CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN ADVERTENTIE-PRIJS
5e JAARGANG
VRIJDAG 13 FEBRUARI 1925
NUMMER 1438
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
AB ONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kv/artaali 2.50
Per week 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
STADSNIEUWS.
GEMEENTEZAKEN.
Verhuring van een strook grond.
Het Bestuur van de Chr. Gymnas
tiek- en Schermvereenigfg „Jahn* heeft
to^ B. en W. het verzoek gericht VQor
de beoefening van de sport een stukje
grond op het Raamland te fnogen bu
ren. Voor het beoogde doel kan wor
den afgestaan een strook, ter grootte
van pl.m. 1500 vk. M. gelegen aan den
hoek van de Fruin straat en de Cöbet-
straat. Adressant gaat accoord met
den door B.' en W. gevraagden huur
prijs van f75 per jaar en neemt ook
met de aan de verhuring te verbinden
voorwaarden genoegen. Tot deze voor
waarden behoort het recht der ge
meente om de huur, die bij aanneming
van dit voorstel tot wedéropzeggetis
wordt aangegaan, met een termijn van
drie maanden op te zeggen.
Vïijdagschs markt.
B. en W. stellen voor de uren, waar
op de Vrijdagsche markt wordt gehou-
dén, meer algemeen te bepalen, en
niet, zooals in de tegenwoordige ver
ordening afwisselend voor iedere halve
maand. Zij stellen voor:
gedurende de maanden Januari en
December van des voormiddags 8.30
tot des namiddags 2.30 uur,
gedurende de maanden Februafi en
November van des voormiddags S tot
des namiddags 2.30 uur.
gedurende de maanden Maart en Oc
tober van des voormiddags 7 tot des
namiddags 3 uur.
van 1 April tot en met 30 September
van des voormiddags 6 tot des namid
dags 3 uur,
met dien verstande, dat, indien ten
gevolge van de invoering van den wet-
telijken zomertijd het aanvangsuur
eener markt vóór zonsopgang mocht
vallen, dat aanvangsuur wordt gesteld
op een nader door B. en W. te bepajen
tijdstip, op of na zonsopgang vallende.
Na des voormiddags 10 uur wordt-
tenzij in zeer bijzondere gevallen, ter
beoordeeling van den Directeur, of die
hem vervangt, geen vee tot da in het
derde lid ve.n artikel 3 bedoelde markt
toegelaten.
Bouw van Werkmanswoningen.
In overeentsemming met het advies
van de Commissie van Financiën ge
ven B. en W. den Raad in overweging
de balans en de verlies- en winstreke
ning van de Vereeniging tot Bevorde-
rig van den Bouw van Werkmanswo
ningen oVer 1923 goed te keuren, mot
dien verstande::
le. dat het op de balans als vorde
ring voorkomende bedrag van f428.52
wordt gebracht ten laste van de ver
lies- en winstrekening waardoor het
winstsaldo wordt verminderd tot
f 1653.1(P/s
2e. een bedrag van f20.89V2 ter be
schikking' van de vereeniging wordt
gesteld, teneinde haar in staat te stel
len 'over 1923 3 pet. dividend over hét
aandeelen-kapitaal uit te keeren.
Bs Keuringsdienst van Waren.
De keuringsdienst van waren, tot
dusver gevestigd in het pharmaceu-
tisch laboratorium van.de Rijksuniver
siteit, moet naar een ander gebouw
worden overgebracht. B. en W. stellen
nJ. den raad voot*, met het Rijk een
overeenkomst aan te gaan van hu'ür en
BUREAUHooigracht 35 - Leiden £j
Gewone advertentiën per regel 221/* cent
ij Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
Tl i a»o Tï i - I"5> fL A Bij contract, belangrijke reductie.
iel. 1278, rostgiro 58936, rOStbOX 2u Kleine advertentica bij vooruitbetaling
ten hoogste 30 wóórden, worden dage-
lijks geplaatst ad 40 cent.
v<...van den linkeiwleugel van liet
militair hosptaal aan den Morschweg,
ten einde aldaar den districtskeurings
dienst van waren te vestigen, voorloo-
pig voor derl tijd van 20 jaar, tegen
een huishuur van f2000 'sjaars, ver
minderd met f400 jaarlijks zoolang de
thans door prof. de Jong 'gebezigde 3
lokalen bij hem in gebruik blijven.
Mede in verband hiermee stellen B.
en W. voor, f 22.000 beschikbaar te stel
len voor de inrichting van genoemd
gebouw, waarvan de helft door het rijk
wordt terugbetaald.
Door deze overeenkomst hoeft niet
te worden overgegaan tot de stichting
van een nieuw gebouw voor dozen
dienst, zooals aanvankelijk in de be
doeling lag.'
G-aen schadevergoeding.
De heer A. Kelfkens timmerman-aan
nemer te Dordrecht, schrijft aan den
Raad:
dat hij van de Gemeente Leiden heeft
aangehomen Jiet maken van een wal-
muur voor f *000;
dat hij op dit werk een bedrag van
f 1500 verlies heeft geleden en wel ten
gevolge van de ook bij de Directie on
voorziene omstandigheid, dat de oude
walmuur "weêl dieper zat dan oorspron
kelijk gedacht werd en deze oude wal
muur van onderen ook niet met de
gewone middelen te breken was en hij
dus dure kunstmiddelen heeft moeten
aanwenden.
Dat ongeacht dezen tegenslag ook de
bijkomende omstandigheid dat hij zoo
veel dieper graven moest en dus ook
zooveel te meer water moest uitpom
pen, hem voormeld verlies heeft be
rokkend.
Dat hij een heel weinig bemiddeld
man is en bij daarom eerbiedig ver
zoekt hem, indien zulks maar eenigs-
alns mogelijk zijn mocht, althans
eenige tegemoetkoming in z'n voor
meld verlies te wilien verleenen ten
bedrage van f500.
B. en W. meenen dat de steeds ge
volgde gedragslijn, dat de risico van
een aangenomen \yerk geheel voor re
kening van den aannemer moet kom 211
ook nu weder moet worden gevolgd
en geven derhalve den Raad in over
weging afwijzend op bovenstaand ver
zoek te beschikken.
De Voorzienigheid.
Gisteravond werd in de Hooigracht-
kerk de'vierde lezing van het Chr. Co
mité voor Winterlezingen gehouden.
Ds. D. A. vandénBosch Ned. Herv.
predikant te 's-Gravenhage, sprak daar
over bovenstaand onderwerp.
De samenkomst werd aangevangen
met het zingen van Ps. 99:1 en 8 en
g~bed; drama hield S,._. .ede.
Spr. begon me,. _it een i.-_.
beelden (den Duivelssteen in de Mid-
dachterbosschen en de Heksendans
plaats in het Harzgebergte) te laten
zien, hoe de primitieve bevolking, wan
neer zij voor verschijnselen stond, die
zij niet langs den natuurlijken weg
wist te verklaren, ze toeschreef aan de
inwerking van demonische machten of
ook wel van goddelijke machten.
De moderne mensch met zijn ver
lichting en zijn cultuur" glimlacht om
dat naieve volksgeloof; ja ook het
Woord Gods acht hij dwaasheid.
Doch God heeft den mensch de eeuw
in zijn hart gelegd en hij zocht bevré-
diging voor den. honger zijner ziel bij
spiritisme theosopliie en Christian
Science, bij het heidensche bijgeloof.
Augustinus heeft naar waarheid ge
zegd: Ons hart is onrustig in ons, tot
het rust vindt in Qod. Maar dan niet
in den God van het deï$me of het pan
theïsme, maar in den God van het
theïsme, die de wereld geschapen
heeft en nog van dag tot dag onder
houdt, in den God der voorzienigheid.
Spr. zal het hebben over de voorzie
nigheid en wel over haar wezen,
haar voorwerpen en haar problemen,
om ten slotte te vragen naar de vrucM
van het leerstuk der voorzienigheid.
Het woord voorzienigheid komt in
den Bijbel niet voor, doch de zaak wel.
In het verhaal van de offering van
Izak door Abraham heet het: Op den
berg des Heeren, daar zal het voorzien
worden. Duidelijk blijkt daar, dat voor
zienigheid meer is dan dat God voor
uitziet hetgeen gebeuren zal, het sluit
ook in de regeering der wereld-
De voorzienigheid hangt ten nauw
ste samen met de schepping. Toen God
de wereld geschapen had, liet hij haar
niet aan haar lot over, hij blijft haar
besturen.
Waarover strekt de voorzienigheid
Gods zich uit? vraagt Spr. voorts.
Wie spreekt van de fortuin, van het
noodlot, van het toeval of van „casu
eel", zit met zijn spraakgebruik mid
den in de heidensche begrippen en
gaat buiten de christelijke wereldbe
schouwing om.
Want volgens de Schrift gaat ook
het kleine niet..buiten Gods bestuur
om. Ook kunnep? wij' niet uitmaken,
wat „groot" en wat „klein" is. Klei
nigheden zijn dikwijls de oorzaak van
groote dingen, zou God zich dan wel
met de groote 'dingen ifilaten en niet
met de kleine, die er de oorzaak van
zijn?
Spr. noemt als voorbeeld, hoe een
laag hangende boomtak de oorzaak
werd van Absalom's dood, waardoor
de binnenlandsche rust in Davids ko
ninkrijk terugkeerde; ook dè redding
van het Capitool door de kwakende
ganzen en den wereldoorlog in 1914,
ontbrand door den moord van Sera-
je wo.
De voorzienigheid stelt ons ook voor
problemen. Nét als in het verhaaltje
van Geloof en Verstand, die samen op
reis gingen, zullen we dikwijls aan een
breede rivier komen, waar geen brug
over is en waar we toch over heen
moeten; dan moet Geloof Verstand op
zijn rug nemen, zoo alleen zullen ze
triomfantelijk den overkant bereiken.
Een der problemen, waarvoor we ko
men te staan, !s dit: hoe is het bestuur
Gods te rijmen met onzen vrijen wil?
Nu moeten we vooreerst bedenken,
dat die vrijheid illusoir is: we zijn
.op allerlei wijzen gebonden. Verder is
Gods bestel (in het algemeen) geen
voelbare dwang in on9 leven, die ons
tegen onzen wil in een bepaalde rich
ting stuurt.
't Gaat net als wanneer een geoefend
schaakspeler en een brekebeen samen
aan 't spelen zijn en de eerste weet:
over 5 of 6 zetten sta "je' mat. De bre
kebeen doet in volmaakte vrijheid zijn
zetten, doch hij is volkomen in de
macht van den geoefenden speler, die
hem na enkele zetten schaakmat zet.
Men denke als voorbeeld aan de ge
schiedenis van Jozef en zijn broeders.
Zoo komen we yanzelf tot een andere
moeilijkheid; als God alles bestuurt,
is de mensch dan nog verantwoordelijk
voor zijn zondige daden te achten?
Het is uitgesloten, dat God de werk
meester der zonde zou zijn, dat zegt
niet alleen de Bijbel, doch ook ons in
geschapen Godsbesef.
Ook de opvatting, dat de duivel de
boosheid werkt onder de toelating
Gods, geeft geen voldoende antwoord
en neemt de verantwoordelijkheid
Gods niet weg.
In vroeger tijden zette een dokter op
een arm, waar kwaad bloed in zat, een
bloedzuiger aan 't werk, die niets an
ders doet dan zijn dierlijk instinct te
volgen door zich zat te zuigen aan
bloed.
Zoo heeft God zich als doel gesteld
de verlossing van zondaars, en voor de
volvoering van dat plan gebruikt hij
den bloedzuiger Judas, en den bloed
zuiger Kajafas en den bloedzuiger Pi-
latus.
Doch deze laatsten handelen niet
met het oogmerk, de verlossing van
zondaars te bewerkstelligen; zij we
ten, zij kunnen weten, dat zij ingaan
tegen het recht Gods en staan daarom
schuldig.
Niet Gods verborgen, maar Gods ge
openbaarde wil meet 't richtsnoer zijn
bij onze handelingen.
Wij moeten niet trachten, door het
sleutelgat te turen in het geheim ar
chief Gods om te kijken, wat daar op
tafel ligt.
Spr. is zich bewust, geen „oplossing"
te geven van de problemen. Het laat
ste woord is niet aan de redeneering
van 't verstand, maar aan het geloof.
Pas als wij er, achter zijn, n.l. in de
eeuwigheid, zullen wij kunnen hegrij
pen.
Wat is de vrifcht van dit leerstuk?
Voor velen -is het niet dan een stuk
leer, goed geconsolideerd en best be
waard en opgeborgen in onze geeste
lijke, brandkast.
Het komt op de toepassing aan. Pas
wanneer het in de levenspractijk in
gevoegd wordt, heeft dit leerstuk waai-,
de. Dan leert het ons, naar het woord
van den Catechismus, in voorspoed
dankbaar, in tegenspoed geduldig en
voor de toekomst vol vertrouwen zijn.
De oude Geref. theologie onderscheid
de drieërlei voorzienigheid, die zijn als
drie cirkelvlakken met hetzelfde
middelpunt: een algemeene (over
al het geschapene), een bijzondere
(over de mens<^ien) en een aller
bijzonderste (over Gods kinderen).
En wat is nu het middelpunt der
voorzienigheid? Spr. neemt zijn hoor
ders in den geest mee naar den heu
vel van kalksteen achter Jeruzalem,
daar staat een kruis; en waar de ho
rizontale lijn van Gods raad en de
dwarsbalk van der menschen zonde
elkaar snijden, is het middelpunt der
voorzienigheid.
De samenkomst werd gesloten met
het zingen van Ps. 72:11, waarna Spr.
voorging in dankgebed.
Patrimonium.
De afd. van „Patrimonium" hield
Woensdagavond een goed bezochte ver
gadering die in hoofdzaak gewijd was
aan de behandeling van de agenda voor
de Bondsvergadering, die op 23 en 24
Februari te Utrecht zal worden gehou
den.
Over den algemeenen toestand van
den Bond werd breedvoerig van gedach
ten gewisseld. Algemeen was men van
oordeel, dat meerdere concentratie in de
leiding gewenscht zou zijn, hoewel niet
uit het oog werd verloren, dat de kracht
van den Bond in hoofdzaak schuilt in
de activiteit van de afdeelingen.
Tot afgevaardigden voor de Bondsver
gadering werden gekozen de heeren
Zuidema en P. de Jong; plaatsvervan
gers de heeren H. C. de Jong en W. J.
Loman.
De heeren Lvona-L en Meijer werden
met zoo goed als algemeene stemmen als
bestuursleden herkozen.
Tenslotte werd nog, in verband met
door sommige leden gedane mededee
lingen eenige oogenblikken van gedach
ten gewisseld over de rechtspositie van
den arbeider. Uit verschillende feiten,
waaronder van zeer droevenaard,
bleek, dat die rechtspositie soms nog
veel te wenschen overlaat. Wanneer
echter de wettelijke opzegtermijn in acht
genomen wordt, zal het motilijk zijn,
hierin verbetering te brengen.
Ook hierbij bleek weer hoe noodzake
lijk het is, dat geijverd wordt voor de
doorwerking van de christelijke begin
selen in ons volksleven.
Eingvergadering.
De ring Leiden en Omstreken van
den Ned. Bond van Jongelinsvereenigin-
gen op G.G. hield Woensdagavond in
li,dt.Nutsgebouw zijn 5de vergadering in
dit seizoen. Aan de orde was als'onder
werp: „Het ontstaan en de geschiedenis
van den Bond", dat verdienstelijk werd
ingeleid cloor den heer J. Limburg, na
mens Eben Haëzer te Voorschoten. De
bespreking aan dit onderwerp gewijd,
was zeer geanimeerd. In het kcht werd
gesteld, hoe inderiijd de Ge&f. Jonge-
lingsvereenigingen zelf tot het stichten
van een organisatie moesten overgaan,
waar voor hen geen plaats was in het
Ned. Jong. Verbond, tenzij zij de bepa
lingen omtrent 't volgen der belijdenis
schriften in haar reglementen schrapten
en hoe in de door Ds. Vonkenberg gefor
muleerde Bondsidee duidelijk wordt
uitgesproken dat het N. J. V. door zijn
Methodistischen grondsl .g principieel
van den Necl. B. van J. V. op G. G. is
gescheiden, terwijl voor'3 de y/erk wijze
van laatstgenoemde orgmis-i'/e in_ haur
ontwikkeling werd nageg.vi i. f
Na dit onderwerp kwam'nog in be
handeling het plan om het 30-jarig be
staan van den Ring L. en O. in Septem
ber feestelijk te herdenken.
Het plan vond algemeene instemming
en werd ter nadere voorbereiding ver
wezen naar een eerstdaags te benoemen
feestcommissie.
Medegedeeld werd, dat de volgende
ringvergadering, tevens de laatste in dit
seizoen, zal worden gehouden in de.
Rehoboth-kapel te Oegstgeest, waar de
onlangs opgerichte vereen. ..De Heere is
onze Banier" alsdan een inleiding zal
leveren op: De verhouding tusschen het
Bo"ndsbestuur en de Provinciale af dee-
lingeft.
Jongeliedenver. op G.G. „Timotaeus".
De groote zaal van ..Prediker" bood
'gisteravond een feestelijken aanblik ter
gelegenheid van de jaarvergadering der
Jongeliedenvereeniging op G. G. „Timo-
theus" die er werd gehouden.
De belangstelling was zooals verwacht
werd, zeer groot wat van des te meer be-
teekenis was, omdat vooral de ouders en
ouderen in zoo grooten getale waren op
gekomen. Reeds om kwart voor acht
was de zaal geheel gevuld.
De vergadering werd geopend door
den voorzitter, den heer C. Wassenaar,
die na het gezamenlijk zingen van Ps.
FEUILLETON.
gsi Ss Sevens branding
(Uit het Engelsch)).
37)
Maar zij was een vrouw met een ijze
ren wil, en met een sterk karakter, en
hoewel zij haar liefde niet in een dag
of in een jaar kon-uitdooven, zoo wist
zij toch alle uiting te onderdrukken.
Zij kon zichzelve in ieder geval diets
maken, dat zij geen afgod maakte van
haar kind. Zij wist ieder vertoon van
liefde te vermijden; en daar haar dit
smart gaf, geloofde zij, dat die smart
Gode welgevallig zou wezen en haar
hiernamaals ten goede komen zou.
En zoo groeide Douglas op in een
atmosfeer, even koud en meedoogen-
loos als de wind in Maart. Hij werd
volgens vaste regels opgevoed; en de
wet nam de plaats in der liefde. Toen
hij nog heel jong wa9, werd reeds
alles in het werk gesteld om zijn men-
schelijke instincten en verlangens uit
te roeien, te dooden wat werd genoemd
„den ouden Adam", en toen hij aanleg
toonde een kleine kwezelaar te wor
den, verheugde zijn moeder zich daar
buitengewoon over.
Zijn 'vader zag hij zeer weinig, daar
deze bijna voortdurend in Indië was,
zoodat de invloed zijner moeder zich
ongestoord op. hem kon doen gelden.
Douglas werd reeds in zijn prilste
jeugd tot het ambt van predikant be
stemd, en
Maar de geschiedenis van zijn ont
wikkeling, of degeneratie, zooals zijn
moeder gezegd zou hebben, zou te veel
plaats nemen, om hier te vertellen. Het
was een bittere teleurstelling voor me
vrouw Wyburn, toen hij weigerde pre
dikant te worden. Maar zij wist wel
raad. Zij had niet voor niets de moe
derliefde uit haar hart gestooten
gedurende twintig lange jaren;
en zij was in staat hem op te geven
zonder eenig uiterlijk vertoon van
smart. Dit was haar martèlaaschap en
zij trachtte er zich in te verblijden,
dat zij waard werd bevonden te lijden.
Het was als hoorde zij een stem tot
haar zeggen: „Efraïm is vergezeld met
de afgoden, laat hem varen." Zij had
niets meer met hem uit te staan. Zij
had haar best gedaan en toch was hij
mislukt. Zij had hem niet door liefde
betoon bedorven, zooals zoorsle dwaze
moeders deden. Zij had hem geleid in
den weg, dien hij had moeten gaan.
Zij had hem van af zjijn kindsheid
gevoed met beproefde leerstellingen.
En nu was hij o}.- r'aan: hij had zijn
wil tegenover den haren gesteld^ hij
had eenige harer meest geliefde ge
loofsgronden in twijfel getrokken, had
haar verweten, dat zij hem zonder lief
de liet opgroeien en zijn hart met dis
tels voedde.
Het was een pijnlijk tooneel geweest,
en zij deed al haar best "het te ver
geten.
Over één ding verblijdde zij zich:
geen moederliefde weerhield haar te
doen wat goed was. Hij die vader, moe
der of kind verkoos boven Christus,
was Christus niet waard. Dit was haar
evangelie, en daar hield zij zich aan.
Toen hij haar in toorn verliet, riep
zij hem niet terug; en hoewel hij fei
telijk zonder 'eenig geld henentoog,
bood zij hem geen hulp aan. Het geld.
dat anders voor zijn verdere opleiding
en onderhoud zou zijn besteed, zou zij
nu gebruiken om er propaganda mede
te maken voor de leerstellingen, die
haar lief waren. Zoo zou uit het kwa
de goed voortkomen. Haar zoon zou
lijden, maar de zaak der menschheid
zou er voordeel bij hebben. Misschien
had zij tot dusver te veel aan hem ge
dacht, hoewel niemand dit zou hebben
toegestemd; in het vervolg zou zij zich
meer geheel wijden aan de opheffing
van anderen.
Dit gebeurde twee jaren voor den
aanvang van onze geschiedenis, en
geen woord van verzoening was gewis
seld tusschen de moeder en den zoon.
Zij had hem opgegeven, zij geloofde
om Godswil, en daarin lag haar be
looning.
Haar moed begaf haar soms bijna,
en haar hart riep voortdurend om de
liefde en de tegenwoordigheid van het
kind, dat zij het leven had geschon
ken; maar haar geloof (of wat zij haar
geloof noemde) hield liaar staande.
Daarenboven, %yas er altijd iemand in
haar nabijheid, tot wien zij opzag als
tot haar geestelijken leidsman, en die
altijd gereed was met een drogreden
over de ouderlijke, en daarom men-
schelijke liefde.
Maar dit alles oefende een zeer slecb
ten invloed uit op Douglas' gemoed.
Godsdienst was, naar wat hij er ven
zag, een zeer terugstootend iets.
Het verhardde de harten der men
schen, het doodde de liefde, liet roeide
de sympathie tusschen e&P moeder en
haar kind uit; het beroofde bet tehuis
van vreugde en zonneschijn, het wierp
zijn somberen schaduw over den ge-
heelen levensloop.
- (Wordt vervolgd).