ZATERDAG' 7 FEBRUARI 1925
Aan het einde der Week.
Toen de regeering van Herriot in Fran,
krijk aan liet bewind kwam, was een
van haar voornaamste programpunten'
de afschaffing van de ambassade bij het
Vaticaan.
En ondanks de van Katholieke zijde
gevoerde oppositie, heeft zij in deze zaak
niet toegegeven, en toen in de afgeloo-
pen week dit punt in de Fransche Ka
mer aan de orde kwam, heeft Herriot
er zelfs een kwestie van vertrouwen van
gemaakt.
Het slot der debatten is geweest, dat
de ambassade bij het Vaticaan werd op
geheven, doch dat een bijzondere legatie
van Elzas-Lotharingen werd ingesield.
Dit laatste is 'n besluit van bijzondere
streaking, waardoor, zooals terecht op
gemerkt is ,de administratieve scheiding
fccsalicuiuneeia WOi'Ut
v ici iva.iih ui icgtüi ran-
SOiic Op» ubaUö, U.U.Ü uc D Ui uBCnéi'S lux ueu
juiiog \a.ix t uji ué i/wee geweoüeu
iucu goWtoiü Uit jb rauKiijKs iiauu ueuueu
V\ «fööCöiöUi'U.
neg xujaustiscü orgaan i'Action Fran
cais^ meriit mei zouucr reuen op: „uac
noemen ae stumper us een assimiiatie-
pOiitieivl Dat is hun opvatting; van Jiet
„eensgezind en onveraeeinare vauer-
ianu in deze dagen van ae grootste
verawazing: zou beriij n zicft niets never
kunnen wensciienl
Doen niet aneen met het oog op de
separ atistiscne propaganüa in aeze twee
pioviucieii is ueze luautregei onverstan-
uig, outi. wat net vertrouwen in aeze re-
gcenug 111 net overige FrannrijK netreit,
zai net niet ineaewernen ae syuipatnie
voor naar te vernoogen.
Want al was iiernot klaarblijkelijk
het meest beaucht voor de ontevreden
heid der geestelijkheid en* van de breede
massa des volks in Elzas-Lotharingen,
het spreekt vanzelf, dat onder de geheele
Fransche geestelijkheid» ernstige onstem-
mmg is gewekt, die ook onder de leeken
een naklank zal vinden en er niet toe
zal medewerken, Herriot's positie te ver
sterken.
Het ging bij deze geheele actie tegen
het gezantschap bij den Heiligen Stoel,
om de beteekenis der religie voor het
staatkunaig leven.
We herinneren aan ae rede, Dinsdag
in de Fransche Ivamer namens de socia
listische fractie door den afgevaardigde
Leon" Blum gahouden, die zeide de aan
spraken van de Katholieke kerk op het
geestelijk leiderschap van de mensch-
heid niet te erkennen, want let op de
motiveering dit leiderschap is thans
overgegaan op het internationale socia
lisme, het socialisme, dat evenals dc
godsdienst zijn zedeleer heeft, die het
over de menschheid wil uitbreiden en
die niet als minder eerbiedwaardig is te
beschouwen dan het geloof van eenige
kerk.
1 Men ziet, dat ook al erkent men het
j niet, in Frankrijk de antithese bestaat.
Het gaat ook daar om de tegenstelling:
j geloof en ongeloof; welk van die beide
machten zal aanspraak maken op het
leiderschap der menschheid.
Ook in het Zuid-Oosten van ons
werelddeel is thans een godsdienstige
kwestie aan de orde; we doelen op de
uitzetting van den Grieksclum patriarch
door de Turksche regeering.
Inzonderheid Griekenland heeft deze
I zaak hoog opgenomen en onmiddellijk
eon scherpe nota aan de regeering te
^ngora gericht, waarin zij de uitzetting
een flagrante schending van het verdrag
van Lausanne noemt.
Deze uitwijzing van Pappas Constan-
fönos te Costantinopel staat niet op
zich zelf; hij is sléchts één uit velen.
In het zoo even genoemde verdrag van
Lausanne was voorzien in de uitwisse-
en Mohammedaansche bevolkingen,
ling der burgerlijke Grieksch-Orthodoxe
resp. door Turkije en Griekenland, voor
zoover deze bevolkingsdeelen niet reeds
voor October 1918 in de resp. landen
waren gevestigd.
Het verdrag stelde een hooge cojji-
i missie voor de uitwisseling in, welke in
alle voorkomende gevallen recht van be-
slissing zou hebben.
Turken beroepen zich voor de uit
wring van den patriarch op het feit,
dat hij, gelijk vele Grieksche geestelijken
eerst na 1918 naar Constantinopel is ge
komen. De regeering van Angora heeft
evenwel, zonder de beslissing der com
missie af te wachten, «jjen knoop doorge
hakt, tot groote ontstemming van Grie-
genland en de andere Balkanstaten.
Het gevaar is niet uitgesloten, dat dit
conflict in het ..Nabije Oosten" den ge-
heelen heksenketel weer aan 't koken
zal brengen, al zullen de groote rfiogend-
heden wel al hun best doen, deze zaak
tot een bevredigende oplossing te bren
gen.
RECLAME.
Voor aÊle&i die syikkeieft
met moeilijken en onregelmaiigen stoelgang
zijn Mijrthardt's Laxeeriabletten onmis
baar. Zij werken vlug cn radicaal - en ver
oorzaken niet de minste kramp. Doos 60 ct.
Bij apoth. en drogisten.
Uil het grijs verleden.
HET ONDERWIJS IN EGYPTE.
Dank zij de groote vlucht, die de Egyp-
tologie vooral de laatste tientallen jaren
genomen heeft, behoeven wij ons voor
de kennis van 't geheimzinnige Nijlland
niet, gelijk vroegere geslachten te beper
ken tot hetgeen de Grieksche schrijvers
'lerodotus, Plutarchus e a. ons hebben
meegedeeld, doch staat ons daar naast
een schat van Egyptische documenten
Jen dienste.
Het is de Fransche onderzoeker Cham-
T'
pollion geweest, die omstreeks 1820 den
stoot gegeven heeft tot de ontcijfering
van het Egyptische schrift. Thans kun
nen wij ons tfoor de teksten op de steen
monumenten in hiëroglyphen en die op
dé papyrusrollen in hiëratisch schrift 'n
vrij nauwkeurig beeld van het Egyptisch
leVen vormen.
Ook betreffende opvoeding en onder
wijs in dezen ouden cultuufstaat be
schikken wij over verschillende waarde
volle gegevens.
Tijdens het z.g. Oude Rijk (omstreeks
2800—2300 v. Chr.) schijnen er nog geen
scholen in den eigenlijken zin des
woords geweest te zijn."
De vader is de natuurlijke "opvoeder;
hij geeft de hem overgeleverde wijsheid
weer aan het volgend geslacht over en
spaart ook zijn zoon de roede niet.
Naast de algemeene regels, waarnaar
men zich te gedragen titeeft, was het
vooral de lichaamsoefening, zooals het
zwemmen, waarop de nadruk gelegd
werd bij onderwijs en opvoeding.
De knaap, die voor een hoogere loop
baan, met name een bestuursfunctie, be
stemd was, kwam reeds op jeugdigen
leeftijd als edelknaap aan het hof en
werd daar tegelijkertijd met de kinde
ren des konings door een hoogwaar dig-
heidsbekleeder opgevoed.
Dit privaatonderwijs is tot in later tij
den in gebruik gebleven, doch hoe meer
de verhoudingen zich ontwikkelden, hoe
minder het voldoende werd.
Het Egyptische'schrift bv., waarvan de
kennis voor de hoogere ambtenaren
meer en meer onontbeerlijk werd, was
zoo gecompliceerd, dat men van jongs af
zich met de studie daarvan moest bezig
houden. Zoo kwam het onderwijs lang
zamerhand aan den schrijversstand, die
vooral na het einde van het Oude Rijk
hoe lang zoo meer aan' aanzien en be
teekenis won.
Naast den priesterstand ontwikkelde
zich aldus een leekenstand van intellec-
tueelen, bestaande uit de koninklijke
schrijvers en rekenaars. Aan het hof
des konings schijnen de oudste leeken-
Scholen geweest te zijn.
Tijdens het Middelrijk (tot 1800 v Chr.)
is reeds een geheele serie schoolboeken
vervaardigd, zooals de „wiskundige pa
pyrus" en wellicht ook de verzamelin
gen „Spreuken der wijsheid
Doch pas in het Nieuwe Rijk (onge
veer 1580 tot 663 v. Chr.) is het school
wezen tot volle ontplooiing gekomen en
uit dezen tijd dateeren ook de meeste ge
gevens, die ons daaromtrent zijn be
waard gebleven.
Voor de leekenschool is dan de tempel-
school in de plaats gekomen: meer en
meer heeft de priesterstand het onder
wijs, zoowel het „lager" als. het „univer
sitair" ter hand genomen. En het was
wij kunnen niet anders zeggen uit
nemend georganiseerd.
Als hulpmiddelen bij het onderwijs
noemen wij: allerlei boeken met voor
beelden. zoowel voor het eerste sehrijf-
onderricht als voor het aanleeren van
een goeden briefstijl; voorts Tijsten van
alles wat op de aarde bestaat, waarin, zij
het ook als droge optelling, dep leerling
een soort van encyclopaedic geboden
werd; lijsten van schriftteekens met lees
oefeningen; overzichten van de aard
rijkskunde van het land, van zijn hoofd
steden. kanalen en meren, zijn tempels
en goden enz.
Het schijnt, dat de leerplicht voor den
knaap met het vijfde jaar begon; met de
opvoeding der meisjes liet de staat zich
niet in, en wat de jongens betreft, gol
den deze voorschriften alleen hun, die
voor bestuursambtenaar of priester
zouden bpgeleid worden, alzoo in 't alge
meen die tot de hoogere standen behoor-
den.
$en internaat schijnt de priesterschool,
althans 'als regel niet geweest te zijn.
Immers des middags verlaten de knapen
Juichend de school en de drie brooden
en twee kruiken bier. die volgens een
tekst de moeder aan den leerling dage„-
lijks brengt, zullen wel niet de kost voor
den geheelen dag geweest zijn. 's Mor
gens vroeg zoo heet het moet de
leerling opstaan, zijn kleeren en sanda
len aandoen en naar school gaan. Ook
dit wij'St er op, dat hij een korteren oï
langeren weg moet afleggen, alvorens op
school te zijn, immers in huis droeg men
geen sandalen, doch liep blootsvoets.
Telkens weer wordt de leerling ver
maand tot vlijtige beoefening der wetten
schap; hij moet haar liefhebben als zijn
moeder. Slechts wie een geleerd schrij
ver is, kan leiding geven aan' de men-
schen; het schrijfgerei en de boekenrol-
len brengen genoegen en rijkdom.
Het schijnt evenwel, dat ondanks die
mooie aanprijzingen de Egyptische leer
lingen niet altijd bijzonder vlijtig waren,
niet. want de ooren van den jongen zit-
Vermaningen alleen hielpen dikwijls
iederen avond, de bierlucht verjaagt
de menschen van u, zij richt uwe ziel te
gronde. Gij zijt als een gebroken roer,
dat naar geen kant gehoorzaamt, gij zijt
een tempeltje zonder zijn ged, als een
huis zonder brood; de menschert vluch
ten voor u, omdat gij hun wonden
slaat. O. dacht gij er toch aan, dat de
wijn een gruwel is en zweerdet ge toch
den dronken makenden clrank af".
Men ziét. dat de zonen van Minerva
ook vroeger wel eens buiten de perken
gingen.*.
ten op zijn rug en hij hoort, wanneer
men hem afrost". Zelfs nam men wel,
wanneer deze tuchtiging geen voldoende
uitwerking' had, tot nog krachtiger straf
middelen de toevlucht.
Ook bij de studenten aan de universi
teit in Heliopolis of in Thebe, kwam het
voor, dat zij zich can wangedrag schul
dig maakten.
In een veelgebruikt schoolboek vinden
wij het volgende daaromtrent: „men zegt
mij. gij verlaat de boeken, gij geeft u
over aan het genoegen, gij gaat van
straat tot straat, de lucht van het bier
EEN ERAAN VAN EEN KEREL.
Het schijnt, zegt de „Bredasche
Cpurant" dat bij sommigen onzer le
zers eenig misverstand gerezen is r -
ons artikeltj(ft,het Oude Liedje"
in wij '(ons refer eer end aan de.
van Baron van Wijnbergen; h.
brachten aan Colijn. Dit zou den
druk gevestigd hebben dat wij 't ook
met 't beleid van den heer Colijn eens
iwaren.
Wij stellen er prijs op te verklaren,
dat dit absoluut niet onze bedoeling
was omdat men toch wel bewondering
mag hebben voor een man als Colijn,
ook al is men het niet in alle opzich
ten eens met zijne daden.
Zijn grof, ruw ingrijpen in de amb
tenaarssalarissen b.v. keuren wij af.
En van die afkeuring hebben wij
meermalen op deze plaats blijk ge
geven.
Maar dat neemt niet weg dat de
heer Colijn voor ons vaderland groote
verdiensten heeft en dat hij in het
Ministerie Ruys ten minste een ster
ke figuur is, een figuu» van beteekenis
of om 't nu eens echt op z'n Hol-
iandsch uit te drukken: 'n kraan van
:n kérel.
Waarvoor ook de tegenstander eer
bied hebben móet.
UIT DE OMGEVING.
■WÖU3RÏIG53.
Gemeenteraad
(Slot),
Als resultaat van een ingesteld on
derzoek deelt de voorzitter mede,
dat uitbreiding van het electrisch net
zou te overwegen zijn, n.l. in Noord
westelijke- en in Noordoostelijke rich
ting. Een voldoend aantal afnemers is
gevonden. B. en W. stellen voor, de ge
legenheid open te stellen cm de leiding
van het pand vcor hoofdleiding even
tueel af te koopen.
Weth. v. 'tRiet meent niet dal
door deze bepaling voldaan wordt aan
het verlangen van de aanvragers om
kabelhuur te ontgaan.
De voorzitter zegt dat dit alleen
mogelijk is wanneer rechtstreeks van
het hoof dn et wordt betrokken. De ge
meente moet zorgen dat ze de kosten
van de hoofdleiding terugkrijgt.
De heer v. 'tRiet wilde maar even
de bedoeling van het adres toelicht-en.
Als belanghebbende zal spr. er niet
veel over zeggen. Het gaat hier om het
invoeren van een nieuwe regeling.
Weth. L i e v e r s e meent dat de raad
hier moet beslissen of hij wil afwijken
van de gewoonte om winst te maken
op de leiding. Daar gaat het óm.#
De heer v. Leeuwen» acht het gt-
wenscht dat de gemeente de beschik
king houdt over alle leidingen.
Volgens den voorzitter zouden
de aanlegkosten wel gereduceerd kun
nen worden door de aanvragers toe te
staan zelf de gleuf te graven.
Aldus wordt besloten.
Uitbreiding in het Noordoosten, om
vattende de twee boerderijen van den
heer Kroes.
De heer Boot vraagt of hier een
minimum-afname is gegarandeerd.
Met het oog op de mogelijkheid dat
laten nog andere woningen van dezelf
de hoofdleiding zullen genieten, zou
weth. v. 'tRiet het mogelijk willen
maken dat een deel van de kosten la
ter aan den eersten aanvrager wordt
terugbetaald.
De lieer van Dam wil 1/3 van de
kosten der hoofdleiding voor rekening
der gemeente nemen.
De voorzitter zegt dat dit moei
lijk meer kan omdat reeds een tiental
menschen zelf een heele leiding hebben
betaald-
W e t h. v. t' R i e t acht het nooit te
laat om een verkeerde regeling weg te
nemen.
De heer Boot acht een gunstige uit
zondering voor het N.O. gedeelte wel
te motiveeren door de winst die het
bedrijf inderdaad heeft gemaakt op de
kabel die er weggenomen is.
Het voorstel v. Dam komt niet in be
handeling, daar 't niet wordt gesteund.
In stemming komt een voorstel van
den hoer Boot om de zaak uit te stel
len totdat beide boerderijen zullen be
woond zijn. Verworpen met 52 stem-
mem-
Bij het voorstel van B. en W. om afwij
zend te beschikken, staken de stem
men (de heer v.'tRiet onthield zich)
weshalve het voorstel wordt geacht te
zijn verworpen.
De raad besloot dus zoomin de zaak
aan te houden als om het in 't geheel
'niet te doen. j
Rondvraag.
De lieer Boot vraagt naar liet on
derzoek inzake het autoverkeer langs
's Molenaars. Het is toch niet de bedoe
ling geweest dat de berijders een kos
ten van f2.60 zouden krijgen?
Spr. wil vrijstelling, van het verkeer
met luxe auto's.
De voorzitter deelt mede dat
Ged. St. geen beslissing' hebben geno
men ten aanzien van het vrachtver
keer. Wat de luxe auto's betreft heb
ben B. en W. tot heden alle aanvragen
om vrijstelling ingewilligd. Spr. voelt
er thans wel voor, den weg af te slui
ten voor auto's die een zeker gewicht
te boven gaan. Dat kan echter ook wel
eens een zware luxe auto zijn. Spr. wil
'e zaak nog even onder dé oogen zien.
o raad legt zich hierbij neer.
De heer Boot dringt er verder op
aan, om bij de brug in Ofwegen een
richtingsbord te plaatsen. 't Gebeurt
nog al eens dat de auto's 's ^vonds ver
keerd rijden.
Zal worden overwogen.
De heer v. 'tRiet informeert of het
waar is dat er nogal willekeur wordt
betracht bij het handhaven van de ver
ordening betreffende het blijven staan
op de brug.
Zal worden onderzocht.
Hierna sluiting.
NOORDWIJK AAN ZEE.
Ned. Herv. Kerk. Voorm. 10 uur en
nam. 5 uur ds. J. Vermeulen.
Geref. Kerk. Voorm. 10 uur en nam.
5 uur: ds. Koers.
NOORDWIJK.
Bij het alhier gevestigde correspon
dentschap voor arbeidsbemiddeling
waren deze week als werkzoekenden
ingeschreven 107 personen, n.l. 1 tim
merman, 2 opperlieden, 2 schilders, 1
grondwerker, 1 smid, 1 kok, 15 losse
arbeiders, 31 landarbeiders en 54 vis-
schers.
ALKEMADE.
Burger 1. Stand. Geboren: Maria
Wilhelmina, dochter van Hendriku? van
den Broelc en Johanna van Stein; Clazina
Gerarda, dochter van Nicolaas Koek en
Petronelia Theodora StraathofJohanna
Cornelia, dochter van Hubertus Bouw
meester en Apolonia Spring in 'tVeld.
Overleden: Cornelis Zoet, echtg. van
Adriana de Jeu, 58 jaar.
Ondertrouwd: Cornelis van Klink en
Catharina Hoogenboom; Johannes van
der Hulst en Clazia Petroella Uljée.
Gehuwd: Jacob van Leeuwen en Jacoba
Loos.
Amice,
't Is in vele opzichtten een belaftgwek-
kende en ook een mooie tijd waarin
wij leven. Neen, ik ontken niet dat er
groote schaduwen zijn, dat het leven
meer onrustig en gejaagd is dan mis
schien ooit tevoren, zoodat we bijna
geen tijd hebben eens een oogenblik
onszelf te zijn en vaak meer geleefd
worden dan dat we leven, maar dat
neemt toch niet weg dat onze tijd zich
kenmerkt door een buitengewonen rijk
dom van gaven en krachten en ge
neugten.
'Denk maar 't zijn voor ons heel
g'ewone en natuurlijke zaken gewór
den aan de electrische trams, de
auto's, de telefoon en de draadlooze
en zooveel andere dingen meer, die de
menschen in st<*at stellen zich 'op de
meest gemakkelijke wijze te verplaat
sen en die ons de afstanden Jdjna doen
vergeten.
Wonder rijk is onze tijd met zijn
wonderen van techniek, waarvan ook
de groote massa profiteert en zijn vele
ontdekkingen, waardoor telkens weer
nieuwe door God in de natuur verbor
gen krachten tot ontwikkeling worden
gebracht.
Maar van dienzelfdén tijd geldt tevens
dat er zoo heel veel is te klagen, dat
er zooveel .geween is en zooveel leed
te dragen.
Ik denk op dit oogenblik" allereerst
aan het lijden op maatschappelijk ge
bied, waarvan ik juist dezer dagen droe
ve staatltjes hoorde.
Daar ls een niet onvermaarde fabriek
waar de loonen nooit aan den hoogen
kant waren en waar door hét personeel
als regel al heel weinig arbeidsvreug
de werd gesmaakt. Van dat personeel
nu werd dezer dagen een gedeelte ont
slagen. Mannen met een langen staat
van dienst, die voor een zeer matig
loon jaar in jaar uit hun beste krach
ten hadden gegeven, werden met een
opzegtermijn van enkele dagen ontsla
gen en staan nu ledig op de markt van
het leven.
Ik kan niet de bijzonderheden van
-dit geval beoordeelen amice, misschien
maakten de omstandigheden 't nemen
van zeer harde maatregelen wel nood
zakelijk, maar toch, dan gevoelt men
het ontzettende leed dat op die wijze
over geheele gezinnen wordt gebracht
en dan komt toch de vraag op, of het
niet mogelijk zou geweest zijn, om een
zoo droevig lot van eerzame arbeiders
af te wenden of het althans te verzach
ten. Dan gevoelt men weer opnieuw.
hoe er in onze wonderrijke maatschap
pij vaak heel wat meer reden is om te
spreken van het leed van den arbeid
dan van het lied van den arbeid.
Daaraan werd ik ook herinnerd toen
ik dezer dagen in een der dorpen in
onze omgeving een vergadering hij-
woonde. 't Was een politieke vergade
ring, waar 't ook in de eerste plaats
ging om vragen van staatkundigen
aard. Maar in die vergadering stond
eèn man op, een robuste arbeider,
wien het blijkbaar te machtig werd, die
zich niet meer in kon houden en die
vroeg: Ik heb geregeld werk, maar ik
heb een flink gezin en het is mij on
mogelijk in de behoefte"n van mijn ge
zin te voorzien. Wat moet ik doen?
Kan er niet iets gedaan worden óm
daarin verbetering te brengen.
Dat greep me aan amice, en het laat
me niet los. Daar is een man die door
God in meerdere opzichten rijk geze
gend werd. Hij ontving handen om te
arbeiden, het ontbrak hem niet aan
werklust en hij werd gezegend met een
talrijk gezin, met kinderen die hij toch
als een erfdeel des Heeren mag en moet
beschouwen. Maar nu moet diezelfde
man, die leeft in een weelderige om
geving klagen: 't is <mij niet mogelijk
het hoofd boven water te houden
en in de behoeften van mijn gezin te
voorzien.
Ik erken eerlijk amice, dat ik op de
zulke toestanden een einde te maken,
niet zonder meer een antwoord weet te
geven. Er zijn wel menschen die dat
wel kunnen. Die precies weten hoe het
moet. Zij weten maar één oplossing,
n.l. het geheele maatschappelijk ge
bouw sloopen en dan in de toekomst
daar een nieuw gebouw voor in de
plaats te stellen. Maar de fundeering
die ze voor dat gebouw hebben ontwor
pen is zóó slap en zóó wankel en on-*
deugdelijk, dat het duidelijk is als de
dag dat op zulk een fundament nooit
een stevig gebouw kan worden opge
bouwd.
Wie over het maatschappelijk vraag
stuk nadenkt amice, die zal wel altijd
op moeilijkheden stuiten. De dingen
zijn vooral op dit gebied niet zóo een
voudig als ze weieens schijnen.
Maar toch mogen we met wat ver
keerd is en zondig geen vrede hebben
en moet bij ons worden gevonden het
pogen om misstanden te verbeteren en
aan wat verkeerd is een einde te ma
ken.
En dan is er maar één oplossing,
die vrede kan geven en da t is, dat we
ons stellen onder de tucht van Gods
Woord. Onvoorwaardelijk cn zend::'
tegen te streven.
Gods Woord, het is terecht gezegd,
bevat geen wetboek van den' arbeid.
Maar wie bijdat Woord leeft, zal niet
kunnen zijn een luie en onverschillige
arbeider, maar hij zal trachten óók in
zijn arbeid Gods wil te doen en den
naam des Heeren te verheerlijken. En
wie bij dat Wóórd leeft, wie zich stelt
onder de tucht van dat Woord, die zal
er ook geen vrede mee hebben als zijn
arbeiders moeten klagen dat zij wel
hun kracht geven, dat zij wel arbei
den, maar dat hun loon niet voldoende
is om in de eerste en eenvoudigste be
hoeften van hun gezin te voorzien.
Daarom, amice, meet het ens stre
ven zijn, dat Woord meer te brengen
tot de gewetens der menschen. Dat
moet gedaan worden en dat wordt ge
daan en we mogen daarvoor dank
baar zijn in de Kerken, maar het
moet ook gedaan worden in de pers
en in vereehigingen ais 'Patrimonium,
in de Vakorganisaties en de Patroons
organisaties. Ook daar moet het Woord
Gods voor het leven regel en richtsnoer
zijn e^i daarom kan er nooit genoeg
op worden aangedrongen dat niet al
leen de arbeiders, maar dat ook de
patroons zich organiseeren in eigen
christelijke vereenigingen, waar* de be
reidheid bestaat om zich voor dat
Woord te buigen.
Er is zooveel te klagen, er is zooveel
geween, en zooveel leed te dragen
Maar er zijn in dat leven ook mooie
oogenblikken. En dan'denk ik aan a.s.
Maandag als H.M. de Koningin hier in
Leiden komt om de herdenking van
het 350-jarig bestaan der universiteit
mee te vieren en het eere-doctoraat in
de rechtswetenschappen te ontvangen.
Het belooft voor Leiden een mooien
dag te worden, een dag die niet licht
zal worden vergeten. En als ik daaraan
denk,„dan zeg ik: wat zijn we toch rijk.
Wat zijn we rijk, dat er in breede lagen
des volks een vragen is naar God en
zijn Woord, wat zijn we rijk dat we
een Vorstin hebben die Haar volk
daarin voorgaat, wat zijn we rijk, dat
we een Koningin bezitten die de liefde
heeft van haar volk, en die nog geëerd
wordt en geacht door hen die als de
leiders van het volk kunnen worden
aangemerkt. Wat zijn we rijk hier in
ons land, dat 350 jaren nadat de groote
Zwijger, die verklaarde een verbond
te hebben gemaakt met den Potentaat
der potentaten, de Universiteit sticht
te, een Vorstin uit zijn geslacht de
Universiteitsfeesten mee komt vieren,
die evenals haar doorluchtc stam
vader het „Christus voor alles" in hare
banier durft schrijven.
VERITAS.