DINSDAG 3 MAART 1925
Nieuwe Leidsche Courant.
TWEEDE BLAD.
Kapitaalvorming en Bezuiniging
(Ingezonden).
II.
Nu weet ik wel, dat tegen de gegeven
redeneering en de conclusie: eerst be
vordering van koopkracht, daarna ka
pitaalvorming, het een en ander valt te
zeggen.
-s.ct al het geld, dat het individu be
spaart, word aangewezen tot het vor
men van het z.g. „vast kapitaal". Als hij
- op 'n bank plaatst a deposito, \vordt
het misschien gebruikt t.ot het geven
van crediet aan bedrijven, die b.v. groote
goederenvoorraden moeten aanhouden
en daarvoor niet genoeg eigen kapitaal
bezitten.
Vrijwel iedere handelaar of industri
eel heeft contant een zekeren voorraad
noodig. Omdat die voorraden er altijd
moeten zijn, wordt een zekere geldbe
legging vastgelegd die niet kan dienen
voor den aankoop van artikelen tot
irect gebruik.
Nu kon het gebeuren, dat er tijdelijk
•■inere voorraden zijn dan normaal is,
dat er ook 'hierdoor tijdelijk minder
bedrijfskapitaal noodig is.
Daarbij speed niet alleen de econo
mische toestand in c-igen stad of land,
maar dikwijls ook die van andere lan
den een belangrijke fol.
Ook kan het voorkomen, dat het be
drijfskapitaal wèl noodig, maar niet te
v?? krijgen is, ómdat het vertrouwen ont
breekt.
-an zal de productie gedwongen moe
ten worden stopgezet of ingekrompen,
'Ot con bcmi-e tpd aanbreekt.
Nu gaat hot niet aan te zeggen: dat
ocp^ oat minder in voorraden be-
hcr. te wcr 'cn gestoken, zal nooit
t'fg ncodig zijn en dus: opmaken
rr - ar.
?I~°r cok moet niet worden verge
len, cl*! dit „opmaken" voor do maat-
"kn nut kan hebben en mede
c: 'del kan zijn voor de kwaal:
oekrei: aan bedrijfskapitaal.
Als "een paraplu'ehandplaar bijna
'•en parapluie meer verkoopt, moet
'j het weinige, dat hij ontvangt, be-
A: "en om brood te koopen; hij ziet
z .n v li raad slinken en op den duur
do zaak op de flesch.
i al? hij wat meer verhandelt.
- van elke flO die een goed
w arm oplevert er 7 te gebrui-
c c bij den fabrikant een zelfde
tvwvv :e koopen, om -zoo f2 voor al-
'ooi on'.ooAn én f 1 voor zijn gezin
CVJW-H-: ivcudcn.
Er beo mat tusschen voortbrenging
en veroruik een zeker verband.
w ;.n.hecr dit verband verbroken
wordt, komt de crisis.
In de oorlogsjaren was er, ook in
ons land, te weinig productie, te veel
verbruik.
Niet, dat iedereen gemakkelijk zijn
materieele levensbehoeften kon bevre
digen, maw het aantal verbruikei.,
dat voor de voortbrenging direct niets
kon doen, was te groot.
Na den oorlog haastte ieder zich het
tekort -an productie in te korten. De
vraag was groot, omdaf er te veel was
verbruikt en niet aangevuld; dit gold
zoowel voor de onderneming (nieu"*e
gebouwen, machines enz.) als voor de
individuen (woningen, huisraad, '-lee
ding enz.)
Het leek,' dat die vraag een bewijs
was van koopkracht, maar veelal
was zij dit niet. Dikwijls gingen de
laatste spaarcentjes er aan.
Door de tijdelijk groote vraag leef
den de ondernemingen boven hun
stand: breidden hun productie te ver!
uit, legden te veel geld vast, dat op
den duur niet rendabel zou blijken.
Ook de loonen sprongen omhoog,
vooral in die -bedrijfstakken, waar vév!
FEUILLETON.
Sn 's levens branding
(Uit het Engelsch)).
52)
HOOFDSTUK XX.
Het geheim van de fabriek.
Het was geheel donker tegen den
tijd, dat de majoor, John Sugden, en
Duncan, de reporter bij de fabriek
aankwamen. De oude fabriek stak
tegen zijn donkeren achtergrond spook
achtig en huiveringwekkend af. De
kille Maartsche wind klaagde en zucht
te door de bladerlooze boomen, en riep
angstaanjagende geluiden wakker in
de verlaten zalen der verlaten fabriek.
Gedurende eenige oogcnblikken ston
den de drie mannen stil en luisterden,
maar de stem van den wind was het
cenig geluid, dat zij hoorden. Toen
riep John Sugden verscheidene malen:
„Is hier iemand?' maar geen antwoord
kwam uit de duisternis; de plaats was
even stil en verlaten als een kerkhof.
Ik vrees, dat we voor niets zijn ge
komen", zeide de majoor op
toon. „Hoe zou ook iemand het in zijn
hoofd halen, naar een plaats te gaar
*s deze."
„Toch stel ik voor, nu we hier een-
om al zijn, rle plaats grondig te onder
vraag was en de kosten toch wel kon
den worden gebekt. Voor het over-
groote deel werd dit geld verteerd
mede om de schade in te halen
waardoor de vraag naar allerlei le
vensbehoeften bleef aanhouden.
De spaarpotjes waren echter spoe
dig leeg, de vraag werd minder, de
loonen daalden, de vraag werd nog
minder: het evenwicht tusschen voort
brenging en verbruik whs verstoord.
Immers, het was niet mogelijk de
productie even plotseling in te krim
pen als de vraag plotseling vermin
derde. De fout, dat te veel in vast ka
pitaal was vastgelegd, dat het bedrijf
te veel was berekend tap een méér dan
normalen afzet begon zich te wreken
toen deze beneden het normale bleef.
Ook was, vooral in den middenstand
waar een zaak vlugger uit den grond
verrijst dan in de groot-industrie, het
aantal abnormaal uitgezet.
De gevolgen, o.a. in den vorm van
talrijke faillissementen bleven niet uit
Hoe nu het evenwicht te herstellen?
Gedwongen beperking der productie
in te snel tempo zal de crisis verer
geren en moet zooveel mogelijk wor
den voorkomen.
De eenige manier is: verhooging van
koopkracht, en daardoor van de
vraag.
Nu zal ook kapitaalvorming op den
duur daartoe medewerken, maar dat
baat voor het h e d en niet veel. Inte
gendeel zal zij voorloopig een tegen
overgestelde uitwerking kunnen heb
ben. Wanneer er te veel wordt „ge
pot" om toekomstige behoeften
te bevredigen, blijft er veel minder
over voor de bevrediging der behoef
ten van het oogenblik. En op
deze laatste is de geheele maatschap
pelijke organisatie ingesteld, daarop
moet in tijden van crisis dus dubbel
worden gelet, zal het evenwicht tus
schen voortbrenging en verbruik niet
nog méér worden verbroken.
We zagen reeds, dat kapitaalvor
ming in tijden van inkrimping der
productie ook minder noodig is
dan in normale tijden.
Zij zal uit den aard der zaak, als
gevolg der verminderde koopkracht,
cok in mindere mate plaats vinden.
Dit lijkt mij echter beter, dan dat
kunstmatig toch wordt gestreefd naar
een normale kapitaalvorming, ten
koste der reeds verminderde koop
kracht.
Het isSsóér wel mogelijk, dat de ka
pitaal (goederen) vernietiging, vooral i
de oorlogvoerende landen, zóó groot
was, dat het herstel nog meerdere ja
ren zal duren. - -
Ook de spaarpenningen der Neder
landers zullen voor den „opbouw"
kunnen dienen. Reeds zal er b.v. héél
wat Nederlandsch kapitaal in Duit-
sche leeningen zijn belegd.
Maar dan zal toch ernstig moeter.
worden overwogen, of dergelijke „ka
pitaalvorming" van individueel
standpunt bezien de crisis in het
eigen land oogenblikkelijk niet zou
11 kunnen verergeren.
Er zijn menschen, die door altijd te
„potten" denken maatschappelijk het
nuttigst te zijn.
Armenzorg of maatschappelijk hulp
betoon door kerken, vereenigingen en
particulieren worden er wel eens de
dupe van.
Door met ruime beurs de armen,
ook de crisis-slachtoffers te helpen en
zóó koopkracht van noodzakelijke
levensbehoeften te scheppen, dient
men het volksbelang zeker betèr dan
door zich blind te staren op het nut
van kapitaalvorming.
Hierbij komt nog het gevaar, dat,
als er gemakkelijk geld door leening
kan worden verkregen, dit dikwijls
wordt vastgelegd voor zaken, die niet
raken de eerste levensbehoeften.
Daar denk ik aan de luxe, ook b.v.
die bij den bouw van panden voor op
zoeken", antwoordde John Sugden.
„Stellig."
En de majoor liep de trappen op, die
naar den stoep voerden. John en Dun
can haastten zich hem te volgen, en
een paar minuten later hadden zij hun
lantaarns aangestoken en waren zij
hun onderzoek begonnen.
Het was een groote fabriek, en na
een kwartier hadden zij ieder hoekje
en gaatje onderzocht. Toen gingen zij
naar buiten en liepen er om heen, en
lieten hun lantaarns in iederen hoek
schijnen, en keken in iederen kuil en
staken hun stokken 'in iederen hoop
afval en rommel.
„Nu, wat mij betreft, ik heb er ge
noeg van", zeide de majoor, „en ik stel
voor terug te keeren."
„Ja, dat moesten we maar doen",
antwoordde John Sugden eenigszins
aarzelend.
„Het is een groote teloiirstelling,
niets te ontdekken" zeide de reporter.
„We hebben een menigte uilen en
vleermuizen ontdekt", zeide de majoor-
boos, „en als we hier nog veel Langer
blijven, zullen we ontdekken, dat we
i verkoudheid hebben opgelccpon."
zult de koude dubbel voelen, daar
o pas uit een warm klimaat zijt
men", zeide John.
ïs hier zr o griezelig r*~
zk*h zelf nuttige instellingen dikwijls
wordt tentoongespreid.
Over dit punt en over de taak der
Overheid inzake kapitaalvorming
en (door) bezuiniging een volgend
maal.
BINNENLAND.
Chr. Gezondheids- cn Vacaniïekolaniez
Woensdag j.l. is de jaarlijksche ver
gadering voor Christelijke Gezond
heids- en Vacantiekoloniën in Neder
land te Utrecht gehouden. De voorzit
ter, ds. H. C. Hogerzeil, wees er in zijn
openingswoord op, dat de arbeid der
vereeniging wederom is uitgebreid en
dat het derde koloniehuis dringend
noodig was om aan de aanvragen te
kunnen voldoen. Uit het jaarverslag
bleek, dat 574 (v.j. 349) kinderen met
15.762 (v. j. 9671) verpleegdagen in de
verschillende koloniehuizen zijn ver
pleegd. -
Met de winterverpleging zijn uitne
mende resultaten bereikt, zoodat ge
tracht zal worden ook in het vervolg
hiervoor kinderen te krijgen. Elf nieu
we afdeelingen werden opgericht, ter
wijl binnenkort op verschillende plaat
sen een afdeeling zal komen. In het
Noorden van het land is een comité
samengesteld, dat trachten zal aldaar
een huis te vestigen.
Uit he> Bouwbedrijf.
Naar aanleiding van den brief door
de werknemersorganisaties gezonden
aan de beide Patroonsbonden hebben
de besturen van den Ned. R. K. Bond
van Bouwpatroons en van den Pa
troonsbond voor de Bouwbedrijven in
Nederland gisteren tot de leden hun
ner organisaties het volgende schrij
ven gericht:
In de heden gehouden samenspre-
king tusschen de Dagelijksche Bestu
ren der beide Patroonsbonden is het
eindantwoord der werklieden-organi
saties behandeld. Uit dat antwoord
bleek, dat wij thans voor een contract
loos tijdperk staan. Do Dag. Besturen
adviseeren om voortaan onder geen
betere arbeidsvoorwaarden dan de
laatst geldende te laten arbeiden.
Onveilig strand.
Gedurende deze week zal het strand
tusschen Scheveningsche en Wasse-
naarsche Slag onveilig zijn: Dinsdag
en Woensdag wegens het schieten met
geschut, van des voorm. 11.30 uur tot
des nam. 2.30 uur; Donderdag, wegens
het schieten met mitrailleurs van 10
uur voorm. tot 1 uur nam. en Vrijdag,
wegens het schieten met- mitailleurs,
van 10 uur voorm. tot 2.30 uur nam.
De aandacht wordt erop gevestigd,
dat het strand slecht9 dan weer voor
het publiek toegankelijk is, wanneer
de vlaggen, waardoor de onveiligheid
van het strand wordt aangeduid, zijn
ingehaald.
Do zü verb ons van 12.50.
De Algemeene Nederlandsche hond
van incasseerders, kantoorloopers en
aanverwante vakken heeft aan den mi
nister van financiën geschreven:
dat blijkens pe: ':erichten de züver-
bons van f2,50 aan de circulatie zul
len worden onttrokken;
dat het bestaan van deze zilverbuns
van groot nut is gebleken voor den
handel, speciaal voor hen die uit den
aard hunner zaken zeer veel met geld
hebben om te gaan;
dat gedurende het bestaan derzeive
voldoende de bruikbaarheid gebleken
is niet alleen, doch dat het ook zeer
gewenscht kan worden geacht, dat het
papiergeld beneden de Waarde van 10
gulden blijft bestaan;
weshalve adressant den minister
verzoekt het daarheen te leidén, dat
het behoud van deze zilverbons ver
zekerd zij.
De bond heeft aan de Bankiers In
casso Centrale en ('e Bankiersverc »:ii-
kerkhof", was het antwoord, „en ik
heb een gevoel alsof ik niet goed wijs
ben, dat ik hier zoo met een lantaarn
tje in het donker rondscharrel."
„Dan moesten we maar liever onze
lichten uitdoen en terugkeeren", ant
woordde John.
Zij stonden onder aan de trap, die
naar de oude machinekamer voerde,
gedurende dit gesprek.
John had het deurtje van zijn lan
taarn reeds opengemaakt om hot licht
uit te doen, toen een zachte langge
rekte klaagtoon door hem vernomen
werd, maar z£ó flauw en onduidelijk,
dat hot even goed het fluisteren van
den wind kon zijn.
Zonder iets tot zijn metgezellen te
zeggen, sloot hij zijn lantaarn-deur we
der stil en liep vlug de trappen op, en
stilstaande op den drempel, luisterde
hij eenige oogenblikken met groote in
spanning.
„Het is niets", sprak hij -eindelijk bij
zichzelf, „of slechts de wind, die om
dit oude gebouw huilt", en hij keerde
om, met het dool naar de anderen,
terug te gaan.
„O, daar.is het weder!" En hij keer
de zich nogmaals om cn hield zijn
lanter - -óó, dat het licht kon cl ~r-
drA duistere hoeken-v
ging verzocht, aan dit verzoek a.lliae-
sie te betuigen.
Land- en Tuinbeawonderwijs.
Door het Tweede Kamerlid, den heer
Ebels waren aan dén minister van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw
de volgende schriftelijke vragen ge
steld:
1. Is het den minister bekend, dat
de toelagen aan onderwijzers voor het
bezit van de akte van bekwaamheid
in de land- en tuinbouwkunde, tot
nog toe verstrkt op grond van de be
palingen van de lager onderwijswet,
krachtens Kon. besluit van 27 Decem
ber 1924 niet meer zullen worden ver
leend?
2 .Zoo ja, is de minister van oordeel,
dat de intrekking dezer toelagen, voor
al in verband met de reeds op andere
wijze plaats gevonden ingrijpende ver
lagingen in de salarissen der land- en
tuinbouwonderwijzers, zonder schade
voor een behoorlijke instandhouding
en ontwikkeling van het onderwijs
kan plaats hebben?
3. Indien het antwoord op vraag 2
in ontkennenden zin mocht luiden, is
de minister dan bereid indien en
voor zoover noodig, in overleg met z'n
ambtgenoot voor Onderwijs, te be
vorderen, dat de ten gevolge van het
Kon. besluit van 27 December 1924
ontstane verlaging in de bezoldiging
der hierbij betrokken onderwijzers
wordt opgeheven?
Het antwoord van den heer Ruys de
Beerenbrouck, minister van Binnen
landsche Zaken en Landbouw hierop
luidt als volgt:
Ad vraag 1. Het i9 den ondergetee-
kende bekend, dat, ingevolge de bepa
lingen van het Kon. besluit van 27
December 1924 (St.bl.no. 585), aan de
leerkrachten bij het lager onderwijs
geen toelagen meer zullen worden ver
leend voor het bezit der akten land-
of, (en) tuinbouwkunde L. O.
Ad vraag 2. Het is, naar het oordeel
van den ondergeteekende, inderdaad
niet uitgesloten te achten, dat het ver
vallen dezer toelagen mede in ver
band met de plaats gehad hebben
verlaging van de honoraria der land
en tuinbouwonderwijzers de neiging
tot de langdurige en niet gemakkcEJke
studie voor genoemde akten zal doen
verminderen, hetgeen uit den aard der
zaak niet bevorderlijk zou zijn voor
een behoorlijke instandhouding en
ontwikkeling van het lager land- en
tuinbouwonderwijs.
Hij mag zeker wel i herinnering
brengen, dat toi eenden, ander niet dan
noodgedrongen is* overgegaan, wegens
de dringende noodzakelijkheid tot be
perking van alle, staatsuitgaven. Wan
neer in de toekomst in den toestand
van 's lands financiën blijvende verbe
tering zal zijn ingetreden, zal dezer
zijds nauwgezet worden overwegen o.
daarin wellicht aanleiding zou kun
nen worden gevonden, óm ook in de
positie der land- en tuinbouwonderwij
zers wederom eenige verbetering te
brengen.
Ad vraag 3. De ondergeteekende is
bereid omtrent deze aangelegenheid
met zijn ambtgenoot van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen in over
leg te treden.
UIT DE OMGEVING.
Gemeenteraad
LISSE.
Vergadering van Vrijdag 28 Fcbr., onder
leiding van den burgemeester, dhr Een
huis.
Met kennisgeving afwezig dhr Pijn-
acker.
Na opening wordt het lezen van de
notulen de orde gesteld, die onver
anderd worden vastgesteld, na een be
merking van dhr A. Verduyn Jr.
1. Voorstel tot het verleenen van voor
schotten aan de besturen van bijzondere
-scholen ingevolge art. 101 der L. O.-
Wet\ B. en W. stellen voor, te volgen
db «"oorschoten te verleenen:
„Wal is er nu te doen?" riep de ma
joor van beneden.
„Ik verbeeldde mij, dat ik zoo iets
als een klaagtoon hoorde", antwoord
de John, „maar ik zie niets."
„We hebben die kamer al doorzocht,
is het niet?" vroeg de majoor, een wei
nig ontstemd.
„Dat is zoo, maar" En John trad
over den drempel en verdween uit het
gezicht van zijn metgezellen.
„Wij zullen een tweede geheimzin
nige verdwijning hebben, als we niet
oppassen, bromde de majoor.
„Mijnheer Sugden handelt gewoon
lijk ncoit zonder een reden", zeide
Duncan, en ook hij liep de trappen oi-
en verdween.
De majoor, alleen gelaten, volgde
snel de anderen, hoewel hij het deed
met inzierlijken tegenzin.
„En wat nu?" riep hij met luide stem,
terwijl ook hij den drempel over
schreed en zich bij de anderen voegde.
Maar geen van beiden antwoordde; zij
waren bezig een zwaar valluik op te
heffen, dat den tcegang tot Douglas
Wyburn's gevangenis bewaakte. Maar
dit wisten zij toen natuurlijk niet.
„En wat nu?" vroeg dc majoor weder.
„ik ben verlangend te zien, wat -
- ue:en kelder is, dat is alles", ant-
idc John bedaard.
Aan het Zoeklicht.
Lelden, 3 Maart 1925.
Het H a n-d e 1 s b 1 a d maakt zich
bezorgd over de Olympiade. Het vreest
en naar ik hoop terecht dat het
voorstel van Minister de Visser zal
kelderen en dat het N.O.C. dus niet
de verzekering kan geven dat de fi-
nancieele zijde van de zaak in orde is.
Die blamage, zegt het blad, dienen
onze sportmen ons te besparen door
een spoedig en vast besluit om zich
uit particuliere bijdragen de sommen
te verschaffen die men zal behoeven.
Dat lijkt me verstandige taal.
Voor de sport is veel belangstelling.
Eiken Zondag weer zitten de treinen
vol met jonge menschen voor wie de
sport alles is, die heel de week over
sport praten en die alsof ze heel wat
beteekenen overal door het sportlie-
vend publiek worden toegejuicht.
Voeg daarbij de duizenden Èakenmen
schen die zich naar het heet door de
Olympiade het goud zullen zien toe-
stroomen, en dan is 't duidelijk dat
er voor een subsidie geen enkele re
den is.
Werkelijk, de blamage dat de belas
tingbetalers van alle richtingen ge
dwongen zullen worden voor dit milli-
oen bij te dragen, dienen de sportmen
zichzelf en ons volk te besparen.
De sport om altijd te speculeeren op
de publieke kassen telt al veel te veel
beoefenaars en zal waarlijk niet mee
helpen ons volk te stalen.
OBSERVATOR.
Ten behoeve van de R. K. Jongens- en
meisjesscholen, f 6cco.
Ten behoeve van de Ned. II.r;:. schoei
f 2500.
Ten behoeve van de Geref. school
f 2500.
Aldus besloten.
2. Verzoek van cc landarbeiders C. J.
v. d. Meij en H. W. v. Oosten cm ieder
500 vierk. M. grond te mogen koopen
langs de Julianastraat voor het stichten
van een landarbeiderswoning.
Het voorstel van B. en W. om gunstig
hierop te beschikken, wordt z.h.s. aan
genomen.
3. Een verzoek van dezelfde voordra
gers om een voorschot resp. f 3250 en
f 2750 gr cot.
Wordt eveneens toegestaan.
4. Besloten wordt aan het rijk voor bo
vengemeld doel een gelijk voorschot te
vragen.
5. Naar aanleiding van de op 19 Febr.
gehouden aanbesteding vcor de v.oni::
bouw vereeniging ..Volksbelang" doe: de
voorzitter mededeeling van een ingeko
men schrijven dier vereeniging. waarin
gezegd wordt, dat op de bestaande voor
waarden de bouw niet kon doorgaan. Het
bestuur zal dan ook andere plannen ont
werpen.
Dhr v. Kesteren vraagt, of de ge
meente' de woningbouwvereniging r.ht
e eniger mate kan tegemoetkomen, wat b.v.'
mogelijk zou zijn. door nu reeds de rio-
leering aan te leggen en voor aansluiting
■gereed te maken.
Zal in overweging werden genomen.
6. De voorgestelde comptabiliteitsbeslu'.-
ten worden ongewijzigd goedgekeurd.
7. Ingekomen stukken.
Uit het verslag van de commissie voor
den keuringsdienst voor vee- en vleesch
blijkt, dat B. en W. niet voorneméns zijn
om te bewerken, dat de noodslachtmgen
naar elders worden verplaatst. Tot heden
hebben de slagers in deze gemeente er
blijkbaar geen hinder van gehad.
Wat de plannen voor den bouw van een
muziektent betreft, deze zijn, voorzoover
het B. en W. betreft, gewijzigd. Zij stellen
n.l. thans voor, om he: hiervoor benoodig-
de terrein te winnen door demping van
de Kerksloot, waarmede f 700 gemoeid
zal zijn.
Dhr S e g e r s betwijfelt, of men voor dit
bedrag zal klaarkomen, waarop wethouder
Warmendam antwoordt, dat h ij het
er graag voor zou doen.
Na eenige discussie gaat de raad mc-t
het nieuwe plan accoord. Het werk z il
onderhands worden aanbesteed.
Vervolgens komt ter tafel een voorstel
van dc wethouders, om de Molenstraat,
die meer en meer als verkeersweg wordt
gebruikt, bij de gemeente in eigendom
en onderhoud te nemen. Grootste eigenaar
„is uaur smeden een kamer?" vroeg
bij snel en met belangstelling.* Een
oogenblik later lag het onderaardsch
gewelf voor hem open, en de drie man-
hen stonden rondom de opening en
luisterden.
„Is daar iemand?" vroeg John we
der; maar geen antwoord kwam uit de
duisternis.
„Stil!" zeide de majoor een oogen
blik later, „ik hoorde iets."
„Ik heb al verscheidene malen iets
gehoord", zeide John, „maar ik kan
er niet achter komen, waar het zijn
kan."
Duncan ging voorover op den grond
liggen met zijn hoofd boven dc ope
ning en luisterde.
„O, hoor" riep hij uit, „ik geloof,
dat daar beneden iemand is. De lucht
is warm en benauwd."
John Sugdêti volgde onmiddellijk,
zijn voorbeeld aan de andere zijde van
de opening, en hieid zija lantaarn *00
laag, als zijn arm slechts reiken kot:.
„Ik ben overtuigd, cla* daar beneaet;
iemand ligt", zeide Duncan weder.
Lieve menschen" viol de majoor ploir
soling uit, „daar steunde iemand, fji
ik kan het weten ik heb he* 'naar
al tc dikwijls gehoord."
(Wordt vervolgd).