iüii nummer Siestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
Belangrijkste nieuws in dit Nummer
5e JAARGANG
DINSDAG 31 MAART 1925
NUMMER 1477
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal i 2.50
Per week .......f 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
Internationaal rechtsbesef.
In de schoone rede door Prof. Ane-
ma in de Eerste Kamer gehouden en
waarop wij reeds eerder de aandacht
vestigden, werd met hoogen ernst ge
waarschuwd, de verwachtingen om
trent de internationale vredesactie niet
te hoog te stellen.
De regeling in het Protocol gegeven
bevat ongetwijfeld mooie gedachten.
Alle geschillen vreedzaam opgelost,
elke aanvalsoorlog een misdaad, alle
geweld voortaan in dienst van het
recht, elke aanwending van geweld
voortaan vooraf geijkt door onpartij
dige rechtspraak, wie stemt het niet
toe, dat het zóó behoort te zijn!
Alleen de regeling is te mooi.
Zij is niet gegrond op de rechtswer-
kelijkheid; zij is niet gegrond op de
ontwikkeling en verdieping van het in
ternationaal rechtsbesef.
Het had. kunnen zijn, dat de mensch-
heid na den wereldoorlog ontwaakt
was tot den zin voor een betere sa
menleving, zooals we dat in onze ge
schiedenis heben beleefd.
De 20 jaren Fransche overheersching
die bange periode van nationale in
zinking van beproeving en verdruk
king, had de harten gelouterd en de
zinnen omgezet en de oude .verdeeld
heid doen plaats maken voor harmo
nie en eenheid.
Is er nu, zoo vroeg Prof. Anema,
na den wereldoorlog ook een derge
lijke wedergeboorte aan de wereld te
bespeuren?
En het antwoord luidde:
Men kan geen naam noemen van
welken Staat ook, of benauwende ge
dachten van het tegendeel dringen
zich op.
Wie Engeland noemt, denkt aan
Egypte; wie Frankrijk noemt, denkt
aan de Roerbezetting; wie Italië noemt
denkt aan Corfu; wie Griekenland
noemt, denkt aan den Turkschen oor
log; wie Polen noemt, denkt aan Wil
na en Danzig; wie België noemt, denkt
aan herziening van de tractaten van
1839, en wie Rusland noemt, denkt aan
niets anders meer dan aan geweldple
ging en moord.
Wie dat ziet, wan die gelooven aan
door onnoemelijk lijden gelouterd in
ternationaal rechtsbesef? En toch, d&t
alleen zou kunnen dragen een zóó al
omvattende, zóó hooggeprezen vredes-
ordening, als dit Protocol ons wil ge
ven.
En nu zijn er zeker teekenen van
vernieuwing.
„Men vergisse zich echter niet. Al die
dingen, de Volkenbond, de ontwape
ningsconferentie, die toenadering tus
schen' Frankrijk en Duitschland, het
is niet meer dan een aanvang, het
b e g in van het begin. Het is niet meer
dan het ontspruiten van knoppen, en
wat men met dit Protocol nu wil, is
dat men onder de hoogconjunctuur
van de vrees voor eigen veiligheid bij
een groote Statengroep door de broei
hitte van het internationaal idealisme
die knoppen, vóór hun tijd gekomen
is, wil dwingen tot een weligen zo
merbloei, die volkomen onnatuurlijk
is.
Het staat vast, dat die zomerbloei
niet zal komen, dat wat men gehoopt
had, niet zal gelukken, maar ook al
ware het gelukt, dan zouden toch geen
sappige en eetbare vruchten ten tijde
van het plukken gerijpt zijn. Het eeni-
ge gevolg zou zijn geweest: nogmaals
een bittere ontgoocheling.
BUREAUHooigracht 35 - Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936, Postbox 20
V Onze taak voor de toekomst
De verwachtingen mogen niet te
hoog worden gespannen.
Rekening moet worden gehouden
met de w e r k e 1 ij k he i d, met deze
werkelijkheid dat de menschen niet
beter worden.
Elke nieuwe generatie van menschen
wordt opnieuw, zooals de catechismus
:egt, in zonde ontvangen en geboren;
:lke nieuwe generatie is van aanleg en
•neiging niet slechter, maar ook niets
beter dan de generatie die haar voor
afging.
Met dit te constateeren zijn we ech-
ter niet klaar.
Want: „wat in de historie wel voor
verbetering vatbaar blijkt, is de objec
tieve opvatting over moraal en recht.
Er is in het binnenstaatsche leven
een tijd geweest, die nog niet zoo heel
ver achter ons ligt, men behoeft niet
meer dan een paar eeuwen terug te
gaan om verkeerdheden te zien, die
thans uit de rechtsorde zijn verdwe
nen. Ik noem als zoodanig: de om
koopbaarheid en de partijdigheid van
de rechters; zij komt niet meer voor
in een beschaafden Staat.
Ik noem de slavernij, waarvoor, een
honderd jaar geleden, van Christelijke
zijde nog op Schriftuurlijke gronden
een welsprekend pleidooi werd gele
verd.
Ik noem de pijnbank en de vermin
kende straffen, die men meende niet
te kunnen ontberen voor de functie
eener goede rechtsorde. Ik noem de
ketter-vervolging, waarmede men een
Gode behaaglijk werk meende te doen,
en de heksenprocessen.
En ik wil daar bijvoegen wat ons
land betreft, het gelukkig verdwijnen
van de afschuwelijke reglementeering
der prostitutie. Inderdaad, er is voor
uitgang in het rechts- en het moreele
besef.
Ook in het internationale recht is
verbetering te constateeren. Wanneer
men eens vergelijkt het recht in den
oorlog van thans en het recht in den
oorlog van 200300 jaar geleden, dan
is het verschil enorm."
Het leerzaamste van alles is wel het
bellum privatum. Ik stip slechts even
aan, dat dit enkele eeuwen geleden
niet alleen een algemeen feit, maar
ook een algemeen erkende rechtsin
stelling was, en dat thans het heele
bellum privatum volkomen is geredu
ceerd tot wat wij nog beleven aan
burgeroorlogen en revoluties. Dat is
het laatste restant.
Dé strijd tusschen dorp en klooster,
klooster en klooster, edelman en edel
man behoort tot de geschiedenis.
Alleen tusschen de Staten wordt nog
oorlog gevoerd. Laten wij ons doel
niet hooger stelen dan in het interna
tionale leven een gelijksoortigen toe-*
stand te scheppen.
De geschiedenis heeft aannemelijk
gemaakt, dat dat doel bereikbaar is,
Laat ons niet als doel stellen den oor
log te doen verdwijnen, want; verdwij
nen zal de oorlog nooit, maar het is
waarschijnlijk wel mogelijk hem te be
perken tot zeer enkele uitzonderings
gevallen bij zeer hevige spanning; m.
a.w. in de wereld moet de oorlog even
zeldzaam worden als in een welgeor-
denden modernen Staat thans zeld
zaam zijn burgeroorlogen en revolutie.
Dat is alleen bereikbaar door lang
zame verbetering van het rechtsbesef,
door systematische aankweeking van
het gevoel van saamhoorigheid en
door een daaraan evenredigen stelsel-
matigen uitbouw van der echts- en
vredesorde.
Daarbij zullen de Christelijke begin
selen een groote rol hebben te spelen,
zoowel door het woord als vooral door
de daad."
V Onderwijzersovervloed.
Bij de behandeling van de Onder-
wijsbegrooting werd in de Eerste Ka
mer geklaagd over de moeilijkheden
waarmee de Normaallessen hebben te
worstelen.
Minister de Visser betoogde echter.,
dat hij in de gegeven omstandigheden
uit een oogpunt van goedkoopte de
leerlingen liever op de kweekscholen
heeft dan op de normaallessen.
Bovendien is er, nu de kweekscho
len zooveel leerlingen tellen, geen be
hoefte meer aan normaallessen, die met
alle hulde voor wat daarmee is be
reikt, langzamerhand kunnen worden
opgeruimd.
In dit verband wees de Minister er
op, dat toen eenige jaren geleden de
nieuwe salarisregeling ontworpen
was, geprofeteerd werd, dat het met
het onderwijs wegens gebrek aan per
soneel onherroepelijk vast moest loo-
pen.
Wat is echter de werkelijkheid?
Geregeld kwamen er ieder jaar een
1500 onderwijzers, een getal dat ook
voldoende was.
Het laatste jaar echter hebben, niet
tegenstaande alles wat gebeurd is 2700
candidaten de akte behaald, terwijl
verwacht wordt, dat ditg etal straks
tot 3000 zal stijgen.
Dat is voor de betrokkenen geen
prettig vooruitzicht.
En het is verklaarbaar, dat de Mi
nister bezwaar maakt de normaalscho
len nog meer te gaan steunen.
STADSNIEUWS.
Anti-Rev. Kiesvereeniging.
Gisteravond vergaderde in de Graan
beurs de Anti-Rev. Kiesvereeniging.
De wn. voorzitter, de heer M a z u -
rel, opende de vergadering, liet zin
gen Ps. 138:3, ging voor'in gebed, las
Rom. 12:16 en 13:1—8 en gaf daarna
het woord aan den secretaris tot het
doen van eenige mededeelingen.
De heer G. Kuyper deelde het een
en ander mede betreffende de a.s. De-
putatenvergadering. Het door spr. in
overleg met de andere bestuursleden
gedane voorstel luidt de 6 af te vaar
digen leden aldus te verdeelen: 2 be
stuursleden der kiesvereeniging, 2 be
stuursleden der propagandaclub en 2
uit de vergadering aan te wijzen per
sonen.
Staande de vergadering gaven zich
een viertal aanwezigen hiervoor op,
bij loting werden aangewezen de hee-
ren Roorda en Peereboom.
Daarna gaf de voorzitter het woord
aan Mr. H. B ij 1 e v e 1 d tot het hou
den zijner rede, getiteld: „Donkere
wolken, gulden verschiet."
„Donkere tijden verglijden als wol
ken, Gouden verschieten verluchtende
verte", zoo zong de socialistische dich
ter, die als visionnair in de toekomst
schouwde.
Een dergelijke gedachte bezielt ons,
nu wij dezen verkiezingsstrijd tege
moet gaan.
Het is donker en duister om ons,
'over ons en in ons.
Spr. herinnert aan het donkere
herfstgetij van 1918, doch toen ging
een vredesgerucht door de wereld, als
of op dien -herfst een heerlijk lente
getij zou volgen. Doch is dit niet
slechts een bedriegelijke hoop geble
ken en is niet op het herfstgetij een
nog somberder wintergetij gevolgd?
Het vredesgerucht is slechts een g e-
r u c h t gebleven. Spr. noemt in dit
verband Rusland, Turkije, Spanje, Ita
lië, Mekka; al deze namen spreken
van oorlogsgevaar on oorlogsverwik
keling.
Daarbij Engeland heeft het oog te
houden op Britsch Indië en de handen
vol aan Egypte en Soedan; Japan,
tijdelijk neergeslagen door velerlei
rampen, wrokt tegen Amerika en zal
straks de gele vuist ballen. In de ver
houding tusschen Frankrijk Duitsch
land liggen explosiestoffen opgesta
peld en van beiderleizijde wordt de
revanche-gedachte gevoed.
Wel staan daar andere tendenzen
tegenover. Het werk van den Volken
bond mag door ons als Christenen wel
met wat welwillender blik beschouwd
worden dan wij plegen te doen. Elk
streven om in het internationale leven
de gerechtigheid te stellen boven het
geweld, moet gedragen worden door
ons gebed; doen wij dit? Doch ook in
dit werk van den Volkenbond is ve
lerlei teleurstelling; daarom is er in
ternationaal geen reden voor de klacht
dat diepe duisternis ons omhult?
En staat het op economisch gebied
wellicht anders? Is daar de donker
heid geweken en het licht reeds door
gebroken
Het woord valuta-ellende zegt reeds
genoeg, men denke aan Duitschland.
België, Frankrijk, die allen zuchten
onder de gevolgen van hetgeen achter»
ons ligt.
De werkloosheid, waardoor velen,
die werken willen niet werken kun
nen, heeft voor breede lagen der be
volking in de verschillende landen
alle levensgeluk en levensmogelijkhe
den afgesneden.
Het communisme blijft een dreigend
gevaar voor de naaste toekomst, voor
al nu Rusland zich met het Mongool-
sche ras verbonden heeft; daarbij is
de macht van het communisme in
Duitschland groot en oefent het ook
zijn invloed in Engeland en Frankrijk
Alom zien we het communisme over
al als een vampier zijn grijparmen
uitstrekken en het leven der volken
bedreigen.
Het socialisme, dat een loot is van
hetzelfde ongeloofszaad, is in verschil
lende landen een macht van wassende
beteekenis.
België, dat uit den wereldoorlog to
voorschijn kwam met een aureool om
de slapen, beging misstap op misstap
en wordt' verscheurd door innerlijken
tweestrijd, Engeland heeft steeds zijn
moeilijkheden met Ierland; alom duis
ternis rondom ons in weerwil van het
aldoor maar roepen van „Vrede, vrede
en geen gevaar."
Zien we van het internationale ter
rein naar de nationale erve, is het
daar anders? Helaas, daar is een weer
klank van hetgeen we internationaal
constateerden.
Wil men niet aan het wankele vol
kenbondsinstituut onze nationale vei
ligheid ophangen en klinkt daarom
niet de kreet van ontwapening? Doet
men niet telkens een beroep op men-
schenverstand en de menschencultuur,*
opdat er nooit meer oorlog zij?
In dat internationalisme ligt een
element, dat ook den Christen niet
koud laat: de gedachte van de een
heid van het menschengeslacht. Doch
voor den Christen ligt in de nationale
verscheidenheid der volken eveneens
iets door God gewilds. Wij als anti
revolutionairen zijn ook Christelijk-
historisch en zien in de historie Gods
leiding.
Is er wellicht economisch in ons
land meer licht? Hoe scheen het na
1918, of alles licht zou worden: alle
kring van ons volk, ook wij Chris
tenen, werd door die gedachte mee
gesleept. Waar is uit onzen kring de
waarschuwende kreet gehoord, toen
wij allen geloofden, dat alles moge
lijk was?
De welvaart bleek niets dan schijn
te wezen en een groot tekort drukte
ons budget. Toen zond God den man,
die het mes er diep in heeft gezet; een
man, die voorspelde dat wanneer hij
het zoo zou doen, het steenen zou re
genen, Er ontketende zich tegen den
heer - Colijn een haat, die aan het
waanzinnige grensde.
Die bezuiniging moet gezien worden,
als een eisch van Gods orde en der
tijden nood. Doch helaas is gebleken,
dat er ook in eigen kring zoo velen
waren, wien het belang boven het be
ginsel ging, zoodat toen het belang
scheen te worden geschaad, zich ve
lerlei splitsing openbaarde.
Wordt ook niet het misbruik ge
maakt, ook in onze kringen, van den
huidigen toestand voor het geheele ge
bouw der sociale wetgeving, dat on
der rechtsch bewind is opgebouwd,
omver te stooten?
Op allerlei manier moet worden ge
constateerd, dat de duisternis ook in
ons nationale leven zich nog zoo veels
zins openbaart.
Moeten wij nu zoo den verkiezings
strijd van 1925 tegemoet gaan?
Goddank, er is nog iets anders. Wel
is het sombere beeld, dat spr. zooeven
teekende, niet te dof geteekend, doch
wat is in dat internationale leven ons
kleine land niet rijk gezegend. Er
wordt met ons land op schier elk ter
rein beteekenisvol gerekend.
Wij hebben velerlei stof tot danken.
De rechtsbedeeling in ons land, de
(over 't algemeen) onkreukbare eerlijk
heid van den Ned. ambtenarenstand,
de godsdienstvrijheid waarin wij on*
verheugen mogen, en bovenal dat er
nog zulke machtige partijen zijn, die
vragen naar Gods ordinantiën op het
terrein van het politieke leven, het zijn
alle rijke zegeningen van God.
Spr. herinnert aan den strijd voor
het Christelijk onderwijs en den strijd
tegen de prostitutie; toen hebben hier
de christelijke beginselen gezegevierd
Al probeeren de tegenstanders met
anti-papistische en andere gevoelens
den band, die de christelijke partijen
samenbindt, los te maken, hun pogen
is vergeefsch.
Ten slotte, een van de lichtpunten
in onzen tijd is, dat God ons een man
beschikt heeft, die het moeilijke werk,
door het belang des volks geëischt,
heeft opgenomen, iets waarvoor wij
God moeten danken.
Daarom zullen we in blijmoedig op
timisme ten strijde trekken.
Tegenover het sombere lied uit het
kamp van onzen tegenstander moet
uit ons kamp dat andere lied klinken
(een variant op het oude Wilhelmus):
„Wie vroom begeert te leven,
Bidt God nacht ende dag,
Dat Hij ons kracht mag geven,
Dat Hij ons helpen mag."
Op de rede van den heer Bijleveld
volgde een hartelijk aplaus.
De voorzitter dankte den spreker,
Daarna werd staande door de verga
dering gezongen een tweetal couplet
ten van het „Wilhelmus", waarna de
heer Bijleveld voorging in dankgebed.
School- en Werklninen.
De animo onder de leerlingen van
het vijfde leerjaar van alle lagere scho
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiën per regel 221/j cent
Ingezonden Mededeelingen, dnbbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage*
lijks geplaatst ad 40 cent.
Binnenland
Wethouderscrisis te Amsterdam.
De Kamerverkiezingen op 1 Juli
vastgesteld.
Verwacht wordt dat de Zomertijd zal
worden gehandhaafd.
Buitenland.
Frankrijk aanvaardt de Duitschc
voorstellen inzake het veiligheidsver<
drag als een basis voor onderbande»
lingen.
De Duitsche pers over den aitslag
der presidentsverkiezingen. Toekomst-
combinaties.
Volgens de Belgische regeering ver
dienen de Daitsche voorstellen ern
stige overweging.
Mijnramp in de buurt van New-Castle.
len tot het bekomen van een eigeu
tuintje is bijzonder groot Bijna vier
honderd en vijftig aanvragen kwamen
daartoe bij het Bestuur der Vereeni-
ging in. Het terrein biedt slechts
ruimte voor hoogstens 225 tuintjes,
zoodat niet meer dan 50 pet. van de
aanvragen zal toegewezen kunnen wor
den. Het terrein der schooltuinen is I
thans geheel gereed. Het werd over de
geheele oppervlakte gedolven en ge-
egd, daarna werden de hoofdpaden er
ingelegd, de tuintjes uitgezet en drai
nage aangelegd, zoodat het thans ge
reed is om de kinderen te ontvangen.
De benoodigde gereedschappen en
zaden zijn besteld, terwijl de Afdee-
ling Landbouwplantenteelt van de
Landbouwhoogeschool de benoodigde
zaden van de meest voorkomende cul
tuurgewassen voor den demonstratie-
tuin beschikbaar heeft gesteld.
Alles is dus klaar, om direct na de
Paaschvacantie de kinderen hun werk
te laten beginnen. Eeen groot bezwaar
is echter nog, dat er op het terrein een
huisje moet gebouwd worden om het
gereedschap in op te bergen en waar
de kinderen bij slecht weer in kunnen
schuilen. De inrichting van een en an
der heeft echter de geldmiddelen van
de vereeniging uitgeput, zoodat het
bestuur nog hoopt, dat enkele welge
stelde ingezetenen het daarin behulp
zaam zullen zijn.
Wie is bereid deze hoop te helpen
vervullen?
Mej. Hartveldt, onderwijzeres
aan de Chr. School Noordeinde. is be
noemd aan een Chr. School te Voorscho
ten, hoofd de heer Leppink.
In de vacature H. van den Heuvel
(S. D.) voortdurende door het bedanken
van den heer J. Vredeveldt, werd gisteren
door het Centraal Bureau voor de ver
kiezingen tot lid van den gemeenteraad
benoemd verklaard de heer J. J. Sch lier,
werkzaam bij het Rijks-Museum van Na
tuurlijke Historie.
DAMMEN.
Leidsche Damvereeniging
De stand van den winterwedstrijd is
thans de volgende:
punten gesp. part.
B. Slegtenhorst 13 7
J. Oudshooorn 19 16
J. Vermeulen 18 ïo
W. J. v. d, Voort 14 S
J. v. d. Mey 16 16
W. H. Oudshoorn 7 12
L. K. v. d. Vlist 17 11
C. Teunissen 10 16
P. Lepelaar 3 12
P. v. d. Stel 9
Laatstgenoemde heeft thhns al zijn par
tijen gespeeld.
BINNENLAND.
De Deputatenvergadering.
Uit het Agendum bij den Beschrij
vingsbrief voor de Deputatenvergade
ring der Antirev. Partij, die op Don
derdag 23 April te Utrecht, in „Tivoli"
zal worden gehouden, blijkt, dat de
vergadering een eersten en een twee
den voorzitter moet verkiezen. Als ge
volg toch van de statuaire bepaling,
dat Ministers niet te gelijk lid van het
Centraal Comité kunnen zijn, is de
heer H. Colijn als lid en voorzitter
afgetreden.
De Tweede Voorzitter, de heer A.
W. F. Idenburg, zag zich eveneens ge
noopt af te treden, niet omdat.de Sta
tuten zulks eischten, maar omdat het
uitoefenen van een leidende functie
in een politieke partij niet wel ver-
eenigbaar is te achten met het lid-