NIEUWÉ LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 7 MEI 1925
TWEEDE BLAD.
•Vat de bladen zeggen.
Naar draagkracht.
Door een der vrijzinnige propagan
disten was onlangs beweerd dat de rij
wielbelasting met rekent met de draag
kracht, een arme arbeider moet even
veel betalen als een millionair.
Naar aanleiding daarvan zegt het
Utr. Prov. Weekblad:
Een millionair eneen fiets.
Kom nou! Een millionair op een flets
Wie millionair is rijdt niet op een
fiets, maar in een auto, bv. in een luxe
Hispano Suiza torpedo. Dat is een kar
retje van f16000. Een heel mooie wa
gen. Maar weten die propagandisten
wel, dat de millionair, die zoo'n auto
koopt daarvoor in Amsterdam f1000
aan belasting moet betalen? Dat is wat
anders dan f3 voor een fiets. Én er is
geen land ter wereld waar zoo'n millio,
nair meer belasting voor z'n autp moet.
betalen dan hier.
In het Sportblad De Auto kan men
nu staatje vinden, van hetgeen in ver
schillende landen aan belasting wordt
betaald bij aankoop van een eenvou
dige auto gemerkt Fiat, en van een
luxe Hispano. De eerste wagen kost
f3600, de tweede f16000.
Hieronder geven we een lijstje van
plaatsen, met daarachter de bedragen,
die bij aanschaffing van een Fiat of
van een Hispano betaald moet worden
aan belasting.
Amsterdam
Den Haag
Londen
Parijs
Brussel
Milaan
New York
f 342 f 1600
f 324 f 1440
f 126 f 440
f 27 f 200
f 27 f 160
f 153 f 560
f 18 f 54
Een millionair die hier een auto
koopt van f16000 betaalt dus circa^
f1600 aan belasting terwijl z'n collega
in Brussel met f160 er af is.
Nu zeggen we niet, dat zoo'n millio
nair teveel aan belasting betaalt, maar
als nu weer eens iemand bazelt over
..belasting naar draagkracht" alsof die
in ons land zoek is dan willen we toch
eens vragen of hij ook altemet van
lorretje is gepikt.
Socialisten en ontwapening.
De beteekenis van de ontwapenings
leus der Sociaal-Democraten, degt de
Standaard, blijkt duidelijk uit een op
merkelijke passage in de rede, die de
leider van .het roode vakverbond in
Leeuwarden hield. Een uitspraak om
e onthouden.
Hij zeide, in d914 te hebben behoord
.ot de oppositie in de S.D.A.P. en
meende en meent nu nog? dat de So
ciaal-Democraten niet voor oorlogs-
credieten kunnen stemmen, als zij de
politiek van hun land niet be-
heerschen.
Een Sociaal-Democratisch bestuurd
land, dat de eigen bourgeoisie over
wonnen heeft, mag zich echter door
de bourgeoisie van andere landen niet
onder den voet laten loopen.
Wij zien den gang van zaken nu
duidelijk voor ons.
Als ons volk zich ging ontwapenen,,
en als aan de wettige Overheid het
zwaard tot handhaving .van recht en
gerechtigheid werd ontnomen, dan
was de weg vrij voor cjen Sociaal-
Democraat om zijn slag te slaan en
de macht in den Staat aan zich te
trekken.
Maar nauwelijks zou dit zijn ge
schied, of het roode leger zou worden
opgericht „omdat men zich niet door
de bourgeoisie van andere landen on
der den voet kan laten loopen". Eens
aan de macht gekomen, zou -de S.D.
A.P. de meest geestdriftige militairis-
tische partij zijn, die zich denken laat.
Precies zooals het thans in Rusland
gezien wordt.
Ziet men nu niet duidelijk, ^rat de
ontwapening voor de S.D.A.P betee-
kent
Laat ons volk waakzaam zijn 1
I DE AFSCHAFFING DER STAATS
LOTERIJ.
Een mindere opbrengst van 1600.080.
In de Memorie van Antwoord aan
de Tweede Kamer betreffende liet wets
ontwerp tot afschaffing van de Staats
loterij herhaalt de minister zijn mc-e-
ning, dat in de speelzucht een zedelijk
en maatschappelijk kwaad te zi.cn is,
en dat het niet op den weg van de
overheid kan liggen, zich tot bevor
dering van die speelzucht te leenen.
Het exploiteeren door den Staat zelf
van het bedrijf, waaraan zedelijke ge
varen en maatschappelijke nadeelen
verbonden zijn, berooft de overheid
van de kracht om op te treden tegen
vormen van dat kwaad, welke gevaar
lijker* zijn dan die, aldus wordt ge
zegd, welke met de Staatsloterij zijn
verbonden.
Een vergelijking tusschen het deel
nemen in een loterij en de speculatie
ter beurze gaat, naar de meeningvan
den minister, in allé opzichten mank,
omdat., wat speculatie ter beurze wordt
genoemd, niet anders is dan een bur
gerrechterlijke daad van koop en ver
koop.
De toestand van 's Rijks schatkist
gedoogt de geleidelijke afschaffing der
Staatsloterij stellig wel. Zoodra die af
schaffing is bereikt, zal de Staat een
opbrengst van plus minus f 600.000
missen, maar de wijze, waarop de af
schaffing wordt voorgesteld, maakt
het waarschijnlijk, dat ih'de eerste
jaren het geldelijk nadeel zich nog wei
nig zal doen gevoelen.
De vraag, of alle leden van het kabi
net inderdaad overtuigd zijn, dat de
afschaffing van de Staatsloterij cm de
zaak zelve gewenscht is, beantwoordt
de minister met de mededeeling, dat
geen der leden van het kabinet legen
de indiening van het ontwerp bezwa
ren heeft ingebracht.
Het kan niet worden ontkend, dat de
voorgestelde wijze van afschaffing
min of meer op een compromis berust,
n.m. op de overweging, om naast de
belangen aan de maatschappij, ook
die van de collecteurs te behartigen.
Een dadelijke afschaffing zou den mi
nister zeer welkom zijn geweest, maar
dan zou hij zich verplicht hebben ge
acht, maatregelen voor te bereiden,
waardoor die personen geldelijk wer
den schadeloos gesteld.
Premieleeningen mogen in zekeren
zin, aan loterijen herinneren, in haar
wezen verschillen ze daarvan toch aan
merkelijk, zegt de minister. Ze zijn in
de eerste en voornaamste plaats geld-
leeningen, waarbij tot vergoeding van
rentegemis aan den scliuidcischer de
mogelijkheid wordt verschaft, om bin
nen korteren of langeren tijd. dat na
deel vergolden te zieiï. Overigens Is
er, naar liet oordeel van dm minister,
verschil tusschen het toelaten' van een
premieleening en het daadwerkelijk
zelf doen, zooals dat in de Staatsloterij
tot uiting komt.
wfjZIGING L.O. WET 1920.
Verschenen is het voorloopig verslag
over het voorstel van wet van mejuf
frouw Westerman tot wijziging van
art. 3 der Lager Onderwijswet 1920.
Het volgende is er aan ontleend:
Eenige leden waren van oordeel, dat
nu de regeering de wenschelijkheid en
mogelijkheid van wederinvoering van
het onderwijs in andere vakken dan
die, vermeld in art. 2, sub a* tot en met
k der L. O.-wet op de gewone scholen
in overweging heeft genomen, en het
antwoord op de vraag van al of niet
wederinvoering o.a. zeer terecht doet
afhangen van daaromtrent gevraagde
inlichtingen van het Rijksschooltoe-
zicht, het resultaat daarvan had moe
ten worden afgewacht.
Verscheidene leden walen van oor
deel, dat de vraag, óf wederinvoering
van het Fransch wenschelijk is onzui
ver wordt beoordeeld. Velen, die die.
wederinvoering verlangen, doen dit
omdat zij een einde willen zien komen
aan de moeilijkheden die met betrek
king lot het Fransch sedert 1921 in de
scholen zijn ondervonden.
Deze leden meenden te moeten con-
stateeren dat men aan de toepassing
van de nieuwe régelingen der wet geen
„fair trial" gegeven heeft. Die regelin
gen zijn gestuit op een ergerlijke tegen
werking.
Aanneming van dit wetsvoorstel zal
zoo be'toogden hier aan het woord
zijnde leden, medebrengen, dat er weer
scholen met én zonder Fransch naast
elkaar beslaan zullen.
De eerste zuilen weer ojjleidfngsscho
len worden met al de slechte eigen
schappen, daaraan verhonden. Er zal
africhting en overlading komen.
Het onderscheid"tusschen de scholen
met en zonder Fransch zal daarenbo
ven voor vele kinderen met goeden
aanleg den weg naar het voortgezet
onderwijs moeilijker toegankelijk ma
ken. Gevreesd "werd, dat de herziening
in den weg zal staan aan hét streven
om onder de kinderen des volks, die
geen middelbaar of voorbereidend H.
O. genieten zullen, de kennis van meer
dan één vreemde taal te bevorderen.
Kennis van het Duitsch of van het
Engelsch is voor onze arbeidersklasse
niet minder belangrijk dan kennis van
het Fransch.
Deze leden waren van oordeel, dat
het onderwijs in een vreemde taal eerst
moet aanvangen nadat dat deel van
het Lager onderwijs doorloopen is, dat
dient vooraf te gaan aan den overgang
naar H. B. S. of gymnasium.
Andere leden betuigden hun instem
ming met de indiening van dit wets
voorstel en juichten het toe als een
stap in de richting naar meer. vrijheid
in het onderwijs. Naar hun meening is
het een fout deze aangelegenheid uit
sluitend! te beschouwen in verband
met de eischen van H. 6. S. en gymna
sium. Het verbod van het onderwijzen
van een moderne taal in de eerste zes
leerjaren van e$n lagere school is een
fout geweest, bij de totstandkoming
van de LageroncVerwijswet gemaakt,
voortvloeiende uit de zucht om de zoo
genaamde eenheidsschool te vestigen.
De gedachte van de eenheidsschool is
echter in de practijk niet door te voe
ren, omdat nu eenmaal alle kinderen
niet gelijk zijn. Vele ouders zijn op
eenig onderricht in een vreemde taal
gesteld.
Daarnevens, zoo merkten de hier aan
het woord zijnde leden op, moet op de
eischen van het voortgezet onderwijs
worden gelet. De kennis die op de H.
B. S. en de gymnasia moet worden bij
gebracht is te omvangrijk dan dat deze
ook nog zon kunnen worden bezwaard
met het aanvangsonderwijs in het
Fransch.
Het bezit van eenige kennis van het
Fransch is niet minder noodig voor de
kinderen die naar de u. 1. o.kopscholen
wenschen over te gaan. Het is onmoge
lijk in deze scholen in drie jaren het
gewensehte resultaat te bereiken, in
dien eerst in de zevende klasse met 't
„onderwijs in een vreemde taal kan
worden begonnen. De u.l.o.-scholen
worden bezocht door tal van kinderen
die later in handel, bedrijf of in een of
anderen tak van nijverheid een werk
kring zullen moeten vinden.
Verscheidene leden kwamen op tegen
de hierboven weergegeven beschouwin
gen, volgens welke de beginselen der
eenheidsschool knellende uniformiteit
gebieden zouden.
BINNENLAND.
Christelijke radio-uitzending.
Mr. A. van der Deure, deelt in het
Chr. Tijdschrift voor Radio méde, dat
de tegenwoQrdige regeling der Chr.
radio-uitzendingen slechts als een over
gangstoestand is te beschouwen. De ont
wikkeling. van het Chr. radiowerk
wordt geremd door de afwachtende
houding die moet worden ingenomen
nu het niet zeker is, of er een Nationale
Omroep, met belasting op uo ontvangst
zal komen. Komt die Nationale Om
roep, dan moet de Chr. vereeniging
RECLAME
Overspannen Zenuwen
vragen een Kalmeerend en Zenuwsterkend
middel. Mijnhardt's Zenuwtabletten beant
woorden volkomen aan dit doel.
Prijs 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
daarin natuurlijk een plaats hebben
overeenkomende met de beteekenis
van onze volksgroep. Gaat de Nationale
Omroep van de baan, dan zal de Chr.
vereeniging pvergaan tot het bouwen
van een eigen zendingsinstallalie, waar.
voor de voorbereidingen reeds zijn ge
troffen. De vereeniging rekent in dat
geval niet zonder groncl op de bekende
offervaardigheid" v&rï onze menschen,
wanneer het een beginselactie geldt.
In hetzelfde artikel bespreekt Mr. v.,
d. D. de rondzending van predikatiën
des Zondags die, naar hij uiteenzet, na
tionaal door de kerken geregeld dient,
te worden. Technisch en TTnancieel is
éen algemeene omroep voor elk kerk
genootschap de beste weg.,In den hui-
digen overgangstoestand kan de ver
eeniging niets doen in dit opzicht. De
zender te Bloemendaal is voor zuiver
plaatselijk gebruik beldoeld en kan
technisch ook al niet in capaciteit zóó
opgevoerd worden, dat Hijvoor geheel
Nederland voldoet.
Zoo wacht ook de rondzending van
predikaties op de ontwikkeling van den
Nationalen Omroep.
Ergerlijk dierenvervoer.
Dezer dagen kochten 'n paar veekoop
lieden te Purmerend 15 koeien in Fries
land.
Deze koeien moesten vervcerd worden
doch in een veewagen is slechts plaats
voor 13 beest. Toch werden de 15
koeien in dien wagen geborgen. Zonder
dat de stationsbeamte een controle uit
oefende werd de wagen gesloten en 13
koebeesten werden genoteerd. Den vol
genden dag arriveerde de wagon en
vond men 14 koeien staan en 1 dood op,
den grond liggen, vertrapt door de'
andere koeien, zoodat lappen huid er
bij hingen.
Slnitzenels op briefkaarten.
Dooi* het Vaderlandsch Verbond en
zijne leden zijn briefkaarten verzon
den waarop een sluitzegel was geplakt
waarop gedrukt stond: Stemt 1 Juli
1925 op een der candidatèn van het
Vaderlandsch Verbond; én wel op lvet
linkervak van de adreszijde.
Naar het secretariaat van het V.V.
vernam, werd in sommige plaatsen
door de posterijen dit niet als geoor
loofd beschouwd en werd den ontvan
ger daarvoor strafport in rekening ge
bracht.
Op daarover ingebracht bezwaar werd
evenwel nader bevonden, dat-hier een
vergissing had plaats gehad en de
boete treugbetaald.
De sluitzegels kunnen worden ge
plakt op de twee zijden van de brief
kaart, wat betreft de adreszijde op het
vak voor den tekst bestemd.
De verkiezingen.
Naar gemeld wordt, zullen, nu het
Verbond van actualisten dooi^ li9t*be-
sluit van den Centralen raad'niet dèel
neemt aan de verkiezingen, alle afdee-
lingen en groepen zelfstandig met 'n
lijst uitkomen. Deze lijst is in de ver
schillende kieskringen gelijkluidend en
zal bevatten als no. 1 den heer J. Schou
ten, te Den Haag, hoofdredacteur van
het orgaan van het Verbond „de Va
derlander", en als no. 2 den heer W.
H. A. G. baron van Ittersum te Apel
doorn.
Blijkens bericht van 2 Mei j.l. heeft
het dagelijksch bestuur van het Ver
bond gemeend, zich hiertegen niet te
moeten verzetten.
Be toestand der Zeevisscherij.
Naar de afdeeling Yisscherijen van
het Departement van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw mededeelt
werd de zeevisscherij in Maart even
als in Februari,met minder vaartui
gen uitgeoefend dan- in de overeen
komstige maand van het vorige jaar.
het Zoeklicht.
LEIDEN, Z Mei 1925.
De leider, yan den Vrijheidsbond
heeft zich de vorige week den profeten
mantel omgehangen.
En zijn profetie was wel in staat de
leden van dea Vrijheidsbond in vroo-
lijke stemming te brengen.
In 1922 hadden de liberalen gewel
dig met tegenwind te kampen, maar,
aldus de profeet Dresselhuys, er zijn
redenen om aan te nemen, dat een
goed deel van het Nederlandsche volk
na het duidelijk fiasco(?) der laatste
jaren van de rechtsche politiek zal be
grijpen, welk een belangrijke taak het
liberalisme in de naaste toekomst juist
in Nederland te vervullen heeft.
Ik ben geen profeet, noch de zoon
eens profeten, en daar ik bovendien
tien ruimen en vooruitzienden blik i
van een man als Mr. Dresselhuys mis,
waag ik mij niet aan voorspellingen.
Ik lieb echter een sterk vermoeden, 1
dat een goed deel van het Nederland
sche volk waarvan de Vrijheidsbond-
sche voorzegger gewaagde, niet zal
blijken een groot deel van ons volk te
zijn.
OBSERVATOR.
De hoeveelheid en opbrengst der
aangevoerde visch bedroegen volgens
voorloopige opgave respectievelijk
3.949.300 K.G. en f 1.106.900. In Mrt.
1924 4.349.000 K.G. en fl.181.90Q.
De uitkomsten van het bedrijf der
stoomtreilers waren in het algemeen
(onbevredigend. Wel werd er meer ge
vangen dan in Maart 1924: n.l. door
de stoomtreilers, zooverre zij hier te
lande hun visch losten, gemiddeld per
reisdag 766 K.g. (verleden jaar Mrt.
676 K.gJ doch dc grootere aanvoeren
van Zuiderzeebokking op de markt j
drukten de prijzen der bakvisch. Al
waren de prijzen voor de groote rond'
visch tamelijk goed en al maakten
de vaartuigen, die daarvan verhou
dingsgewijze veel aanvoerden, vol
doende besommingen, gemiddeld per
reisdag was "de besomming onzer hier
te lande aanvoerende vaartuigen (f233
dus geringer dan in Maart van het
vorige jaar (f241!. Er waren 147
(verleden jaar Mrt. 137^ stoomtrei
lers in bedrijf, waarvan 2 gedeelte
lijk (verleden jaar Mrt. 2 uitsluitend
en 18 gedeeltelijk hun vangsten in
Engeland losten'.
In het geheel voerden onze stoom
treilers aan 2.708.500 Kg". opbrengen
de f825.500. (Verleden jaar Mrt.
2.188.500 K.g. met een opbrengst van
f 749.000
Motorkustvisschers namen in groo-
ter zeilloggers en zeilkustvisschers in
kleiner aantal aan de treilvisscherij
deel. Alle drie dezer vaartuigsoorten
vischten met ongunstiger geldelijk re
sultaat dan in Maart van het vorige
jaar. De zeilloggers vingen gemiddeld 1
per reisdag 167 K.g. (155 K.g. in
Mrt. 1924J, de motorkustvisschers en
zeilkustvisschers per reis resp. 302 en
99 K.g. (verleden jaar Mrt. 802 en
292 K.g.;.
De visscherij met de zeevischzegen
was niet van beteekenis.
Aan de beugvisscherij namen deel
*23 stoom- en 2 zeilschepen (in Mrt.
1924 eveneens 23 stoom, doch 11 zeil
schepen!. De uitkomsten der vissche-
rij lieten veel te wenschen over, voor-
al voor de zeilbeugers. Deze vingen I
en besomden gemiddeld per reisdag
slechts resp. 15 K.g. en f 12 (85 (K.g.
en f 54 in Mrt. 1924/. De gemiddelde
vangst en besomming per reisdag van
de stoombeugers bedroegen resp. 197.'
K.g. en f35. (249 K.g. en f 151 in
Mrt. 1924;. In het geheel werd aan-
gevperd 108.600 K.g. beugvisch, op- j
brengende f 46.900 (verleden jaar j
Maart 161.000 K.g., opbrengende
f 98.300J
Evenals verleden jaar waren nog
geen vaartuigen ter haringvangst dcch
werd een kleine hoeveelheid versche j
haring door Engelsche drifters aange
voerd. 1
FEUILLETON.
De Loods van Zwaankreek.
Een verhaal uit het verre Westen.
37)
Toen ik echter aan Gwen vertelde
hoe het op de vergadering was toege
gaan klapte zij in de handen van plei-
zier over Bills deftige redenaties en
dat hij er in geslaagd was den stijven
Schot uit den hoek te doen komen.
„Heerlijk! Heerlijk!" juichte zij. „Die
goede Bill was den ander dan toch te
slim. 't Is om te lachen! Nu zal hij dan
toch wat doen!"
„Wie? Bill?"
„Neen, die domme Schotl"
„Die? Ik vrees er hard voor. Natuur
lijk deed Bill het alleen om hem te
plagen en warm te maken. Maar 't was
vermakelijk dat geef ik toe."
„KostelijkI Kostelijk! Ik wist wel,
dat hij er iets op zou weten te vin
den."
„Wie' Muizert?"
„Neen, BillI Hij had het mij beloofd,
maar ik begreep niet boe hij het zou
aanleggen."
„Aha! zat jij er dus achter?"
„01" riep zij, gierend van pret ec\
over 'tidee dat Bill er visitekaartjes
op zou nahouden,„ik lach me nog
;slap. Hij zei, dat hij probeeren wou
den Schot over de brug te krijgen."
Voordat ik wegging kwam Bill zelf
met de verzonnen boodschap, of de
baas thuis was.
„O Bill!" riep Gwen, zoodra zij zijn
stem hoorde, „kom eens gauw hier.
Ik moet je spreken."
Na eenig dralen en schuifelen kwam
Bill binnenzeilen en zette zich in den
versten hoek op een bank bij de deur.
Met een heel onnoozel gezicht zei hij:
,,'t Wordt koud. 't Zou me niet verwon
deren als we sneeuw kregen."
„Kom wat dichter bij, Bill!" riep
Gwen ongeduldig, „en geef mij een
hand."
Bill aarzelde, spoog zijn pruim tabak
in de andere kamer uit en kwam,
linksch en verlegen, naderbij, nam de
hem toegestoken hand, schudde die
krachtig en zei gejaagd: „Mooi weer
tje, juffrouw Gwen; ik hoop dat ik u
in welstand mag ontmoeten."
„Neen, dat doe je niet", riep Gwen,
hartelijk lachende, en Bills hand vast
houdende tot zijn niet geringe verle
genheid. „Ik ben allesbehalve wel,
maar voel mij een h%°.l*boel beter,, se
dert ik gehoord heb hoe flink je op de
vergadering gesproken hebt.
Bill antwoordde niet, daar hij al zijn
aandacht noodig had, om zijn harde
vereelte hand te bevrijden uit den
greep der haar omklemmende vinger
tjes.
„O Bill", vervolgde. Gwen, „ik vind
het zoo uiïg! Hoe heb je'het toch aan
gelegd?"
Bill, die zijn plaats bij de deur weer
had ingenomen, hield zich van den
domme en wist niet dat er iets gebeurd
was, om drukte over te maken. Hij
was net als altijd geweest.
„Leugens!" riep Gwen ongeduldig.
„Vertel mij hoe je den Schot er toe
gebracht hebt vijfhonderd gulden te
beloven."
„D, dat! Bedoelt u dat? 't Had niets
om 'tlijf. 't Ventje ging er gauw ge
noeg op in."
„Maar hoe kreeg je hem er toe?
Kom, Bill, vertel het mij eens woorde
lijk", drong zij aan met een vleiend
stemmetje.
„Och", zei Bill, „toen wij hem maar
eerst op sleeptouw hadden, ging alles
vanzelf. Ik zei zoo losweg, dat wij jon-i
gens, als wij iets noodig hebpen, het
zonder veel drukte in mekaar zetten,
cn dat wij, pis zit absoluut san k&rk
willen hebben, de centen wel bij me
kaar zullen krijgen. En omdat ieder
een weet, dat de Loods er zijn hart
op heeft gezet, zouden de anaere lui
zeker wel vijfhonderd kunnen neer
tellen."
„En toen?" vroeg Gwen.
„Meer is er niet" zei Bill. „Hij beet
toe. en de schoolmeester schreef het
op."
„Ja, 'tis alles volkomen in den vorm
beschreven", viel ik in; „maar ik denk
dat je er verder geen gevolg aan zult
geven, wel?"
„Denkt u dat? Zoo. Nu, ik ben niet
aansprakelijk voor uw denken; maar
dit wil ik u wel zeggen: ieder die Bill
Brondo kent, verwacht van hem dat
hij doen zal, wat hij op zich heeft ge
nomen."
„Maar hoe ter wereld kun je twaalf
honderd vijftig gulden van je kame
raden loskrijgen voor een kerk?"
„Ik heb het nog niet uitgerekend;
maar geen nood, 'tgeld zal wel ko
men! Zie je, 'tis niet alleen de kerk:
maar de goede naam van de jongens
is er mee gemoeid."
„Ik zal je helpen, Bill", zei Gwen.
Bill knikte vriendelijk en probeerde
zich verrast te tooncn. Eindelijk zei
•«N- «Heel veel eer."
„Je gelooft niet, dat ik zal künnen
zei Gwen.
Bill wierp de onderstelling verre van j
zich.
„Maar ik kan het wel, want ik zal
wat van vader zien te krijgen en ook
van den Prins."
„Kostelijk!" riep Bill, met een klin
kenden klap op zijn knie.
„En ik zal zelf ook alles geven wat 1
ik heb; maar 't is niet veel", zei Gwen 1
droevig.
„Niet veel?" riep Bill. „Als al de
jongens er ook zoo over denken, zal
er heelemaal geen moeilijkheid zijn
om het geld bijeen te brengen."
Gwen dacht een oogenblikje na, en
zei toen met vaste stem: „Ik zal mijn i
pinto geven!"
„Dat zul je wel laten!" riep ik, ter- i
wijl Bill verklaarde, dat zoo lets vol-1
strekt niet noodig was.
„Jawel, ik geef mijn pinto", her
haalde Gwen ernstig. „Ik zal hem
nooit weer kunnen gebruiken." Haar
lippen trilden en Bill keerde zich om
en kuchte een paar malen. „Daaren
boven", vervolgde zij, „wil ik graag
iets geven, waar ik veel van houd.
Bill mag hem voor mij verkoopen."
(Wordt vervolgd-.