Nieuwe Leidsehe Courant.
TWEEDE BLAD.
Wat de bladen zeggen.
J VVI.OAU.OWUK All i raUaX'Jjit.
ïn verband met de aanhangige weelde
belasting geeft de Rotterdammer
een paar artikeltjes over de weeldewet-
ten in andere landen, die wij hier laten
volgen.
Na eerst een overzicht te hebben gege
ven van de tarieven in de Fransche wet,
citeert het blad wat de N.R.Ct. over de
werking van deze wet schreef:
„Omtrent de werking van deze bepa
lingen heb ik me geoorloofd den ambte
naar aan te spreken, die in 't ministerie
van financiën zich met de weeldebelas
ting bij uitstek bezig houdt. Hij weet
daarover veel te vertellen en dat pleit
voor de wet.
Immers bewijst het en hij bevestigde
dit, dat die belasting in het huishouden
van de gemeenschap en den enkeling op
genomen is. De gewone burger merkt
er niets van, zoo stevig heeft ze wortel
geschoten. Ze wordt betaald als de ver
bruiker elk oogenblik indirecte belasting
betaalt.
Dezer dagen werd gemeld, dat ze zou
worden afgeschaft. Een praatje. Die op
den handelomzet, waarvan ze een onder
deel uitmaakt, zal gewijzigd worden,
maar over de werking van die op dingen
van genot, en overdaad is de overheid
volstrekt niet ontevreden.
Dat geeft den burger moed!
Be weeldewet in België.
Ook België heeft zijn weeldewet.
De belasting wordt geheven over twee
soorten van uitgaven.
A. Verteringen in hotels, restaurants,
enz., indien dezelve meer bedragen dan:
1. 10 francs per maaltijd en per per
soon;
2.15 francs per dag en per persoon
voor kamerhuur;
3. 30 francs per dag en per persoon
voor volledig pension.
B. bij aanschaffing van de navolgen
de goederen ongeacht dei verkoopsprijs;
le. wapens en munitie voor de jacht;
2e. personenauto's, motorfietsen, plei-
zierbooten en jachten;
3e. echte of valsche edelgesteenten, ju-
weelen, edelsmeedwerk, enz.;
4e. Bont;
5e. Reukwerken;
een en ander met'vrijstellmg van belas
ting indien de kwitantie beneden de 10
francs blijft.
Het recht is zoowel voor A als B 5 pet.
Ook in Belg'ë gaat het goed.
KERK EN SCHOOL.
Afscheid Ds. J. H. Wiersma.
Zondagmorgen nam dè nestor der Am
sterdam sche Herv. Predikanten, Ds. J.
H. Wiersma, wien om leeftijdsredenen
emeritaat verleend werd, afscheid van zijn
gemeente. Ds. Wierma is bijna 6o jaren
predikant geweest. Eerst predikant bij de
Chr. Geref. Kerk te Amersfoort en te
Maria-Horebeke (België), ging hij in 1883
na colloquium doctum, over tot de Ned.
Herv. Kerk. Hij' diende de Herv. Gemeen
te te Benschop ('83—'85), Rheden 85—
'88), om zich op 18 Januari '88 aan de ge
meente te Amsterdam te verbinden. Be
mind is Ds. Wiersma in de geheeile ge
meente, die hij ^7 jaren trouw gediend
heeftpopulair is hij geworden in de
omgeving van de Muiderkerk (Linnaeus-
straat), in welke buurt hij circa 30 jaren
woont en waar iedereen hem kent. Hoe
gevierd hij is, bleek wel op ondubbelzin
nige wijze, nu twee jaar geleden, toen hij
zijn 8osten verajardag herdacht.
Geen wonder dan ook, dat zeer velen
zich Zondagmorgen naar de Amstelkerk be
gaven, om voor het laatst zijn prediking
te mogen hooren. Zoo velen waren op
gegaan, dat verscheidenen zich met een
staanplaats moesten tevreden stellen, ter
wijl er ontelbaren weer moesten terug-
keeren.
Ds. N. van Schouwenburg opende de
zen dienst en las de 12 geloofsartikelen
voor, waarna de gemeente Gez. 3 2
zong.
Na het uitspreken van het gebed zeide
Ds. v. S., dat op het ministerie in de
Nieuwe Kerk, een protret hing, waarop
„de acht dominé's van 1888" staan.
Vijf van hen zijn reeds overleden, twee
zijn reeds vertrokken en thans staat Ds.
Wiersma gereed afscheid te nemen. Hij
was één der dominé's, die de ontslagen
predikanten van 1886 kwamen vervangen.
Hij kwam in 18S8 tot de gemeente met
het woord ujt de H. S.: „Ik vermag alle
dingen door Christus, die mij kracht geeft.
Na het inleidend woord van Ds. van
Schouwenburg beklom Ds'. W. den kan
sel.
In dit uur, aldus spr., waar ik de ge
meente voor het laatst als herder en leer-
aar mag toespreken, wil ik niet wee
moedig gestemd zijn. Ik denk aan het
afscheid van hem, die nog 40 jaar ouder
was dan ik, toen h(ij wegging uit den
kring der zijnen. Aan Mozes, den man
Gods, die voor zijn heengaan op den
berg Nebo, voor de zijnen een afscheids
lied zong. Ook ik zing datzelfde lied voor
u, n.l. Deut 23:3: „Want ik zal den Naam
des Heeren uitroepen; geeft onzen God
grootheid".
Nog eenmaal wilde spr. de gemeente
het Evangelie verkondigen, waarvan Chris
tus het middelpunt is.
De grijze prediker moest met het oog
op vermoeidheid afzien van het houden
van de gebruikelijke toespraken tot de
verschillende kerkelijke colleges. Reeds tij
dens de prediking moest hij ©enige ma
len zittend het woord voeren.
Namens den algemeenen kerkeraad en
de geheele gemeente, sprak de voorzitter
van dien raad, Ds. Joh. Laurense, Ds.
Wiersma aan het slot toe. Hij dankte Ds.
W. voor het vele goede, dat hij in het
midden der gemeente heeft verricht. Hij
sprak den wensch uit, dat „Vader Wiers
ma" nog eenige goede jaren van rust
mocht hebben.
Dr. P. A. Klap, die thans de oudste pre
dikant der gemeente is geworden, sprak
hierna nog enkele woorden.
Tenslotte zong de gemeente haar schei
denden leeraar Gezang 96 toe.
De „drooggelegde" Bijbel.
Vorige week Zaterdag namen wij een
artikeltje van Prof. Dr. H. H. Kuyper
uit „De Heraut" over, waarin deze me-
dedeelingen deed over een in Amerika
uit te geven z.g. „drooggelegden" Bijbel.
In het laatste nummer van „De Heraut"
deelt Prof. Kuyper thans mede, dat hij
het slachtoffer geworden is van een valsCh
bericht in de „New York Herald". Mr. V.
H. Rutgers maakte hem hierop attent in
een schrijven, dat „De Heraut" in zijn
geheel plaatst.
„De verkorte Bijbel, die in Amerika
door twee professoren der Yale Univer
siteit en door voormannen uit de Jonge-
lingsvereenigingen wordt uitgegeven,
geeft in bewoordingen, aan den Bijbel
ontleend, en in chronologische volgorde
een samenvatting van de geschiedenis van
het Hebreeuwsche volk en zijn schoonste
verhalen en de schoonste bladzijden van
de schrijvers van het Oude en Nieuwe
Testament. De ^bedoeling der uitgevers is
niet, om den volledigen Bijbel te vervan
gen, maar veeleer om bij het tegenwoor
dige geslacht vernieuwde belangstelling
voor de Heilige Schrift te wekken en
de diepe eenheid van de Schrift in het
licht te stellen".
Aldus citeert Mr. Rutgers den predi
kant J. T. S. in het Journal de Genève.
Wat de uitdrukking „rozijneaikoek" be
treft, wordt opgemerkt, dat b.v. in Ho-
sea 3:1 de Hebreeuwsche woorden niets
anders kunnen beteekenen.
Prof. Kuyper teekent bij het schrijven
van Mr. Rutgers o.m. dit aan, dat zijn
afkeuring ging tegen het eigenmachtig
veranderen van Gods Woord, Het doet
hem echter leed, dat hij, door op een
onjuist bericht af te gaan, een voorstel
ling heeft gegeven, die verkeerd was.
Evangelische Alliantie.
Naar wij vernemen, zal de jaar-
lijksche conferentie van de Evangelische
Alliantie dit jaar gehouden worden van
17 tot 19 Juni in de kerk der Evangelische
Broedergemeente te Zeist.
Zendingsconsnl.
Het Ned. Bijbel-Genootschap heeft in
overleg met de Zendingscorporaties en
de zendingsdeputaten tot zendingsconsul
in Ned.-Oost-Indië benoemd Ds. N. A.
C. Slotemaker de Bruine, Herv. predikant
te Bergentheim.
De Martha-Sïiehting.
Uit de jaarrekening der Marthastich-
ting voor onverzorgde kinderen, geves
tigd te Alphen a. d. Rijn over het jaar
1924 blijkt, dat de balans op 31 December
j.l. aanwees een bedrag van f 734,404,
en de winst- en verliesrekening een bedrag
van f 231,232, met een saldoverlies van
DINSDAG 31 MAART 1925
f 64.136. De totaalk'osten over 1924 voor
450 kinderen met 143.3531 verplcegdagen
bedroegen f 214.768 of per kind per ver-
pleegdag bijna f 1,50.
Er werd, vergeleken bij het vorig jaar,
belangrijk bezuinigd. De post kleeding
daalde van f 13.500 tot f 11.500; salaris
sen personeel en bazen van f 38.600 tot
f 36.700en salarissen dienstpersoneel van
f 9000 tot f 7900; drukwerk van f 8200
tot f 2600; kerk- en schoolbehoeften van
f 2400 tot f 1500; belastingen van f 4900
tot f 37C0. De post voeding daarentegen
is f 3000 hooger.
De giften en contributies daalden van
ruim f 15000 tot bijna f 14.000, terwijl
de legaten tegen ruim f 4000 nu ruim
f 6000 bedroegen.
Diverse examens.
In 1925 zullen de examens ter verkrij
ging van akten van bekwaamheid voor
L.O. in de Fransche, Hoogduitsche en
Engelsche talen worden gehouden in Aug.
zoo noodig ook in het laatst van Juli.
De examens M. O. akte A in de Fran
sche, Hoogduitsche en Engelsche talen
zallen eveneans worden gehouden in Aug.
zoo noodig in het laatst van Juli.
De examens M. O., akte B in de Fran
sche, Hoogduitsche en Engelsche talen,
zoomede de examens M. O. in de Italiaan-
sche en Sp^ansche talen en letterkunde,
zullen worden aangehouden gedurende het
tijdvak, aanvangende met het begin der
Kerstvacantie op de H. B. S., tot en met
31 Dec., zoo noodig ook eenige dagen
voor den aanvang der Kerstvacantie.
Voor degenen, die voornemens zijn zich
aan het examen voor de akte B in de
Fransche, Hoogduitsche en Engelsche ta
len te onderwerpen, zal desgewenscht ge
legenheid bestaan, het taalkundig gedeel
te in Juni af te leggen, terwijl het letter
kundig gedeelte op den gewonen tijd, na
melijk Dec., bepaald blijft.
Candidaten voor de akte B in d'e Fran
sche taal en letterkunde kunnen, desge
wenscht, ook het letterkundig gedeelte in
den zomer afleggen.
Candidaten voor de B akten ia de Fran
sche, Hoogduitsche en Engelsche talen
die voor een bepaald onderdeel een on
voldoend cijfer mochten krijgen, zullen
niet uitsluitend op dien grond worden af
gewezen, indien zij bij het afleggen van
hetzelfde examen ten vorigen jare voor dat
onderdeel voldoende werden bevonden.
De examens M. O. in schoonschrijven
zullen worden gehouden in Sept.
De examens M. O. in wis- en natuurkun
dige wetenschappen en in de wiskunde
L. O., zullen aanvangen in de eerste da
gen van Sept., zoo noodig reeds in het
laatst van Aug.
De examens M. O. in de Nederlandsche
taal en letterkunde, de geschiedenis, de
aardrijkskunde, de Staathuishoudkunde, en
de statistiek, en de Staatsinrichting, zullen
worden gehouden in Sept., oct. en Nov.,
zoo noodig ook in Dec.
Zij, die zich aan de examens ter .-er-
krijging van' akten van bekwaamheid tot
het geven van L. O. en M. O. de vreem
de talen of tot het geven van M. O. in
het schoonschrijven wenschen te onder
werpen, moeten zich vóór 1 Mei aan
melden.
De aangiften moeten worden ingezon
den:
a. voor zooveel betreft de examens in
de vreemde talen, aan het Pep. van O.,
K. en W.;
b. voor zooveel betreft het examen in
het schoonschrijven aan den inspecteur
van het M. O., in de ie inspectie, Dr. H.
A. J. van Swaay, Johan van Oldenbar-
neveltlaan 90, 's Gravenhage.
(St.-Crt)
Hei spellingvraagstuk.
Door den inspecteur van het Middelbaar
Onderwijs is, namens den Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,
aan de directeuren van hoogere burger
scholen en aan de rectoren van lycea
bericht, dat bij de eindexamens der hoo
gere burgerscholen met vijf-jarigen cursus
voorshands nog de spelling volgens De
Vries en Te Winkel moet geëischt worden.
Een inboorlingen-universiteit.
Door de bemoeiingen van den Brit-
schen gouverneur Guggisberg, zal binnen
kort te Achimota bij Accra aan de Goud
kust in Afrika een universiteit voor in
boorlingen ontstaan. Een zeer groot geld
bedrag is bijeen.
't Bijzondere der Universiteit is, dat ze
groeit uit Zendingswerk. De zendeling
Fraser, tot dusver leider van een zendings
college op Ceylon, wordt dan ook „lei
der" der universiteit. Onder de hoogleèr-
aren is in de eerste plaats te noemen dr.
Aggrey, een goudkust-neger, die in Noord
Amerika gestudeerd heeft, en op de New-
Yorksche Columbia-Universiteit den doc
torsgraad verwierf. Hij wordt geroemd
als een man van krachtig willen en veel
omvattend weten.
Ook de vroegere zendeling van het Bre
mer Zendingsgenootschap, Prof. Dïe-
drich Westermann, wordt als een der
hoogleeraren genoemd; hij is een man
van wien gezegd wordt, dat hij 100 Afri-
kaansche talen verstaat. Verder telt het
corps docenten verscheidene Europeeërs
en zwarten.
De universiteit zal, behalve de zendings
propaganda ook de mogelijkheid voor in
landers brengen om in technische be-
beroepen te worden bekwaamd. Ook amb
tenaren zullen er worden gekweekt. De
Engelsche regeering wenscht daarbij uit
drukkelijk, dat de universiteit er zich niet
op toelegge „toevallig" zwart geboren
Europeeërs te kweeken, maar er op mikke
om haar leerlingen aan hun land en volk
trouw te doen blijven.
BINNENLAND.
'Radio-omroep Amsterdam.
Op de laatst gehouden vergadering
der commissie tot voorbereiding van
een Amsterdamsche zendinrichting is
definitief tot oprichting daarvan be
sloten.
Het bestuur bestaat uit de heeren P.
A. Verhoeven, Amsterdam, voorzitter;
C. Schellenberg, Amsterdam, secreta
ris; en K. C. Schoemeijer, Bussum,
penningmeester.
De energie van den zender is vast
gesteld op 250 watt, zoodat hij voor
Amsterdam en omstreken uitstekend
op kristal hoorbaar zal zijn. De golf
lengte zal vermoedelijk 10001050 M.
bedragen. Eenige firma's hebben al
van haar medewerking blijk gegeven
door de benoodigde zend- en gelijk-
richter-lampen de masten met antenne,
condensatoren, enz. kosteloos ter be
schikking te stellen.
De plaats van opstelling in Amster
dam zal een absoluut neutraal karakter
dragen, zoowel op politiek als «gods
dienstig gebied. Gedurende de zend
uren, waarschijnlijk dagelijks van 8V2
tot IOV2 uur, zal klassieke en moderne
muziek ten gehoore gebracht worden,
en voor voordrachten, als afwisseling
zal eveneens worden gezorgd.
Het secretariaat is gevestigd De
Clercqstraat 54, Amsterdam.
Zomertijd en bankwezen.
De Rotterdamsche Bankvereeniging
heeft telegrafisch aan de Eerste Ka
mer verzocht, het ontwerp tot afschaf
fing van den zomertijd niet aan te
nemen. Zij meent, dat ook voor het
bankiersbedrijf het handhaven van den
zomertijd onmisbaar is geworden, nu
de omringende landen dezen tijd heb
ben aanvaard of door andere regeling
in overeenkomstige positie verkeeren
en zij vreest, dat het door de afschaf
fing te ontstane tijdsverschil ons land
in een geïsoleerde positie zal plaat
sen en in het handelsverkeer met het
buitenland groote nadeelen en moei
lijkheden zal berokkenen.
Onze Indië-vliegers.
Door tusschenkomst van mr. WL
Roosegaarde Bisschop te Londen is
aan de heeren Thomassen k Theussink
Van der Hoop, Van Weerden Poel
man en Van der Broeke een uitnoodi-
ging gezonden, om in Mei een bezoek
te brengen aan Londen en daar te
spreken over hun vliegtocht van Ne
derland naar Java.
Woensdag 13 Mei zullen de vliegers
in de zaal van de Royal Society of
Arts, John street, Adelphi ontvangen
worden en zal onder de auspiciën van
de Anglo-Batavian Society, the Royal
Aeronautical Society en de Royal So
ciety of Arts de heer Van der Hoop
'een lezing houden over den bekenden
vliegtocht, die door een aantal licht
beelden en mogelijk een film zal wor
den opgeluisterd.
Verkeer met Engeland.
Met ingang van 5 April 1925 zullen
de booten tusschen Hoek van Holland
en Harwich dagelijks', dus ook in den
nacht van Zondag op Maandag vareM.
In verband hiermede zuilen de aan
sluitende boottreinen naar en van
Aan het Zoeklicht.
Leiden, '1 Maart 1925.
Hoewel morgen over drie maanden
de stembus reeds opengaat, blijft het
in den politieken hof nog tamelijk
rustig.
Als ik alleen let op de vergaderin
gen die gehouden worden en het aan
tal bezoekers dat men daar ziet zelfs
veel te rustig.
Gelukkig wordt er ook nog wat an
ders gedaan dan vergaderen.
Ik denk bierbij aan 't mooie propa
gandistische werk dat de laatste we
ken door samenwerking van Kiesver-
eeniging en Propagandaclub wordt ver
richt.
Dat 't noodig is, dat dit werk gedaan
wordt, leerde me een bericht in „Het
Volk" waaruit bleek dat van Soc. De
mocratische zijde geregeld en met
veel succes huisbezoek wordt gedaan.
In drie weken 20 nieuwe leden"
luidde het laatste overwinningsbul- 1
letin.
Nu vraag ik in dit verband niet:
wat doen onze propagandisten, want
ik weet dat er hard gewerkt wordt
Maar ik vraag wel: wat doen zij, de
velen, de tientallen, de honderden,
die ook behoorden mee te werken,
maar die met geen mogelijkheid in
beweging zijn te brengen.
Heeft de Soc. Democratische actie i
tot hen niets te zeggen?
OBSERVATOR.
Hoek van Holland ook dagelijks loor
pen.
Chr. Dem. Bond.
Te Utrecht is Zaterdagmiddag de
algemeene vergadering van den Chr.
Democratischen Bond geopend door
den voorzitter, mr. A. M. C. Sand-
berg. van 's-Gravenhage, met een rede
waarin spr. de beteekenis van heel
het optreden van den bond samen
vatte ;n deze woorden: tegen de coa
litie) het Evangelie(I).
Ons gezantschap in Roemenië.
Naar men uit Boekarest meldt, heb
ben de Koning en de Koningin van
Roemenië Vrijdag den avond doorge
bracht in het Nederlandsche gezant
schapsgebouw aldaar, als gasten van
den gezant en barones van NagelL
Eerst had een gastmaal van 18 perso
nen plaats, waaraan ook de Roemeen-
sche minister van buitenlandsche za
ken en mevrouw Duca, de directeur
van de Roemeehsche Nationale Bank
en de Amerikaansche gezant aanza
ten, en op den maaltijd volgde een
soiree, na afloop waarvan een souper
aan zeven tafels van acht personen
plaats vond.
Commissaris der Koningin.
Uit Groningen wordt gemeld, dat de
commissaris der Koningin in de pro
vincie Groningen, thr. mr. E. Tjarda
van Starkenborgh Stackouwer, voor
nemens zou zijn aan de Koningin ont
heffing uit dit ambt te verzoeken.
Een groot Christelijk Weekblad.
Vrijdag 3 April a.s. zai verschijnen
het eerste nummer van „Onze Tijd",
Algemeen Christelijk weekblad voor
Nederland en Koloniën. De commissie;
voor redactieoneel advies wordt ge
vormd door Mr. P. S. Gerbrandy,
Frans Hasselaar, mej. G. Ingwersen,
Jhr. D. van Lennep en mej. G. v. d.
Molen. Uitgeefster is de Uitgevers-
maaschappij „De Gulden Ster". Het
adres van redactie en administratie
Leliegracht 60, Amsterdam.
De opzet van het blad is tegemoet
te komen aan den veelvuldig geuiten
wensch; een groot Christelijk week
blad te hebben, dat in Christelijke
kringen de plaats kan innemen van
de (groene) „Amsterdammer" en de
„Haagsche Post". Om aan dit doel
te beantwoorden is de medewerking
verkregen van tal van vooraanstaande
personen op eik gebied. Het blad zal
20 pagina's groot zijn en vlot journa
listiek geredigeerd worden. Alle on
derwerpen van den dag zal men in
dit weekblad besproken zien.
FEUILLETON.
Dc Loods van Zwaankreek.
Een verhaal uit het verre Westen.
Ik zag hem zoo lang mogelijk na en
trachtte mij een voorstelling te maken
van zijn verleden, dat stellig veel droe
vigs verborg.
Daarna probeerde ik uit te spinnen
hoe zijn leven verder verloopen zou en
wat er van zijn dochter moest worden.
Mijn slotsom was, dat de komst van
tien zendeling nog niet zoo kwaad zou
wezen voor den Voortrekker en nog
anderen bovendien, als hij slechts de
man bleek te zijn, dien wij gebruiken
konden.
HOOFDSTUK IV.
Kennismaking.
t Was I-li Kendal, die de komst van
den zendeling aangekondigd. Ik stond
in de deur van mijn school de kinde
ren 11a te kijken, die op hun pons'" -
naar huis reden, toen Hi in vollen draf
naderde.
„Ziezco" zei hij, zijn pony plotseling
tot staan brengende, hij is neerge
streken."
„Neergestreken? Waar? Wat? vraag
de ik* opziende naar de lucht, of ik
een arend of eenig ander vliegend ge
dierte kon ontdekken.
,Die verwensche loods! 'tis trie er
een! Een mooi dingzoo'n schaap.
Hij ziet er veel te jongejuffrouwachtig
uit voor dit klimaat. Laat hem vooral
niet los loopen op de prairie."
Hi was klaarblijkelijk erg uit zijn
humeur.
„Wat mankeert er eigenlijk aan,
Hi?"
„Wel, dat het geen dominee is. Ik
loop niet weg met dominees; maar
als ik er een krijg, dan moet het niet
zoo'n jong kalf zijn. Neen hoor! Zoo'n
melkmuil verlang ik niet om mij heen
te hebben. Als je dan met alle geweid
een dominee hier wilt halen, breng er
dan een, die haar op z'n tanden heeft."
Hi's teleurstelling sprak uit zijn ge
heele houding.
Dat was geen pleizierig vooruitzicht
voor den zendeling. Met uitzondering
van de Muizerts, die strikt genomen
niet meetelden, zag niemand verlan
gend naar hem uit.
Ket meerendeel der Clubgenooten
beschouwde het als een beleediging.
dat men hun een zendeling zond, an
deren venden het vreeselijl; vervélend,
terwijl ziin komst den Vooytrekker
schrik aanjoeg, en nu, om de kroon
op alles te zetten, viel zijn uiterlijk
voorkomen Hi lang niet mee.
Ik ging hem tegemoet, maar de eer
ste aanblik stelde mij niet gerust. Hij
pas heel tenger, heel jong, heel onbe
dorven, met een gelaat zooals men
zich een engel zou kunnen voorstellen.
Toch was er iets guitigs in. Het voor
hoofd hoog en breed, de mond vastge-
sloten, de oogen stralend, en donker
van kleur, violet zou ik ze willen noe
men, droomerig of schitterend, al naar
gelang van zijn. stemming; oogen, die
een vrouw heerlijk zou kunnen gebrui
ken, maar mij in het hoofd van een
zendeling een verspilling toescheh-in
van moeder natuurs goede gaven.
Hij stond in bewondering te staren
naar de blauwe lijn der bergen achter
de lage heuvels, maar keerde zich om,
toen hij mij hoorde komen.
„Hoe onbeschrijfelijk mooi!" zei hij,
en haalde diep adem. „Gij zijt er mis
schien aan gewend, omdat gij het el-
ken dag ziet?"
Toen bezon hij zich en stak mij har
telijk de hand tce. „Gij zijt de meestor,
nietwaar? Een heerlijk werk! Ik ben
er ook mee begonnen, want het was
altijd mijn greote begeerte, maar ik
ken de icnr.o-'r niet flink aan 't loeren
houden. Zij baalden mij altijd over om
te vertellen. Ik was bitter teleurge
steld. Ik wil het nu met dit werk pro-
beeren, ook heerlijk, en ik zal geen
orde behoeven te houden.
Ik geloof echter niet, dat ik een goed
prediker zal zijn, Ik kom heel gauw
uw school zien. Hebt u veel scholie
ren? O, ik vind het benijdenswaardig,
Ik wou dat ik het kon."
Ik was van plan geweest niet al te
toeschietelijk te zijn, maar zijn oprech
te bewondéring van mijn ambt ontwa
pende mij geheel.
Hij praatte maar door, zonder op
antwoord te wachten. Zijn geestdrift,
zijn aantrekelijke manieren, zijn inne
mend schoon gelaat, zijn zonnige
oogen, namen mij stormenderhand in,
en voordat ik mijzelf rekenschap kon
geveen van den ommekeer in miju ge
voelens, luisterde ik aandachtig naar
zijn plannen tot ontginning van het
zendingsveld.
Zoo grioot was mijn belangstelling,
dat ik hem uitnoodigde met mij mee
te gaan om thee te drinken.
„Dat zou ik heel graag doen, maar
Latour rekent op mij."
Het scheelde weinig, of ik was in
lachen uitgebarsten, zoo ongewoon
leek mij die zorg om Latours gevoe
lens te sparen.
„Ga mee naar Latour", zei hij, en
ik ging.
Latour verwelkomde ons, een en al
glimlachjes. De Loods had zijn hart
reeds gestolen.
„Ik ben er al achter, Latour 1" riep
hij hem toe. „Dit is het", en hij hief
een welbekend Fransch-Canadeesch
liedje aan: „A la claire fontaine" dat
den ouden halfbloed de tranen naar
de oogen dreef.
„Weet je waar ik dat liedje voor het
eerst gehoord heb?" vervolgde hij.
„Op de Mattawa", en nu kwam er een
verhaal over een ontmoeting met
Fransch-Canadeesche houtvlotters,
waarbij hij zijn Fransch en EngelscK
zoo alleraardigst dooreenhaspelde, dat
Latour, die in zijn jonge jaren ook
houtvlotter was geweest, bijna niet)
meer wist, of hij op zijn hoofd dan wel
op zijn beenen stond.
Na de thee stelde ik voor naar den
naastbijgelegen heuvel te rijden, om
van zijn top den zonsondergang te
zien. Met ongewone edelmoedigheid
stelde Latour zijn eigen pony, Ajax,
ter beschikking van zijn gast.
„Ik kan niet goed rijden", stribbelde
deze tegen.
(Wordt vervolgd.)