NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 20 JUNI 1925
Wat de bladen zeggen.
Kerk en Socialisme.
Aan een artikel van Prof. Slotemaker
cÜa Bruine in de Nederl., over boven
staand onderwerp is het volgende ont
leend;
•Er waakt een zekere religiositeit op
binnen socialisme en sociaal-demo
cratie.
Maar toenadering tot het christendom
laat staan: tot de kerk is hiermede
niet gegeven. Want het christendom
wordt toegelaten als het zich vóór het
socialisme verklaart; anders niet. M. a.
v. niet het christendom, maar het so
cialisme is maatstaf en primair. Het
geestelijke mag het economissche
dienen.
Dat dit met christendom of toenade
ring tot rengie niets te maken heeft, is
duidelijk. Want religie Is primair of zij
is het niet. Dienstmaagd kan zij niet
wezen.
Zien wij aldus de zaak te bekrompen?
Men oordqele.
In een hoofdartikel heeft Het Volk
willen betoogen, dat socialisme en
religie elkaar niet uitsluiten. Maar het
deed dit in dezen allerongelukkigsten
tform:
Wel verre dat socialisme en geloof
elkaar uitsluiten, schept in zuivere
waarheid het eerste de ongerepte
mogelijkheid voor het laatste. Als het
arbeidsproces de ideologie beheerscht
dan is vrijmaking .1 den arbeid
ook de geboorte van zuivere en on
gerepte religie.
Dit is klaar en onverheeld Marxsme
6n Historisch materialisme. Wij, zullen
afwachten, met welke vlammende
woorden de S.D.A.P.-Predikanten tegen
deze uiting protesteeren, nu zij het land
rondtrekken om te beweren, dat socialis
me en christendom kunnen samengaan.
Vooralsnog zeggen wij enkel: met
Christendom heeft de bedoelde uiting
piets te doen.
Enzij staat niet op zich zelf.
In het tijdschrift Evangelisch Sozial,
is hetzelfde vraagstuk aan de orde. De
secretaris van 3en „modernen1' ambte-
naarsbond in Duitschland, tevens voor
zitter van het religieus-socialistisch ver
bond, schrijft daar over de verzoening
.tusschen kerk en sociaal-democratie.
Uit zijn beide titels blijkt dat hij èn
Socialist èn religieus is. Welnu: hoe
stelt hij de mogelijkheid van zulk een
.verzoening?
Uit zijn artikel vertalen wij deze twee
zinsneden:
genwoordige kapitalistische maat-
De kerk moet erkennen, dat de te-
schappij-orde vervangen moet wor
den door een „planmatige" econo
mische ordeGodsdienst is privaat
zaak, zaak der innerlijke overtuiging,
niet partijzaak of staatszaak.
Met zeldzame klaarheid wrodt hier
gezegd, hoe het socialisme zich de toe
nadering denkt.
Met zeldzame klaarheid wordt hier
het christendom, de kerk naderen. Maar
de kerk moet de economische leer van
het socialisme overnemen en zij moet
'de religieuse goederen buiten het open
bare leven plaatsen.
Dan zal: de sociaal-democratie de kerk
aanvaarden.
't Zal wel waar zijn.
Dochwat is dat voor een kerk of
religie, die het religieus opbergt en het
economische leven nummer één maakt?
Geen onware cijfers s.v.p
Over dit onderwerp schrijft onze
(Rotterdamme r:
"Het „Haagsch propaganda-comité
Voor de openbare school0' schrijft in
een opwekking aan d© voorstanders
Van die school het voegende: „"Naar
'de uitbreiding van het aantal kinde
ren zouden ^er sedert 1920 ongeveer
e20Ö christelijke scholen in ons land
bijgekomen zijn; er rijn er ongeveer
!1200 meer.
'Dit is pure fantasie. 16 Januari 1920
waren er 1225 scholen met den bij
bel; 1 Januari 1925 waren er '1682.
iToename: 457 scholen. Het aantal
leerlingen vermeerderde in dien tijd
Tnet 43281.
De bevolking der openbare school
bedroeg op 1 Jan. 1920 570.324. Op
;1 Januari 1924 was dit aantal ruiin
40.000 verminderd. Het aantal open
bare scholen bedroeg 1 Januarï Ï920
3437 en was 1 Januari 1924 tot onge
veer 3800 gestegen.
Bij de openbare scholen: 40.000
leerlingen achteruit, 360 scholen voor
uit.
Bij de christelijke scholen: '43.000
leerlingen yooruit, '460 scholen achter
uit.
De openbare school heeft over ver
drukking nog niet te klagen. Zij wordt
Moor de leerlingen verlaten, niet door
de Overheid verdrukt.
GEMENGD NIEUWS.
Gevaarlijk vermaak. Te Echt (L.) is
door onvoorzichtigheid bij het kamer-
schieten het vuur in het buskruit ge
slagen. Vijf omstanders werden door de
vlam gewond.
Branden. Door onbekende oorzaak
ontstond in den afgeloopen nacht brand
in een schuur achter het perceel van
den heer Hooimeyer in de Heerenstraat
te Gouda.
Door den krachtigen wind wei t]e
schuur en de aangrenzende en
van de heeren Laurier, en I-u an,
Moderubriek.
Voor zwaardere figuren en oudere dames.
n willekeurig denkt men van een dame op leeftijd altijd, dat zij een zwaar figuur
heeft en inderdaad is dit toch lang niet altijd het geval. Toch hebben beide
een groote overeenkomst en deze is, dat zij al wat opvallend is moeten vermijden
en in alle dingen eenvoud moeten betrachten vooral in model en garneering.
Wanneer de mode, zooals dit op het oogenblik het geval is, slanke eenvöudig-rechte
lijnen voorschrijft, kunnen de dames met een zwaar figuur, evenals de meer geposeerde
dame zeer goed modern gekleed zijn, als zij maar begrijpen, dat de mode aan haar
figuur moet worden aangepast en zij niet slaafs alle grillen van Mevrouw Mode probeeren
te voldoen. Juist de lange lijn van het tegenwoordige model is voor een eenigszins
zwaar figuur zeer gunstig, wanneer te groote nauwte vermeden wordt. Aan dit euvel
komt de wijdere rok prachtig te hulp. Op straat moeten natuurlijk bonte stoffen en
alte grillige patronen vermeden worden. Dit wel te dragen brengt bovendien nog
het nadeel, dat het figuur nog zwaarder schijnt terwijl het een oudere dame veel ouder
doet schijnen. Ook zijn goedkoope en daardoor minderwaardige stoffen verboden zwaar.
Afb. 1. Costuum met lange casaque. Bruine tricot van goede qualiteit
in twee nuances is het materiaal voor dit costuum, dat voor zwaardere figuren bijzonder
geschikt is. De rok met een voeringgedeelte, moet opzij hoog met de hoofdstof be
kleed zijn. Op de voering worden ook de twee gekruiste vestgedeelten gezet. De
casaque, die opzij open is, sluit van voren met knoopen en gaat naar boven open
Afb. 1. Costuum met lange casaque.
door de sjaalkraag begrensd, over
het vest. De lange nauwe mouwen,
sluiten met een ronde volant af.
Afb. 2. Robe-chemise
m e t k r a a g. Op ons plaatje komt
de wijder wordende rok van het
co stuum van bruine ripsstof duidelijk
uit. De doorloopend bijgeknipte
deelen staan op zij iets uit. Midden
voor vallen de voorpanden open over
een vest, waarbij de rokdeelen een
plooi vormen, terwijl een afstekende
patte de taille-deelen deelt. De patte
komt ook voor op, de kraag en op
de lange nauwe mouwen, die met
een manchet afgewerkt zijn.
Afb. 3. Mantelcostuum met
vest Dit eenvoudige gedistingeerde
mantelcostuum bestaat uit een tame
lijk oauwe rok en een lange jas. Als
materiaal dient zwart laken en zand
kleurige ripsstof voor het vest
Afb. 2. Robe-chemise met kraag.
Afb. 3. Costuum met vest.
een prooi der vlammen.
Tooneelspeelster'Kamerlid. Mrs. Hil
ton Philipson, het conservatieve Lager
huislid, sedert 1923 voor Berwick on
Tweed, vindt in haar functie van volks
vertegenwoordigster, blijkbaar niet de
noodige voldoening.
Zij is vroeger, toen zij nog bekend
was als Miss Mabel Russel, tooneel-
jlster geweest. Zij heeft haar oude
liefde nooit kunnen vergeten, doch deze
is nu zoo luide in haar gaan spreken,
dat zij besloten heeft weer op de plan
ken te verschijnen.
De volgende week zal zij na negen
jaar rust weer in een revue optreden.
Zij zal, mag men de kranten geloo-
ven, die van het nieuwtje dat in
Londen nogal belangstelling wekt
melding maken, het eerste parlements
lid zijn, dat professioneel medewerkt in
een revue.
Mrs. Philipson volgde destijds haar
echtgenoot als Lagerhuislid voor Ber
wick op.
Over boord gevallen. Te New York is
een draadloos bericht ontvangen dat
miss Elisabeth Cromwell, een lid van
een der eerste Amèrikaansche familiên,
over boord-is gevallen van het stoom-
Ver gifligingDinsdagavond j.l. is op
advies van haar huisdokter, wiens hulp
even te voren was ingeroepen, naar het
gemeenteziekenhuis te 's 'sGravenhage
overgebracht, mej. J. W., echtgenoote
van J. S
In het ziekenhuis werd vrij spoedig
vastgesteld, dat patiënte lijdende was
aan loodvergiftiging. De nadere inlich
tingen, welke de dokter bij die gelegen
heid verkreeg, gaven h&m aanleiding
nog denzelfden avond de politie in ken
nis te stellen van hetgeen hem gebleken
was en ter oore gekomen, waarna de
patiënte nog denzelfden nacht werd
verhoord.
Op de meest nadrukkelijke en plech
tige wijze verzekerde zij, zelf geenerlei
vergif en dus ook geen loodwit opzette
lijk en met eigen voorkennis te hebben
ingenomen. Haar moest dus het vergif
door iemand anders zijn toegediend.
De politie heeft in een en ander aan
leiding gevonden, den echtgenoot van
de patiënte, J. S., hiervan te verdenken
en hem derhalve nog dienzelfden nacht
uit zijn bed gelicht en in bewaring ge
steld. De verdachte ontkent.
De toestand van de patiënte is thans
naar omstandigheden redelijk wel.
Het gezin bestaat uit man, vrouw en
drie minderjarige kinderen.
Een menu in stijl. Aan professor J. A,
van der Kloes, den kenner van bouw
materialen bij uitnemendhied, is on
langs op den dag van zijn SOsten ver
jaardag een feestmaal aangeboden.
Men heeft den jubilaris geen steenen
voor brood neergezet. Wat echter wal?
Gij kunt het lezen op de spijskaart,
welke het weekblad De Ingenieur ia
zijn jongste nummer vermeldt.
De spijskaart droeg het hoofd „Ma—
teriaalstaat voor het werk" en clroeg als
motto „wat de boer niet kent, dat eet
hij niet (college v. d. Kloes)" en zij
luidde als volgt:
Schelpkak, trasmeelbroodjes, verschil
lende voorgerechten: paalworm, haring
itstaal, algen, kunstknoesten, uitge—
ren voegen enz.; schildpadsoep met
creosootolie, met hydraulische toeslag:
nat gebluschte zalm (verzopen); onge-
kantrechte aardappelen; Loffelbinder
saus; kalfbiefstuk van ezelsruggen; spi
nazie met zand 1 op 3; kip met uilevee
ren en zwaluwstaart; compote van
slappe basterdtrasmortel; asperges (trek
vastheid 3840 kg.-cm.; insnoer;ng 90
pet. rek negatief; versche boktorren met
eikenloof; aardbeien in Lardgevroren
specie; kaas met krimpscheuren en on-
gansche steeën; vruchten: hard grauw
en azijnhout.
N.B. De materialen te verwerken in
den natte.
DE GESCHIEDENIS DER KOUSEN.
iMen beweert, dat de mode om
kousen te dragen van Rome uit- zich
over de wereld heeft verbreid. Hoe
wel het gewoonte was in het Zuide
lijke klimaat met bloote beenen te
loopen, gingen de vrouwen daar toch
uit een zeker soort ij delheid haar bee
nen omwoelen met lange reepen stof
die op sierlijke wij'ze van den voet
tot aan de knie gewonden werden
en die men „fasciae crurales" noemde.
Kokette mannen gingen deze vrouwen
mode imiteeren. En het duurde niet
lang of die beenwindsels waren een
voorwerp van de grootste zorg. Met
werkelijk artistieken smaak koos men
stoffen en kleuren. De fijnste been-
windsels hadden een purperkleur. De
„petits-maïtres" van Rome echter pre
fereerden voor dit onderdeel van hun
toilet wit.
in'latere 'jaren werden £Ee lange,
smaiïe reepen vervangen do'or een
breeder stuk stof, gesneden naar den
vorm van het been en den voet. Aan
vankelijk hing die beenbekleeding lo:
en wijd neer, langzamerhand echter
sloot ze nauwer en nauwer aan, werd
eindelijk geheel aangesloten om voet
en kuit gedragen en boven de knie
opgerold.
De eigenlijke kous, de kous zooals
wij die kennen,' ontstond met de tricot
industrie tegen het einde van de 15e
eeuw. De eerste kousen werden ge
dragen door Hendrik II op. de brui
loft van zijn zuster met den hertog
van Savede. De handgebreide kou
sen werden al gauw vervangen door
beenbekleedsels, gebreid met de ma
chine. Eerst werden ze gemaakt als
open lappen, die men later dichtnaai-
de. Toen kwamen de machines, die
rond breiden, die kousen zonder naad
fabriceerden. Maar waarom eigen
lijk géén naad? De mode wenscht het
anders. Dus is men tot "in onze dagen,
weer teruggekomen tot het eerste sys
teem: dat van de open lap, die nader
hand wordt dichtgenaaid.
Beste jongens en meisjes,
We zullen ons ditmaal met een klein
babbeltje tevreden moeten stellen.
De vorige week: heb ik, ook al in ver
band met het prachtige zomerweer, wei
nig briefjes ontvangen, waarom ik de be
antwoording maar uit zal stellen tot de
volgende week.
Dat is voor mezelf ook gemakkelijker,
omdat, zooals jullie wel begrijpen kunt,
de verkiezingen ook op mijn tijd beslag
leggen.
Ik geef daarom nu alleen een paar
raadsels en hoop dan a.s. Zaterdag een
flinke correspondentie te plaatsen, ten
minste als jullie voor een behoorlijk aantal
briefjes zorgt.
De week na de verkiezingen denk ik
weer een prijsraadsel te geven, aan. de op
lossing waarvan alleen kunnen meedoen
zij, die ook nu en de volgende week hun
ne oplossingen inzenden of althans een
briefje sturen.
Door het babbeltje wat kort te maken
en dat zullen jullie den ik wel op
prijs stellen krijg ik meteen gelegenheid
om een wat grooter stuk van het ver-
haal te plaatsen.
Hier. volgen nu eerst de nieuwe raad
sels.
1. Mijn geheei bestaat uit 43 letters.
De 34. 23. 2. 17. 3. 18. 6. 42. 20.
14. 5 is een deel van de volksvertegen
woordiging.
Elké 25. 1:11. 12. it 3j2. 15. ;i8. .26
stemf Colijn.
19. 37. 20. 20. iö. 33. 4'. 39. 43 van
lijst 27 moet ieder goed onthouden.
31. 21. 3. 10. 5. en 20. 29. 8. 3. 10. 35
mogen nu beide gaan stemmen.
9. 28. die 38. 7. 22. 40. 16. 43 hebben
de meerderheid.
Het 31. 36. L 41 doet bij de stembus
uitspraak over de regeering.
41. 27. 30 zijn medeklinkers.
13. 36 most ge zelf maar invullen.
2. Mijn geheel bestaat uit 32 letters.
Voor vele 4. 16. 6. 13. 32 ziet men ver-
kiezingsbilj etten.
Een 7. 3. iS. 9. 24 vindt ge in de mees
te huizen.
Een 30. 8. 1 is een deel van 't geheel.
28. 13. 31. 20 is een bekende naam.
23. 25. 21. 17 is niet tegen.
Men moet oppassen niet 22. 29. ?6. II.
te stemmen.
Volgens de ia. 8. ja. to. aZ, ij- H
strafbaar wie niet gaat stemmen.
2 en 19 zijn dezelfde letters.
Nu, jongelui, nog maar eens flink aan,
het werk.
Hartelijke groeten,
OOM FELIX.
OnawandalL
Des anderen daags kwamen de buren
om den vreemden gast te zien, en gaven
allen zonder uitzondering den raad, hem.
zoo spoedig mogelijk weg te zenden, want
hij was ongetwijfeld een spion, zooals Be
cky zei, en zou hen zeker op de een of
andere manier in het verderf storten.
„Zoodra hij weer beter is, mag hij gaan
waarheen hij wil; maar zoolang hij te
zwak is om te loopen en uitgeput van
honger en vermoeienis, zal ik hem in be
scherming nemen. Hij zou zich onmoge
lijk zoo hongerig en uitgeput kunnen
voordoen, indien hij het niet werkelijk
was. Ik zal mijn plicht doen en de ge- 1
volgen overlaten aan God", zei de brave
predikant met zooveel onwrikbaar ver
trouwen ,dat de buren geen aanmerkir
meer durfden maken.
Maar zij hielden Onawandah onophoude
lijk in het oog, wanneer hij in hun na
bijheid kwam, stilzwijgend en gedwee,
maar met de fiere houding van een ge
vangen pijns, en soms blonk er een on
heilspellend vuur in zijn 00gen, wanneer.,
de andere knapen hem plaagden met zijn
donker getinte huid.
Hij bleef weken lang zwak, en kon
niet veel meer doen dan in de zon zitten
en mandjes vlechten voor Eunice, of pij- 1
len snijden voor Ruben's boog. De kin
deren waren spoedig met hem verzoend
want jegens hen was hij altijd zacht en
vriendelijk ,zijn best doende, om .in zijn
welluidende taal en met sprekende geba
ren zijn dankbaarheid en genegenheid uit|
te drukken; want zij verdedigden hem
tegen hun ruwere speelmakkers, en op'
het voorbeeld van hun vader, bewezen zij
den armen knaap vriendschap en vertrou
wen.
Toen hij weer goed loopen kon, leerde
hij Ruben schieten, allerlei wild vangen
in het bosch, de visschen verschalken,
waarnaar anderen hun hengels tevergeefs,
uitwierpen en den weg richten naar de
zon en de sterren, het water en den wind.
I roor Eunice bracht hij mos en mooie
ogelveeren mee; hij wees haar, hoe zij
mocassins' moest maken en gordels van
schelpen of mandjes van stekelvarkens-
pennen en gekleurd glas.
Voor de oude Becky wilde hij niets
doen, ten eerste, omdat hij zeer goed merk
te, dat zij hem niet vertrouwde, en ten
tweede, omdat kprenmalen en hout aan-<
dragen geen werk was voor dappere man-11
nen"; dat moesten de „squaws" maai
doen.
„Onawandah wil voor u jagen, visschen
en vechten, maar anders niets". Zelfs de\
vermaningen van den predikant konden f
hem op dat punt niet van gedachten doen 1
veranderen hoewel hij overigens voor den
goeden man door een vuur geloopen zou
1. V
„Men kan een arend niet zoo tam ma
ken als een huishen. Laat ons zorgen,
dat hij niets dan vriendelijke herinnerin
gen aan ons kan medenemen; dan maken
wij een vijand tot een vriend zei dominé
Bain, terwijl hij zijn hand liefkoozend pip
het sluike, zwarte haar legde. Voor hem:
boog zich dat hoofd altijd met den diep- 1
sten eerbied, maar ook voor niemand
anders.
Het werd winter en de kolonisten had
den het hard te verantwoorden in dien
langen tijd van kou en ontbering, ter
wijl de sneeuw hun lage woningen rond
om insloot en de zorgvuldig bewaarde
provisie soms onvoldoende bleek voor hun
eenvoudige behoeften.
Maar in de pastorie was nooit gebrek
aan vleesch, want Onawandah bleek een j
bekwamer schutter te zijn, dan de oude,
ervaren jagers in het dorp, en de zestien- 1
jarige knaap ging op sneeuwschoenen voor.
uit wanneer de mannen uittogen am een
beer te verrassen in zijn hol, het wild na'
te zetten uren ver of de wolven dood te
schieten, die in de lange, donkere winter
nachten rondom hun woningen huilden.
Maar met hun speleltjes en grapjes be
moeide hij zich nooit, wanneer de jongens
en meisjes samen pret maakten, ble$f hij
in een hoek zitten, alsof hij de diepste min I
achting koesterde voor dergelijke kinder-
achtigheden en veel liever in alle dingen
een man zou willen wezen.
Waarom hij bleef, toen hij weer beter
was ,zou niemand hebben kunnen zeg
gen, of het moest zijn, dat hij op het voor
aar wachtte, om dan naar zijn stam terug
|te keeren. j
Ruben en Eunice waren intusschen heel I
blij, dat zij hem nog wat bij zioh hielden,
want zij leerden allerlei dingen van hem,
en hij op zijn beurt van hen.
In het Engelsch spreken b.v. maakte hij
goede vorderingen, en op zijn eigenaar-
dige bedaarde manier, was hij in ieder op-1
zicht een trouwe vriend voor hen en een
handige, vlugge bediende daarbij.
„Dag, beste kinderen, ik blijf maar drie
dagen weg, en onze dappere Onawandah
zal wel goed op u passen", zei de predi-
kant eens op een fraaien Aprilmorgen,,
terwijl hij te paard steeg om een afgelegen
kolonie te gaan bezoeken, waar de lange,
strenge winter in menig huishonden ziek-*
te en ellende had gebracht.
De knaap lachte en liet daarbij zijn
prachtige witte tanden zien, terwijl hij naast
de beide kinderen stond; maar de oud®
Becky mompelde hoofdschuddend:
Dominé, dominé, als gij maar geen.
slang aan uw boezem gekoesterd hebt".
Twee dagen later scheen het werkelijk,
alsof Becky waarheid gesproken had en
alsof haar brave meester op de vreese-
lijkste wijze bedrogen was; want Onawan
dak ging uit om te jagen en dienzelfden
nacht werden de dorpsbewoners uit hun
slaap opgeschrikt door de zoo zeer ge
vreesde oorlogskreten der Indianen, die
hun huizen in brand staken, en uit allerlei
hinderlagen op hen schoten bij het licht
van brandende takkebossen. In angst en.
ontzetting vluchtten de blanken naar het
fort, en terwijl de mannen dapper voch
ten .hielden de vrouwen dekens omhoog
om de kogels en pijlen op te vangen ati
verzorgden lij de gekwetsten.