NÏÊOWr LEIDSÜHE COURANT VAN VRTJÖAG 1 ME! ÏS2S TWEEDE BLAD. at de bladen zeggen. President Hindenburg. Verreweg de meeste bladen beschou wen de verkiezing van Hindenburg tot President van de Duitsche republiek mei als een gelukkige. De Rotterdammer ontkent ook niet, dat er in deze benoeming gevaarlijke mententen schuilen. Maar, aldus ons Rotterdamsche or gaan, trots ai die bedenkingen aarze len wij niet in de keuze van Hinden burg veel te roemen dat tot vreugde en liet Duitsche volk tot eer sirekt. Duitsche trouw heeft gezegevierd. Hindenburg is voor ons de verper soonlijking van die waarachtige, be proefde trouw, welke met wegcijfering .an persoonlijke belangen in stille on derworpenheid zich geeft voor hoogere roeping. Toen de oorlog kwam, zijn .veizer hem riep, bevrijdde Hinden burg met z'n machtig veldheerstalent iieele streken van de vijandelijke hor den. Toen ten lange leste de s#ijd ver loren was, hielp Hindenburg door zijn bezonken wijsheid zijn vaderland voor a.geheele inzink ng bewaren. En toen eindelijk de rust voor hem gekomen scheen, en van allen kant bi. hem werd aangedrongen om de verstrooide vader landers tot leidsman te wezen, verzaak te hij wederom eigen gemak en neiging In den nacht van lauwheid en slap heid en tuchteloosheid blinkt Hinden burg als een lichtende sier van beproef de trouw en stalen energ e. Het "eert de Duitschers dat het licht dier ster hen heeft aangetrokken. Den triomf van Hindenburg zien wij als een triomf dergenen die hun helden w.llen eeren. Den triomf van Hindenburg zien wij als een triomf dergenen die nationale tradities en nationale gevoelens door geen bloedeloos kosmopolitisme willen vervagen. Den triomf van Hindenburg zien wij als een triomf van echte Duitsche trouw". Verder wordt opgemerkt, dat van Hindenburg's triomf ook een goede invloed op de toekomstige politieke partijverhoudingen in Duitschland kan uitgaan. Sociaal-democratie en Centrum werk ten saam voor de verkiezing van Dr. Marx. Had hij de zege weggedragen, zeker :ou daardoor de saambinding van deze •.wee principieele vijandige machten erker zijn geworden. Beiden hadden dan herhaaldelijk contact moeten oefenen toi verzekering en bewar.ng van hetgeen door gemeen- schappelijken arbeid was veroverd. Noodzakelijkerwijs zouden daardoor de banden nauwer zijn aangehaald. Wat Duitschland betreft is juist los making dier banden wenschelijk. Voor de presidentskeuze aandacht vroeg openbaarde zich het verzet uit de kringen van protestantsche en roomsch-katholieke kringen die met de hu'dige partijverhoudingen geen vrede hadden. Groeiende was de beweging van hen die voelden dat partijorganisatie op con fessioneelen bodem, ook voor de protes tantsche Christenen nood g was en daar bij toenadering tot de roomsch-katho- lieken niet kon worden gemist. Wij denken aan den oproep van den oud-kanselier dr. Michaelis, aan de rijksdagdebatten over de regeeringver- klaring van Dr. Luther. De overwinning van het zwart-roode blok had de beweging ongetwijfeld achteruit gezet. Ook daarom verheugen wij ons in Hindenburg's triomf. KERK EN SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Putten, J. D. de Lind van Wijngaarden, te De Bildt. Bedankt: Voo-r Rouveen, A. F. P. Pop te Nijkerk. Voor Roswinkel, D. Sie* melink te Nieuw Weerdinge. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Ds. P. N. Kruyswijk, predikant van de Geref. Kerk' van. Voorschoten, is voor nemens op 12 Juli a.s. afscheid te nemen, van zijn gemeente en 19 Juli d.a.v. in trede te doen te Vlissingen, na door Ds. A. Schouten van Aalten te zijn bevestigd. Beroepbaar. Door de olassiss Sneek werd heden praep. geëxamineerd en beroepbaar ge steld bij de Geref. Kerken de heer J. At- tema, theol. cand. te Ijlst. De heer Attema stelt zich voorlo.opig nog niet beroepbaar, doch zal gaarne de kerken in de prediking dienen. Een zeer waardeerend oordeel. In het „Handelsblad" van '29 April schrijft de hoefijzer correspondent een van veel iwaardeeringl (getuigend artikel o,ver de medische zending van de Geref. K/er ken te Djokja. „Petronella jubelt" staat er boven, waar na het dan heet: Petronella?... Vraag niet verder lezer, wie Petronella is. Ik weet het niet en degenen, die het wel weten, mogen het niet zeggen. Ze is een geheimzinnige, on bekende vrouw in Holland, en het is haar petekind (zeer omvangrijk en welvarend •en gevestigd te Djokja) dat dus ook Petronella heet, dat dezer dagen jubelen zal. Want op 29 April wordt ze 25 jaaj. Nu zonder geheimzinnigheid: Een on bekende dame in Nederland heeft, vijf. en twintig jaar geleden, de stichting van het zendingshospitaal te Djokja mogelijk gemaakt en naar haar voornaam is dat ziekenhuis genoemd. Ik ben er even ge weest, toen ik in Djokja was en heb ge- ruimen tijd met Dr. Offringa gesproken. Wat hij mij vertelde, dood-eenvoudig, rus tig, zonder eenigen ophef, maar soms met ontroering, als hij over zijn voorgangers Pruys en Scheurer sprak, heeft een ster ken indruk op mij gemaakt. Het heeft mijn eerbied voor het prachtige pioniers werk van Dr. Scheurer versterkt (wiens geestverwant ik allerminst ben, maar wiens diepe waarachtigheid ik ook in zijn Ka meradviezen meermalen gewaardeerd heb) en mijn bewondering voor den m e d i- s c h e n arbeid der -zending (wier geeste lijk werk, juist in de Vorstenlanden, ik niet gansch zonder nadeel acht) eveneens bevestigd. Ik heb Dr. Offringa verzocht, het ver haalde op schrift te willen brengen, hij heeft daaraan voldaan en wat hier volgt is aan zijn relaas ontleend. Het is een historie, die in den aanvang klinkt als het verhaal van een ware Jacobs worsteling en een geschiedenis, die doorloopend ge tuigt van een waarachtige Christelijkheid van liet Chrstendom der dienende daad. En na dan de geschiedenis van het hospitaal zeer breedvoerig te hebben weer gegeven, eindigt de schrijver: Het is waarlijk bewonderenswaardig èn eerbiedwaardig werk dat de zending, tot zegen van heel 't Djokjaland, daar heeft verricht en nog steeds doet, Merkwaardig is daarbij ook vooral de gunstige erva ring met de hulphospitalen onder leiding van Javaansche Man tri-verplegers. Dr. Of fringa vertelde ons, dat deze menschen geheel zelfstandig werken en alle geval len van gewone volksziekten zeiven beoor- deelen en behandelen. Slechts nu en dan is er, onverwachts, controle op hun werk, en dat wordt dan altijd keurig in orde bevonden. Een schoon aandeel, dat de Javaan zich hier heeft verworven. Het medische werk van de zending wordt zóó algemeen gewaardeerd, dat ik dezer dagen een ongodsdienstigen medi cus hoorde verklaren: „Ik ben niet van hun richting, maar hun werk is prachtig en daarom contribueer ik er geregeld aan" Ook ik ben niet „van hun richting". Maar leere wien eere toekomt, dat is vooral aan de drie doctoren: Offringa, Pruys en Scheurer. En aan dezen laatsten Christen- pionier het meest. Vandaar, dat ik ook in het „Handels blad" op 29 April present wilde zijn. Met een „Leve Petronella". Eerbare kleeding in school. De bisschop van Den Bosch heeft voor geschreven, hoe de kinderen in de R. K. school gekleed moeten zijn en de school besturen in het bisdom opgedragen des noods door wegzending de trouwe na leving van deze voorschriften te verzeke ren, waarop de bisschoppelijke inspecteurs streng toezicht hebben te houden. De bisschop geeft te kennen, dat de Christelijke eerbaarheid en voegzaamheid buitenshuis niet volkomen betracht worden indien niet het geheele lichaam, met uit zondering van hoofd, handen en bovendeel van den hals volkomen gekleed of bedekt is. De bisschop schrijft daarom vo,or, dat de jongens en meisjes der R'. K. scholen steeds voegzaam en zedig gekleed zullen zijn en verordent, dat onderwijzeressen en meisjes boven tien jaren niet in school mogen verschijnen dan met lange, niet doorschijnende kousen en in een costuum afhangend over de knieën, gesloten tot den hals en de armen tót en mot den elle boog bedekkend. Ook de jongens moeten ter schole komen in gesloten costuum met kousen en de bovenbeenen ten minste tot de knieën bedekt. Gereformeerd Schoolverband. De agenda van de vergadering van het Geref. Schoolverband, te Utrecht 20 Mei a.rs te houden,, is met het volgende voor stel van de Commissie van uitvoering aangevuld: De algemeene vergadering machtigt de Commissie van Uitvoering in aansluiting met het beslotene ter Algemeene Verga dering van 1923 tot 1924 om datgene te doen, wat zij noodig acht om de stichting van een leerstoel in de paedagogiek aan de Vrije Universiteit te bevorderen. De Algemeene vergadering spreke zich uit over de wijze, waarop de noodige gel den bijeengebracht worden. Een Boedhist over het Christendom. Het „Zeitschrift für Missionskunde und Religionswissenschaft" publiceert het vol gend getuigenis over het Christendom van een Japanschen Boedhist, Dr. Suma. Ofschoon het aantal aanhangers van het Christendom in Japan niet meer dan 200,000 is, heeft de arbeid ter uitbreiding van het Christelijk gelopf de verdienste gehad, het Shintoisme en Boedhisme uit een doodslaap op te wekken. Het Chris tendom heeft een buitengewoon grooten invloed gehad op philantropie en opvoe ding. Christelijke meisjesscholen waren de eerste in Japan, Voor de opleiding van geestelijken hebben de Christenen dertig scholen met 612 leerlingen, de Boedhisten vijf en dertig, met 7138 leerlingen. Men vergete niet, dat het Christendom nog maar een paar menschenleeitijden bestaat in Japan. In het volksleven heeft het Christendom als een leidende sociale macht diepe wortels geschoten. Mensche- lijk medegevoel en barmhartigheid, tevo ren zoo goed als onbekende begrippen, worden nu geboden aan allen, die daarop recht hebben. Dr. Suma gelooft niet, dat het Chris tendom de oude godsdiensten zal kunnen vedrringen. Wel maken deze momenteel een ernstige crisis door, omdat de ge weldige sociale hervormingen van den laat sten tijd het familieleven, waardoor juist de godsdienst van Japan gedragen wordt, hebben aangetast. Toch schept volgens hem speciaal het Boedhisme een sfeer, waarin de Japanner en het Japansche le ven gedijen kan. Dr. Suma ziet in de toekomst dit ge beuren: het Christendom zal een vei- do lenden invloed uitoefenen op de Japan-: godsdienstige vormen en gebruiken in dien zin, dat deze eenvoudiger en reiner zullen worden. STATEN-GENERAAL. Eerste Kamer. (Vergadering van Woensdag). Aan de orde is liet wetsontwerp tot be vordering van de ricjitige heffing van de directe belastingen. De heer BI om jo us (R. K.) zegt, op dit ontwerp ernstige critiek te moeten uitoefenen. Het paart het principieel on toelaatbare aan een zeer slechte technische uitwerking. Hij moet tegen liet ontwerp nsn. De lieer Slingenb'erg '(V. D.) be toogt, dat het wetsontwerp de burgerlijke rechtszekerheid aantast. De heer de Veer (A. R.) acht de be zwaren tegen het wetsontwerp overdreven. Het beoogt alleen belastingontduiking te gen te gaan en dient z.i. te worden aam genomen. De heer Van der Lande (R. K.) acht de bepalingen omtrent naamlooze vennootschappen een fout in het ontwerp. Zijn die niet aannemelijk te malcen, dan zal hij tegen moeetn stemmen. De heer Wibaut (S. D.) zal ondanks de (gebrekkige Vnemorie van antwoord, zal hij tegen moeten stemmen. De heer L. Dobbelmann (R. K.) brengt lof voor de snelle behandeling van de gewisseld estukken, doch het ontwerp is z.i. onrechtvaardig. De heer Colijn, Minister van Finan ciën heeft hier wel eens wetsontwerpen verdedigd, die hem aangenamer waren dan dit, In da stukken en het mondeling debat in de Tweede Kamer heeft spreker al toegegeven, dat een maatregel als deze niet prettig Is. De hoofdvraag is, of de belasting-ontduiking in Nederland zulk een omvang heeft aangenomen, en zulke vormen, dat voorziening noodzakelijk is. Spreker beantwoordt die vraag ten vólle bevestigend. Spreker zal niet terugkomen op de in de Tweede Kamer gegeven voor beelden, maar vraagt, of het te pas komt, dat iemand, met tegen de honderd dui zend gulden inkomen, geen cent inkom sten- ot verdedigingsbëlasting betaalt. De heer Men dels (S. D.) Dat zijn geen partijgenooten van mij- De heer Colijn zegt, dat andere be lastingplichtigen, niet de fiscus als zoo danig zelve, daarvan de dupe worden. Ze ker wordt er, jaarlijks voor 2 a .3 millïoen aan belasting ontdoken. Stemmen: Veel meer. De heer Colijn zegt, dat er dus maat regelen noodig zijn. Een deel der ontdui kingen. zou door een algeheelen ombouw van de wet op de inkomstenbelasting zijn te ontgaan, maar dat werk is zoo omvang rijk, dat het d^tr tement van Financiën daar een rustiger tijd voor zou behoeven. De regeering is er dus toe gebracht, vooralsnog voorziening te zoeken in een speciaal, wetsontwerp. Andere methoden zijn ook bezwaarlijk; by belasting van de winst van naamlooze vennootschappen is het p.v. een zeer moeilijke vraag, wat on der geoorloofde afschrijvingen is tever staan. Voor een dergelijk wetsontwerp is een nauwkeurige, veel tijd vorderende voor bereiding noodzakelijk. Zoo is overgeble ven de mogelijkheid, regelrecht af te gaan op wie zich ten doel hebben gesteld, den fiscus te bedriegen. Wie winsten en ver liezen niet goed ging compenseeren zou geen goed zakenman zijn. Maar een des betreffende bepaling opnemen in dit ont werp, zou beteekenen een regelrecht in gaan tegen den geest van de inkomsten belasting. Beide dienen dus te worden veranderd, beide zaken onder de oogen gezien. Over het geheel genomen was trouwens de critiek op het ontwerp wel wat zwaar geladen. De heer Blomjous was niet ge rust over den strijd van het ontwerp met de Grondwet. Er is o.m'. gevraagd, of er geen gevaar bestaat voor parate executie. Maar die is slechts mogelijk, als er een- maat een aanslag is, en daarop kan het ontwerp niet slaan. De fiscus zal ook even tueel voor het Gerechtshof van. 's Graven- hage wel heel sterk moeten staan tegen over een belastingschuldige. Van (meer dan een zijde is er op gewezen dat met het bestaan van een naamlooze vennootschap bij de inkomstenbelasting niet, bij de dividend- en tantièmebelas- tlng wel rekening wordt gehouden. Spre ker is van oordeel, dat hier sterk over dreven wordt. Een aandeelhouder in een naamlooze vennootschap betaalt toch ook al twee maal belasting, die der N. V. en later nog eens in de inkomstenbelasting. Spre ker kan niet zien, dat er tusschen deze twee gevallen zulk een groot materieel verschil bestaat. De heffing van de plaat selijke belastingen valt ook onder dit ont werp, als de gemeente zelf de belasting heft. De heer Slingenberg gaat van een ge heel ander standpunt uit dan spreker; de •eerste ziet aan tegen eerlijke mensohen, spr. heeft te doen met de knoeiers. En daarom hebben beiden gelijk. Wat de heer Slingenberg zeide voor aftrek van levens verzekeringspremie, zou spr. kunnen onder steunen, maar het behoort in dit ontwerp niet thuis. Aan het departement zal de zaak' overwogen worden. Het departement blijft doorwerken, we tende, dat er aan dit ontwerp nog veel mankeert, maar de Kamer doet wijs, het ontwerp toch aan .te nemen, om van tal van ontduikingen bevrijd te worden. Het ontwerp wordt hierna met 36 tegen 4 stemmen aangenomen. Tegen de heeren Blomjous en v. d. Sande (R. R.) en Slin genberg en van Embden (V. B.). Verder werd een wetsontwerp tot her ziening in het algemeen belang van bij erfstelling of legaat gemaakte bedingen aangenomen. De bedoeling is het, mogelijk te ma ken, dat in voorkomende gevallen door den Hoogen Raad kan worden nagegaan, of de wil van den erflater n.et beter tot uitdrukking kan komen, dan door strikt aan de gemaakte bepalingen de hand te houden. De heeren de Vos van Steenwijk en de Gijselaar (hadden [tegen dit ontwerp ern stig bezwaar, omdat het gevolg zal zijn, dat niet meer aan de gemeenschap wordt na gelaten- Het voorstel werd met 26 tegen 8 st. aangenomen. Aan het Zoeklicht. LEIDEN, 1 Mei 1686. Wie met tranen zaaien, sullen met gejuich maaien.. Ook op geestelijk gebied geldt vaak dat, als het boompje groot is, het plan- tertje dood is, als tenminste het boom pje groot wordt. Maar 't is ook menigmaal anders. Ik denk hierbij aan den zendlngs- arbeid van 'n man als Dr. Scheurer die met zooveel moeite en opoffering en onder zoo ongunstige omstandigheden zijn arbeid in Indië aanving en die daarvan nu de rijke vruchten mag zien Hij heeft ook bij dezen arbeid evenals in zijn latere meer politieke leven als hij met groot getrouwheid van zijn be ginselen getuigde den smaad van zyii Heiland moeten dragen. Maar toen ik in het Hdbl. het mooie en waardeerende artikel van den heer Elout las, zag ik daarin de bevestiging van het woord: de Heere zal genade en eere geven. OBSERVATOR. Tweede Kamer. De Tweede Kamer heeft zich gisteren met enkele kleinere ontwerpen beziggeHoh den, w.o. een wijziging der Invaliditeits wet, welke de bedoeling Heeft, eenigd technische verbeteringen in deze wet aan te brengen, o.a. den navorderingstermijn voor te betalen premiën te verlengen van i jaar op 2 jaar. Bij de stemming bleken slechts 48 van de 100 leden aanwezig, zoodat de verga dering moest worden verdaagd. F. H. de Monté verLorenf Gisteren is te 's-Gravenhage overle den ons Antirev. Kamerlid, de heer F. Ii. de Monté verLoren. De heer de Montó vêrLoren is slechts enkele we ken ongesteld geweest Een griepaan val, gevolgd door een longontsteking, maakte aan zijn leven een einde. De heer Frederik Herman de Monté verLoren werd den 24sten Maart 1861 te Utrecht geboren. Hij bezocht de Polytechnische School te Delft en werd in 1892 adjunct-commics aan het De partement van Waterstaat. In April 1896 werd hij tot commies, drie jaar later tot hoofdcommies benoemd. In 1901 werd hij bevorderd tot referen daris. Na in 1903 te zijn belast met het beheer der afdeeling Spoorwegen, werd de heer De Monté verLoren in 1906 be noemd tot administrateur dier afdee ling, welke functie hij bleef waarne men tot hij in October 1909 naar de Kamer werd afgevaardigd. In het Parlement waren het vooral de financieele zaken, o.a. die rakende de spoorwegen, die door hem bespro ken en naar voren gebracht werden. Hij was voorzitter der Commissie van Rapporteurs over de onlangs herziene Tariefwet en maakte geruimen tijd deel uit van de Bezuinigingscommis sie. Hij was wnd. voorzitter der Twee de Kamer. De heer de Monté verLoren was rid der in de orde van den Nederland- schen Leeuw, van de Oranje-Nassau- en de Leopoldsorde van België. Voor de A.R. partij beteekent het heengaan van den heer de Monté ver Loren een ernstig verlies. Hij was geen man voor volksverga deringen, maar zijn van groote des kundigheid getuigende adviezen wer den steeds zeer op prijs gesteld. Ook als penningmeester der Dr A. Kuyper- stichting werd hij zeer gewaardeerd. Het zal niet gemakkelijk zijn deze ledige plaats te vervullen. De teraardebestelling van het stof- felijk overschot zal a.s. Maandagmid dag op Oud Eik en Duinen plaats vin den. Het vertrek van het sterfhuis is bepaald op 12 uur. De opvolger op de A.R. lijst is de lieer W. Wam aar, te Sassenïieiin, lid der Prov. Staten van Zuid-Holland. FEUILLETON. De Loods van Zwaankreek. Een verhaal uit het verre Westen. 32j „Ik ben geduldig; tenminste, ik ben twee maanden lang geduldig geweest, en bet helpt toch niet. Ik geloot niet, dat God iets om mij geeft." „Dat doet Hij wel, Gwen, meer nog dan een van ons" anwoordde de Loods ernstig. „Neen, Hij geeft niet om mij", ant- oordde zij kort en beslist. De Loods bewaarde het stilzwijgen. Misschien", ging zij aarzelend voort Hij boos omdat ik zei, dat ik niets On. Hem gaf. Herinner 't je nog? Dat w s heei slecht van mij. Maar vindt u n ;t, dat ik nu wel genoeg gestraft bon? U hadt mij heel boos gemaakt, en enlijk meende ik het toch niet." 'ie arme Gwen God was gedurende a weken van pijn heel wezenlijk voor h; i' geworden en geducht. De Loods s' irde een oogenblik in de blauwgrijze 0. en, zoo groot en droefgeestig; toen, e i opwelling volgende, vlei hij op de 1. ieën naast het bed neder en zeide diep bewogen: „O Gwen, zoo is God niet. Herinnert ge u niet hoe de Heer Jezus was tegen de arme zieke men sohen? Zoo is Hij ook." „Zou Jezus mij beter kunnen ma ken?" „Ja, Gwen." „Waarom doet Hij het dan niet?" vraagde zij; maar thans was het niet weerbarstig ongeduld, maar droeve te leurstelling, die haar op eerbiedigen toon deed zeggen: „Ik heb het Hem ge vraagd, telkens en telkens weer; en ik heb Hem gezegd, dat ik twee maanden zou wachten, en nu zijn het er al meer dan drie. Weet u heel zeker, dat Hij mij op dit oogenblik hoort?" Zij kwam een weinig overeind, leun de op haar elleboog en zag den Loods onderzoekend aan. Ik was blij, dat zij het mij niet deed. Bij die woorden: „Weet u het heel zeker?" voelde ik dat er heel wat in de weegschaal lag. Ik moet bekennen, dat ik in angstige spanning het antwoord van don Loods afwachtte. Wat zou hij zeggen? Wel een paar seconden staarde hij uit het venster naar de heuvelen. Hoe lang duurde mij dat stilzwijgen! Toen keerde hij zich weder tot Gwen, zag haar vast in de oogen en antwoord de eenvoudig: „Ja, ik ben er heel zeker van." Wederom een ingeving volgende haalde hij haar moeders Bijbel en zei: „Gwen, probeer het te vatten, terwijl ik je voorlees." Maar voordat hij begon, bracht hij ons met waar kunstenaarstalent in do rechte stemming. Met enkele leven dige woorden deed Hij ons de smarte lijke verlatenheid voelen van den Hei land in zijn laatste moeilijke dagen. Daarop las hij ons voor hetgeen in den hof Gethsemané gebeurde. En onder zijn lezen zagen wij het alles voor ons: den hof en de boomen; en den God- menscb, alieen gelaten in zijn ziels angst. Wij hoorden het gebed, zoo aandoenlijk onderworpen, en daarop als antwoord: het gepeupel en de ver rader. Gwen was veel te vlug van begrip om eenige verklaring te behoeven, zoo dat de Loods niets zeide dan: „Entoch Gwen, gaf God het besta., aan Zijn eigen Zoon het beste." „Het bestel En zij namen Hem ge vangen?" „Ja, dat deden zij; maar hoor nu verder.' Hij sloeg do b! - '.zijden om en las: „Wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond, vanwege bet lijden des doods. Zoo beeft Hij zijn Konink rijk verkregen." Gwen luisterde zwijgend, maar nog niet overtuigd. „Jawel, maar hoe kan dit nu hot beste voor mij zijn? Ik ben voor nie mand van eenig nut. Het kan niet het beste voor mij zijn, hier te liggen en mij door allen te laten bedienen. Ik verlangde er zoo naai;, vader te helpen, en ik weet, dat het hun allen zal gaan vervelen. Zij beginnen er nu al genoeg van te krijgenwantikik kan het niet helpen, dat ik zoo onaardig ben." Zij snikte, zooals ik haar nog nooit had hooren snikken, in-bedroefd. 'Op nieuw had de Loods een gelukkigen inval. „Kom, kom, Gwen", zei hij op stren gen toon, „je weet heel goed, dat wij geen van allen zoo hardvochtig zijn en dat je ons nu beschidigt van dingen, waar geen haar op ons hooid aan denkt. Ik zal je mooie roode haar eens netjes glad borstelen en jo onderwijl een verhaal vertellen." „Rood? Mijn haar is niet rood!" riep ii tusschen haar snikken want dat was haar zwakke punt. „Jawel, 't is rood, zoo rood mogelijk; een heel mooi, glanzig, goudachtig rood", zei de Loods nadrukkelijk, en nam een borstel op. „Goudachtig rood!" riep Gwen sma lend. „Ja, ik heb het in de zon zien stra len, goudachtig rood. Heb ik niet ge lijk?" vroeg de Loods, zich tot mij wendende. „En mijn verhaal is over de Rotsvallei, onze mooie Rotsvallei." ,ds het waalr gebeurd?" vraagde Gwen, reeds gekalmeerd door de kunst bewerking der vlugge handen. t,Waar gebeurd? Zoo waar als als.." bij keek de kamer rond om een: vergelijking te vinden, „als Bunyan's, Pelgrimstocht." Gwen was voldaan en het vertellen kon beginnen. „Vroeger waren er geen holle wegen of ravijnen, alleen maar de wijde, golf vende prairie. Op zekeren dag wan delde de Meester van de prairie, over de uitgestrekte velden, waar niets dan gras groeide, en vraagde aan de prai rie: „Waar zijn uw bloemen? De prairie antwoordde: Meester, ik het geen zaden. (Wordt verveld-.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5