NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 11 APWlLT92S BZ- NIEUWE BELASTINGWETTEN, De weeldebelasting. A rin het Voorloopig Verslag v%n Je Tweede Kamer omtrent de voor gestelde belastingwetten is nog het volgende ontleend. Sommige leden hadden bezwaar te gen het beginsel van het belasten van goederen boven een zekeren prijs. Opgemerkt werd, dat de sub. 2o a. 5o van dit artikel genoemde prijzen, beneden welke de daarbij bedoelde artikelen vrij zijn van belasting, met betrekking tct vrouwe-kleederen op een geheel andere hoogte staan dan met betrekking tot mannen-kleederen. Eetoogd werd, dat kleedingstukken vervaardigd van zijde of kunstzijde steeds onder de belasting zouden moe ten vallen, onafhankelijk van den prijs van het kleedingstuk zelf. Eenige leden betoogden, dat de maat-kleermaker dcor de voorgestelde bepalingen in veel ongunstiger condi tie zal geraken dan de confectie, om dat de gemaakte heerenkleederen wël altijd boven de gestelde grenzen zullen vallen, de confectie-kleederen echter niet. Gevraagd werd, of een heerenrok' een jas is. Ook vroeg pien, of een uniformjas onder deze belasting valt. Gevraagd werd, of onder eethuizen ook kosthuizen en eetgelegenheden in flate worden verstaan. Bezwaar werd gemaakt tegen de be lasting op gramofonen en phonogra- fen, welke veel in de kringen van minder gegoeden worden aangetrof fen. Eenige leden waren van oordeel, dat de prijs van flO per M2 voor tapijten te hoog is. Opgemerkt werd, dat alleen gesle pen kristal of glaswerk belast zal zijn, terwijl geëtst en glad kristal en glas werk, dat vrij is, vaak zeer hoog in prijs is, althans veel hooger dan glas werk met eenvoudig slijpsel. Voorts werd er bezwaar tegen ge braakt, dat alleen porceleinen eetser viezen, waarvan de prijs meer dan f 100 bedraagt, aan belasting zullen worden onderworpen, terwijl aarde werk-serviezen, die ook wel voor de zelfde prijzen worden verkocht, .vrij' zullen zijn. Sommige leden vreesden, dat de be paling sub. 2o a 2o en 3o nadeelig zal zijn voor de edelmetaalfabrieken en de diamantindustrie door de con currentie van België, waar de belas ting slechts 5 pet. bedraagt en restitu- jtie bij uitvoer wordt verleend, f Verscheidene leden waren van oor deel, dat de belastinggrens voor .uur werken van f100 te hoog is. Aangedrongen werd op vrijstelling van toiletzeep. Vele leden hadden bezwaar tegen de belasting op de sub. 2o a 60 en 7o van dit artikel genoemde artikelen, zij! vroegen, of althans niet een grens zou kunneh worden gesteld, beneden welke die artikelen vrij!' zouden zijn. Zij dachten hierbij in het bijzonder aan ontbijtkoek. Andere leden juichten de belasting op deze artikelen toe, omdat daar door de snoeplust onder ons volk, die veel te veel verbreid is, zal worden beteugeld. Gevraagd werd of sub 2o a 80 ook bedoeld zijn kippen, "duiven en ander gevogelte niet bestemd om ge- conusmeerd te worden doch bestemd ter verdere productie in het land bouwbedrijf. Zoo ja, dan zou men zulks ongewenscht achten, omdat een dergelijke belasting geen verbeterings belasting is. Verscheidene leden hadden bezwaar tegen de belasting op automobielen, omdat -deze reeds belast zijn met een vrij hoog invoerrecht en een der grondslagen voor de personeele belas ting vormen. Sommige leden wenschten alleen automobielen voor personenvervoer, boven een zekeren prijs aan belasting te zien onderworpen. Ernstige bedenkingen werden inge bracht tegen de belasting op plezier vaartuigen. Vele leden hadden bezwaren tegen de belasting van schilderijen, vooral van levende meesters. Sqmmige leden drongen aan op vrij stelling bij de levering van grond stoffen voor de industrie. Aangedrongen werd voorts op vrij stelling van alle gebruiksartikelen en paramenten, benoodigd voor den eere diénst. Verscheidene leden waren van oor deel, dat de redactie van art. 81 b niet duidelijk is. Overigens werd de bepaling van het tweede lid onbillijk ge c't. Van ale at kelen tot en met f 1 zal f 0.10 belasting moeten worden betaald, hetgeen ver uitgaat boven het verschuldigde bedrag. Gevraagd werd of, evenals in het buitenland en ten onzent bij effecten nota's gebruikelijk is, niet gebruik kan worden gemaakt van in tweeën te scheuren zegels. Opgemerkt werd, dat de in art. 81'c bedreigde boeten zoo hoog zijn, dat r -n niet aj te accuraa: zakenman daar door geheel geruineerd kan worden. De administratieve maatregelen, wel ke zijn voorgeschreven voor de ont heffing van de verplichting tot zegel- plokken (art. 81 cJ9 werden veel te omslachtig geacht- De ïndoiogieche leerdoelen te Utrecht. In 0 n z-e T ij d, het nieuw algemeen Christelijke tijdschrift voor Nederland en Koloniën, werd door den heer Barg- meyèr, tot voor kort een invloedrijk lid van den Indischen Volksraad, aan bovengenoemd onderwerp een artikel gewijd, waarvan we hier enkele ge deelten laten volgen. De heer Bergmeyer bespreekt dan eerst de wetenschappelijke positie van de te Leiden doceerende hoogleeraren en hoe hun wetenschappelijk gezag ook langzamerhand politieke beteeke- nis kreeg, doordat de voorstanders van radicale staatkunde zich vaak op hun uitlatingen beriepen. Ze golden in In- dië tenslotte als bestrijders van de po litiek, die daar thans gevolgd wordt. Daartegen nu ontstond verzet. In den Indischen Volksraad werd meer malen, onder erkenning van de groote verdiensten, die de Leidsche profes soren als wetenschappelijke mannen zich verworven hadden gewaarschuwd tegen hun politieke idealen. Ook hier te lande werden hun ideeën bestreden. Velen oordeelden, dat hun invloed op de vorming der Indische ambtenaren verkeerd moest werken. En men meen de niet beter te kunnen doen, dan ccn poging aan te wenden aan dien in vloed een einde te maken. Een aantal groote kapitaalkrachtige lichamen stichtten een fonds om enkele indolo- gische leerstoelen op te richten, waar door het monopolie dat Leiden thans nog inzake de Indische opleiding heeft zou kunnen gebroken worden. Werd te Utrecht ook gelegenheid gegeven om ambtenaren voor Indië op te leiden, dan kon een tegenwicht gegeven wor den, dat den, naar men meende, ver- derfelijken invloed der Leidsche schooi zou kunnen neutraliseeren. En op de Regeering rust thans de taak, om te beslissen of de aanvraag om erkenning dier bijzondere leerstoelen voldoet aan de eischen, die de wet daarvoor beeft gesteld. Wij kunnen die taak met gerustheid aan de Regeering overlaten in het ver trouwen, dat zij onbevooroordeeld die aanvraag zal toetsen aan de wet. Maar daarmee is de zaak toch niet uit. Want al komt deze kwestie wet telijk in orde, en al kan de Regeering met de wet in de hand de erkenning niet weigeren, al blijkt de zaak ook zóó opgezet, dat de onafhankelijkheid der bijzondere profesoren als weten schappelijke mannen ten volle is ge waarborgd, toch zijn daardoor do an dere, en mi. veel gewichtiger bezwa ren nog niet ontzenuwd. Bij den dood van Lord Curzon werd opgemerkt; dat een zijner meest bekende maatregelen door hem als onder-koning v. Britsch- Indië genomen: de verdeeling van Ben galen, administratief even onberispe lijk en aanbevelenswaardig als psy chologisch onverstandig was. Men zou met wat andere woorden hier hetzelf de kunnen zeggen. Er is niets tegen, dat er bijzondere leerstoelen worden opgericht voor Indologische studiën. Er is niets tegen, dat het groot-kapi taal daarvoor geld beschikbaar stelt. Maar er is alles tegen, dat het kapi taal ambtenaren doet opleiden voor den Indischen dienst, als dezelfda amb tenaren later geroepen zullen worden om in hooge onpartijdigheid beslissin gen te nemen in conflicten waarbij zoowel dat kapitaal als de bevolking betrokken is. Het zou al zeer dwaas zijn om niet te erkennen, dat het kapitaal voor In dië onmisbaar is. Zonder kapitaal geen ontwikkeling van de bevolking, geen exploitatie van den bodem met zijn schatten, geen ontplooiing van de economische mogelijkheden, die Indië oplevert. Maar het behoeft evenmin betoog, dat ook in Indië, gelijk overal ter we reld, kapitaal en arbeid niet altijd in vrede leven. Ook al verwerpt men, ge lijk ik van ganscher harte doe, de leer van den klassenstrijd, dan zal men nog moeten toegeven, dat kapitaal en ar beid heel vaak en heel gemakkelijk met elkander in conflict geraken. En dat vooral in Indië, waar het rasver schil de economische verschillen nog komt verscherpen, een onkreukbare macht, die boven de partijen staat, on misbaar moet worden genoemd. Zulk een onpartijdige macht nu is ons bestuur, dat de Regeering door haar ambtenaren uitoefent. Heeft het kapitaal dus te klagen over de partijdigheid der ambtenaren? We hebben die beschuldiding nooit hooren uitspreken. Er mocht al eens een enkele dmbtenaar zijn, die het ka pitaal niet-gunstig gezind was, of een ander, die het kapitaal naar de oog en zag, over het geheel verdient ons amb tenaren-corps in Indië zijn naam van betrouwbaarheid en onpartijdigheid ten volle. Maar zal het dien naam blijven behouden, dan is het zeer on gewenscht, dat er ambtenaren kom die opgeleid worden' aan een inrich ting, door het kapitaal in hot leven geroepen en in stand gehouden; die mischien wel hun geheele opleiding aan dat kapitaal te danken hebben. Want zonder een vrij groot aantal beurzen zullen de Utrechtsche profes soren al heel weinig Indische studen ten krijgen. Meent men dus, dat het onderwijs, te Leiden gegeven, een tegenwicht 1100 dig heeft, .er'zou ovër tc praten zijn, liocwcl tegen dat onderwijs zelf nooit met grond iets is aangevoerd eri de Leidsche professoren ook allesbehalve één en dezelfde richting zijn toegedaan Van Snouck's associatie-politiek b.v. wil Van Vollenhoven niets weten, en evenmin is de laatste een voorstander van de unificatie-gedachte, die mr. Carpentier Alting voorstaat. Doch wil men het onderwijs dezer professoren corrigeeren, dan geschiede het te Leiden zelf. Dan kweeke men geen twee soorten van ambtenaren, wier onderlinge verhouding al even moeilijk zal worden als de verhou ding van de Utrechtsche soort tegen over het Indisch publiek. En men be denke vooral, dat de bezwaren tegen de Leidsche professoren niet zoozeer hun onderwijs golden, als wel hun ge schriften, waarin zij zich meer op al gemeen politiek terrein bewogen. Laat men ze daar aangrijpen. En verge te men niet, dat het in de eerste plaats een psychologische fout zou zijn, de inlandsche bevolking, die vaak meer de nadeelen dan de voordeelen van het kapitaal ziet, te doen besturen door ambtenaren, die door dat kapi taal zijn opgeleid. Er is m.i. maar één weg, die in deze onverkwikkelijke geschiedenis een uit weg biedt, om te ontkomen aan de moeilijkheden. En die is, dat de Leid sche proefessoren zich wat matigen, wanneer ze spreken in het publiek. De wetenschap is onmisbaar en hoog te waardeeren. Maar zij wake er voor, dat zij den staatsman en politicus geen stok tusschen de beenen werpt. Zij levere hem een staf. waarop hij kan leunen. Zij houde hem vóór het ideaal, waarnaar hij kan streven. Maar zij be- stoke hem niet met projectielen, die hem het oog verblinden. En zij be denke, dat ideaal en werkelijkheid vooral in de politiek vaak heel ver uit elkaar liggen. Zij mag bovenal op het eerste het oog gericht houden. Maar de regeerder heeft niet minder te re kenen met het tweede. Bij dat pijnlijk conflict tusschen wat moet en wat kan, dat altijd de ziel van den waren regeerder pijnigt, bicde de wetenschap verzachting, maar zij verscherpe het niet. UIT DE OMGEVING. Gemeenteraad. SASSENHEIM. (Slot). De lieer Speelman zag zich bij zijn bestrijding van het voorstel al tamelijk wel het gras voor de voeten weggemaaid. Moet er, zoo vroeg spr., nu ineens een nieuw raadhuis komen, omdat een ener giek .ondernemer1 het oog heeft laten val len op het oude gebouw Het gaat niet om f 60.000.Spr zou er wel f 100.000 voor over hebben. Trouvvens, spr meent, dat dit plannetje geen f óo.coo maar wel f 85.000 zal kosten. Als het door den tijd noodig mocht blijken moeten v/e het goed doen. Maar nu is het niet noodig. Wat waren we niet in de nopjes bij de verbouwing van dit raadhuis, 't Mag van buiten niet zoo mooi zijn, maar liet vormt toch een aardig geheel. Spr zou B. en W. willen zeggen: weest nu verstandig (gelach) en trekt uw voorstel in. Er zou toch in elk geval een flinke meerder heid voor dienen te zijn. De heer Bisschops bleef moedig tot het bitttere einde, en'zelf moest spr. in tweede instantie toegeven, dat de zaak een beetje wankel was komen te staan. Zuinigheid is goed, maar we hebben het recht om ons de meest noodige dingen aan te schaffen. Het motief van B. en W. dat de belasting niet hoog is, moge niet den doorslag geven, het zou dit wel kun nen, doen in het omgekeerde geval, b.v. wanneer er geen geld was. Laat men nu van den gunstigen toestand partij weten te trekken. Een goed raadhuis achtte spr. evengoed een reclame voor de gemeente als een mooi park. Nu zal men veel geld gaan besteden aan een waterleiding en centrale verwarming in het oude raad huis, en per saldo nog een opgelapt ge bouw houden. Een nieuw element in de discussie was het „optreden" van den heer v. d. Gees t, die na den hevigen aanval van zijn me deleden op het voorstel ondernomen, bij zijn voornemen bleef, omover de zaak niets te zeggen, dan dat hem de houding van de tegenstanders erg te genviel. De heer Kroon sloeg op hetzelfde aambeeld. Overal verrijzen de nieuwe vil la's zegt spr. Waarom stellen „de hee- ren" dat niet uit. De belastingdraagkracht is groot genoeg, aldus spr., en wat het zich hier vestigen van nieuwe inwoners betreft, meent spr., dat een nieuw raad huis mede den indruk, zou wekken, dat hier een boterham te verdienen is. Spr zou in dezen gouden tijd maar zooveel mogelijk willen bouwen (gelach). Weth. Bader bracht ten gunste van B. en W. nieuwe krachten in het gevecht. Spr achtte het bepaald een belang voor de gemeente, dat er eens een mooi raad huis komt. Den blik wendend naar andere gemeen ten als Oegstgeest, Lisse, Heemstede, enz. constateerde spreker, dat Sassenhrim, hoe wel een der welvarendste gemeenten, in de bollenstreek met haar raadhuis geen mooi figuur maakt.- Den heer Speelman vond spr inconsequent, want hij zou zelfs ^vvel een ton willen voteeren, maar wanneer De wethouders zijn geheel vrij in hun uitspraak, maar spr voelt er het meest voor om het voorstel terug te nemen. Weth. Warnaar achtte het voldoen de wanneer liij uitsprak, den bouw van een nieuw raadhuis een hernieuwde over weging waard te achten. Spr had ver wacht. dat dit voorstel wel met zekere bljjds<±ap was begroet geworden, en daarom viel spr. de stemming van lieden avond een beetje tegen. Spr schrijft dit toe aan de lcortc voorbereiding. Wij IIol landers zijn menschen van de overdachte, Soms trage beweging. Wanneer het er om ging, den doorslag te geven, zou spr geen bezwaar hebben een voor of tegen te laten hooren, maar spreker meent zich daarvan in deze omstandigheden ontsla gen te mogen achten. De lieer v. Rijn zorgde voor een op gewekt slot met een opmerking over de houding der meest democratische raads leden, die blijkbaar meegaan met het mo tief van B. en ,W., dat er meer trouw kamers moeten komen, teneinde gelegen heid te geven om tegen verschillend ta rief te kunnen trouwen. De heer v. d. Geest reageerde hier op met de verklaring, dat zijn democra tie ieder de gelegenheid wil geven om naar vermogen te handelen, ook te trou wen. (gelach). De heer Kroon schoot nog een pijl af op den heer v. Rijn, die „overal tegen is. Natuurlijk omdat zij, die het meeste hebben, het meeste zullen moeten betalen. De Voorzitter sloot zich aan bij wat de heer Kroon in heel krasse ter men had gezegd. Wat we in de gemeente* zien verrijzen wijst erop, dat de stich ting van een nieuw raadhuis uit finan- ciëel oogpunt zeer wel mogelijk is. De heer Biss chops gaf het niet op ,en hield stand op een voorstel om het punt aan te houden. De Voorzitter besloot met een ka nonschot in de richting-Speelman, wien spr het kwalijk nam, dat hij aan de cijfers van de voorloopige begrooting durfde twijfelen. De schrik' bleek echter niet diep te zijn gegaan bij den heer Speelman, die sterk tegen het voorstel was om het punt in „een" volgende vergadering weer te behandelen. Sassenheim is toch reeds in opspraak, (gelach). Spr wilde nu meteen maar besluiten, om er het eerste jaar niet meer over te praten. De heer Bisschops waagde het ten slotte de veronderstelling te uiten, dat verschillende leden hun uitspraak hadden gericht naar de publieke opmie. Laat het publiek eens weten, wat er eigenlijk aarr de hand is, dan zal de geestdrift wel groeien. De heer v. Zonneveld verklaarde de zaak gerust nog een poosje aan B. en W. te zullen overlaten. Amsterdam praat al 15 jaar over een nieuw raad- raadhuis, mogen wij er dan geen jaar over denken r Als eerst de siuuingskwcs- tie met Amerika maar voorbij is, dan zal er met ons wel weer te praten vallen, meende spr. Wethouuer Warnaar wees nog even de veronderstelling terug, als zou er ge vraagd worden or moeten worden naar de> publieke opinie. We moeten onze daden voor eigen rekening durven nemen, en men zou ook kunnen zeggen, dat de P. O. zich voor een deel rient naar de be- besluiten der overheid. De Voorzitter: irekt misschien ook de heer Bisschops zijn voorstel in? De heer b pee 1 man: wees ook maar verstandig (vroohjicheid). De heer Bisschops handhaafde zijn voorstel echter. Aanneming oaarvan zou alleen geschikt zijn, aldus de Voorzitter, om B. en W. den moed te geven te eeniger tijd met het voorstel teyug te komen. De qjj.ossing kwam tenslotte in een conciüsiü van weth. Warnaar, dat B. en W. terug zuhea mogen komen, wan neer de toestanden in net vak meer sta biel zullen zijn geworuen. De raad ging hierna ia geheime zi.ting om het voorstel tot verhooging van de lopnen van eénige gemeeiite.verkLeden en van dat betrenende de ontruiming van* het aoor Jan Molenaar bewoonde per ceel. Na heropening der vergadering deeit de Voorzitter mede, ciat de loonea der gemeenteweridieuen en der poli.ie zijn verhoogd. Deze loonschalen zijn ais vo.gï: Meyer en v. Zon f 31, Bogaords 1 30, Jansen en v. d. Meer 1 2o>,5->. De beide politieagenten krijgen een vcrhoo6ing van 1 100, ae chef <ier pohtie f 50, omdat deze reeds vrije woning, vrij vuur en lich: heeft. Bij de rondvraag wordt geklaagd over de vernieling, door losioopenue honuen aangericht, i^r zai stronger worsen toe gezien en bij herhaling tegen den eigenaar prooes-veroaai worden op6emaa.h, terwijl ue K.aaa tevens overweegt een verorde ning te maken, om aile in het pane los loop ende honuen doou te schieten. Nadat nog gewezen is op de oassener vaart, die hier en daar ondiepe plaatsen vertoont, wordt ae vergadering gesmtcn. Gemeenteraad. LEiMUiDJSN. Tegenwoordig waren ue heeren: H. Heenk, W. Koot; J. van Dam; J. A. Bernard en P. Rietdijk. Afwezig de heeren H. J. Visser en C. van den Akker. Voorzitter de heer J. A. Bakhuizen* Burgemeester der gemeente. De voorz. opent de vergadering met gebed. De notulen der vorige vergade ring worden vastgesteld. De voorzitter doet mededeeling van de navolgende ingekomen stukken: Eene missive van Ged. Staten dezer provincie d.d. 30 Maart j.l. waarin wordt medegedeeld dat de uitkeering ingevolge de artikelen 1 tot en met 9 der wret van 24 Mei .1897 Staatsblad no. 156, over het jaar 1924 nader vast gesteld is op f3336.36. Een schrijven van den Directeur van den keuringsdienst van waren, district Leiden, inhoudende een overzicht van de werkzaamheden door den Keurings diens#t van Waren in deze gemeente verricht, gedurende het tijdvak 2 Jan.- 31 Maart 1925. Een schrijven van Ged. Staten dezer provincie, houdende mededeeling dat de jaarwedde van den Ontvanger met f50 is verhoogd, te rekenen vanaf 1 Ja nuari 1924. Is ingekomen een schrijven van de Sted. Lichtfabrieken te Leiden, waarbij worden ingezonden een nieuwe kosten, berekening voor de plaatsing van vier, lantaarns aan de Noordzijde van de Drecht in de Bilderdammerbuurt. De kosten zullen daarvan f1067 bedragen. De voorz. stelt namens B. en W. voor, te besluiten tot plaatsing van de 4 lan taarns. De Raad kan zich hiermede volkomen vereenigen. Naar aanleiding van een verzoek van P. J. Horsman, huurder van de gemeen tewoning in de Bilderdam, om z\jn huur een weinig te verlagen stelt de voorz. namens B. en W. voor de huur te brengen van f4 op f3.50, ingaande 16 Apri a.s. De Raad besluit dit zondes hoofdelijke stemming. Tot leden van het stembureau wor den gekozen de heeren Bernard en v'. Dam en tot plaatsvervangende leden de heeren Koot en Heenk. Als plaatsver vangend voorz. wordt aangewezen de heer J. A. Bernard. Aan de orde komt vaststelling van *t heffingspercentage der plaatselijke In komstenbelasting, voor het belasting jaar 19251924. De Voorzitter deelt mede, dat met de behandeling \*an de Gemeentebegroo- ting daarmede reeds eenigszins reke ning is gehouden. B. en W. stellen voor ,het heffingspercentage te bepalen op 2. Er kunnen nog geen voorstellen wor den gedaan om de belasting te verla gen, mogelijk het volgend jaar. De Raad besluit daarna zonder hoofdelijke stemming het heffingspercentage op 2 vast te stellen. Aan de orde komt vaststelling van een comptabel besluit. Het verleende subsidie aan de Direc tie der Holl. Electr. Spoorweg Maat schappij is op de Gemeentebegroot ng op f200 geraamd. Dit bedrag moet ech ter zijn f400, zoodat de betrokken post met f200 verhoogd moet worden. Aldus besloten. Aangezien niets meer aan de orde is zegt de voorz. dat op hem nog een taak rust om een kwestie ter tafel te bren gen, die den Gemeenteontvanger aan gaat De Raad heeft in zijn vergadering van 17 December 1923 het besluit ge nomen de zekerheid van den Gemeente, ontvanger te verhoogten tot een bedrag van f2500. Dit besluit is door Ged. Sta ten van Zuid-Holland goedgekeurd. De Raad heeft toen bepaald, dat de verhoogde zekerheid voor of op 1 Sep tember 1924 tot stand moest komen. Hiervan is hem mededeeling gedaan bij schrijven van 2 Juli 1924 no. 406. In dien brief staat nog, dat hij van die mededeeling goede nota moest ne men, maar thans op 7 April 1925 is de verhoogde zekerheid nog niet gesteld. Spreker acht z.ch verplicht hiervan mededeeling te doen aan den Raad. Het is hem onbegrijpelijk dat de Ge- meenteonvanger steeds in gebreke blijft, temeer daar hij met vuur speelt want het laatste lid van artikel 111 der Gemeentewet zegt dat de ontvanger, die binnen den door den Raad bepaal den tijd de zekerheid niet heeft gesteld beschouwd wordt zijn ontslag te heb ben gevraagd. Ook kan spreker niet aannemen, dat de Gemeenteontvanger dit artikel niet bekend is. Ook bij de op de verhoogde zekerheid ge wezen, kasopname is hem verscheidene malen B. en W. meenen den Gemeenteont vanger 14 dagen gelegenheid te moeten geven de verhoogde zekerhe.d te stel len en wel voor of op 22 April a.s. Heeft hij dan nog niet aan zijn ver- pichting voldaan, dan meet geacht worden dat hij zijn ontslag heeft aan gevraagd. De heer Rietdijk merkt op, dat de Gemeenteontvanger toch wel op het postje gesteld is. hij zou hem op artikel 111 der Gemeentewet willen wijzen. De voorzitter kan n'.et aannemen, dat den Gemeenteontvanger dit artikel niet bekend is. De Raad besluit daarna zonder hoof delijke stemming den Gemeenteontvan ger alsnog de gelegenheid te gev< voor of op 22 April a.s. de verhoogde zekerheid te stellen. Niemand meer het woord verlan gende sluit de voorzitter de vergade ring. KATWIJK AAN ZEE. Dinsdagavond vergaderde in de Ge meentezaal de afdeeling Katwijk van üe Christen Democratischen Bond. Als spreker trap ou de heer G. A. de Vries uit den Haag. Door spreker werd uiteengezet, waar om een Chr. DemocratischenBond werd opgericht en deelde mede dat de idee niet nieuw was; hierbij citeerde hij eenige uitspraken van Dr. Kuijper; Dr. Slotemaker de Bruine en anderen Verder ;zei spreker dat in drie groote Chr. partijen het volk is overgeleverd aan enkele menschen, de leiders der kiesvereenigingen. De massa heeft geen invloed op het stellen van cand:daten en mag allen stemmen op de candidaten die hun voorgelegd worden. Spreker meende dat het christelijk beginsel in deze partijen op den achtergrond is ge raakt. Men klemt zich angstvallig vast aan het kruis der hope, het kapitaal De A.R. staart zich blind op de veil.g- heid van den gulden; geld, geld, en nog eens geld voor het christelijk beginsel was volgens spr. geen plaats meer. De Chris. Democraten erkennen niet dat enkele menschen beslissen moeten over het staatsbestuur. Zij erkennen niet dea het goed is dat het bezit en het voordeel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 11