IA NIEUWE'tËTgSCHE COURANT VARTwOENSDAG' 17 JUNi 19251
TWEEDE BLAD.
fF/at de bladen zeggen.
Gevaarlijk en onjuist
Het Algem. Weekblad voor Chris
tendom en Cultuur bevat teg]enwoói>
[dig politieke confidenties van een z.g.
gepensionneerde bode van dp TvveeHe
Kamer
I Deze overzichtschrijver, aldus lezen
wij; in de Ne der la n de r Weet zijn
jgeachten vriend, den professor-rédac
teur, over het sterven van den heer
:De Monté verLoren en het optreden
van zijn opvolger, niets te schrijven
dan dat de overledene „zo.ó'n naam
had alsof-ie stotterde" en „dat ie ook
een knap man geweest, moet zijn;
/maar dat ze dat nou pas ontdekt hebl-
jben; vóór zijn dood hoorde je daar
zoo niet van". t
Van den «opvolger van den heer De
Monté verLoren weet de heer Joste
precies uit te rekenen hoeveel gulden
hij tot September als schadeloosstel
ling geniet, en dat hij dat sommetje
jnobi in drie dagen verdiend heeft.
'Minister Colijn had tot hem moeten
zeggen„Jongen, blijf jij nou thuis".
Ten slotte wordt „meneer de profest
isor" onthaald op het verhaal, dat er
„voör zoo'n baantje altijd liefhebbers
Wij hebben deze beschouwingen in
een weekblad*, dat eenigszms een
dehde positie wenscht in 'te nemen,
met verbazing gelezen. Voelt men dan
niets van het gevaar, dat ligt in een
spettend omlaaghalen van de Volks
vertegenwoordiging, in welker mid
den ten slotte toch over de hoogste
levensbelangen van ons volk wordt
beslist? Men vraagt zich af hoe ern
stige menschen kunnen mededoen aan
Izulkëfi nietj-ongevaarlijken boert, die
van de bittertafel is overgenomen.
In de aanwijzing van de motieven,
welke den opvolger van den heer De
Mcrfté verLoren bewogen gedurende
de laatste dagen van het samenzijn
der Kamer nog zitting te nemen, tast
de vriend van den geachten professor
mis.
De heer Warnaar deed ten deze
niets dan zijn plicht tegenover het
fvaderland. Kn de kiezers, die stem
den op de lijst, waarop tie liqer War-
jnaar voorkwam, hadden het recht van
ihem te verwachten, dat hij; zoo spoe-
jdig mogelijk zou zitting nemen, "om
jmede te werken aan de te nemen be
slissingen. Enkele minuten na zijn be
lediging kwam in stemming het be-
üangrijke amendement/Trianus op de
militaire pensioenwet. Het werd ven*
worpen met 34 tegen 26 stemmen.
'De wet zelf werd aangenomen met 35
tegen 31 stemmen. Voorts werden in'
deze drie dagen zeer belangrijke bq-
.slissingen genomen in zake de pensi-
pnneering van'het spoorwegpersoneel.
fTen slotte kwam de kwestie van de
(kweekschool voor vroedvrouwen te
[Heerlen.
.Waarom moet men nu, in een Chris
telijk weekblad, lagere motleven ón
derstellen tot schade van den goeden
.naam van het lid en van de geheele
Kamer, terwijl het deugdelijk en eer
biedwaardig motief vlak voor de hand
ligt?
Een bevoorrechte positie.
Er zijn in de laatste dagen belang
rijke cijfers verschenen, die aantoonen
[Welke bevoorrechte positie nog altijd
jde Openbare School bij het Lager On
derwijs inneemt, zegt „de Waarheids
vriend."
In Amsterdam vermeerderde» het
aantal leerlingen bij de Openb. school
in het tijdvak van 31 December 1916
tot 31 December 1924 met ruim 3000
leerlingen, terwijl bij de geringe stij
ging het aantal scholen van 199 tot
324 klom.
i In Rotterdam viel in hetzelfde tijd
vak zelfs een achteruitgang van het
leerliügengetal met bijna 4000 kinde
ren te constatoeren; toch klom Jiet aan
FEUILLETON.
Een doornig pad
(Uit het Engelsch).
f}
J Want waartoe zou het dienen, zoo
'had zij hem glimlachend gevraagd,
of hij hare japonnen en doeken
en ondergoed al bewaarde, totdat
alles verteerd en door de mot opgege
ten was, terwijl er zooveel behoeftigen
waren, die ze nood ig hadden, en dit te
meer nu de winter voor de deurstond?
•Toch deed het Abbott smartelijk aan
toen hij. op een Zondag den hoed en
omslagdoek van zijne moeder voor
zich uit zag gaan, gedragen door een
vrouw, die„ zooals hij bij zich zeiven
!dachtf~niet meer op zijne moeder ge
leek dan onkruid op een lelie. Hij had
hooit kunnen denken, hoe vreeselijk
hij haar missen zou.
Als hij om den anderen dag naar
Paddington terugkeerde, ging hij zon
der missen vragen in het gasthuis
daar dichtbij naar de onbekende arme
,vrouw, die hier zoo lang den strijd
jiusschen leven, dood kampte. Zij had
eene hersenschudding gehad en was
éenige dagen bewusteloos geweest.
iZelfs toen zij eenigszins bijkwam, wil-
tal scholen van 171 tot 319.
(Jok in s-Gravenbage wordt een
zelfde verschijnsel waargenomen. In
die gemeente heeft liet Bijzonder On
derwijs de overhand. Op de Openbare
School gaan 26.897 kinderen; op de
Bijz. school 27.265 leerlingen.
Echter is 't aantal Openbare scholen
grooter dan het aantal Bijz. scholen.
Er zijn 150 inrichtingen van Open
baar onderwijs, tegen 119 instellingen
van Bijzonder onderwijs.
En wat nu in de drie groote gemeen
ten valt op te merken, is ook regel
voor het geheele land.
De bevolking der Openbare school
bedroeg op 1 Januari 1920 570324 leer
lingen. Dit getal stond op 1 Januari
op ruim 40000 minder. Bij dezen ach
teruitgang steeg echter 't aantal scho
len van 3437 op circa 3800,
Bij een geringer aantal leerlingen
van 40000, een toename van het aan
tal scholen met 360.
Het Chr. Onderwijs, dat met 43000
leerlingen vooruit ging, kreeg slechts
460 scholen meer.
De positie van het Openbaar onder
wijs is, wat men ook klagen moge,
nog altijd een bevoorrechte.
KERK EN SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Nes en .Wierum, 'J.
Wi. v. d. Goes te Brielle. i
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Burum (Fr.)-, W. Doo-
renbos te Midwolda en S. van Leeuwen
te Franeker.
Beroepen: Te Aalsmeer, Anna Ja-
cobapolder en 's Graveland, W. H. Gis
pen, cand. te Schevennigen.
CHR. GEREF. KERK.
T weetal! Te Zaandam, G: Salomons
te Amersfoort en C. S. van der Ven te
Lisse.
Bedankt: Voor Steenwijk', J. de Bruin
te Maassluis. Voor Franeker, A. H. Hil-
bers te Enschedé.
Emeritaat.
Ds. J. Dijk te Slolerweg (Haarlemmer
meer, heeft tegen i Juli a.s. emeritaat
aangevraagd.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Zondag werd Ds. S. Gov erts, over
gekomen van Lexmond, tot zijn dienst
werk bij dc Ned. Herv. Gem. te Oldebroek
broek ingeleid door Ds. Klomp, met een
predicatie over Jesaja 52 7. Na d$ bevestl
ging rong de gemeente hem de zegenbede
bede toe. uit Ps. 134:3.
's Namiddags hiftd Ds. Goverts zijn
intreerede en sprak over Hoogl. 4:12a.
Ds. Klomp riep hem namens dan Kerlce-
raad het welkom toe en verzocht de ge
meente te zingen Ps. 20:1. Namens den
Ring sprak Ds. van Amstel.
Cand. L. J. Cazemier deed Zon
dag j.l. zijn intrede bij de Ned. Herv. Gem.
te Gieterveen, na bevestigd te zijn! door
Dr. B. Gemser, van. Lutjegast, met een
predicatie over 2 Cot". 8 9.
De nieuwe leeraar deed zijn intrede
met een predikatie over Rom. 116, waar
na hij werd toegesproken door Ds. van
Dijk en door Ds. Straling.
Herst. Evang. Lu'Jh. Kerk.
In de dezer dagen gehouden 90ste alge-
meene kerkelijke vergadering van het
Hersteld Evang. Luth. Kerkgenootschap
werd tot \oorzitter gekozen Ds. C. F. Wes
termann, tot vice-vcorzitter Ds. K. P.
C. A. Gramberg; als secretaris is volgens
reglement aangewezen de tweede predi
kant-afgevaardigcle van Amsterdam Ds.
Klinkenberg J. A. Z„ terwijl tot adjunct
secretaris werd benoemd de heer J. C.
Londt. -
Naar Palestina.
Naar men verneemt, hopen D.V, Ds.
R. E. van Arkel en Dr. G. P. Marang,
resp. Geref. en Herv. pred. te Utrecht
en Prof. Dr. A. Noordtzij, van Drieber
gen, hocgleeraar aan de Rijksuniversiteit
te Utrecht, volgend jaar een reis naar Pa
lestina te maken.
Nieuwe predikantsplaats.
- Ten behoeve van de vestiging eener
vijfde predikantsplaats in de Ned. Herv.
Gem. te Apeldoorn, werd door leden dier
gemeente reeds voor een bedrag vain
f25.000 ingeschreven. Ook van H.M. de
Koningin werd een aanzienlijke gift ont
vangen.
Geref. Siudenienccngres.
Het voorloopig programma van het
Geref. Studentencongres in September is
als volgt:
's Avonds 8 Sept. hoopt Ds. K. Schil
der van Delft, te spreken over Activiteit
en bewustzijn in het geloofsleven.
.Woensdag 9 Sept. spreken Prof. Dr.
J. Ridderbos van Kampen over: De Hei
lige Schrift, en Ds. J. Ubëls van .Varsse-
veld pverDankbaarheid.
Donderdag 10 Sept. hoopt Ds. S. G. de
Graaf van Amsterdam te behandelen: De
plaats \an de Kerk in ons leven. Des
avonds zijn er sectievergaderingen.
Den laatsten dag, 11 Sept., hoopt bur
gemeester Joh. W. Klein van Ridderkerk
te spreken over: Het weermachtsvraag-
stuk en. Ds. H. S. Bo.uma van Leeuwarden
over Het volgen van Jezus.
Hoogleeraarsbenoeming.
Tot hoogleeraar in de economie, In
het bijzonder het munt-, crediet- en bank
wezen, de handels- en verkeerspolitiek,
aan de Ned. Handelshcogeschool te Rot
terdam is benoemd Mr. Dr. G. M. Venijn
Stuart.
Prof. V. S., die reeds vroeger .buiten
gewoon hoogleeraar is geweest aan de
Ned. Handekh00geschool, is twee jaar
geleden naar Batavia gegaan hls lid van
de hoofddirectie van de Bank voor In-
dië. Hij heeft zich als economist bekend
heid verworven door verschillende ge
schriften waaronder „Inleiding tot de
leer, van de waardevastheid van het geld"
dat in 1919 bij Mart. Nijhoff verscheen
en reeds is herdrukt. Prof. G. M. V. S.
is de zoon van den Utrechtschen hoog
leeraar in de economie Prof. G. A. Verrijn
Stuart. ii.
Schoolverzuim.
Het Bijv. „Ned. Staatscourant," van
12 en-13 Juni 1920 geeft aan, dat het on
geoorloofd schoolverzuim per, 10.000
schooltijden in 1924 was:
Openbare scholen 1 40
Bijz. Prot. scholen 37
Bijz. R.K1. scholen 32
Bijz. Israël, scholen 1
Bijz. niet godsd. scholen 5
Het gezamenlijk aantal schoolt ij den be
droeg 4774.992.467 waarvan verzuimdwer
den, geoorloofd en ongeoorloofd, samen
24.084.421 of (ruim 5 pet. In het totaal had
den per 10.000 schooltijden het grootste
verzuim (geoorloofd en ongeoorloofd sa
men) de bijzondere Prot. scholen voor
eigei#rekening, n.l. 661. Daarop volgen
de Bijz. scholen, niet gebonden aan be
paalde godsdienstige beginsel met 596.
Het gunstigste totale verzuim hadden de
R.K. scholen voor eigen rekening, n.l.
35 per 10.000 schooltijden.
Het gelukkige" heidendom.
De hoefijzer-correspondent van het
„Hbld" maakt een reis door Ned.-Indië,
waarvan hij nu en dan een en ander mede
deelt.
Wat vooral treft of eigenlijk ontroert
bij dezen vrijzinnige is zijn bewondering
voor het heidendom. Deze uitte hij bij
zijn bezoek aan Bali en nu wèer aan; het
land der Toradja's op Celebes.
Hij schrijft hierover het'volgende:
„Hier is nu animisme. Geen. godenver-
eering. De Toradja's gelooven wel, dat
er goden en geesten zijn èn zelfs, dat er
één oppergod is, maar zij dienen en ver
eeren die goden en geesten niet. Zij ver
eeren alleen hun dooden. En zij gelooven,
dat er tweeërlei ziel in den mensch is: de
„levensziel", (die van het aardsche wezen)
welke nog eenigen tijd na den dood van
het lichaam daarin blijft en dan oplost,
en de eigenlijke ziel die gaat naar „het
land van het Zuiden".
Ziedaar nu animisme. „Heidendom".
Maar is dit geen religie Is dit geen even
diep religieus gevoel, d.w.z. het besef
van eeuwigheid, als dat van welken niet
„heidenschen"' godsdienst ook En met
welk recht pogen wij deze lieden te be-
keeren tot een Christendom, dat wij zei
ven al lang aan stukken hebben geslagen
zoodat er honderd verschillende gelooven
uit gespat zijn en dat de levenseenheid die
deze menschen nu nog hebben, onvermij
delijk moet breken?
Trouwens, het gaat niet hard met de
bekeeringen onder de Toradja's. Mijns in
ziens: gelukkig".
De redactie van het „Hbld" plaatst
hieronder als een soort rectificatie het
volgende
Blijkens bijlage Q van het Kol. Verslag
van 1924 bedroeg het aantal Protestant-
sche inlanders in Loewoek en Mamassa
meerendeels onder de Toradja's, op uit.
die er een blauwen Maandag vertoef
de. Zoo gelukkig is de heidensche To-
radje niet mei al zijn „levenseenheid".
1923 reeds meer dan S6.000.
Dr. Alb. Kruyt, de kenner van de To
radja's, weet over dit volkje heel wat an
ders te vertellen dan deze correspondent
Uit het Sociale Leven.
Chr. Nationaal Vakverbond.
In de avondvergadering van Maan
dag klaagde de Secretaris ten aanzien
van de samenwerking met de Christ,
politieke partijen over het niet beant
woorden van brieven door de A.R. par
tij, voorts het feit, dat verschillende
daden er op wijzen, dat men geen re
kening houdt met hetgeen dezerzijds
op de conferenties met de fracties be
toogd werd. Spr. wijst b.v. op de hou
ding bij de pensioenwet en het perma
nente comité. Spr. citeert een verslag,
waarop te lezen staat, dat de heer Co-
lijn betoogd had, dat de arbeid voor
de sociale wetgeving tien jaar zou
dienen stopgezet. Spr. kan niet geloo
ven, dat hetgeen hier staat, Juist is,
want dan zou de heer Colijn het stem
busprogram van de A.R. gehzel ver
loochenen. De Chr. Vakbeweging moet
tegen een dergelijk streven met kracht
stelling nemen.
De heeren F. Elkerbout en J. Nauta
werder. heide bij acclamatie als leden
van-het dagel. pestuur herkozen.
Begonnen werd met de discussies
over het volgende voorstel van het
dagel bestuur:
„Met ingang van 1 Jan. 1926 worden
de centralisatie van de financieering
der besturenbonden door het C.N.V.
losgelaten; in overeenstemming daar
mede besluit de algemeene vergade
ring met ingang van 1 Januari 1926
tot opheffing van het fonds tot finan
cieering der besturenbonden."
De discussies hierover werden voort
gezet in de vergadering van gister
morgen. Een aantal afgevaardigden
spraken tegen het voorstel, dat verde
digd werd door den penningmeester,
den heer J. S. Ruppert, die zelf tegen
stander is, en door den voorzitter.
Na heel wat heen en weer praten
wórdt het voorstel verworpen met 38
tegen 56 stemmen. Vóór stemden de
organisaties van Ambtenaren, Belas
tingambtenaren, Houtbewerkers, Land
arbeiders, Mijnwerkers, Opzichters en
Teekenaars, Postpersoneel, Sigaren
makers, Textielarbeiders en Verzeke
ringsagenten.
In de middagvergadering werden
behandeld voorstellen van den Chris-
telijken Metaalbewerkersbond en van
den Ned. Chr. Bond in de Kledingin
dustrie, bedoelende om de contributie
aan het C.N.V. te verlagen van 80 op
60 cent per lid en per jaar en voor de
Besturenbonden van 52 op 40 cent per
lid en per jaar.
Het voorste] inzake de contributie
van het C.N.V. werd met 7 tegen 13
stemmen verworpen.
De andere voorstellen Werden Inge
trokken.
Met algemeene stemmen werd aan
genomen een voorstel van het Dage-
lijksch Bestuur om wijziging te bren
gen in het Huishoudelijk Reglement
en te bepalen dat de kennisgeving
voor beëindiging van 't lidmaatschap
drie maanden voor 1 Januari v. eenig
jaar bij het Dagelijksch Bestuur moet
zijn ingekomen.
Het laatste voorstel, dat in behande
ling kwam, was dat van den Nederl.
Chr. Textielarbeidersbond „Unitas",
luidende:
De algemeene vergadering spreekt
de w?nschelijkheid uit, dat een cen
traal weerstandsfonds wordt opgericht
waaruit bij eventueele stakingen en
uitsluitingen de aangesloten bonden
volgens vast te stellen regelen kun
nen worden gesteund; draagt het Da
gelijksch Bestuur van het C.N.V', op,
zoo spoedig mogelijk een onderzoek in
Mij komen, want hunner is het ko
ninkrijk der hemelen." Uw kindje, is
in den hemel."
Hagar sprak noch weende; zij was
te zeer vervuld met hare gedachten
om te kunnen spreken of schreien.
Het kindje was dood en in den hemel;
maar waar waren haar oude blinde
vader en Dotje? Een zeker iets weer
hield haar, de verpleegster daarnaar
te vragen, die, nadat zij nog 'n oog-m-
blik was blijven staan, naar een an
dere patiënt ging, die haar luide riep.
Hagar ging in gedachten terug naar
het oogenblik, toen zij was gevallen
en de paardehoeven op zich liad ge
voeld, nog verder terug naar den lan
gen schrikkelijken nacht in Ivensing-
ton-park, En toen scheen het haar
plotseling, als een flikkerende bliksem
straal in den nacht, dat zij haar vader
en Dotje hulpeloos en verlaten onder
de kale boomen zag staan, gelijk zij
hen het laatst aanschouwd had
„Ik verliet hen!" riep zij uit, in bed
overeind-vliegend, op luiden bitteren
toon. „Ik verliet hen, en nu ben ik
verlaten. God heeft mijn kindje weg
genomen, en ik ben alleen overgeble
ven!"
Toen Abbott den volgenden dag naar
haar kwam vragen, zeide men hem,
Aan het Zoeklicht.
Leiden, 17 Juni 1925
Als ik zoo het politieke terrein in
m'n naaste omgeving overzie, dan zijn)
er naar 'tmij voorkomt verblijdende
verschijnselen.
Uit verschillende dorpen komen goe
de berichten.
En in Leiden zelf valt een opgewek
te actie waar te nemen.
Telkens komen zich nieuwe werkers
en gelukkig ook „werksters" aanmel-,
den.
De vrouwen willen niet achterblij
ven ditmaal. Ze beginnen te begrijpen
dat ze niet mogen thuisblijven.
En daareven hoorde ik van den voor
zitter van onze Kiesvereeniging, dat
zich ook een groep Leiderdorpers be
schikbaar heeft gesteld om mee te
doen.
Zóó moet het gaan.
Leiden is het meest bedreigde punt.
De Socialisten hebben er alles op ge
zet om Leiden nu eens en voorgoed
rood te kleuren.
Daarom moet nu alles meehelp#»,
om dit bedrijf tegen te gaan.
Mannen en vrouwen, verstaat uwe
roeping! Werkt, zoolang het dag is-
OBSERVATOR.
welks onderzoek een beslissing over
te stellen naar de mogelijkheid der
oprichting van een dergelijk fonds, na
het al of niet oprichten van een weer
standsfonds aan het algemeen bestuur
van het C.N.V." wordt voorgelegd.
Het Algemeen Bestuur adviseerde
zich in principe vóór dit voorstel te
verklaren. Het werd echter, na am
pele discussie, verworpen met 5737
stemmen.
De heer J. Hofman hield daarna een
inleiding over het onderwerp. „Hoe
vermeerderen wij den invloed onzer
vakbeweging naar buiten en hoe ver
sterken wij onze vakbeweging organi
satorisch en financieel."
De vergadering werd te ongeveer
vijf uur op de gebruikelijke wijze ge
sloten.
DE VERGETEN SCHOOLKINDEREN.
Minister de Visser over 'i schoolblijven
Op de schriftelijke vragen van den
heer Ter Hall betreffende afschaffing
van de straf van het schoolblijven van
kinderen, heeft de heer De Visser, mi
nister van Onderwijs,, K. en W. hef j
volgende geantwoord:
De wet geeft den ondergeteekende r
geen bevoegdheid om maatregelen te
nemen, waardoor gelijk wordt ge-
•vraagd een radicaal einde gemaakt
zou worden aan toestanden, zooals in 1
October 1924 te Delft en in begin Mei
1925 te Dordrecht voorkwamen, waar- I
bij schoolgaande kinderen, die voor
straf moesten nablijven in de school, 1
door vergeetachtigheid van het onder- J
wijzend personeel in 't verlaten school I
gebouw achterbleven.
De straf van het schoolblijven be
hoort tot het tuchtrecht van het hoofd
der school, en onder zijn verantwoor
delijkheid kan, zij mede worden opge
legd door de(n) klasse-onderwijzer(es).
Het nablijven van leerlingen kan op
zich zelf natuurlijk niet als een ge
vaarlijke straf worden aangemerkt, en
zeker niet, indien «deze, gelijk het be
hoort, onder toezicht wordt toegepast.
Tot het doen afschaffen Hier straf
ontbreekt den ondergeteekende de be
voegdheid, maar hij kan er de noodza
kelijkheid ook niet van inzien. Zelfs
een wenk, dat de n^blijvers steeds on
der toezicht moeten zijn, acht hij over
bodig, eenerzijds omdat deze beide be
treurenswaardige gevallen een zóó
zeldzame uitzondering op het geheele
aantal openbare en bijzondere lagere
scholen zijn, en anderzijds, omdat juist
die gebeurtenissen zelf de beste waar
schuwing zijn, om het noodige toezicht
in het vervolg ook In andere scholen'
niet' te doen ontbreken.
dat de ongelukkige onbekende vrouw
ijlende was, en dat er zeer weinig
hoop op»haar levensbehoud restte.
Moest het armbestuur haar laten be
graven, in geval zij stierf? Hij was de
eenige; die belang in haar stelde; daar
om kwam men met die vraag tot hem.
„Ik heb haar nooit gezien", zeide hij,
„het arme schepsel! Misschien is het
dwaas van mij. Maar peen, ik kan
haar niet laten begraven als een ge
vonden hond, dje niemand toebehoort.
Ik zou wel iets aangaande haar willen
weten, want als ik dien morgen geen
rijtuig genomen had, zou zij misschien
nog in leven zijn. Laat het maar aar.
mij over; ik zal wel zorgen, dat zij
fatsoenlijk begraven wordt."
Maar 'Hagar werd weer beter, hoe
wel hare herstelling de tweede maal
nog langzamer en moeilijker ging dan
de eerste maal. Heel zachtjes sterkte
zij aan, en bijna al de bedden in dc
kamer verwisselden meer dan ééns
van patiënten, voordat zij wel genoeg
was om een bezoek van Abbott te ont
vangen, wiens geregelde navraag, die
haar getrouw overgebracht werd, haar
vertroostte door liet gevoel,, dat zij nog
een vriend bezat in de buitenwereld.
[(Wordt vervolgd).
de de dokter niet, dat men haar zou
verontrusten door haar vragen te doen
of haar den dood van haar kindje me
de t-e deelen. Er was nog geen sleutel
gevonden tot haar naam en geschie
denis.
„Zeg haar, dat Abbott naar haar
gevraagd heeft", sprak hij, 2oodra men
hem zeide, dat zij weer bij kennis
was. Zij kent mij wel niet, maar zal
het toch pleizierig vindén, dat iemand
er om geeft, hoe het met haar gaat.
Er is niemand anders, dig naar haar
kan vragen, en zij is niet geheel een
vreemde voor mij, nu haar kindje in
mijn moeder's kist is begraven."
Het duurde verscheidene dagen voor
dat Hagar de boodschap kon verstaan,
die haar zeer langzaam en duidelijk
door de oppasster werd overgebracht.
Zij lag doodstil, antwoordde niets, en
zag met doffe oogen hare verpleegster
aan. „Abboth heeft naar u gevraagd",
dat waren de eerste woorden, die
weer eenigen zin voor haar verward
brein schenen te hebben. Toen zij ster
ker werd en haar geheugen terug
keerde, begon zij langzamerhand af
gebroken herinneringen samen te voe
gen, zoodat zij begon te begrijpen, dat
zij een ongeluk had gekregen en dat
zij in een gasthuis lag. Maai* wtp Ah*
bott was, wist zij niet. Evenwel gaf
het gedurig oiitvangen van zijn vrien
delijke boodschap haar een aangena
me gewaarwording.
Zij was een zeer stille patiënt. Uren
lang kon zij onbewegelijk en sprake
loos liggen, met de donkere oogen bij
na gesloten, zoodat zij meer op een
dbode dan op een levende geleek. Maar
intusschen was haar geest druk be
zig met het onderzoeken van al de
verduisterde schuilhoeken harer her
innering, en langzamerhand kwam
haar weer alles voor den geest wat er
gebeurd was vóór dat lange tijdperk
van bewusteloosheid.
„Ik had een kindje", fluisterde zij
half hoorbaar; en de oppasster, die
dicht bij haar was, verstond haar toe
vallig.
„Ja, arme ziel", antwoordde zij vrien
delijk; „toen ge door het rijtuig werd
overreden en u zoo bezeerdet, hadt ge
een kindje op den arm."
„Waar is het?" vraagde Hagar.
„Het is, waar het nooit meer gebrek
zal kennen", antwoordde de verpleeg
ster, terwijl zij zacht hare hand op
Hagar's bonzend voorhoofd legde,
„waar het nooit meer koud of honge
rig zal zijn. Het is bij Jezus, die ge
zegd heeft: „Laat de kinderkens tot