CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN kiiü«r bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Belangrijkste nieuws in dit Nummer ®e JAARGANG VRIJDAG 20 MAART 1925 NUMMER 1468 COURANT :aB ONNEMENTSPRIJS ADVERTENTIE-PRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn (Par kwartaal i 2.50 Per week .......1 0.19 franco per post per kwartaal 1 2.90 Gewone advertentiën per regel 221/» cent Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.' Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dage lijks geplaatst ad 40 cent. BUREAUHooigracht 35 - Leiden Tel. 1278, Postgiro 58936, Postbox 20 Moet hij hangen? Hangen moet hij! - 3 Wel, Minister Colijn natuurlijk die krachtig ging bezuinigen en krasse maatregelen nam om het dreigende staatsbankroet (te voorkomen. Werd het hiet in Den Haag openlijk door de demonstreerende scharen ge zongen? Intusschen wordt over den hezuini- gingsarbeid ook anders geoordeeld. Zoo schreef b.v. Prof. v. Blom, een in vrijzinnige kringen bekende en ge ziene persoonlijkheid het vorig jaar in „De Gids":: „Een Regeering ,die thans het oude bezoldigingsbesluit handhaaft, ver dient te worden gehangen. En die het op zijde schuift en het hierbij laat om dat verder gaan te moeilijk is, ver dient te worden gevierendeeld." Minister Colijn is voor de moeilijk heden niet op zij gegaan. Hij heeft, hoe onaangenaam hem dit ook was, velen pijnlijk moeten tref fen. Maar hij kon en hij mocht niet anders. En hij is, door kwaad gerucht en goed gerucht gegaan den weg van den plicht. Bezuiniging was moeilijk. Maar niet-bezuinigen zou hebben be- teekend het plegen van een misdaad tegenover het Nederlandsche volk. Daarom is het vonnis door de Haag- sche zangers gestreken, ongegrond. Neen, een stoere werker in 's lands belang als de heer Colijn moet niet hangen, maar hij verdient den steun van het geheele Nederlandsche volk. STADSNIEUWS. Een nacht in het logement der duivelen. Gisteravond werd in de Hooigracht- kerk de laatste der Chr. Winterle- zingen gehouden. Spreker was Ds. G. Wisse, Chr. Gerëf. pred. te Utrecht over bovenstaand onderwerp. Nadat gezongen was Ps. 25 7, ging spr. voor in gebed. Het is bijna drie eeuwen geleden, aldus spr., dat de even geleerde als godvruchtige Engelsche Calvinist Jo- sephus Hallius, die ook lid der Dordt- sche Synode is geweest, een boek schreef, getiteld „Contemplati'ones Sio- nis", waarin hij verschillende Bij'bel- sche tafereelen teekende o.m. ook de laatste bladzijde uit het leven van ko ning Saul en noemde dit: „Een nacht in het logement der duivelen". Hier aan heeft spr. den titel' zijner lezing ontleend. Spr. wees er voorts op, hoe in tegen stelling met de 19te eeuw, de eeuw der stof, de 20ste eeuw de eeuw is van wankelmoedig bijgeloof, hetgeen hij met verschillende voorbeelden staaf de. Daarom heeft tot den mensch on zer eeuw zoo veel te zeggen het slot van koning Sauls leven. Koning Saul is zijn regeering niet begonnen met een tocht naar Endor; integendeel; hij 'toonde zich veeleer een alleszins godsdienstig mensch, pre cies als de „religieuze"' mensch in onze dagen. Doch omdat hij egoïstisch God trachtte te exploiteeren voor zichzelf in plaats te begrijpen dat (zooals Cal- vijn het uitdrukt; niet God er is om ons, maar wij om God, zonk' hij steeds dieper weg en eindigde met te wor den een psychopaath, een zielszieke. Hij derailleerde, en gihg failliet, aan den verkeerden kant. En waar de mogelijkheid was uïtge sloten om met God in contact te ko men, trachtte hij, toen de Filistijnen aanrukten, in verbinding te komen met de geheimzinnige wereld. Er zijn twee werelden: een wereld der zienlijke dingen en een wereld der ongeziene werkelijkheden: hc-t we zen des zijns. Er is een zoom der verborgen din gen: magnetisme, hypnotisme en oc cultisme bewegen zich op dit gebied. Daarachter is de wereld van engelen eh van duivelen. Op tweeërlei wijze kan men met die geestwereld in aarirakjng komen: op heilige wijze als men centraal in Jezus Christus rust tot universeele be leving, maar ook op onheilige wijze, als men welbewust met den duivel in connectie treedt en tracht de doo- den te vragen. Zoo Saul als hij gaat tot de vrouw van Endor en zegt: „Zoekt mij eene vrouw, die eenen waarzeggenden geest "heeft". [Wie aan de stof zijn ziel heeft ver knoeid, heeft ten slotte niet waaraan hij steun kan ontleen en. Men denke aan de velé waarzeggers mediums, kaartlegsters in onze groots steden. En zij, die er heengaan, zijn 'dan niet de menschen uit de „Nacht- school", doch de fijne chic, 'de men schen met de bontjas, maar ook de menschen met de proletariërs jas, de laat sten betalen f 2.50, doch de eersten f25. De vrouw te Endor zouden wij kun nen noemen een medium, d. w. z. iemand die de bedenkelijke begaafd heid heeft langs ongewone wegen in contact te komen met de ongeziene wereld, hetzij met den zoom dier we reld, hetzij met de geestelijke intelli genties, slechte en goede. Wie zulk een aanleg heeft, moet 'dien niet, zoocfis men in onzen tijd doet, ontwikkelen, maar God 'bidden om bewaring. Het stormde in Sauls ziel, toen hij tot de vrouw van Endor ging; hij was verteerd van angst en wanhoop. Misschien heeft hij nog wel gedacht aan teruggaan, maar hij gaat voort, dit is de logica der zonde. Het is, of dit too verhol' het voor portaal der hel is, als het daar klinkt: „Doe mij Samuel opkomen". Welk een blik geeft dit in de ontredderde ziel van koning Saul. Dan begint de vrouw haar griezelige practijk. Wat is daar in dat „logement der duivelen" gebeurd? Er zijn drie hoofdopvattingen daar omtrent. Ie. het is best mogelijk, dat alles is uit het medium (i. c. dit vrouw- menschj zelf. Dit standpunt is in over eenstemming met de nieuwere psy chologie. 'Ook de Bijbel geeft steun aan dit standpunt: men denke er aan hoe de vrouw, clairvoyant geworden, ineens Saul herkende. Wellicht heeft de vrouw magneti sche golven in de ruimte geworpen, die een waas veroorzaakten en heeft zij de stem van Samuel kunnen na bootsen. Doch ook dan is het iets duivelsch, en zijn we in het logement der dui velen. 2e. de spiritistische opvatting, dat door dit medium inderdaad Samuel is opgeroepen. Spr. kan niet aan een geestverschijning gelooven, want Sa muel had een mantel aan en een hoed op, en er zijn toch geen geesten van mantels en hoeden. Nog een ernstiger argument heeft spr.: welk Bijbelsch Christen kan ge looven, dat God de zielen Zijner kin deren blootstelt aan dergelijke prac- tijken 3e. de opvatting door Hallius ver dedigd en ook door de Calvinisten der 16e en 17e eeuw aangehangen, dat hier inderdaad zwarte intelligenties aan het werk zijn geweest, in de taai der Schrift: gevallen engelen. Dat de geestverschijning ernstige woorden tot Saul spreekt: morgen zult gij bij mij in het doodenrijk zijn, is volgens Spr. geen bewijs tegen deze opvatting. Het zou waarlijk niet de eenigste maal zijn, dat de duivel ern stig is; dan is hij het gevaarlijkst. Zoo gaat Saul dan heen uit het too- verhol te Endor en stort zich in den slag in zijn eigen zwaard; onder de hoogmoedige woorden: dat ik niet valle, in de handen dezer onbesnede- nen. Hier is hij gekomen in het laatste stadium op het (pad der zonde: van liefhebber slaaf der zonde geworden wordt hij ten slotte slachtoffer van haar. Spr. liet vervolgens zingen Ps. 32: 5, en wees daarna op de hoogstern stige boodschap, die uit deze geschie denis tot ons komt, vooral tot den mensch in onze dagen, die zich zoo gaarne aan het geheimzinnige over geeft. Van nature is de mensch zoo, dat hij liever naar het logement der duivelen gaat dan naast den tollenaar in den tempel staat en zegt: 0 God, wees mij zondaar genadig! Onze tijd staat in. het teeken van de nabootsing van het werk van Gods Geest. In Engeland b.v. heeft men z.g. gods dienstige samenkomsten, met gebed geopend en waar de bijbel wordt ge lezen en dan treedt een medium op en vraagt aan de aanwezigen wat er van hun dienst is: het logement der duivelen in de kerk. Deze practijken zijn geenszins onge vaarlijk, zij die riaar de geesten loo- pen, verliezen hun eigen geest. Vele mediums komen fn het krankzinni gengesticht terecht. Men wachte zich ook aan de nieuws gierigheidsprikkeling te voldoen. Wil men ver-borgen dingen, er zijn geen waardevoller verborgen dingen dan die, waarvan Ps. 25:7 spreekt. Eén bladzij uit Jesaja of de Openba ring licht ons meer over de geestelijke wereld in dan duizenden folianten mededeelingen van „geesten." Die „geesten" spreken zichzelf soms tegen, tot in het ridicule toe. Het is den mensch ook niet geoor loofd, elk logement op zijn levensweg binnen te strompelen. De voornaamste vraag is nietkan men de dooden vragen, dpch mag men het doen? Het is in Gods Woord ver boden in Deut. 18 en daar wordt als argument genoemd dat God een Pro feet zal verwekken, naar wien wij moeten hooren. Wij moeten in de openbaring van Jezus Christus het genoegzame vin den. Ook komt er uit deze verschijn selen van spiritisme e.d. een ernstige boodschap tot de geestelooze Chris tenen van onze dagen. Het is niet voldenlle, aan het loge ment der duivelen den plank te spij keren: „Verboden terrein", er moet nóg wat gebeuren. Wij moeten ons «vragen: beleven wij den rijkdom en} de heerlijkheid van onze belijdenis? 4 Staan wij in een lévend verband met de kerk in den hemel, vertoeven wij wel eens in den geest voor den troon Gods? Armzalig Christendom, als men pas na zijn dood aan de geestelijke dingen wat hebben zou! Spr. eindigde met een ernstige waar schuwing aan zijn hoorders, zich af te vragen of men op weg is naar het logement der duivelen of met David (dit geschiedde dienzelfden nacht) zich sterkt in den Heere zijnen God. Nadat Spr. was voorgegaan in dank gebed, werd nog gezongen Ps. 73:14. Er was veel belangstelling voor deze lezing; zelfs had de autobus uit Bos koop een specialen dienst voor deze gelegenheid. Het Openluchtspel. Gisteravond hield de Vlaamsche schrij ver Herman Teirlinck, daartoe uitgenoo- digd door de Leidsche Kunstkring, een lezing over Dramatische Kunst naar aan leiding van en met het oog op het a.s. Openluchtspel der Leidsche Studenten. Dr Beversen, rector van hét stedelijk gymnasium alhier en voorzitter van de Leidsche Kunstkring, leidde met een en kel woord den spr in en verwelkomde de niet .zeer talrijke aanwezigen, onder wie mevr. de Gijselaar Viruly, den rec tor magnificus prof. Blok, het collegium van het L. S. C., de bestuurcommissie en het bestuur der Leidsche Meisjesstuden- tenvereeniging. Herman Teirlinck begon met uitvoerig uiteen ze zetten, wat er volgens zijn jnee- ning haperde aan de dramatische kunst. De tijdgeest is veranderd en keert zich af van de ten uiterste geïndividualiseer de kunst. De nieuwe tijdgeest vraagt nu een gemeenschapskunst en spr heeft in die richting reeds eenige experimenten genomen, o.a. het Torenspel te Delft. De tekst van sprekers Openluchtspel, dat dezen zomer zal worden opgevoerd, is tot een minimum beperkt: Leiden ont zet, Holland gered. Meer niet. Daarvan is spr. uitgegaan. In het AZ-spel stelt hij twee antipoden tegenover elkaar, A, (Alva) en Z. (de Zwijger) De spelers stelt Teirlinck zich als scherp gemechaniseerd voor, als machines zon der eigen wil. Het spel zal spelen op het water, Leiden zal in 't midden worden uitgebeeld en aan weerszijden een aanduiding van Span je en Holland. In de stad ziet men eerst' het gelukkige stadsleven zich ontwikke len, hetgeen spr wil voorstellen door 7, groepeeringen van spelers, die de ver schillende levens!' <*sen van den mensch uitbeelden: de geboorte, de kinderlijke leeftijd, dg jongelingschap, de bruiloft, de arbeid van den man, ouderdom en dood. Geheel dat raderwerk van het leven komt bij gedeelten in werking en de ta fereelen zullen achtereenvolgens worden ingeschakeld in het spel door wisselende belichting. Zooals men weet, wordt het spel in den laten avond (ongeveer 12 uur) op gevoerd en kan er gewerkt worden met verschuivende s chaduwen Het eerste spelbeeld stelt aldus voor het gelukkige leven in Holland. Dan na dert de vijand, het raderwerk verwart. En als de nood het hoogst is wordt gebeden het „Wilhelmus van Nassauwen" Op dit gebed ontbindt zich uit het steen der torens de Zwijger en gaat hij de strdende mannen steunen. (Onze lezers zullen dit wel onduidelijk vinden, doch Herman Teirlinck wildeniet duidelijker spreken, om niet alles te ver klappen.) De oorlog, die nu volgt, denkt Teirlinck zich uit te beelden door vuur werk en donderend geluid, dat onmid dellijk den indruk wekt van krijgsrumoer. Daarna volgt de herleving der vroegere welvaart en het aanbreken van de Gou den Eeuw. Spr verwacht, dat onder leiding van [ohan de Meester als regiseur en met behulp an de studenten alvs artisten deze opvoering een succes zal worden en hij hoopt, dat hiermede zal kunnen worden uitgemaakt, of zijn ideeën levensvatbaar heid bezitten. De technische uitbeeldings in id delen zullen alle zoo elementair mo gelijk zjjn „.pueriel", zeide spr. en zullen onmiddellijk het Nederlandsch ka rakter der toeschouwers pakken. De lezing van Herman Teirlinck werd më,t groote aandacht .en belangstelling gevolgd. Sociale Zaken. De Commissie van Advies voor.So ciale Zaken kwam gisteren weer hij een. Zij stelde haar advies vast om trent een reglement betreffende de in richting en werking van den Gemeen telijken Dienst voor Sociale Zaken ter uitvoering van artikel 3 der verorde ning van 20 October 1924. Op voorstel van de Subcommissie voor de Steunverleening besloot de Commissie te adviseeren omtrent den steun aan losse werklieden een bijzon dere regeling vast te 9tellen in dien zin dat de steun voor deze groep werklieden wordt beperkt tot 36 dagen per jaar en wel 15 dagen in de eerste helft en 21 dagen in de tweede helft van het jaar. Voorts besloot de Commissie een af zonderlijke Subcommissie voor de be roepskeuze in te stellen ter bestudee ring van dit vraagstuk. A. R. Kies vereeniging. Naar wij vernemen zal de A. R. Kiesvereeniging alhier op Maandag 30 April een openbare vergadering houden, waarin als spreker zal optre den de heer Mr. H. B ij 1 e v e 1 d van 's-Gravenhage. Mr. Bijleveld heeft deze week op de vergadering van de kieskringcentrale een rede gehouden die op alle aanwe zigen een diepen indruk maakte. En het zal velen, ook uit de omgeving dan ook genoegen doen te vernemen dat de heer Bijleveld zich bereid heeft verklaard deze rede ook hier uit te spreken. Laat een ieder dan ook trachten de zen avond vrij te houden. De jaarvergadering van de Kiesver eeniging is bepaald op Maandag 20 April. O.m .zal dan aan de orde ko men de verkiezing van drie bestuurs leden wegens periodieke aftreding) van de heeren Mazurel, van der Steen en Zuidema. Uit de gang van een woning aan de Breestraat is ten nadeele van den heer E. E. D. gisteravond een rijwiel gestolen. De 15-jarige Johanna B. is gis teravond, nadat zij de ouderlijke wo ning had verlaten om naar school te gaan, daarin niet teruggekeerd. Om standigheden doen denken aan een opzettelijke poging van het meisje om weg te loopen. In den afgeloopen nacht om vijf uur, is brand ontstaan in den kelder van den heer A. C. L. aan de Jan van Goyenkade. door een defect aan de petroleumlamp van een broedmachine Het brandje, dat van geringen om vang was, werd spoedig gebluscht. BINNENLAND. Binnenland Jubileum Dr. J. G. van der Sluys. De candidaten van de A. R. partij Buitenland. Een vreeselijke wervelstorm heeft de Amerikaansche staten Missouri, Illi nois en Indiana geteisterd. In afwachting van den uitslag der rijkspresidentsverkiezingen wordt een interregnum in Pruisen verwacht. De Engelsche minister Lord Gurzon overleden. De Kamerverkiezingen. Gisteravond is in Den Haag een ver gadering gehouden, uitgeschreven door de Amsterdamsche vereeniging „Vrijdenkers naar 't Parlement", waar in de heer J. Veldkamp van Amster dam doel en strekking van deze ver eeniging heeft uiteengezet. Hij betoog de, dat er eenheid behoorde te komen onder hen, die vóór alles vrijdenker zijnde, van meening zijn, dat ook door middel van het parlement de hand over hand toenemende geestelijke re actie in ons land kan worden bekampt Daarom kon het van groot nut zijn, te trachten, bij de komende verkiezin gen vrijdenkers in de Tweede Kamer te brengen. Na een uitvoerig debat werd een onderafdeeling van de Amsterdam- sche vereeniging opgericht, die in een 1 volgende bijeenkomst de candidaten voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer zal aanwijzen. Democratische Partij. De Democratische Partij (samenge steld uit de A.N.V.O. en de D.P.) nam naar ons gemeld wordt in haar laatstgehouden, algemeene vergade ring het besluit, bij de a.s. Kamer ver- kiezingen in de 18 kieskringen uit te j komen met lijsten, waarop dezelfde 20 namen worden geplaatst en maakte zulk een lijst op uit de vroeger reeds gepubliceerde namen, voorgesteld door afdeelingen, correspondentschappen en leden. Den algerneenen vooTzitter werd ver zocht, op alle lijsten no. 1 te zijn. Voorts werd besloten, de vaststel ling der volgorde van de overige 19 candidaten aan de kieskringen over te laten, met dien'verstande dat gead viseerd wordt den naam van 'n vrou welijke candidaat als no. 2 op de lijst te plaatsen. De volgende candidatenlijst (na no. 1 alphabetisch opgesteld) werd dien volgens vastgesteld: 1. prof. mr. J. E. Heer es; 2. mevr. H. van BiemaHymans; 3 Th. B. v. Dill; 4 K. Dilling; 5 Gerh. van Dijk; H. S- Eriks; 7 A. van Gent; 8 B. Israël; 9 J. N. de Jong; 10 Gen. G. J. W. Koolemans Beynen; 11 W. J. Kre- winkel; 12 mevr. mr. A. Leydensdorff De Leeuw; 13 mevr. W. van den Pauvert; 14 C. Roggeveen; 15 mevr. A. Schwier—Rutters; 16 J. A. v. Sijn; 17 H. F. Tillema; 18 dr. R. de Waard; 19 mevr. W. WillinkAltes; 20 A. I» Witmans Mz. Tegen de weeldebelasting. De besturen en afgevaardigden van R.-K. vereenigingen van patroons in het banketbakkersbedrijf hebben te 'Amsterdam vergaderd ter bespreking van het ontwerp Verterings- en Weel debelasting t Een motie werd aangenomen, waar in geprotesteerd wordttegen het op nemen van het banketbakkersbedrijf onder de rubriek „weelde", en de meening wordt uitgesproken, dat, in dien een belasting op verbruiksarti- kelen niet anders te ontwerpen is. dan met inschakeling van het banketbak kersbedrijf, genoemde vereenigingen gehoord behooren te worden bij de samenstelling en de uitvoering. Volgens een bericht uit 's-Graven hage is het bestuur van den Midden standsbesturenbond voornemens om terzake van de weeldebelasting zich tot de Regeering te wenden. Naar het oordeel van dezen bond is door de krachtige actié van den landelijken bond ondubbelzinnig ge bleken, dat de handeldrijvende en in- dustrieele middenstand de weeldebe lasting niet kan dragen. In overleg met alle belanghebbenden wenscht het bondsbestuur er bij de Regeering op aan te dringen de Wet terug te nemen en eventueel de voor de schatkist benóodigde gelden te vinden „bij de bron", dus niet door den arbeid van den detaillist. De Amsterdamsche vloot. De „Tel." verneemt van welinge lichte zijde, dat nagenoeg de geheele vloot van tè Amsterdam gevestigde scheepvaart-maatschappijen in de vaart

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 1