ÉmLeteMorat Tweede Blad schat van he-t^ Woord hun rijker: zij ver gaderen met verlichte oogen meerdere ken nis aangaande eiken weg en alle werk Gods. Zelfs in den hemel zal deze toegerichte Lamp haar glans niet dooven. Zijn er niet zeven vurige lampen voor den troon van God en van het Lam? Daarom profeteert deze oude, rijke be lofte óók van do eeuwige stad, die zop noch maan behoeft, want hetr Lam zelf is haar kaars, de lichtende lamp, door Gods liefde toegericht. WAAR TWEE OF DRIE VERGADERD ZIJN. Waar twee of drie vérg'adeid zijn, Om in Zijn naam te bidden. Is Jezus zelf, hoever Hij schijn Voorzeker in hun midden. Laat zwak geloof en menschenvrees De deuren angstig sluiten, Hem, die 't graf Z:jn macht bewees, Houdt slot nog grendel huiten. Want harten, die rondom Zijn woord Vereenigd, op Hem hopen, Ziin voor Zijn komst een wijde poort, Hun liefde houdt die open. Niet, waar de ziel, in H bidden flauw, Schaars met haar God gemeenzaam In 't zoeken traag, in 't ijv'ren lauw, Verscholen blijft en eenzaam. Daar komt Hij wel, en klopt met klem Doch zal niet binnen treden. Eer Hij in antwoord op Zijn stem Genood wordt en gebeden. Mijn Heiland! blijf n:et buiten staan, Verschijn aan Uw beminden, Maar dring mij toch om op te gaan, Waar Gij U liefst laat vinden. KERK EN SCHOOL NED. HERV. KERK. Bedankt: Voor Ouddorp. P. Kuijlman te Houten Aangenomen: Naar Heemstede (hulppred.) H. v. Ooyen cand. te Utrecht. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Zutfen., Dr. S. P. Dee, te Dwingelo; en C J. Goslinga, te Oosthem. CHR GEREF. KERK. Beroepen. Te Haarlem: K. G. v. Smeden, cand. te Zwolle. Bevestiging, Intrede Afscheid# D s. J. C. V van B e m m e 1, te Hille- gom, hoopt Zondag 25 Jan a s. dea avonds zijn intrede te doen in de Herst. Evang. Luth. Kerk te Hoorn, na des voorm. beves tigd te zijn door Prof. Dr. Pont van Utrecht. Ds. S. Datema. Ds. S. Datema, pred. der Geref. Kerk van Driebergen herdacht dezer dagen zijn 30-jarig ambtsjubileum, ter gelegenheid waarvan hij op verzoek van den kerkeraad Woensdagavond een gedachtenisrede uit sprak. Als uitgangspunt daarvoor had Z Eerw. gekozen Ps. 71: 17. Namens den kerkeraad werd hij door den heer Le Coultre, namens de kerk van Delfshaven door Ds, Schoonhoven toege sproken. terwijl tevens een. stoffelijk aan denken werd aangeboden in den vorm van een van passend opschrift voorzien etui bevattende een viertal foto's uit de vroegere en tegenwoordige standplaat sen van den jubilaris. Emeriti Geref. Predikanten. Men hoort wel eens de gedachte propa- geeren om de pensioen-regeling dor Eme- riti-Geref. Predikanten door de gezamen lijke Kerken te doen organiseeren, b v. door fondsvorming. In het (Geref.) Ouderlingenblad merkt in dat verband Prof. Dr. H. Bouwman op, dat ,,do voorstelling moet worden afgewe zen. alsof eigenlijk de gezamenlijke ker ken verantwoordelijk en aansprakelijk zijn voor alle pensioenen De plaatselijke kerken zijn niet afdeelingen van één alge meen genootschap, maar geheel zelfstan dig. Wel kunnen de plaatselijke kerken evenals een gezin in een moeilijken toe stand geraken. Doch een plataselijke kerk moet dan trachten eerst eigen finantieele positie te verbeteren. Is een kerk niet bij machte hare verplichting na te komen dan mag en moet zij de hulp inroepen van an dere Kerken. Deze hulp draagt niet het karakter van ©ene remlichte i::-7-a£re. maar van <le Christelijke mededeelzaam heid. En deze mededeeling wordt niet ingeroepen voor den gepensionneerde zelf, alsof hij een gift ontvangt, maar voor de hulpbehoevende kerk, opdat deze aan hare verplichtingen kan voldoen.'* Sassenheimsche Zendingsactie. Naar ik dezer dagen uit vertrouwbare bron vernam, zegt Ds. Schilder in de Bazuin, is men te Sassenheim. op origi- neele wijze bezig gelden te verzamelen voor de zending. De beroemde kerkschepen hebben er plaats gemaakt voor' zendingsbollen. Men heeft voor f 1000 pootmateriaal voor bol- lencultuur aangeschaft (of ik het zoo goed zeg, weet ik niet, maar de ingewijden ver staan het wel.) De opbrengst van deze bollenoultuur is dan voor de zending; en kan dus in de duizenden verloopen, als ik den bollenzegen niet al te hoog aansla. Natuurlijk is de zo bollerigheid niet be doeld om de gewone bijdrage voor de zen ding machtig te worden, maar men hoopt op d&z© manier een extra-bijdrage voor de zending te kunnen afdragen Die zich er toe verbonden hebben."zullen van hun land een gedeeltereserveeren voor de zendings- bollen Ik geloof, dat deze handelwijze heel good werken kan en dat de resultaten voor de zending gewéldig zouden zijn, als op deze wijze aardappelen en peren en ap pels on roode kool op dergelijke wijze werden aangewend. Maar het is natuur lijk niet uitvoerbaar. Eon uitvinding als deze moet origineel blijven. omdat anders natuurlijk naast zendingsbollen er ook vrije universiteit s- bolien en theologische-seliool-bollen en zie kenhuis-bollen en hulpbehoevende-kerk- bollen en evangelisatie-bollen zouden wor den aangevraagd, evenals reeds alle wereldnooden op haar beurt zich hoorden oplossen door menschen, die eischen, dat men voor dien eenen nood b v. een sigaar per dag minder rooken zou. Maar daarom des to meer hulde aan de origin.ec.le Sas- semers. zooals ze in de wandeling, meen ik. heeten. De Russellianen profeteeren! Omtrent de beweging der Intern. Ver- eeniging van Ernstige Bijbelonderzoekers kortweg: de sekte der Russellianen schrijft men aan het Hdbl.: In het tweede deel van zijn „Schrift- studiën", waarvan de oplage tot 1.673.000 ex. is gestegen, had Russel beweerd, dat op grond van zijn onderzoekingen in 1914 de veertigjarige oogsttijd ten einde was en. dan de volgende gebeurtenissen zou den zijn afgesloten: de tijd der groote droefenis, de ondergang van Babcl, de val van den antichrist, de ineenstorting der wereldrijken, de wederkomst van Christus de oprichting van Zijn Rijk. de opstanding en belooning der heiligen. Maar 1914 kwam en het bleek dat de groote ommekeer teen nog slechts begon In een herdruk van de „Schriftstudiën" van 1 October 1916 stelt Russel deze mis rekening als een kleine, gemakkelijk te verklaren vergissing voor Ja, hij beweert zelfs dat zijn voorspelling een heüzamsn invloed heeft uitgeoefend en dat de Heere zijn font. die zeer natuurlijk was. in zegen had doen verkeeren! Volgens de jongste publicaties van de Ernstige Bijbelonderzoekers" zullen de voorspellingen van Russel nu in den herfst van 1925 in vervulling gaan. BINNENLAND R. K. KWEEKSCHOOL TE HEERLEN. De N. Venlosche Crt. (r.-k.) zegt, dat ook de meening in Limburg met betrek king tot de R. IC. Kweekschool voor vroed vrouwen te Heerlen van die van minister Aalberse afwijkt. In een vóór de gisteren gedane mededee- ling van den minister aan den voorzitter der Tweede Kamer geschreven artikel stelt liet blad o.m. de vraag, .,of de school niet op esnigszins meer bescheiden voet kan worden geëxploiteerd", wat dan in de opdracht aan een commissie van onder zoek met speciale taak zou kunnen wor den vastgelegd en, wat een ander onder zoek zou uitlokken dan het verrichte ac countantsonderzoek van de Provinciale Staten van Limburg, van het departement van arbeid en van l\pt departement van financiën. Het blad laat hierop volgen: Daar is nog een reden om. zij het dan ook voor den minister overbodig, de mo gelijkheid van zulk een onderzoek te over wegen. Minister Aalberse, wien van zeer nabij Zatordag 6 December 1924 De toegerichte lamp. Ik heb voor mijnen gezalfde een lamp toegericht. Ps. 132,17. In het schemerdonker heilige van den 'tabernakel stond de gouden luchter. De rustige bleeke vlammen van zijn ze ven lampen vervulden de geheimzinnige ruimte met een zrjcht en mild schijnsel, met een mystieke twik-keiïng, die naiglom qp liet blinkend goud van den zevenarmi- gen kandelaar, van het reukof feral laar en de tafel der toonbrooden. Deze luchter van het genadeverbond wa3 symbool van het goddelijk licht, waarmee de Heere inscheen in de duisternis van Zijn volk, om bestendig te geven verlich tende kennis en Zijne bondelingen te ma ken tot kinderen des lichts. Zinnebeeld1 g zag dat weer op Christus, die komen zou nis het Licht der wereld, in Wien de Vader Zijn belofte van den ouden, dag zou vervullen: Ik heb voor mijn Ge zalfde een lamp toegericht. Deze schoone belofte gold in de eerste plaats Koning David, den gezalfde des Heeren; maar zij is eerst volle werkelijk heid geworden in den Messias, Davids grooten Zoon. op Wiens hoofd de glorie kroon eeuwig zou bloeien. Nu is een lamp in de Schrift menig maal het teeken van den voortduur en we'stand van een geslacht of familie. De naam is dan het licht, dat branden blijft, ook al werden de afzonderlijke le venslampen gedoofd. Denk maar aan Job 18: „Het licht der goddeloozen zal uitgebluscht worden en-de vonk zijns vuurs zal niet glinsteren. Het licht zal verduisteren in zijn tent en ?ijne lamp zal over hem uitgebluscht worden." Sterft het geslacht, dan gaat do naam in duisternis onder en wordt vergeten. Doch hier belooft de Heere, dat Hijzelf voor Davids geslacht de lamp zal toelich ten, en verzorgen, haar ril orde houden, van olie voorzien en brandend^ houden. Dat de naam van David niet uitgebluscht zal worden, naar dat er van dien naam nog in het verre nageslacht licht zal uit schijnen. Hoe schoon is dere belofte vervuld in den Christus. Lees er Mattheus 1 maar op na, hoe de God aller genade mot eigen hand de vaak onrustig flikkerende vlam van het Davi- d'sch gedacht heeft beschermd, en telkens versche olie gegoten heeft in de oude lamp, totdat het Licht van den Christus opging in de stad Davids. Een Licht zoo groot, zoo schoon, gedaald van 's hemels troon. Deze toegerichte Lamp blinkt niet met een xpat schijnsel in de kleine ruimte van een aardsch heiligdom, maar zij staat als een Vuurbaak in de levensbranding. Donker en koud is het op de bewogen zee des levens Nachten dalen, hooge wat'ren komen. De stormwind loeft. Geen kompas wijst, uw arme ziel in haar nood naar de veilige reede der eeuwig heid. Menschen tooveren aan verre kimmen met fantastisch schijnsel; gelukssteden en schoone havens liggen daar als wenkende bel often. Maar wee den dwazen mensch, die er der stoven heen wendt. Het zijn hedriegelijke vuursprankels, die uitdooven; dwaallichten op een rots, die uw schip doen stTanden op de klippen De fakkel dT verlichting, het stralend schijnsel der schoonheid, het flikkerend licht van eer eigenwilïigen godsdienst, wee u, zoo gij er heil van verwachtl Alleen bij de haven der verlossing staat de vierbaak, de lamp door God toegericht, clie schijnt over verre zeeën, en dreigende dipoten vol doodelijk donker. Zoek toch, o zondaar, zoo predikt het evangelie dat licht, d:e eeuwige Gods lamp, opdat ge behouden wordt. Hoe rijk is de troost dezer belofte voor wie geleerd hebben bij het Licht dezer Lamp bet he'lleduister en het dooclsdonker te ontvlieden. Steeds meer zullen zij bij dat heldere licht hun onreine zonden zien, en aanbid den de liefde Gods, d'e deze Lamp liet stralen op hun pad. Bij dezen heme'sehen luchter wordt de FEUILLETON Ds Zegepraal van het Kruis. 41) „Ach Edithl" riep hij uit, „waarom ver laat gij den ongelukkige niet, die u in zulk een vreeselijk ongeluk gebracht heeft? Ik zou gemakkelijker die verlatenheid kunnen verdragen, dan uwe edelmoedige onverge lijkelijke liefde. Neen, dierbaar meisje! gij moet u om mijnentwil niet meer aan zulk eene groote droefheid overgeven. Het zou mijne laatste oogenblikken slechts verbit teren, daar er voor mij toch geen genade te hopen is Laat mij dus aan het schrik kelijk lot over, dat ik maar al te rechtvaar dig verdiend heblIk zal het niet eer kunnen dragen voordat gij in veiligheid zijt, en troost ondervinden zult. Daarenbo ven voegde hij er bij, terwijl hij de vrees, welke de gedachte aan den dood, die hem boven het hoofd hing, zoo ver mogelijk uit zijn gemoed trachtte te verbannen, „het Sterven is^ slechts de smart van een oogen- biik, en bijna even spoedig zullen mijn le ven en mijne misdaden in de vergetelheid verzinken." Edith schudde met haar hoofd, terwijl, eij nog snikte; maar zij werd belet te ant woorden door hef gerucht, dat hen waar- Bchuwde, dat het oogenblik van hunne scheiding, nu inderdaad aangebroken was. - „Ik smeek u nogmaals", zeide Eduard, „naar uwe woning terug te keeren, mijne Edith! want het is volstrekt nutteloos, dat gij zoudt trachten mij te redden; en hoe zoudt gij, arm meisje, zonder bescherming, aan de gevaren en vermoeienissen van zulk eene l^nge reis weerstand kunnen bieden? Mijn oom zal u slechts vloeken, en gansch Carlisle zal het ongelukkig slachtoffer van een veroordeelden misdadiger met een hoo- nend medelijden nazien." „Indien uw oom," antwoordde Edith kalm, „inderdaad zoo handelen kon jegens een arm meisje, wier hart verbrijzeld is, en die niet voor zich zelve pleit, maar voor hem. dten zij hem in f, zoo zou de vloek op zijn eigen hoofd lerugkeeren, en niet mij treffen. Neen, Eduard! ik vrees voor mij zelve niets maar luisteri zij komenl" Toen zag zij naar de deur, en snel de hand van den gevangene tusschen hare heide handen nemende, voegde zij er schie lijk hij: „Vaarwel! moge God medelijden met ons be'den hebben!" De beambten traden op hetzelfde oogen blik binnen en verzochten den heer For rester hen terstond (e volgen, daar alles voor hun vertrek gereed was. Edith, die het smartelijk schouwspel hem a's met geweld te zien wegvoeren, scheen te willen vermijden, was op het punt de kamer te verlaten, toen Ediuard, niettegenstaande zijn voorgewenden moed, nogmaals hare hand greep, en uitriep: „Edith! ga terstond naar Carlisle, en smeek op uwe' knieën de vergiffenis van mijnen oom voor mij af. Hij kan mij zulk een verschrikkelijken dood niet laten ster ven, en indien hij wil, heeft hij de macht mij to redden. Ga nu! maar wanneer mijn vonnis uitgesproken is, kom dan weder bij mij terug. Ik weet dat gij er niet voor te rugdeinzen zult, hoo treuri,g onze ontmoe ting ook zijn moge. Zeg, Edith! wilt gij mij belooven dat wij elkander zullen we derzien?" „Ik beloof u heilig, dat wij elkander nog eenmaal zullen Ontmoeten," antwoordde zij. En zonder een anderen blik te wagen, ging zij de kamer uit. Na verloop van eenige oogenblikken was zij op weg naar Carlisle, terwijl de gevan gene naar Liverpool vervoerd werd, om daar het noodlottig verhoor te ondergaan. HOOFDSTUK VII. Volkomen ongevoelig voor de vermoeie nissen, die zij reeds ondergaan bad', en die welke haar nog te wachten stonden, dacht Edith slechts aan het einde van haTe lange en treurige reis, en hare gedachten waren beurtelings met hoop en vrees vervuld. Zij gevoelde al het gewicht van de snel heid in eens dergelijke omstandigheid; de toestand der kweekschool bekend is> moge voor zich de onmogelijkheid van in krimping, voorloopïge inkrimping ook, van de werking der kweekschool uitgesloten achten, hij weet ook dat de opinie in Lim burg en in dat deel van Nederland, het welk met'" eenige meerdere belangstelling den toestand der kweekschool te Heerlen volgt, niet geheel met aijne meening strookt Waarom zou een deskundige commissie niet aantoonen. dat, of de meening van den minister juist is en du» ook zijn casus positie, of dat er misschien, toch een mo gelijkheid van exploitatie op kleiner leest mogelijk wave. In beide gevallen zou de vrij algemeene opinie in 't land er door worden, gerectifi ceerd en gewijzigd. Nederland—België. Naar analeïding van hetgeen minister Van' Karnebeek in de memorie van ant woord betreffeife de begrooting van buitenlandsehe zaken heeft geschreven over de herziening van het tractaat van 1839 tusschen Nederland en. België, schrijft het Brusselsche blad De Standaard: „Wij meenen te weten, dat ook onze re geering genegen is, de onderhandelingen terug aan te knoopen waar zij in 1920 wer den onderbroken, en dat er diensvolgene geen wezenlijk bezwaar meer bestaat op dit oogenblik om tot een overeenkomst te komen, zij het dan onder de voorbe houdingen, welke ook in 1920 virtueel reeds waren aanvaard van beide zijden. Deze kwestie ia reeds veel te lang onbe slist gebleven, zonder dat deze uitstel voor ons eenig voordeel heeft meegebracht, noch meebrengen kon." De Christelijke Amsterdammer. Het comité van obligatiehouders van do NV tot Exploitatie van het Christelijk dagblad De Amsterdammer, heeft inder tijd besloten, voor de obligatiehouders een civiele procedure te doen voeren tegen de commissarissen en oud-commissarissen van die naaml. vennootschap. Deze procedure zal gevoerd worden door mr. Seijnen, te Amsterdam en mr Na thans. uit 's-Graveuhage. Zij hebben bij den minister van justitie een request inge diend, waarin verzocht wordt, van de stuk ken uit het dossier van de strafrechtelijke procedure tegen den gewezen directeur van De Amsterdammer inzage te mogen nemen en de noodige afschriften te mogen maken De minister van justitie heeft aan de heoren mrs. Seijnen en Nathans geant woord, dat de stukken uit het dossier van de strafprocedure voor hen ter inzage lig gen. Daarop hebben zij aan het comité mee gedeeld, dat nu binnenkort met de civiele procedure tegen de commissarissen en oud commissarissen een beg:"n zal kunnen wor den gemaakt. Het moet in de bedoeling liggen, de heeren D Wijnbeek. A. J. Da Costa, dr B Wielenga en J. F H. Spier voor de rechtbank te Amsterdam, en mr. S de Vries Czn en mr. H. Bijleveld voor de rechtbank te 's-Gravenhage dagvaar den; POLITIEDIENST OP ZONDAG. In „de Wekker" beantwoordt Ds. Geels een bezwaarden broedor over politiedienst op Zondag. Ds Geels schrijft er het vol gende over: Allereerst is het de vraag: .,is het ambt van politie-agent een goddelijk beroep?" En dan zal het moeilijk vallen dit te ont kennen. De politie staat in dienst der over heid, die als Gods dienares over het le ven en bezit barer onderdanen heeft te waken „De schilden der aarde zijn Go- des" (Ps. 47: 10) Of deze onderdanen nu kinderen Gods zijn of wel wereldlingen vromen of goddeloozen doet niets ter zake. Een beroep op 2 Kron. 19: 2 is in dit- ver band niet juist. Daar veroordeelt God 't saamgaan van Josafa met Achab, waar voor geen geldige reden besfond, dat was een vrijwillige daad. waartoe niets hem verplichtte. Maar kts anders is het, als de overheid haar zorg aan onderdanen zou onttrekken, omdat ze goddeloos rijn. Ook jegens God heeft ze de roepmg te waken, zoowel over het leven der Konin gin, als over dat van den felsten com munist. Ook het leven van hen. die naar God niet vragen Zijn Woord niet achten ligt voor rekening van de overheid. God onttrekt immers ook niet Zijn liefdezorg aan e>en wereld, die in het booze ligt. Tot do taak van beveiliging wordt de poü'ie geroepen, en kan ook een Christen zijn krachten geven. In verband met dezen tijd van revolutie is de vraag gewettigd: ,.is het niet jammer dat. er zoo weinig ieder oogenblik scheen haar een uur toe. In dezen gemoedstoestand had het onge lukkige meisje alle gevoel voor persoonlijk lijden verloren. Na nacht en dag doorge reisd te hebben, bereikte zij Carlisle, ter wijl zij slechts zooveel rust en voedsel nam a's volstrekt noodig was om hare wegzin kende krachten op 1e houden. Op de plaats barer bestemming gekomen, vroeg men haar, 'waar zij begeerde ge bracht te worden: nu ontzonk haar het hart, en voor de eerste maal beefde zij bij de gedachte aan de moeilijke zending, dte" zij te vervullen had; maar het was slechts de vrees van een oogenblik het leven van Eduard stond op liet spel, en. al het overige vergetende, verzocht zij, dat men haar terstond naar den heer Forrester zou geleiden. Hare gesctr'edenis was spoedig verhaald on de goede cude man, die slechts eenige uren te voren het verraad van zijnen neef vernomen had, was te diep met haar be wogen, .om haar hard te bejegenen; want hij beschouwde haar veeleer als het slachtoffer van Eduard dan a's de mede plichtige aan -zijne misdaad. Hij verzocht haar getroost te wezen en wat mst te nemen, terwijl hij haar zijne bescherming beloofde, totdat zij veilig naar hare moe der kon teruggebracht worden. „Wat dien ondankbaren iongen betreft," voegde h'i er bij, k.hij verdient opgobanscen te worden: ONZE WEEKAGENDA. De bedoeling van deze agenda is te voor komen dat twee vergaderingen op één avond vallen en daardoor mislukken. Alle Christelijke vereenigingen uit Lei den en omgeving kunnen hiertoe me dewerken. door zoodra een openbare ver gadering is vastgesteld daarvan aan ouze redactie kennis te geven en bij het vast stellen van vergaderingen met deze agen da rekening te -houden. 8 December Herdenking lb-jarig be staan Ned. Ghr. K., H.-Bedienden in de Nufszaal te Leiden. 9 D.eeember. Vergadering „Patrimo nium" Sasseuheim. 11 December. Comité voor winterle- zingen. Leiden. Spreker Ds. L. D. Poot van Amsterdam. 12 December. Concert Kathleen Parlow. 15 December. Vergadering Hulp- vereen. Geref. Zend. Bond „Leiden-" 16 December. Java-Comité. Zending* bidstond Oosterkerk. 17 Dec. Ned. Chr. Reis-Ver. te Leiden. Fi:m van Noorwegen. 18 December Vergadering Chr Best. Bond Leiden. Lezing en demonstratie ra< dio-telefonie. 26 Dec. Uitvoering Chr. Zang-Ver een „Zingt den Heer" in de Geref. Kerk te Noordwijk a. Zee. 510 J a n n a r i Leiden. Week d ei gebeden. 13 Januari Vergadering „PatrimonU nm" Sassenheim. 15 J a n u a r i. Vergadering Chr Be sturenbond. Spr de heer J B. H. Groten huis 21 Januari Comi'é voor wfnterlerin- gen. Leiden. Spreker Ds. J. Domna van 's-Gravenhage. 23 Januari ,,Con Amore" Leiden. Uit voering: Jefpta und seine Toch ter 29 Januari. Leiden. Lezing Dsvan Nes met lichtbeelden. 30 Januari. Concert Rosé Kwartel. 9 Februari. Vergadering Chr. Be sturenbond. Spr. de heer R. Znidcma- 10 Februari. Vergadering „Patrimo nium" Sassenheim. 12 Februari. Comité voor winterle- zingen. Leiden. Spreker Ds. D. A. v. d, Bosch van 's-Gravechage. 20 Februari. Concert Harriet van Emden. 20 Februari. Vergadering Chr. Be sturenbond. Spreker Ds. P. N. Kruijswijk van Voorscholen. 10 Maart. Vergadering ..Pntrimownm* Sassenheim. 19 Maart. Ccmité voor wiuterlezm- gen, Leiden. Spreker Ds. G. Wisse vau Arnhem. christenen bij de politie zijn?" In onze veelbewogen dagen. waarin gepoogd wordt de van God gestelde machten om te werpen, heeft de overheid behoefte aan vertrouwensmannen, die zich door Gods Woord gebonden weten Natuurlijk, als iemand zich bij de politie wil voegen, heeft hij voor Gods aangezicht te> onderzoeken, of de Heere hem daartoe roept. Dan dient niet allereerst de vraag te z'jn, verbeter ik daardoor mijn levenspositie maar dan moet. de drijfveer zijn cm God in. dat ambt te dienen. Zoo staan de zaken toch? Man» dat heeft niet alleen een politie-a-gent f e onderzoeken, maar toch zeker een ierlcr^ in wat betrekking hij ook geplaatst is Natuurlijk mist een politic-agent zijn bewegingsvrijhe:"d op Zondag En voor ve len is het dan ook een gedurige kwelling, zoo vaak verhinderd te zijn, op te gocn naar Gods huis. Maar 't kon niet aa'ers: de boosheid houdt geen sabbathsrust. F.i nu gaat het toch maar niet. de boosdoe ners op Zondag maar den vrijen teugel e laten, opdat de politie-agerten naar de kerk kunnen gaan. Vergeten we niet dit de godsdienst niet alleen tot- de s'.a;n- komst in de kerk beperkt is Een verjile ster, die den kranko verpleegt, lean dau in niet minder den Heere dtenen dau <.!e gemeente in Gods huis Zoo ook een po- litie-agent, die in het verrichten van zijn werk allerminst Tiet Sa hba tbs-gebod over treedt. En dat een agenl zelf» dienst bij c-n bioscoop moet verrichten, ligt voor. do hand. Ook hier dient- de overheid te wa ken voor naleving der burgerlijke wétten. Maar een ieder, die naar het ambt van politic-dienaar staat, heeft wel ernstig cl deze dingen te overwegen; veel moer 1: opofferen, maar beeft hij evenwel toch d# vrijmoedigheid dat ambt te brkleeden. hij doet dat. als dienende ook hierin der, Heere Christus waartoe zou het hem dienen gered fe we den? Indien hij duizend levens had. J zoti ze allen bezoedelen, en eindelijk op do galeien terecht komen!" Dif zeggende» Pep de heer Forrester met groote schreden de kamer op en neder, om do ontroering zijner ziel te verbergen, tcrw;j! hij zijne blikken van Edith afwendde, daar het ge zicht van hare droefheid hem pijn deed. „Ach! indien gij hem gezien hadt. zoo a's ik hem gez'en heb." riep Edith uit. g j zoudt barmhartiger in uw oordeel jegen? een uwer medeschepselen zijn: gij zond» hem vergeven, gelijk gij hoopt on den he mel vergiffenis te bekomen Red hem. o. red hem! ik smeek het u! om uwer zie*4 wil; want, bedenk, dat de s huhlige meet behoefte heeft te leven dan hij. die n:et be vreesd behoeft te zijn om voor den rechter stoel van God te versch'inen Laat hem dan leven, opdat hij zich bekeere, en eenmaal zal de dag aanbreken, dat gij u verheugen zult over de verloste ziel van hem, die ir nu smeekt genade voor hem te verwerven. fWorïl v vvolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5