MODE-RUBRIEK
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 30 MEI 1925
"at de bladen zeggen.
Ontwapening.
Men verbaast zich, aldus de Waar
heidsvriend, over de vrijmoedigheid,
waarmede mannen, die den mond vol
hebben over hunne verantwoordelijk
heid voor 's Lands zaken, 'tvolk trach
ten warm te maken voor Nationale
Ontwapening.
De indruk wordt gevestigd, alsof de
zaak der ontwapening er eene is- van
den meest eenvoudigen aard* waarbij
't alleen aankomt op de goedwilligheid
der regeering om met een voorstel te
komen tot de liquidatie van 't leger
en de vloot.
Wij laten deze zijde van liet vraag
stuk thans rusten.
Maar wat de verbazing doet stijgen
is het pleiten voor ontwapaning wan
neer deze wordt bezien in het licht
van hetgeen in andere landen op dit
punt plaats grijpt.
En dan blijkt in het buitenland, niet
dat daar een streven zichtbaar is in
de richting van verzwakking der mili
taire posities bij de volken, maar in
tegendeel, dat de bewapeningen krach
tiger worden gemaakt.
Enkele feitelijke gegevens mogen dit
aantoonen.
Eelgië bepaalde zijn contingent
dienstplichtigen voor het loopende
jaar op 83200 man met een opleidings-
tijd. van 12 maanden.
Frankrijk stelde zijn legersterkte
i voor 1925 op 607.000 man vast. Een po
ging, in Februari van dit jaar gedaan
om deze sterkte terug te brengen op
500.000 man, mislukte. De sociaal-de
mocraat Paul Boncourt verklaarde bij
die gelegenheid, dat de voorgestelde
vermindering een groot gevaar zou
opleveren;
Duitschland begint weer zijn Marine
op je bouwen;
Zweden; in welk land de sociaal
democraten de leiding van zaken in
handen hebben, bouwt een lucht
vloot;
Finland stuurt met volle instem
ming van de sociaal-democraten in de
richting van een krachtige landsver
dediging;
Turkije gaat over tot uitbreiding
van zijn vloot.
Wij zouden op deze wijze kunnen
voortgaan. Maar de feiten, welke wij
hier noemden, zullen reeds genoeg
zaam aantoonen dat het tijdstip om
tot nationale ontwapening over te
gaan reeds om die reden slecht geko-
j'zen zou zijn.
1 Nationale ontwapening lijkt ons on
verantwoordelijk.
Mr. J A DE WILDE.
Het a.r. weekblad „De Veluwe"
schrijft:
Nog zie ik hem op het onlgroemngs
feest in Palais Royal namens de pas
jiangekomen studenten t woord voeren!
Hij en Ridderbos hielden dien avond
elk een speech, zoo vlot, zoo vrij en zoo
studentikoos, dat we allen bij ons zelf
voorspelden, dat deze beide jonge man
nen indien ze gespaard bleven, later uit
nemende krachten zouden blijken in de
j christelijke actie.
Die profetie is vervuld.
I Ridderbos is nu met eere hoogleeraar
in de vakken van het Oude Testament
aan de theologische School te Kampen.
En mr. J. A. de Wilde is reers jaren
lid van de Tweede Kamer der Staten
Generaal, wethouder van financiën te
'sGravenhage.
De Wilde heeft zich buitengewoon
verdienstelijk tqv.v:.voor de ant revo
lutionaire partij door overal in het land
otfle treden, vooral in den tijd van de
verkiezingen, als propagandist.
Hij doet dit nog, maar hij heeft het
reeds vele jaren gedaan. Men moet dit
werk niet licht achten.
Het is voor een politieke partij een
onmisbare voorwaarde voor bestaan en
groei, dat ze over enkele eminente per
sonen beschikt, die als haar tolken en
woordvoerders- door heel 't land reizen
en trekken, om in politieke meetings
propaganda te maken voor haar begin
selen.
Uit vroegere jaren noemen we als
zulke politieke pleitbezorgers Talma,
Kruyswijk, Vunderink, Sybrandy.
Dat waren mannen op wie iets was
overgeslagen van het heilige vuur en
de warme geestdrift, die in dr. Kuyper
zelf gloeide.
Om voor groote volksvergaderingen
met succes op te treden is het noodig,
dat men beschikt over een klankvolle
stem, met filue de bouche, een ruime
mate van vrijmoedigheid en dat men
terdege thuis is, behalve in de beginse
len, op heel het veld der actueele poli-
t'ek.
De Wilde is als spreker van zessen
klaar.
In het debat is hij in volle kracht.
Ilij vreest den tegenstander niet, maar
chagt hem veeleer uit tot den kamp.
Handig en gevat.
Wij danken God Die ons zulke man
nen schenkt, en hopen, dat mr. De
W'lde, die nog staat in vollen bloei van
zijn mannelijke kracht, nog veel moge
doen voor de residentie, voor onze anti
revolutonaire partij en voor ons geheele
land en volk.
Hij heeft het politieke bloed in zijne
aderen. Immers, ook De Wilde Sr. heeft
Moderne badcosfuums
/^\ok in de badcostuums is dit seizoen een bijzondere drang
naar luxe te bemerken en worden deze costuums dit jaar
van de meest verschillende modellen gedragen.
Afb. 1, vertoont een badcostuum bestaande uit casaque en
culotte. De binnenkant van de cape is in overeenstemming met de
bonte stof van de casaque. De casaque bestaat uit een lange,
gladde taille en twee over elkaar vallende volants, die de korte
broekspijpjes maar heel weinig doen zien. Van boven worden deze
door een schuifzoom bijeen gehouden. Aan de lang-vallende
schouder js een volant gezet, wijde badcape is van een korten
kraag voorzien.
Afb. 2. Costuum met smalle volant en jabot.
Dit zeer eenvoudige model, dat ons plaatje geeft, kan zoowel voor
luchtbaden als aan het strand gedragen worden. Als materiaal
neemt men, afhangend van het doel: crepe-marocain, frottfc, zijde
of dergelijke stoffen. Aan het gladde hemdmodel is van onderen
een gladde, rond-geknipte volant gezet, van effen stof. Deze stof
vormt ook de smalle pasjes die de ronde hals begrenzen, evenals
de korte aangeknipte mouwtjes en ook vormt de effen stof een
randje midden-voor op de jabot. Onder de jabot kan men, zoo
noodig, een splitje maken, om het pakje over het hoofd te kunnen
aantrekken.
Afb. 3. S t r a ndp a k niet plfssee-voj a n t Ook dit
pakje is vaneen eenvoudig hemdmodel, gecompleteerd door een,
van ondern aangebrachte geplisseerde volant. De gladde stof vormt
links opzij een tweetal groote lussen en een spits uitloopend eind-
gedeelte. Opdat dit model voor zwaardere figuren niet teveel spant,
is het raadzaam, iedere kant op heuphoogte iets in te knippen, en
de onderrand in te halen, zoodat hier de naad recht verloopt
Afb. 1. Badcostuum Afb. 2. Costuum met
en badcape van smalle volant
tweeërlei stof en jabot
door zijn journalistieken arbeid én als
wethouder van den Haag en als lid van
Gedeputeerde Staten van Zuid Holland
veel gedaan om de beginselen van het-
Calvinisme ingang te doen vinden.
De kroon op zijn arbeid voor de jonge
De Wilde was wel het zoo succesvol
optreden als voorzitter der laatste De
putatenvergadering.
Was het voor hem een eere, tot zulk
een moeilijke taak te worden geroepen
voor cmze antirev. partij was het een
oorrecht en een oorzaak van dank, het
te zien, welke uitnemende krachten er
schuilen ook onder hen, die in zekeren
zin nog tot de jongeren behooren.
Moge God aan mr. De Wilde nog
veel kracht en lust schenken om met
zijn voorteffelijke gaven nog lang de
christelijke volksgroep te dienen, land
en volk ten rijken zegen en bovenal
Gode tot eere!
GEMENGD NIEUWS.
Auto 'te water. Donderdagavond om
halftien wilde een auto uit Haarlem de
hooge brug over de Prinsengracht bij
den Amstel te Amsterdam „nemen".
De autobestuurder gaf klaarblijkelijk
niet genoeg gas, met het gevolg, dat de
auto achteruit reed en in het water van
den Amstel viel.
In den auto zat een echtpaar uit Haar
lem, dat met den wagen in de diepte
verdween. Onmiddellijk toegeschoten
politieagenten en burgers wisten door
handreiking in een zeer kort tijdsver
loop beide personen op hét droge te
brengen.
De vrouw moest in bewusteloozen
toestand naar het Binnengasthuis wor
den vervoerd, terwijl ook de man 'daar
werd opgenomen. Hun toestand baarde
echter geen reden tot ongerustheid.
De auto is in den loop van den nacht
door de brandweer opgevischt.
Op het kantje af! De 25jarige heer G.,
te 'sGravenhage had zich Dcnderdag
-middag met een kano in zee begeven.
Op eenigen afstand van het strand
isloeg het ranke vaartuig om. G. zag
kans zwemmende de kust te bereiken,
maar toen zeeg hij uitgeput van ver
moeienis neer. Zijn toestand is bevre
digend.
Auto ongeval. De motorrijder H. Piers
ma te Groningen is te Stroobos in bot
sing gekomen met een auto van M.
Plantinga, waarbij P. in de vaart werd
geslingerd en zwaar gewond opgeno
men werd. P. wordt in het ziekenhuis
te Groningen verpleegd.
Een kleine snoeper. De Sjarige Jaap
had op den Schiedamschen dijk een
bankbiljet van tien gulden gevonden.
Instede van het naar de politie te bren
gen, ging hij met e3n paar vriendjes
het geld versnoepen. Toen hij bezig
was om'wat in officieele termen heet,
goeden sier te maken, kreeg een agent
Jaap in de gaten en hij liet van schrik
een rijksdaalder vallen. Dat vond de
agent al heel vreemd, hij nam het
jochie mee naar het bureau en daar
werd de geschiedenis verteld. Drie gul
den waren reeds zoek gebracht.
iBrand in een bioscoop. Door kortslui
ting ontstond Donderdag een begin van
brand in de cabine van den Thaliabios
coop te IJmuiden, welke evenwel door
het flink optreden van den eigenaar en
eenige burgers kon worden gebluscLt.
Eenige rollen films gingen verloren;
de avondvoorstelling' kon niet door
gaan.
Gestolen goederen. Te Rilland Bath
is in een schuilplaats bij de spoorbaan
ieen partij goederen (rijwielonderdeel
len) gevonden, die .onlangs uit de goe
derenloods bij het station waren ont
vreemd.
Men had er enkele Belgische munten
opgelegd, blijkbaar met de bedoeling
te doen denken, dat de dieven Belgen
waren.
KfeSi—==5ë==£=gggg 3C3
I Ons Babbelhoekje.
Beste jongens en meisjes,
Dat beviel me niet erg de vorige week.
Want was is nu! een babbelhoek zonder
babbeltje
't Bleek echter, dat er heel weinig plaats
was en daarom moest ik' kiezen tusschen
het vervolg van het verhaal en de be
antwoording van de briefjes. Ik dacht,
dat de meeste neefjes en nichtjes wel het
liefst het verhaal zouden lezen en zoo
is toen de rest er bij ingeschoten.
Vandaag gaan we nu echter de schade
weer inhalen.
Heel gropt is het aantal briefjes niet,
wat me met dit mooie weer niet zoo
heel erg verwondert, 't Is nu eert genot
om buiten te zijn en van de heerlijke na
tuur te genieten.
Toch hoop ik, dat jullie me niet hee-
lemaal zult vergeten en dat ik ook al
is b.v. maar één raadsel opgelost, toch
eenig levensteeken krijg.
Hier volgt nu eerst even de correspon
dentie
„Tommy", Leiderdorp. Wat aardig, dat
in „liet Schouwvenster" een soortgelijk
rijmpje stond. Wel een mooi blad, vindt
je niet?
„Junior". Wel bedankt hoor, voor je
mooie kaart. Het wordt nu zeker lang
zamerhand wel weer druk op het water?
„Pionier", Leiderdorp, 't Bedoelde beek
is op dit oogenblik niet in mijn bezit,
maar ik zal wel zorgen dat je een ander
krijgt.
„Boschviooltje", Lisse. Dat is wel heel
goed gegaan met de kuikentjes. Ik kan
begrijpen, dat je pa tevreden is. In hoeveel
tijd moet je die artikelen leeren?
„Waterlelie", Lisse. Ja, het is nu heer
lijk buiten. Wat een prachtige tinten kan
men nu overal waarnemen. Jammer, dat
het maar zoo kort duurt. Hoe is 't met
de kuikens?
„Rugby", Leiden. Ben je nog uit ge
weest op Hemelvaartsdag? Het was er
mooi genoeg voor. Misschien een auto
tochtje gemaakt?
„Heidebloempje", Leiden. Welnee, dat
is heelemaal geen bezwaar. Je was laat,
maar zooals je ziet was ik nog later.
„Maurits", Leiden. Ja, 't was wel een
beetje erg warm, maar we willen maar.
niet te hand klagen. De zomer duurt
meestal niet lang.
S. en C. W., Woubrugge. Je hebt ge
lijk, dat je zooveel mogelijk van het mooie
weer profiteert. Het wordt nu zeker al
druk daar in de buurt.
„Blondine", Koudekerk. Nee, dan is
het misschien beter, dat hij voorloopig niet
mee doet. Wil je hemi van mij groeten?
„Breistertje", Lisse. Ja, ik stuur voor
dien tijd wel even per briefkaart bericht.
Ik vond het ook jammer, dat ons hoekje
mankeerde.
„Sneeuwwitje", Lisse. Je hebt inderdaad
wel eens mooier geschreven. Zeker wat
haastig of wat warm?
„De Germaan", Leiden. En wat heb
je met die gevangen «diertjes gedaan?
Heb je misschien een aquarium?
„Dirk III", Leiden. Ik denk haast, dat
de vacantie je al in het bloed zat. Je hebt
nu zeker weer een paar dagen vrij van
school
„Jan van Schaffelaar", Leiden. Dat was
nogeens een lange brief, wat ik erg pret
tig v,on.d En hoe gaat het. nu met je
broertje
Verder ontving ik nog een briefje, dat
niet geteekemd was en dat ik dus niet
lean beantwoorden.
De oplossing van het eene raadsel is:
Een koele Mei en nat,
Geeft koren in het vat.
Onderdeelen: Vianen, korf, gort, Leen,
kievit, mantel, eten, een.
Het raadsel, ingezonden door „Junior"
was door niemand opgelost, 't Beste lijkt
me, dat de inzender het nogeens bekijkt
en 't zoo mogelijk wat vereenvoudigt.
Hier volgen weer nieuwe raadsels:
1. Mijn geheel bestaat uit 55 letters.
9. 40. 47. 4. 17. 46. 36. 30. 14. i. 29. s
leest ge iederen dag in ons blad.
Een blad wordt verdeeld in 23. 51. 7.
44. 20. 28. 41. 25.
5. 18. 20. 12. 39. 1. 43. 54 berichten,
worden met belangstelling gelezen.
Het woord 21. 1. 29. 55. 10. 32 ldunt
ge op een vaste plaats vinden.
De 20. 26. 3. 50. 24 berichten zijn. voor
de kooplieden van veel belang.
22. 8. 11. 2. 49. 14. 6. 38. 13. 45. 19 is
noodig voor elke flinke 31. 27. 33. 37.
Zien doet vaak 34. 52. 44. 53. 15. 42,
16 is een e, 35 is een b.
48 is een klinker.
2. Mijn geheel bestaat uit 30 letters.
12. 14. 15. 12. 3. 15. 11 is een lekkernij.
16. 18. 15. 10. 20. 2. 14. 29. 5 is een
badplaats.
Een 26. 9. 21. 27. 24. 22 15 een eigenaar
van schepen.
Niet ieder vaartuig heeft een 19. 17. i
2. fa 23^28. 26. 6 kunnen vlug: zwemmen
1. 25. 8. 30 is een jongensnaam.
Een 4, 13 is een kleedingstuk.
.Vele groeten van
OOM FELIX.
TABBY's TAFELLAKEN.
(Slot).
Toen zij opmarcheerden, snelde 'n klein
vuurrood persoontje voor hen uit. Het was
Tabby, die naar huis liep om haar tante
te .waarschuwen.
„Gauw kind, trek die nachtjapon aan.
Zet die muts op en kruip in bed. De ke
rels zullen misschien wel medelijden heb
ben met een ziek kind en hier niet binn&i-
k'omen", zei juffrouw Brown, terwijl zij
Tabby haastig in nachtgewaad stak en
haar warmpjes onder de dekens stopte,
want tusschen de veeren bedden lagen een
menigte geweren verborgen, het kostbaar
ste van de geheele proviand.
Dit plan hadden zij vooruit beraamd en
Tabby was blij, dat zij kon uitrusten en
haar tante van alles op de hoogte kon
brengen, terwijl deze een paar kopjes en
mediöjnfleschjes op de tafel zette, een
bosje allesbehalve welriekende kruiden
op het vuur wierp en in stilte overlegde,
wat zij zou zeggen, als de indringers op
den drempel verschenen.
Het duurde niet lang, of zij hoorde hen
aankomen en het wasmaar gelukkig voor
Tabby, dat de vaandrig beneden bleef om
op de deuren te passen, terwijl de sol
daten het huis van den zolder tot den
kelder doorzochten, want o wee, indien
hij haar eens herkend had.
„Dit zijn losse veeren; weest voorzich
tig, of gij zult er ontoonbaar gaan uit
zien; zij vliegen zoo op", zei juffrouw
Brown, toen zij een kist opendeed, waarin
geweren en patronen verborgen waren
en waarboven, zij gauw een paar kussens
had leeg geschud.
De soldaten lieren ^.:h foppen en gin
gen heen zonder het bestaan te vermoeden
van den buit, die hun zoo welkom zou
zijn geweest. Toen zij in de slaapkamer
kwamen, waar nog meer wapens en an
dere benoodigdliöden in allerlei hoeken
en kasten verborgen waren, stak juffrouw
Brown waai schuwend den vinger op en
zei met een bezorgden blik op Tabby:
„Maakt geen leven, als het u belieft. Het
arme kind is ziek. De dokter denkt, dat
zij de pokken heeft, en een schrik zou
haar noodlottig kunnen wezen. Ik heb
al kruiden gebrand om de kamer frisch
houden, en dus geloof ik niet, dat het
gevaar van besmetting zoo heel groot is".
Met blijkbaren tegenzin keken de sol
daten naar binnen, zij zagen een verhit
gezichtje op het kussen liggen Tabby
had zich vreeselijk warm gdoopen en
een paar van koorts, zooals zij meenden,
maar eigenlijk van opgewondenheid glin
sterende oogen; zij haalden even hun neus
op aan de smeulende kruiden, valeriaan
en nog zoo iets lekkers, wierpen haastig
een bhk in een paar kleerkasten en snel
den vervolgens naar beneden, om te ver
tellen van die akelige pokken en zoo spoe
dig mogelijk met hun aanvoerder den af
tocht te blazen.
Zij zouden weinig gesticht zijn geweest
over de poets, die men hen gespeeld had,
als zij het ongelukkige zieke meisje uit
bed hadden zien springen en in het roaid
dansen van plezier, terwijl zij hun weg
oortzetten naar den molen van Baret.
Maar ach, de lust 0111 te dansen verging
haar al spoedig, toen zij de vrijwilligers
de Noorder brug zag bezetten, en de En-
gelschen van den anderen kant nader kwa
men.
Reeds het eerste vijandelijke salvo deed
een paar van htm vrienden vallen en daar
op commandeerde majoor Buttrick
„Vuur, mannen, vuur".
Nu knalden van weerskanten schoten;
een liiid geschreeuw deed zich hooren en
door den kruitdamp heen zag men de
blauwe en roode gedaanten worstelen .op
de brug. 1
Eindelijk! trokken de Engelschen af, 'n
paar dooden achterlatend, die op de plek!
zelve begraven werden; de lijken van de j
gesneuvelde vrienden werden naar hun
arme vrouwen gebrachtHet waren
de eerste martelaars voor de vrijheid, en
op de plaats waar zij gevallen zijn, is la
ter een gedenkteeken opgericht, om de
herinnering aan hun onverschrokkenheid
levendig te houden bij het nageslacht.
Nu zullen wij verder vertellen van Tab
by en haar tafellaken. Toen de vijanden
verdreven, de dooden begraven, de ge
wonden goed verzorgd en de gevangenen
uitgewisseld waren, ontvingen de Tornei
hun straf.
Dr. Lee werd in zijn eigen erf gebannen
en hem aangezegd, dat hij zonder gena
de doodgeschoten zou worden, indien hij
het waagde zich daar buiten te vertoonen,
en de bezittingen van Daniël Bliss werden
door de regeering verbeurd verklaard. En
kele dingen werden publiek geveild en;
kapitein Brown kocht het mooie tafel
laken en gaf het aan Tabby met de woor
den: „Ziedaar, kind, dat is voor u en gij
moogt er trotsch op zijnwant dank zij
uw slim overleg, uw scherp gehoor en
lugge voeten, werden wij niet onver
wachts overvallen en konden wij de En
gelschen nog vrij wat haastiger terug
jagen dan zij gekomen waren".
En Tabby was er trotsch op en bewaar
de het zorgvuldig. Zij liet het zien, zoo
vaak zij de geschiedenis vertelde en spon
vlijtiger dan ooit, omdat zij er een stel
even fijne servetten bij wilde maken. Het
werd over den bruÜoftsdisch gespreid,
toen zij trouwde en diende ook bij het
doopmaal van haar eersten zoon, en nog
bij menig, menig feest in haar lang en ge
lukkig huwelijksleven.
Later werd het door liaiar dochters als
een herinnering bewaard, en nog lang
na den dood der oude vrouw kwam het
nu bijna versleten tafellaken bij plechtige
gelegenheden voor den dag. Eindelijk
werd het zoo dun; dat het alleen maar loon
dienen om vertoond te worden, wanneer
de kleinkinderen de geschiedenis vertel
den; zij deden het nooit zonder een zeker
gevoel van ontzag voor hun grootmoeder,
al konden zij zich eigenlijk niet recht voor
stellen, dat het oude vrouwtje van zeven
tig jaar eens zulk een vlug en bij de hand
meisje was geneest en een zoo gewich
tige rol gespeeld had in den grootca vtjjy