MODE-RUBRIEK. ZATERDAG 21 FEBRUARI 1925 JIT DE OMGEVING, KATWIJK AAN DEN RIJN. Onder leiding van den heer W. M. an Veen hoofd der school alhier werd isteravond de gecombineerde jaarver- adering gehouden van de Gereform. ongel., Jongedochters- en Knapenver- eniging in de Gereform. Kerk. Na met ebed geopend te hebben, las Spr. een edeelte van Jes. 14, sprak een kort oleidend woord en gaf daarna het roord aan den Eere-Voorzitter der fereen. Ds. Meijering, die toegezegd »d een lezing te houden over: „Het (eloof in de hemelsche werkelijkhe- len." Deze begon er met in zijn inleiding b wijzen op de overheersthende macht «n het stoffelijke en het aardsche in inzen tijd. Den invloed hiervan onder- 'indt men ook in onze kringen. Het 8 zoo hoog noodig om de aandacht eer meer op de onzienlijke dingen te ichten. Spr. beoogt dit met de behan- leling van genoemd onderwerp. Twee runten brengt hfj in het bizonder naar toren en wei den rijkdom en de kracht tan dit geloof. Na vooraf opgemerkt te hebben dat en opzichte van de hemelsche dingen taak zoovele verkeerde gedachten en roorstellingen gevonden worden, en lat wij ons alleen door de H. Schrift noeten laten ledden, behandelt spr. len rijkdom van dit geloof aan de land van een drietal vragen, n.l. Ie. fVat en waar is de Hemel? 2e. Wie lijn in den Hemel en ten 3e. Wat doen te in den Hemel? Bij de beantwoording van deze vra ten zich houdende aan de uitspraken ran de H. Schrift, vond spr. gelegen- aeid op verschillende verkeerde voor- ■tellingen te wijzen, maar ook om ver- ichillende vragen te beantwoorden als &.V.: Zijn er beschermengelen? Zijn'er tinderen in den Hemel? Hoe hebben -vij het leven in den hemel ons voor te stellen? Zal er herkenning wezen? enz. Bij de behandeling van het 2de Seel moest spr. zich om des tijds wil bekorten, doch toonde met nadruk aan dat het geloof in de hemelsche wer kelijkheden ons geenszins ongeschikt maakt voor onze aardsche roeping, maar integendeel ons daarin meer trouw doet zijn en meer en meer leert bandelen naar den wil Gods en tot zijn eer. Deze rede werd door jong en oud met onverdeelde aandacht aangehoord- Hierna werd gezongen Ps. 17:8. Nadat de leider van dien avond den Spr. had dank gebracht voor zijn mooie rede, gaf hij het woord aan den Secr. der Jongelingsvereen, den heer P. de Vries, om het jaarverslag uitte brengen, vervolgens aan de Secr. der Jongedochters vereen. Mej. T. Barn- hoorn en ten slotte aan den Secr. der Knapen vereen, den jongeh. S. Schone- vekL Terwijl inmiddels gezongen en ge collecteerd was, ontving de Voorzitter der Jongelings Vereen, de heer P. A. Scboneveld het woord om namens de drie vereenigingen aan den kerkeraad twee klokken aan te bieden, voor de nieuwe lokalen, welke door Ds. Meij ering namens den Kerkeraad onder hartelijken dank werden aanvaard. Nadat als slotzang was gezongen Ps. 72 vs. 11, sloot Ds. Meijering de sa menkomst met dankgebed. Hierna hadden de drie vereen, een besloten doch gezellig samenzijn in de consistoriekamer. WASSENAAR. Geboren: Leendert, z. v. G. Schep en D. C. Woerlee; Johannes Arnoldus, z. van D. J. Hilgeman en B. Willems. Margaretha Petronella Hillegonda, d. van P. J. van Hemert en P. M. van de Kooij, Izaak, z. van W. van Laar en W. Broere. Overleden: Andreas Leonardus van Kuyen, oud 4 weken. KATWIJK. Burg. Stand. Geboren: Martinus Johannes, z. v. J. M. de Jong en A. Nbbbe; Gijsbert z. v. B. van Dijk en A. van Rijn; Willem, z. v. W. IKLofc en G. van der Plas; Jacob, z. |v. J. van Rijn en J. van den Oever; IHuig, z. v. 'H. van Duijn en N. van (Duijvenbode; Elizabeth, d. v. H. van Ider Bijl en E. de Jong; Adriana Ge- rarda Maria, d. v. J. Vreeburg en ,G. J. M. van der Meel; Arend, z. v. J. Huüsman en A. Haasnoot; Egbert, z. v. HH. de Vries en A. van Dijk. Overleden: Willem Karei Lan ge, oud 52 j. Echtgenoot van H. M. van der Drift. Ondertrouwd: Corn, van Vuu- ren en L. Schaap. Getrouwd: A. Zandbergen en 'B. Wesselink. HAARLEMMERMEER. Burg. Stand. Gebor en: Andrea Hendnka, d. v. M. Bakker en M. Koolhaas; Alida Maria,, d. v. L. Bul- ters en C. A. M. Gielen; Pieternella, d. v. D. de Cloe en B. den Boer; Geertruida Maria, d. v. Th. Otte en W. K. Weijers; Willem, z. v. P. de Moor en W. Koom; Anthonij Quiri- nus, z. i. J. B. D'haene en M. .Wj. 'tijs; Johannes, z. v. T. Keulen en I. van Beusekozn. O verleden: 5©llennjntje van Eg- Het namiddag-toilet. j*|?Kok in den overgangstijd is het namiddag-toilet nauw en sober gebleven. De hoofdlijnen zijn weinig of niets veranderd en de lange nauwe mouw past er zich nog altijd bij aan. De staande kraag, die dezen winter al weer meer en meer gedragen werd, heeit zich weer een eersten plaats veroverd en geniet weer den voorkeur van vele dames. Bij de japon zonder sluiting ziet men, naast de verstelbaren kraag, het ronde decollete, dat altijd nog flattant is. De wijde rok, waarvan ook weer sprake was, ziet men nog slechts hier en daar, maar een overgang of liever een com promis hiermede, vormt de schort-tunique die rond geknipt is en die als een schortje omgestrikt wordt Een zeer mooie manier om een toiletje wat eenvoudiger of eleganter te maken. Afb. 1, Namiddag-toilet met schort- tunique. Het materiaal voor dit toiletje bestaat uit donkerblauw laken waaraan zich voor garneering lichtgrijs of rood laken heel mooi aanpast Het borduurwerk wordt uit gevoerd in blauw met goud- of sllverdraad ea een weinig rood. De hals is ovaal geknipt, om op deze wijze de Japon makkelijk over het hoofd te kunnen aantrekken. Hiervoor moet ook een tamelijk wijd armgat gemaakt worden. Het geheel wordt gecompleteerd door en smalle ceintuur van zijden lint of laken. Afb. 2. Costnum met staanden kraag 00 breede ceintuur. Dit toiletje is een robe-chemlse en heeft als garneering eed breede ceintuur, die van dezelfde kleur kan zijn of van een mool-bijpassende andere tint De pattes op mouwen en taille zijn gepaspeld en van bijpasende knoopen vergezeld. Afb. 3. Namiddag-toilet van tweeerlei stoL Bij een effen donkerbruin onderkleed bestaat de doorloopende voor- en achterbaan uit bont-bedrükte stof, waarop twee effen strooken voorkomen. Een smalle ceintuur houdt de deelen oprij bij elkaar. Afb. 1. Namiddag-toilet mef tunique. Afb. 2. Costuum met breede ceintuur en staanden kraag. Afb. 3. Namiddag-toilet uit tweeerlei stof. mond, 72 j. .wed v, G. Roza; Jan Pijl, 1 d. a v. H. Pijl en M. Groene- weg; Josina Beijer, 82 j. wed. v. G. Mijnders; Petronella Maria van Hel den, 33 j. geh. m. N. J. Vermeulen. Ons Babbelhoekje. Beste jongens en meisjes. Met ons babbelhoekje is het den laat* sten tijd niet naar wensch gegaan, wat mee een gevolg was van de moeilijkheden die we hadden roet onze drukkerij. Daaraan is nu voor een groot deel een einde gekomen, zoodat we nu weer rustig kunnen doorbabbelen. Maar dat was toch niet de eenige ooa> zaak. Enkele malen was ik verhinderd deze rubriek tijdig te verzorgen, wat ook de ongeregeldheid in de hand' werkte Maar we gaan nu weer met frisschan moed verder, tenminsteals jullie weer net als voorheen geregeld gaat meewer ken. Daaraan haperde ook wel een en ander de laatste weken, zoodat we eigenlijk alle maal een beetje schuld hebben. Laten we nu daarom afspreken, dat we samen zullen werken om den gang er weer in te krijgen en ons hoekje wee» tot een echt b a b b e 1 hoekje te maken Een paar dagen geleden heb ik nog- eens de lijst doorgezien van de neefjes en nichtjes, die de laatste jaren hebben meegebabbeld. 't Was een heel getal. Nu zijn er heel wat bij, die niet meer mee kunnen doen omdat ze te oud zijn geworden of omdat ze verhuisd zijn of wat dan ook. Maar als alle jongens en meisjes, die nog wel mee kunnen doen me een brieï- je stuurden, dat zou 't toch' nog een flin ke verzameling zijn. We zullen eens afwachten, hoe 'het gaal Ik heb nog een stille hoop, dat jullie me eens heerlijk zult verrassen, door zoo veel mogelijk allemaal te schrijven. De briefjes heb ik graag voor Don derdag in m'n bezit, aan het bekende adres, Hooigracht 35. Een paar briefjes, die ik deze week nog kreeg, hoopik de volgende week te beantwoorden. Hier volgen weer de nieuwe raadsels Ze zijn ditmaal niet moeilijk, zooda iedereen gemakkelijk mee kan raden en de oplossing niet al teveel tijd kost De volgende week geef ikl weer#wel wat zwaardere kost. I. Mijn geheel bestaat uit 24 letters. Dagelijks ziet men veel *1, 2. 4. 9. 24. 15 rijden. 21. 22. 23. 24 is de naam 'van een bekende stadhouder. 16. 14. 18. 19 is de naam van een boom Een 24. 5. 8. 10 is een vrucht met een houtigen, niet openspringenden wand. Als -ge iets 7, 8. 9/ 10, doe het dan 4. 5. 9- 21. Op sommige wegen moet men nog 3. 5. 18 betalen. Een sprookje uit de oude 6. 5. 8. if, In 18. 17. 14. 11. 20. 24 heeft men pas feest gevierd. Jan viel een 19. 12. 13. in. 'ziin broek Ook de kleineren zullen met dit raad sel wel niet veel moeite hebben, waarom ik geen tweede letterraadsel geef, Tnaar ter afwisseling een paar kleinere raadsel tjes. I. Neem uit elk der volgende zinnen een woord. Mijn geheel vormt een spreek woord. Vqn wien heb je dié plaat Dat zeg ik niet Ik kon niet h,ooren wat hij zei. W3, ik je eens wait zeggen? Waar moet je naar toe? Kom maar even binnen. Ik kan niet voelen wat er in dat' pakje zit. II. Welke wijzers zouden 't wezen, Die nooit op een uurwerk staan, En die, net als gij, heel dikwijls Op twee beenen wand'len gaan? III. In een kruidenierswinkel stond een etalage vol flessahen, waarop de thans door elkaar geraakte letters is al oei stond. Wat zat er in die flesschen? IV. Ik ben een edel metaal. Geef me een staart en ib ben een stad in 6e pro vincie ZukLHolland V. Ik ben een viervoetig dier. Neem mijn eerste letter er af, dan ben ik een aantal jaren. VI. Oostersch'e volken gebruiken mij als hoofddeksel. In ons land word ik als lekkernij gegeten. Wie ben ik? ilsl hoop jongelui, dat we nu allestiaal weer flink aan het werk gaan. De volgende week, of uiterlijk over veer tien dagen, hoop ik weer prijsraadsels te geven. Maar we spreken daarbij af, dat zij, die nu niets van ziah laten hooren, dan ook niet mee kunnen dingen naar een prijs. Dat is; billijk, vinden jullie niet? Vele groeten, OOM FELIX. OP VERKEERDE PADEN, door Francine. „Karei heeft oprecht berouw over het gebeurde", vertelde mijnheer Martijn ver der. „'lc Was van plan als u het goed vindt; straks 'met hem naar mijnheer van Leeuwen te gaan en een goed woord voor hem te doen. Misschien mag hij dan nog blijven". Met graagte nam Huijsman dit aanbod aan en deelde meteen mede, dat mijnheer van Leeuwen hem had doen beloven, Ka- rel nog eens bij' hem te sturen. Zoo gingen dan 's middags, toen Ka- rel's Vader weer naar zijn werk' was, mijn heer Martijn en Karei samen naar de Hoogstraat. Wel zag Karei erg tegen dit weerzien op, maar hij begreep, dat, als hij waar lijk! berouw had, hij dit ook moest belijden, niet artleen voor den Heere, maar óók voor de menschen. Mijnheer van Leeuwen was thuis en voor mijnheer Martijn te spreken. Samen zaten zij een heelen tijd in het kantoor, terwijl Karei in het magazijn moest wachten. Nauwkeurig vertelde mijnheer Martijn alles. Hoe Karei in zijn angst was weg- geloopen en niet had geweten waarheen te gaan dan naar hem, zijn vroegeren Zondags s choolondenvijzer. „De jongen heeft oprecht berouw, mijn heer", zei hij aan 't slot/ „en heeft ook door deze harde les veel geleerd. Zoudt 'u het nog niet eens met hem willen pro- beeren?" „Ja, dat wü ik", sprak' mijnheer van Leeuwen. „En 't kan zooveel te beter, omdat niemand van het personeel nog weet, waarom hij er vandaag en gisteren niet was". Hoe blijde was mijnheer Martijn, dat alles zich zoo schikte. Nu werd Karei geroepen. Met kloppend hart betrad Karei het kantoor. „Karei", zei mijnheer van Leeuwen', „ik heb gehoord, dat je ernstig begeert voort aan beter op te passen. Kom aan morgen maar weer bij mij terug, jongen, en laat het nooit weer gebeuren". Met tranen in de oogea legde Karei zijn hand in de hand, qie mijnheer van Leeuwen hem toestak en stamelde een paar woorden van dank. Wel honderd pond lichter voelde hij zich, toen hij weer buiten was "met mijn heer Martijn. Niemand wist er van dan mijnheer van Leeuwen en juffrouw Stijn- man en de laatste had vriendelijk gekrukt tegen hem, toen hij door den winkel ging De dag vloog verder om. 's Avonds werd mijnheer Martijn, door vader Huijsman en Karei naar den trein gebracht. Beiden wisten niet, hoe dank baar zij hem moesten ziin. Maar mijnheer Martijn zei: „Geen dank aan mij, Huijs man, maar aan Hem, Die alles heeft wel*, gemaakt en mij vergund een knaap te helpen, die anders misschien al verder en verder was afgedwaald". Npg drie jaar bleef Karei bij mijnbeer van Leeuwen en herwon het volle ver trouwen van zijn patroon. Wel had hij nog niet dadelijk zijn te groote neiging tot het voetbalspel overwonnen, maar nu had hij geleerd, als de verzoeking pm weer te veel aan het spel toe te geven op hem aankwam, waar hij kracht kcai vinden Zijn Bijbel verzaakte hij nu niet meer. De heer Martijn ontving steeds de beste be richten van hem, want na het gebeurde verloor mijnheer Martijn hem niet meer uit het oog. Na drie jaar verliet hij mijn heer van Leeuwen om zich in een groote bakkerij verder te bekwamen. Ook hier werkte hij met ijver en lust en schaamde zich nimmermeer, hoe anderen ook spot ten, voor zijn belijdenis uit te komen, FRANCINE Land- en Tuinbouw. Tentoonstelling te Heemstede. Het tentoonstellingsbestuur van de Int. Bloemententoonstelling te Heem stede beeft een uitnoodiging gericht tot de gouverneurs der 48 staten van Noord-Amerika en hun staten door af gevaardigden van de Staatstuinbouw- maatschappijen in bun gebied officieel te doen vertegenwoordigen op de ten toonstelling. Indien deze uitnoodigin- gen aanvaard worden, ligt het in de bedoeling ter gelegenheid van de zes de tijdelijke tentoonstelling, die op 15 M«i begint, hun tegelijk met de jury, verschillende feestelijkheden aan te bieden. Sprekend voorbeeld. Htaij io Zuid-Holland en omgeving mnftlrt. man voor 't meerendeel aan de boerderij kaas en boter van de gewon nen melk De hoeveelheid en de kwali teit Van het product zijn afhankelijk van verschillende factoren, verband houden de met de wijze van bereiding en van de samenstelling van de melk. In streken waar de melk gemeen schappelijk wordt verwerkt in daartoe ingerichte fabrieken, is natuurlijk alieen de laatste factor van kracht, daar beslist de samenstelling van de melk over de hoeveelheid en de kwaliteit van de boter en do kaas die wordt geproduceerd. Het ligt voor de hand, dat men, waar fabriekmatige melkverwerking plaats heeft, men niet gaarne voor alle melk evenveel betaald. Ook aan de coöpera tieve fabrieken heeft ieder aendeelhou- der-leverancier ook graag zijn mei kbe- taald naar de werkelijke waarde die ze heeft voor de zuivelbereiding, en ziet imnnH met goede melk niet gaarne, dat daarvoor evenveel wordt betaald als voor minder vette melk. In Friesland en Groningen is zuivere betaling naar vetgehalte dan ook nage noeg algemeen. Men stelt aan 't eind van de maand het gemiddelde vetgehal te van al de geleverde melk, en de prijs daarvoor. En dan gaat men optellen of aftrekken al naar mate de melk boven of beneden dat gemiddelde is geweest. En dat verschil kan soms heel wat bedragen. Een eigenaar in de provincie Gronin gen, die twee bedrijven in gebruik heeft, verschafte me daarvan een aardig voor beeld. Doordat voor 'n paar jaar zijn door. hem zelf bewoonde woning afbrandde, werd het vee tijdelijk samen gebracht gp de andere woning, waar 'n bedrjjf- boer.op zat. Deze leerde daardoor al de koeien van z'n „baas" kennen, en toen na herbouw, de eigenaar hem de kèus gaf, koos hij die koeien warvan hij was te weten gekomen dat ze een hoog vet gehalte gaven. De minder goede kwamen dus bij den baas zelf ter stal, ieder kreeg, er vijf stuks ('t ,zijn in hoofdzaak bouwbedrij ven). In het eene bedrijf werd in 10- maan den van 1924 gewonnen 17813 Kg. melk, in dat van den eigenaar 16327 Kg., een verschil dus van 885 Kg. Op des eigenaars bedrijf was men 5' maal boven en 5 maal beneden het ge middelde, maar bracht het toen tot een bijbetaling van ƒ15.20 voor vetgehalte boven het gemiddelde. Naar denzelfden maatstaf berekend zou die bijslag op het andere bedrijf hebben moeten bedragen ƒ15,99 of rond ƒ16.Daar bedroeg deze echter ƒ288,69, dus ƒ272,90 meer, dat wordt per kilogram melk 1.53 cent meer. Stel nu een3 voor, dat allebei bedrij ven waren als men hier aantreft, waar toch in de meeste gevallen in diezelfde 10 maanden allicht 100,000 kilo's melk zou zijn gewonnen. Dan zou het verschil bedragen ƒ1536.En dan vergelijken we nog niet eens een best bedrijf met een slecht. Óp het eerste toch werd ook nog ƒ15.20 betaald voor vetgehalte bo ven het gemiddelde. Zoo goed als er aan zoo'n fabriek is een bedrijf, dat zooveel boven het gemid- veel, of nagénoeg zooveel beneden is, en delde is, moet er ook een zijn dat er zoo dat dus omgerekend op een Hollandsch bedrijf, melk zou hebben, die over die 10 maanden in totaal ƒ1500.minder waard zijn dan de gemiddelde prijs. Dat zou dan met het beste bedrijf een ver schil opleveren van nagenoeg ƒ3000. zuiver berekend nog al wat meer. Nu zal iemand die niet gemakkelijk is te overtuigen, zeggen: „Na ja, dat is maar door uitbetaling op vetgehalte, en misschien volgens een zeer willekeurige maatstaf." Mag ik er dan even op attent maken, dat aan de fabriek, waar die melk wordt geleverd, hiervan in hoofdzaak wordt gemaakt boter en kaas, en dat het toch wel zeer dwaas zou zijn, en zeer tegen het belang van de leveranciers met laag vetgehalte, wanneer voor de melk met hoog vetgehalte meer werd betaald dan de werkelijke waarde voor -de zui velbereiding. Zuiver logisch volgt hieruit, dat die melk die voor de bereiding van boter en kaas de meeste waarde heeft, ook meer waard moet zijn voor de voeding van den menseh. En toch, wordt deze maar steeds be taald naar een prijs die met het onder ling verschil tivschen melk en melk geen rekening houdt. De boer krijgt niet meer, de gebruiker betaalt niet meer. Als het verschil in gebruikswaarde 3 cent per liter kan verschillen, zooals bovenstaand voorbeeld aanwijst, is het dan geen dwaasheid van den boer om alle melk voor denzelfden prijs te leve ren? Wanneer hij melkoontrole toepast op zijn vee, kan hij de opkooper steeds over tuigen van de waarde die zijn melk heeft, zoowel voor de zuivelbereiding als voor de voeding van den mensch En als de melk van eene koe zooveel in waarde kan verschillen, van die van een ander dier, is het dan niet zeer nood zakelijk, dqor toepassing van melkcon- trole, de dieren,op te sporen, die de zaak bederven? Twee vragen waarvan de be antwoording aan iederen Vëehoudc- wordt overgelaten. J. W. BAKKER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 8