DINSDAG 3 MAART 1925 Nieuwe Leidsche Courant. TWEEDE BLAD. Kapitaalvorming en Bezuiniging (Ingezonden). II. Nu weet ik wel, dat tegen de gegeven redeneering en de conclusie: eerst be vordering van koopkracht, daarna ka pitaalvorming, het een en ander valt te zeggen. -s.ct al het geld, dat het individu be spaart, word aangewezen tot het vor men van het z.g. „vast kapitaal". Als hij - op 'n bank plaatst a deposito, \vordt het misschien gebruikt t.ot het geven van crediet aan bedrijven, die b.v. groote goederenvoorraden moeten aanhouden en daarvoor niet genoeg eigen kapitaal bezitten. Vrijwel iedere handelaar of industri eel heeft contant een zekeren voorraad noodig. Omdat die voorraden er altijd moeten zijn, wordt een zekere geldbe legging vastgelegd die niet kan dienen voor den aankoop van artikelen tot irect gebruik. Nu kon het gebeuren, dat er tijdelijk •■inere voorraden zijn dan normaal is, dat er ook 'hierdoor tijdelijk minder bedrijfskapitaal noodig is. Daarbij speed niet alleen de econo mische toestand in c-igen stad of land, maar dikwijls ook die van andere lan den een belangrijke fol. Ook kan het voorkomen, dat het be drijfskapitaal wèl noodig, maar niet te v?? krijgen is, ómdat het vertrouwen ont breekt. -an zal de productie gedwongen moe ten worden stopgezet of ingekrompen, 'Ot con bcmi-e tpd aanbreekt. Nu gaat hot niet aan te zeggen: dat ocp^ oat minder in voorraden be- hcr. te wcr 'cn gestoken, zal nooit t'fg ncodig zijn en dus: opmaken rr - ar. ?I~°r cok moet niet worden verge len, cl*! dit „opmaken" voor do maat- "kn nut kan hebben en mede c: 'del kan zijn voor de kwaal: oekrei: aan bedrijfskapitaal. Als "een paraplu'ehandplaar bijna '•en parapluie meer verkoopt, moet 'j het weinige, dat hij ontvangt, be- A: "en om brood te koopen; hij ziet z .n v li raad slinken en op den duur do zaak op de flesch. i al? hij wat meer verhandelt. - van elke flO die een goed w arm oplevert er 7 te gebrui- c c bij den fabrikant een zelfde tvwvv :e koopen, om -zoo f2 voor al- 'ooi on'.ooAn én f 1 voor zijn gezin CVJW-H-: ivcudcn. Er beo mat tusschen voortbrenging en veroruik een zeker verband. w ;.n.hecr dit verband verbroken wordt, komt de crisis. In de oorlogsjaren was er, ook in ons land, te weinig productie, te veel verbruik. Niet, dat iedereen gemakkelijk zijn materieele levensbehoeften kon bevre digen, maw het aantal verbruikei., dat voor de voortbrenging direct niets kon doen, was te groot. Na den oorlog haastte ieder zich het tekort -an productie in te korten. De vraag was groot, omdaf er te veel was verbruikt en niet aangevuld; dit gold zoowel voor de onderneming (nieu"*e gebouwen, machines enz.) als voor de individuen (woningen, huisraad, '-lee ding enz.) Het leek,' dat die vraag een bewijs was van koopkracht, maar veelal was zij dit niet. Dikwijls gingen de laatste spaarcentjes er aan. Door de tijdelijk groote vraag leef den de ondernemingen boven hun stand: breidden hun productie te ver! uit, legden te veel geld vast, dat op den duur niet rendabel zou blijken. Ook de loonen sprongen omhoog, vooral in die -bedrijfstakken, waar vév! FEUILLETON. Sn 's levens branding (Uit het Engelsch)). 52) HOOFDSTUK XX. Het geheim van de fabriek. Het was geheel donker tegen den tijd, dat de majoor, John Sugden, en Duncan, de reporter bij de fabriek aankwamen. De oude fabriek stak tegen zijn donkeren achtergrond spook achtig en huiveringwekkend af. De kille Maartsche wind klaagde en zucht te door de bladerlooze boomen, en riep angstaanjagende geluiden wakker in de verlaten zalen der verlaten fabriek. Gedurende eenige oogcnblikken ston den de drie mannen stil en luisterden, maar de stem van den wind was het cenig geluid, dat zij hoorden. Toen riep John Sugden verscheidene malen: „Is hier iemand?' maar geen antwoord kwam uit de duisternis; de plaats was even stil en verlaten als een kerkhof. Ik vrees, dat we voor niets zijn ge komen", zeide de majoor op toon. „Hoe zou ook iemand het in zijn hoofd halen, naar een plaats te gaar *s deze." „Toch stel ik voor, nu we hier een- om al zijn, rle plaats grondig te onder vraag was en de kosten toch wel kon den worden gebekt. Voor het over- groote deel werd dit geld verteerd mede om de schade in te halen waardoor de vraag naar allerlei le vensbehoeften bleef aanhouden. De spaarpotjes waren echter spoe dig leeg, de vraag werd minder, de loonen daalden, de vraag werd nog minder: het evenwicht tusschen voort brenging en verbruik whs verstoord. Immers, het was niet mogelijk de productie even plotseling in te krim pen als de vraag plotseling vermin derde. De fout, dat te veel in vast ka pitaal was vastgelegd, dat het bedrijf te veel was berekend tap een méér dan normalen afzet begon zich te wreken toen deze beneden het normale bleef. Ook was, vooral in den middenstand waar een zaak vlugger uit den grond verrijst dan in de groot-industrie, het aantal abnormaal uitgezet. De gevolgen, o.a. in den vorm van talrijke faillissementen bleven niet uit Hoe nu het evenwicht te herstellen? Gedwongen beperking der productie in te snel tempo zal de crisis verer geren en moet zooveel mogelijk wor den voorkomen. De eenige manier is: verhooging van koopkracht, en daardoor van de vraag. Nu zal ook kapitaalvorming op den duur daartoe medewerken, maar dat baat voor het h e d en niet veel. Inte gendeel zal zij voorloopig een tegen overgestelde uitwerking kunnen heb ben. Wanneer er te veel wordt „ge pot" om toekomstige behoeften te bevredigen, blijft er veel minder over voor de bevrediging der behoef ten van het oogenblik. En op deze laatste is de geheele maatschap pelijke organisatie ingesteld, daarop moet in tijden van crisis dus dubbel worden gelet, zal het evenwicht tus schen voortbrenging en verbruik niet nog méér worden verbroken. We zagen reeds, dat kapitaalvor ming in tijden van inkrimping der productie ook minder noodig is dan in normale tijden. Zij zal uit den aard der zaak, als gevolg der verminderde koopkracht, cok in mindere mate plaats vinden. Dit lijkt mij echter beter, dan dat kunstmatig toch wordt gestreefd naar een normale kapitaalvorming, ten koste der reeds verminderde koop kracht. Het isSsóér wel mogelijk, dat de ka pitaal (goederen) vernietiging, vooral i de oorlogvoerende landen, zóó groot was, dat het herstel nog meerdere ja ren zal duren. - - Ook de spaarpenningen der Neder landers zullen voor den „opbouw" kunnen dienen. Reeds zal er b.v. héél wat Nederlandsch kapitaal in Duit- sche leeningen zijn belegd. Maar dan zal toch ernstig moeter. worden overwogen, of dergelijke „ka pitaalvorming" van individueel standpunt bezien de crisis in het eigen land oogenblikkelijk niet zou 11 kunnen verergeren. Er zijn menschen, die door altijd te „potten" denken maatschappelijk het nuttigst te zijn. Armenzorg of maatschappelijk hulp betoon door kerken, vereenigingen en particulieren worden er wel eens de dupe van. Door met ruime beurs de armen, ook de crisis-slachtoffers te helpen en zóó koopkracht van noodzakelijke levensbehoeften te scheppen, dient men het volksbelang zeker betèr dan door zich blind te staren op het nut van kapitaalvorming. Hierbij komt nog het gevaar, dat, als er gemakkelijk geld door leening kan worden verkregen, dit dikwijls wordt vastgelegd voor zaken, die niet raken de eerste levensbehoeften. Daar denk ik aan de luxe, ook b.v. die bij den bouw van panden voor op zoeken", antwoordde John Sugden. „Stellig." En de majoor liep de trappen op, die naar den stoep voerden. John en Dun can haastten zich hem te volgen, en een paar minuten later hadden zij hun lantaarns aangestoken en waren zij hun onderzoek begonnen. Het was een groote fabriek, en na een kwartier hadden zij ieder hoekje en gaatje onderzocht. Toen gingen zij naar buiten en liepen er om heen, en lieten hun lantaarns in iederen hoek schijnen, en keken in iederen kuil en staken hun stokken 'in iederen hoop afval en rommel. „Nu, wat mij betreft, ik heb er ge noeg van", zeide de majoor, „en ik stel voor terug te keeren." „Ja, dat moesten we maar doen", antwoordde John Sugden eenigszins aarzelend. „Het is een groote teloiirstelling, niets te ontdekken" zeide de reporter. „We hebben een menigte uilen en vleermuizen ontdekt", zeide de majoor- boos, „en als we hier nog veel Langer blijven, zullen we ontdekken, dat we i verkoudheid hebben opgelccpon." zult de koude dubbel voelen, daar o pas uit een warm klimaat zijt men", zeide John. ïs hier zr o griezelig r*~ zk*h zelf nuttige instellingen dikwijls wordt tentoongespreid. Over dit punt en over de taak der Overheid inzake kapitaalvorming en (door) bezuiniging een volgend maal. BINNENLAND. Chr. Gezondheids- cn Vacaniïekolaniez Woensdag j.l. is de jaarlijksche ver gadering voor Christelijke Gezond heids- en Vacantiekoloniën in Neder land te Utrecht gehouden. De voorzit ter, ds. H. C. Hogerzeil, wees er in zijn openingswoord op, dat de arbeid der vereeniging wederom is uitgebreid en dat het derde koloniehuis dringend noodig was om aan de aanvragen te kunnen voldoen. Uit het jaarverslag bleek, dat 574 (v.j. 349) kinderen met 15.762 (v. j. 9671) verpleegdagen in de verschillende koloniehuizen zijn ver pleegd. - Met de winterverpleging zijn uitne mende resultaten bereikt, zoodat ge tracht zal worden ook in het vervolg hiervoor kinderen te krijgen. Elf nieu we afdeelingen werden opgericht, ter wijl binnenkort op verschillende plaat sen een afdeeling zal komen. In het Noorden van het land is een comité samengesteld, dat trachten zal aldaar een huis te vestigen. Uit he> Bouwbedrijf. Naar aanleiding van den brief door de werknemersorganisaties gezonden aan de beide Patroonsbonden hebben de besturen van den Ned. R. K. Bond van Bouwpatroons en van den Pa troonsbond voor de Bouwbedrijven in Nederland gisteren tot de leden hun ner organisaties het volgende schrij ven gericht: In de heden gehouden samenspre- king tusschen de Dagelijksche Bestu ren der beide Patroonsbonden is het eindantwoord der werklieden-organi saties behandeld. Uit dat antwoord bleek, dat wij thans voor een contract loos tijdperk staan. Do Dag. Besturen adviseeren om voortaan onder geen betere arbeidsvoorwaarden dan de laatst geldende te laten arbeiden. Onveilig strand. Gedurende deze week zal het strand tusschen Scheveningsche en Wasse- naarsche Slag onveilig zijn: Dinsdag en Woensdag wegens het schieten met geschut, van des voorm. 11.30 uur tot des nam. 2.30 uur; Donderdag, wegens het schieten met mitrailleurs van 10 uur voorm. tot 1 uur nam. en Vrijdag, wegens het schieten met- mitailleurs, van 10 uur voorm. tot 2.30 uur nam. De aandacht wordt erop gevestigd, dat het strand slecht9 dan weer voor het publiek toegankelijk is, wanneer de vlaggen, waardoor de onveiligheid van het strand wordt aangeduid, zijn ingehaald. Do zü verb ons van 12.50. De Algemeene Nederlandsche hond van incasseerders, kantoorloopers en aanverwante vakken heeft aan den mi nister van financiën geschreven: dat blijkens pe: ':erichten de züver- bons van f2,50 aan de circulatie zul len worden onttrokken; dat het bestaan van deze zilverbuns van groot nut is gebleken voor den handel, speciaal voor hen die uit den aard hunner zaken zeer veel met geld hebben om te gaan; dat gedurende het bestaan derzeive voldoende de bruikbaarheid gebleken is niet alleen, doch dat het ook zeer gewenscht kan worden geacht, dat het papiergeld beneden de Waarde van 10 gulden blijft bestaan; weshalve adressant den minister verzoekt het daarheen te leidén, dat het behoud van deze zilverbons ver zekerd zij. De bond heeft aan de Bankiers In casso Centrale en ('e Bankiersverc »:ii- kerkhof", was het antwoord, „en ik heb een gevoel alsof ik niet goed wijs ben, dat ik hier zoo met een lantaarn tje in het donker rondscharrel." „Dan moesten we maar liever onze lichten uitdoen en terugkeeren", ant woordde John. Zij stonden onder aan de trap, die naar de oude machinekamer voerde, gedurende dit gesprek. John had het deurtje van zijn lan taarn reeds opengemaakt om hot licht uit te doen, toen een zachte langge rekte klaagtoon door hem vernomen werd, maar z£ó flauw en onduidelijk, dat hot even goed het fluisteren van den wind kon zijn. Zonder iets tot zijn metgezellen te zeggen, sloot hij zijn lantaarn-deur we der stil en liep vlug de trappen op, en stilstaande op den drempel, luisterde hij eenige oogenblikken met groote in spanning. „Het is niets", sprak hij -eindelijk bij zichzelf, „of slechts de wind, die om dit oude gebouw huilt", en hij keerde om, met het dool naar de anderen, terug te gaan. „O, daar.is het weder!" En hij keer de zich nogmaals om cn hield zijn lanter - -óó, dat het licht kon cl ~r- drA duistere hoeken-v ging verzocht, aan dit verzoek a.lliae- sie te betuigen. Land- en Tuinbeawonderwijs. Door het Tweede Kamerlid, den heer Ebels waren aan dén minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw de volgende schriftelijke vragen ge steld: 1. Is het den minister bekend, dat de toelagen aan onderwijzers voor het bezit van de akte van bekwaamheid in de land- en tuinbouwkunde, tot nog toe verstrkt op grond van de be palingen van de lager onderwijswet, krachtens Kon. besluit van 27 Decem ber 1924 niet meer zullen worden ver leend? 2 .Zoo ja, is de minister van oordeel, dat de intrekking dezer toelagen, voor al in verband met de reeds op andere wijze plaats gevonden ingrijpende ver lagingen in de salarissen der land- en tuinbouwonderwijzers, zonder schade voor een behoorlijke instandhouding en ontwikkeling van het onderwijs kan plaats hebben? 3. Indien het antwoord op vraag 2 in ontkennenden zin mocht luiden, is de minister dan bereid indien en voor zoover noodig, in overleg met z'n ambtgenoot voor Onderwijs, te be vorderen, dat de ten gevolge van het Kon. besluit van 27 December 1924 ontstane verlaging in de bezoldiging der hierbij betrokken onderwijzers wordt opgeheven? Het antwoord van den heer Ruys de Beerenbrouck, minister van Binnen landsche Zaken en Landbouw hierop luidt als volgt: Ad vraag 1. Het i9 den ondergetee- kende bekend, dat, ingevolge de bepa lingen van het Kon. besluit van 27 December 1924 (St.bl.no. 585), aan de leerkrachten bij het lager onderwijs geen toelagen meer zullen worden ver leend voor het bezit der akten land- of, (en) tuinbouwkunde L. O. Ad vraag 2. Het is, naar het oordeel van den ondergeteekende, inderdaad niet uitgesloten te achten, dat het ver vallen dezer toelagen mede in ver band met de plaats gehad hebben verlaging van de honoraria der land en tuinbouwonderwijzers de neiging tot de langdurige en niet gemakkcEJke studie voor genoemde akten zal doen verminderen, hetgeen uit den aard der zaak niet bevorderlijk zou zijn voor een behoorlijke instandhouding en ontwikkeling van het lager land- en tuinbouwonderwijs. Hij mag zeker wel i herinnering brengen, dat toi eenden, ander niet dan noodgedrongen is* overgegaan, wegens de dringende noodzakelijkheid tot be perking van alle, staatsuitgaven. Wan neer in de toekomst in den toestand van 's lands financiën blijvende verbe tering zal zijn ingetreden, zal dezer zijds nauwgezet worden overwegen o. daarin wellicht aanleiding zou kun nen worden gevonden, óm ook in de positie der land- en tuinbouwonderwij zers wederom eenige verbetering te brengen. Ad vraag 3. De ondergeteekende is bereid omtrent deze aangelegenheid met zijn ambtgenoot van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in over leg te treden. UIT DE OMGEVING. Gemeenteraad LISSE. Vergadering van Vrijdag 28 Fcbr., onder leiding van den burgemeester, dhr Een huis. Met kennisgeving afwezig dhr Pijn- acker. Na opening wordt het lezen van de notulen de orde gesteld, die onver anderd worden vastgesteld, na een be merking van dhr A. Verduyn Jr. 1. Voorstel tot het verleenen van voor schotten aan de besturen van bijzondere -scholen ingevolge art. 101 der L. O.- Wet\ B. en W. stellen voor, te volgen db «"oorschoten te verleenen: „Wal is er nu te doen?" riep de ma joor van beneden. „Ik verbeeldde mij, dat ik zoo iets als een klaagtoon hoorde", antwoord de John, „maar ik zie niets." „We hebben die kamer al doorzocht, is het niet?" vroeg de majoor, een wei nig ontstemd. „Dat is zoo, maar" En John trad over den drempel en verdween uit het gezicht van zijn metgezellen. „Wij zullen een tweede geheimzin nige verdwijning hebben, als we niet oppassen, bromde de majoor. „Mijnheer Sugden handelt gewoon lijk ncoit zonder een reden", zeide Duncan, en ook hij liep de trappen oi- en verdween. De majoor, alleen gelaten, volgde snel de anderen, hoewel hij het deed met inzierlijken tegenzin. „En wat nu?" riep hij met luide stem, terwijl ook hij den drempel over schreed en zich bij de anderen voegde. Maar geen van beiden antwoordde; zij waren bezig een zwaar valluik op te heffen, dat den tcegang tot Douglas Wyburn's gevangenis bewaakte. Maar dit wisten zij toen natuurlijk niet. „En wat nu?" vroeg dc majoor weder. „ik ben verlangend te zien, wat - - ue:en kelder is, dat is alles", ant- idc John bedaard. Aan het Zoeklicht. Lelden, 3 Maart 1925. Het H a n-d e 1 s b 1 a d maakt zich bezorgd over de Olympiade. Het vreest en naar ik hoop terecht dat het voorstel van Minister de Visser zal kelderen en dat het N.O.C. dus niet de verzekering kan geven dat de fi- nancieele zijde van de zaak in orde is. Die blamage, zegt het blad, dienen onze sportmen ons te besparen door een spoedig en vast besluit om zich uit particuliere bijdragen de sommen te verschaffen die men zal behoeven. Dat lijkt me verstandige taal. Voor de sport is veel belangstelling. Eiken Zondag weer zitten de treinen vol met jonge menschen voor wie de sport alles is, die heel de week over sport praten en die alsof ze heel wat beteekenen overal door het sportlie- vend publiek worden toegejuicht. Voeg daarbij de duizenden Èakenmen schen die zich naar het heet door de Olympiade het goud zullen zien toe- stroomen, en dan is 't duidelijk dat er voor een subsidie geen enkele re den is. Werkelijk, de blamage dat de belas tingbetalers van alle richtingen ge dwongen zullen worden voor dit milli- oen bij te dragen, dienen de sportmen zichzelf en ons volk te besparen. De sport om altijd te speculeeren op de publieke kassen telt al veel te veel beoefenaars en zal waarlijk niet mee helpen ons volk te stalen. OBSERVATOR. Ten behoeve van de R. K. Jongens- en meisjesscholen, f 6cco. Ten behoeve van de Ned. II.r;:. schoei f 2500. Ten behoeve van de Geref. school f 2500. Aldus besloten. 2. Verzoek van cc landarbeiders C. J. v. d. Meij en H. W. v. Oosten cm ieder 500 vierk. M. grond te mogen koopen langs de Julianastraat voor het stichten van een landarbeiderswoning. Het voorstel van B. en W. om gunstig hierop te beschikken, wordt z.h.s. aan genomen. 3. Een verzoek van dezelfde voordra gers om een voorschot resp. f 3250 en f 2750 gr cot. Wordt eveneens toegestaan. 4. Besloten wordt aan het rijk voor bo vengemeld doel een gelijk voorschot te vragen. 5. Naar aanleiding van de op 19 Febr. gehouden aanbesteding vcor de v.oni:: bouw vereeniging ..Volksbelang" doe: de voorzitter mededeeling van een ingeko men schrijven dier vereeniging. waarin gezegd wordt, dat op de bestaande voor waarden de bouw niet kon doorgaan. Het bestuur zal dan ook andere plannen ont werpen. Dhr v. Kesteren vraagt, of de ge meente' de woningbouwvereniging r.ht e eniger mate kan tegemoetkomen, wat b.v.' mogelijk zou zijn. door nu reeds de rio- leering aan te leggen en voor aansluiting ■gereed te maken. Zal in overweging werden genomen. 6. De voorgestelde comptabiliteitsbeslu'.- ten worden ongewijzigd goedgekeurd. 7. Ingekomen stukken. Uit het verslag van de commissie voor den keuringsdienst voor vee- en vleesch blijkt, dat B. en W. niet voorneméns zijn om te bewerken, dat de noodslachtmgen naar elders worden verplaatst. Tot heden hebben de slagers in deze gemeente er blijkbaar geen hinder van gehad. Wat de plannen voor den bouw van een muziektent betreft, deze zijn, voorzoover het B. en W. betreft, gewijzigd. Zij stellen n.l. thans voor, om he: hiervoor benoodig- de terrein te winnen door demping van de Kerksloot, waarmede f 700 gemoeid zal zijn. Dhr S e g e r s betwijfelt, of men voor dit bedrag zal klaarkomen, waarop wethouder Warmendam antwoordt, dat h ij het er graag voor zou doen. Na eenige discussie gaat de raad mc-t het nieuwe plan accoord. Het werk z il onderhands worden aanbesteed. Vervolgens komt ter tafel een voorstel van dc wethouders, om de Molenstraat, die meer en meer als verkeersweg wordt gebruikt, bij de gemeente in eigendom en onderhoud te nemen. Grootste eigenaar „is uaur smeden een kamer?" vroeg bij snel en met belangstelling.* Een oogenblik later lag het onderaardsch gewelf voor hem open, en de drie man- hen stonden rondom de opening en luisterden. „Is daar iemand?" vroeg John we der; maar geen antwoord kwam uit de duisternis. „Stil!" zeide de majoor een oogen blik later, „ik hoorde iets." „Ik heb al verscheidene malen iets gehoord", zeide John, „maar ik kan er niet achter komen, waar het zijn kan." Duncan ging voorover op den grond liggen met zijn hoofd boven dc ope ning en luisterde. „O, hoor" riep hij uit, „ik geloof, dat daar beneden iemand is. De lucht is warm en benauwd." John Sugdêti volgde onmiddellijk, zijn voorbeeld aan de andere zijde van de opening, en hieid zija lantaarn *00 laag, als zijn arm slechts reiken kot:. „Ik ben overtuigd, cla* daar beneaet; iemand ligt", zeide Duncan weder. Lieve menschen" viol de majoor ploir soling uit, „daar steunde iemand, fji ik kan het weten ik heb he* 'naar al tc dikwijls gehoord." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 5