NIEUWE LEIDSCHE COURANT VAN DONDERDAG 9 APRIL 1925 Wat de bladen zeggen. Zomertij dpolitiek. Het sociaal-democratische voorstel betreffende den zomertijd, zegt de N. R. C r t. riekt sterk naar de verkiezing. Reeds de plotselinge indiening op den dag zelf, waarop het regeeringsont- jwerp tot afschaffing van den zomer- j tijd werd verworpen, leek verdacht. Waarom die spoed? Men vraagt dit opnieuw, wanneer men in het ontwerp leest, dat de door de sociaal-democraten voorgestelde re geling eerst in werking zal treden op 1 Januari 1926, en dat dus het ont werp voor dezen zomer \an geen be lang is hoegenaamd. En men vraagt het ten derden male, wanneer men van de eigenlijke strek king van het ontwerp heeft kennis ge nomen. Deze is niet, gelijk aanvanke lijk werd gedacht, het compromis voorstel van de staatscommissie in onze wetgeving in te voeren, doch uit sluitend den tegenstanders van den zomertijd wat in het gevlij te spreken. Gelijk men weet kwam het voorstel der staatscommissie hierop neer, dal ons land zich 's winters zou aansluiten bij den West-Europeeschen tijd, en 's zomers bij den Midden-Europeeschen tijd. In den zomer zouden wij dan dus de tijdregeling met Duitschland ge meen hebben, in den winter die van Engeland overnemen. Wij zouden dus West-Euröpeeschen tijd krijgen met zomertijd. Gevolg hiervan zou zijn, dat wij, in vergelijking met den Amster- damschen tijd, 's zomers 40 minuten vroeger zouden gaan leven, en 's win ters 20 minuten later. Vfeor het tijd stip van overgang zou dat gekozen worden, waarop Engeland en onze zui delijke buren den overgang tot den zomertijd zouden maken, waarover de onderscheiden landen dan zouden moe tén trachten tot betere overeenkomst te geraken, dan dit jaar schijnt te zijn gelukt. Wat stelt nu echter het ontwerp der sociaaldemocraten voor? Niets anders dan, in de eerste plaats in den zomer een vervroeging van 40 minuten, d.i. dus aansluiting bij den midden-Europeeschen tijd; maar in «le tweede plaats wordt het tijdperk, waarin de zomertijd zal kunnen wer ken, verkort, ook wanneer dat in het internationaal overleg ongewenscht zoude blijken. Volgens de geldende re geling is dit tijdvak tusschen 18 Maart tot 9 October, volgens het s.d. ont werp zou dit worden „tusschen den Zondag, volgende op den eersten Za terdag in April, en den Zondag, vol gende op den laatsten Zaterdag in Sep tember." Omtrent invoering van'West- Europeeschen tijd in het overig ge deelte van het jaar behelst het ont werp niets. Het komt dus slechts neer op een beknibbeling op den zomertijd, zoowel in de lengte als in de breedte. Noodzaak, om over dit ontwerp te beslissen voor 1 Januari 1926 is er niet. Zoo over het ontwerp tijdig ge noeg vóór den Zondag na den eer sten Zaterdag in April wordt beslist, om de spoorwegdiensten zich daar naar te kunnen doen schikken is dat voldoende. Waarom is dan het vraagstuk van den zomertijd, zooals dat door de staatscpmmissie in haar compromis plan gesteld was, uiteengerukt? Eeni- ge toelichting, waarom het voorstel der staatscommissie gêhalveerd is, ge ven de sociaal-democratische voorstel lers niet. Evenmin geven zij aan, waar om de termijn, waarbinnen de zomer tijd vallen moet, in de wet zou moeten worden verkort. Daartoe hebben zij zich blijkbaar den tijd niet- gegund. Uit angst? Angst, dat anders een an dere partijgroep hen voor zou zijn met het uitgooien van dit spierinkje, om bij de a.s. verkiezing wat plattelands kabeljauw te vangen? Het lijkt er in ieder geval veel op. WIJZIGING LOTERIJWET 1905. Memoüie van Antwoord. Aan de memorie van antwoord be treffende het wetsontwerp wijziging der Loterijwet 1905 wordt het volgen de ontleend: Met genoegen heeft de Minister van Justitie gezien, dat zeer vele leden het wetsontwerp overeenkomstig z'n strek king hebben beschouwd als een poging- om de bedoeling van de loterijwet '05 beter tot haar recht te doen komen en dat deze poging de volle instemming van deze- leden had. De daartegenover staande opvatting van eenige leden, die in dit ontwerp een wedstrijd van den wetgever met de slimheid van sommige ontduikers zien en van óórdeel zijn: dat het be ginnen van zulk een wedstrijd niet ge raden is, kan hij derhalve uiteraai niet .deelen. Die opvatting, zich gemakkelijk er toe lecnende om ook op ander terrein van wetgeving gehuldigd te worden, zou bij verwezenlijking van de aanbe volen onthouding van den wetgever, in haar consequentie tot bedenkelijke gevolgen voor de maatschappelijke or de kunnen leiden. Met betrekking tot'de door sommige leden naar voren gebrachte meening, dat het ontwerp nog verder had moe ten gaan en dat alle premieleeningen kortweg zulten moeten ver boden, verklaart de Minister, dat een algeheel verbod van premieleeningen, mede uit hoofde' van vereenvoudiging van administratieven arbeid, zonder twijfel iets aantrekkelijks heeft. Intusschen heeft hij gemeend, liet totstandkomen van zulk een algemeen verbod, dat ook de serieuse premielee ningen zou treffen, niet te mogen be vorderen. Immers^ de voorgestelde wij ziging beoogt, de bedoeling van den wetgever tot haar recht te doen ko men, m.a.w. door wijziging en aan vulling van de bepalingen der bestaan de Loterijwet voor de toekomst op meer afdoende wijze tegen te gaan, dat onder den naam premieleeningen door die wet niet gewilde geldloterij en, die niet werkelijke leeningen zijn,- worden gehouden. Zoover te gaan, dat tevens serieuse premieleeningen, d.w.z. werkelijke lee ningen met een bijkomende kans op het winnen van een premie en die, zooals andere leden terecht opmerkten zijn opgezet ter bereiking van goede en nuttige doeieinden, in geen geval -meer zouden mogen worden uitgege ven, ware mitsdien de bedoeling van dit ontwerp voorbijstreven. Verschillende leden achtten zich ge noopt bij de bespreking en beoordee ling van dit ontwerp de Staatsloterij te betrekken; sommigen met den wensch tot afschaffing, anderen met 'het verlangen tot uitbreiding van dit ipstituut. In het midden latend in hoeverre het juist is te achten, dat de Staats loterij bij de behandeling van het on derhavig ontwerp ter sprake wordt gebracht, meent de Minister zich te meer van een bespreking der Staats loterij te mogen onthouden, nu een desbetreffend ontwerp vanWege het Departement van Financiën bij de Staten-Generaal is ingediend. In het ontwerp is de in de wet voor komende limiet van 3 pet. gehand haafd. Voldoening aan den wensch om de limiet niet langer in de wet op te ne men acht de minister niet alleen niet bepaald noodzakelijk, omdat de limiet van 3 pet. als een zeker gemiddelde,is te beschouwen, maar zij verdient ook naar zijn oordeel geen aanbeveling, omdat daarmede één der vaste crite ria van hetgeen dpor de wet als even tueel toelaatbaar wordt beschouwd; zou komen te vervallen. Buitenlan'dsche premieleeningen val len, indien zij geheel of gedeeltelijk hier te lande worden uitgegeven, in derdaad ook onder de bepalingen van deze wet. De uit art. 4 der wet voortvloeiende verplichting voor de aanleggers om op alle aankondigingen enz, betreffende de loterij onder aanhaling van dagtee- ken'ing het goedkeurend besluit te ver melden, zal het den eventueelen deel nemers gemakkelijk maken om na te gaan, of zij met een premieleening te doen hebben, die overeenkomstig de wet werd uitgegeven. Volgens de jurisprudentie van den Hoogen Raad zal een deelnemer, in dien de premieleening, waaraan hij deelnam, aehteraf blijkt in strijd te zijn met de Wet, zijn inleg van den aanlegger kunnen terugvorderen. BINNENLAND, DE COMMISSIE-RINK. Een interpellatie te wachten. Naar gemeld wordt bestaat bij het Tweede Kamerlid G. A. Boon 't voor nemen, om een interpellatie tot de re geering te richten inzake het door de Bezuinigingscommissie-Rink aan de Koningin gericht verzoek, om van haar taak te worden ontheven. Het doel van de interpellatie is, de noodige opheldering te verkrijgen no pens de door de regeering ten op zichte van deze kwestie aangenomen houding. Arbeid in slagerijen. De Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid heeft aan hoofden of be stuurders met een winkel verbonden slagerijen, in alle gemeenten des rijks, vergund, dat tot 1 October 1925, in af wijking van het bepaalde bij art. 24 der Arbeidswet 1919, op Zaterdag de arbeid van de in zoodanige onderne ming werkzame mannelijke arbeiders van 15 jaren of ouder aanvangt om 6 uur des voormiddags onder voorwaar de, dat in de betrokken onderneming niet door eenigen arbeider op dien dag arbeid wordt verricht na half 9 uur, des namiddags, behoudens, voor wat mannen betreft, arbeid, bestaande in het opbergen van vleesch in de koel cellen van slachthuizen, welke arbeid in het tijdvak van 1 Mei tot 1 October op Zaterdag tot 9 uur des namiddags mag geschieden. De a.s. Kamerverkiezingen. In den kieskring Utrecht is men voornemens, aldus meldt „het Huis gezin" een actie te ontwikkelen voor den R.K. heer Knigge. De aanhangers van den voormaligen Stichtschen Boe renbond zijn ontstemd over het feit, dat de heer Knigge niet in het politiek advies is opgenomen. Commissaris der Koningin. Als opvolger van mr. A. F. L. graaf van Rechteren Limpurg Almelo, als Commissaris der Koningin in Ovgrijsei noemt „De Rott." mr. A. E. bare^i E7S& RECLAME Waar men met het oog op Pasclien aan moet denken. Zooals onze lezers en lezeressen be kend is, onthouden wij ons steeds streng aan het geven van bepaalde adressen. Wij verwijzen bij dergelijke aanvragen eenvoudig naar de adver tentie pagina's. Wij doen dit, teneinde een zoo zuiver mogelijk standpunt in te nemen tegenover alle adverteerders. Toch hebben wij gemeend, op het ge bied van kleeding, biervoor een uit zondering te moeten maken. Het koo- pen van kleeding n.l. is meer dan ieder ander artikel een zaak van vertrouwen en voor onze lezers en lezeressen van zooveel belang, dat wij meenen ver keerd te handelen, indien wij zouden verzuimen hun de behulpzame hand te bieden, vooral nu men er van alle kan ten bij ons op aandringt, eens een ver trouwd advies te geven, na gehouden onpartijdig onderzoek. Men vroeg ons kort en krachtig naar het beste adres. Voorwaar geen gemakkelijke taak, vooral niet in den tegenwoordigen tijd, nu met de goedkoope prijzen ook de inferieure kwaliteiten hare intrede ge daan hebben in onze stad. Wij moesten er dus op de allereerste plaats voor zorgen, dat wij geen firma noemden wélke zich als hoofddoel stelt: Lage prijzen hoofdzaak en minderwaardige kwaliteiten op den koop toe. Het was derhalve zoeken naar een vertrouwd adres, een zaak waar men aangenaam en prettig bediend wordt waar men ontvankelijk is Voor iedeïe gegronde klacht waar men zich niet afgeeft met étalage lokartikelen en waar men geen kleedingstukken koopt welke bij tientallen tegelijk in den handel ge bracht worden. Ook mocht het natuurlijk geen zaak zijn waar als men 's morgens zijn in- koopen doet, men des middags moet ervaren dat het'in dezelfde zaak toch nog voordeeliger te koop is, m.a.\^_ het mocht geen zaak zijn waar de uitge stalde goederen op ieder uur van den dag anders geprijsd staan. Kortom, wij moesten zoeken naar het meest ver trouwd adres. Wij geven toe, dat wij over dit pro bleem lang hebben nagedacht, doch durven thans ook te verklaren, dat met een bezonken oordeel voor den dag te komen, indien wij u advisee- ren: Koopt uw Dames-, Heeren- en Kin- derkleeding uitsluitend in de Faam's Kleedingmagazijnen, want hoe dikwijls wij ook andere firma's bezoeken tel kenmale blijkt het ons weder overdui delijk r Al is de Faam beterduur der niet. Wij vertrouwen hiermede aan de steeds talrijke inkojnende aanvra gen om opgave van het beste adres op het gebied van kleeding te hebben vol daan. Aan hen die ons hierbij behulpzaam waren en het mogelijk maakten het resultaat van dit onderzoek vóór Pa- schen te publiceeren betuigen wij nog maals gaarne onzén oprechten dank. Aan de Faam's Kleedingmagazijnen onze hartelijke gelukwenschen. Voorst tot Voorst, oudste zoon van het lid van Gedepueerde Staten dier pro vincie, dén heer J. M. barbn v. Voorst tot Voorst. De nieuwbenoemde Commissaris dei ningin in, Gelderland, mr. S. baron van Heemstrtt; die onlangs uit Genève is aangekomen, vertoefde gister ten Pro vinciehuize te Arnhem, waar hij met de leden van het college van Gedepu teerde Staten kennis maakte. De heer Van Heemstra, die vervol gens naar Den Haag terugkeerde, is voornemens zijn ambt op 16 dezer te aanvaarden. „De Rsb." meM+, dat het ontwerp- Ziekte- en Ongevallenwet 1925 niet meer vóór de verkiezing in openbare behandeling zal komen. De zomertijd en de spoorwegen. Het Eerste Kamerlid Polak heeft den minister van waterstaat de volgende vragen gesteld: Indien het bericht juist is, dat dë Nederlandsche spoorwegen niet vóór 5 Juni de nieuwe dienstregeling gereed kunnen hebben en dus de zomertijd niet vóór dien datum ingevoerd kan worden, is de minister dan in staat en bereid mede te deelen: I. Waarom de directie der Neder landsche spoorwegen geen rekening heeftg ehouden met de mogelijkheid van verwerping van het wetsontwerp tot afschaffing van den zomertijd en geen maatregèlen genomen heeft, om bij verwerping onverwijld met haar dienstregeling gereed te zijn? II. Waarom hier twee maanden noo- dig zijn voor het treffen van de voor bereidingen voor de invoering'van den zomertijd, terwijl men in het Britsche rijk, dat niet één, doch vele spoorweg maatschappijen en een veel uitgebrei der en ingewikkelder spoorwegnet be zit, op 2 April kon besluiten, op 19 April d.a.v, den zomertijd in te voe ren? De tariefwat. Naar de Maasb. uit de beste bron ver neemt, kan, buitengewone omstandig heden voorbehouden de inwerkintre- ding van de Tarieflvet op 1 Mei a. s. worden tegemoet gezien* UIT DE OMGEVING. Gemeenteraad LISSE. Vergadering van Dinsdag J] 'April, Voprzitter de heer Eerihuis, b'urgemees- ter. j Aanwezig alle leden. De notulen werden ongewijzigd vast gesteld. 1. Voorstel van B. en W. en de Grond- commissie, om aan den heer Th. v. d. Voort alhier een perceel bouwterrein te verkoopen van het z.g. Haventerrein. Goedgekeqrd. Dit perceel zal iets naar .achter komen te iiggen, maar weth. Warmendam acht dit geen bezwaar. 2. Voorstel van B. en W. en de Grond- commissie, om aan den heer J. Huizer alhier een perceel bouwterrein te verkoo- pen langs de Julianastraat. In antwoord op den heer v. Kies te ren wordt medegedeeld, dat gezoVgd zal worden voor verbetering van den weg- toestand ter plaatse. Aangenomen. 3. Voorstel van B. en W. en de Grond- commissie om van den heer B. Berbee te Haarlemmermeer diverse perceelen grond aan te koopen langs de Kanaal straat. De heer P ij n a c k' e r is niet enthousi ast voor dit voorstel. Waarvoor ^vil men dezen grond, die al zeer slecht is, ge bruiken Weth. Tromp zegt, dat B. en W. er aanvankelijk ook niet veel voor voel den. Maar voor bouwterrein is de prijs niet te hoog. Het bouwrijp maken kan goedkoop plaats Hebben als werkver schaffing. De aankoop is ook van belang voor een eventueele uitbreiding van de gasfabriek. De heer S o b e 1 s vraagt, of de kos ten van bouwrijp maken nader te speci- ficeeren zijn op dit oogenblik. Weth. Tromp verwacht, dat ophoo ging van het terrein niet over de volle diepte noodig is. Men zou met een diepte van 20 c.M. kunnen volstaan. De grond kost nu f 1,en zou dan op f 2,ko men. Dat is een billijke prijs. De heer A. Verduyn Jr wil afschei ding van de grondexploitatieadministra tie, om een goed overzicht te houden. Anders wordt het een werken in den blinde weg. Spr is niet tegen aankoop. De prijs is niet te hoog, en de uitbreiding der gemeente kon moeilijk anders plaats hebben dan ju deze richting. De heer Langeveld voelt niet voor dezen aankoop. Het zou gewenscht zijn, dat B. en W. en de grondcommissie een duidelijk plan konden overleggen. Weth. Warmendam is bereid hier over in besloten zitting nadere mededee- lingen te verstrekken. De openbare zitting wordt daarop ge durende eenigen tijd geschorst. Na opening wordt het voorstel aap- genomen. 4. Verzoek van de afdeeling Lisse van de Nederl. vereen, voor Huisvrouwen, om voor de jeugd een gemeentelijk speelter rein beschikbaar te stellen. Het verzoek gaat vergezeld van een motiveering, die door den secretaris wordt vo-crgelezen. Op voorstel van B. en W. wordt zonder hoofdelijke st. besloten het verzoek voor kennisgeving aan te nemen. 5. Voorstel van B. en W., om heeren Ged. Staten dezer provincie te verzoeken tot intrekking van hun besluit, waarbij de Vuursteeg in deze gemeente gesloten is verklaard voor motorrijtuigen op meer dan twee wielen. De heer S o b e 1 s wil in het belang van de veiligheid nog even wachten. De Voorzitter zegt, dat de weg er niet erg onder zal lijden. Het zijn meest personenauto's, die er gebruik van maken. Ook de passage is voldoende. Aangenomen. 6. Benoeming van twee 'vertegenwoor digers der gemeente in het Bestuur der Woningvereen„Volksbelang' Periodiek aftredenden zijn de heeren P. Segers en J. C. de Haan. B. en W. stellen voor beide heeren onder dank voor de bewezen diensten te herbenoemen. Aldus besloten. 7. Voorstel van B. en W. tot wijziging van de stembureaus. De voorgestelde wijziging betreft uit sluitend het overplaatsen van enkele leden in andere bureaux. Goedgekeurd. 8. Voorstel van B. en W.' tot vaststelling van het vermenigvuldigingscijfer der plaat selijke inkomstenbelasting 1925—1926. Er is noodig f 143.000, terwijl het loo- pende dienstjaar tot heden heeft opge bracht f 140.085,47. B. en W. stellen voor het cijfer weer vast te stellen op 1.25. De heer P ij n a c k e r stelt voor, er 1,1.5 van te rocken, 't Kon best, meent spr. Weth. Tromp merkt op, dat een even tueel overschot altijd kan worden weg gewerkt (vroolijkheid). Spr bedoelt daar mede, dat verschillende no.odige open bare werken zouden kunnen worden uit gevoerd, zonder dat er voor wordt ge leend. Dat verlicht de lasten der gemeente in de toekomst weer. De heer Pijn acker is tegen over schotjes maken. We kunnen nu verlagen, dus nu moet het pok maar. Verlaging kan ook plicht zijn. De heer A. Verduyn Jr voelt wel iets voor het argument van den heer Tromp. Er liggen uit de minder goede jaren nog tal van werken, die noodig moeten wor den uitgevoerd. Weth. Warmendam onderschrijft de argumentatie van den heer Tromp. Oogen schijnlijk is verlaging wel mogelijk, maar het is beter den zekersten weg te kiezen, teneinde te voorkomen, dat de lasten zou den worden verzwaard door hooge renten van bedragen, die voor verschillende wer-r ken zouden moeten worden geleerd. De heer v. Kesteren ondersteunt het voorstel-Pijnacker, dat tenslotte met 9-4 st. wordt verworpen. Vóór de voorstel ler en de heeren Kuypers, v. Kesteren en Oudewater. Comptabiliteitsbesluiten, Tot af- en pverschrijving; van dé yer- schillende posten op de begrooting voo; 1924 wordt besloten overeenkomstig li.t advies van B. 'en W. Ingekomen stukken. Verzoek van den heer A. Spaargaren te Sloten om eenige perceelen water en rietland bij de 3de Poellaan aan den Ring dijk, groot 24 aren te mogen koopen I voor f 200. De heer Segers wil er nog maar even. mee wachten. Is dit het bewuste stulcj grond, dat gebleken is geen eigenaar tt hebben De Voorzitter antwoordt toestem mend. Besloten wordt op de aanvrage voor- loopig niet te beslissen. Betreffende het afbreken van een muur op den hoek KapelstraatKanaalstraat deelt weth. Warmendam mede, da daarover onder bemiddeling van weth. Tromp nadere onderhandelingen zul.en worden gevoerd. Betreffende het voorstel van den heei v. Kesteren, om hét mogelijk te maken dat de gasmeterhuur inplaats van per hall jaar per 3 maanden wordt betaal v deelt weth. Tromp mede,.dat de directeur van het bedrijf zich daarmede bes. kan ver- eenigen,' en dat de definitieve regeling deze week door de gascommissie zal wor den besproken. Met betrekking tot het in de vorige vergadering delg den heer Sobels voor gestelde verzet teg n de plaats, welke Lisse is töegedach. b.j de reorganisatie van de P. T. en i'., heboen B. en W. een zelfstandig adres opgesteld, waarin uitvoerig wordt uiteengezet, waarom de voorgestelde wijziging oor Lisse als ex portplaats ongewenscht is. De heer Segers meent, dat het beter is een -deputatie naar den Minister te zenden. Het adres zit goed in elkaar, maar het gaat zoo gemakkelijk de papier mand in. De heer Warmendam, weth., acht daarvoor thans nog den tijd niet gdcu- men, waar deze regeering h t rapport- Nolting wel niet meer zal behandelen. Besloten wordt tenslotte, dat B. en W. zoo vlug mogelijk de zaak voor elkaar zullen trachten te brengen. Naar aanleiding van den aan den heer Anth. v. d Vlugt op de Internat.onale ten toonstelling - te Heemstede to. geitenden prijs van f 300, welke bekostigd wordt uit het door de gemeente Lisse aan de ten toonstelling toegekend subsidie vanfieoo hebben B. en W. bezwaar gemaakt teg.ni het feit, dat B. en W. eer^t hiermede in kennis werden gesteld, toen de uitspraak was gevallen, hoewel tevoren b paald was dat B. en W. zonder gehoord te worden over het soort van inzendingen en de waarde der medailles, die uit het subsidie zouden worden betaald. Na breede discussie, waarbij zelfs een oogenblik overwogen wordt om de overige f 700 niet toe te kennen, wordt besloten dit feit als een vergissing te beschouwen, en aan- te nemen, dat hst bestuur der tentoonstelling bereid is, om in het ver volg den beloofden regel te volgen. Naar aanleiding van de mededeeling, dat B. en W. op 1 r April des v.m. te II uur 'ten raadhuize een aantal buiten- landsche bezoekers van de Heemsteed- sche tentoonstelling zullen ontvangen spreekt de heer Kesteren den wens oh uit, dat het .ditmaal een 'gemeentebelang zal blijken te gelden. Als het slechts het belang van één groep geldt, is spr er tegenl dat er gelden vo.or gevoteerd wor den. Weth. Warmendam vertrouwt, dat de raad hoog genoeg staat om gelden te kunnen toestaan voor dingen, die wel het belang van een groep, maar toch ook eigenlijk een gemeentebelang betreffen. B. en W. hebben zich ook bij de winkelweek en de pluimveetentoonstélling laten ver tegenwoordigen. De heer C. Schrama meent, waar de verhouding tusschen den Raad en B. en W. goed kan worden genoemd, deze taak best aan B. en W. kan worden over gelaten. De heer v. Kesteren zegt te hébben gedoeld op een bij de opening van de winkelweek gemaakte fout. De vorige maal heeft spr er ook een vraag over gesteld, maar toen is er omheen gedraaid, De heer Verduyn schrijft deze foul toe .aan het ontbreken van een po9t op de .begrooting, die dergelijke dingen re gelt. De heer A. H. Schrama geeft m overweging een gelegenheid te openen voor kinderen, waar zij zich kunnen ont spannen, b.v. in het bosch of bij de dui nen. De heer Lan geveld meent, dater wel* een grondeigenaar bereid zóu wor den gevonden zijn landgoed open te stel len, als er voldoende politietoezicht was. Medegedeeld wordt, dat de grond waar op hier wordt gedoeld, in cultuur zal worden gebracht. De heer Segers geeft den voorzitter in overweging geen verlof te geven voor den straatverkoop van bloemen op Zon dag. Behalve dat er de Zondag door wordt ontheiligd, zijn de bloemen^voorzoover het hyacinthen betreft, ook meestal van dief stal afkomstig. De Voorzitter maakt er bezwaar tégen, den verkoop te verbieden omdat de bezoekers des Zondags juist de meeste bloemen meenemen. Weth. Tromp steunt het verzoek van den heer Segers met een beroep op de bevolking, die voor het meerendeel tegen1 den verkoop op Zondag zijn. Het belang en het geYoelen der ingezetenen moet hier in de eerste plaats worden gevolgd. De heer Warmendam, weth., is het niet met den heer Tromp eens. Wanneer er buiten .de kom der gemeente in de lanen bloemen worden' verkocht, acht spr dat een belang voor de gememte. De ver- koopers kunnen best een buitenkansje ge bruiken. Ook moet Lisse welwillend staan tegenover het vreemdelingenverkeer. De voorzitter zegt toe te zullen toezien op de personen, die bloemen ver koopen. De heer Al ge ra steunt het verzoek van den heer Segers. Behalve, dat er me het oog op de verkeersveiligheid bezwarci tegen bestaan, is het ook een principiee l zaak. Gods Wet gebiedt uitdrukkelijk b liging van den Zondag, en hier weri:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 6