Xv- NIEUWE LEIDSCRE COURANT VAN VRIJDAG 8 MEI 1925 TWEEDE BLAD.. Op 't Schip van Staat. Het inkomen der Kroon. T'ot de artikelen welke bij de herzie ning 1922 een belangrijke wijziging ondergingen behooren ook die, welke handelen over het inkomen der Kroon. Natuurlijk, waar alle inkomens ver anderd moesten worden bij de waarde vermindering van het geld, kon cok het Koninklijk inkomen n.et ongewij zigd blijven. Wel waren er, die dat niet zoo van zelf sprekend vonden, want immers de Koningin was rijk ge noeg. We behoeven zeker aan deze dwaze redeneermg verder geen woord meer te verspillen, maar willen wel iets van de geschiedenis van dat'inkomen ver halen en dan zullen ook zij, die mis schien bij zich zeiven den opslag ook wel wat te bar vonden, zeker wel van andere gedachten worden Art. 24 wijst daar zeJf reeds heen, als het Spreekt van de Wet van 26 Aug. 1822 en van de domeinen in 1848. door wijlen Koning Willem II tot Kroondo mein aan den Staat teruggegeven. Dit wijst er ook al op, dat het Koninklijk inkomen uit meer dan een post be staat. Om het precies te kunnen bepalen, dient men te weten hoe groot de op brengst der domeinen is dan het bedrag in cijfers aangegeven in art. 24 en in zekeren ^zin ook de vergoeding,- welke wordt verstrekt voor het onderhoud der paleizen. 't Is vooral de geschiedenis met de domeinen geweest, die de grootte van het salaris heeft bepaald Toen men na Nederland's herstelling begon met de civiele lijjt, d.i. het met cijfers aangeduide salaris, vast te stel len, heeft men er rekening mee gehóu den dat 't Oranjehuis door de verbeurd verklaring van zijn bezittingen groote verliezen had geleden. En daar in 1795 deze goederen tot Nationaal bezit waren verklaard, en de opbrengst er van, zij het dan ook op een Fransche manier onze natie ten goede waren gekomen, heeft men in 1814 terecht gemeend, het Oranjehuis vöor dit geleden verlies aan persoon lijk bezit tegemoet te moeten komen. Men deed dit door in 1S14 de civiele lijst te bepalen op f1.500 000 terwijl in de twee volgende artikelen werd be paald de wijze waarop de Vorst dit in komen zou genieten. Het desbetreffende artikel zei, dat bij de wet kon worden bepaald, dat aan den Souvereinen Vorst desverkiezende, tot gedeeltelijke voldoening van het ge melde jaarlijksche inkomen, in vollen eigendom, als patrimonieel goed," zal worden overgegeven zooyeel domeinen als een zuiver inkomen van vijf ton nen gouds of daaromtrent opbrengen. Terwijl het volgend artikel daaraan toe voegde: dat het vorige gedeelte van het jaarlijksch inkomen wordt gevonden uit het vruchtgebruik van daartoe na der te bestemmen goederen, of uit de eerste en gereedste penningen, De vereeniging met België in 1815, was oorzaak, van de verhooging der civiele lijst tot f2.400.0Ö0. De bepaling omtrent, de domeinen is de reden geworden van het ontstaan van de in onze Grondwet nog genoemde Wet van 26 Aug. 1822. Bij die wet ver kreeg Willem 1 de goederen welke die 5 ton of daaromtrent opleverden en ze werden onder heftige bestrijding van den bekenden Gijsbr. Karei van Hoo- gendorp door Z.M. overgedragen aan de Maatschappij voor Volksvlijt te Brussel, onder beding, dat deze den Koning en zijn opvolgers 5 ton zou uit- keeren. 't Was voor de Maatschappij een buitenkansje van beteekenis, omdat ze daardoor als credietstelling heel wat steviger grondslag verkreeg, maar Hoogendorp, die als ontwerper der Grondwet het weten kon. achtte deze handelwijze allerminst in overeenstem FEUILLETON. De Loods van Zwaankreek. Een verhaal uit het verre Westen. 38- „Als ik het goed bedenk", zei Bill zijn woorden wikkende en wegende, „zal het een lieele toer zijn dien pinto .'o verkoopen." Verontwaardigd viel Gwen hem in le r^de, en Bill haastte zich er bij te /oegen: „Niet dat het niet een opper- est beestje iswat dat betreft een opperbest beestje, maar om het-vee" „Hoe kun je zoo iets zeggen, Bill. Er is geen beter paard om mee achter het vee te gaan, dan mijn pinto!" „Ja, dat is zoo", stemde Bill toe. „Dat is zoo als er iemand op zit," die bij hem past; maar zet er een van de jongens op, en dan zou 't een rare ver tooning geven." Bill werd er met de minuut zeker der van, dat de pinto zijn geld niet zou opbrengen. Heel slim en behen dig zette hij zijn meening verder uit een. „Zie je, 'tis niet een paard, dat je zoo ins kunt omdraaien en' tegen een i stieren injagen." ming met de bedoeling van de Grond wet. Na de scheiding van België werd het inkomen door Willem I weer tot de som van 1814 Teruggebracht, terwijl bij tractaat in 1843 afstand werd gedaan van de domeinen in België gelegen Tegelijk werdentoen; de, domeinen in Nederland den Koning- in. vollen eigen dom afgestaan. In 1848 gaf Koning Willem II deze goederen weer als Kroondomein aan den Staat terug onder voorwaarde, dat het inkomen er van aan de Koninklijke familie zou verzekerd blijven. Tevens werd een bepahng opgenomen, dat bij iedere nieuwe troonsbestijging het in komen opnieuw bij de wet moest wor den vastgesteld. Willem III bepaalde het inkomen óp eigen initiatief op 6 ton en was zoo de vermindering, waarop men bij bovenstaande bepaling doelde, reeds voor. In 1891 werd bij de troons bestijging onzer Koningin dit bedrag ook voor haar vastgesteld Wanneer men let op de hoogere waarde van het geld in vroeger jaren, is vergeleken met het inkomen van Willem wel een zeer belangrijke vermindering tot stand gekomen. Geen wonder dus, dat ook het ko ninklijk salaris bij de herziening op de helling kwam. Het inkomen werd ver dubbeld en dus gebracht op f 1.200.000. Nog iets bij$mders bij deze wijziging is, dat voor het eerst dit bedrag in de Grondwet werd vastgelegd. In 1887 was gezegd, dat de Koning een jaar lijksch inkomen uit 'sland kas zal ge nieten, waarvan bij elke troonsbeklim ming het bedrag door de wet wordt vastgesteld. Er was toen dus naast de ^arondwet een afzonderlijke wet noodig voor de vaststelling, gelijk ook in 1891 ge schiedde. Toch komt ook in het ge wijzigde artikel een zin voor, die een wijziging bij een wet mogelijk maakt. Binnen twee jaren na een troonsbe klimming .kan dit bedrag voor den duur der règeering van tien Koning, die den troon heeft beklommen, wor den gewijzigd, zegt de slotzin van art. 24. Een eigenaardige-zin, waar deze bepaling het dus op grond van deze grondwetsbepaling mogelijk maakt, de voorgaande bepaling -ongedaan te maken. Eigenaardig ook hierom, dat deze be uling wel een verandering van om- stadigheden binnen een'zeer kort tijds verloop van 2-jaar onderstelt, maar voor den verderen duur der regeering die wel eens zeer langdurig kan zijn, als bv. van een Koning Willem III of als in Engeland van Koningin Victoria, niet meer. Zoowel over Het inkomen van den regeerenden vorst als van de leden der koninklijke familie, dienen we een volgenden keer nog iets meer te zeggen. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. (Vergadering, van gisteren). Wijziging Arbeidswet. Nadat eerst verschillende kleinere ontwerpen waren afgedaan, kwam gis teren aan de orde het wetsontwerp in zake den arbeid in broodbakkerijen. De heer Staalman (V.B.) zegt dat zeker niemand de Arbeidswet vol maakt zal vinden, ook niet na de aan gebrachte wijzigingen. De Minister heeft zooveel mogelijk bevrediging willen brengen, maar is daarin niet geslaagd. Niemand in 't bedrijf, bak kerspatroons noch gezellen, verlangen den nachtarbeid terug; wel willen de patroons de vrijheid voor zich zelf om des nachts te werken. Het grootste be zwaar van het gewijzigd ontwerp is, dat de patroons zelve de vrijheid tot werken niet hebben. De bepalingen be treffende vrijheidsstraffen moeien ook uit de wet verdwijnen. Is Ti schilders gezel na 8 uu-r werken bij zijn baas weg, dan mag hij doen wat hij wil, desnoods tegen zijn eigen baas concur- reeren. Daarom dient spr. een motie in, luidende: Gwen huiverde bij de gedachte. „Ik zou hem ook niet aan een van de veè- drijvers willen verkoopen!" Bill sloeg zijn beenen over elkaar en schoof onrustig heen en weder op de bank. „Ik bedoel", vervolgde Gwen, „niet aan een van de lui, die zoo ruw zijn en niet weten hoe met een paard om te gaan." Bill knikte en keek alsof hem een pak van 'thart viel. „Ik dacht zoo iemand als jij, Bill, die weet wat een paard toekomt." Gwen zweeg even en; zei toen: „Ik zal het den Prins vragen." „Dat is niet noodig",. haastte Bill zich te zeggen. „Niet dat de Prins geen verstand van paarden heeft, maar 't is niet in zijn lijn, niet. Weer aarzelde hij en keek voor zich. „Neen, neen, als u den pinto werkelijk wilt verkoopen, dan weet ik er, nu ik er mij op bedenk, misschien wel em kooper voor, hoewel ik alevel bang beu dat die er geen hoogen prijs voor ge ven zal." Alzoo werd bepaald, dat de pinto verkocht zou worden eh dat Bill zich met den verkoop zou belasten. 4tWas juist iets voor'Gvven, dat zij geen afscheid wilde nemen van den „De Kamer, van oordeel, dat de per soonlijke vrijheid van den bakkers patroon om in eigen werkplaats te ar beiden, niet langer behoort te worden belemmerd, verzoekt de Regeering ten spoedigste een wetsontwerp in te die nen teneinde hieraan tegemoet te ko men." - De héér K u i p e r (R.K.) herinnert er aan, hoe lang er reeds strijd is ge voerd tegen dén nachtabeid in bakke rijen. Wat blijft er zoo over van het verbod? Spr. zal niet vooi* het ontwerp kunnen stemmen. De vraag is of het aanvangsuur voor bet grootbedrijf niet ook op 6 uur moet worden gesteld. Spr. zou het niet zoo erg vinden als het publiek des middags geen versch brood krijgt. Met de bepalingen be treffende den voor-arbeid ook in het gewijzigd ontwerp kan spr. niet ac- coord gaan. De heer Smeenk (A.R.) vraagt of dit wetsontwerp den bakkersar- beid niet wéér meer terug zal brengen tot nachtarbeid. Uit de bestaande toe standen vloeien zeker moeilijkheden voort, doordat er in 1922 een fout is gemaakt;, toen, heeft de wetgever zich eigenlijk gemèhgd in de concurrentie tusschen verschillende groepen van het bedrijf-'door verschil te maken tus schen -bakkérijen met zes of met min der arbeiders:. De sociale wetgeving behoort zich niet bezig te houden met c on currentié-vo or waard en Zouden de thans ondervonden moei lijkheden niet te ondervangen zijn door het uur van aanvang van den ver koop te verlaten van 10 tot half elf uur? Als mén het verscke brood toch niet aan-4e-ontbijttafel krijgt, maakt het voor 7.5 pet. der bevolking geen verschil of men het brood des ochtends of vóór in. den namiddag ontvangt. Er wordt beweerd, dat dit van na deel is voor het grootbedrijf, maar spr. ziet dit niet'in; het kan zich in elk geval gemakkelijker technisch aan passen dah Het kleinbedrijf. Waar het ontwerp den terugkeer bevordert naar den nachtarbeid, kan het spr.'s stem niet hebben. De heeF Bakker (C.H.) is in het algemeen voor vrijheid van arbeid voor den patroon, zob lang het niet tot excessen voor derden leidt. Nacht arbeid voor den patroon leidt echter onvermijdelijk tót nachtarbeid voor den ^ezèl. Vervoervei*boden zullen ten plattelande Weinig practisch effect blij ven hébben en oefenen weinig invloed op de concurrentieverhoudingen aldaar Er zijn tal van bakkerspatroons die tegen nachtarbeid zijn, maar nog meer tegen de wijze waarop de wet wordt toegepast. De toegepaste hechtenis- straffen zijn voor eerzame bakkers iets verschrikkelijks. Spr; kan ?ijn houding omtrent dit wetsontwerp nog niet be palen. De heer O u d (V.D.) acht het een fout dat de wetgever zich in 1922 heeft ge mengd in de concurrentie in het be drijf. Wanneer de Minister nu de klei ne bedrijven tegemoet komt, staan morgen de groote klaar met nieuwe verlangens.- De vrijheid, die de heer Staalman wil, 'heef$nooit in onze sa menleving bestaan. Is de Minister door het gewijzigd ontwerp ten deele terug gekomen op de- dwalingen zijns wegs, toch.blijft spr.'verschillende 'bezwaren zien o.m. wat betreft dè controle op de naleving der wet. Het, zou ook dwaas zijn als dé patroon'wel, de gezel niet mag of moet werken, wat vooral gel den zal voor interne gezellen. In kleine bedrijven toch is%de verhouding tus schen patroon en gezel zoo heel an ders dan in grootere en daar vreest spr. dan ook vele overtredingen. Bij aanneming der voorstellen van den mi nister zullen allerlei slechte toestan den, zooals die ér vroeger waren, zeer gemakkelijk kunnen terugkee- ren. De heer Z ij 1 s t r a (A.R.) kan in 't algemeen wel met dit wetsontwerp meegaan. Door- het 'wetsontwerp zal 'n grievende onbillijkheid jegens kleine patroons worden weggenómen en mooien pony, op welks rug zij zoo vele heerlijke uren had doorgebracht, ge nietende van het vrije leven in de open lucht. Toen "zij er afstand van had ge daan, verbrak zij den band en stond haar hart niet toe zich nog langer aan het dier te> hechten. .En zoo was het ook juistiets.voor Bill, dat hij den pony wegleidde, toen het donker was geworden, opdat zijn jonge meesteres de pijn der scheiding mocht bewaard blijven.4 - ,,'tls 'een karreweitje, dat ik nog nooit bij de hand heb. gehad; maar wanneer mijn bondgenoot hier wees hij met.zijn krullëbol i. d.. richting van (3 wens raam om Troeven" vraagt dan hale me de koekoek, als. ik niet mijn hoogste uitspeel, het. koste wat het wil." HOOFDSTUK XVI. De slimme Bill. De wijze, waarop Bill den verkoop van den pinó leidde, had de prachtig ste financieelé gevolgen, maar er zijn in het district Zwaankreek lieden, die tot. op Clan hiiidigëh dag het geheim niet kunnen doorgronden, dat er ach ter stak. T Was bij de winterafreko- ning, die'clit jaar gehouden werd op Ashiey-hoeve. Er waren vertegenwoor- daarom hoopt spr., dat het zal worden aangenomen. De heer Staalman heeft gezegd dat het ontwerp geen bevredi ging schenkt aan beide partijen; de Regeering heeft dus den juisten mid denweg gevonden. De heer Schaper (S.D.A.P.)hoopt dat dit wetsontwerp zal wórden ver worpen. Trouwens,, de meest wensche- lijke en hygiënische vorm van bak kerij is zeker lief 'grootbedrijf. Moeten we terugkomen op den stap van 1922? Wij hebben, aldus spr. toen tegen deze wijziging gestemd. Dit is vast, een al gemeen verbod van. arbeid vóór 6 uur zal schadelijk zijn voor het grootbe drijf, dat al zoo menige veer heeft moeten laten. Het verkoopverbod vóór 10 uur is al zoo lastig dat het niet aangaat, dit te verlaten tot half elf. De vrijheid voor allen is bëpleit. Gezegd is dat het zoo ellendig is als bakkers inde gevangenis komen. Is het erger dan voor autobestuurders of motorrijders, die te onvoozichtig gere den hebben? Spr. hoopt dat de* Kamer het ontwerp xal verwerpen, ook al brengt het moeilijkheden voor klei nere patroons mei twee of drie ge zellen. v De heer Sno-eck Henkemans (C.H.) verheugt zich over dit wetsont werp omdat het den patroon meer vrij heid geeft in éigen bedrijf. Nu het verkoopverbod bestond, was er geen" reden meer, 'de vrijheid van arbeid aan te tasten. Ten opziehte van die vrij? heid van arbeid Wil spr. zich niet aan prinzipienreiterei schuldig maken, maar waarom hier beperking aan te brengen als die niet noodzakelijk Is? De vervroeging van het aanvangsuur van 6 tot 5 uur betreft slechts een 25 pet. der gezellen in den lande; de rest, waaronder die in het grootbédrijf be ginnen al om 5 uur. En dit laatste is ook noodig, wil men om tien uur kun nen afleveren. Gaat men dien tijd be perken, dan gaat men belemmeren, ift de richting- van hét grootbedrijf. De heer F r u y t i e r (R.K.) herinnert er aan dat vroeger op den voorgrond stond: geen nacht- of Zondagsarbeiü. Dit bleek echter niét te stro'oken mét een behoorlijke aflevering van het brood. De Minister heeft getracht ver andering te brengen onder dén drang van noodzakelijkheid; anders zou hij met dit ontwerp niet zijn gekomen'. Slechts een klein gedeelte der gezellen vangt om 6 uur des Zondags aan, en dus is de adtie tegen dit ontwerp niet gemotiveerd. Spr; zal gaarne den Mi nister met dit ontwerp steunen. De voorzitter schorst te 4.55 uur de vergadering tot hedenmiddag één uur. - BINNENLAND. Radio in dienst van de politie. De politie van het bureau J. D. Mey- erplein te Amsterdam heeft gistermor gen een Belg aangehouden, die op de markt van het Waterlooplein den in houd van een koffer aan het verkoopen was. Men vermoedde, dat de koffer gè- stolen was. De radio bracht spoedig be vestiging en de omroepdienst dèèlde mede, dat een soortgelijke koffer die damesonderkleeding inhield, inden nacht van 5 op 6 dezer te Arnhem "ge stolen was. De Belg beweerde, dat hij de tasch uit België Had meegebracht en dat'hij zijn eigendom was. Ook dit werd, dank zij den radio-berichten, gelogenstraft, daar medegedeeld werd, dat de dader zich gedurende de laatste dagen in verschillende plaatsen hier te lande aan diefstal had schuldig gemaakt. De vleeschkeuringswet. Op een vraag van het Tweede Ka merlid Van Voorst tot Voorst: Kan de minister reeds nadere mede- deeling doen omtrent hét respltaat van het onderzoek, dat zou worden .inge steld in verbaiid met -de bij de beraad slaging over hoofdstuk X der Staats- begrooting voor 1925 door den minis ter te kennen gegeven meening naar digers van alle mogelijke boerenhof steden, benevens enkele veedrijvers van over de grens. Men werd op Ash- ley-Hoeve altijd heel gastvrij ontvan gen, en ook ditmaal was alles even pleizierig ingericht. Jonker Frits en z'n vrouw kweten zich van hun plichten* met een hartelijkheid en- vriendelijk heid, die boven allen lof verheven "zijn. Geen wonder dus, dat de mannen in een bijzonder vroolijké stemming ver keerden. Na het avondeten verzamelden zij zich rondom liet knappende houtvuur in de groote schuur, die aan de voor zijde geheel open wasv-'t Was een fan tastisch, schilderachtig tooneel, zoo als men dat alleen te"zien kan krijgen in een veefokkèrsdistrict van hét-Ver re Westen. Met de'breedgerande-hoe den op 't hoofd hadden zij zich tot groepjes vereenigd, sommigen gemak kelijk uitgestrekt op dierenhuiden; an deren staande, zittende, rookende, la chende, pratende, allen opgewekt en vol grappen. Een gansch jaargetijde van ingespannen, vermoeienden, en soms gevaarlijken arbeid lag actiter hen. Hun geest was vol van hun soms urenlang rijden; van hun afwisselen de ervaringen met woest geworden vee Aan bet Zoeklicht. Leiden, 8 Mei 1925. Bij de bespreking van de rechtsche politiek in'de jaarvergadering van den Vrijheidsbond merkte Mr. Dresselhuys o.m. op: „men heeft alle benoemingen 1 in de hand." Met een zekere spijtigheid werd het gezegd. En ik kan daar in komen. Er is een tijd geweest dat de libera- leh alle benoemingen in de hand had den. 't Was de gulden tijd van het vrijzin nige uitsluitsysteem. Om benoemd te worden moest men geschikt en bekwaam zijn en hoe men ook zocht, het lukte bijna nooit in po sitief christelijke kringen bekwame en geschikte menschen te vinden. Ze deugden niet voor hoogleeraar, of burgemeester of wat dan ook en zelfs als er een brugwachter of een politie agent noodig was, dan bleken de be kwamen en de geschikten altijd weer j te zitten in het vrijzinnige kamp, Men had de benoemingen in de hand I En' men maakte er gebruik van. En óf! En daarom kan ik er zoo inkomen dat Mr. Dresselhuys m.ct een tikje weemoed in zijn stem klaagde: „Men heeft alle benoemingen in de hand." OBSERVATOR. aanleiding van het door endergetee- kende gesprokene, in zake de Toeprts- selijkheid van sommige bepalingen der Vleeschkeuringswet op de huisslach- tingen, meer bepaaldelijk wat betreft 1 de verplichting van bedwelming van i slachtdieren, ten gevolge van bet be kende arrest van den Hoogen Raad dat het niet de bedoeling van den wet- j gever is, de zaak op die wijze te rege- j len als de Hoog Raad juridisch uit de wet heeft afgeleid? I heeft dé minister van arbeid, handel en nijverheid geantwoord: Ondergeteekende is voornemens, een wijziging te bevorderen van het Kon. besluit van 5 Juni 1920, St.bld. no, 285. gewijzigd bij besluit van 5 Januari 1912 St.bl. no. 2, in dien zin, dat aan de ge- j meenten, ten aanzien waarvan artikel i 6a der Vleeschkeüi'ingswet is toege- past, vrijheid wordt gelaten, om de be- palingen van par. 3 van bovengenoemd j besluit al of niet geheel of ten deele op huisslachtingen toepasselijk te ver klaren. Een Fokker-record. De Fokker F VII waarmede Fokker onlangs voor ettelijke vliegtuigexperts in Engeland een demonstratie hield, waarbij dit toestel bewees bij een mi nimum snelheid nog zeer goed. bestuur baar te zijn en dat niet bij een te ge ringe snelheid in de zoo gevaarlijke vrille raakt, heeft wederom een bewijs gegeven van zijn capaciteiten. Dit toe stel, bestuur door ir. Grasé, heeft op 30 April een hoogtevlucht gemaakt en bereikte hierbij een hoogte van ruim 6ÖÓ0 meter,' welke hoogte na correctie volgens den Standaard van de Fede ration Aéronautique Internationale op 5771 meter werd teruggebracht. Op de vlucht heeft het vliegtuig behalve stof- I fen voor het bedrijf en den bestuurder, 1000 K.g. aan nuttigen last meegevoerd i Het wereldrecord voor dezen last staat op 5751 meter, zóocJat dit record eigen- f Üjk door de F VET met 20 meter ge- i slagen is. Een record moet -echter, voordat het bekrachtigd kan woeden, bet reeds be staande record met ten minste 100 me ter slaan. Het bijzondere van de pres tatie is gelegen in het feit, dat deze hoogtevlucht werd uitgevoerd met een standaardverkeersvliegtuig, waarbij de meegevoerde nuttige last gelijk stond 1 aan een aantal van 11 passagiers met f bagage. Deze F VII was voorzien van 1 een 450 P.K. Nipier-Lionmotor en biedt plaats aan 10 personenHet is van het- zelfde type als het toestel, waarmee de j Holland-Indië-vlucht ge-maakt werd. en weerbarstige schoppende pony's; van hun zorgvolle nachtwaken bij j zwoel, broeierig weer, waarneer een en kel windvlaagje, of de schreeuw van een jakhals de geheele kudde op do vlucht kon doen slaan, een dolle on zinnige vlucht; van hun wolvenjach ten en dassengevechten, e;n.al de won derlijke avonturen, die de.V zomer van een veehoeder vullen. Nu .lag dit alles achter hen. Hedenavond waren zij vrije mannen en voelden zij -zich onafhan kelijk want zij hadden hun halfjaarsch salaris in den zak. Voeg dau.rbij de op- Winding van den afrekeningsdag, en in én" zal begrijpen, dat zij vcor alles te vinden waren. Bill, als koning van de ponytemmers, bewoog zich onder hen met de kalme, zorgélooze onverschil ligheid van een man, zeker van zijn positie, en die daarenboven de kunst verstaat van ze te behouden. ITij sprak weinig, en dan nog heel langzaiam, was niet zoo bijdehand als zijn mtikker IIi Kendal, maar vaardig en zekei* als h?t op handelen aankwam, en was iemand in moeilijkheid, dan kon men op hem rekenen. Hij was wat men noemt een flinke kerel, en mocht van nabij ge zien worden. jdJfji. (Wordt vervolgd-.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5