4 vï
r NIEUWE LEIDSCHÊ COURANT VAN WOENSDAG 1 JUJI 1925
TWEEDE BLAD. i
DE NEDERLANDSCHE BANK.
In het verslag van den President der
Nederlandsche Bank wordt o.a. het vol
gende medegedeeld:
Twee gebeurtenissen van groote be-
teekenis hebben op financieel gebied 't
wereldgebeuren in het afgeloopen jaar
beheerscht,. te weten: het herstel van
der economische orde in de staten van
Centraal Europa, waaronder ook be
hoorde de schuldregeling voor Duitsch
land aan de hand van het z.g. Dawes
rapport en de terugkeer tot een waarde
vasten standaard.
Duitschland is er in October toe geko
men om naast zijn Bestaande Rijksbank
de z.g. Rentebank op te richten. De
Billetten van deze bank hebben tijde
lijk kunnen voldoen aan den eisch van
een waardevastheid. Later kwam onder
leiding vah president Schacht de nieuwe
GoldcIiscbntobanR tot stand, als resul
taat van overleg tusschen eenige circu
latiebanken, op initiatief van de Bank
of-Engeland o.a. met medewerking van
'de Nederlandsche Bank welke een parti
cipatie genomen heeft van 500.000 pnd.
i in het- kapitaal.
Verder stond'de Nederlandsche Bank
een 'herdisconto-crediet van f f0.000.000
toe; ten opzichte van Nederland heeft de
Golddiskontobank ten slotte van dit ere
diet geen gebruik behoeven te maken,
terwijl het voorschot van f500.000 pnd.
door de nieuwe Duitsche Rijksbank op
den 30en April 1555 is afbetaald.
Gememoreerd wordt de uitnoodiging
.welke de president ontving van de re
geering van de Unie van Zuid Afrika
om tezamen met Prof. Dr. E. W. Kem-
merér van de Princeton University de
Regeering van advies te dienen'over, de
'.vraag van het herstel van den gouden
j standaard, onafhankelijk van Groot-
Brittannië.
Deze vraag werd in bevestigenden zin
beantwoord; op 12 Januari 1925 ver
klaarde de Regeering van de Unie zich
1 mét Bét rapport te kunnen vereenigen,
waarop later stemmen opgingen in het
igemeenebest van Australië en Nieuw
Zeelahd' om ook binnenkort tot den gou
den standaard over te gaan, terwijl Ca
nada verklaarde, feitelijk reeds tot het
goud te zijn teruggekeerd.
De besprekingen in Nederlandsch-
Indiê óver de onderlinge samenwer-
1 king van de Javaansche Bank en de
j Nederlandsche Bank in verband met 'n
terugkeer tot de goudbasis zijn van een
meest aangename aard geweest door
J een beter over en weer begrijpen,
i De Nederlandsche Bank heeft ook
'met de Javasche Bank samengewerkt
om 'dë vlottende schuld van de Oost-
I indische koloniën naar Indië over te
brengen. In de eerste helft van het'boek
jaar heeft Nederland op finantieel ge-
bied nog zorgvolle dagen gekend, welke
deden herinnren aan de ernstige tijden
;.van 1914.
Toen :over. de Rotterdamsche Bank-
vereeniging minder gunstige berichten
in omloop waren, heeft hare Directie
zich voor een nader overleg tot ons ge
wend. Gememoreerd wordt de open
lijke verklaring te dien opzichte door
de Nederlandsche Bank gedaan. Aan
de' Rotterdamsche Bankvereeniging
werd tijdelijk een buitengewoon crediét
1 in uitzicht gesteld. Zij heeft hiérvan
niet. ten volle gebruik behoeven te ma
ken en die uit dien hoofde opgenomen
gelden zijn in betrekkelijk korten tijd
weer terugbetaald. Door dit verloop van
zaken is een crisis, welke in ons land
had kunnen UitBreken, gelukkig afge
wend.
Het gemiddeld opereerend kapitaal
bedroeg in het boekjaar 19241925
f401.549.980 tegen f388.003.399 in
1923—1924.
De metaalvoorraad op het einde van
het vorig boekjaar f 578.666.843 bedra
gende verminderde met f 53.139.098, zoo
S dat het boekjaar sloot met f525.527.745.
Het gemiddeld Bedrag der bankbiljet
ten in omloop was in het afgeloopen
jaar ruim 27 millioen gulden lager dan
dat van het vorig .jaar. Het hoogste cij
fer was op 2 Mei 1924 f 1.049.995; het
laagste cijfer was dat van 25 Maart
1925: f879.077.915.
Het geheele winstcijfer over het afge
loopen boekjaar was f 16.607.321.67. Het
dividend bedraagt 7 pet. (v. j. 8, 6). Naar
de bijzondere reserves wordt overge
bracht f 12.000.000. Aan den staat wordt
in totaal uitgekeerd f2.951.633.28 (v. j.
f5.484.829.51).
ï- BINNENLAND.
DE TWEEDE KAMERVRKIE-
ZINGEN.
De hnidlge samenstelling der Kamer.
In verband met de heden plaats heb
bende verkiezingen voor dé Tweede
Kamer herinnert de „Tel." er aan, dat
de thans nog tot den derden Dinsdag
in September zitting hebbende Kamer
als volgt is samengesteld:
Roomsch Katholieken 32
Anti-Revolutionairen 16
Öhristelijk-Historischen 11
Rechtsche coalitie 59
Sociaal-Democraten j20
Liberalen (Vrijheidsbond) 11
Vrijzinnig-Democraten 6
Plattelanders 2
Communisten 2
Staatkundig Geref. Partij 1
Bij de stembus van 1922 werden in
totaal uitgebracht 2.929.569 stemmen,
waarvan op de
Roomsch-Katholieken 874745 st.
Anti-revolutionairen 402277 st.
Christelijk-Bistorischen 318669 st.
Sociaal-democraten 567769 st.
Liberalen (Vrijheidshond) 271358 st
Vrijzinnig-democraten 134595 st.
Plattelanders 45816 st.
Communisten 53664 st.
Staatk. Geref. Partij 26744 st.
Van de in de Kamer zitting hebben
de leden, keeren in de nieuwe Tweede
Kamer in geen geval terug de volgen
de leden: Mr. P. J. Troelstra (S.D.A.P.
die van September 1897 tot September
1901 en vervolgens van 13 September
1902 af tot heden toe, onafgebroken lid
van het Parlement is geweest, H. Stu-
lemeyer (R.K.) lid van 17 September
1918 af, VV .1. F. Juten, (R.K.) lid van
17 September 1913 af, A. B. Michielsen
(R.K.) lid van 19 September 1922 af,
J. v. d. Molen (A.R.) lid sedert 18 Maart
1908, Ds. C. van der Voort van Zijp
(A.R.) thans voorzitter ,van de Natio
nale Unie, lid sedert 19 Maart 1908, de
beide Communisten D. Wijnkoop, en
Dr. W. van Ravensteyn, beiden lid se
dert September 1918, en ten slotte Mej.
Dr. E. Cl van Dorp, die in 1922 als ver
tegenwoordigster van de inmiddels Ver
dwenen Liberale partij (groep-Van
Houten) tot lid van de Kamer gekozen
werd en in den loop van dit jaar tot
den Vrijheidsbond overging.
De namen van deze personen prijken
thans niet op de candidatenlijsten, om
dat zij óf geen candidatuur meer be
geerden óf niet opnieuw candidaat
werden gesteld zooals b.v. de beide ver
tegenwoordigers 'van de Communisti
sche partij, die als gevolg van de on-
eenigheid en verdeeldheid onder de
Communisten, thans aan hun parle
mentair leven een einde zien gemaakt.
Voorts staat het wel vast, dat ette
lijke Kamerleden, die thans wederom
candidaat zijn gesteld, niet opnieuw
naar het Binnenhof zullen worden af
gevaardigd en den politieken dood op
het electorale slagveld zullen sterven.
De toestand van Mr. Troelstia.
Van mr. P. J. Troelstra, die aan het
meer van Genève verbetering van zijn
gezondheidstoestand zoekt, verneemt
„Het Volk", dat het hem aanvankelijk
daar minder goed ging, maar dat hij,
nu hij van den al te warmen kant van
het meer naar de overzijde verhuisd
is, daarvan de goede resultaten begint
te ervaren.
Chr, Radio-toepassing.
Alom in den lande blijkt er een bui
tengewoon groote belangstelling te be
staan voor de politieke redevoeringen
die deze week voor de Radio worden
gehouden.
Wij kennen steden waar de vooraan
staande firma's doer bet groote aantal
demonstraties geen enkele luidspreker
meer beschikbaar liebben.
Speciaal geldt het de redevoeringen
van .de Christelijke leiders. Hieruit
blijkt overduidelijk, dat in betrekkelijk
korten tijd juist in de Christelijke krin
gen het gebruik van de Radio zich
heeft ingeburgerd en de oogen steeds
meer open gaan voor het feit, dat de
Radio aan onze Chr. belangen uitne
mende diensten kan bewijzen, en het
derhalve roeping is bijtijds deze dien
sten te gaan benutten, fmmers. de Ra
dio kan ook in-banden van de wereld
over gaan.
Zonder twijfel is het kan de Neder
landsche Christelijke Radio-Vereenl-
gin te danken dat de draadlooze tele
fonie momenteel in onze kringen zulk
een uitgebreide toepassing vindt, en
verdient het aanbeveling deze vereeni-
ging bij haar optreden allen mogelij
ken steun te bieden.
Naar ons ter oore 'kwam werkt de
N.C.R.V. met een tekort. De Radio
avonden kosten veel geld. Laten allen
die bet wel meenen met hun Chr. be
ginsel en de doorwerking ervan op elk
levensterrein voorstaan, medebelpen
om déze jonge vereeniging aan 't werk
te houden. Onze Chr. actie trekt er nu
en later ruimschoots de vruchten van.
Voor degenen, die dit niet weten,
vermelden wij dat bet adres der ver
eeniging is: Postbus 8, Maassluis en
het Gironummer 21400.
De voorkeurtarieven der Duitsche
spoorwegen.
Het Duitsche blad de Tag heeft uit
Hamburg een telegram ontvangen,
waarin gezegd wordt, dat de Hamburg
sche scheepvaartkringen in de groot
ste onrust verkeeren over de onder
handelingen welke tusschen de Neder
landsche en de Duitsche regeering ge
veerd worden over de voorkeurtarie-
ven van de Duitsche spoorwegen ten
voordeele van dé Duitsche havens.
Men meent in Hamburg, dat de Ne
derlandsche regeering een perscam
pagne geïnspireerd heeft teneinde haar
wil in deze aangelegenheid door te zet
ten De Hamburgers wijzen echter er
op, dat de Duitsche spoorwegmaatsc'a.
den Hollanders geen cadeautjes mag
doen en dat de Duitsche regeering wel
de gevolgen moet overwegen inzake
bet favoriseei'en van de Nederlanders
ten koste van de Hamburgsche haven,
welke reeds zwaar genoeg voor haar
bestaan moet kampen.
Uit onze Indiën.
De Javaansche daglooner. -
De bekende zendingsarts dr. H. S.
Pruys te Wonosobo deelt in. het „Ge
neeskundig Tijdschrift voor Ned. Indië"
een en ander mede over den voedings
toestand van de bevolking in het gebied,
waar hij sinds 191S de praktijk uitoefent.
In de jaren 1920 tot 1923, behandelde
hij een groot aantal zieken* met water
zucht bij de bevolking van een berg
klimaat (2800 voet), die hij vroeger ge
woon was te kenschetsen als „gezonde
bergbevolking", in tegenstelling tot de
laagvlakte-bevolking van Djokja en Solo.
Bij nader onderzoek bleek deze water
zucht aan ondervoeding te moeten wor
den toegeschreven.
Eerst scheen, bij oppervlakkig navragen
bij de Inlandsche hoofden, alsof er van
armoede en gebrek geen sprake was. Zelfs
de duidelijk ondervoede zieken stemden
bijna nooit toe, dat zij te kort kwamen.
Of dit ligt aan de algemeen blijkende
leugenachtigheid in het beantwoorden on
zer vragen naar den duur en het verloop
der ziekte en naar de mogelijke oor-f
zaken?
Zeker ook wel; maar het is toch zeer
denkbaar, dat er een zeker gewennen
heeft plaats gevonden aan gebrekkige vos
ding. Het bleek den. schrijver althans,
dat de paupers hier leven, van maïs en
blaren aangevuld met ketella, doch met
een groot .tekort aan vet (klappers moe
ten worden ingevoerd en zijn abnormaal
duur) en aan dierlijk voedsel.
Daarbij wordt de maïs bij voorkeur
geheel ontdaan van den bolster en alleen
h^t meel gegeten, zoodat de vergelij
king met witte rijst en beri-beri zich
dadelijk aan ons opdringt. Ook de kleine
man voedt zich bij voorkeur met vitamine-
arm gemaakte koothyd^aten (maïsmeel en
ketela), als hij geen rijst kan krijgen.
Een moeilijke vraag bleef nog te be
antwoorden. De bodem leverde genoeg
op, evenveel of, dank zij de krachtige aan
sporing van bestuurswege, om geen plek
je onbeplant te Jaten, zelfs meer dan in
gewone tijden.
Maar de prijzen gingen geweldig om
hoog. Toch verklaart dit vQor een land
bouwende bevolking nog geen ondervoe
ding. De man, die van zijn akker leeft,
kan bij hooge prijzen er, zelfs beter bij
varen.
Maar de groote massa, n.l. de dag-
looners, die zelf geen land hebben en
dagelijks gaan patjoelen tegen den kost
en een kleine belooning, juist van. dezen
worden er zoo velen ziek.
Door inlichtingen van den assistent
resident werd $e vraag opgelost: het
bleek n.l., dat met het stijgen der voed
selprijzen de grondbezitters, zoo harte
loos -mogelijk, hun daglopners geen voed
sel meer gaven, maar een verhoogd dag
geld. Hiervoor konden deze echter geen
behoorlijk voedsel koopen.
Een Chinees doodgeknuppeld.
De controleur van Arnhemia heeft vier
Batakkers gearresteerd, die een Chinees
beroofden en hem met stokken doodsloe
gen, meldt de Deli Crt.
Drie der daders bekenden volledig, de
vierde ontkent nog enkele bijzonderheden.
Het viertal Batakkers ontmoette bij Ban
dar Baroe, op 7 of 8 Mei, een. Chinees
en daar ze vermoedden, dat deze man
geld bij zich had, probeerden ze hem dat
te ontnemen. De Chinees,* overigens een.
breedgebouwde, flinke kerel, werd be
vreesd door de dreigende houding der
Batakkers en zette het op een loopen,
achtervolgd door de Batakkers.
Na een vrij lange achtervolging bereikte
hij eindelijk een kampong, waar hij uit
geput en doodelijk vermoeid neerviel.
Buiten gevaar, meende hij.
Even later kwam ook het viertal op
dagen, ging naar den Chinees toe, bond
hem handen en voeten tezamen en pikolde
den armen man aan een stok als een
varken, naar het bosch, waar ze hem met
stokken, doodsloegen. Daarop werd het
geld, dat het slachtoffer bij zich had,
verdeeld en kreeg elk der vier beestmen-
schen de kapitale som van f 1.25 als loon
voor zijn aandeel. De geheele kampong
was van deze schanddaad min of meer
top de hoogte, doch niemand zei een
woord hiervan aan de autoriteiten, totdat
de controleur van Arnhemia op 12 Mei
door het gepraat van enkele kinderen
bericht kreeg en nog des middags om
5 uur zich naar de kampong begaf om
het onderzoek persoonlijk te leiden. Dien
zelfden dag om 11 uur n.m. had hij
het viertal moordenaars in. verzekerde be
waring en hadden ze genoeg losgelaten
om een onderzoek in het bosch te doen.
Maar daar aangekomen bleek het te duis
ter om iets te kunnen ontdekken en be
sloot men tot den daarop volgenden och
tend te wachten.
De moordenaars bekenden dat zij, na-
aat eerst het lijk een dag in het bosch
nad gelegen, waren teruggegaan en 'het
lij* een 500 M. vercfer hadden begraven
op een onüewerkte Iadang van den hoofd
schuldige in deze zaak.
De tijgerplaag.
In verschillende streken van Batoe
Bahra, meldt de Deli Crt., heerscht
een ware tijgerplaag.
Kort geleden zat in kampong Mo-
dang bij Indrapoera een 7-jarig kindje
dichtbij de woning, in gezelschap van
een ouderen broer, een vuurtje aan
te maken, toen plotseling een enorme
tijger rond de woning kwam aange
sneld en het kind een slag toebracht
en in zijn bek wegsleepte.
Natuurlijk maakte het broerti.e, doo
delijk verschrikt, een geweldig kabaal,
zoodat de bevolking met lansen cd
stokken te hoop liep en de tijger ign
prooi liet vallen.
Helaas was het reeds door de ge
weldige klauwen zoodanig toegeta
keld, dat het voordat de dokter arri
veerde, overleed.
Er werd wraak genomen en twee
dagen later gelukte het den tijger te
schieten.
Ook aan den kant van Lima Poeloe
terroriseeren, eenige, volgens de be
volking, ten minste drie, volwassen
tijgers de streek.
Op één avond werden in kampong
Goentoeng niet minder dan 9 geiten
door tijgers aangeslagen.
De bevolking verzocht hulp en een
politiepatrouille trok er met vallen en
schietgeweer op uit, doch tot nu toe
gelukte 't niet de roovers neer te leg
gen. w
Kinderverkoop.
Aan de Sin Po wordt het volgende
uit Tangerang gemeld:
Volgens geruchten,, welke in het Chi-
neesche kamp de ronde doen, heeft een
zekere Chinees S. T. S., wonende in kam
pong Pose Grendeng, zijn kindje van een
maand of vijf verkocht voor de som van
f 25 aan een totok-Chneesi te Batavia.
Men kan thans nog niet melden, .wie
de ko'oper is.
S. T. S. zou zelf dat kind te Batavia
hebben gebracht en het schijnt, dat de
zaak reeds tevoren met zijn vrouw werd
bekonkeld. Toen hij van Batavia terug
kwam, zonder het kindje, gaf hij aan zijn
vrouw f25. Den volgenden dag liet hij
zijn vrouw teruggaan naar haar ouders op
Sewan. De vrouw is vertrokken met een
ander kindje van drie jaar oud.
Men vermoedt, dat S. T. S. hiertoe ge
dwongen is door zijn benarde levensom
standigheden. Hij kon niet langer een
vrouw en twee kinderen onderhouden.
Toen hebben man en vrouw maar de
kinderen gedeeld, ieder één. Niet lang
na de scheiding van zijn vrouw verkocht
hij ook nog zijn huis voor f 13, zoodat
hij thans totaal van de weldadigheid der
landgenooten moet leven.
Vrouwenhandel.
Te Batavia heeft men wederom een
nieuw geval van vrouwenhandel ontdekt,
dat, aldus de Loc., mocht de zaak, zoo
als zeer waarschijnlijk is, bewezen worden,
voor de betrokkenen zeer onaangename
gevolgen zal hebben.
Men wist n.l. een in China wonende
jonge Chineesche vrouw, over te halen,
naar Batavia af te reizen, zoogenHamd.
om haar echtgenoot, die zich ergens in
Indië moet bevinden, te volgen. Door
haar aan boord zooveel mogelijk in haar
hut op te sluiten, wist men iedere commu
nicatie met de andere passagiers gedu
rende de reis te voorkomen.
De misleiding kwam aan het licht, toen
zij bij aankomst in Indië niet bij haar
echtgenoot, van wien men de verblijf
plaats zelfs niet wist, doch bij een ander
werd gebracht. Een koppelaarster in deze
kwestie is gearresteerd, terwijl bedoelde
vrouw voorloopig aangehouden is, om
als kroongetuige de schuldigen aan te
wijzen.
Wijziging Yerlofstractement officieren.
In afwachting van de daarop betrek
king hebbende algemeene orders, wordt
het reglement op het verleenen van ver
loven naar Europa aan officieren van
het Ned. Ind. leger nader gewijzigd.
Het normaal maandelijksch verlofstrac-
tement wordt naar den volgenden maat
staf berekend:
ico pet. van de eerste f 125, 80 pet.
van de 2de f 125, 60 pet. van de vol
gende f 250, 40 pet. van de volgende
f 500 en 30 pet. van elk volgend bedrag
der maandelijksche inkomsten.
Voor elk ipinderjarig kind, meer dan
één, wordt de normale verlofsbezoldiging
met 5 pet verhoogd, tot een maximum
van 25 pet.
Het normaal verlofstractement wordt
voor de niet kostwinners verlaagd met
10 pet.
Bijzondere bepalingen zijn gemaakt
voor officieren, van wie de echtgenooten
als ambtenaar dienen, en aan welke echt
genooten gelijktijdig verlof is toegestaan
Het normaal en verhoogd verlofstTacte-
ment kan voor ieder officier nooit meer
bedragen dan f 1000 per maand.
FEUILLETON.
Ëen doornig pad
(Uit het Engel'sch).
21)
Maar wat deden zij nu? waar woon
den zij? Als de scherpe Oostenwind In
(Maart langs haar zoldervenster Iloot,
als de ijzel de daken bedekte en zelfs
in ieder reetje wist door te dringen,
waar de huiverende musschen zich
verscholen hadden en als de nacht met
zijn sluier den verwarden doolhof der
groote stad bedekte, vraagde zij zich
met een brekend hart af, waar het grij
ze hoofd van haren vader en het tee-
dere lichaam van haar kind 'n schuil
plaats zouden gevonden hebben? O! als
zij zulke nachten eens moesten door
brengen op straat, wegekropen onder
een poort of inéén gedoken op een
stoep!liever zou zij maar weten,
dat zij goed en wel in hun graf lagen.
Maar niet de geheele maand Maart
was zou koud. en guur; de week, die
juffrouw Clack buiten doorbracht, was
mooi en zonnig, afgewisseld door een
Ipaar voorbarige April-buitjes. De groe
ne knopjes in de heggen ontplooiden
hunne fijne Jonge Blaadjes, en op plaat
sen waar voor weinige dagen nog
sneeuw lag, staken nü reeds een paar
madeliefjes het witte kopje omhoog.
Alle beekjes glinsterden en bruisten,
en de vogeltjes hadden het zoo druk
en vlogen van boom tot boom, om uit
te zien naar een geschikte plek voor
hun nestje. Juffrouw Clack was zoo
lang in Londen geweest, dat zij zich
in een geheel nieuwe wereld bevond.
Zij had geen lammeren in het veld
zien spelen, sedert zij een schoolmeisje
was; en bijna deed het haar pijnlijk
aan, toen zij ze in het oog kreeg. Voor
een van natuurschoon geblazeerden
toeschouwer zou deze eenvoudige land
streek niets bijzonders opleveren maar
zelfs de gewoonste dingen waren voor
haar een bron van genot; en haast kon
zij zich niet voorstellen, dat zij dezelf
de vrouw was, die gewoonlijk zoo ver
moeid de eindelooze straten door en
de keukentrappen op en af zwoegde,
gebukt onder haar zak met oude klee-
ren.
Maar de week liep ten einde; en hoe
wel vrouw Watson nog wat langer zou
blijven, gevoelde juffrouw Clack zich
verplicht om tot hare zaken terug te
keeren en weer naar Dotje en haar
eigen huis te gaan. Zij kreeg een vrij
zwaar ma&di* met landelijke produc
ten mede; versche eieren, die zij zelve
uit het nest gehaald had, pas gekarn
de boter, en wat vroege groente,, die
zij anders haast nooit, te proeven kreeg
Zij was hartelijk blij, toen zij te Rea
ding op het preron door Abbott werd
toegewuifd, want zij had wel opgepast,
dat zij met den trein terugkeerde; en
hij wees haar een plaats en beurde
haar mandje voor haar in een waggon
„net alsof zij een dame was", zeide zij
bij zich zelve. Het was geen lange reis,
want de trein hield maar ééns op, om
de kaartjes te laten nazien; maar in
het gewoel en de drukte aan het Pad-
dington-slation zocht Abbott het.be
schroomde oude vrouwtje weder op,
dat doodelijk beangst het gedrang
stond aan te zien.
,,lk dacht wel, dat ge hang zoudt
zijn", zeide hij, haar mandje uit den
waggon krijgend. „Mijne moeder was
Ook altijd in de war aan dit station.
Daarom heb ik maar een oogenblikje
op u gewacht, want gewoonlijk vlieg
ik weg als een pijl uit den boog. Wel
ken kant moet u op? en hoe denkt u
te gaan?".
,,lk woon in Chelsea, mijnheer", ant
woordde juffrouw Clack,.„en ik kan
heel goed te voet gaan door Kensing
ton-park."
„Dat is gedeeltelijk in mijn weg, ten
minste tot aan het park", zeide Abbott
„Dan kan ik uw mandje dragen, zoo
ver als we samen gaan; 'tis veel te
zwaar voor u."
„A's 8® dan daarvoor maar een paar
eieren wilt aannemen',' zeide juffrouw
Clack, heel van streek door zijn vrien
delijkheid. Het zijn echte buiteneie
ren en door buitenkippen gelegd. Ik
weet zeker, dat uw vrouw er blij mee
zal zijn."
„Ik ben niet getrouwd", zeide Ab
bott, met een glimlach op haar blozend
oud gezicht nederziende.
'„Wel, dat is jammer!" riep juffrouw
Clack uit.
Zij waren nu in een drukke straat;
het geratel van de wielen en getrap
pel van de paarden rondom hen gaf
haar een gevoel, alsof haar nieuwe
vriend haar zwak stemmetje tooh niet
zou kunnen hooren."Daarom keek zij
hem maar in stille bewondering aan,
knikte en lachte wanneer zij z'n oogen
ontmoette en deed haar uiterste best
om hem bij te blijven. Wat een won
der. dat zóo'n man niet getrouwd was!
Toen zij aan Kensington-park kwa
men, weifelde Abbott een oogenbllk,
woog het mandje eens in ztla sterke
hand, en bekeek juffrouw Clack's klein
mager persoontje.
„Bijna zoo klein ais mijn moeder",
dacht hij. „Ik za! het park maar met
u doorgaan", voegde hij er overluid
bij. „Ik ben er in geen maanden ge
weest, en het zal een waar genoegen
voor mij zijn. Ik placht hier soms met
mijn moeder te komen."
„En is zij dood?" vraagde Juffrouw
Clack beschroomd en meewarig.
„Ja", antwoordde hij.
„Och, och", zeide zij. „Wat zal dat
haar hard gevallen zijn, zulk een toon
te verlaten. Ik heb nooit anders dan
heel oppervlakkig met mannen te
doen gehad, behalve in den laatster,
tijd; en die ik nu leer kennen, zijn al
len zoo goed als goud. Ik heb daar
juist bij zulk een goed man buiten ge
logeerd; en dat alles komt, doordat
Don hier in dit zelfde park een ouden
blinden man en een klein meisje ge
vonden heeft en ze mij in huis bracht.
Ik zeide, dat ik liever tien honden dan
éen man wou hebben; maar lk wist
-litt, welk een zegen een man kan aan
brengen."
,Een oude blindeman en een k'cin
meisje?" riep Abbott uit. „Toch niet de
oude John I.ister en Dotje?"
(Wordt vervolgd).