CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
Belangrijkste nieuws in dit nummer!!
5e JAARGANG
ZATERDAG 31 JANUARI 1925
NUMMER 1421
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal i 2.50
Per weeki 0.19
Franco per post per kwartaal I 2.90
Rechtsche samenwerking
De samenwerking van de rechtsche
partijen zit velen ook nu de coalitie
reeds lang ter ziele is, dan maar leelijk
dwars.
Zij zouden zoo gaarne zien dat het
tot een finale breuk kwam. Dat de Anti
revolutionairen en de Christelijk-His-
torischen elkaar In de haren vlogen
en dat deze beide partijen gezamenlijk
front maakten tegen de A.R. Staats
partij.
Dat zouden vooral de vrijzin
nigen van alle gading gaarne beleven.
En dat is verklaarbaar.
Zij herinneren zich zeer goed dat het
liberale dwangjuk werd stukgeslagen
töen de rechtsche partijen de handen
in elkaar sloegen.
En zij beseffen zeer goed, dat zoo
lang de rechtsche groepen samenwer
ken om de Christelijke grondslagen
van ons volksleven te beveiligen, de
kans op een vrijzinnige regeering al
zeer gering is.
Maar ook aan de rechterzijde zijn
er die de samenwerking van de recht
sche groepen ook in den tegenwoordi-
gen vorm, nu de zelfstandigheid van
iedere groep volkomen is gehand
haafd, liever vandaag dan morgen za
gen beëindigd.
Zij hebben vergeten hoe zwaar
het liberale dwangjuk, waaronder zij
vroeger gebogen gingen drukte, zij den
ken niet meer aan den jarenlangen
strijd orn geestelijke vrijheid die in de
vorige eeuw werd gevoerd. Zij hebben
geën oog voor de rijke zegeningen, die
onder de opvolgende kabinetten ons
deel werden ,maar zij vestigen alleen
en uitsluitend op de schaduwzijden de
aandacht.
Daarom kan het geen kwaad neg
eenö in herinnering te brengen wat Br.
Kuyper in 1909 over dit onderwerp op
merkte.
De verhoudingen waren toen anders
dan nu, maar wat toen werd opgemerkt
heoft ook thans zijne beteek-enis nog
niet verloren.
Dr. Kuyper begon met in herinne
ring te brengen, dat we 't als regel wel
niet veel verder dan tot een 15 zetels
in de Tweede Kamer zullen brengen.
„Óns past dies, zoo ging hij voort,
de hooge toon niet. Nooit mag onze
pretentie boven ónze werkelijke elec
torale kracht gaan.
Deze onze kleinheid nu, stelt twee
mogelijkheden: óf dat we ons tevreden
stellen met protestpartij te zijn, of wel
dat we een bondgenootschap aangaan,
om mèt onze bondgenooten een meer
derheid te halen, tot regeeren bekwaam
Nu is het eerste het fierst en het
lichtst. Ge draagt dan voor het bewind
geën verantwoordelijkheid; ge kunt op
hoogen toon uw eigen lied uitzingen;
ge schuift wat u zelf het warmst maakt
voorop, en als kleine groep wijkt ge
geen oogenblik noch ter rechter- noch
ter linkerzijde af, van het eens getrok
ken spoor.
In eigen kring blijft ge dan een krach
tige eenheid vormen. Critiek op. broe^
deren komt niet op. En al uw geestver-
Wanten genieten ér in, zoo kloek en
dapper als ge u in de Staten-Generaal
weert.
Dat was dan ook de positie die Groen
van Prinsterer eens in de Kamer in
nam, een positie die ook „De Stan
daard" bij haar optreden heeft bepleit."
Dr. Kuyper vestigt er dan verder de
Aandacht op, hoe het Graen van Prin
sterer was, die inzag dat op die manier
het Liberalisme steeds in de macht be-
vestigd werd, waarna hij er twee jaren
vpor zijn sterven in een ernstig gesprek
op aandrong met de Roomsch Katho
lieken samenwerking te zoeken, ten
einde met vereende kracht het Libera
listisch overwicht te breken.
In die richting is toen voortgearbeid.
De samenwerking is van lieverlede
tot stand gekomen.
En het beoogde doel, de macht van
het Liberalisme te breken werd bereikt,
terwijl in de wetgeving, maar meer nog
ln het gewone bestuur des lands zeer
yeel kon worden gedaan om de Chris
telijke grondslagen van ons volksleven
te beveiligen en te bevestigen,
t Aan de toepassing van de liberalis
tische theorieën op economisch gebied
is een einde gekomen.
De geestelijke vrijheid die finaal
zoek was, is heroverd.
BUREAUHooigracht 35 - Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936, Postbox 20
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiën per regel 22*/» cent
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tariei
Bij contract, belangrijke reductie.
I Kleine advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 40 cent.
Het recht van het Christelijk Onder
wijs, het recht van de ouders om de
kinderen naar hunne overtuiging op te
voeden is erkend.
Op tal van voorname posten zijn ge
plaatst mannen van Christelijke le
vensopvatting, die zich hunne belijde
nis niet schamen en die daardoor in
staat zijn een niet geringen invloed uit
te oefenen, een invloed die pas goed
openbaar zou worden, wanneer weer
evenals vroeger de Christusbelijders uit
al die betrekkingen werden geweerd.
En nu zijn de omstandigheden ver
anderd.
Van een coalitie als voor de invoe
ring van de evenredige vertegenwoor
diging noodig was, is nu geen sprake
meer.
De rechtsche groepen staan nu los
naast elkaar en vinden alleen in het
Kabinet hun vereenigingspunt.
De samenwerking is er daardoor niet
gemakkelijker op geworden.
Maar dat de noodzakelijkheid van sa
menwerking nog wel bestaat hebben de
laatste jaren ons kunnen leeren.
Wat zou er, om maar iets te noemen,
van onze scholen geworden zijn indien
de rechtsche partijen bij het pogen van
mannen als Dresselhuijs en Eerdmans
niet op de bres hadden gestaan!
Wat zou êr van de bezuinigings
maatregelen zijn terechtgekomen, In
dien politieke windhanen als de libe
rale leiders evengoed als de Soc. De
mocraten en andere Democraten ge-
toon hebben te zijn, de leiding hadden
moeten nemen.
Wie dit alles bedc-nkt, wie zich van
den stand van zaken ernstig reken
schap geeft, die zal wel reden hebben
tot critiek, cr zal voor hem nog veel
te wenscheh overblijven,- maar hij zal
tevens beseffen, dat de samenwerking
van de rechtsche groepen voor land en
volk rijke vruchten heeft afgeworpen.
Ds. H. J. Kouwenhoven.
Wie Ds. Kouwenhoven met zijn nog
altijd vluggen en veerkrachtigen pas
ziet passeeren en wie hem met zijn
krachtig en helder stemgeluid hoort
spreken zal zich moeilijk kunnen inden
ken dat deze nestor'van de predikan
ten bij de Geref. Kerk té Leiden aan
den dag van morgen reeds zijn veer
tigjarige ambtsbediening mag herden
ken.
En toch, zoo is de werkelijkheid.
Wat buitenstaanders vreemd schijnt
en onwerkelijk en wat.de jubilaris zelf
zich misschien wel lïet allerminst kan
realiseeren is een feit.
Op 1 Februari zal het veertig jaar
geleden zijn dat Ds. Kouwenhoven te
Schoonebeck tot zijn dienstwerk werd
ingeleid en het ambt yan Dienaar des
Woords aanvaardde.
Ons blad is geen k e r k e 1 ij k blad.
Maar we zouden in onze taak als
Leidsch orgaan ongetwijfeld tekort
schieten indien we dezen vierdag van
den jubilaris, reeds meer dan het vier
de eener eeuw in Leidén werkzaam,
zonder meer lieten passeeren.
Het is waar dat Ds. Kouwenhoven
zich niet bij voorkeu r op publiek
terrein heeft bewogen, al moet daar
aan worden toegevoegd, dat wat op
staatkundig, maatschappelijk en soci
aal térrein voorviel, steeds zijn volle
belangstelling had.'
Daarvan getuigt o.m. zijn optreden
in vergaderingen van Kiesvereeniging
en Patrimonium, daarvan getuigt niet
minder zijn herhaald optreden voor de
Christelijke Oranjevereenigïng wier le
den hij historiekenner als hij is
door zijn krachtig en bezielend woord
meermalen in geestdrift wist te bren
gen.
Daarvan getuigt ook zijn ijveren voor
het Christelijk Middelbaar Onderwijs
en zijn belangstellend meeleven in de
Jeugdorganisaties op Geref. Grondslag
van wier Centrale hij sinds geruimen
tijd als voorzitter fungeert.
Maar gelijk gezegd, dit alles was
voor den jubilaris niet de hoofdzaak.
Het kerkelijk leven, de uitoefening
van zijn ambt was voor hem het eerste
en het hoogste.
Vóór alles gevoelt hij zich Dienaar
des Goddel ijken Woords.
Des G o d d e 1 ij k e n Woords.
Wie aan de autoriteit van dat Woord
raal^t vindt in hem steeds een krachtig
bestrijder.
In dit opzicht heeft de bazuin van
Ds. Kouwenhoven nooit een onzeker
geluid gegeven.
De waarheid van het Woord Gods is
de basis en de kracht van zijn leven en
in zijne gespierde prediking komt dit
ook altijd sterk tot uiting.
Zijn ideaal is te brengen altijd weer,
niet eens menschen woord, maar het
Evangelie .van Jezus Christus. Van al
les wat zweemt naar inlegkunde is hij
dan ook een verklaard tegenstander.
Ds. Kouwenhoven jubileert.
En ook van hem geldt dat hij is een
veelszins gelukkig man.
Zeker, het heeft hem in zijn ambte
lijke loopbaan aan bezwaren en moei
ten en zorgen niet ontbroken. Zijn weg
ging niet altijd op rozen.
Maar toch, wat zijn hat groote voor
rechten die hem werden geschonken.
Na veertigjarigen dienst, bijna nooit
door ziekte of kwalen onderbroken,
staat hij nog als in volle kracht.
Zijn haren mogen dan grauwen, zijn
hart is nog jong en zijn kracht nog
frisch.
Met onverzwakte kracht mag hij
nog altijd het Woord bedienen en zijn
verderen ambtelijken arbeid verrichten.
Temidden van zijn gezin mag hij ju-
bileeren en gedenken den zegen hem
geschonken.
En in de komende dagen zal wel blij
ken dat het ook aan waardeering
van zijn arbeid een onmisbaar doch
al te weinig voorkomend element, ook
in de samenleving der belijders niet
ontbreekt.
Van alle kanten zullen zich vrienden
en bekenden opmaken om den jubilaris
hunne gelukwenschen aan te bieden.
Wij scharen ons ónder hen.
En wij spreken dé hoop uit dat het
den jubileerenden predikant gegeven
mag zijn, nog vele jaren naar den
wensch van zijn hart te zijn een „die
naar" niet van menschen ,maar van
zijn Goddelijken Zender, een Dienaar
des Goddelijken Woords.
STADSNIEUWS.
DE UNIVERSïTEïTSFEESTEN.
Het oixicieeie programma.
Naar wij van de diescommissie ver
nemen, zal de viering van het 70ste
lustrum der Leidsche Universiteit het
navolgende verloop hebben:
Op den 9den Februari des namiddags
te 1.30 zal de stoet van "Curatoren,
hoogleeraren en lectoren het acade
miegebouw verlaten, waarbij zich zul
len aansluiten verschillende studen
tenverenigingen met een groot aantal
barer leden, die met hare vaandels,
ter zijde van den weg zullen zijn op
gesteld. De stoet zal zich langs de
Westzijde van het Rapenburg, over de
Nietiwsteegbrug en vervolgens door de
Nieuwsteeg naar de Pieterskerk (in
gang Kloksteeg) begeven, waar de ge-
noodigden reeds eerder (immers te 1.40
worden de toegangsdeuren gesloten)
zullen hebben plaats genomen.
Hare Majesteiten de Koningin en de
KoninginMoeder en Hunne Koninklijke
Hoogheden de Prins der Nederlanden
en Prinses Juliana zullen met gevolg
te twee uur per auto uit de residentie
aankomen.
Nadat de Koninklijke familie Hare
zitplaatsen zal hebben ingenomen, zal
de Rector, lid der juridische faculteit,
zijne oratie uitspreken en daarna Hare
Majesteit de Koningin met het eere
doctoraat in de rechtsgeleerdheid be-
kleeden.
De plechtigheid zal worden opgeluis
terd door orgelmuziek van den heer
C. B. Duyster Sr., organist der Pieters
kerk en door de uitvoering van enkele
zangnummers a capella, o.a. een psalm
van Sweelinck door het gemengde
zangkoor „Sursum Corda" onder lei
ding van den heer Hubert Cuypers.
Na afloop der plechtigheid zullen de
vorstelijke personen het museum van
Oudheden aan het Rapenburg bezoeken
om aldaar de Egyptische afdeeling te
bezichtigen, alwaar de Directeur' 1
Holwerda, en zijn 9taf Hen zal rond
leiden.
Inmiddels zullen Curatoren en Se
naat zich langs- den kortsten «weg van
de Pieterskerk naar de Academie be
geven, waar de Vorstelijke Familie,
aan den ingang door Rector, Secretaris
en Assessoren opgewacht, een bezoek
zal brengen aan de senaatskamer,
waar de leden van den Senaat aan
Hare Majesteit zullen worden voorge
steld.
Na de ontvangst in de Academie zul
len Hare Majesteiten en de Prinses de
terugreis naar de residentie aanvaar
den. Te vier uur zal aan een aantal
genoodigden een thee in de zalen van
de Lakenhal worden aageboden. Tegen
5 uur zal de Rector aldaar receptie
houden voor degenen, die hun geluk
wenschen aan den Senaat willen aan
bieden.
Curatoren en Senaat zullen te 7 uur
in den Foyer der Stadsgehoorzaal een
maaltijd aanbieden, waaraan o.a. Z.K.
H. de Prins, de Ministers van Binnen-
landsche Zaken en Landbouw en van
Justitie, de vertegenwoordigers der Ko
ninklijke Academie van Wetenschap
pen, de vertegenwoordigers van alle
Nederlandsche Universiteiten en Hoo-
gescholen, de Deken van het Corps Di
plomatique en eenige andere autori
teiten zullen aanzitten.
Rosé-kwartei.
Dit Weensche kwartet dankt zijn
naam aan den eersten violist Prof. Ar
nold Josef Rosé (de heeren zijn allen ge
tooid met den prof.-titel) de bekende
concertmeester van het .Wiener Hofor-
chester en van de Bayreuther Festspie
len. Een man met een reputatie dus en
waarvan men verwachten mag, dat hij
zijn partners goecl gekozen heeft en dat
hij eenheid zal weten te brengen in het
samenspel.
Daaraan haperde het dan ook gister
avond bij het optreden van dit kwartet
in de Stadsgehoor^ial niet. 't Was tech
nisch in orde en de eenheid in opvatting
en uitvoering moet geroemd. En toch
waarom liet het me zoo koud? Was het,
omdat de streek voor mijn muzikalen
smaak te overdadig gemarkeerd werd'i
Was het, omdat de toon van de eerste
viool, die mij voortdurend te veel domi
neerde, mij niet bekoren kon? Ik weet
het niet. Dit weet ik: de knapheid, het
kunnen van de heeren heb ik bewon
derd, maar genoten heb ik niet. Het pro
gramma, dat nog steeds voor een halve
bladzijde druks 25 cent vraagt, vermeld
de drie kwartelten in historische volg
orde: Haydn, Mozart, Beethoven. Als
geheel slaat naar mijn meening Beetho-
vens kwartet in C. gr. t. (op. 59) boven
aan; het laatste deel'daarvan „Allegro
malto" gaf den kunstenaars volop ge
legenheid te schitteren met hun tech
niek. Grooter bekoring evenwel ging uit
van het zangerige Adagio uit Haydns
kwartet en het mooie Andante Cantabile
uit dat van Mozart-. Daar vond ik de
heeren op hun best.
De zaal was goed gevuld met een
meestal aandachtig luisterend publiek.
Het loonde de spelers met een levendig
applaus en riep ze voor en na de pauze
nog eenmaal terug.
D. S.
De Lustrumviering.
Naar gemeld wordt, zal het Leidsch
Studentencorps ter gelegenheid van de
Lustrumviering, dezen zomer geen op
tocht organiseeren, doch zich bepalen
tot een Openluchtspel aan den Zoe-
terwoudschen Singel. Ook zal het corps
ditmaal geen eigen feestgebouw oprich
ten; de Stadsgehoorzaal zal n.l. tijdens
ed Lustrumweek daarvoor gebruikt
worden.
Het Joodsche leven.
Ondanks storm en regen was de zaal
van „Prediker" zoo goed als geheel bezet
met een zeer belangstellend gehoor, toen
Donderdagavond Ds. Jac. v. Nes Cz. van
den Haag over bovengenoemd onder
werp een lezing met lichtbeelden hield.
Het oude volk heeft nog zooveel
schoons in zijn godsdienstige gebruiken,
zooveel' ook, dat ons, Christenen aan
trekt. Daaraan was zeker ook de groote
opkomst te danken.
Aan de hand der lichtbeelden naar
schilderijen van den Jood Oppenheim,
werden gebruiken geteekend op den
Sabbat en de verschillende feesten en
familiehoogtijden.
Jammer, dat er aan toegevoegd moest
worden, dat bij het jongere geslacht zulk
een groote verwaarloozing van den gods
dienst der vaderen moet worden gecon
stateerd.
Spr. herinnerde aan het boek „De ver
latene" van Carry van Bruggen, waarin
de smart over dien achteruitgang duide
lijk uitkomt. Ds. v. Nes eindigde met op
te wekken tot liefde voor de Joden. Een
liefde, die vooral hierin haar schoonste
Binnenland
De Universiteitszeesten te Leiden.
"S Herziening L.O. Wet.
Buitenland.
- Luther's antwoord aan HerrioL
Hongersnood in Ierland.
Zware sneeuval in het Reuzengebergte.
uiting zal vinden, als wij, die het einde
der Wet, onzen Heiland kennen, ook aan
het volk, waaruit onze Zaligmaker voort
kwam', Jezus Christus als. hun Messias
trachten te doen kennen.
De samenkomst eindigde eerst te
kwart over tien, maar de aandacht bleef
tot het einde gespannen, terwijl slechts
weinigen de zaal wegens het late uuc
verlieten.
De Commissie voor de Zending onder
de Joden vanwege de Geref. kerk alhier
kan op een welgeslaagden avond terug
zien. JL..
„Bethesda" te Boedapest.
Zooals uit de weekagenda blijkt, zal
hier op 17 Februari a.s. in de kleine
stadszaal een lezing met lichtbeelden
worden gehouden door Mevr. B i b e'
r a u e r uit Boedapest, die zal spreken
in het belang van „Bethesda", een Dia-
konessenhuis in de Hongaarsche hoofd
stad, een inrichting die vooral gedu
rende en na den oorlog voor de geteis
terde Christelijke bevolking van groote
beteekenis is gebleken.
Aan een schrijven van Mej. J. H.
Kuyper, die zich ten zeerste voor deze
inrichting interesseert, is het volgende
ontleend:
„Is het dan zoo noodig dat „Bethes
da" bestaan blijft?
Voor allen, die om de komst van
Gods koninkrijk bidden, kan dit geen
vraag meer zijn.
„Bethesda" is door al de donkere ja
ren geweest een vluchthaven voor al
wie bekommerd was en in lichamelijke
en geestelijke ellende dreigde onder te
gaan. Van dat stille werk %van Gods
zoekende liefde, waardoor menigeen
voor vertwijfeling, wa«lioop, ja zelf
moord, bewaard werd, zouden boekdee-
len vol te schrijven zijn.
Wij kunnen in eerbiedige bewonde
ring dat werk eeren, en de menschen
liefhebben die met opoffering van eigen
levensgemak dat werk in stand hou
den.
Maar wij moeterr meer doen. Waar,
onder Gods leiding de band tusschen
het Gereformeerd-Hongarije en het Ge
reformeerd-Holland zoo hecht en sterk
is geworden de laatste jaren, moeten
wij ook de lasten en nooden van den
arbeid in Hongarije steunen en dragen.
En daarom moeten wij als Nederland-'
sche Gereformeerden de handen ineen
slaan om ook „Bethesda" te helpen en
niet alleen tijdelijken, maar afdoendeh
steun te bieden, opdat deze Stichting
haar gezegenden arbeid kan blijven
volbrengen. Hiertoe heeft ziclï een
groot „Bethesda"-Comité gevormd,
waarin vertegenwoordigers van alle
provincies zitting hebben."
Ook voor Leiden en Omstreken h'eeft
zich een comité gevormd.
Voor dit comité zal binnenkort Mevr.
Biberauer optreden, en we vertrouwen
dat het daarbij aan belangstelling, eert
belangstelling die zich ook in daden
uit, niet zal ontbrekeh.
Apologetische avond.
Woensdag a.s. zal in de Oosterkerk
opnieuw een apologetische lezing wor
den gehouden, waarbij als spreker zal
optreden Prof. Dr. Slotemaker de Brui
ne, hoogleeraar te Utrecht, met het
onderwerp: „Dienstknecht of Kind?"
BINNENLAND.
WIJZIGING L.O. WET 1920.
Blijkens de Memorie van Antwoord
betreffende bovengenoemd wetsontwerp
meent de Minister van Onderwijs, Kun»
ten en Nijverheid, dat, wanneer men uit
gaat van het feit, dat krachtens fiel Kon.
Besluit van 13 Maart 1924 (Stbl. no. 122)
als regel geldt, dat aan vrouwelijke
Rijksambtenaren', die een huwelijk aan
gaan, ontslag wordt verleend, het incon
sequent zou zijn, wanneer de wet een