CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN Be JAARGANG! VRIJDAG 1 MEI 1925 NUMMER 1502 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal 2.50 Per week 1 0.19 Franco per post per kwartaal 1 2.90 Lu jammer bestaat uit TWEE Biadeo. EERSTE BLAD. V Patroon en arbeider. In de rede waarmede de heer D. W. Stork de laatste algemeene vergade ring van de „Vereeniging tot beharti ging van de belangen van het perso neel verbQnden aan de Machinefabriek van Gebr. Stork en Co. te Hengelo" opende, werden enkele opmerkingen gemaakt waarop wij hier even de aan dacht vestigen. Sprekende over de positie der werk gevers zeide de heer Stork: „In de eerste plaats hebben wij noo- dig een krachtige industrie; want al bezitten wij de mooiste toestanden op het papier, door de invoering van prachtige wetten, zoo kan dat weinig helpen wanneer de ondernemings zucht gefnuikt wordt en dientenge volge onze industrie stilstaat of zelfs achteruit gaat." „Ik moet eerlijk bekennen dat ik Wever heb een krachtige industrie, waarin velen werk kunnen vinden, al laten daarin de toestanden meer of min te wenschen over, dan een indus trie, die aan alle eischen van humani teit en zedelijkheid voldoet, maar niet in staat is den moeilijken levensstrijd onder de haar gestelde voorwaarden te voeren. Naarmate een industrie krachtiger is, zullen bovendien minder goede toestanden geleidelijk voor be tere kunnen plaats maken, zonder dat haar eigen bestaan in gevaar gebracht wordt." Dat is de e^ne zijde van de zaak, die ook een keerzijde heeft en waarop de heer #Stork mede de aandacht ves tigde. De industrieel zoo verklaarde hij, is tevens geroepen mede te werken aan de zedelijke en stoffelijke verhooging van het levenspeil der arbeiders en daarom zal hij moeten trachten, zoo veel mogelijk de samenwerking van alle in z'n onderneming werkzame personen te bevorderen. Voorts moet hij zich beschouwen als n goed rentmeester over het hem toevertrouwde goed, en er zich van bewust zijn, dat hij daarover niet naar willekeur mag beschikken, ponder z'n hoogere plichten te kort te doen." Terecht werd hieraan toegevoegd, dat het voor een buitenstaander ui terst moeilijk is om te beoordeëlen, hoever een fabrikant en in het al gemeen een werkgever kan gaan in het afstaan van voordeelen zijner onderneming aan dearbeiders. De moeilijkheden waarmee gewor steld wordt, zijn vaak veel grooter dan een buitenstaander vermoed. Maar dit kan toch %wel worden ge zegd, dat als de denkbeelden, door den heer Stork ontwikkeld, moer in gang en toepassing hadden gevonden, de taak van den wetgever veel gemak kelijker zou zijn, in de kringen der werkgevers minder geklaagd zou wor den over sociale wetten die dan over bodig zouden zijn en de verhoudingen in vele bedrijven minder te wenschen zouden overlaten. De sociale vrede zou'dan niet zijn bereikt. Daarvoor zijn en worden de harten teveel met revolutionaire theorieën vegiftigd. Maar wel zou de vreugde van den arbeid en niet onwaarschijnlijk ook het rendement grooier zijn dan thans maar al te veel het geval is. STADSNIEUWS. Leidsche Chr. Oranjevereeniging. Ter gelegenheid van den 16en ver jaardag van Hare Koninklijke Hoog heid Prinses Juliana hield gisteravond de Leidsche Christelijke Oranjever eeniging in de Groote Stadsgehoorzaal een feestvergadering. Waarschijnlijk in verband met meer dere vergaderingen die op denzelfden tijd met meer of minder hetzelfde doel in de omgeving werden gehouden, ble ven er nogal wat plaatsen open. Maar ie geest was er niet minder goed om, ooals bleek tijdens 't openingswoord van den voorzitter, den heer J. v. d. Steen die bij ontstentenis van Ds. H. Thomas geroepen werd de vergade ring te leiden. De eminente leiding welke ge, aldus spr. van uwen voorzitter gewoon zijt, tan ik m. ui et «even maar noch dat, BUREAU: Hooigracht 35 Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936, Postbox 20 noch de niet geheel gevulde zaal mo gen reden worden om dezen avond minder aan zijn doel te doen beant woorden. Moge de bovenklank zijn: dank aan God, en Leve Oranje (ap plaus). Spr. heet de aanwezigen hartelijk welkom, o.w. in het hijzonder onzen burgemeester Jhr. de Gijselaar en Me vrouw de Gijselaar, die de feestviering van de Oranjevereeniging weer wilden bijwonen. Dat is ook wel noodig, want hoe zouden wij kunnen feestvieren, indien onze vader niet in ons midden was, (daverend applaus). Ook Jhr. W. Roëll wordt hartelijk welkom geheeten. Hij heeft even aan merking gemaakt op de betiteling van hetgeen hij wilde zeggen met: feest rede, het zou slechts zijn een woord uit het hart tot het hart. Maar dat, zegt spr. is ook juist datgene wat wij noodig hebben, (applaus). Ook de medewerkende vereenigingen heet spr. hartelijk welkom. Om in- plaats van met de dames met de oud ste te beginnen „Per aspera ad astra" dat onder ons een oude bekende is. Ten slotte de Chr. Dames gymnas- tiekvereeniging „Hestia", die ook op weg gaat zich lauweren te verwerven en daarmede bij ons een aanvang maakt. Spreker hoopt dat allen een prettigen avond zullen hebben, en dat de band aan Oranje niet weinig zal worden versterkt, voor zoover dat nog mogelijk is (applaus). •Het woord was nu aan „Per aspera ad astra". Aangevangen werd met het zingen van Psalm 103:1 en gebed. De eerste tonen waren natuurlijk gewijd aan het Wilhelmus, dat staande werd meegezongen, gevolgd door den Oranje-Nassau-marsch van den heer J. Noordanus, den directeur van Per as pera ad astra. Een drietal marschen, welke indertijd bij het Nederiandsche leger in gebruik waren in den Spaan- schen successie-oorlog besloten het eerste gedeelte van het muzikale pro gramma, dat keurig werd uitgevoerd. Het applaus wai niet van de lucht. De voorzitter noodigde vervolgens Jhr. Roëll, luit.-gen. hij d. Generaion Staf uit om zijn feestrede uit te spre ken. Eigenlijk ziet spr. er tegen op, hier in deze vergadering een woord te spreken over de beteekenis van het Huis yan Oranje, waar hij van de groote liefde die ons jegens dit vor stenhuis bezielt, slechts een zwak ver tolker zou kunnen zijn. Onze liefde^tot Oranje is een aan genomen feit, maar niettemin kon het wel eens noodig zijn om te overden ken wat daarvan de grondslag is, voor al in deze moeilijke tijden. Het gaat om zeer bijzondere dingen. Om de beteekenis van de gave die wij in Prinses Juliana, als de jongste telg van het Oranjehuis mogen bezitten. Die beteekenis laat zich niet omschrij ven door. een enkel Oranje-B oven, hoe gerechtvaardigd ook, doch eischt, hij zonder in dezen tijd een terugblikken in der historie. Spreker wil daarom even laten zien, dat het optreden van de Oranjes in de Ned. geschiedenis steeds beslissend is geweest voor het geluk en de wel vaart van Nederland, het miskennen van de Oranjes tegenspoed, of het h$- gin daarvan. Spr. gaat dan terug tot het geweldige tijdperk van Willem van Oranje, die een verbond met den Potentaat aller Potentaten gesloten hebbende, den strijd aanbond voor onze groote ge- loofsvrijheden. Wij beleven nu weer een geweldigen tijd, en daarom is het goed, waar wij voor moeilijkheden komen te staan, terug te denken aan dien tijd, van het optreden der drie eerste Oranjevorsten, en te zien hoe ook zij in eigen kring met tegenwerking en kleingeestigheid hebben te kampen gehad. Als dank voor hun volkomen op offering volgden drie Stadhouderlooze tijdperken, terwijl vervolgens l)et ego isme van een enkele provincie weer de staatkundige eenheid bedreigde. Gelukkig echter is Oranje steeds be reid geweest om het kwaad hem ge daan te vergeten, en zoo vond ook het rampjaar 1672 Oranje weer bereid zicli voor het Vaderland te geven. Spr. geeft dan een teekening van *n krachtfiguur als Prins WilJjem III, groot in krijgsmanskunst, geniaal als bestuurder en politicus, doch zelfs tij dens zijn koningschap van Engeland niet vergetend dat zijn hoofdtaak in Nederland lag. Na deze groote tijdperken, de refor matie, de 80-jarige oorlog en het op treden van Willem III weer een in zinking, als gevolg van het misken nen der Oranjes. Laten wij, wanneer wij iets in onzen tijd zien dat ons niet bevalt en we voor kleine moeilijkheden staan, terug denken aan de groote tijdperken, aan de groote bezwaren waar Oranje ons heeft overheen geholpen. Vroeger heeft spr. op staatkundig gebied het Absolutisme aangehangen. Maar thans meent hij dat we die din gen anders moeten bezien. Wij hebben thans hij de gratie Gods eén echt con stitutioneel Koningin. Waarin vindt dat zijn oorzaak? In het beginsel der Oranjes, reeds door den groofen Zwijger vertolkt: Niet het volk is, er voor den vorst, maar de vorst voor het volk. Hoe gelukkig, dat ook Prinses Ju liana, die gelukkig met een scherp verst and. en een groote opmerkings gave schijnt gezegend, door Haar moe der in dezelfde richting wordt opge voed. Wij mogen er zeker van zijn dat de opvoeding van ons kind van Staat (niet zooals de Wit het opvatte) in goede handen is. Goddank mag H.K.H. een zonnige jeugd hebben. Dat is goed, opdat zij wanneer Haar zij het zeer spade de volle last van het Koningschap moet worden,overgedragen, zij ook het goede en het schoone van het leven heeft leeren waardeeren. God, Nederland en Orahje. Het is niet voor niets, dat wij ons Nederland niet kunnen denken zon der dit verbond. En dit ziende is het volkomen ts verklaren, dat wanneer we gevaar loopen Oranje te verliezen gelijk in 1918 dit gevaar wordt terug gebracht tot een simpele vergissing. Hopen wij dat in deze jongste telg de roemrijke geschiedenis mag worden voortgezet en mogen" wij straks niet met wobrden alleen, maar inderdaad klaar staan om ons geheel op te of feren aan liet behoud van het groote verbond. Het minste wat wij kunnen doen is de groote lijn der historie vast te houden. Maar dit doende, zullen wij ook rijk gezegend worden, (daverend applaus). De voorzitter bracht Jhr. Roëll dank voor zijn ernstig en bezielend woord. Het heeft inderdaad tot ons hart ge sproken, (applaus). Na de pauze genoot de vergadering het optreden van de Chr. Dames' gym nastiekvereniging „ITestia" die onder leiding van haren directeur, de heer C. A. de Bruyn een reeks keurige orde-oefeningen verrichtte afgewisseld door aardige standen, waarbij gul werd geapplaudisseerd. Tot slot kregen -wij daarna nog maals Per aspera ad Astra te hooren in het tweede deel van haar program, dat besloten werd met de onsterfelijke L.C.O.V.-marsch. Jammer dat die be kende klanken ditmaal niet de ooren troffen van velen die gewoonlijk mede de Stadszaal bij' een dergelijke gele genheid vulden. Per aspera was trou wens doorloopend uitstekend op dreef. Ook de xylophonist had weer veei succes. De voorzitter dankte ten slotte de medewerkende vereenigingen en haar directeuren, de heeren J. Noordanus die Per aspera ad Astra, en den heer C. A. de Bruyn die Hestia leidde, en in 't bijzonder dankte spr. Mevrouw en Burgemeester de Gijselaar voor hun vriendelijke aanwezigheid gedu rende den geheelen avond. Geëindigd werd met het zingen van deri Avondzang en gebed. Herdenking opening Hebreeuwsche Universiteit. Gisteravond werd voor bovenstaand doel in het klein-Auditorium der Uni versiteit een bijeenkomst gehouden, uitgaande van den Ned. Zionisten bond en de Ned. Zionistische Studen tenorganisatie, afdeelingen Leiden. De heer B. M. No ach de voor zitter der afd. van den Ned. Zionisten bond, opende de vergadering heette de aanwezigen welkom, o.w. in het bijzonder eenige professoren en den kerkeraad der Israëlietische gemeen te. De Burgemeester had bericht van verhindering gezonden. In zijn openingswoord wees spr. op wat in Palestina reeds bereikt werd door den arbeid der Zionisten, zoo wel in materieel opzicht als ook door de stichting der Hebreeuwsche Uni versiteit. .Vervolgens gaf spr. het woord aan Prof. Dr. D. Cohen. Prof. Cohen begon met een parallel te trekken tusschen onzen tijd en den terugkeer der Joden na de eerste bal lingschap. Toen stond de opbouw van den tempel in het centrum der be langstelling, alzoo het religieuze mo ment. In de Zionistische beweging van on zen tijd daarentegen is niet de stich ting der Universiteit wat ons het meeste treft, doch juist het feit, dat er een groepje Joodsche intellectueelen was, die hun leven hebben omgewend naar het materieele en zich gegeven hebben aan de bebouwing van den onvruchtbaren bodem van Palestina. Geheele nieuwe wijken werden bij het oude Jeruzalem bijgebouwd; ja, er ont stond een stad als Jaffa, .waar men op Joodsche wijze den sabbath kan vieren, omdat de bevolking hoofd zakelijk uit Joden bestaat. De Hebreeuwsche Universiteit is slechts een klein begin: er zijn slechts 'n viertal professoren en wellicht 'n 30 h 40 studenten. De bedoeling dezer Universiteit is trouwens, althans voor loopig, meer een (physisch-chemisch^ onderzoekingsinstituut dan 'n volle dige Universiteit als b.v. de Leidsche. Wel is er overeenkomst wat betreft de stichting dezer beide Universi teiten. Zooals het bij Prins Willem ging om den invloed van een gees telijk moment op de opkomst van een volk, zoo gaat het ook bij de stich ting der Universiteit te Jeruzalem om de vestiging eener wetenschappelijke traditie, die een noodzakelijkheid is voor een volk. De nadruk ligt even wel voor de Zionisten op den mate rie e 1 e n opbouw van Palestina. De groote belangstelling die de wereld betoond heeft voor de opening- der Hebreeuwsche Universiteit, komt voort uit den eerbied voor het gees telijk moment in het oude joodsche volk. Men gelooft, dat er wederom evenals in den ouden tijd van Jeru zalem iets zal uitgaan. Spr. wees op een'ge typische uitin gen van den Joodschen geest als de herleving- van het Hebreeuwsch en van een nieuwe Joodsche wijsbegeerte en mystiek. Deze Joodsche geest kan alleen herleven vanuit het eigen land 0der Joden: Van Zion gaat de leer uit en het Woord Gods van Jeruzalem. De toekomst van het oude volk ligt in Jeruzalem, (applaus.^ Na Prof. Cohen sprak Prof. Dr. B. D. Eerdmans die zichzelf „een belangstellend buitenstaander" noem de. H*t belangwekkende van de He breeuwsche Universiteit is dat zij is verrezen in Jeruzalem, de stad dei- gewijde traditie voor de belijders van drie godsdiensten; Jodendom, Chris tendom en Islam. Deze stad is ouder dan het volk Israël en wordt al ver meld in rapporten in spijkerschrift van omstreeks 1400 v. Chr.: zij staat nog, terwijl de groote hoofdsteden der lij ken aan Eufraat en Tigres en Nijl zijn verdwenen. Het is het Joodsche volk, dat Pa lestina vlo or ons tot een land van stichtelijke overlevering heeft ge maakt; daardoor zijn wij vergeten, dat Palestina oorspronkelijk land der Fi listijnen beteekent. Jeruzalem bleef voor het gevoel van het Joodsche volk het middelpunt. Spr. is tot de overtuiging gekomen, dat het Zionisme niet is een zuiver godsdienstige of rasbeweging, doch het gaat om het herstellen van een vasten band met het oude land, om een centrum te scheppen voor de Jo den over de geheele wereld. Door het stichten eener Hebreeuw sche Universiteit vernieuwen zij den band n.l. hun oude taal, die thans voor allerlei moderne begrippen ge bruikt wordt. Tevens geven zij daar door getuigenis aan de schoone ge dachte, dat wetenschap een geeste lijk goed is, dat een volksgemeonr schap niet kan missen, welk getui genis &n dezen tijd van bijzondere waarde is. In de groote mannen, die het Jood sche volk aan kunst en wetenschap heeft gegeven, ziet spr. een waarborg, dat het ondernemen te Jeruzalem niet alleen van beteekenis zal zijn voor het geestelijk zelfgevoel der Joden, maar ook voor de wetenschap als interna tionaal bezit. Wij Nederlanders kunnen het Zio nisme met een ernstig geweten gade slaan, omdat de Joden hier steeas ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertentiën per regel 221/» cent Ingezonden MededeeHngen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke redactie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, i lijks geplaatst ad 40 cent. Belangrijkste nieuws in dit Nummei Binnenland Het lid van de Tweede Kamer, de heer F. H. de Monté verLoren, is gis teren te 's-Gravenhage overleden. Bij de Tweede Kamer is een wets ontwerp ingediend tot aanvulling der Kieswet waarbij degenen die tegen den stemplicht gewetensbezwaren hebben, van den stemplicht worden vrijgesteld. Buitenland. Maatregelen tegen de verstoring der orde bij de 1 Meiviering te Parijs. De nationale fascistische militie in geheel Italië gemobiliseerd. Huiszoe kingen bij revolutionairen. Ket rapport der Engelsche Arbeiders afgevaardigden over hun bezoek aan Boelgarije. Br zal voorloopig geen Fransch- Engelsche conferentie inzake het vei ligheidsvraagstuk gehouden worden. De Brccqueville's pogingen tot ka binetsvorming. een toevluchtsoord gevonden heb-ben. In de 17e eeuw heette Amsterdam in Joodsche kringen het Hollandsch Je ruzalem. Wij zien met belangstelling, zoo ein digde spr. dit kloek ondernemen, dat aanspraak heeft op onze beste wen schen (applaus. Hierna werd gepauzeerd en na de pauze voerde yn plaats van Dr. E. Slijper, die verhinderd was, de heer E. Asscher Ezn. van Amsterdam het woord. Afscheid Mej. Koekkoek. Gistermiddag nam mej. M. H. Koek koek in alle eenvoudigheid afscheid van haar arbeid als Onderwijzeres aan de Chr. School a. d. Hooglandsche Kerkgracht voor het G. L. O., u tgaande van de Geref. Schoolvereeniging. Een deputatie uit het Schoolbestuur dankte mej. K. bij monde van den heer Goslinga voor den trouwen arbeid, nu ruim Jö jaar aan de Kerkgrachtschool verricht, wenschte haar verder Gods besten zegen toe en herstel van krach ten, en bood haar als aandenken eên Reisbijbel aan. Het Hoofd der School, de heer D. Meijer, sloot zich bij 't gesprokene aan. dankte mej. K. voor al 't goede dat zij aan de kinderen van ons volk mocht doen en wenschte haar na volledig her stel nog een gezegenden arbeid toe op menig terrein van Gods Koninkrijk. Mej. K. dankte in eenige gevolvolle woorden voor de hartelijke toespraken en 't cadeau, waarna de leerlingen der school voor 't laatst hun onderwijzeres de hancl drukten. Hierna had een gezellig samenzijn plaats van het personeel der School. Menige goede wensch werd geuit, her inneringen opgehaald, 't goede geloofd, 't zwakke en verkeerde vergeven. Ter herinnering aan haar Collega's had mej. K. een leuningstoel met kussen in ontvangst te nemen. Een toen was 't scheiden. God geve mej. K. een gezegende rust. Ondarwijsjtzbileum. Heden herclach't de heer A. J. Door nevel d, hoofd der Chr. school aan de Pieterskerkgracht, zijn 40-jarig jubileum als onderwijzer. Vanmorgen werd de jubilaris op feestelijke wijze ontvangen. De school was met groen en vlaggen versierd en toen de jubilaris binnenkwam, werd hem door de kinderen, die daarvoor opgesteld waren, een welkomstlied toe gezongen. Namens de Vereeniging voor Chr. Onderwijs, ^an de scholen van welke vereeniging de heer Doorneveld al dien tijd is werkzaam geweest, voerde Ds. H. J. Punselie het woord. Spr. begon met te herinneren, hoe het in de bedoeling van den heer Doorneveld gelegen had, dezen feest dag onopgemerkt te doen voorbijgaan. Het betreft hier evenwol een feit, dat wel waard is in wijder kring herdacht te worden. Spr. huldigde de verdien sten van den heer Doorneveld als on derwijzer en bood hem namens het bestuur een enveloppe met inhoud a&n. Namens onderwijzers en kindareu sprak de heer Laman, 1ste onderwijzer aan de school van den hoer P. .Op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 1