tweede blad.
/at de bladen zeggen.
kerk en school.
"binnenland.
feuilleton.
De Loods van Zwaankreek.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 23 APRIL'^C
w
Oude klanken.
Mr. Rutgers schrijft in de Rotter
dammer:
üp den beschrijvingsbrief voor de al-
gemeene vergadering' van het Neder-
landsche onderwijzersgenootschap komt
een voorstel voor van de afdeeling
's-Gravenhage van den volgenden in
houd:
„Het N.O.G. verklaart zich tegen de
finaniieele gelijkstelling tusschen open
baar en biezonder onderwijs".
Ziehier de voornaamste gronden
waarmee dit voorstel wordt gemoti
veerd:
„Wij kennen aan de Staat het recht
toe z.ch met opvoeding en onderwijs in
te lal en. De Staat moet ook van dat
recht gebruik maken. Hij richte scho
len op, die worden betaald uit publieke
kassen.
„Het onderwijs in die scholen die
openbare scholen zijn, moet neutraal
zijn, opdat ieder burger er voor zijn kin
deren gebruik van kan maken. Aan-
hen, die om welke reden dan ook, van
de opbenbare neutrale staatsschool geen
gebruik wensen te maken, kan worden
toegestaan, zelf scholen op de richten
onder waarborgen van deugdelikheid.
Zij moeten die scholen echter geheel of
voor een zeer groot gedeelte zelf bekos-
stigen. Van finak'ëele gelijkstelling
tussen openbaar en biezonder onder
wijs kan geen sprake zijn. Evenals de
staat gaat boven het individu, het ge
heel boven het partikuliere, zo moet
Dok de Staatsschool gaan boven de Bie-
zondere. moet gene voorrang hebben
boven deze".
Wij denken er natuurlijk niet aan
ons te begeven in een beschouwing van
deze n-"" - ~r.--on -rP alleen
als document; een interessant docu
ment, dat doet zien, dat de oude tyran-
nieke gezindheid nog niet bij alle voor
standers van het ODenbaar onderwijs is
uitgestorven. Volledighe'dshaTve voe
gen wij er aan toe. dat op tactische
gronden het hoofdbestuur een ongun
stig praeadvies op het voorstel heeft
uitgebracht en dat het door de afdee
ling 's-Gravenhage is ingetrokken.
Ber liberalen val.
In het orgaan van den Vrijheids
bond, De V r ij h e i d, lazen wij,
schrijft de S a n d aa r d„Zoo groeit
ons vrijheidsideaal tot een wereldide-
aal. In ons leeft de sterkende en be
zielende overtuiging dqt niet slechts
het geluk van ons eigen volk, maar
ook dat - der menschheid het meest
bevorderd wordt bij trouwe en ge
stadige toepassing der liberale begin
selen, die trouwens onweerstaanbaar
zijn
Het is voor den Vrijheidsbond goed
dat deze sterkende overtuiging aan
wezig blijft. Men zou het zich kunnen
voorstellen, dat zij allengs inzonk.
,Want het gaat met de liberale partijen
al zeer slecht.
Bijna overal is er verval, dat eer.
op een mislukking, en bittere teleur
stelling, dan op groei en bezieling
wijst. In Engeland trof de liberale
partij een ramp, in België werd niet
geheel ten onrechte gesproken van
een verpletterende nederlaag, in
Duitschland boeten de liberale begin
selen meer en meer hun invloed in.
Nu wordt de kracht van een partij
en van een beginsel niet bepaald door
een groot aantal aanhangers en door
een stijgend succes.
Maar men vergete niet, dat het Li
beralisme eens tot de volken kwam
met even grootsche beloften, als thans
de Sociaal-Democratie die aandurft.
Dat er in breeden kring met het libe
rale beginsel is gedweept, z'óó, dat
men er de vrijheid aan meende te ont
ieenen om een öndraaglijken dwang
te hulp te roepen ter verwezenlijking
der geestelijke idealen.
Maar de verwezenlijking bleef uit.
Bittere teleurstelling volgde en de in
zinking, die thans allerwege wordt
aanschouwd, wijst aan, dat wat eens
wereldideaal mocht worden genoemd,
dat wereldmacht verkreeg, ineen
schrompelde tot machteloosheid en
ontmoediging.
En tegen deze macht der feiten
"kan men nu eenmaal niet op.
Er is reden om te spreken van der
liberalen val, zooals ook eens de So
ciaal-Democratie zal inzinken; zooals
het zal gaan met elke beweging, die
zich grondt op de grootheid en de
autonomie van den mensch.
NED. HERV. KERK.
Bedankt: Voor Nes en Wierum (Fr.)
door G. de Wijk te Kamperland. Voor
Woldendorp, J. C. Kars te Temun-
ten. Voor Gouderak, G. C. Seve-
rijn te Schelluinen.
Kerkelijke verkiezingen.
De nieuwe (ethische) kerkelijke kiesver-
eeniging „Het Evangelie" der Ned. Herv.
Gem. te Amsterdam, adviseert de geestver
wante leden van het kiescollege bij de
a.s. keuze van een predikant blanco te
stemmen, daar ook ditmaal weer bleek,
dat door de Confessioaieele „Gezamenlijke
Vriendenkringen" bij het samenstellen van
een drietal predikanten geenerlei rekening
gehouden wordt met andere belijdende
groepen in de gemeente, tegen welk een
zijdig drijven door „Het Evangelie" reeds
jaren achtereen geprotesteerd werd.
Be zonnestilstand.
Ieder kent de geschiedenis van Jozua ,iö
over den zonnestilstand bij Gibeon.
Zij bereidt"e^n groote moeilijkheid aan
de uitleggers, omdat een „stilstaan van de
zon" in het zonnestelsel zich niet denken
laat geheel afgezien van de almacht
Gods.
Het ontbreekt dan ook niet aan ver
klaringen, die het verhaalde op een of
andere wijs ons meer verstaanbaar, meer
grijpbaar willen maken. Daaronder ook
de verklaring van uit een dichterlijke schil
dering. Vlak na het verhaal toch wordt
nog in hetzelfde vers Jozua 10: 13
een aanhaling gegeven uit „het boek des
Oprechten"; wellicht een gedicht.
In de „Expository Times" vinden wij
thans een nieuwe beschouwing; nieuw
althans voor ons. Zij wordt voorgedragen
door een schrijver, die zich als Arabicus
voorstelt en van uit het Arabisch pleit
voor anderen zin der Hebreeuwsche woor
den dan daarin gemeenlijk gevonden wordt
De beoordeeling der taalkundige op
merkingen moeten wij geheel aan de taal
geleerden overlaten.
De schrijver meent, dat „stilstaan" een
volkomen onzuivere vertaling is. Het He
breeuwsche woord kan meer dan een zin
hebben; maar niet dien van stilstaan. Wel
dien van ondergaan; ook dien van schuil
gaan.
Als dit is vastgesteld, volgt de vertaling.
In dit hoofdstuk wordt verhaald, dat
Jozua in den nacht optrekt en onverhoeds
de vijf koningen overvalt. Een paniek is
het gevolg. Want in den nacht ook zelfs
bij helderen maneschijn, lean men niet dui
delijk waarnemen wat geschiedt; men kan
vriend niet van vijand onderkennen.
Dit wordt anders, als de zon opgaat.
Jozua dus, aan het eind van den nacht,
terwijl de maan nog staat aan den lagen
hemel, bidt, dat hem de vrucht der over
winning en de verlossing van het land niet
door den stralenden zonnedag ontgaan zal.
En wat geschiedt
Een ontzaglijke hagelbui trekt zich sa
men aan den hemel en ontlast zich over
den vijand: vs. 11. Maar het zwarte zwerk
hangt intusscben zóó lang, dat he,el den
dag de heldere zon niet straalt en dus den
ganschen dag de schemering blijft duren
die Jozua zoo zeer te stade kwam.
„En de zon ging schuil en de maan
ging onder". Staat niet in het boek des
Oprechten: „De zon ging schuil aan het
midden des hemels en haastte niét door de
wolken te breken omtrent een volkomen
dag".
Het wonder blijft, zoo zegt de schrij
ver; het wonder van Gods ingrijpen ter
juister ure. Maar het verhaal zegt volgens
hem niet, dat de loop van het zonnestel
sel verstoord is.
De artikelbrief.
In de 117e en 18e eeuw was da artikel
brief de Schoolorde, die van tijd tot tijd
werd voorgelezen, en waaruit de jpngens
leerden, hoe zij zich gedragen moesten,
en wat zij te laten hadden, wilden zij geen
straf beloopen.
Die artikelbrieven verschildèn naar tijd
en omstandigheden en naar den stand der
schooljeugd.
Meester Valcoogh van Barsingerhorn
gaf in 1597 een Artikelbrief voor dorps
scholen Vfcn den volgenden inhoud:
Die zijn muts niet afneemt voor een man
van eeren;
Die daar loopen crijten, vloeken ende
zweeren
Die wilt én onsedich1 loopen lancs der
Straten
Die spelen om ghelt ofte loghenen praten;
Die der luyden eenden smijten ende bees
ten jaghen;
Die niet en doen dat Üaer Ouderen be-
haghen
Dit 'tbpek' scheurt ofte verrabelt zijn pa
pier;
Die malcanderen gheven toenamen hier;
enz.
Wat scholiers dees voorsz. punten niet
onderhouwen,
Zullen twee placken hebben oft hen met
roeden clouwen.
Bespreurde 's meesters oog een leerling
die tegen den Artikelbrief zondigde, dan
gre^p fcijn hand den ongeluksvogel
een aardig duifje, van binpen genaaid en
met watten of zemelen opgevuld met
wiskundige zekerheid liet hij dien naar
't hoofd van den overtreder vliegen, die
hem moest oprapen, bij den meester te
rugbrengen en de hand uitstrekken om
een of twee „hantplacxkens" te ontvan
gen.
Eindexamens Kweekscholen.
In de Zaterdag gehouden vergadering
van den Kweekschoolbond kwam ook aan
de orde het schooleindexamen.
Gewezen werd op het feit, dat op
grond van één enkele ervaring, sommi
ge collega's van gecommitteerden reeds
met voorstellen tot wijziging -tot ingrij
pende wijziging zelfs, kwamen, wat echter
niet ongevaarlijk leek. Bedoeld werd, het
uniform maken van het schriftelijk exa-
t men. In de tweede plaats werd gewezen
op het aan den dag treden van een ge
voel van twijfel aan' de betrouwbaarheid
van sommige leeraren.
Als een dergelijke twijfel is geuit zon
der een ingesteld onderzoek, dan was het
beter geweest, dat de insinueerende woor
den in de pen waren gebleven. Had een
onderzoek uitgemaakt, dat er werkelijk
reden tot twijfel was, dan hadden de ge
committeerden den weg moeten volgen,
die in het Kon. Besluit wordt aangege
ven.
Kweekschool en U.L.O.
In de vergadering van den Kweek
schoolbond werd de vraag behandeld of
de driejarige Kweekschool met het U.
L. O. als voorbereiding gewenscht 'is.
De inleider deelde de resultaten mede,
van de ingestelde enquete omtrent de
bruikbaarheid van de U. L. O.-leerlingen
op de kweekscholen. Met uitzondering van
de vrèemde talen, was men over de kennis
in de verschillende vakken in het alge
meen niet best te 1 spreken. Daarna werd
aan de hand van getuigenissen uit het
U. L. O.-onderwijs zelf, geconstateerd,
dat dit onderwijs niet zoo was, als voor
de Kweekschool gewenscht werd, en dat
in ieder geval de voorkeur aan een H.
B. S.-opleiding gegeven moet worden,
vooral door de hoogere bevoegdheid der
leeraren, die betere behandeling van de
stof waarborgt.
Aan de discussies over dit punt namen
veel leden deel, hetzij om aan te toonen,
dat 43 4-jarige kweekschool het meest
gewenschte type is, dat een wijziging van
het toelatingsexamen noodzakelijk is, hetzij
ter verdediging van het U. L. O.-onder
wijs. De hoofdinspecteur wees op hét
feit, dat de drie-jarige kweeksclrcol een
bezuiniging oplevert voor het Rijk, waar
door de kwestie van 3- of 4-jarige kweek
school wel eens spoedig acuut kon zijn.
Zondagsrust.
Door de Vereeniging „Watersport" te
Leeuwarden was aan Ged. Staten van
Friesland verzocht eenige bruggen en
sluizen in de provincie op Zondag
langer open te houden van 's middags
van half 12 tot half 2, zulks met het
oog op de vele boeiers en pleizier-
jachten die vooral 's Zondags de wa
terwegen doorkruisen. Op dit verzoek
is evenwel afwijzend beschikt, ten
einde brug- en sluiswachters in het be
zit van hunne Zondagsrust te "Jdten.
De prijzen der levensmiddelen.
Het Gemeentelijk Statitisch Bureau
heeft de indexcijfers voor de prijzen
der voornaamste levensmiddelen op
1 April j.l. medegedeeld.
We plaatsen ze naast de indexcijfers
van iedere maand sinds 1 Januari
1925.
I! X X X
Groepen. Jan. Feb'r. Mrt. Apr.
Brood 1^4-7 210.7 210.7 210.7
Grutterswaren i'54-o 155.4 154.6 154.6
Melk en kaas 183.0 183.0 173.7, l&7-3
Vleeschen eieren 167.0 160.8 153.0 151.8
Vetten i'62.2 162.2 163.2 160.8
Kruidenierswaren '1149.7 155.6 155.6 155". 1
Aardappelen 200.0 200.0 181.8 200.0
iHerleid gemiddelde alle
groepen te zamen 175.2 174.3 169.9
(169.6
Het Ie kwartaal van 1925, dat met
het cijfer per 1 April op 169.6 wordt
afgesloten, heeft blijkens het boven
staande voor het algemeene indexcij
fer maand voor maand eenige verla
ging gegeven. Sinds 1' Januari een
vermindering uitmakend van 5.6 punt.
De zeer geringe daling van het cij
fer per 1 April is veroorzaakt, door
dat de stijging van "den aardappelprijs
de verlagingen' van Se groepen melk
en kaas, vleesch en eieren en vetten,
vrijwel geheel heeft te niet gèdaan.
Toch blijft het djfer voor de aard
appelen op 22 "(d.i. juist tweemaal zoo
duur als vóór den oorlog' nog aan
zienlijk lager dan het indice van het
vorig jaar 1 April, toen het op 255
stond.
We mogen nog aanteekenen, dat
ondanks de verlagingen in 1925 het
cijfer per 1' April j.l. nog 7.4 punt
Tkomt boven dat van 1924.
Buiten deze cijfers valt de prijsver
laging van 1 cent per 800 gram voor
het wit melkbrood, welke na 1 April
plaats vond. Ook met dit artikel gaat
het dus den goeden kant uit.
Ten overvloede mag er op gewezen,
dat bovenstaande ihdexcijfers niet
weergeven de volledige kosten van le
vensonderhoud, wel eerl belangrijk
deel er van.
Wijziging Spoorwegwet,
Ingediend is een ontwerp tot wijzi
ging van de Spoorwegwet en van de
locaalspoor- en tramwegwet.
Het ontwerp heeft ten doel te voor
komen, dat onteigeningen noodig kun
nen zijn voor het verwijderen van be
palingen langs spoor- en tramwegen
om het uitzicht bij openbare overwe
gen te verbeteren.
Voorgesteld^ wordt daarom, om het
bouwen en planten op zekere strco-
ken langs den spoorweg, behoudens te
verleenen ontheffing, te verbieden, en
wel bij openbare overwegen, huiten
bebouwde kommen op -een wegvak
van 20 M. aan weerskanten vhn den
spoorweg, over een lengte van 500 M.
aan weerskanten van den overweg.
Op deze wijze wordt aan het ver
keer langs den weg, een uitzicht ver
zekerd, dat voldoende in staat stelt
tot waakzaamheid.
Voor locaal spoorwegen wordt de
mogelijkheid geopend,, bij algemeenen
maatregel af te wijken, omdat hierbij
de afstanden waarschijnlijk kleiner
kunnen zijn, hetgeen vóór het inwer
king treden der wijziging is aange
legd, zal alleen kunnen worden ont
ruimd tegen schadeloosstelling, die be
houdens spoedeischende gevallen voor
af moet worden aangeboden.
DE STAAT ALS REEDER.
Aan een artikel in „De Werkge
ver" over dit onderwerp is het vol
gende ontleend:
De Staat als reeder. „Een visch op
het droge!" zou Potgieter zeggen. Het
„nationaliseeren" van de handelsvaart
is al eens meer beproefd en mislukt,
maar sommigen leeren de lessen der
geschiedenis nooit en in Australië
heeft weer eens de gemeenschap de
kosten van zoo'n onbekookte proefne
ming te betalen.
De Regeering van het Australische
gemeenebest heeft eenige jaren gele
den een staatsreederij opgericht met
het verheven doel „een Australische
scheepvaart te scheppen". Op dit over
heidsbedrijf werden zooveel verliezen
Aan bet Zoeklicht j
LEIDEN, 23 April 1925. 1
De Oproerige Krabbelaar gaat in Het
.Volk geweldig tekeer, omdat van hem
gezegd is, dat hij met het Christendom,
spot.
Zooiets laat hij zich niet zeggen.
Hij eischt bewijzen.
En schaamt zich niet onmiddellijk
daarop deze schandelijke van bitteren
haat getuigende spotternij neer te schrij
yen:
„Wat* de Joden in den tijd van
Christus betreft, er valt hun niets
kwalijk te nemen. Zij zorgden slechts
voor de richtige uitkomst van „de
Schriften der Profeten" (Matthus 26,
56). Buiten hunne medewerking ware
dit alles falikant mislukt. Het geheele
Christendom ware dan achterwege
gebleven! Vandaar: „de beminden
om der vaderen wil!"
Gij weet van uw eigen geloof niets
af, Meneer"!
Hier is in waarhefd commentaar over
bodig.
Zijn-spraak maakt dezen hater van
het Christendom openbaar.
OBSERVATOR.
geleden, dat de regeering thans beslo
ten heeft de staatsvloot te verkoopen.
De verliezen waren naar de Berli
ner Börsenzeitung schrijft het
gevolg van de slappe houding, door
de regeering aangenomen tegenover de
eischen van het personeel. Dit zal wel
de rechtstreeksche aanleiding zijn ge
weest tot de mislukking; de ware oor
zaken liggen dieper, liggen hierin, dat
de reederij volstrekt ongeschikt is als
staatsbedrijf. J
De verongelukte staatsvloot van 32 i
schepen komt dus onder den hamer.
Men betwijfelt, of die verkoop vlot zal
gaan, daar het tegenwoordig zeer moei
lijk is om schepen van de hand te
doen. Bovendien is de te bedingen prijs
thans slechts ongeveer één vijfde van
de aanschaffingswaarde der slechts
enkele jaren oude schepen.
De kans, dat het de Australische re
geering gelukken zal haar schepen
te verkoopen, wordt nog geringer door 1
de omstandigheid, dat zij de koopers j
aan zekere voorwaarden wil binden, j
Zij moeten n.l. dezelfde geregelde dien
sten als tot nu toe onderhouden, Zij
mogen de tarieven en vrachten niet
verhoogen en zich niet bij een inter
nationale vrachten-conferentie aanslui
ten, m.a.w. het risico, hetwelk de
staat tot nü toe heeft geloopen» wil
hij overdragen op het particuliere ka-
pitaal.
Nu kan men er, zegt Let blad, ver- i
zekerd van zijn, dat eeai particuliere j
onderneming heel wat toeter in staat
zal zijn, om het bedrijf rendabel te
maken, maar dan moet men ook de
vrije hand hebben om het bedrijf zoo
danig te reorganiseeren, als noodig ge
acht wordt. Men zal daaro.m geen voor
waarden aanvaarden, welk e het onmo
gelijk maken, de fouten in de orga
nisatie weg te nemen, welk.e het staats
bedrijf aankleven.
Intusschen blijkt nog niet, of de re
geering eventueel bereid i.s, de ver
kochte vloot op de een of andere wij
ze te steunen! In dit geva.l zou zij
echter van den regen in <den drop
komen.
In ieder geval is Australië weer een
voorbeeld van de- kostbaarhioid van
staatsexploitatie op scheepvaartge
bied. Zelfs de liquidatie van <ie vloot
veroorzaakt groote kosten.
Na dan nog gewezen te lieDfcen op
de mislukte pogingen in FuankTijk en
Estland, besluit het blad:
Het fiasco van staatsbemoeiin g is in
al deze gevallen volkomen. N iet al
leen is de staat ook hier weer volstrekt
ongeschikt gebleken als zakenm an en
te treden, waar hij weet zich zelf:? niet
met goed fatsoen uit de zaken terug
te trekken.
Hij deugt nog niet eens als failliet!
Een verhaal uit het verre Westen.
25)
HOOFDSTUK XI.
Arme Gw en.
Gwen was ontegenzeggelijk verwil
derd, en, zooals de Hemelloods zeide,
eigenzinnig en ondeugend. Zelfs Bill
en Hi konden dat niet ontkennen, hoe
wel het natuurlijk geen afbreuk deed
aan hun bewondering. Veertien jaren
lang had zij als een natuurkind ge
leefd. Het vee op de uitgestrekte vel
den, dat daar vrij en onbelemmerd
rondliep, de klipgeiten, de konijnen,
de jonge prairiehonden, waren haar
speelmakkers en haar onderwijzers.
Van hen leerde zij haar wonderlijke
manieren. De golvende prairie van
Laag Heuvelland was haar tehuis. Die
en alles wat er op leefde had zij lief
met hartstochtelijke liefde, de eenige
oort waartoe zij in staat was.-Jaar in
■iar uit bracht zij de lange zomerda
on buiten door en reed den geheelen
mtrek af, alleen, of met haar vader,
f met Joe, of, wat het prettigst van
alles was, mei den Prins, haar held
en haar vriend. Zoo groeide zij op,
sterk, gezond en vol zelfvertrouwen,
onbevreesd voor eenig levend wezen,
en teugelloos als een jong veulen.
Natuurlijk werd zij door iedereen
bedorven. Ponka en haar zoon Joe bo
gen zich voor haar in 'tstof; haar va
der en allen, die met haar in aanra
king kwamen, schikten zich geheel
naar haar. Zelfs de Prins, die haar bo
ven alles liefhad, bewees zijn „Kleine
Prinses" op zijn gewone achtelooze
manier alle mogelijke eer. En voor
waar, wanneer zij zich in haar volle
lengte oprichtte, het welgevormde
kopje in den nek geworpen, lucht ge
vende aan haar 'toorn, of op hoogen
toon bevelen uitdeelende, dan was al
les aan haar vorstelijk.
'tWas een gewichtige en een geze
gende dag voor haar, toen zij den He
melloods opvischte uit de snelvlieten
de 'Zwaan, en hem mede naar huis
nam, en de avond, waarop Gwen voor
de eerste maal een huiselijke gods
dienstoefening bijwoonde en voor het
eerst den naam hoorde van Jezus
Christus, was de beste van haar avon
den tot op dien dag. In dien winter
bestudeerde zij onder de leiding van
den Loods, en terwijl haar vader op
eenigen afstand zat te luisteren, de
Evangelieverhalen, totdat zij een heer
lijke werkelijkheid voor haar werden
Zij bezat een zeer levendige verbeel
ding, en toen de Loods Bunyans Pel
grimstocht, een van haar moeders lie
velingsboeken, met haar las, leed en
reisde zij met den held van 't verhaal,
stond hem bij in zijn strijd, en verging
van angst over de vele hem dreigende
.gevaren, totdat zij hem veilig over de
rivier had gebracht en onder de hcede
gesteld van de hemelsche lichtgestal
ten.
Door haar omgang met den Loods
deed zij nog een andere heilzame on
dervinding op. Hij was het eerste we
zen, dat zich tegen haar waagde te
verzetten, de eerste man, die niet ne-
derknielde om haar te aanbidden. Er
was iets in hem, dat niet altijd tot
toegeven neigde; haar trots en hevige
driftbuien wekten verwondering bij
hem op, somtijds een gevoel van mée-
warigheid, die aan geringschatting
grensde. Dat mishaagde liaar zeer, en
menigmaal gaf zij hem dan de volle
laag. Een van deze uitvallèn is in mijn
geheugen gegrift, niet alleen dcor zijn
groote heftigheid, maar hoofdzakelijk
door hetgeen er op volgde. De eigen
lijke oorzaak van haar boosheid was
een kleine overtreding van den armen
Joe; maar toen ik binnentrad was het
de Loods, over wien zij haar toorn uit
goot. De uitdrukking van verbazing en
medelijden op zijn gelaat scheen haar
te prikkelen.
„Hoe durft gij mij zoo aankijken?
riep zij.
„Ik vind het zoo onbeschrijfelijk
vreemd, dat gij uzelve niet beter, be-
heerschen kunt", luidde het antwoord.
„Dat kan ik wel! Maar ik zal doen
wat ik verkies!"
„'t Is erg jammer, dat je zoo toegeeft
aan je drift, en daarenboven is het
zwak en dwaas", zei hij doodbedaard.
•Zijn woorden vielen niet in goéde
aarde.
„Zwak? Zwak?" bracht zij met moei
te uit.
„Ja heel zwak en kinderachtig."
Ik geloof dat zij hem op dat oogen-
blik met pleizier zou hebben doodge
stoken. Toen zij zich een weinig her
vat had riep zij heftig: ,ïk ben niet
zwak, ik ben sterk- Ik ben sterker
dan u! Ik ben zoo sterk als., als.,
een manl"
Ik geloof niet, dat het haar ernst
was met die insinuatie; hoe dit ook
de Loods deed alsof hij het niet
hoorde, en vervolgde: „Je bent niet
sterk genoeg om je drift te beteuge
len." En toen zij niet zoo gauw et?n
antwoord klaar had, voegde hij er bij:
„Geloof mij, Gwen, het is niet goed. .Te
moet probeeren anders te worden." i
Wederom misten zijn woorden de
gewenschte uitwerking.
„Moet!" riep zij, zich uitrekkend, ah?
om zich nog wat langer te maken.
„Wie zegt dat?"
„God."
Zij bleef een oogenblik als verplet- k
terd staan, en 'wierp een haastigen i
blik over haar schouder, als om Hem i
te zien, die tot haar zou durven zeg
gen: gij moet; maar zich hervat
tende antwoordde zij gemelijk: „Ik
geef er niet om."
„Geef je niet om God?".
De Loods had op ernstigen toon ge
sproken, maar iets in zijn manier
scheen haar te hinderen, en zij barstte
opnieuw los.
„Ik geef om niemand, en ik zal
doen wat ik wil-"
(W.ordt vervolgd).