De Hitte NIEUWE LËIÖSCHE COURANT VAN ZATERDAG SÖTtfiltSZS' TWEEDE BLAD. Uit de Schriften, jf DE DINGEN DIE BOVEN ZIJN Indien gij dan met Christus zift opgewekt, zoo zoekt de din gen, die boven zijn, waar Chris tus is, zittende ter rechterhand Gods. Bedenkt de dingen, die boven zijn. Collossensen 3:1—2. Daar is een onverbrekelijk verband tusschen paaschfeest en hemelvaarts feest. Het laatste is de kroon op het eer ste. Zoo bij Jezus Christus, en dus ook zoo bij allen, die Zijn verschijning hebben liefgehad. Voor Paulus was de opstanding van Jezus Christus de drijfkracht van zijn zendingsijver, van zijn geheiligd op timisme, van zijn zekerheid van zon- dienvergeving, van zijn eeuwigheids- hoop. Daarom vraagt hij van zijn lezers ook meer dan alleen een ja knikken; hij wildat ook zij zullen ervaren en beleven de nieuwe orde van dingen, die door den Opgestane in het leven worden» binnengedragen. Daarom toornt Paulus hier tegen de gemeente van Colosse, die haar kracht ging zoeken in het onderhou den van allerlei spijswetten enjood- sche instellingen, die op zichzelf niet verkeerd zijn, maar waarbij Paulus toch wil weten, wat voor hen dan de opstanding van Christus beteekent. Het is alsof Paulus vraagt: „Mijne vrienden, hoe is 't nu mogelijk, dat gij, die door het geloof uit het heiden dom en jodendom zijt overgegaan naar de nieuwe sfeer, die door het heerjijke opstandingsgeloof groeit, u zelf nu gaat bezighouden met aller lei' kleinigheden en beuzelingen (zie hfst. 2è20—23). Indien ge met Christus zijt opge staan, zoo zoekt andere en hoogere dingen; zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is en leeft onder een geopenden hemel". Deze woorden van Paulus: „zoekt de dingen, die boven zijn" zijn dus geen vriendelijk bedoelde raadgevin gen, zonder meer. .Dan zouden ze ons wanhopig ma ken, want de dingen, die op de aarde zijn, bekoren ons, dringen zich aan Dns op en houden ons naar beneden. „De dingen, die boven zijn", zou den wij ook niet vinden door in een klooster te gaan en deze wereld te vergeten. Dat heeft Paulus zelf ook niet ge daan; hij bleef tenten maken, hij bleef leven temidden van veel aardsche be slommeringen. Als raadgeving zonder meer, heb ben deze woorden geen zin en zou den een armzalige prediking vormen. Neen, het is een heerlijke Chris tusprediking Indien ge met Hem zijt opgewekt, indien Hij in uw leven gekomen is, indien Hij voor u den dood zijn schrik heeft doen verliezen, indien Hij u niet God verzoend heeft en u een zeker uitzicht gegeven heeft op het Vaderhuis. dan ja dan kan ik u er aan herinneren, dat niet -uw inspanning, maar Zijn overwinning en Zijn kracht het voor u mogelijk maakt de dingen te be denken, die boven zijn, waar Chrib tus is en dan worden de paaschze- gen en de hemelvaartsvreugde in el kaar gevlochten. Zonder dien opgestanen Christus blijft uw bedenken altijd binnen de aardsche verhoudingen. Door ons denken kunnen wij terug gaan vér in de geschiedenis, de we reld doorreizen, de historie der men- schen doortrekken in haar breedte en hoogte, het is toch altijd als een vogel, die hoog kan stijgen, maar toch onder de polken blijft; ons denken FEUILLETON. De Loods van Zwaankreek. Een verhaal uil het verre Westen. 50) Alsof hij nog slechts een aanko mende jongen was, 200 weinig werk le zijn tegenspartelen uit op de lange gespierde armen, die hem als In een schroef gevangen hielden. Na enkele seconden van wanhopig verzet stond de jonkman even stil, van welk oogen- blik 8111 bliksemsnel gebruik maak:2 om de hand, die den schouder vast hield. te doen verhuizen naar het zit gedeelte van de Ieeren broek. Meedoogenloos werd de armo zon daar nu door de sneeuw gehaald, op en neer, achteruit, vooruit. Hoe hij ook niet de handSi om zich been sloeg, hij raakte niets dan ijle lucht. Geheel weerloos was hij, totdat hij weder met een smak op zijn voeten werd gezet, hijgend en blazend, eliendlg, getemd. ,.ik zal je leeren agnostiekeren", bui- derde Bill hem toe. „Wat denk je wel? Hoe haal je het in Je hersens hierheen ei te zakken, om ons je misselijke tweedehandsche brouwsel In de keel te gieten!" Bill zweeg oven om weer op adem te komen; toen barstte hij stuit toch altijd tegen den 'dood als tegen een muur. Maar „indien gij met Christus zijt opgewekt" valt die muur en gaat de hlemel voor ons open, en dan wor den deze woorden geen simpele raad geving, maar de beschrijving van den groei en ontwikkeling van het in ge meenschap met den opgestanen Chris tus geboren leven. Door dien Christus verliezen „de dimg|en, die boven zijn" hun vaag heid en onbekendheid, maar krijgen een vasten vorm en worden ons be kend, want ons vragen naar „de din gen die boven rijn" wordt ons vra gen naar Christus, ons zoeken naar „die dingen, die boven zijn" wordt ons zoeken naar Christus en ook het vinden wordt in Hem mogelijk. En in Zijn gemeenschap worden „de dingen, die boven 2ijh" niet los van ons aardsche leven, maar zooals de zonnestralen een boom doorglanzen len doorweven, zoo zullen ze ook in Paulus' leven zijn vak van tenten maker geadeld hebben en rijn pre diking gloed hebben gegeven en leefde hij hier temidden van zooveel tastbare aardsche dingen toch beden kende „de dingen, die boven zijn". Neen niet onze aardsche verhoudin gen behoeven ons van „de dingen, die boven zijn" te scheiden, maar wat ons naar beneden houdt, dat somt Paulus op in de volgende verzen: „onrein heid, hoererij, gierigheid". Die maken ons onvatbaar voor „de dingen, die boven zijn". Paulus zag dat gevaar en daarom predikte hij Jezus Christus, den Opge stane en den ten hemel gevarene en verbond zoo aardsche levens met den hemel. Die prediking blijft voor ons tel kens weer noodig. Is er ook in uw leven, in uw hui selijk, in uw persoonlijk leven een glans van „de dingen, die boven ons zijn" Gaat de hemel dikwijls voor u open? Is uw bidden dikwijls een beluis teren van het loflied der gezaligden, ook uw toekomstig erfdeel? Wie kan daar ja op zeggen? Zij,die in gemeenschap met den opgestanen Christus, telkens hun paaschfeest vieren en daardoor tel kens heel zeker en heel bewust bo ven het aardsche Uit bedenken „de dingen, die. boven zijn" d.w.z. telkens hemelvaartsfeest vieren. AVONDLIEDEKE. 't Is goed in 't eigen hert te kijken Nog even vóór het slapen gaan, 0£ ik van dageraad tot avond Geen enkel hart heb zeer gedaan; Of ik geen oogen heb doen schreien, Geen weemoed op een wezen lei; Of ik aan lieidelooze menschen Een woordeke van liefde zei. En vind ik, in het huis mijns herten, Dat ik één droefenis genas, Dat ik mijn armen heb gewonden Rondom een hoofd, dat eenzaam was Dan voel ik, op mijn jonge lippen, Die goedheid lijk een avondzoen 't Is goed, in 't eigen hert te kijken En zóó z'n oogen toe te doen. ALICE NAHON. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te De Cocksdorp, Se- rooskerke en Rouveen, cand. D. J. Vos- sers te Utrecht. Bedankt: Voor Vaassen, H. J. Schup- pen te Groot Ammers. GEREF. KERK. Beroepen: Te Geesteren-Gilselaar, Cand. J. Raalte te Hattum. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te Aalsmeer, P. de Smit te Nieuwe Pëkela. Te Franeker A, H. Hilbers te Enschedé. opDieuw los: „Er zijn geen woorden te vinden voor zoo'n gédrag. Bij mijn zielOp het .onverwachtst tilde hij zijn gevangene van den grond en hield hem op armslengte van zich af. „Ik heb grooten lust om je...." „Neen, neenl Ik smeek je, doe het niet!" riep de arme spartelaar. „Ik zal het nooit meer doen, ik beloof het je!" Terstond liet Bill hem zakken en zette hem op zijn voeten. „Best! Hier.... je hand", zei hij en stak den jonkman de zijne toe, die de ze met de uiterste omzichtigheid aan nam. 'tVVas een zeldzaam plotselinge be keering, maar blijvend in de gevolgen. Er is op onze gezellige avondjes nooit meer van de agnosten gerept. De belangstelling bij het lezen bleef onverminderd. „De Loods begint het er bij hen al aardig in te wurmen", fluisterde Bill mij eens toe, en als ik de ernstige, ge- langstellende gezichten zag, moest ik het ook wel gaan gelooven. Bij Bill „wurmde" hij het er ook in, al wist Bill het misschien zelf niet. Ik herin ner mij nog, dat de Loods ons op ze keren avond, toen de anderen waren heengegaan, de gelijkenis van de ta lenten voorlas. De dienstknecht, die HERST. EV. LUTH. KERK. {Drietal: Te Schiedam, J. P. van Heest te Deventer, Th. Schatten, te Nij megen en J. C. Schröder te Amsterdam. Bevestiging, Intrede, Afscheid. D.s O. Gröeneb'oer te Blankenham hoopt Zondag den 21 sten Juni afscheid te nemen van de Ned. Herv. Gem. te Blankenham en Zondag den 28sten Juni 1925 zijn intrede te doen te Doetinchem, na bevestigd te zijn door Ds. G. J. Waar denburg van Zierikzee. Ds. P. J. Steenbeelc van Berg ambacht is voornemens op Zondag 12 Juli a.s. zijn intrede te doen ih de Ned. Herv. Kerk te Kampen. J. de Braai Ox. Te Beilen is jn den ouderdom van 83 jaar overleden de heer J. de Braai Cin, oefenaar in de Geref. Kerken van Drente en vroeger reizend agent van de Vereen, voor Chr. Nat. Schoolonderwijs. Hij was geboren te Zierikzee. Synodale Commissie Ned. Herv. Kerk. (Slot). De ohlangs benoemde pensioenraad zal op 11 Juni a.s. door den president der Alg. Synode worden geïnstalleerd. Tot leden van' de Spoedcommissie wor den benoemd: de H,'H. Dr. J. R. Cal- lenb'ach en Mr. G. F. Schoch, tot hunne secundi de H.H. A. B. te Winkel en Mr. H. J. M. Tyssens. Tot leden van de Finajncieele Commis sie worden benoemd de H.H. Mr. O. F. Schoch en Mr. H. J. M. Tyssens en tot hunne seoundi de H.H. Dr. J. R. Callen- lbach en A, B.te Winkel. De president, Dr. Weyland, richt eeni- ge woorden van afscheid tot de heeren G. E. M. Picard en H. Veenman, die eer lang volgens de kerkelijke wet ophouden lid der Alg. Synodale Commissie te zijn. Daarna wordt de voorjaarsvergadering gie- sloten. Glir. Geref. predikanten. De zevende vergadering der Vereen, van Chr. Geref. predikanten in Neder land zal den 3den Juni a.s. te Apeldoorn gehouden worden. De agenda vermeldt o.m. verkiezing bestuursleden. Aftredend zijn: Ds. J. J. v. d. Schuit en L. H. v. d. Meiden. Referaat van Ds. F. Lengkeek over: „Het doel der cate^ese". Referaad van Ds. G. Wisse over: „De Relatie tusschen Ambtelijke bediening en eigen zieleleven van den Evangeliedie naar". Kerk en Radio. Gelijk bekend, heeft indertijd de classis Haarlem v. d. Geref. Kerken een commis sie benoemd om haar tdienen van ad vies inzake het gebruik van Radio ten behoeve van den dienst des Woords en van de Evangelisatie. Deze Commissie hee^ iii (ie Cla- er- gadering van <Je vorige week rapport uitgebracht. Na bespreking werd door de classis de volgende conclusies genomen: „De vergadering, overtuigd, dat het ge bruik der Radio een uitnemend middel kan zijn in den arbeid in het koninklijk Gods, en van beduidende beteekenis kan worden met name voor den Dienst deo Woords in gestichten en voor den arbeid der Evangelisatie over geheel Nederland, uitsprekende, dat de radio door de leden der gemeente nooit mag worden misbruikt om de bijwoning van den Dienst des Wpords in eigen Kerk te verzuimen waardeerende wat de Kerk van Bloe- mendaal tot heden inzake het Radioget- bruik heeft gedaan; dankbaar vernemende, dat de kerk van Bloemendaal gaarne bereid is met haar Radito (inrichting andere kerken te die nen; in 't oog houdende, dat alleen de Kerk van Bloemendaal vergunning heeft tot het uitzenden van preeken; van oordeel, dat in het gebruik der Radio een belang ligt, dat den Kerken in het gemeen betreft; besluit ie. de Kerk van Bloemendaal te ver zoeken, om haar radio-inrichting zoo te vernieuwen, dat deze aan billijke eischen behoorlijk voldoet, om voor heel het land te dienen; en aan deze kerk voor rente en ^flossing van het daarvoor be- noodigde kapitaal en voor de exploitatie een steun der classis toe te zeggen tot een bedrag van een derde der kosten en tot ten hoogste f 500 per jaar, mits deze Kerk zich verbindt ter zake van haar Radio-inrichting geen besluiten te nemen, dan met goedvinden van de Classis; en zulks voor een tijdperk van ten hoogste 10 jaar; 2e. aan de Part. Synode de vraag voor te leggen, of het gebruik der Radio ten zijn plicht verzuimde, trok bovenal Bills aandacht. „Een rare snuiter", zei hij, „en nog hatelijk ook. Dat hij een standje kreeg, had hij dubbel en dwars verdiend, vind ik." Toen echter de practische toepassing van de gelijkenis hem helder wérd, zeide hij na langdurig peinzen: „Ja, dat zou me zoo doen denken, clat het voor mij ook tijd wordt m'n handen uit de mouw te steken." En een oogen- blik later heel bescheiden: „Loods, de ze kerkbouwerij hier, denkt u, dat die misschien mee zou mogen rekenen? Nee, nietwaar? Of wel? Maar 'theeft toch in ieder geval natuurlijk niet veel te beduiden." Goede Bill; hij was net een groot kind, en de Loods ging heel zacht en verstandig met hem om. „Waar ben je het sterkst in, Bill?" „Pony's africhten en vee drijven", antwoordde Bill verwonderd. „Dat is mijn vak." „Welnu, Bill, mijn vak is op 't oogen blik preeken en jullie binnenloodsen." De glimlach, waarmee de Loods dit zei, deed mij denken aan een zonne straal op een regendag/ want er waren tranen in zijn oogen en stem. „En nu komt het er voor ons beiden op aan, dat wij getrouw zijn in ons werk. Hoor behoeve van den Dienst des Woords en van den arbeid der Evangelisatie moet worden geacht als een zaak, die ook den Kerken ïn het gemeen betreft, weshalve een gemeenschappelijke regeling daarvoör gewenscht is en inmiddels haar te ver zoeken, te bevorderen, da/t de Kerk van Bloemendaal voor dit werk worde ge steund door de Kerken dér provincie met een bedrag van een derde der kosten en tot ïen hoogste f 500 per jaax; en haar te vragen, deze zaak aanhangig te ma ken bij de Generale Synode. Volksschool of Staatsschool. In de gehouden vergadering van het Geref. Schoolverband hield de heer J. van AndeJ, directeur van de Chr. H.B.S. te 's Gr&venhage, een referaat over boven genoemd onderwerp, waarbij hij tot de volgende conclusies kwam 1. Het is wenschelijk de Lager Onder wijswet 1920 te herzien, teneinde de staats bemoeiing inzake de lagere school in te perken en de medewerking der ouders inzake stichting, inrichting en beheer dei- lagere school uit te breiden. 2. De lagere school worde gesticht en in stand gehouden met financiëelen steun der overheid, door de ouders der kinde ren of wie dezen daartoe machtigen. 3. De ouders betalen schoolgeld, vol gens een voorloopig door de Overheid vast te stellen eenvoudige regeling. 4. Uit de opbrengst der schoolgelden worden bestreden de exploitatieuitgaven der lagere school. 5. De overheid steune rechtstreeks de lagere school: a. Door uitkeering van de vastgestelde normaal salarissen der verplichte onder wijzers. b. Zoo noodig door aanvulling van de onder punt 4 genoemde gelden tot een jaarlijks bedrag per leerling, binnen nor men, door de wet te geven, gelijkelijk voor de bijzondere en de openbare school. c. Door uitkeering van een per leerling vast te stellen bedrag voor stichting of vernieuwing va:i een gebouw, gelijkelijk voor" de bijzondere en voor de openbare school. d. Door beschikbaarstelling van bouw grond voor nieuwe scholen. 6. De overheid stelle matige eischen ten opzichte van de verplichte leervakken, van het minimum-aantal leerlingen per onder wijzer en van de inrichting der schoolge bouwen. 7. De oudercommissie der openbare school ontvange de bevoegdheid: a. In overleg met het personeel der school het 'leerplan vast te stellen. b. De onderwijzers te benoemen en te ontslaan. c. In overleg met de ouders der leer lingen een schoolbijdrage-regeling vast te stellen, boven de schoolgeldheffing (vol gens punt 3). d. Een salarisregeling voor de onder wijzers vast te stellen, voor zoover deze uit gaat boven de regeling, bedoeld in punt 8. De schoolbesturen ontvangen vrijheid om de gelden, ontvangen boven de ver plichte schoolgelden, te besteden naar ei gen goedvinden, tot verbetering van hetv onderwijs: hoogere salariëering, betere leermiddelen, 7de leerjaar, kleinere klas sen, enz. 9. Voor de stichting van nieuwe scholen v/orden één regel gevolgd voor openbare en bijzondere, zoo wat bijdrage uit de publieke kas betreft, als wat raakt de te stellen voorwaarden. Hierover werd een uitvoerige bespre king gehouden. Ten slotte werd onder teekenen van bij val aangenomen het voorstel van de com missie van uitvoering de vorenvermelde conclusies te aanvaarden als de wenschen van het Verbond ten aanzien van de her ziening der Lager Onderwijswet. De con clusies zullen nu bij den schoolraad aan hangig worden gemaakt. De Kerk van Efeze. Het bericht in de bladen, dat tengevol ge van de vijandelijkheden der Turken de laatste Christenen Efeze verlaten had den, doet Dr. Bouma van Zwolle in het „Geref. Kerkblad voor Drente en Overij- sel" wijzen op de ontzaglijke dreiging die we vinden in Openbaringen 2. Efeze, een der machtigs .e koopsteden van Klein Azië, de aangewezen haven voor een reusachtig achterland, brandpunt van beschaving en wetenschap, was ook door een schrijver genoemd: „het openlijk schouwtooneel van de meest in het oog vallende zonden". Hier hebben Paulus en Johannes geze gend gearbeid, en is een bloeiende ge meente ontstaan. Hier is Johannes, na uit de ballingschap van Patmos terugge keerd te zijn op hoogen leeftijd gestor- maar wat de Heer zegt: „Wel, gij goe de en getrouwe dienstknecht. Gij zijt getrouw geweest." 'tWas Bill nog niet volkomen dui delijk. „Getrouw? Wil dat zeggen met het vee ook?" „Juist, Bill, en met alles wat verder op je weg ligt." Bill heeft die les niet vergeten, want ik hoorde ze hem met ware voldoening aan Hi oververtellen, alsof hij 'n goede vondst had gedaan. „Wat zeg je daarvan? Die geeft eer lijk de kaarten! Ieder krijgt een kans. Geen kaarten in zijn mouw weggemof feld." „Neen, hij deelt de troeven rond", antwoordde Hi. Langzamerhand begon men Bill te beschouwen als een gezaghebbonde in vragen van godsdienst en zedekunde. Niemand wierp hem ooit naar 't hoofd, dat hij „fijn" begon te worden. Hij deed zijn werk rustig en bedaard, maar zoodra hij een nieuwe ontdek king had gedaan, moesten de kame raden er mee van genieten. Mocht bij zoo'n gelegenheid soms de een of an der hem door spitvondigheden vast zetten, dan rustte hij niet, voordat hij hem hij den Loods had gobracht. En RECLAME veroorzaakt vaak Hevige Hoofdpijneen Mijnhardt's Hooidpijntabletten do«c ipoedig bedaren. Glazen buisjes 60 et, Bij Apoth. en Drogisten. 3031 ven. Helder heeft de lamp des Evangelies hier gebrand. Maar tegen het einde der eerste eeuw was het verval reeds ingetreden, zoodat de Heere haar liet schrijven van Patmos: „Ik heb tegen u, dat gij uwe eerste Hef- de verlaten hebt". En de ontzettende drei ging werd geboord, na de vermaning tot bekeering: „en zoo niet, ik zal u haastig- lijk bijkomen, en zal uw kandelaar van zijn plaats weren, indien gij u niet be keert". En dan vervolgt de schrijver: „Toen in 262, dus meer dan anderhal ve eeuw na het schrijven .van dezen brief Efeze's afgodstempel werd geplunderd door de Gothen, was de Kerk van Efeze nog een der belangrijkste gemeenten van Klein-Azië. Sedert het einde van de vierde eeuw, dus weer een halve eeuw later, was Efeze zelfs de zetel van een patriarch. In 431 werd hier de derde oecumenische d.i. Algemeene Synode gehouden, waar Nestorius veroordeeld werd en eveneens de dwaalleer van Pelagius. Maar daarna kwam het verval. Reeds in de vorige eeuw was er van een chris telijke gemeente zoo goed als geen spoor ineer over. En nu lazen we da: courantenbericht- je, dat de laatste Christenen uit Efeze vertrokken Zijn. Daarmee is het oordeel des Heeren voltrokken". D5 ELLENDE IN RUSLAND. Gordon Self ridge, de bekende Ame- rikaansch-Engelsche zakenman, die te Londen het groote naar hem genoem de warenhuis in Oxford Street stichtte is aldaar van een bezoek aan Rus land, hem met enkele andere toeris ten door de Sovjet-regeering toege staan, teruggekeerd. Van zijn bevindingen vertelt hij aan het radicale Londensche blad, de, „Star", het volgende: „Het lachen is in Rusland uitge storven en zelfs betrekkelijk goed ge- kleede mannen en vrouwen zijn er niet te zien. Mijn verblijf was niet lang genoeg voor een grondige studie van de toestanden, maar overal werd ik in Rusland getroffen door de ont zettende armoede en de droeve gedich ten van het Russische volk. De ©enige personen die ik zag lachen, waren de Sovjet-ambtenaren, met wie ik sjomwijlen sprak. In de opera te Moskou en nader hand ook te Leningrad, was ik de' teenige die bij een voorstelling een smoking droeg. Een loge naast de mijne was bezet met armzalig, ge- kleede vrouwen en mannen, die onze werklieden zouden beschouwen als be- hooiende tot de laagste heffe van het volk. Hunne voeten waren in lompen gewikkeld. Schoenen of pantoffels, zijn te duur voor het Russische volk. De vertoonde opera behandelde een revolutionair onderwerp met veel ge schreeuw, maar vond weinig bijval of geestdrift. De vroegere groote hotels van Mos kou en Leningrad zijn vervallen, ge lijken op graftombes. De bedienden werken met opgestroopte hemdsmou wen. De voeding is slecht en duur. Het logies kost tweemaal zooveel als in de duurste Londensche hotels. De bad- en waterpijpen lekken. De win kels zijn verlaten, de goederen daarin verkocht, zijn van slechte kwaliteit en zeer duur. Allerwegen blijkt, dat 't communis me vooruitgang, ambitie, prikkel en zelfs hoop doodt en het menschelijke leven tot den laagsten trap verlaagt. Het onderwijssysteem van den Sov jet lijkt mooi in theorie, maar blijkt in de practijk niet aanbevelenswaardig. De kinderen zien er suf en zwak uit, 'die onderwijzer droef en armoedig. Een der intelligente regeeringsambte- naren deelde mij mee, dat onvoldoen de voeding alom tot longtering leidt. zoo gebeurde het, dat deze twee met meer dan broederlijke liefde tot el kander getrokken werden. Wanneer Bill niet overweg kon met vraagstuk ken, die mannen van grooter ontwik-1 keling verlegen hebben doen staan, dan ontwarde de Loods den knoop, of wel, hij richtte Bills oog op de waar heden, die onomstootelijk klaar en helder zijn, en dan was Bill tevreden. „Daar moet ik genoeg aan hebben", placht hij te zeggen, en zijn hart kwam tot rust. HOOFDSTUK XXH. De Inwijding der kerk. Toen de Loods in het begin aan De cember ziek werd, verzorgde Bill hem met groote trouw^ en cond hem te® slotte weg, naar Gwen, om raat te m-] men. Hij deed hem plechtig beloven daar te zullen blijven, totdat de kok voltooid zou zijn, en ging hem een paar maal in de week bezoeken. De band, die deze twee verbond, waa wer kelijk verheffend en wanneer ik uAfü hart bij tijd en wijle koud voel wor den, en mijn geloof in mepsefwm en dingen verflauwt, roep ik mij een top-4 neeltje voor den geest, dat ®fj sted heeft aangegrepen. [Kor* Mrwfe**

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5