CHRISTELIJK DAGBLAD voor LEIDEN EN OMSTREKEN
5e JAARGANG
WOENSDAG 7 JANUARI 1925
NUMMER 1406
CODRANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaalf 2.50
Per weekf 0.19
Franco per post per kwartaal i 2.90
BUREAUHooigracht 35 - Leiden
Tel. 1278, Postgiro 58936, Postbox 20
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiën per regel 227a cent.
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden dage
lijks geplaatst ad 50 cent.
Nog enkele dagen.
Zeer tot onzen spijt zijn we ook van
daag, nu ons blad nog op de gewone
snelpers moet worden gedrukt, niet in
de gelegenheid een bijblad te geven.
Dit is ook voor ons een groote te
leurstelling.
Er is echter goede hoop dat over
enkele dagen alle leed zal zijn ge
leden.
Positieve toezeggingen durven we
na de ondervindingen van de laatste da
gen niet doen, maar er is alle kans
dat a.s. Zaterdag de rotatiepers in ge
bruik kan worden gesteld.
Het stemt ons bij alle teleurstelling
tot blijdschap, dat zoovelen van onze le
zers behoefte gevoelen ons van liun
medeleven blijken te geven.
STADSNIEUWS.
De Algemeene Kerk.
Met dit onderwerp trad gisteravond
voor een stampvolle Oosterkerk als 2de
spreker in de week der gebeden op, üs.
P. N. K r u y s w ij k, Geref. pred. van
Voorschoten.
Aangevangen werd met het zingen
van Ps. 122:1, waarna de spreker uit
Ef. 3 de verzen 14—21 voorlas, en voor
ging in gebed, om vervolgens de Apos
tolische geloofsbelijdenis te lezen.
Na het zingen van Ps. 89:15 en 8,
kwam de spreker tot zijn onderwerp.
Het bestaan van de eene Heilige Al
gemeene Christelijke Kerk is een g e-
1 o o f s artikel.
Het betreft hier geen kwestie van
zien.
Daar zijn wij mede gebaat, want an
der zou zij, met al het andere dat
zichtbaar is, vergankelijk zijn.
Maar nu behoort zij tot de dingen
die niet gezien worden, en niet vergaan-
Echter is zij daarom niet minder
w e r k e 1 ij k, dan natuurlijke, of gees
telijke grootheden op natuurlijk gebied.
Zij is meer werkelijk; zal al het
andere overleven.
Zij is ons een prikkel tot dankzeg
ging, om velerlei oorzaak; om wat zij
bezit in Haren Heer.
Op welk een verscheidenheid van le
vensterreinen mag zij reeds hier ver-
toonen het flonkeren van de heerlijk
heid des verrezen Heilands.
Tot veel heeft Hij Zijn Kerk in staat
gesteld.
Die rijkdom legt haar tevens een ver
plichting op tegenover de wereld.
Neen, wij zien de Kerk niet, als op
der monniken wijs, geen verband hou
dend met de wereld, gelijk een olie
druppel die op het water drijft, doch
als verbonden aan het leven dier we
reld met ontelbare vezelen.
„Ik bid niet, dat Gij hen uit de we
reld wegneemt, maar wel dat Gij hen
bewaart van den Booze", en wederom:
„Mij is gegeven alle macht, in hemel
en op aarde."
Actie heeft zij te ontplooien op het
terrein van de staatkunde, de maat
schappij, de wetenschap en de kunst.
Zeker, er is ook reden tot veroot
moediging.
Al was het slechts, omdat, hoewel de
schatten als het ware voor het grijpen
liggen, er nog zoovelen zijn, die toch
eigenlijk den Christus maar laten
praten.
Men doet het helaas nog zoo dik
wijls liever met eigen armzalige lam-
pepitten, dan bij het licht des Geestes.
En dan het groote tekort aan levens
wijding, en levensverdieping.
Men zij hier voorzichtig. Men kan
zijn leven wel aan God wijden, maar
dan moet het ook een gewijd, een ge
heiligd leven zijn. Anders heeft die wij
ding geen waarde.
Het gebedsleven worde grondig
herzien.
Dat de band aan H e m versterkt
worde.
Hier vormt de scheuring in de zicht
bare kerk een groote belemmering.
Die scheuring is schadelijk en schan
delijk, want het gaat in tegen het ge
bod van den Heere Jezus.
Hoe komt het toch dat de ook hier
te lande honderdmaal ondernomen
pogingen om eenheid te scheppen,
mislukten? Liefdeloosheid en verduis
tering des verstands zijn mede oor
zaak.
Maar ook hoede men er zich voor,
die eenheid te zoeken, anders dan in
de eenheid des geestes.
Worde die ook reeds in het lichaam
der kerk steeds meer openbaar.
Er is ook gebrek aan kennis.
Laten wij dat vooral niet verheerlij
ken, zooals wel gedaan wordt. Laat
ons, met groote liefde en volle overge
gevenheid, voor zoover ons Zijn open
baring dit telaat, indringen in de ken
nis van Gods Naam, opdat Hij daarin
worde verheerlijkt.
Geëindigd werd met dankgebed, na
het zingen van Gezang 44.
Voor het uiteengaan werd nog ge
zongen Gez. 3:3.
Voor hedenavond is het onderwerp:
Dankzegging voor het ontwaakt
verlangen onder de volken naar vrede
en wederkeerig hulpbetoon;
voor hunne ontevredenheid met zelf
zuchtige of onrechtvaardige leiding;
voor de onkreukbare rechtvaardig
heid Gods en zijn onmiskenbaar oor
deel, ook over nationale volkszonden;
voor een zicli baanbrekend verlangen
naar onderlinge broederschap en soci
ale rechtvaardigheid.
Verootmoediging: over ons
steunen op uitwendige middelen, wape
nen, geld, als den weg tot verbetering
der wereld;
over onze eigene persoonlijke en na
tionale zelfzucht en eigengerechtigheid,
over onze* liefdeloosheid in oordeel
en gedraging tegenover anderen.
Gebed: om het herstel van recht
vaardige en vriendschappelijke verhou
dingen in het internationale verkeer;
om wijze, rechtvaardige en hoog
staande mannen, die God verwekke
over het streven van den volkenbond.
om de komst van het Vrederijk, het
Koninkrijk van Christus.
Kamerkieskring Leiden.
In de laatst gehouden vergadering
van het Bestuur der Centrale A.R.K.V.
„Leiden" werd uitvoerig rapport uitge
bracht van de conferentie met het Cen
traal Comité door den heer Muiswin
kel. Enkele wenschen zullen aan het
C.C. kenbaar worden gemaakt inzake
de niet opnieuw candidaatstelling van
een 3-tal zittende leden.
Voor de groslijst zoowel voor de
hoofdlijst als voor de bij lijst werden
op verzoek C.C. een 5-tal namen ge
noemd.
Ingekomen was een schrijven van
een K.V. waarin gevraagd wordt waar
om bij het Program van Actie zoo wei
nig rekening is gehouden met dat van
het Hoofdbestuur der Vereen, van Chr.
Onderwijzers.
Nadat door den heer H. Nieuwen-
huisen, lid van het H.B., daaromtrent
eenige inlichting is gegeven, wordt be
sloten aan het C.C. daarover te schrij
ven om inlichtingen. De groote ver
gadering wordt uitgesteld tot Februari
en de agenda nader vastgesteld.
De L.A.W.E.T-Vereeniging.
De leden van de Vereeniging tot in
standhouding van de Leidsche Alge
meene Winkel-etalagetentoonstei. ig
alhier, zijn in de Jaarlijksche Alge
meene vergadering bijeengeroepen te
gen Dinsdag 27 Januari a.s.
Aan de orde is dan o.m. de verkie
zing van twee bestuursleden, in de
vacaturenW. H. Cahen (voorzitter),
en W. J. H. Warnecke, (penningmees
ter).
Beide heeren zijn herkiesbaar.
Tijd en plaats van de vergadering
zullen per volgenden oproepingsbrief
worden bekend gemaakt.
Poging tot oplichting.
Gisteren heeft voor de rechtbank te
's Gravenhage trecht gestaan de 29-
jarige M. A. V. J. d. R., winkelier te
Leiden, gedetineerd, wegens poging tot
oplichting. Subs, was aan bekl. het doen
van een valsche aanklacht ten laste ge
legd.
Uit bekl.'s verklaringen bleek, dat hij
een goudsmidswinkel had in de Donker-
steeg te Leiden. De aanwezige gouden
en zilveren voorwerpen waren bij ver
schillende verzekeringmaatschappijen ver
zekerd voor een totaal bedrag van f35.000
Bekl. vorkeerde in fjnancieele moeilijk
heden en jd\aardoor kwam hij er toe te
doen alsof er ingebroken was in zijn win
kel: Hij pakte verschillende sieraden in
een kistje en verstopte dal kistje in een
bergplaats onder den vloer. Vervolgens
deed hij aangifte bij de politie en stelde
den vertegenwoordiger van de verzeke
ringsmaatschappijen met de z.g. inbraak
in kennis. Er is daarna een agent der
maatschappijen bij hem gekomen, aan
wien hij opgegeven heeft, wat vermist
werd. De schade zou f 14.000 bedragen
Bekl. sprak af een volledige lijst van de
vermiste goederen te zullen opmaken. In-
tusschen was de politie gaan twijfelen en
een rechercheur stelde een onderzoek in
in bekl. huis. Deze ontdekte de geheime
bergplaats onder den vloer.
Uit de getuigenverklaringen bleek, dat
de verzekeringsmaatschappijen de schade
niet behoefden te vergoeden, omdat er
geen sporen van inbraak aanwezig wa
ren, men zou n?l. met een insluiping te
doen hebben gehad en uit bekl.'s polis
was juist de „valsche sleutel-clausule" ge
schrapt. Evenwel zou, wanneer de om
standigheden in orde waren, overwogen
worden met bekl. een schikking te treffen
en hem b.v. voor 50 pet schadeloos tL
stellen.
Het O. M. wees er op, dat, wil er spra
ke zijn van oplichting, zulks alleen kan
ten nadeele van een maatschappij, die tot
schadevergoeding verplicht was. Nu be
stond in het onderhavige geval, waar de
„valsche sleutel-clausule" uit de polis was
geschrapt, geen materieele verplichting tot
het geven van schadevergoeding. Maal
de moreele verplichting was daartoe zeel
zeker aanwezig, gelijk trouwens ook uit
de getuigenverklaringen is gebleken. Spt
achtte dan ook de poging tot oplichting
bewezen. Het feit is zeer ernstig, waal
tegenwoordig het meer en meer gebruike
lijk wordt om assurantie-maatschappijeW
op dergelijke, allergemeenste manier op
te lichten. Nog ernstiger wordt het mis
drijf, waar door bekl. s valsche aanklacht
de vrijheid van mecfeburgers in gevaal.
werd gebracht. Zoo is bekl.'s broer ver
dacht geweest van de inbraak en heelt
deze 2 dagen in arrest gezeten.
Eisch 2 jaar gevangenisstraf.
De verdediger, mr. du Ry van Beest
Holle, pleitte vrijspraak. Subs, drong hij,
in verband met bekl.'s gunstig verleden,
aan op oplegging van een voorwaardelijke
straf.
Uitspraak 20 dezer.
BURGERLIJKE STAND.
G e bo r e n: Pieter Zacharias, z. v. P.
Z. Dubbelaar en G. Feenstra. Jansje,
d. v. W. J. de Romeijn en S. C. Haar-
land. Theodorus Jobs. Josephus, z. v.
C. A. J. v. Baar en L. H. M. v. d. Meer;
Jacoba, d. v. F. H, Harteveld en E. T.
van Beek. Francina Cath.a d v. F. H.
Harteveld en E. T. van Beek. Jozepba
Hendrika, d. v. H. C. v. Noort en F. J.
v. Velzen. Jeanne Antoinette, d.v. G. de
Jong en C .M. Keereweer. Johannes, z.
v. J. Bavelaar en C. Groenendijk, Mari-
nus, z. v. M. Heemskerk en M. v. Muijen
Catharina Johanna, d. v. J. Wessel en
L. J. de Groot. Elisabeth, d. v. S. Hen
driks en C. Donnel. Maria Johanna,
d. v. A. Geleijnse en A. G. Ligtvoet. Jo
hannes, z. v. W. Simon en A. C. Felix.
Alida, d. v. L. Koning en H. Zwarts.
Gradus Theods. Ants., z. v. H. A. van
Mierloo en A. Koevoet. Gerrit, z. v. A.
Nagtegaal en W C. v. Weerlee. Petro-
nella, d. v. K. Berkhout en E. C. M. v.
d. Reijden. Cornelia, d. v. A. Bakker
en H. M. van Amsterdam. Abraham, z.
v. W. Neuteboom en E. Bekooy. Adri-
ana Johanna d. v. P. C. Kettenis en
M. J. H. Jasperse. Pieter Adrs. Gers.,
z. v. A. P. Spierings en E. v. d. Heijden
Johannes Ferdinand, z. v. J. Ramak
en F. G. Bosman. Engelina Joh. Maria
d. v. S. v. d. Voorden eD M. A. v. Son
deren. Johannes, z. v. J. Charité en M.
C. v. Dorp. Pieter, z. v. A. Onderwater
en W. Fuchs.
Overleden: P. van Houten, zn. 2 d.,
A. v. d. Weijden, zn. 12 j., S. M. Serdijn,
man 72 j., J. v. Bossumv. d. Laan, vr.
54 j., H. F. W. Weijers, Wed.e Hartman
73 j., W. Sonneveld, dr. 14 j., G. v. Ek
zn. 12 weken; W. v. Ek, dr. 13 mnd.,
G. Tierolf wedr. 80 j., P .Prins, wed.e
Reekers 87 j., S. S. Vies, 53 j., C. H.
Driessen, m. 48j., S. C. Paddenburg,
Wed.e Kiewe 66 j., L. de Jong, wedr.
62 j.
Gehuwd: J. Brandse, jm. en E. v.
d. Wijngaard, jd., C. Weselenburg,
wedr. en J. C. Le Grand, jd., N. de
Graaf, jm. en J. J. Schimmel, jd., J.
W. Zirkzee, jm. en M. Brouwer, jd., B.
Heetveld, jm. en J .C. Riebeek, jd., H.
Disseveld, jm. en H. Goedhardt, jd., J.
Smit, jm. en C.. J. Ligtvoet, jd.
Oostersch Genootschap.
Het vierde congres van het Oostersch
Genootschap in Nederland is in het Groot
auditorium der Universiteit geopend. Tal
van buitenlandsche gasten waren aanwe
zig.
De voorzitter, prof. dr. C. Snouck Hur-
gronje opende het congres en deelde me
de, dat het aantal leden ongeveer hetzelfde
is gebleven, n.l. ruim 200. Vervolgens
heette hij de twaalf buitenlandsche gas
ten, die op bijzondere uitnoodiging deze
congreszitting bijwonen, welkom en her
innerde daarbij aan de samenkomsten in
ditzelfde gebouw gedurende de Septem-
berweek van 1883, van het zesde Interna
tionale Orientalistencongres. De leden der
Aan het Zoeklicht.
Leiden, 7 Januari 1925.
De verbetering van de Haarlemmer
straat als de tramaanleg tenminste
als een verbetering moet worden be
schouwd geeft voor de bewoners
heel wat narigheid .en ongerief.
En het is verklaarbaar, dat er door
velen gemopperd wordt. Gemopperd te
gen de N.Z.H.T.M. en misschien ook
wel tegen het Gemeentebestuur dat tot
den aanleg meewerkt.
Toch zijn de mopperaars met hunne
ontevredenheidsbetuigingen aan het
verkeerde adres.
Want de schuld van dit alles ligt
bijMinister Colijn. Dat is de man die
deze plannen doordrijft en die al de na
righeid daaraan verbonden, op zijn ge
weten heeft.
Zoo verklaarde, tot eere van de Lei-
denaars kan het gezegd, niet een sleu
telstad-bewoner.
Het was een deftig reiziger, in ko
loniale waren van buiten, die deze anti-
Colijniale wijsheid met een zekere au
toriteit aan een zijner klanten mee
deelde.
Naar ik hoor is hij lid van het vrij
zinnige genootschap: „Klein in alles."
OBSERVATOR.
regeiingscommissie van dat congres zijn
reeds allen overleden en spreker behoort
tot een der weinige overgeblevenen van
dat heerlijke samenzijn.
Spr. wees er op, dat deze zitting nog
geen internationale is, maar een huise
lijke vergadering van het Nederlandsch
Genootschap tot deelneming waaraan bui
tenlandsche oriëntalisten zijn uitgenoodigo.
Ter wille van de gastvrijheid zullen ver
scheidene Nederlandsche deelnemers bij
.hun mededeelingen gebruik maken van
een vreemde taal en bovendien zullen vele
mededeelingen door lichtbeelden worden
opgeluisterd, die voor ieder verstaanbaar
zijn.
In de namiddagvergadering hield prof.
W. F r e i h e r r von B i s s ing, bijzonder
hoogleeraar in de oude kunstgeschiedenis
van Egypte en Voor-Azië aan de Rijks
universiteit te Utrecht, een lezing met
lichtbeelden o-ver: De kunst der Phoeni-
ciers.
Na de met groote belangstelling ge
volgde lezing van prof. Von Bissing, heeft
prof. dr. N. J. Krom, buitengewoon hoog
-leeraar ia de archaeologie en de oude
geschiedenis van Ned.-Indië aan de Leid-
sche Universiteit, een lezing met licht
beelden gehouden over: „Het grensge
bied ^ler Hindoe-Javaansche kunst".
Vervolgens hield prof. dr. J. P h. Vo
gel, hoogleeraar in het Sanskrit en zijn
letterkunde en de Indische oudheden aan
de Leidsclie Universiteit, een lezing over
de raadselachtige zegels van Harappa
(Pandjab), welke moeten dagteekenen van
het derde millenium vóór onze jaartel
ling en die wijzen op betrekkingen, wel
ke bestaan moeten hebben tusschen de
Sumerische beschaving en de vroegste
cultuur van Voor-Indië.
Des avonds werd het congres voort
gezet met een bijeenkomst voor leden
en belangstellenden in het Groot-Audi
torium van de Leidsche Universiteit. De
belangstelling was weer zeer groot. In
deze bijeenkomst heeft prof. Sir Tho
mas W. Arnold, hoogleeraar in het
Arabisch 'aan de „School for Oriental
Studies" te Londen een voordracht met
lichtbeelden gehouden over: „De Pro
feten van den Islam in de Schilderkunst-
Den volgenden dag yerdeelde het con
gres zich in een vijftal secties (Semietische,
Egyptische, Arisch' Hellenistische en
Oost-Aziatische sectie), waarin verschil
lende speciale on erwerpen behandeld
werden.
FEUILLETON.
In 's levens branding
(Uit het Engelsch)).
5)
„Het licht van het vuur is voldoen
de" zeide hij, terwijl hij plaats nam.
en hij nam een kleine revolver uit zijn
zak en legde die op tafel, dicht bij hem.
Douglas verviel in een dof stilzwij
gen. Hij was overtuigd, dat Dr. Upton
geen woord van zijn verhaal geloofde,
en dit stemde hem natuurlijk zeer on
aangenaam.
Toen de minuten langzaam voorbij-
kropen en de stilte niet werd verstoord,
begon hij te voelen, dat zijn positie
niet precies benijdenswaard was. Als
de inbrekers eens van hun voornemen
hadden afgezien? Hij had met de beste
bedoelingen gehandeld, en toch als de
zaak zóó liep, dat hij valsch alarm had
gemaakt, dan zou de dokter er de man
niet naar wezen, dit vriendelijk op te
nemen.
Hij wenschte bijna, dat hij regelrecht
naar huis was gegaan en den prikkel
baren, achterdochtigen ouden man aan
zijn lot overgelaten had.
Gesteld, dat zijn zilveren lepels ge
stolen waren, welnu, dan had hij best
kunnen betalen. Daarenboven, in het
bezit zijnde van het geheim van de
hut, had hij ze hem gemakkelijk terug
kunnen bezorgen. Neen, hij verlangde
bijna, dat hij regelrecht naar huis was
gegaan en zich niet met de zaak had
bemoeid.
De pendule op den schoorsteen tikte
langzaam en onophoudelijk voort. Plet
haardvuur flikkerde en knetterde, en
wierp fantastische schaduwen op de
muren. De oude dokter zat rechtop, en
staarde somber zwijgend voor zich uit,
met zijn rechterhand op de tafel dicht
bij de revolver.
Douglas vroeg zich af. of hij niet de
een of andere reden kon bedenken om
te vertrekken. Het begon laat te wor
den, en hoewel hij een huissleutel had,
wist hij, dat zijn huisjuffrouw niet
gaarne naar bed ging, eer al haar kost
gangers thuis waren.
Hij begon zich erg weinig op zijn ge
mak te voelen en het zeer warm te krij
gen. Wat kon hij zeggen? Welke reden
kon hij bedenken? De inbrekers had
den er klaarblijkelijk geen plan op hem
te hulp te komen. Hij had zich buiten
zijn schuld, er leelijk ingewerkt, en
hoe hij er weder uit zou komen, wist
hij niet.
Plotseling, en zonder waarschuwing,
vloog de deur van de kamer open, en
traden twee mannen gejaagd het ver
trek binnen.
Wat hierop volgde is niet gemakke
lijk te beschrijven.
Wie het meest verbaasd was, zij, die
op de wacht hadden gezeten, of de in
brekers, dit moeten wij maar in het
midden laten.
Gedurende eenige oogenblikken ston
den de vier mannen stokstijf tegenover
elkander en staarden elkander aan.
De inbrekers waren de eersten, die
handelden. De man, genaamd Nick,
greep in een oogwenk de revolver van
den dokter van de tafel.
„Nu heeren", zeide hij op zachten
dreigenden toon, „nu gaat gij allebei
zitten, en als gij geluid geeft! gij zijt
kinderen des doods.
Zijn makker Bill sloot snel de deur,
draaide den sleutel in het slot om, en
stak toen kalm den sleutel in den zak.
In het volgende oogenblik begon
iemand in een der bovenkamers hard
een politie-fluitje te fluiten.
Nick sprong naar het raam, alsof hij
uit een catapult geschoten werd en
trachtte het te openen. Douglas sprong
hem na en greep hem bij de kraag van
zijn jas en sleurde hem in de kamer
terug.
De oude dokter greep een pook en
ging Bill te lijf, en toen volgde een
tooneel van de grootste verwarring. De
dokter was ondanks zijn leeftijd een
krachtig man, en zijn bloed kookte.
Douglas verlangde vurig de inbre
kers in de kamer te houden tot de
politie kwam. De twee' dieven waren
er op uit om hun vrijheid tot iederen
prijs terug te krijgen.
Het gevecht was dus hevig en ver
woed.
Uit het bovenraam werd nog steeds
gefloten de politie kon ieder oogenblik
op het tooneel verschijnen. „Huid voor
huid, en al wat iemand heeft, zal hij
geven voor zijn leven.'
Nick gaf Douglas een slag, die hem
naar het andere einde van de kamer
deed buitelen, snelde toen weder naar
het venster en slaagde er in het te ope
nen. Douglas, jong, moedig, vastbeslo
ten, vloog hem een tweede maal na,
en greep hem bij het been, toen hij hal
verwege het venster uit was.
De inbreker wanhopig en half razend
keerde zich om en schoot. Een verblin
dende lichtstraal, een scherpe knal,
een zachte kreet, die eindigde in ge
kerm, en Douglas viel terug in de ka
mer.
Er was een geluid van harde voet
stappen buiten, het schijnsel van lam
pen, het gekletter van wapenstokken,
een verward rumoer van stemmen,
angstgegil uit de bovenkamers; maar
Douglas hoorde en zag niets.
(Wordt vervolgd-.