ZATERDAG' 7 FEBRUARI 1925 Aan het einde der Week. Toen de regeering van Herriot in Fran, krijk aan liet bewind kwam, was een van haar voornaamste programpunten' de afschaffing van de ambassade bij het Vaticaan. En ondanks de van Katholieke zijde gevoerde oppositie, heeft zij in deze zaak niet toegegeven, en toen in de afgeloo- pen week dit punt in de Fransche Ka mer aan de orde kwam, heeft Herriot er zelfs een kwestie van vertrouwen van gemaakt. Het slot der debatten is geweest, dat de ambassade bij het Vaticaan werd op geheven, doch dat een bijzondere legatie van Elzas-Lotharingen werd ingesield. Dit laatste is 'n besluit van bijzondere streaking, waardoor, zooals terecht op gemerkt is ,de administratieve scheiding fccsalicuiuneeia WOi'Ut v ici iva.iih ui icgtüi ran- SOiic Op» ubaUö, U.U.Ü uc D Ui uBCnéi'S lux ueu juiiog \a.ix t uji ué i/wee geweoüeu iucu goWtoiü Uit jb rauKiijKs iiauu ueuueu V\ «fööCöiöUi'U. neg xujaustiscü orgaan i'Action Fran cais^ meriit mei zouucr reuen op: „uac noemen ae stumper us een assimiiatie- pOiitieivl Dat is hun opvatting; van Jiet „eensgezind en onveraeeinare vauer- ianu in deze dagen van ae grootste verawazing: zou beriij n zicft niets never kunnen wensciienl Doen niet aneen met het oog op de separ atistiscne propaganüa in aeze twee pioviucieii is ueze luautregei onverstan- uig, outi. wat net vertrouwen in aeze re- gcenug 111 net overige FrannrijK netreit, zai net niet ineaewernen ae syuipatnie voor naar te vernoogen. Want al was iiernot klaarblijkelijk het meest beaucht voor de ontevreden heid der geestelijkheid en* van de breede massa des volks in Elzas-Lotharingen, het spreekt vanzelf, dat onder de geheele Fransche geestelijkheid» ernstige onstem- mmg is gewekt, die ook onder de leeken een naklank zal vinden en er niet toe zal medewerken, Herriot's positie te ver sterken. Het ging bij deze geheele actie tegen het gezantschap bij den Heiligen Stoel, om de beteekenis der religie voor het staatkunaig leven. We herinneren aan ae rede, Dinsdag in de Fransche Ivamer namens de socia listische fractie door den afgevaardigde Leon" Blum gahouden, die zeide de aan spraken van de Katholieke kerk op het geestelijk leiderschap van de mensch- heid niet te erkennen, want let op de motiveering dit leiderschap is thans overgegaan op het internationale socia lisme, het socialisme, dat evenals dc godsdienst zijn zedeleer heeft, die het over de menschheid wil uitbreiden en die niet als minder eerbiedwaardig is te beschouwen dan het geloof van eenige kerk. 1 Men ziet, dat ook al erkent men het j niet, in Frankrijk de antithese bestaat. Het gaat ook daar om de tegenstelling: j geloof en ongeloof; welk van die beide machten zal aanspraak maken op het leiderschap der menschheid. Ook in het Zuid-Oosten van ons werelddeel is thans een godsdienstige kwestie aan de orde; we doelen op de uitzetting van den Grieksclum patriarch door de Turksche regeering. Inzonderheid Griekenland heeft deze I zaak hoog opgenomen en onmiddellijk eon scherpe nota aan de regeering te ^ngora gericht, waarin zij de uitzetting een flagrante schending van het verdrag van Lausanne noemt. Deze uitwijzing van Pappas Constan- fönos te Costantinopel staat niet op zich zelf; hij is sléchts één uit velen. In het zoo even genoemde verdrag van Lausanne was voorzien in de uitwisse- en Mohammedaansche bevolkingen, ling der burgerlijke Grieksch-Orthodoxe resp. door Turkije en Griekenland, voor zoover deze bevolkingsdeelen niet reeds voor October 1918 in de resp. landen waren gevestigd. Het verdrag stelde een hooge cojji- i missie voor de uitwisseling in, welke in alle voorkomende gevallen recht van be- slissing zou hebben. Turken beroepen zich voor de uit wring van den patriarch op het feit, dat hij, gelijk vele Grieksche geestelijken eerst na 1918 naar Constantinopel is ge komen. De regeering van Angora heeft evenwel, zonder de beslissing der com missie af te wachten, «jjen knoop doorge hakt, tot groote ontstemming van Grie- genland en de andere Balkanstaten. Het gevaar is niet uitgesloten, dat dit conflict in het ..Nabije Oosten" den ge- heelen heksenketel weer aan 't koken zal brengen, al zullen de groote rfiogend- heden wel al hun best doen, deze zaak tot een bevredigende oplossing te bren gen. RECLAME. Voor aÊle&i die syikkeieft met moeilijken en onregelmaiigen stoelgang zijn Mijrthardt's Laxeeriabletten onmis baar. Zij werken vlug cn radicaal - en ver oorzaken niet de minste kramp. Doos 60 ct. Bij apoth. en drogisten. Uil het grijs verleden. HET ONDERWIJS IN EGYPTE. Dank zij de groote vlucht, die de Egyp- tologie vooral de laatste tientallen jaren genomen heeft, behoeven wij ons voor de kennis van 't geheimzinnige Nijlland niet, gelijk vroegere geslachten te beper ken tot hetgeen de Grieksche schrijvers 'lerodotus, Plutarchus e a. ons hebben meegedeeld, doch staat ons daar naast een schat van Egyptische documenten Jen dienste. Het is de Fransche onderzoeker Cham- T' pollion geweest, die omstreeks 1820 den stoot gegeven heeft tot de ontcijfering van het Egyptische schrift. Thans kun nen wij ons tfoor de teksten op de steen monumenten in hiëroglyphen en die op dé papyrusrollen in hiëratisch schrift 'n vrij nauwkeurig beeld van het Egyptisch leVen vormen. Ook betreffende opvoeding en onder wijs in dezen ouden cultuufstaat be schikken wij over verschillende waarde volle gegevens. Tijdens het z.g. Oude Rijk (omstreeks 2800—2300 v. Chr.) schijnen er nog geen scholen in den eigenlijken zin des woords geweest te zijn." De vader is de natuurlijke "opvoeder; hij geeft de hem overgeleverde wijsheid weer aan het volgend geslacht over en spaart ook zijn zoon de roede niet. Naast de algemeene regels, waarnaar men zich te gedragen titeeft, was het vooral de lichaamsoefening, zooals het zwemmen, waarop de nadruk gelegd werd bij onderwijs en opvoeding. De knaap, die voor een hoogere loop baan, met name een bestuursfunctie, be stemd was, kwam reeds op jeugdigen leeftijd als edelknaap aan het hof en werd daar tegelijkertijd met de kinde ren des konings door een hoogwaar dig- heidsbekleeder opgevoed. Dit privaatonderwijs is tot in later tij den in gebruik gebleven, doch hoe meer de verhoudingen zich ontwikkelden, hoe minder het voldoende werd. Het Egyptische'schrift bv., waarvan de kennis voor de hoogere ambtenaren meer en meer onontbeerlijk werd, was zoo gecompliceerd, dat men van jongs af zich met de studie daarvan moest bezig houden. Zoo kwam het onderwijs lang zamerhand aan den schrijversstand, die vooral na het einde van het Oude Rijk hoe lang zoo meer aan' aanzien en be teekenis won. Naast den priesterstand ontwikkelde zich aldus een leekenstand van intellec- tueelen, bestaande uit de koninklijke schrijvers en rekenaars. Aan het hof des konings schijnen de oudste leeken- Scholen geweest te zijn. Tijdens het Middelrijk (tot 1800 v Chr.) is reeds een geheele serie schoolboeken vervaardigd, zooals de „wiskundige pa pyrus" en wellicht ook de verzamelin gen „Spreuken der wijsheid Doch pas in het Nieuwe Rijk (onge veer 1580 tot 663 v. Chr.) is het school wezen tot volle ontplooiing gekomen en uit dezen tijd dateeren ook de meeste ge gevens, die ons daaromtrent zijn be waard gebleven. Voor de leekenschool is dan de tempel- school in de plaats gekomen: meer en meer heeft de priesterstand het onder wijs, zoowel het „lager" als. het „univer sitair" ter hand genomen. En het was wij kunnen niet anders zeggen uit nemend georganiseerd. Als hulpmiddelen bij het onderwijs noemen wij: allerlei boeken met voor beelden. zoowel voor het eerste sehrijf- onderricht als voor het aanleeren van een goeden briefstijl; voorts Tijsten van alles wat op de aarde bestaat, waarin, zij het ook als droge optelling, dep leerling een soort van encyclopaedic geboden werd; lijsten van schriftteekens met lees oefeningen; overzichten van de aard rijkskunde van het land, van zijn hoofd steden. kanalen en meren, zijn tempels en goden enz. Het schijnt, dat de leerplicht voor den knaap met het vijfde jaar begon; met de opvoeding der meisjes liet de staat zich niet in, en wat de jongens betreft, gol den deze voorschriften alleen hun, die voor bestuursambtenaar of priester zouden bpgeleid worden, alzoo in 't alge meen die tot de hoogere standen behoor- den. $en internaat schijnt de priesterschool, althans 'als regel niet geweest te zijn. Immers des middags verlaten de knapen Juichend de school en de drie brooden en twee kruiken bier. die volgens een tekst de moeder aan den leerling dage„- lijks brengt, zullen wel niet de kost voor den geheelen dag geweest zijn. 's Mor gens vroeg zoo heet het moet de leerling opstaan, zijn kleeren en sanda len aandoen en naar school gaan. Ook dit wij'St er op, dat hij een korteren oï langeren weg moet afleggen, alvorens op school te zijn, immers in huis droeg men geen sandalen, doch liep blootsvoets. Telkens weer wordt de leerling ver maand tot vlijtige beoefening der wetten schap; hij moet haar liefhebben als zijn moeder. Slechts wie een geleerd schrij ver is, kan leiding geven aan' de men- schen; het schrijfgerei en de boekenrol- len brengen genoegen en rijkdom. Het schijnt evenwel, dat ondanks die mooie aanprijzingen de Egyptische leer lingen niet altijd bijzonder vlijtig waren, niet. want de ooren van den jongen zit- Vermaningen alleen hielpen dikwijls iederen avond, de bierlucht verjaagt de menschen van u, zij richt uwe ziel te gronde. Gij zijt als een gebroken roer, dat naar geen kant gehoorzaamt, gij zijt een tempeltje zonder zijn ged, als een huis zonder brood; de menschert vluch ten voor u, omdat gij hun wonden slaat. O. dacht gij er toch aan, dat de wijn een gruwel is en zweerdet ge toch den dronken makenden clrank af". Men ziét. dat de zonen van Minerva ook vroeger wel eens buiten de perken gingen.*. ten op zijn rug en hij hoort, wanneer men hem afrost". Zelfs nam men wel, wanneer deze tuchtiging geen voldoende uitwerking' had, tot nog krachtiger straf middelen de toevlucht. Ook bij de studenten aan de universi teit in Heliopolis of in Thebe, kwam het voor, dat zij zich can wangedrag schul dig maakten. In een veelgebruikt schoolboek vinden wij het volgende daaromtrent: „men zegt mij. gij verlaat de boeken, gij geeft u over aan het genoegen, gij gaat van straat tot straat, de lucht van het bier EEN ERAAN VAN EEN KEREL. Het schijnt, zegt de „Bredasche Cpurant" dat bij sommigen onzer le zers eenig misverstand gerezen is r - ons artikeltj(ft,het Oude Liedje" in wij '(ons refer eer end aan de. van Baron van Wijnbergen; h. brachten aan Colijn. Dit zou den druk gevestigd hebben dat wij 't ook met 't beleid van den heer Colijn eens iwaren. Wij stellen er prijs op te verklaren, dat dit absoluut niet onze bedoeling was omdat men toch wel bewondering mag hebben voor een man als Colijn, ook al is men het niet in alle opzich ten eens met zijne daden. Zijn grof, ruw ingrijpen in de amb tenaarssalarissen b.v. keuren wij af. En van die afkeuring hebben wij meermalen op deze plaats blijk ge geven. Maar dat neemt niet weg dat de heer Colijn voor ons vaderland groote verdiensten heeft en dat hij in het Ministerie Ruys ten minste een ster ke figuur is, een figuu» van beteekenis of om 't nu eens echt op z'n Hol- iandsch uit te drukken: 'n kraan van :n kérel. Waarvoor ook de tegenstander eer bied hebben móet. UIT DE OMGEVING. ■WÖU3RÏIG53. Gemeenteraad (Slot), Als resultaat van een ingesteld on derzoek deelt de voorzitter mede, dat uitbreiding van het electrisch net zou te overwegen zijn, n.l. in Noord westelijke- en in Noordoostelijke rich ting. Een voldoend aantal afnemers is gevonden. B. en W. stellen voor, de ge legenheid open te stellen cm de leiding van het pand vcor hoofdleiding even tueel af te koopen. Weth. v. 'tRiet meent niet dal door deze bepaling voldaan wordt aan het verlangen van de aanvragers om kabelhuur te ontgaan. De voorzitter zegt dat dit alleen mogelijk is wanneer rechtstreeks van het hoof dn et wordt betrokken. De ge meente moet zorgen dat ze de kosten van de hoofdleiding terugkrijgt. De heer v. 'tRiet wilde maar even de bedoeling van het adres toelicht-en. Als belanghebbende zal spr. er niet veel over zeggen. Het gaat hier om het invoeren van een nieuwe regeling. Weth. L i e v e r s e meent dat de raad hier moet beslissen of hij wil afwijken van de gewoonte om winst te maken op de leiding. Daar gaat het óm.# De heer v. Leeuwen» acht het gt- wenscht dat de gemeente de beschik king houdt over alle leidingen. Volgens den voorzitter zouden de aanlegkosten wel gereduceerd kun nen worden door de aanvragers toe te staan zelf de gleuf te graven. Aldus wordt besloten. Uitbreiding in het Noordoosten, om vattende de twee boerderijen van den heer Kroes. De heer Boot vraagt of hier een minimum-afname is gegarandeerd. Met het oog op de mogelijkheid dat laten nog andere woningen van dezelf de hoofdleiding zullen genieten, zou weth. v. 'tRiet het mogelijk willen maken dat een deel van de kosten la ter aan den eersten aanvrager wordt terugbetaald. De lieer van Dam wil 1/3 van de kosten der hoofdleiding voor rekening der gemeente nemen. De voorzitter zegt dat dit moei lijk meer kan omdat reeds een tiental menschen zelf een heele leiding hebben betaald- W e t h. v. t' R i e t acht het nooit te laat om een verkeerde regeling weg te nemen. De heer Boot acht een gunstige uit zondering voor het N.O. gedeelte wel te motiveeren door de winst die het bedrijf inderdaad heeft gemaakt op de kabel die er weggenomen is. Het voorstel v. Dam komt niet in be handeling, daar 't niet wordt gesteund. In stemming komt een voorstel van den hoer Boot om de zaak uit te stel len totdat beide boerderijen zullen be woond zijn. Verworpen met 52 stem- mem- Bij het voorstel van B. en W. om afwij zend te beschikken, staken de stem men (de heer v.'tRiet onthield zich) weshalve het voorstel wordt geacht te zijn verworpen. De raad besloot dus zoomin de zaak aan te houden als om het in 't geheel 'niet te doen. j Rondvraag. De lieer Boot vraagt naar liet on derzoek inzake het autoverkeer langs 's Molenaars. Het is toch niet de bedoe ling geweest dat de berijders een kos ten van f2.60 zouden krijgen? Spr. wil vrijstelling, van het verkeer met luxe auto's. De voorzitter deelt mede dat Ged. St. geen beslissing' hebben geno men ten aanzien van het vrachtver keer. Wat de luxe auto's betreft heb ben B. en W. tot heden alle aanvragen om vrijstelling ingewilligd. Spr. voelt er thans wel voor, den weg af te slui ten voor auto's die een zeker gewicht te boven gaan. Dat kan echter ook wel eens een zware luxe auto zijn. Spr. wil 'e zaak nog even onder dé oogen zien. o raad legt zich hierbij neer. De heer Boot dringt er verder op aan, om bij de brug in Ofwegen een richtingsbord te plaatsen. 't Gebeurt nog al eens dat de auto's 's ^vonds ver keerd rijden. Zal worden overwogen. De heer v. 'tRiet informeert of het waar is dat er nogal willekeur wordt betracht bij het handhaven van de ver ordening betreffende het blijven staan op de brug. Zal worden onderzocht. Hierna sluiting. NOORDWIJK AAN ZEE. Ned. Herv. Kerk. Voorm. 10 uur en nam. 5 uur ds. J. Vermeulen. Geref. Kerk. Voorm. 10 uur en nam. 5 uur: ds. Koers. NOORDWIJK. Bij het alhier gevestigde correspon dentschap voor arbeidsbemiddeling waren deze week als werkzoekenden ingeschreven 107 personen, n.l. 1 tim merman, 2 opperlieden, 2 schilders, 1 grondwerker, 1 smid, 1 kok, 15 losse arbeiders, 31 landarbeiders en 54 vis- schers. ALKEMADE. Burger 1. Stand. Geboren: Maria Wilhelmina, dochter van Hendriku? van den Broelc en Johanna van Stein; Clazina Gerarda, dochter van Nicolaas Koek en Petronelia Theodora StraathofJohanna Cornelia, dochter van Hubertus Bouw meester en Apolonia Spring in 'tVeld. Overleden: Cornelis Zoet, echtg. van Adriana de Jeu, 58 jaar. Ondertrouwd: Cornelis van Klink en Catharina Hoogenboom; Johannes van der Hulst en Clazia Petroella Uljée. Gehuwd: Jacob van Leeuwen en Jacoba Loos. Amice, 't Is in vele opzichtten een belaftgwek- kende en ook een mooie tijd waarin wij leven. Neen, ik ontken niet dat er groote schaduwen zijn, dat het leven meer onrustig en gejaagd is dan mis schien ooit tevoren, zoodat we bijna geen tijd hebben eens een oogenblik onszelf te zijn en vaak meer geleefd worden dan dat we leven, maar dat neemt toch niet weg dat onze tijd zich kenmerkt door een buitengewonen rijk dom van gaven en krachten en ge neugten. 'Denk maar 't zijn voor ons heel g'ewone en natuurlijke zaken gewór den aan de electrische trams, de auto's, de telefoon en de draadlooze en zooveel andere dingen meer, die de menschen in st<*at stellen zich 'op de meest gemakkelijke wijze te verplaat sen en die ons de afstanden Jdjna doen vergeten. Wonder rijk is onze tijd met zijn wonderen van techniek, waarvan ook de groote massa profiteert en zijn vele ontdekkingen, waardoor telkens weer nieuwe door God in de natuur verbor gen krachten tot ontwikkeling worden gebracht. Maar van dienzelfdén tijd geldt tevens dat er zoo heel veel is te klagen, dat er zooveel .geween is en zooveel leed te dragen. Ik denk op dit oogenblik" allereerst aan het lijden op maatschappelijk ge bied, waarvan ik juist dezer dagen droe ve staatltjes hoorde. Daar ls een niet onvermaarde fabriek waar de loonen nooit aan den hoogen kant waren en waar door hét personeel als regel al heel weinig arbeidsvreug de werd gesmaakt. Van dat personeel nu werd dezer dagen een gedeelte ont slagen. Mannen met een langen staat van dienst, die voor een zeer matig loon jaar in jaar uit hun beste krach ten hadden gegeven, werden met een opzegtermijn van enkele dagen ontsla gen en staan nu ledig op de markt van het leven. Ik kan niet de bijzonderheden van -dit geval beoordeelen amice, misschien maakten de omstandigheden 't nemen van zeer harde maatregelen wel nood zakelijk, maar toch, dan gevoelt men het ontzettende leed dat op die wijze over geheele gezinnen wordt gebracht en dan komt toch de vraag op, of het niet mogelijk zou geweest zijn, om een zoo droevig lot van eerzame arbeiders af te wenden of het althans te verzach ten. Dan gevoelt men weer opnieuw. hoe er in onze wonderrijke maatschap pij vaak heel wat meer reden is om te spreken van het leed van den arbeid dan van het lied van den arbeid. Daaraan werd ik ook herinnerd toen ik dezer dagen in een der dorpen in onze omgeving een vergadering hij- woonde. 't Was een politieke vergade ring, waar 't ook in de eerste plaats ging om vragen van staatkundigen aard. Maar in die vergadering stond eèn man op, een robuste arbeider, wien het blijkbaar te machtig werd, die zich niet meer in kon houden en die vroeg: Ik heb geregeld werk, maar ik heb een flink gezin en het is mij on mogelijk in de behoefte"n van mijn ge zin te voorzien. Wat moet ik doen? Kan er niet iets gedaan worden óm daarin verbetering te brengen. Dat greep me aan amice, en het laat me niet los. Daar is een man die door God in meerdere opzichten rijk geze gend werd. Hij ontving handen om te arbeiden, het ontbrak hem niet aan werklust en hij werd gezegend met een talrijk gezin, met kinderen die hij toch als een erfdeel des Heeren mag en moet beschouwen. Maar nu moet diezelfde man, die leeft in een weelderige om geving klagen: 't is <mij niet mogelijk het hoofd boven water te houden en in de behoeften van mijn gezin te voorzien. Ik erken eerlijk amice, dat ik op de zulke toestanden een einde te maken, niet zonder meer een antwoord weet te geven. Er zijn wel menschen die dat wel kunnen. Die precies weten hoe het moet. Zij weten maar één oplossing, n.l. het geheele maatschappelijk ge bouw sloopen en dan in de toekomst daar een nieuw gebouw voor in de plaats te stellen. Maar de fundeering die ze voor dat gebouw hebben ontwor pen is zóó slap en zóó wankel en on-* deugdelijk, dat het duidelijk is als de dag dat op zulk een fundament nooit een stevig gebouw kan worden opge bouwd. Wie over het maatschappelijk vraag stuk nadenkt amice, die zal wel altijd op moeilijkheden stuiten. De dingen zijn vooral op dit gebied niet zóo een voudig als ze weieens schijnen. Maar toch mogen we met wat ver keerd is en zondig geen vrede hebben en moet bij ons worden gevonden het pogen om misstanden te verbeteren en aan wat verkeerd is een einde te ma ken. En dan is er maar één oplossing, die vrede kan geven en da t is, dat we ons stellen onder de tucht van Gods Woord. Onvoorwaardelijk cn zend::' tegen te streven. Gods Woord, het is terecht gezegd, bevat geen wetboek van den' arbeid. Maar wie bijdat Woord leeft, zal niet kunnen zijn een luie en onverschillige arbeider, maar hij zal trachten óók in zijn arbeid Gods wil te doen en den naam des Heeren te verheerlijken. En wie bij dat Wóórd leeft, wie zich stelt onder de tucht van dat Woord, die zal er ook geen vrede mee hebben als zijn arbeiders moeten klagen dat zij wel hun kracht geven, dat zij wel arbei den, maar dat hun loon niet voldoende is om in de eerste en eenvoudigste be hoeften van hun gezin te voorzien. Daarom, amice, meet het ens stre ven zijn, dat Woord meer te brengen tot de gewetens der menschen. Dat moet gedaan worden en dat wordt ge daan en we mogen daarvoor dank baar zijn in de Kerken, maar het moet ook gedaan worden in de pers en in vereehigingen ais 'Patrimonium, in de Vakorganisaties en de Patroons organisaties. Ook daar moet het Woord Gods voor het leven regel en richtsnoer zijn e^i daarom kan er nooit genoeg op worden aangedrongen dat niet al leen de arbeiders, maar dat ook de patroons zich organiseeren in eigen christelijke vereenigingen, waar* de be reidheid bestaat om zich voor dat Woord te buigen. Er is zooveel te klagen, er is zooveel geween, en zooveel leed te dragen Maar er zijn in dat leven ook mooie oogenblikken. En dan'denk ik aan a.s. Maandag als H.M. de Koningin hier in Leiden komt om de herdenking van het 350-jarig bestaan der universiteit mee te vieren en het eere-doctoraat in de rechtswetenschappen te ontvangen. Het belooft voor Leiden een mooien dag te worden, een dag die niet licht zal worden vergeten. En als ik daaraan denk,„dan zeg ik: wat zijn we toch rijk. Wat zijn we rijk, dat er in breede lagen des volks een vragen is naar God en zijn Woord, wat zijn we rijk dat we een Vorstin hebben die Haar volk daarin voorgaat, wat zijn we rijk, dat we een Koningin bezitten die de liefde heeft van haar volk, en die nog geëerd wordt en geacht door hen die als de leiders van het volk kunnen worden aangemerkt. Wat zijn we rijk hier in ons land, dat 350 jaren nadat de groote Zwijger, die verklaarde een verbond te hebben gemaakt met den Potentaat der potentaten, de Universiteit sticht te, een Vorstin uit zijn geslacht de Universiteitsfeesten mee komt vieren, die evenals haar doorluchtc stam vader het „Christus voor alles" in hare banier durft schrijven. VERITAS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1925 | | pagina 6