NIEUWÉ LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 7 MEI 1925 TWEEDE BLAD. •Vat de bladen zeggen. Naar draagkracht. Door een der vrijzinnige propagan disten was onlangs beweerd dat de rij wielbelasting met rekent met de draag kracht, een arme arbeider moet even veel betalen als een millionair. Naar aanleiding daarvan zegt het Utr. Prov. Weekblad: Een millionair eneen fiets. Kom nou! Een millionair op een flets Wie millionair is rijdt niet op een fiets, maar in een auto, bv. in een luxe Hispano Suiza torpedo. Dat is een kar retje van f16000. Een heel mooie wa gen. Maar weten die propagandisten wel, dat de millionair, die zoo'n auto koopt daarvoor in Amsterdam f1000 aan belasting moet betalen? Dat is wat anders dan f3 voor een fiets. Én er is geen land ter wereld waar zoo'n millio, nair meer belasting voor z'n autp moet. betalen dan hier. In het Sportblad De Auto kan men nu staatje vinden, van hetgeen in ver schillende landen aan belasting wordt betaald bij aankoop van een eenvou dige auto gemerkt Fiat, en van een luxe Hispano. De eerste wagen kost f3600, de tweede f16000. Hieronder geven we een lijstje van plaatsen, met daarachter de bedragen, die bij aanschaffing van een Fiat of van een Hispano betaald moet worden aan belasting. Amsterdam Den Haag Londen Parijs Brussel Milaan New York f 342 f 1600 f 324 f 1440 f 126 f 440 f 27 f 200 f 27 f 160 f 153 f 560 f 18 f 54 Een millionair die hier een auto koopt van f16000 betaalt dus circa^ f1600 aan belasting terwijl z'n collega in Brussel met f160 er af is. Nu zeggen we niet, dat zoo'n millio nair teveel aan belasting betaalt, maar als nu weer eens iemand bazelt over ..belasting naar draagkracht" alsof die in ons land zoek is dan willen we toch eens vragen of hij ook altemet van lorretje is gepikt. Socialisten en ontwapening. De beteekenis van de ontwapenings leus der Sociaal-Democraten, degt de Standaard, blijkt duidelijk uit een op merkelijke passage in de rede, die de leider van .het roode vakverbond in Leeuwarden hield. Een uitspraak om e onthouden. Hij zeide, in d914 te hebben behoord .ot de oppositie in de S.D.A.P. en meende en meent nu nog? dat de So ciaal-Democraten niet voor oorlogs- credieten kunnen stemmen, als zij de politiek van hun land niet be- heerschen. Een Sociaal-Democratisch bestuurd land, dat de eigen bourgeoisie over wonnen heeft, mag zich echter door de bourgeoisie van andere landen niet onder den voet laten loopen. Wij zien den gang van zaken nu duidelijk voor ons. Als ons volk zich ging ontwapenen,, en als aan de wettige Overheid het zwaard tot handhaving .van recht en gerechtigheid werd ontnomen, dan was de weg vrij voor cjen Sociaal- Democraat om zijn slag te slaan en de macht in den Staat aan zich te trekken. Maar nauwelijks zou dit zijn ge schied, of het roode leger zou worden opgericht „omdat men zich niet door de bourgeoisie van andere landen on der den voet kan laten loopen". Eens aan de macht gekomen, zou -de S.D. A.P. de meest geestdriftige militairis- tische partij zijn, die zich denken laat. Precies zooals het thans in Rusland gezien wordt. Ziet men nu niet duidelijk, ^rat de ontwapening voor de S.D.A.P betee- kent Laat ons volk waakzaam zijn 1 I DE AFSCHAFFING DER STAATS LOTERIJ. Een mindere opbrengst van 1600.080. In de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer betreffende liet wets ontwerp tot afschaffing van de Staats loterij herhaalt de minister zijn mc-e- ning, dat in de speelzucht een zedelijk en maatschappelijk kwaad te zi.cn is, en dat het niet op den weg van de overheid kan liggen, zich tot bevor dering van die speelzucht te leenen. Het exploiteeren door den Staat zelf van het bedrijf, waaraan zedelijke ge varen en maatschappelijke nadeelen verbonden zijn, berooft de overheid van de kracht om op te treden tegen vormen van dat kwaad, welke gevaar lijker* zijn dan die, aldus wordt ge zegd, welke met de Staatsloterij zijn verbonden. Een vergelijking tusschen het deel nemen in een loterij en de speculatie ter beurze gaat, naar de meeningvan den minister, in allé opzichten mank, omdat., wat speculatie ter beurze wordt genoemd, niet anders is dan een bur gerrechterlijke daad van koop en ver koop. De toestand van 's Rijks schatkist gedoogt de geleidelijke afschaffing der Staatsloterij stellig wel. Zoodra die af schaffing is bereikt, zal de Staat een opbrengst van plus minus f 600.000 missen, maar de wijze, waarop de af schaffing wordt voorgesteld, maakt het waarschijnlijk, dat ih'de eerste jaren het geldelijk nadeel zich nog wei nig zal doen gevoelen. De vraag, of alle leden van het kabi net inderdaad overtuigd zijn, dat de afschaffing van de Staatsloterij cm de zaak zelve gewenscht is, beantwoordt de minister met de mededeeling, dat geen der leden van het kabinet legen de indiening van het ontwerp bezwa ren heeft ingebracht. Het kan niet worden ontkend, dat de voorgestelde wijze van afschaffing min of meer op een compromis berust, n.m. op de overweging, om naast de belangen aan de maatschappij, ook die van de collecteurs te behartigen. Een dadelijke afschaffing zou den mi nister zeer welkom zijn geweest, maar dan zou hij zich verplicht hebben ge acht, maatregelen voor te bereiden, waardoor die personen geldelijk wer den schadeloos gesteld. Premieleeningen mogen in zekeren zin, aan loterijen herinneren, in haar wezen verschillen ze daarvan toch aan merkelijk, zegt de minister. Ze zijn in de eerste en voornaamste plaats geld- leeningen, waarbij tot vergoeding van rentegemis aan den scliuidcischer de mogelijkheid wordt verschaft, om bin nen korteren of langeren tijd. dat na deel vergolden te zieiï. Overigens Is er, naar liet oordeel van dm minister, verschil tusschen het toelaten' van een premieleening en het daadwerkelijk zelf doen, zooals dat in de Staatsloterij tot uiting komt. wfjZIGING L.O. WET 1920. Verschenen is het voorloopig verslag over het voorstel van wet van mejuf frouw Westerman tot wijziging van art. 3 der Lager Onderwijswet 1920. Het volgende is er aan ontleend: Eenige leden waren van oordeel, dat nu de regeering de wenschelijkheid en mogelijkheid van wederinvoering van het onderwijs in andere vakken dan die, vermeld in art. 2, sub a* tot en met k der L. O.-wet op de gewone scholen in overweging heeft genomen, en het antwoord op de vraag van al of niet wederinvoering o.a. zeer terecht doet afhangen van daaromtrent gevraagde inlichtingen van het Rijksschooltoe- zicht, het resultaat daarvan had moe ten worden afgewacht. Verscheidene leden walen van oor deel, dat de vraag, óf wederinvoering van het Fransch wenschelijk is onzui ver wordt beoordeeld. Velen, die die. wederinvoering verlangen, doen dit omdat zij een einde willen zien komen aan de moeilijkheden die met betrek king lot het Fransch sedert 1921 in de scholen zijn ondervonden. Deze leden meenden te moeten con- stateeren dat men aan de toepassing van de nieuwe régelingen der wet geen „fair trial" gegeven heeft. Die regelin gen zijn gestuit op een ergerlijke tegen werking. Aanneming van dit wetsvoorstel zal zoo be'toogden hier aan het woord zijnde leden, medebrengen, dat er weer scholen met én zonder Fransch naast elkaar beslaan zullen. De eerste zuilen weer ojjleidfngsscho len worden met al de slechte eigen schappen, daaraan verhonden. Er zal africhting en overlading komen. Het onderscheid"tusschen de scholen met en zonder Fransch zal daarenbo ven voor vele kinderen met goeden aanleg den weg naar het voortgezet onderwijs moeilijker toegankelijk ma ken. Gevreesd "werd, dat de herziening in den weg zal staan aan hét streven om onder de kinderen des volks, die geen middelbaar of voorbereidend H. O. genieten zullen, de kennis van meer dan één vreemde taal te bevorderen. Kennis van het Duitsch of van het Engelsch is voor onze arbeidersklasse niet minder belangrijk dan kennis van het Fransch. Deze leden waren van oordeel, dat het onderwijs in een vreemde taal eerst moet aanvangen nadat dat deel van het Lager onderwijs doorloopen is, dat dient vooraf te gaan aan den overgang naar H. B. S. of gymnasium. Andere leden betuigden hun instem ming met de indiening van dit wets voorstel en juichten het toe als een stap in de richting naar meer. vrijheid in het onderwijs. Naar hun meening is het een fout deze aangelegenheid uit sluitend! te beschouwen in verband met de eischen van H. 6. S. en gymna sium. Het verbod van het onderwijzen van een moderne taal in de eerste zes leerjaren van e$n lagere school is een fout geweest, bij de totstandkoming van de LageroncVerwijswet gemaakt, voortvloeiende uit de zucht om de zoo genaamde eenheidsschool te vestigen. De gedachte van de eenheidsschool is echter in de practijk niet door te voe ren, omdat nu eenmaal alle kinderen niet gelijk zijn. Vele ouders zijn op eenig onderricht in een vreemde taal gesteld. Daarnevens, zoo merkten de hier aan het woord zijnde leden op, moet op de eischen van het voortgezet onderwijs worden gelet. De kennis die op de H. B. S. en de gymnasia moet worden bij gebracht is te omvangrijk dan dat deze ook nog zon kunnen worden bezwaard met het aanvangsonderwijs in het Fransch. Het bezit van eenige kennis van het Fransch is niet minder noodig voor de kinderen die naar de u. 1. o.kopscholen wenschen over te gaan. Het is onmoge lijk in deze scholen in drie jaren het gewensehte resultaat te bereiken, in dien eerst in de zevende klasse met 't „onderwijs in een vreemde taal kan worden begonnen. De u.l.o.-scholen worden bezocht door tal van kinderen die later in handel, bedrijf of in een of anderen tak van nijverheid een werk kring zullen moeten vinden. Verscheidene leden kwamen op tegen de hierboven weergegeven beschouwin gen, volgens welke de beginselen der eenheidsschool knellende uniformiteit gebieden zouden. BINNENLAND. Christelijke radio-uitzending. Mr. A. van der Deure, deelt in het Chr. Tijdschrift voor Radio méde, dat de tegenwoQrdige regeling der Chr. radio-uitzendingen slechts als een over gangstoestand is te beschouwen. De ont wikkeling. van het Chr. radiowerk wordt geremd door de afwachtende houding die moet worden ingenomen nu het niet zeker is, of er een Nationale Omroep, met belasting op uo ontvangst zal komen. Komt die Nationale Om roep, dan moet de Chr. vereeniging RECLAME Overspannen Zenuwen vragen een Kalmeerend en Zenuwsterkend middel. Mijnhardt's Zenuwtabletten beant woorden volkomen aan dit doel. Prijs 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten. daarin natuurlijk een plaats hebben overeenkomende met de beteekenis van onze volksgroep. Gaat de Nationale Omroep van de baan, dan zal de Chr. vereeniging pvergaan tot het bouwen van een eigen zendingsinstallalie, waar. voor de voorbereidingen reeds zijn ge troffen. De vereeniging rekent in dat geval niet zonder groncl op de bekende offervaardigheid" v&rï onze menschen, wanneer het een beginselactie geldt. In hetzelfde artikel bespreekt Mr. v., d. D. de rondzending van predikatiën des Zondags die, naar hij uiteenzet, na tionaal door de kerken geregeld dient, te worden. Technisch en TTnancieel is éen algemeene omroep voor elk kerk genootschap de beste weg.,In den hui- digen overgangstoestand kan de ver eeniging niets doen in dit opzicht. De zender te Bloemendaal is voor zuiver plaatselijk gebruik beldoeld en kan technisch ook al niet in capaciteit zóó opgevoerd worden, dat Hijvoor geheel Nederland voldoet. Zoo wacht ook de rondzending van predikaties op de ontwikkeling van den Nationalen Omroep. Ergerlijk dierenvervoer. Dezer dagen kochten 'n paar veekoop lieden te Purmerend 15 koeien in Fries land. Deze koeien moesten vervcerd worden doch in een veewagen is slechts plaats voor 13 beest. Toch werden de 15 koeien in dien wagen geborgen. Zonder dat de stationsbeamte een controle uit oefende werd de wagen gesloten en 13 koebeesten werden genoteerd. Den vol genden dag arriveerde de wagon en vond men 14 koeien staan en 1 dood op, den grond liggen, vertrapt door de' andere koeien, zoodat lappen huid er bij hingen. Slnitzenels op briefkaarten. Dooi* het Vaderlandsch Verbond en zijne leden zijn briefkaarten verzon den waarop een sluitzegel was geplakt waarop gedrukt stond: Stemt 1 Juli 1925 op een der candidatèn van het Vaderlandsch Verbond; én wel op lvet linkervak van de adreszijde. Naar het secretariaat van het V.V. vernam, werd in sommige plaatsen door de posterijen dit niet als geoor loofd beschouwd en werd den ontvan ger daarvoor strafport in rekening ge bracht. Op daarover ingebracht bezwaar werd evenwel nader bevonden, dat-hier een vergissing had plaats gehad en de boete treugbetaald. De sluitzegels kunnen worden ge plakt op de twee zijden van de brief kaart, wat betreft de adreszijde op het vak voor den tekst bestemd. De verkiezingen. Naar gemeld wordt, zullen, nu het Verbond van actualisten dooi^ li9t*be- sluit van den Centralen raad'niet dèel neemt aan de verkiezingen, alle afdee- lingen en groepen zelfstandig met 'n lijst uitkomen. Deze lijst is in de ver schillende kieskringen gelijkluidend en zal bevatten als no. 1 den heer J. Schou ten, te Den Haag, hoofdredacteur van het orgaan van het Verbond „de Va derlander", en als no. 2 den heer W. H. A. G. baron van Ittersum te Apel doorn. Blijkens bericht van 2 Mei j.l. heeft het dagelijksch bestuur van het Ver bond gemeend, zich hiertegen niet te moeten verzetten. Be toestand der Zeevisscherij. Naar de afdeeling Yisscherijen van het Departement van Binnenlandsche Zaken en Landbouw mededeelt werd de zeevisscherij in Maart even als in Februari,met minder vaartui gen uitgeoefend dan- in de overeen komstige maand van het vorige jaar. het Zoeklicht. LEIDEN, Z Mei 1925. De leider, yan den Vrijheidsbond heeft zich de vorige week den profeten mantel omgehangen. En zijn profetie was wel in staat de leden van dea Vrijheidsbond in vroo- lijke stemming te brengen. In 1922 hadden de liberalen gewel dig met tegenwind te kampen, maar, aldus de profeet Dresselhuys, er zijn redenen om aan te nemen, dat een goed deel van het Nederlandsche volk na het duidelijk fiasco(?) der laatste jaren van de rechtsche politiek zal be grijpen, welk een belangrijke taak het liberalisme in de naaste toekomst juist in Nederland te vervullen heeft. Ik ben geen profeet, noch de zoon eens profeten, en daar ik bovendien tien ruimen en vooruitzienden blik i van een man als Mr. Dresselhuys mis, waag ik mij niet aan voorspellingen. Ik lieb echter een sterk vermoeden, 1 dat een goed deel van het Nederland sche volk waarvan de Vrijheidsbond- sche voorzegger gewaagde, niet zal blijken een groot deel van ons volk te zijn. OBSERVATOR. De hoeveelheid en opbrengst der aangevoerde visch bedroegen volgens voorloopige opgave respectievelijk 3.949.300 K.G. en f 1.106.900. In Mrt. 1924 4.349.000 K.G. en fl.181.90Q. De uitkomsten van het bedrijf der stoomtreilers waren in het algemeen (onbevredigend. Wel werd er meer ge vangen dan in Maart 1924: n.l. door de stoomtreilers, zooverre zij hier te lande hun visch losten, gemiddeld per reisdag 766 K.g. (verleden jaar Mrt. 676 K.gJ doch dc grootere aanvoeren van Zuiderzeebokking op de markt j drukten de prijzen der bakvisch. Al waren de prijzen voor de groote rond' visch tamelijk goed en al maakten de vaartuigen, die daarvan verhou dingsgewijze veel aanvoerden, vol doende besommingen, gemiddeld per reisdag was "de besomming onzer hier te lande aanvoerende vaartuigen (f233 dus geringer dan in Maart van het vorige jaar (f241!. Er waren 147 (verleden jaar Mrt. 137^ stoomtrei lers in bedrijf, waarvan 2 gedeelte lijk (verleden jaar Mrt. 2 uitsluitend en 18 gedeeltelijk hun vangsten in Engeland losten'. In het geheel voerden onze stoom treilers aan 2.708.500 Kg". opbrengen de f825.500. (Verleden jaar Mrt. 2.188.500 K.g. met een opbrengst van f 749.000 Motorkustvisschers namen in groo- ter zeilloggers en zeilkustvisschers in kleiner aantal aan de treilvisscherij deel. Alle drie dezer vaartuigsoorten vischten met ongunstiger geldelijk re sultaat dan in Maart van het vorige jaar. De zeilloggers vingen gemiddeld 1 per reisdag 167 K.g. (155 K.g. in Mrt. 1924J, de motorkustvisschers en zeilkustvisschers per reis resp. 302 en 99 K.g. (verleden jaar Mrt. 802 en 292 K.g.;. De visscherij met de zeevischzegen was niet van beteekenis. Aan de beugvisscherij namen deel *23 stoom- en 2 zeilschepen (in Mrt. 1924 eveneens 23 stoom, doch 11 zeil schepen!. De uitkomsten der vissche- rij lieten veel te wenschen over, voor- al voor de zeilbeugers. Deze vingen I en besomden gemiddeld per reisdag slechts resp. 15 K.g. en f 12 (85 (K.g. en f 54 in Mrt. 1924/. De gemiddelde vangst en besomming per reisdag van de stoombeugers bedroegen resp. 197.' K.g. en f35. (249 K.g. en f 151 in Mrt. 1924;. In het geheel werd aan- gevperd 108.600 K.g. beugvisch, op- j brengende f 46.900 (verleden jaar j Maart 161.000 K.g., opbrengende f 98.300J Evenals verleden jaar waren nog geen vaartuigen ter haringvangst dcch werd een kleine hoeveelheid versche j haring door Engelsche drifters aange voerd. 1 FEUILLETON. De Loods van Zwaankreek. Een verhaal uit het verre Westen. 37) Toen ik echter aan Gwen vertelde hoe het op de vergadering was toege gaan klapte zij in de handen van plei- zier over Bills deftige redenaties en dat hij er in geslaagd was den stijven Schot uit den hoek te doen komen. „Heerlijk! Heerlijk!" juichte zij. „Die goede Bill was den ander dan toch te slim. 't Is om te lachen! Nu zal hij dan toch wat doen!" „Wie? Bill?" „Neen, die domme Schotl" „Die? Ik vrees er hard voor. Natuur lijk deed Bill het alleen om hem te plagen en warm te maken. Maar 't was vermakelijk dat geef ik toe." „KostelijkI Kostelijk! Ik wist wel, dat hij er iets op zou weten te vin den." „Wie' Muizert?" „Neen, BillI Hij had het mij beloofd, maar ik begreep niet boe hij het zou aanleggen." „Aha! zat jij er dus achter?" „01" riep zij, gierend van pret ec\ over 'tidee dat Bill er visitekaartjes op zou nahouden,„ik lach me nog ;slap. Hij zei, dat hij probeeren wou den Schot over de brug te krijgen." Voordat ik wegging kwam Bill zelf met de verzonnen boodschap, of de baas thuis was. „O Bill!" riep Gwen, zoodra zij zijn stem hoorde, „kom eens gauw hier. Ik moet je spreken." Na eenig dralen en schuifelen kwam Bill binnenzeilen en zette zich in den versten hoek op een bank bij de deur. Met een heel onnoozel gezicht zei hij: ,,'t Wordt koud. 't Zou me niet verwon deren als we sneeuw kregen." „Kom wat dichter bij, Bill!" riep Gwen ongeduldig, „en geef mij een hand." Bill aarzelde, spoog zijn pruim tabak in de andere kamer uit en kwam, linksch en verlegen, naderbij, nam de hem toegestoken hand, schudde die krachtig en zei gejaagd: „Mooi weer tje, juffrouw Gwen; ik hoop dat ik u in welstand mag ontmoeten." „Neen, dat doe je niet", riep Gwen, hartelijk lachende, en Bills hand vast houdende tot zijn niet geringe verle genheid. „Ik ben allesbehalve wel, maar voel mij een h%°.l*boel beter,, se dert ik gehoord heb hoe flink je op de vergadering gesproken hebt. Bill antwoordde niet, daar hij al zijn aandacht noodig had, om zijn harde vereelte hand te bevrijden uit den greep der haar omklemmende vinger tjes. „O Bill", vervolgde. Gwen, „ik vind het zoo uiïg! Hoe heb je'het toch aan gelegd?" Bill, die zijn plaats bij de deur weer had ingenomen, hield zich van den domme en wist niet dat er iets gebeurd was, om drukte over te maken. Hij was net als altijd geweest. „Leugens!" riep Gwen ongeduldig. „Vertel mij hoe je den Schot er toe gebracht hebt vijfhonderd gulden te beloven." „D, dat! Bedoelt u dat? 't Had niets om 'tlijf. 't Ventje ging er gauw ge noeg op in." „Maar hoe kreeg je hem er toe? Kom, Bill, vertel het mij eens woorde lijk", drong zij aan met een vleiend stemmetje. „Och", zei Bill, „toen wij hem maar eerst op sleeptouw hadden, ging alles vanzelf. Ik zei zoo losweg, dat wij jon-i gens, als wij iets noodig hebpen, het zonder veel drukte in mekaar zetten, cn dat wij, pis zit absoluut san k&rk willen hebben, de centen wel bij me kaar zullen krijgen. En omdat ieder een weet, dat de Loods er zijn hart op heeft gezet, zouden de anaere lui zeker wel vijfhonderd kunnen neer tellen." „En toen?" vroeg Gwen. „Meer is er niet" zei Bill. „Hij beet toe. en de schoolmeester schreef het op." „Ja, 'tis alles volkomen in den vorm beschreven", viel ik in; „maar ik denk dat je er verder geen gevolg aan zult geven, wel?" „Denkt u dat? Zoo. Nu, ik ben niet aansprakelijk voor uw denken; maar dit wil ik u wel zeggen: ieder die Bill Brondo kent, verwacht van hem dat hij doen zal, wat hij op zich heeft ge nomen." „Maar hoe ter wereld kun je twaalf honderd vijftig gulden van je kame raden loskrijgen voor een kerk?" „Ik heb het nog niet uitgerekend; maar geen nood, 'tgeld zal wel ko men! Zie je, 'tis niet alleen de kerk: maar de goede naam van de jongens is er mee gemoeid." „Ik zal je helpen, Bill", zei Gwen. Bill knikte vriendelijk en probeerde zich verrast te tooncn. Eindelijk zei •«N- «Heel veel eer." „Je gelooft niet, dat ik zal künnen zei Gwen. Bill wierp de onderstelling verre van j zich. „Maar ik kan het wel, want ik zal wat van vader zien te krijgen en ook van den Prins." „Kostelijk!" riep Bill, met een klin kenden klap op zijn knie. „En ik zal zelf ook alles geven wat 1 ik heb; maar 't is niet veel", zei Gwen 1 droevig. „Niet veel?" riep Bill. „Als al de jongens er ook zoo over denken, zal er heelemaal geen moeilijkheid zijn om het geld bijeen te brengen." Gwen dacht een oogenblikje na, en zei toen met vaste stem: „Ik zal mijn i pinto geven!" „Dat zul je wel laten!" riep ik, ter- i wijl Bill verklaarde, dat zoo lets vol-1 strekt niet noodig was. „Jawel, ik geef mijn pinto", her haalde Gwen ernstig. „Ik zal hem nooit weer kunnen gebruiken." Haar lippen trilden en Bill keerde zich om en kuchte een paar malen. „Daaren boven", vervolgde zij, „wil ik graag iets geven, waar ik veel van houd. Bill mag hem voor mij verkoopen." (Wordt vervolgd-.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5