dington-slation zocht Abbott het.be schroomde oude vrouwtje weder op, dat doodelijk beangst het gedrang stond aan te zien. ,,lk dacht wel, dat ge hang zoudt zijn", zeide hij, haar mandje uit den waggon krijgend. „Mijne moeder was Ook altijd in de war aan dit station. Daarom heb ik maar een oogenblikje op u gewacht, want gewoonlijk vlieg ik weg als een pijl uit den boog. Wel ken kant moet u op? en hoe denkt u te gaan?". ,,lk woon in Chelsea, mijnheer", ant woordde juffrouw Clack,.„en ik kan heel goed te voet gaan door Kensing ton-park." „Dat is gedeeltelijk in mijn weg, ten minste tot aan het park", zeide Abbott „Dan kan ik uw mandje dragen, zoo ver als we samen gaan; 'tis veel te zwaar voor u." „A's 8® dan daarvoor maar een paar eieren wilt aannemen',' zeide juffrouw Clack, heel van streek door zijn vrien delijkheid. Het zijn echte buiteneie ren en door buitenkippen gelegd. Ik weet zeker, dat uw vrouw er blij mee zal zijn." „Ik ben niet getrouwd", zeide Ab bott, met een glimlach op haar blozend oud gezicht nederziende. '„Wel, dat is jammer!" riep juffrouw Clack uit. Zij waren nu in een drukke straat; het geratel van de wielen en getrap pel van de paarden rondom hen gaf haar een gevoel, alsof haar nieuwe vriend haar zwak stemmetje tooh niet zou kunnen hooren."Daarom keek zij hem maar in stille bewondering aan, knikte en lachte wanneer zij z'n oogen ontmoette en deed haar uiterste best om hem bij te blijven. Wat een won der. dat zóo'n man niet getrouwd was! Toen zij aan Kensington-park kwa men, weifelde Abbott een oogenbllk, woog het mandje eens in ztla sterke hand, en bekeek juffrouw Clack's klein mager persoontje. „Bijna zoo klein ais mijn moeder", dacht hij. „Ik za! het park maar met u doorgaan", voegde hij er overluid bij. „Ik ben er in geen maanden ge weest, en het zal een waar genoegen voor mij zijn. Ik placht hier soms met mijn moeder te komen." „En is zij dood?" vraagde Juffrouw Clack beschroomd en meewarig. „Ja", antwoordde hij. „Och, och", zeide zij. „Wat zal dat haar hard gevallen zijn, zulk een toon te verlaten. Ik heb nooit anders dan heel oppervlakkig met mannen te doen gehad, behalve in den laatster, tijd; en die ik nu leer kennen, zijn al len zoo goed als goud. Ik heb daar juist bij zulk een goed man buiten ge logeerd; en dat alles komt, doordat Don hier in dit zelfde park een ouden blinden man en een klein meisje ge vonden heeft en ze mij in huis bracht. Ik zeide, dat ik liever tien honden dan éen man wou hebben; maar lk wist -litt, welk een zegen een man kan aan brengen." ,Een oude blindeman en een k'cin meisje?" riep Abbott uit. „Toch niet de oude John I.ister en Dotje?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5