NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN ZATERDAG 11 APWlLT92S
BZ- NIEUWE BELASTINGWETTEN,
De weeldebelasting.
A rin het Voorloopig Verslag v%n
Je Tweede Kamer omtrent de voor
gestelde belastingwetten is nog het
volgende ontleend.
Sommige leden hadden bezwaar te
gen het beginsel van het belasten van
goederen boven een zekeren prijs.
Opgemerkt werd, dat de sub. 2o a.
5o van dit artikel genoemde prijzen,
beneden welke de daarbij bedoelde
artikelen vrij zijn van belasting, met
betrekking tct vrouwe-kleederen op
een geheel andere hoogte staan dan
met betrekking tot mannen-kleederen.
Eetoogd werd, dat kleedingstukken
vervaardigd van zijde of kunstzijde
steeds onder de belasting zouden moe
ten vallen, onafhankelijk van den prijs
van het kleedingstuk zelf.
Eenige leden betoogden, dat de
maat-kleermaker dcor de voorgestelde
bepalingen in veel ongunstiger condi
tie zal geraken dan de confectie, om
dat de gemaakte heerenkleederen wël
altijd boven de gestelde grenzen zullen
vallen, de confectie-kleederen echter
niet.
Gevraagd werd, of een heerenrok'
een jas is. Ook vroeg pien, of een
uniformjas onder deze belasting valt.
Gevraagd werd, of onder eethuizen
ook kosthuizen en eetgelegenheden in
flate worden verstaan.
Bezwaar werd gemaakt tegen de be
lasting op gramofonen en phonogra-
fen, welke veel in de kringen van
minder gegoeden worden aangetrof
fen.
Eenige leden waren van oordeel,
dat de prijs van flO per M2 voor
tapijten te hoog is.
Opgemerkt werd, dat alleen gesle
pen kristal of glaswerk belast zal zijn,
terwijl geëtst en glad kristal en glas
werk, dat vrij is, vaak zeer hoog in
prijs is, althans veel hooger dan glas
werk met eenvoudig slijpsel.
Voorts werd er bezwaar tegen ge
braakt, dat alleen porceleinen eetser
viezen, waarvan de prijs meer dan
f 100 bedraagt, aan belasting zullen
worden onderworpen, terwijl aarde
werk-serviezen, die ook wel voor de
zelfde prijzen worden verkocht, .vrij'
zullen zijn.
Sommige leden vreesden, dat de be
paling sub. 2o a 2o en 3o nadeelig
zal zijn voor de edelmetaalfabrieken
en de diamantindustrie door de con
currentie van België, waar de belas
ting slechts 5 pet. bedraagt en restitu-
jtie bij uitvoer wordt verleend,
f Verscheidene leden waren van oor
deel, dat de belastinggrens voor .uur
werken van f100 te hoog is.
Aangedrongen werd op vrijstelling
van toiletzeep.
Vele leden hadden bezwaar tegen
de belasting op de sub. 2o a 60 en 7o
van dit artikel genoemde artikelen,
zij! vroegen, of althans niet een grens
zou kunneh worden gesteld, beneden
welke die artikelen vrij!' zouden zijn.
Zij dachten hierbij in het bijzonder
aan ontbijtkoek.
Andere leden juichten de belasting
op deze artikelen toe, omdat daar
door de snoeplust onder ons volk, die
veel te veel verbreid is, zal worden
beteugeld.
Gevraagd werd of sub 2o a 80
ook bedoeld zijn kippen, "duiven en
ander gevogelte niet bestemd om ge-
conusmeerd te worden doch bestemd
ter verdere productie in het land
bouwbedrijf. Zoo ja, dan zou men
zulks ongewenscht achten, omdat een
dergelijke belasting geen verbeterings
belasting is.
Verscheidene leden hadden bezwaar
tegen de belasting op automobielen,
omdat -deze reeds belast zijn met een
vrij hoog invoerrecht en een der
grondslagen voor de personeele belas
ting vormen.
Sommige leden wenschten alleen
automobielen voor personenvervoer,
boven een zekeren prijs aan belasting
te zien onderworpen.
Ernstige bedenkingen werden inge
bracht tegen de belasting op plezier
vaartuigen.
Vele leden hadden bezwaren tegen
de belasting van schilderijen, vooral
van levende meesters.
Sqmmige leden drongen aan op vrij
stelling bij de levering van grond
stoffen voor de industrie.
Aangedrongen werd voorts op vrij
stelling van alle gebruiksartikelen en
paramenten, benoodigd voor den eere
diénst.
Verscheidene leden waren van oor
deel, dat de redactie van art. 81 b
niet duidelijk is. Overigens werd de
bepaling van het tweede lid onbillijk
ge c't. Van ale at kelen tot en met
f 1 zal f 0.10 belasting moeten worden
betaald, hetgeen ver uitgaat boven het
verschuldigde bedrag.
Gevraagd werd of, evenals in het
buitenland en ten onzent bij effecten
nota's gebruikelijk is, niet gebruik kan
worden gemaakt van in tweeën te
scheuren zegels.
Opgemerkt werd, dat de in art. 81'c
bedreigde boeten zoo hoog zijn, dat
r -n niet aj te accuraa: zakenman daar
door geheel geruineerd kan worden.
De administratieve maatregelen, wel
ke zijn voorgeschreven voor de ont
heffing van de verplichting tot zegel-
plokken (art. 81 cJ9 werden veel te
omslachtig geacht-
De ïndoiogieche leerdoelen te Utrecht.
In 0 n z-e T ij d, het nieuw algemeen
Christelijke tijdschrift voor Nederland
en Koloniën, werd door den heer Barg-
meyèr, tot voor kort een invloedrijk
lid van den Indischen Volksraad, aan
bovengenoemd onderwerp een artikel
gewijd, waarvan we hier enkele ge
deelten laten volgen.
De heer Bergmeyer bespreekt dan
eerst de wetenschappelijke positie van
de te Leiden doceerende hoogleeraren
en hoe hun wetenschappelijk gezag
ook langzamerhand politieke beteeke-
nis kreeg, doordat de voorstanders van
radicale staatkunde zich vaak op hun
uitlatingen beriepen. Ze golden in In-
dië tenslotte als bestrijders van de po
litiek, die daar thans gevolgd wordt.
Daartegen nu ontstond verzet. In
den Indischen Volksraad werd meer
malen, onder erkenning van de groote
verdiensten, die de Leidsche profes
soren als wetenschappelijke mannen
zich verworven hadden gewaarschuwd
tegen hun politieke idealen. Ook hier
te lande werden hun ideeën bestreden.
Velen oordeelden, dat hun invloed op
de vorming der Indische ambtenaren
verkeerd moest werken. En men meen
de niet beter te kunnen doen, dan ccn
poging aan te wenden aan dien in
vloed een einde te maken. Een aantal
groote kapitaalkrachtige lichamen
stichtten een fonds om enkele indolo-
gische leerstoelen op te richten, waar
door het monopolie dat Leiden thans
nog inzake de Indische opleiding heeft
zou kunnen gebroken worden. Werd te
Utrecht ook gelegenheid gegeven om
ambtenaren voor Indië op te leiden,
dan kon een tegenwicht gegeven wor
den, dat den, naar men meende, ver-
derfelijken invloed der Leidsche schooi
zou kunnen neutraliseeren. En op de
Regeering rust thans de taak, om te
beslissen of de aanvraag om erkenning
dier bijzondere leerstoelen voldoet aan
de eischen, die de wet daarvoor beeft
gesteld.
Wij kunnen die taak met gerustheid
aan de Regeering overlaten in het ver
trouwen, dat zij onbevooroordeeld die
aanvraag zal toetsen aan de wet.
Maar daarmee is de zaak toch niet
uit. Want al komt deze kwestie wet
telijk in orde, en al kan de Regeering
met de wet in de hand de erkenning
niet weigeren, al blijkt de zaak ook
zóó opgezet, dat de onafhankelijkheid
der bijzondere profesoren als weten
schappelijke mannen ten volle is ge
waarborgd, toch zijn daardoor do an
dere, en mi. veel gewichtiger bezwa
ren nog niet ontzenuwd. Bij den dood
van Lord Curzon werd opgemerkt; dat
een zijner meest bekende maatregelen
door hem als onder-koning v. Britsch-
Indië genomen: de verdeeling van Ben
galen, administratief even onberispe
lijk en aanbevelenswaardig als psy
chologisch onverstandig was. Men zou
met wat andere woorden hier hetzelf
de kunnen zeggen. Er is niets tegen,
dat er bijzondere leerstoelen worden
opgericht voor Indologische studiën.
Er is niets tegen, dat het groot-kapi
taal daarvoor geld beschikbaar stelt.
Maar er is alles tegen, dat het kapi
taal ambtenaren doet opleiden voor
den Indischen dienst, als dezelfda amb
tenaren later geroepen zullen worden
om in hooge onpartijdigheid beslissin
gen te nemen in conflicten waarbij
zoowel dat kapitaal als de bevolking
betrokken is.
Het zou al zeer dwaas zijn om niet
te erkennen, dat het kapitaal voor In
dië onmisbaar is. Zonder kapitaal
geen ontwikkeling van de bevolking,
geen exploitatie van den bodem met
zijn schatten, geen ontplooiing van de
economische mogelijkheden, die Indië
oplevert.
Maar het behoeft evenmin betoog,
dat ook in Indië, gelijk overal ter we
reld, kapitaal en arbeid niet altijd in
vrede leven. Ook al verwerpt men, ge
lijk ik van ganscher harte doe, de leer
van den klassenstrijd, dan zal men nog
moeten toegeven, dat kapitaal en ar
beid heel vaak en heel gemakkelijk
met elkander in conflict geraken. En
dat vooral in Indië, waar het rasver
schil de economische verschillen nog
komt verscherpen, een onkreukbare
macht, die boven de partijen staat, on
misbaar moet worden genoemd.
Zulk een onpartijdige macht nu is
ons bestuur, dat de Regeering door
haar ambtenaren uitoefent.
Heeft het kapitaal dus te klagen
over de partijdigheid der ambtenaren?
We hebben die beschuldiding nooit
hooren uitspreken. Er mocht al eens
een enkele dmbtenaar zijn, die het ka
pitaal niet-gunstig gezind was, of een
ander, die het kapitaal naar de oog en
zag, over het geheel verdient ons amb
tenaren-corps in Indië zijn naam van
betrouwbaarheid en onpartijdigheid
ten volle. Maar zal het dien naam
blijven behouden, dan is het zeer on
gewenscht, dat er ambtenaren kom
die opgeleid worden' aan een inrich
ting, door het kapitaal in hot leven
geroepen en in stand gehouden; die
mischien wel hun geheele opleiding
aan dat kapitaal te danken hebben.
Want zonder een vrij groot aantal
beurzen zullen de Utrechtsche profes
soren al heel weinig Indische studen
ten krijgen.
Meent men dus, dat het onderwijs,
te Leiden gegeven, een tegenwicht 1100
dig heeft, .er'zou ovër tc praten zijn,
liocwcl tegen dat onderwijs zelf nooit
met grond iets is aangevoerd eri de
Leidsche professoren ook allesbehalve
één en dezelfde richting zijn toegedaan
Van Snouck's associatie-politiek b.v.
wil Van Vollenhoven niets weten, en
evenmin is de laatste een voorstander
van de unificatie-gedachte, die mr.
Carpentier Alting voorstaat.
Doch wil men het onderwijs dezer
professoren corrigeeren, dan geschiede
het te Leiden zelf. Dan kweeke men
geen twee soorten van ambtenaren,
wier onderlinge verhouding al even
moeilijk zal worden als de verhou
ding van de Utrechtsche soort tegen
over het Indisch publiek. En men be
denke vooral, dat de bezwaren tegen
de Leidsche professoren niet zoozeer
hun onderwijs golden, als wel hun ge
schriften, waarin zij zich meer op al
gemeen politiek terrein bewogen. Laat
men ze daar aangrijpen. En verge te
men niet, dat het in de eerste plaats
een psychologische fout zou zijn, de
inlandsche bevolking, die vaak meer
de nadeelen dan de voordeelen van
het kapitaal ziet, te doen besturen
door ambtenaren, die door dat kapi
taal zijn opgeleid.
Er is m.i. maar één weg, die in deze
onverkwikkelijke geschiedenis een uit
weg biedt, om te ontkomen aan de
moeilijkheden. En die is, dat de Leid
sche proefessoren zich wat matigen,
wanneer ze spreken in het publiek.
De wetenschap is onmisbaar en hoog
te waardeeren. Maar zij wake er voor,
dat zij den staatsman en politicus
geen stok tusschen de beenen werpt.
Zij levere hem een staf. waarop hij kan
leunen. Zij houde hem vóór het ideaal,
waarnaar hij kan streven. Maar zij be-
stoke hem niet met projectielen, die
hem het oog verblinden. En zij be
denke, dat ideaal en werkelijkheid
vooral in de politiek vaak heel ver uit
elkaar liggen. Zij mag bovenal op het
eerste het oog gericht houden. Maar
de regeerder heeft niet minder te re
kenen met het tweede.
Bij dat pijnlijk conflict tusschen wat
moet en wat kan, dat altijd de ziel
van den waren regeerder pijnigt, bicde
de wetenschap verzachting, maar zij
verscherpe het niet.
UIT DE OMGEVING.
Gemeenteraad.
SASSENHEIM.
(Slot).
De lieer Speelman zag zich bij zijn
bestrijding van het voorstel al tamelijk
wel het gras voor de voeten weggemaaid.
Moet er, zoo vroeg spr., nu ineens een
nieuw raadhuis komen, omdat een ener
giek .ondernemer1 het oog heeft laten val
len op het oude gebouw Het gaat niet
om f 60.000.Spr zou er wel f 100.000 voor
over hebben. Trouvvens, spr meent, dat
dit plannetje geen f óo.coo maar wel
f 85.000 zal kosten. Als het door den
tijd noodig mocht blijken moeten v/e het
goed doen. Maar nu is het niet noodig.
Wat waren we niet in de nopjes bij de
verbouwing van dit raadhuis, 't Mag van
buiten niet zoo mooi zijn, maar liet vormt
toch een aardig geheel. Spr zou B. en
W. willen zeggen: weest nu verstandig
(gelach) en trekt uw voorstel in. Er zou
toch in elk geval een flinke meerder
heid voor dienen te zijn.
De heer Bisschops bleef moedig
tot het bitttere einde, en'zelf moest spr.
in tweede instantie toegeven, dat de zaak
een beetje wankel was komen te staan.
Zuinigheid is goed, maar we hebben het
recht om ons de meest noodige dingen
aan te schaffen. Het motief van B. en W.
dat de belasting niet hoog is, moge niet
den doorslag geven, het zou dit wel kun
nen, doen in het omgekeerde geval, b.v.
wanneer er geen geld was. Laat men nu
van den gunstigen toestand partij weten
te trekken. Een goed raadhuis achtte spr.
evengoed een reclame voor de gemeente
als een mooi park. Nu zal men veel geld
gaan besteden aan een waterleiding en
centrale verwarming in het oude raad
huis, en per saldo nog een opgelapt ge
bouw houden.
Een nieuw element in de discussie was
het „optreden" van den heer v. d. Gees t,
die na den hevigen aanval van zijn me
deleden op het voorstel ondernomen, bij
zijn voornemen bleef, omover de
zaak niets te zeggen, dan dat hem
de houding van de tegenstanders erg te
genviel.
De heer Kroon sloeg op hetzelfde
aambeeld. Overal verrijzen de nieuwe vil
la's zegt spr. Waarom stellen „de hee-
ren" dat niet uit. De belastingdraagkracht
is groot genoeg, aldus spr., en wat het
zich hier vestigen van nieuwe inwoners
betreft, meent spr., dat een nieuw raad
huis mede den indruk, zou wekken, dat
hier een boterham te verdienen is. Spr
zou in dezen gouden tijd maar zooveel
mogelijk willen bouwen (gelach).
Weth. Bader bracht ten gunste van
B. en W. nieuwe krachten in het gevecht.
Spr achtte het bepaald een belang voor
de gemeente, dat er eens een mooi raad
huis komt.
Den blik wendend naar andere gemeen
ten als Oegstgeest, Lisse, Heemstede, enz.
constateerde spreker, dat Sassenhrim, hoe
wel een der welvarendste gemeenten, in de
bollenstreek met haar raadhuis geen mooi
figuur maakt.- Den heer Speelman vond
spr inconsequent, want hij zou zelfs ^vvel
een ton willen voteeren, maar wanneer
De wethouders zijn geheel vrij in hun
uitspraak, maar spr voelt er het meest
voor om het voorstel terug te nemen.
Weth. Warnaar achtte het voldoen
de wanneer liij uitsprak, den bouw van
een nieuw raadhuis een hernieuwde over
weging waard te achten. Spr had ver
wacht. dat dit voorstel wel met zekere
bljjds<±ap was begroet geworden, en
daarom viel spr. de stemming van lieden
avond een beetje tegen. Spr schrijft dit
toe aan de lcortc voorbereiding. Wij IIol
landers zijn menschen van de overdachte,
Soms trage beweging. Wanneer het er
om ging, den doorslag te geven, zou spr
geen bezwaar hebben een voor of tegen
te laten hooren, maar spreker meent zich
daarvan in deze omstandigheden ontsla
gen te mogen achten.
De lieer v. Rijn zorgde voor een op
gewekt slot met een opmerking over de
houding der meest democratische raads
leden, die blijkbaar meegaan met het mo
tief van B. en ,W., dat er meer trouw
kamers moeten komen, teneinde gelegen
heid te geven om tegen verschillend ta
rief te kunnen trouwen.
De heer v. d. Geest reageerde hier
op met de verklaring, dat zijn democra
tie ieder de gelegenheid wil geven om
naar vermogen te handelen, ook te trou
wen. (gelach).
De heer Kroon schoot nog een pijl
af op den heer v. Rijn, die „overal tegen
is. Natuurlijk omdat zij, die het meeste
hebben, het meeste zullen moeten betalen.
De Voorzitter sloot zich aan bij
wat de heer Kroon in heel krasse ter
men had gezegd. Wat we in de gemeente*
zien verrijzen wijst erop, dat de stich
ting van een nieuw raadhuis uit finan-
ciëel oogpunt zeer wel mogelijk is.
De heer Biss chops gaf het niet op
,en hield stand op een voorstel om het
punt aan te houden.
De Voorzitter besloot met een ka
nonschot in de richting-Speelman, wien
spr het kwalijk nam, dat hij aan de cijfers
van de voorloopige begrooting durfde
twijfelen.
De schrik' bleek echter niet diep te zijn
gegaan bij den heer Speelman, die
sterk tegen het voorstel was om het punt
in „een" volgende vergadering weer te
behandelen. Sassenheim is toch reeds in
opspraak, (gelach). Spr wilde nu meteen
maar besluiten, om er het eerste jaar niet
meer over te praten.
De heer Bisschops waagde het ten
slotte de veronderstelling te uiten, dat
verschillende leden hun uitspraak hadden
gericht naar de publieke opmie. Laat het
publiek eens weten, wat er eigenlijk aarr
de hand is, dan zal de geestdrift wel
groeien.
De heer v. Zonneveld verklaarde
de zaak gerust nog een poosje aan B.
en W. te zullen overlaten. Amsterdam
praat al 15 jaar over een nieuw raad-
raadhuis, mogen wij er dan geen jaar
over denken r Als eerst de siuuingskwcs-
tie met Amerika maar voorbij is, dan zal
er met ons wel weer te praten vallen,
meende spr.
Wethouuer Warnaar wees nog even
de veronderstelling terug, als zou er ge
vraagd worden or moeten worden naar
de> publieke opinie. We moeten onze daden
voor eigen rekening durven nemen, en
men zou ook kunnen zeggen, dat de P.
O. zich voor een deel rient naar de be-
besluiten der overheid.
De Voorzitter: irekt misschien ook
de heer Bisschops zijn voorstel in?
De heer b pee 1 man: wees ook maar
verstandig (vroohjicheid).
De heer Bisschops handhaafde zijn
voorstel echter.
Aanneming oaarvan zou alleen geschikt
zijn, aldus de Voorzitter, om B. en
W. den moed te geven te eeniger tijd met
het voorstel teyug te komen.
De qjj.ossing kwam tenslotte in een
conciüsiü van weth. Warnaar, dat B.
en W. terug zuhea mogen komen, wan
neer de toestanden in net vak meer sta
biel zullen zijn geworuen.
De raad ging hierna ia geheime zi.ting
om het voorstel tot verhooging van de
lopnen van eénige gemeeiite.verkLeden
en van dat betrenende de ontruiming van*
het aoor Jan Molenaar bewoonde per
ceel.
Na heropening der vergadering deeit
de Voorzitter mede, ciat de loonea
der gemeenteweridieuen en der poli.ie zijn
verhoogd. Deze loonschalen zijn ais vo.gï:
Meyer en v. Zon f 31, Bogaords 1 30,
Jansen en v. d. Meer 1 2o>,5->. De beide
politieagenten krijgen een vcrhoo6ing van
1 100, ae chef <ier pohtie f 50, omdat deze
reeds vrije woning, vrij vuur en lich:
heeft.
Bij de rondvraag wordt geklaagd over
de vernieling, door losioopenue honuen
aangericht, i^r zai stronger worsen toe
gezien en bij herhaling tegen den eigenaar
prooes-veroaai worden op6emaa.h, terwijl
ue K.aaa tevens overweegt een verorde
ning te maken, om aile in het pane los
loop ende honuen doou te schieten.
Nadat nog gewezen is op de oassener
vaart, die hier en daar ondiepe plaatsen
vertoont, wordt ae vergadering gesmtcn.
Gemeenteraad.
LEiMUiDJSN.
Tegenwoordig waren ue heeren: H.
Heenk, W. Koot; J. van Dam; J. A.
Bernard en P. Rietdijk.
Afwezig de heeren H. J. Visser en
C. van den Akker.
Voorzitter de heer J. A. Bakhuizen*
Burgemeester der gemeente.
De voorz. opent de vergadering met
gebed. De notulen der vorige vergade
ring worden vastgesteld.
De voorzitter doet mededeeling van
de navolgende ingekomen stukken:
Eene missive van Ged. Staten dezer
provincie d.d. 30 Maart j.l. waarin
wordt medegedeeld dat de uitkeering
ingevolge de artikelen 1 tot en met 9
der wret van 24 Mei .1897 Staatsblad
no. 156, over het jaar 1924 nader vast
gesteld is op f3336.36.
Een schrijven van den Directeur van
den keuringsdienst van waren, district
Leiden, inhoudende een overzicht van
de werkzaamheden door den Keurings
diens#t van Waren in deze gemeente
verricht, gedurende het tijdvak 2 Jan.-
31 Maart 1925.
Een schrijven van Ged. Staten dezer
provincie, houdende mededeeling dat
de jaarwedde van den Ontvanger met
f50 is verhoogd, te rekenen vanaf 1 Ja
nuari 1924.
Is ingekomen een schrijven van de
Sted. Lichtfabrieken te Leiden, waarbij
worden ingezonden een nieuwe kosten,
berekening voor de plaatsing van vier,
lantaarns aan de Noordzijde van de
Drecht in de Bilderdammerbuurt. De
kosten zullen daarvan f1067 bedragen.
De voorz. stelt namens B. en W. voor,
te besluiten tot plaatsing van de 4 lan
taarns. De Raad kan zich hiermede
volkomen vereenigen.
Naar aanleiding van een verzoek van
P. J. Horsman, huurder van de gemeen
tewoning in de Bilderdam, om z\jn
huur een weinig te verlagen stelt de
voorz. namens B. en W. voor de huur
te brengen van f4 op f3.50, ingaande 16
Apri a.s. De Raad besluit dit zondes
hoofdelijke stemming.
Tot leden van het stembureau wor
den gekozen de heeren Bernard en v'.
Dam en tot plaatsvervangende leden de
heeren Koot en Heenk. Als plaatsver
vangend voorz. wordt aangewezen de
heer J. A. Bernard.
Aan de orde komt vaststelling van *t
heffingspercentage der plaatselijke In
komstenbelasting, voor het belasting
jaar 19251924.
De Voorzitter deelt mede, dat met de
behandeling \*an de Gemeentebegroo-
ting daarmede reeds eenigszins reke
ning is gehouden. B. en W. stellen voor
,het heffingspercentage te bepalen op 2.
Er kunnen nog geen voorstellen wor
den gedaan om de belasting te verla
gen, mogelijk het volgend jaar. De
Raad besluit daarna zonder hoofdelijke
stemming het heffingspercentage op 2
vast te stellen.
Aan de orde komt vaststelling van
een comptabel besluit.
Het verleende subsidie aan de Direc
tie der Holl. Electr. Spoorweg Maat
schappij is op de Gemeentebegroot ng
op f200 geraamd. Dit bedrag moet ech
ter zijn f400, zoodat de betrokken post
met f200 verhoogd moet worden. Aldus
besloten.
Aangezien niets meer aan de orde is
zegt de voorz. dat op hem nog een taak
rust om een kwestie ter tafel te bren
gen, die den Gemeenteontvanger aan
gaat
De Raad heeft in zijn vergadering
van 17 December 1923 het besluit ge
nomen de zekerheid van den Gemeente,
ontvanger te verhoogten tot een bedrag
van f2500. Dit besluit is door Ged. Sta
ten van Zuid-Holland goedgekeurd.
De Raad heeft toen bepaald, dat de
verhoogde zekerheid voor of op 1 Sep
tember 1924 tot stand moest komen.
Hiervan is hem mededeeling gedaan
bij schrijven van 2 Juli 1924 no. 406.
In dien brief staat nog, dat hij van
die mededeeling goede nota moest ne
men, maar thans op 7 April 1925 is de
verhoogde zekerheid nog niet gesteld.
Spreker acht z.ch verplicht hiervan
mededeeling te doen aan den Raad.
Het is hem onbegrijpelijk dat de Ge-
meenteonvanger steeds in gebreke
blijft, temeer daar hij met vuur speelt
want het laatste lid van artikel 111 der
Gemeentewet zegt dat de ontvanger,
die binnen den door den Raad bepaal
den tijd de zekerheid niet heeft gesteld
beschouwd wordt zijn ontslag te heb
ben gevraagd. Ook kan spreker niet
aannemen, dat de Gemeenteontvanger
dit artikel niet bekend is. Ook bij de
op de verhoogde zekerheid ge wezen,
kasopname is hem verscheidene malen
B. en W. meenen den Gemeenteont
vanger 14 dagen gelegenheid te moeten
geven de verhoogde zekerhe.d te stel
len en wel voor of op 22 April a.s.
Heeft hij dan nog niet aan zijn ver-
pichting voldaan, dan meet geacht
worden dat hij zijn ontslag heeft aan
gevraagd.
De heer Rietdijk merkt op, dat de
Gemeenteontvanger toch wel op het
postje gesteld is. hij zou hem op artikel
111 der Gemeentewet willen wijzen.
De voorzitter kan n'.et aannemen, dat
den Gemeenteontvanger dit artikel niet
bekend is.
De Raad besluit daarna zonder hoof
delijke stemming den Gemeenteontvan
ger alsnog de gelegenheid te gev<
voor of op 22 April a.s. de verhoogde
zekerheid te stellen.
Niemand meer het woord verlan
gende sluit de voorzitter de vergade
ring.
KATWIJK AAN ZEE.
Dinsdagavond vergaderde in de Ge
meentezaal de afdeeling Katwijk van üe
Christen Democratischen Bond. Als
spreker trap ou de heer G. A. de Vries
uit den Haag.
Door spreker werd uiteengezet, waar
om een Chr. DemocratischenBond werd
opgericht en deelde mede dat de idee
niet nieuw was; hierbij citeerde hij
eenige uitspraken van Dr. Kuijper; Dr.
Slotemaker de Bruine en anderen
Verder ;zei spreker dat in drie groote
Chr. partijen het volk is overgeleverd
aan enkele menschen, de leiders der
kiesvereenigingen. De massa heeft geen
invloed op het stellen van cand:daten
en mag allen stemmen op de candidaten
die hun voorgelegd worden. Spreker
meende dat het christelijk beginsel in
deze partijen op den achtergrond is ge
raakt. Men klemt zich angstvallig vast
aan het kruis der hope, het kapitaal
De A.R. staart zich blind op de veil.g-
heid van den gulden; geld, geld, en nog
eens geld voor het christelijk beginsel
was volgens spr. geen plaats meer. De
Chris. Democraten erkennen niet dat
enkele menschen beslissen moeten over
het staatsbestuur. Zij erkennen niet dea
het goed is dat het bezit en het voordeel