NIEUWE LETDSCHE COURANT VAN DINSDAG 16 JUNI 1925
TWEEDE BLAD,
Mr. DE GEER CONTRA DEN HEER
SNQECK HENKEMANS.
Oi o Kabinetsformatie.
Wij he])i ;2i onlangs melding gemaakt
van liet zonderlinge artikel van den
lieer Snoeck Herikemans in de Tel.,
waarin ingeval de rechterzijde weer
de meerderheid verkrijgt, de heer de
Geer als de eventueele Kabinetsforma
teur werd aangewezen.
„Zonder iets te kort te doen schreef
toen de heer S. H. aan de bekwaam
beid van mogelijke Roomsche of anti
revolutionaire candidaten voor het lei
derschap, kan moeilijk worden mis
kend de begeerte van de protestant-
sche bevolking in Nederland, diet och
verreweg de meerderheid vormt, dat
zij ditmaal niet worde voorbijgegaan.
Evenmin kan worden gewraakt het
verlangen, dat leeft in Christelijk-his-
torische harten, dat dan en wel voor
liet eerst gekozen werd uit haren
kring.
Het nieuwe kabinet wacht een ui
terst moeilijke taak. Zijn leider zal
moeten beschikken over vele talenten:
politieke ervaring, grondige economi
sche- en wetskennis, groote voorzich
tigheid en fijn-ontwikkeld rechtsbesef,
ïn de Unie bestaat de overtuiging, dat
aan den oud-minister van Financiën,
jhr. mr. de Geer, deze talenten gege
ven werden.
Leiden is voor sommigen gemak
kelijker dan v o 1 g e n."
Naar aanleiding daarvan schrijft
thans de heer de Geer in 't zelfde blad
een artikel waarin hij zich met kracht
tegen dit optreden van zijn partijge
noot verzet.
„Nu dezer dagen in uw geacht blad
mijn naam genoemd is in verband, dat
mij tot openbare tegenspraak noopt,
schijnt het mij voor de hand te liggen,
dat ik op uw e redactie voor het plaat
sen van die, tegenspraak een beroep
doe. Ik acht liet een ontaarding van
onzen verkiezingsstrijd, dat ditmaal
voorzoover ik mij herinner voor het
eerst hangende dien strijd, propa
ganda is gemaakt voor het denkbeeld,
dat hij een onderstelden uitslag een
bepaalde fractie, en zelfs een bepaalde
persoon uit die fractie, in aanmerking
zal komen voor de Kabinetsformatie.
Reeds op zich zelf eigent zich het
Nederlandsche staatsrecht niet tot een
dergelijke propaganda. In Engeland
wordt de vraag aan wien het forma
teurschap zal worden aangeboden door
de stembus beslist. In ons land, waar
wij in dit opzicht nog „Koninklijke
ministeries" hebben, is daarvan geen
sprake en is de vraag, wie na de stem
bus bij een onderstelden uitslag for
mateur zal behooren te worden, tot
dusver nooit voorwerp van twistge
schrijf bij de verkiezingen geweest. Het
daarvan thans gegeven voorbeeld is te
laken.
De ontaarding krijgt intussclien een
nog ernstiger karakter althans van
christ.-bist. standpunt wanneer do
bedoelde propaganda geschiedt op de
uitgesproken overweging, dat andere
Iracties uit een bepaalde partijgrpepee-
ring reeds aan bod zijn geweest en dat
iedere fractie wel eens haar beurt mag
hebben.
Een zoodanige overweging strijdt
met het christeiijk-historisoh principe
en ligt zelfs buiten den christelijk-his-
torischen gezichtskring.
Wanneer christelijk-historischen in
de kerk zingen: „Geen aardsche macht
begeeren wij", dan is dat niet maar
'hun Zondag:-che plunje, doch liet lei
dend motief ook van hun staatkundig
streven.
De macht op zich zelf heeft voor hen
niets begeerlijks. Niet de vraag, welke
personen aan het roer staan, maar de
vraag, iii welke richting het gaat, is
VQor hen van beteekenis.
Het is deze zelfde opvattting, welke
het leven en werken van hun overle
den leider jhr. mr. A. F. de Savornin
Lohman soms tot misnoegen van
zwak-gefundeerde medestanders on
afgebroken beheerscht heeft, ook in
dagen van Kabinetscrisis., en welke
het dien staatsman steeds zoo gemak
kelijk heeft gemaakt, de maatregelen
van elk gouvernement onbevangen en
naar hun eigen verdiensten te beoor-
deelen.
Niet door wie, maar hoe gere
geerd wordt, was voor hem van belang
De gedachte aan een formateurschap
a tour de röle van samenwerkende
fracties zou hij veroordeeld hebben als
staatsrechtelijk onjuist en van chris-
telijk-historisch standpunt onwaardig.'
MINISTER COLÏJN TE GRONINGEN.
Enorms belangstelling.
Minister Colijn heeft de vorige week
te Groningen gesproken.
Er was zeer veel belangstelling.
Een 5000 a 6000 menschen waren op
het terrein aanwezig en verwelkom
den den Minister met een lang aange
houden applaus.
Een gedeelte van het verslag der
rede, zooals wij dat vonden in de N.
Pr. Gr. Crt. laten wij hier volgen?
Nadat eerst het vraagstuk van de
weermacht en van de financiën was
behandeld, kwam de spreker tot een
ander punt.-
Menigen brief heeft hij ontvangen v.
eenvoudige, vrome broeders, die de
vraag stelden., of die zorg voor het
herstel van het financieel evenwicht
nu wel inderdaad overeenstemde met
het adagium der anti-rev. partij: het
geestelijke voorop en het stoffelijke
daarna.
Dk is ernstige ertiek. Zij raakt de
diepste grond van het levensbeginsel
der A R. partij, waarom spr. er dan
ook even bij stilstaat.
Hij vraagt, of een handeling om het
recht te betrachten, waar het geldt
de financieel e verhouding tusscheu
overheid en onderdanen, mammon
dienst is.
Is het mammon-dienst, als gezorgd
wordt, dat de volle waarde van
het geld kan worden terugbetaald aan
hem„ die den Staat geleend heeft?
Is 'c mammondienst, als ouderdoms
pensioen, waarvoor toch premie be
taald is, in goed geld kan worden go-
geven
Is 't. mammondienst. als er voor ge
zorgd wordt, dat onze diaconieën haar
werk der barmhartigheid kunnen voort
zetten?
Is het mammondienst, dat kerk en
zending in staat gesteld worden, hun
zendingsarbeid onder Mohammedanen
en Heidenen voort te zetten?
Is dat alles mammondienst of is het
een roeping en een plicht, die de over
heid te vervullen heeft, de overheid,
die het recht moet handhaven, die het
volk wil behoeden voor de ellende en
rampen, die andere volken troffen?
Wij hebben voldaan aan onze roe
ping: het verrichten van een onaange
naam werk, dat verricht moest wor
den; dat de A. R. partij verrichten
moest op grond van haar beginsel.
Wat in 't verleden gebeurd is, ont
slaat echter niet v. den plicht voor de
toekomst. Wat geschiedt is, was ons
volk te bewaren voor een onmiddellijk
dreigend gevaar. Ons volksleven is
echter nog niet tot gezonde basis terug
gebracht. In fie komende 4-jarige par
lementaire periode kan men van de
A.R. partij ook geen politiek verwach
ten, die groote geldelijke offers van de
schatkist zal vergen. De maatregelen,
die genomen zijn, kunnen niet onge
daan gemaakt worden. Alleen fouten,
die er gemaakt zijn, ook hel bezui-
nigingswerk was niet zonder .fouten,
zullen kunnen worden hersteld.
De toestand van depressie zal van
langen duur zijn, en er is geen hoop,
dat we spoedig uit den put zijn en groo
ter welvaart zullen genieten als in
1920—'21.
Wie dat denkt, vergist zich. Men den
ke aan ruim 100 jaar gelden, na den
Napoleontischen tijd. En nu zijn de
toestanden nog in veel mindere condi
tie. Dé economische structuur is heel
anders. Thans zijn de landen veel
meer afhankelijk van elkaar dan toen.
Heel de tijden zijn anders.
Geen A.R. zou willen, dat kinderen
van 67 jaar weer 1016 iiur per dag
zouden gaan werken in Werkplaats en
fabriek. Voor 100 jaar was dit wel het
geval als middel van redres. Het her
stel zal dan ook langer duren, dan na
Waterloo.
En zal het herstel komen, dan moet
er aan voorafgaan een verlaging der
belastingen.
Wij moeten er God voor danken., dat
de bevolking van ons land nog jaar
lijks met 100.000 en meer zielen toe
neemt en dat de kanker der kinderbe
perking nog niet doorvreet. Maar als
we daarvoor danken, dan hebben we
er ook voor te zorgen, dat er voor de
toename der bevolking kleeding en
voedsel is. Daarom moet kapitaalvor
ming plaats hebben en die kan er ko
men door belastingvermindering.
Spr. herhaalt daarom, dat wie van
de A.R. partij verwacht, dat die partij
in de e.k. pari. periode groote sommen
geld zou willen trachten ter beschik
king te doen stellen,, beter doet zijn
stem niet op de candidaten dier partij
uit te brengen.
De A.R. partij wil waar zijn. Wat
in 1922 werd toegezegd in 't program
van actie, werd volbracht en wat thans
in 't program toegezegd is, hoopt de
partij in de komende pari. periode te
volbrengen.
Komend tot het derde punt, wekt
spr. op de stem straks uit te brengen
op de A.R. partij. Toch wil spr. niet
dat men een kat in den zak koopt,
't Geen spr. heeft gezegd is niet alles
wat de A.R. partij wil. De A.R. partij
wil meer. dan spr. heeft genoemd. De
partij wil ook de bewaring der natio
nale zelfstandigheid door de bewaring
van den grondslag van ons nationale
leven.
De A.R. weten allen wat spr. Hier
mee bedoelt.'Voor de niet-A.R. wil spr.
dat echter nog wel eens verklaren. De
A.R. partij erkent, dat ons nationale
leven geregeld moet worden naar de
goddelijke ordinanties. De grondslag
van ens nationale leven ligt in het
Christendom. Die grondslag moet ge
handhaafd blijven. Daarvoor hebben
we pal te staan.
We zijn niet bevreesd voor Moskou,
waar de muren van het Kremlin lee-
ren, dat de godsdienst opium voor het
volk is. Als hier plakkaten door de
straten gedragen worden. \veg met het
Christendom, dan reageert gelukkig
nog heel het volk. Ook zijn we niet
bevreesd voor de revolutie van de
daad,, al zijn we 1903 dan ook nog niet
vergeten. Wel zijn wij bevreesd voor
de ondermijnende krachten, die „wer
ken in ons volksleven.' Daartegen wil
len we optreden met alle kracht, die
het kiezersvolk in staat en maatschap
pij kan uitoefenen Spr. wijst op het
zoo velerlei gif, dat de huisgezinnen
wordt binnengedragen,, o.a. op de mo
derne huwelijksmoraal, die gepredikt
wordt. Daartegen zullen wij met alle
kracht, die in ons is, optreden.
En als er getracht wordt de autori
teit van het gezag te ondermijnen, dan
zullen wij ons daartegen verzetten,
want juist die autoriteit van het gezag
houdt onze menschen bijeen. Spreker
denkt aan de klei van de Zuiderzee.
Onder water is ze keihard, maar bloot
gesteld aan de zon wordt ze een massa
zonder samenstel. Er is geen innerlijk
weerstandsvermogen dan meer in. Zoo
is 't.ook op het terrein van 't natio
nale leven. Die invlopd, die er op ge
richt in den samenhang v. ons volks
leven te vernietigen, werkt ontbinding,
werkt de revolutie. Want een maat
schappij, die innerlijk weerstandsver
mogen mist, wordt gemakkelijk een
prooi der revolutie.
Wie a.r. stemt, en iedereen is wel
kom, die vergete niet, dat hij meteen
stemt op een partij, die dat alles wil
tegenstaan. (Daverend applaus).
Spr. komt dan aan het slot van zijn
betoog.
Ik roep, zoo zegt hij, u allen op, om
met ai!e kracht, waarover gij beschikt,
van nu af tot den stemdag toe, u te
geven aan de anti-rev. partij!
Wij zijn hier, als ik goed op de hoog
te hen, op een terrein, dat Be Quick
heet. Dat wil zeggen: Weest vlug! 'ge
lach). Haalt uit dien naam de noodige-
inspiratie! Laat^ms dit bedenken: dat
wij met ons. werk niet menschen die
nen. Menschen zijn slechts werktuigen.
Als gi; menschen kiest, moet gij zul
ke werktuigen kiezen, die niet zijn
werktuigen van een groep van kie.-ers
van het Kederl. volk, maar werktuigen
van God Drieëenig in den hemel!
Werktuigen, die zeker, onder veel
zonde en tekortkomingen werkzaam
zijn voor de oere Gods, op het terrein
van het staatkundig en maat schappe
lijk leven.
Ik heb, vervolgt spr. behoefte aan
uw hart, aan uw steun. Het is mij een
verkwikking, in uw midden te zijn ge
weest. Maar gij zoudt voor mij niet ai-
les zijn, als gij mij uw critiek spaar-
det. Critiek in gepasten vorm.
Namens alle onze candidaten beveel
ik ons aan in uw hart en in uw sym
pathie, maar hoven al deze dingen, in
uw gebed. (Lang aangehouden applaus
dat aanzwelt tot een ovatie).
GEMENGD NIEUWS.
Het nieuwste. Naars de Berliner Lokal
anzeiger meldt, is Max Hoels, de be
kende communistische avonturier dezer,
dagen in de gevangen>s te Breslan ge
trouwd met een geestverwante die tot
levenslange gevangenisstraf is veroor
deeld.
Twee communistische leiders uit
Breslau waren getuigen.
Ontploffing aan boordt van een plei-
zierboot. Uit New. York wordt gemeld,
dat er bij een onploffing aan boord van
een pleiz.erboot bij Atlantic City vijf
personen gedood en een en twintig ge
wond zijn.
De ontploffing was te wijten aan de
onvoorzichtighed van een passagier, die
een eindje sigaret in een ruim, dat
benzine bevatte, wierp.
Een griezelige vondst. Men heeft
dezer dagen te Marseille een gri&elige
vondst gedaan.
In een verzegelde kast in het labora
torium van den arts bougrat werd een.
Fjk gevonden.
Het bleek het lijk te zijn van den wis-
sellooper uit MarseiJe, die op 14 Maart
verdween juist op den dag dat hij 30.000
francs had ontvangen. De wisseilooper
was vroeger tegelijk met den dokter in
militairen dienst geweest. Men ver
moedt, dat deze hem heeft vermoord en
het lijk in de kast heeft verborgen.
Oud stadion ontdekt. De navorschers
van de ruines in Britsch Honduras zijn
thans op weg naar Engeland terug.
Volgens den Engelschen draadloozen
dienst hebben zij in de door hen ont
dekte geweldige oude Mayastad ook een
amphitheater gevonden, dat 10.000 per
sonen kan -bevatten.
Het is de eerste maal, dat zulk een
ontdekking is gedaan op het vasteland
van Amerika.
Een bescheiden Koning. De regeer.ng
gehoor gevend aan «:len door de oud:
strijders in de Iialiaansche Kamer ken
baar gemaakten wensch, had Koning
Victor Emanuel ter gelegenheid van
zijn 25-jarig regeeringsjubileum» het
Militaire Kruis aangeboden.
De Korting heeft echter bescheiclenlijk
dit aanbod geweigerd.
Mijnongeluk. In de tusschen Bochum
en Dortmund gelegen mijn Caroline
zijn 4 mijnwerkers op tot nu toe niet
opgehelderde wijze verongelukt.
Twee luinner werden doocr gevonden
terwijl de twee anderen voor hun aan
komst in het ziekenhuis overleden.
Verdronken. Te Emmer Erfscheide-
veen is zekere M. K., een 12 jarige jon
gen, die met een paar turven onder den
Aan het Zoeklicht.
Leiden, 16 Juni 1925.
't Was een prachtvergadering die w;
gisteravond hadden.
De groote zaal van het Nut was over
vol en ondanks de warmte word met
groote belangstelling naar do mooie
prir cipieele rede van Mej Kuyper ge
luisterd.
Duidelijk werd aangetoond, van hoe
groot belang de komende verkiezingen
zijn ook voor de vrouwirwereld, welke
groote belangen hier op het spel staan
en welk een ernstige taak hierbij ook
op onze vrouwén rust.
Maar nu zal het er op aankomen of
ook naar 't gehoorde gehandeld
wordt.
Er zijn moedgevende verschijnselen.
Meerdere vrouwen hebben zich reeds
voor het verkiezingswerk beschikbaar
gesteld.
Maar we zijn nog lang niet zoover,
dat we kunnen zeggen: des volks is
te veel.
't Lijkt er niet op.
Daarom wil ik hier herhalen* wat
op een andere plaats reeds meermalen
herhaald werd en zoowel de vrouwen
ais de mannen, de jongeren en de
ouderen opwekken, in den tiendaag-
schen veldtocht mee te werken, mee
te strijden. OBSERVATOR, j
arm over het kanaal aldaar trachtte te
zwemmen, verdronken.
Zaterdag avond geraakte een bij het
zg.n. Roeiershoofd te Vlissingen zwem
mende en duikende iSjarige jongen mei
zijn hoofd op een steen. De jongen
werd verwond en kwam nog even
boven, slreek met de hand door het
haar en zonk toen weg Na lang duiken
en zoeken door personeel van het loods
wezen, werd de ongelukkige weer bo
ven water gebracht, maar het mocht
niet gelukken de levensgeesten weder
op te wekken.
Een visscher, die in de buurt lag met
zijn schip, weigerde zijn boot af te
geven en beriep er zich later op dat daar
zwemmende jongens wel eens meer
zonder reden om hulp roepen.
Intusschen zal de politiee een - nader
onderzoek naar deze weigering van
hulpverleening instellen.
Een gezelschap van twaalf jongelui
uit Rotterdam spelevaarde gisteren te
Werkendam op de Merwede; men
landde daar. Een 2I-jarige jongen van
het gezelschap ging zwemmen en ver
dween plotseling in de diepte.
's Avonds is zijn lijk opgehaald.
Dal mocht niet. Door de politie te
Voorburg is procesverbaal opgemaakt
tegen enkele personen, lid van de S.D.
A.P., die zonder vergunning van den
burgemeester een optocht met ontplooi
de banieren hadden georganiseerd.
En hij stierf. Zondag is Apeldoorn op
ruim 102—jarigen leeftijd overleden
Apeldoorns oudste inwoner, de heer B
G. de Winter, wonende aan Zwolschen
weg. Ruim 20 jaren woonde de over
ledene, die vroeger koopvaardijkapitein
was, in Apeldoorn.
Doodelijk auto-ongeval. De 48-jarige
wijnkoopersknecht B. K liep gistermor
gen te 's Gravenhage in de Willem de
Zwijgerlaan op het trottoir toen uit de
van Beverninckstraat een auto in groote
vaart den hoek omreea, het trottoir op
sprong, en K. tegen den muur van het
hoekhuis duwde, waardoor deze tevens
viel en een schedelbreuk bekwam. De
geneeskundige dienst werd gewaar
schuwd en bracht. K. naar het zieken-1
huis, waar hij des middag^ is overleden.
De auto werd bestuurd .door den 22-
jarigen J. H., wonende v. BoetzeTaerlaan
en reiziger van beroep. Deze beweert
dat hij zijn stuur niet meer meester was^
doordat een achterband plotseling leeg
liep.
De auto werd door de politie in be-[
slag genomen. H. werd naar het politie-
bureau geleid, waar hij na verhard t?
zijn, weder in vrijheid werd gesteld. i
FEUILLETON.
Een doornig pad
(Uit het Engelsch).
8)
„Ja, hij is een goed zoon voor me
geweest,, Heer'*, zeide de stervende
vrouw teeder. „Nooit gaf hij mij een
ruw woord, nooit een pnvriendelijken
biik. Heer, Gij zult hem zegenen en
niet hem zijn eri hem veilig tot mij
brengen, als zijn tijd daar is Ik geef
hem aan U over, Heer."
„Ik zal komen, moeder, ik zai ko
men", zeide Abbott. „Dat is een heer
lijke hoop", snikte hij.
„Een heerlijke hoop", herhaalde zij
glimlachend. Haar gerimpeld, maar
kalm gelaat was even rustig, als wan
neer zij des avonds ging slapen, en
hare verduisterde ingezonken oogen
staarden hem aan met al de oude tee-
derheid en blijmoedigheid, die hij er
'altijd in gelezen had. Hare hand rust
te in de zijne en trachtte die 'n paar
minuten stevig te drukken; maar wel-
dra hield die zwakke poging op, en
de vermagerde vingers werden koud.
Toen sloten zich de oogleden over de
brekende oogen, en zachtkens fluister
de nog liare stem:
„Ik ga lieen maar hij zal tot
mij komen."
Het was gedaan, en weinige minu
ten later besteeg Abbott de hooge trap
naar zijn klein dakkamertje. De dag
was nog niet aangebroken, en een zwa
re mist hing over de stad. Hij ging op
den kant van zijn bed zitten en liet
met een drukkend gevoel van volko
men verlatenheid het hoofd op de han
den rusten. Van het oogenblik af, dat
nu vijf-en twintig jaar geleden zijn va
der stierf en hij een jongen was van
tien jaar, was hij nooit lang van zijn
moeder gescheiden geweest. Hij had
met haar geleefd en voor haar ge
werkt. Zij was eene blijmoedige ver
standige vrouw, en de innige volmaak
te liefde van moeder en zoon was tus
schen hen nooit verstoord geworden.
En nu was zij weg, en hij was alleen;
hij had niemand meer om op zijn
heen en weer reizen aan te denken,
geen thuis meer, waar hij bij zijno
terugkomst naar toe kon gaan. Want
en Minis, waar niemand hem verw«l-
i was geen thuis voor hem.
tot haar £aan, maar zij zal
te. i niet wederkomen" werktui
gelijk bleef bij dit bij zich zeiven her
halen. Hij dacht er aan, hoe Christus
den jongen man te Naïn het leven
teruggegeven had, die „de eenige zoon
zijner moeder was„ en zij was wedu
we"; en hij dankte God, dat Hij hem
had gespaard voo* zijn eenzame moe
der, wier leven kalnt en gelukkig ge
weest was. Maar hij kon zich nog niet
voorstellen, dat zij werkelijk was heen
gegaan, dat hare plaats beneden ledig
stond. Langzaam daalde hij -de trap
weder af en bleef in de donkere gang
luisteren naar de bewegingen dervrou
wen in de kamer zijner moeder. Voor
hem was er niets te doen; hij kon zelfs
niet naar binnen gaan om, naast het
bed gezeten, dat ernstige gelaat in de
laatste rust gade te slaan. Eindelijk
schoot hem de gedachte te binnen aan
de arme vrouw, die op zijn weg naar
huis overreden en misschien reeds
dood was.
„Ik ial eens gaan zien, of er iets
voor haar gedaan kan worden", zeide
hij hij zich zeiven.
Het was nu drie uur geleden, sedert
Hagar en haar kindje in het gasthuis
waren opgenomen. Men had haar in
de zaal voor gewonden gelegd, maar
het kindje was dadelijk naar de doo-
denkamer gebracht, en aan Abbott
werd gelegd, dat het zeer twijfelachtig
was. of de vrouw ooit herstellen zou.
Mm was volkomen onkundig aangaan
de haar naam of woonplaats, en hij
kon geen inlichtingen omtrent haar
verschaffen. Maar toen hem gevraagd
werd, wat er gedaan moest worden
mtt het lijkje van ht kind, en liij ne-
derzag op dat tengere uitgeteerde li
chaampje en dat bleekë gezichtje, scho
ten zijne brandende oogen vol tranen,
alsof hij bet dierbare doode gelaat zij
ne" moeder aanschouwde.
Ik heb thuis óok een begrafenis",
zeide hij, ,en ik zal de kist wat. groo-
ter iaten maken voor dit schepseltje.
Misschien zou het de moeder grieven,
als het van de armen begraven werd,
wanneer zij weer bijkomt en er naar
vraagt I aat het kindje maar naar
mijn huis brengen."
Eu toen Abbott's moeder in haar
kist werd gelegd, met haar sneeuw
wit haar glad weggestreken langs het
bleeke gelaat, werd het kleine onbe
kende kind naast haar gelegd, met het
hoofdje rustend in haren arm. De bu
ren, die nog eens kwamen kijk n. zei
dei dat het juist iets was voor Abbott
en zijne moeder, die altijd bereid wa
ren om den eenzamen en veriatenen
hulp en schuilplaats te geven. De afge
storvene deelde zelfs hare kist en haar j
graf met iemand-, die geen andere aan- j
spraak op haar kon maken, dan dat
het ook een kind was van donzelfden
hemelschen Vader.
HOOFDSTUK V.
Verlaten.
Er was geen verandering gekomen
in Abboth's levenswijze, behalve vooi
dien éenen dag der begrafenis. Even
als vroeger ging hij den éenen da?
naar Birkenhead en kwam den ande
ren dag terug, maar alles scheen hem
veranderd en treurig toe. Verscheidene
reizigers herkenden hem dat zij hem
van tijd tot tijd zagen. Hij wisseldej
vriendelijke groeten met velen, wier
naam hij niet kende, en verleende hun
welwillend hulp, maar hij had niet\
langer een thuis. Eenzaam en droevig
was de terugkomst in de kamers, die
zijne moeder had verlaten, en nog een
zamer werd het hem daar, toen. vol
gens uitdrukkelijk verlangen zijner
moeder, al hare kleine bezittingen on
der verscheidene arme bekenden wa
ren verdeeld.
<\Vordt vervolgd.)