NIEUWE L EID S C ffE COUR AN T VAN Z ATERtJAG 16 MEI TgSïr Wat de bladen zeggen.1 Het wordt te bar. Onder dit opschrift lez'en wijin de 'Waarheidsvriend'het orgaan van den Geref. Bond tot verbreiding en Verdediging van de [Waarheid in de [Ned. Herv. Kerk: In „Staat en Kerk" bespreekt ds. iLingbeek onzen lezers nu wel be kend de redevoering, welke de heer Colijn hield in de Deputaten- tvergadering te Utrecht. iVan een man van de ppsitie van (ds. Ling beek, die het er op gez'et heeft, om ons volk politiek voor te lichten, had men mogen verwachten, idat hij de genoemde rede zelf zou hebben gelezen. Doch dit schijnt niet zoo te zijn, 'alfhans hij bespreekt de redevoering van den heer Colijn aan de hand van een verslag uit Het Handelsblad" Over de critiek van ds. Lingbeek, iwelke geen critiek is, spreken wij ditmaal niet. Er komt echter in het artikel een passus voor, waarvan wij iets moeten zeggen. Het is, waar de schrijver Het heeft (over het onderscheid tusschen Groen v. Prinsterer en de tegenwoordige lei ders der 'A.R. Partij. En van dit onderscheid zegt hij: dat Groen van Prinsterer ijverde te gen de Liberale wetgeving, terwijl de tegenwoordige Anti-revolutionairen ïiiaar ééni doel kennen, waarnaar' zij streven: het zooveel mogelijk bezettender régeeringsplaatsen door hun man- nen en het zooveel mogelijk verwer- yen van rijksgelden voor hun parti culiere inrichtingen. Bij aandachtige lezing van deze op merking uit het schrijven van ds'. iLingbeek, moet men vragen wat meer 'de aandacht trekt, de verdachtmar king welke uit de woorden van ds. .Lingbeek spreekt, of de vijandschap, welke uit zijn ziel oplaait. Want als 'ds. Lingbeek iets van de vele moei lijkheden afwist, welke het gekost .beeft om' de A.R'. Ministers in het tegenwoordig kabinet te behouden, zou hij zich wel tweemaal bedacht hebben, om zoo iets neer te schrijven. En dan die rijksgelden voor hun [particuliere inrichtingen, waarmede natuurlijk de Christelijke Scholen be doeld worden. Is het niet schande- lijk, daarover zóó te spreken? j Profiteeren van 'deze gelden ook j.gjpt de. vrienden van ds. Lingbeek friet name b.v. zijn boezemvriend dr. >r3Yoldendorp, nx>. 2 op de candidaten- i lijst 'der. Herv. '(Geref.Staatspartij, leeraar £<an het Christelijk Gymna sium te.. Groningen? j -Laat men van politiek inzicht mo- ,gen verschillen. Maar wat nu geschreven werd, is i 'toch te bar. "h Op 't Schip van Staat. Van het inkomen der Kroonv Zooala we reeds zagen bestaat het ^koninklijk inkomen eigenlijk uit drie posten, de inkomsten der domeinen, (hejt bij art. 24 vastgestelde bedrag van 1.200.000 en een vergoeding voor het onderhoud der paleizen, terwijl daarbij ook nog gerekend zou kunnen worden ^de vrijstelling van alle directe belas tingen, behalve de grondbelasting. j Het onderhoudsbedrag werd ook ver 'dubbeld, natuurlijk om dezelfde reden, (als waarom het bedrag voor de ci- [Viele lijst steeg. De volle nadruk dient hier gelegd op het woord onderhoud. •Toen immers eenige jaren geleden een belangrijke verbouwing van Het Loo plaats vond, werd daarvoor een apart bedrag gevoteerd. De kosten van on derhoud, al stijgen ze ook boven dit bedrag, kunnen volgens de Grondwet den Staat op niet meer dan 1 ton te staan komen. Behalve de regeling van den regee renden Vorst, stelt'de Grondwet ook 'het inkomen vast van eenige leden van het Koninklijk Huis, d.w.z. in de Grondwet van die leden, welke werke lijk tot de regeering kunnen geroepen l worden, of als echtgenoote van den yorst in diens rechten deelen. Voor mogelijke andere leden worden ook wel inkomens uitgetrokken, maar dat geschiedt bij afzonderlijke wetten, zoo als nu b.v. voor Prins Hendrik. De Grondwet verzekert thans aan de Koningin-weduwe gedurende haar we- duwelijken staat uit 's Lands kas een inkomen van f 300.000, terwijl de ver moedelijke troonopvolger, te rekenen van den tijd, dat hij (zij) den leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, f 200.000 ge niet. Dit wordt f 400.000, als een hu welijk wordt aangegaan, waartoe bij de wet toestemming is verleend. Hiermede is wel het voornaamste over deze aangelegenheid gezegd. Men ziet, er zit aan die salarisvast stelling nog wel wat meer vast, dan 'meii zoo zou denken en vergeleken met vroeger door een Willem I geno den bedragen, die men dan'ook nog „in de lijst van hun tijd" moet bezien, is het' vorstelijk inkomen thans zelfs na de verdubbeling nog belangrijk lager dnn voorheen. Men zegt dan ook, dat liet bedrag niet voldoende zou zijn, als ook de Koningin geen andere in komsten uit Haar particulier bezit ten dienste stonden. Dit komt dus indirect onze schatkist ook weer ten goede. We gaan thans voorbij de regelin gen vastgesteld voor voogdij en re gentschap, als gelukkig op heden niet van dadelijk belang evenals de inhul diging en bezien nu eens de afdeeling over de macht des Konings. We behoeven niet te zeggendat dit een zeer belangrijke afdeeling is, die nog al eens tot meer of minder scher pe gedachtenwisseiing aanleiding gaf en nog geeft. 'tLigt er maar aan, hoe men den oorsprong van de regeer macht des Konings beschouwt, of men deze zaak beziet uit een rechtschopf een" linksch gezichtspunt. [Zoo plaatst de beroemde schrijver over onze Grondwet, Prof. Buys, zich in dit opzicht geheel aan de zijde van zijn geestverwant Thorbecke, die den Koning slechts door 'de Grondwet ze kere machten en bevoegdheden ziet opgedragen of zooals Thorbecke het uitdrukte dat „volgens het stelsel der Grondwet de koninklijke macht be schreven wordt door optelling harer bijzondere rechten." Is dan verder het Parlement het col lege, dat die rechten in Grondwet en andere wetten omschrijft, dan komt men niet ten. onrechte uit bij de stel ling, dat het koningschap slechts het vliegwiel van de staatsmachine is. Dat kan onze beschouwing niet we zen. 't Koningschap Wordt dan een on ding, een overbodigheid. Allerminst een koningschap „bij de gratie Gods." En zoo moeten wij. het bezien. Maar dan is daarmee ook meteen gezegd, dat het Koningschap en de piacht des Konings niet op de Grond wet berusten. De souvereiniteit is, zegt Dr. Kuyper, uit God gevloeid en als die souvereiniteit dan een plaats moet hebben, dan kan dat in ons land ner- ges anders zijn dan in het Stamhuis van Oranje. Terecht zegt „Ons Pro gram" dat deze souvereiniteit van Oranje onder dé leiding Gods in onze historie is geworteld. Nu is souvereiniteit een en ondeel baar Qöze Grondwet spreekt dat even wel niet uit en onder den invloed van de z.g. leer der.machten (trias politica) waarbij een wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht ondersteld wordt kwam in art. 55 Grondwet te staan: De uitvoerende macht berust bij den Koning." Men gevoelt dat dit artikel bij onze souvereiniteitsbeschouwing niet past. Wij achten het .vanzelf spre kend, dat dé Koninklijke drager van de souvereiniteit wetgeving, uitvoe ring en rechtspraak krachtens zijn roe ping bij de gratie Gods bezit. Beter van vorm is dan ook het ar tikel, dat zegt, dat de souvereiniteit is en blijft opgedragen aan den Prins van Oranje enz. En op dien grond kon daarom Koning Willem I terecht- bij zijn troonsbestijging tot het Neder- landsche volk zeggen, dat hij, afs be zitter dier souvereiniteit aan het volk een grondwet wilde geven. Hij wilde geen „onbeperkt gezag, of een staatsinrichting aan die van Tur kije of Rusland gelijk" en aanvaardde slechts „het oppergezag, onder voor waarde dat het onverwijld door eer. Constitutie zou worden omschreven en beperkt." Zoo moeten .wij dan de arti kelen over de macht des Konings be zien. De grondwettelijke omschrijvin gen dienen dan om te zeggen hoe de Koning zijn macht wil en kan uitoefe nen en ook, hoe hij dat doet afhanke lijk van regelen en van de medewer king van anderen zal doen. Die omschrijving is in deze afdee ling, al zou de titel dat ook doen den ken, verre van volledig. Telkens ont moeten we er weer iets van bij de grondwettelijke bepalingen over de ver schillende colleges. We geven daarom dan nu eerst iets over de verschillende colleges, door en met welke de Koning Zijn macht uitoefent. UIT DE OMGEVING. ALPHEN a. d. RIJN. De Raad dezer gemeente zal op Woens dag 20 Mei des namiddags 2 uur ver gaderen ter behandeling van de volgende punten 1. Voorstel van B. en W. tot verkoop van een perceel bouwgrond, gelegen aan de Zaal bergstraat, aan den heer H. Bro ker alhier. 2. Voorstel van B. en W. inzake den verkoop voor afbraak' van de gemeentewo ning en schuur, gelegen'aan de Prins Hen drikstraat nommer 29 en den verkoop van de daarbij staande boomen- op stam1. •3. Voorstel van B. en W. inzake wijzi ging van de kadastrale grootte van het petceel grond der gemeente, gelegen bij den toegang tot het burgemeester Visser- park vanuit de Schoolstraat. 4. Voorstel van B. en W. tot'ovemame in eigendom door de gemeente van gedeel ten openbaren weg aan de Emmalaan en Wilhelminastraat. 5. Voorstel van B. en W. tot wijziging 5van het raadsbesluit d.d. 2 April 1925 in zake overname grond van de Martha-stich- ting. 6. Missive van Gedeputeerde Staten waarbij zij enkele opmerkingen maken, om trent een ^rietal ter goedkeuring inge zonden raadsbesluiten d.d. 26 Februari 1925, met voorstel van B. en Wy 7. Voorstel van B. en W. tot het be- hikbaar stéllen van drie lokalen der Ned. Herv. Gem. OiidshoóM c.a. tegen betaling .van een jaarlijk'sche vergoeding van f 100. i 8. Voorstel van B. en W. inzake het be roepschrift van J.. Oudejans .alhier, tegen de afwijzende beschikking door B. en W. op- zijn verzoek om vergunning tot het .verbouwen van zijn perceel aan de Juliana- straat. 9. Voorstel van B. en W. tot het verlee nen van een crediet van f 11.000 voor de verzwaring van de hoofdleiding voor water in tie Raadhuisstraat en voor de doortrekking der waterleiding in 't Zuid einde te Aarlanderveen. 10. Voorstel van B. en W. tot het be schikbaar stellen van een crediet van f 200 ten behoeve van de kaasmarkt- .commissie. 11. Voorstel van B. en W. pm de goed keuring te hechten aan de rooster, der uren, waarop de zweminrichting tegen verlaagd tarief is opengesteld. 12. Voorstel van B. en Wi. tot wijziging van de Bouw- en Woningverordening. 13. Voorstel Van B. en W. tot vaststel- ling eener verordening op het Waarborg fonds inzake .woningbouw, dezer ge meente. 14. Voorstel Van B. en W. tot aanvul ling en:, wijziging der verordening; rege lende de -indeeling der gemeente in stern- districten. 15. Goedkeuring van de wijziging van de begroeting, dienst ,1924 van het Alge meen Armbestuur.' 16. Voorstel van B; -en AV. tot wijziging .•an. de gemeentebègröotingen dienst 1924 en 1925. j SASSENHEIM. Gebóren: Pieter, z. v. M. J. van Bre da en M. Van Leeuwen. Overleden: Alida,Kortekaas, 47 j. wed. van J. Waasdorp. Gehuwd: Karei Johan Grullemans, 29 j. en Anna Margaretha Speelman, 29 jr. Ondertfouwd: Gerardus Schrama 27 j. en Maria Catharina van der Pijl, 27 j; Johannes Petrus Baten, 59 j. wed. van J. M. van Houten en Alida Luk, j. wed. van W. Kniest; Jan Dirk Heijns, 27 j. én Antónia Keijzer, 24 j; Hendrik Colijn. 24 j. en Neeltje Adri- ana Oudshoorn, 25 j. M. Th. van der Hoorn, Nieuwe Ha ven 1 van Leimuiden; Mej. C. M. M. van der Kamp, Teijlingerlaan 43 van Noordwijk; F. Bos, Klinkenberg 15 van Leers.um; H. Krogt, Austhofflaan 9 van A vereest; C. W. van Stijn, Oude Haven 7 van Lisse; J. M. den Hollan der, Kerkelaan 27 van Voorschoten; Mej. J. Stamhorst, Zuilhofstraat 6 van Leiden; A. F. van den Berg/Hoofd straat 30 a van Noordwijkerhout. Mej. G. den Boer van Hoofdstraat 170 naar Katwijk; M. Dwars waard en gezin van Hoofdstraat 250 naar Lisse; A. M. Grullemans—geb. Speelman v. Hoofdstraat 105 naar Lisse; A. W. Blom van Hoofdstraat 210 naar Heem stede; Mej. M. Roos, Van Zuilhofstraat 12 naar Leiden. WASSENAAR. Burgerlijke, stand. Geboren: Petronella Anna', dochter van B. Vrijburg en M. P. van der Meulen. Bernardus Hu- bertus Nicolaas, zoon van G. Th. Ruijg- rok en P. Grundeken Gehuwd: L. A/ Ruijgrok en S. M. Kieft. J. A. Snelderwaard eii M. 'A'. Wens- veen. G'. J. van der Spek en P. J. Bet tink Ondertrouwd: van der Kooij en H. Klouwen. W. van den Barslaar en O. E. M. van Noort. DE PARTICULIERE HANDEL IN RUSLAND. In het begin vari het vorige jaar, al dus schrijft ir. W. A. Burg in de Duit- sche Oekonomist, was ongeveer 84 pet. van den kleinhandel in Rusland, 50 pet van den gecombineérden groot en klein handel samen en meer dan 20 pet. van de groothandelsonderneimngen in par ticuliere handen. De handel tusschen de steden en het platteland geschiedde bijna uitsluitend door particulieren-,—terwijl ongeveer 64 pet. van den goed^renomzet in de ste den voor particuliere rekening kwam. De Sovjet-regeering, hoewel' de geheele productie beheerschende, werd in den handel door handige kooplieden ver drongen. Deze toestand scheen den communis ten gevaarlijk, want zij vonden dit een teeken van de opkomst van een nieu wen burgerstand, hetgeen met hun op vattingen niet' vereenigbaar was. Men trachtte den privaten groothandel te ver. vangen door, verbruiksvereenigingen, en er volgde een overhaaste liquidatie van alle nog bestaande handelszaken. De paniek, welke dit optreden ver oorzaakte, had echter ook op den han del in verbruiksartikelen, voorzoover die in handen van den staat was, een ongunstigen invloed. De Sovjetregeering. zag 'in, te ver te zijn gegaan, en gaf nieuwe instructies, thans om de handelaars met oecono- 'mische middelen te bestrijden. Het tex- tielsyndicaat b.v. mocht niet meer aan hen verkoopen en het ledersyndicaat mocht slechts content aan particulieren leveren. Andere orerheidsorganen ont vingen instructie om voor niet meer dan 10 tot 20 tschemowets tegelijk te verkoopen. Banken mochten handelaars geen crediet meer verstrekken en wa gons werden niet ueer ter hunner be schikking gesteld om goederen te ver voeren. Als gevolg van deze maatregelen daalden de handelomzettn in 9 maant-» den tijds met ongeveer 16 pet^, in Mos kou met 20 tot 30 pet.; de omzetten der verbruiksvereenigingen stegen daaren tegen van 15 pet. van den totalen han- delsomzet tot 19 pc. Men meende, dat het einde van den particulieren handel nabij was. De overwinning bleek echter slechts denkbeeldig. De graan- en de vee- en vleeschhandel bleef grootendeels in par ticuliere handen. De publiekrechterlijke coöperaties waren niet in staat om te concurreeren met den particulieren handel. Vooral de graanhandel werd levendig tengevolge van het feit, dat de oogst in sommige streken mislukte, in andere daarentegen overvloedig was. Niettegenstaande de staatshandel met alle mogelijke, middelen, o,a. door groote credieten van de Staatsbank (deze ste gen van 1 Januari 1923 tot 1 October van dat jaar tot meer dan het drievou dige, de verplichtingen der verbruiks vereenigingen jegens de staatsindustrie van 3.4 millioen tot 37.5 millioen tscher- nowets), werd gesteund, kon 'deze den (particulieren handel niet verdrijven. De misgrepen van den staatshandel wreekten zich door èen het vorige jaar. ingetreden economische crisis. Dat de leidende mannen van de eco- noimsche politiek thans hun inzicht grondig hebben gewijzigd, blijkt wel uit het feit, dat aan de besprekingen 'over d<e handelsnijverheid welke 30 Maart 1.1. hebben plaats gehad, behalve de overheidsorganisaties, ook de verte genwoordigers van andere handels'ver- eenigingen, vennootschappen enz. deel namen. De volkscommissaris van handel en industrie, Smylga, zeide, dat de staats handel niet in staat was, om de handels verbindingen vooral met liet platteland te onderhouden, en dat men derhalve het particuliere kapitaal te hulp*moest roepen. De staatshaftdel en de particu liere handel moéten daarom, wat cre- dieifaciliteiten enz. betreft, gelijk behan' deld worden. Ook dient de rechtstoe stand van den handelaar en van zijn vermogen geregeld te worden en de ad minj^tratieve lasten, moetien1 yoor hen opgeheven worden. Tenslotte zeide Smylga dat de Spvjet- regeering tot de overtuiging was geko men, dat het particuliere kapitaal een belangrijke functie in het economisch leven vervult. Zooals men ziet, verheelt 'de Sovjet regeering niet, dat de maatregelen tegen den handel een groot fiasco hebben ge had. Rusland wendt zich meer en meer af van de communistische methoden en gaat met rassche schreden weder in de richting van het particuliere initiatief, dat zich ook in den buitenlandschen handel van het land meer en meer baan breekt. Ons Babbelhoekje. Beste jongens en meisjes, Ik! ontving deze week! misschien door het mooie weer, dat de jeugd naar. bui ten lokt heel weinig briefjes. De correspondentiè zal ifc daarom maat laten vervallen ditmaal. -De volgende .week hoop ik dan 'de briefjes van twee weken te beantwoorden. De oplossing ,van de vorige raadsels was: i'. Een goede buur is béter dan een verre vriend. Onderdeelen: buren, bédstéde, veeren, deeg, rei bruin, Stavoren. 2. kerkboek' eerewijn roerdomp kerkboek bakboord oplossen elleboog kerkbioek 3- .999Y9. Hier volgen de nieuwe raadsels: 1. Mijn geheel bestaat uit 32 letter^ 30. 27. 31. 26. 2. 14. een plaats aan de Lek. Een 22. 5. 24. 2ö wordt gebruikt bij het balspel. 17. 23. 24.16 is gézoiide kost. 7. '18. 10. 13 is een verkorte meisjeisnaam: Een 4. 11. 1. 30'. 27. 21! is een Vogel. Een 9. 15. 28. 32. 25. 7, is een klee- dingstuk. 1 8. 29. 19. 3 doet ieder mensch. 12. 6. 13 is een lidwoord. -j 2. Mijn geheel bestaat uit 46: .letters. 13. 27 31 is een getal. 6. 45 is een lidwoord. 40. 4'. 11. 26 is een kleur. 20. 42. 40. '32. a. 40 zegt een ïcleïn kind tegen een horloge. 1. 35. 36. 19 is een gevaarlijk 'dier. 16: 15. 9. 291. 7 is een verscheurend diesr. Een 23. 8. 14. 25. 37; 38.17. 40 ontvangt „ScholieT". 12. (2. 3 is niet gezellig. j 21. 18. 22. 30. 42. 46. 44 is gezond, i 43. 28. 5. 33. 24 is treurig. 39. 34. 41 afk'. van niet zoo 't beboOrt. (Ingez. door „Junior") Vele groeten van OOM FELIX TABBY's TAFELLAKEN. Toen zij zicli genoegzaam hersteld had om weer te kunnen luisteren, was de heer Bliss bezig aan de mannen te vertellen waar het kruit en lood en de kanonneo verborgen waren, waarvan de vijand zich zoo graag zou willen meester maken. Heel veel wist hij echter niet, want het geheim was goed bewaard gebleven. Als hij eens had kunnen vermoeden, dat on der zijn eigen tafel een republikeintje zat te luisteren, zou hij waarschijnlijk niet zóo gauw bereid zijn geweest,pm zijn buren 1» yerradecj Niemand dacht ;echter aan iets zoo o gehoords en Tabby zat intusschen mi- alles) behalve vriendelijke blikken de dri paar b'emodderde laarzen aan te staren én*.hetspeet haar, dat zij geen man was om de eigenaars^ te kunnen bevechten. Het had wéinig 'gescheeld, of zij zoq liebben moeten vluchten of vechten, wan^ juist, toen de mannen zich gereed maak ten om op te staan, voelde zij een on weerstaanbare aandring om te niezen. Zij dacht al, dat zij verloren was en bedekte haar gelaat met beide handen, in de stel lige verwachting, dat rij uit haar schuil hoek gehaald en door de vertoornde krijgslieden ©ogenblikkelijk ter dood zou gebracht worden: „Het was onder de tafel", zei kapitein Brown, terwijl hij een punt van het tafel laken oplichtte. flabby voelde een rilling door haar leden gaan, zij hield den adem in, en bleef onafgewend staren naar de groote bruine handEen ©ogenblik later had zij het echter wel kunnen uitschateren van plezier, want de poes had haar gered. Het goede dier had op haar warme, zachte jurk liggen slapen en toen nu het tafel laken opgelicht werd, dacht zij zeker, dat d-e baas iets lekkers voor haar had; zij stond ten minste op, rékte zich eens uit en kwam1 vervolgens genoeglijk spinnend aanwandelen, met den staart rechtstandig in de lucht, het witte puntje zwaaiend als een vredevlag. 't Is de kat geweest, heeren. Een goed dier, dat gelukkig buiten staat is onze afspraak te verklappen", zei de heer Bliss, met een gevoel van verlichting; want zijn kwaad geweten deed hem sidderen bij de gedachte ^an een jrsogelijke luister vink. „Die kat niest even hard als de oude snuifdoos, aan wie wij straks den weg vroegen", zei de vaandrig lachönd. „Kijk, daar komt zij' juist aanloopen, alsof onze grenadiers haar, op de hielen zaten", riep de kapitein, terwijl het ge luid van haastige voetstappen en een jammerende stem hem in de ooren drong en al nader en nader kwam. Tabby haalde diep adem en nam zich, Voor, dat zij de oude poes, die haar het leven gered had, zou zien te koopen in dien het mogelijk was. .Weldra vergat, zij*haar eigen leed, oTn te luisteren naar de arme vrouw, die weeklagend binnen trad, omdat de buren zeiden, dat zij maar zou gauw mogelijk haar biezen moest pakken; zij zouden haar anders met teer en veeren bestrijken, omdat zij: aan de spiohnen den weg gewezen had naar het huis van een Torry. „Gelukkig, 'dat ik hun samenzweringen- gehoord heb", dacht Tabby, anders zou iet mij misschien ook nog zoo gaan; en rij begon zichzelve een heele heldin te vinden, nu er werkelijk gevaar, verbon den was aan haar kloeke daad. De heer Bliss stelde het oude vrouwtje Zooveel mogelijk gerust en stond haar -toe zoolang in zijn feuis te blijven, tof de buren niet meer aam haar dachten, en de officieren gaven haair een paar geldstuk ken tot beloojiing vtpjor den dienst, dien. zij hun bewezen had. Daarna gingen rij dé kamer uit en het duurde niet lang dé drie mannen, begaven zich op weg. Tabby zag zich echter genoodzaakt stil te blijven zitten tot de tafel afgenomen wksgelukkig gingen ,de twee vrouwen toen naar de keuken, om de vaten te was- schen en zij babbeldten zoo druk, dat Tabby nu wel voor den dag durfde ko men. Zij schoof voorzichtig het venster op, zocht haar mand wit de struiken en zette het op een loop en, -zoo hard als haar yerstrijfde voeten haar. dragen kon- 4én. To;en zij het huis vanj den diaken Hos- mer bereikte, waren do Torries natuur- reeds lang pp wegj, want Bliss had gezorgd voor een, paa|f flinke paarden om ook zijn eigen vlucht zooveel moge- lijk te bespoedigen. Zij ontsnapten dus, miaar de menschen i waren nu toch gewaarschuwd en Tabby had groote voldoening yam dat benauw de uurtje onder de tafel. D,e stadbewoners konden zich nu op een aanval voorberei den en hadden nog tijcl) genoeg om den - kostbaren voorraad naar de omliggende plaatsen in veiligheid brengén om de- kanonnen op te stellen en den vrij willigers hun pasten aan te svijfeefc; want de on verschrokken mannen hadden vast béslö-) ten zich tegen de onderdrukking te .ver-' zetten, en hoe zij het gedaan hebben toen het er op aankwam, lean ieder in de 1 geschiedenis lezen. In jaren was het zulk eeh prachtig voor- jaar niet geweest; den .I9iden April ston-\ den de vruchtboomen im vollen bloei het winterkoren was boven den grond", en de sgatige olmen, die de rivier om zoomden e£ de huizen overschaduwden,^ begonnen reeds uit te loorpen. Het was wel jammer, dat die schotme aarde nu' het tooneel zou worden van een bloe dige worstelingmaar de vjrijheid is een hooger goed dan voorspoed en vrede en de menschen sprongen ijlings uit hun/ béd, toen de jonge Dr. Rresoott in viie- "i genden ren kwam aandraven met de bood- schap, die hij midden in Üen naicht uit Boston ontvangen had: „Te wapen, te wa pen, de Engelschen zijn onderweg". J Als een loopend vuur verspreidde zich 1 die tijding van huis tot huis; de mannen); maakten zich tot het gevecht gereed, en de onversaagde vrouwen hielden hen niet tegen, maar beloofden, dat rij de hun' toevertrouwde schatten zoo» goed moge-, lijk zouden verdedigen. Een poosje later kwam het bericht, dat de Engelschen te Lexington\-aren en dat ex seeds Woed vergoten was. Toen namen $e boeren hert geweer op den schouder en gingen zwijgpnd, maar vastberaden op weg. Toen (Je zon opging, stonden er on geveer honderd gereed met den moe digen predikant Emerson aan het hoofd.' Langzamerhand- kwamen de weerbare man nen uit de omliggende plaatsen zich bij hen voegen en allen waren overtuigd, dat geduld nu piet langer een deugd was, en krachtdadig verzet tegen onrechtvaar digheid en dwingelandij hun eerste plicht. t Wordt vpryolfi^J^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 7