ÉmLeteMorat
Tweede Blad
schat van he-t^ Woord hun rijker: zij ver
gaderen met verlichte oogen meerdere ken
nis aangaande eiken weg en alle werk
Gods.
Zelfs in den hemel zal deze toegerichte
Lamp haar glans niet dooven.
Zijn er niet zeven vurige lampen voor
den troon van God en van het Lam?
Daarom profeteert deze oude, rijke be
lofte óók van do eeuwige stad, die zop
noch maan behoeft, want hetr Lam zelf is
haar kaars, de lichtende lamp, door Gods
liefde toegericht.
WAAR TWEE OF DRIE VERGADERD
ZIJN.
Waar twee of drie vérg'adeid zijn,
Om in Zijn naam te bidden.
Is Jezus zelf, hoever Hij schijn
Voorzeker in hun midden.
Laat zwak geloof en menschenvrees
De deuren angstig sluiten,
Hem, die 't graf Z:jn macht bewees,
Houdt slot nog grendel huiten.
Want harten, die rondom Zijn woord
Vereenigd, op Hem hopen,
Ziin voor Zijn komst een wijde poort,
Hun liefde houdt die open.
Niet, waar de ziel, in H bidden flauw,
Schaars met haar God gemeenzaam
In 't zoeken traag, in 't ijv'ren lauw,
Verscholen blijft en eenzaam.
Daar komt Hij wel, en klopt met klem
Doch zal niet binnen treden.
Eer Hij in antwoord op Zijn stem
Genood wordt en gebeden.
Mijn Heiland! blijf n:et buiten staan,
Verschijn aan Uw beminden,
Maar dring mij toch om op te gaan,
Waar Gij U liefst laat vinden.
KERK EN SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Bedankt: Voor Ouddorp. P. Kuijlman
te Houten
Aangenomen: Naar Heemstede
(hulppred.) H. v. Ooyen cand. te Utrecht.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Zutfen., Dr. S. P. Dee, te
Dwingelo; en C J. Goslinga, te Oosthem.
CHR GEREF. KERK.
Beroepen. Te Haarlem: K. G. v.
Smeden, cand. te Zwolle.
Bevestiging, Intrede Afscheid#
D s. J. C. V van B e m m e 1, te Hille-
gom, hoopt Zondag 25 Jan a s. dea avonds
zijn intrede te doen in de Herst. Evang.
Luth. Kerk te Hoorn, na des voorm. beves
tigd te zijn door Prof. Dr. Pont van
Utrecht.
Ds. S. Datema.
Ds. S. Datema, pred. der Geref. Kerk
van Driebergen herdacht dezer dagen zijn
30-jarig ambtsjubileum, ter gelegenheid
waarvan hij op verzoek van den kerkeraad
Woensdagavond een gedachtenisrede uit
sprak. Als uitgangspunt daarvoor had
Z Eerw. gekozen Ps. 71: 17.
Namens den kerkeraad werd hij door
den heer Le Coultre, namens de kerk van
Delfshaven door Ds, Schoonhoven toege
sproken. terwijl tevens een. stoffelijk aan
denken werd aangeboden in den vorm van
een van passend opschrift voorzien etui
bevattende een viertal foto's uit
de vroegere en tegenwoordige standplaat
sen van den jubilaris.
Emeriti Geref. Predikanten.
Men hoort wel eens de gedachte propa-
geeren om de pensioen-regeling dor Eme-
riti-Geref. Predikanten door de gezamen
lijke Kerken te doen organiseeren, b v.
door fondsvorming.
In het (Geref.) Ouderlingenblad merkt
in dat verband Prof. Dr. H. Bouwman op,
dat ,,do voorstelling moet worden afgewe
zen. alsof eigenlijk de gezamenlijke ker
ken verantwoordelijk en aansprakelijk
zijn voor alle pensioenen De plaatselijke
kerken zijn niet afdeelingen van één alge
meen genootschap, maar geheel zelfstan
dig. Wel kunnen de plaatselijke kerken
evenals een gezin in een moeilijken toe
stand geraken. Doch een plataselijke kerk
moet dan trachten eerst eigen finantieele
positie te verbeteren. Is een kerk niet bij
machte hare verplichting na te komen dan
mag en moet zij de hulp inroepen van an
dere Kerken. Deze hulp draagt niet het
karakter van ©ene remlichte i::-7-a£re.
maar van <le Christelijke mededeelzaam
heid. En deze mededeeling wordt niet
ingeroepen voor den gepensionneerde zelf,
alsof hij een gift ontvangt, maar voor de
hulpbehoevende kerk, opdat deze aan hare
verplichtingen kan voldoen.'*
Sassenheimsche Zendingsactie.
Naar ik dezer dagen uit vertrouwbare
bron vernam, zegt Ds. Schilder in de
Bazuin, is men te Sassenheim. op origi-
neele wijze bezig gelden te verzamelen
voor de zending.
De beroemde kerkschepen hebben er
plaats gemaakt voor' zendingsbollen. Men
heeft voor f 1000 pootmateriaal voor bol-
lencultuur aangeschaft (of ik het zoo goed
zeg, weet ik niet, maar de ingewijden ver
staan het wel.) De opbrengst van deze
bollenoultuur is dan voor de zending; en
kan dus in de duizenden verloopen, als ik
den bollenzegen niet al te hoog aansla.
Natuurlijk is de zo bollerigheid niet be
doeld om de gewone bijdrage voor de zen
ding machtig te worden, maar men hoopt
op d&z© manier een extra-bijdrage voor de
zending te kunnen afdragen Die zich er
toe verbonden hebben."zullen van hun land
een gedeeltereserveeren voor de zendings-
bollen Ik geloof, dat deze handelwijze
heel good werken kan en dat de resultaten
voor de zending gewéldig zouden zijn, als
op deze wijze aardappelen en peren en ap
pels on roode kool op dergelijke wijze
werden aangewend. Maar het is natuur
lijk niet uitvoerbaar.
Eon uitvinding als deze moet origineel
blijven. omdat anders natuurlijk naast
zendingsbollen er ook vrije universiteit s-
bolien en theologische-seliool-bollen en zie
kenhuis-bollen en hulpbehoevende-kerk-
bollen en evangelisatie-bollen zouden wor
den aangevraagd, evenals reeds alle
wereldnooden op haar beurt zich hoorden
oplossen door menschen, die eischen, dat
men voor dien eenen nood b v. een sigaar
per dag minder rooken zou. Maar daarom
des to meer hulde aan de origin.ec.le Sas-
semers. zooals ze in de wandeling, meen
ik. heeten.
De Russellianen profeteeren!
Omtrent de beweging der Intern. Ver-
eeniging van Ernstige Bijbelonderzoekers
kortweg: de sekte der Russellianen
schrijft men aan het Hdbl.:
In het tweede deel van zijn „Schrift-
studiën", waarvan de oplage tot 1.673.000
ex. is gestegen, had Russel beweerd, dat
op grond van zijn onderzoekingen in 1914
de veertigjarige oogsttijd ten einde was
en. dan de volgende gebeurtenissen zou
den zijn afgesloten: de tijd der groote
droefenis, de ondergang van Babcl, de val
van den antichrist, de ineenstorting der
wereldrijken, de wederkomst van Christus
de oprichting van Zijn Rijk. de opstanding
en belooning der heiligen.
Maar 1914 kwam en het bleek dat de
groote ommekeer teen nog slechts begon
In een herdruk van de „Schriftstudiën"
van 1 October 1916 stelt Russel deze mis
rekening als een kleine, gemakkelijk te
verklaren vergissing voor Ja, hij beweert
zelfs dat zijn voorspelling een heüzamsn
invloed heeft uitgeoefend en dat de Heere
zijn font. die zeer natuurlijk was. in zegen
had doen verkeeren!
Volgens de jongste publicaties van de
Ernstige Bijbelonderzoekers" zullen de
voorspellingen van Russel nu in den herfst
van 1925 in vervulling gaan.
BINNENLAND
R. K. KWEEKSCHOOL TE HEERLEN.
De N. Venlosche Crt. (r.-k.) zegt, dat
ook de meening in Limburg met betrek
king tot de R. IC. Kweekschool voor vroed
vrouwen te Heerlen van die van minister
Aalberse afwijkt.
In een vóór de gisteren gedane mededee-
ling van den minister aan den voorzitter
der Tweede Kamer geschreven artikel
stelt liet blad o.m. de vraag, .,of de school
niet op esnigszins meer bescheiden voet
kan worden geëxploiteerd", wat dan in de
opdracht aan een commissie van onder
zoek met speciale taak zou kunnen wor
den vastgelegd en, wat een ander onder
zoek zou uitlokken dan het verrichte ac
countantsonderzoek van de Provinciale
Staten van Limburg, van het departement
van arbeid en van l\pt departement van
financiën. Het blad laat hierop volgen:
Daar is nog een reden om. zij het dan
ook voor den minister overbodig, de mo
gelijkheid van zulk een onderzoek te over
wegen.
Minister Aalberse, wien van zeer nabij
Zatordag 6 December 1924
De toegerichte lamp.
Ik heb voor mijnen gezalfde een
lamp toegericht. Ps. 132,17.
In het schemerdonker heilige van den
'tabernakel stond de gouden luchter.
De rustige bleeke vlammen van zijn ze
ven lampen vervulden de geheimzinnige
ruimte met een zrjcht en mild schijnsel,
met een mystieke twik-keiïng, die naiglom
qp liet blinkend goud van den zevenarmi-
gen kandelaar, van het reukof feral laar
en de tafel der toonbrooden.
Deze luchter van het genadeverbond wa3
symbool van het goddelijk licht, waarmee
de Heere inscheen in de duisternis van
Zijn volk, om bestendig te geven verlich
tende kennis en Zijne bondelingen te ma
ken tot kinderen des lichts.
Zinnebeeld1 g zag dat weer op Christus,
die komen zou nis het Licht der wereld, in
Wien de Vader Zijn belofte van den ouden,
dag zou vervullen: Ik heb voor mijn Ge
zalfde een lamp toegericht.
Deze schoone belofte gold in de eerste
plaats Koning David, den gezalfde des
Heeren; maar zij is eerst volle werkelijk
heid geworden in den Messias, Davids
grooten Zoon. op Wiens hoofd de glorie
kroon eeuwig zou bloeien.
Nu is een lamp in de Schrift menig
maal het teeken van den voortduur en
we'stand van een geslacht of familie.
De naam is dan het licht, dat branden
blijft, ook al werden de afzonderlijke le
venslampen gedoofd.
Denk maar aan Job 18: „Het licht der
goddeloozen zal uitgebluscht worden en-de
vonk zijns vuurs zal niet glinsteren. Het
licht zal verduisteren in zijn tent en ?ijne
lamp zal over hem uitgebluscht worden."
Sterft het geslacht, dan gaat do naam in
duisternis onder en wordt vergeten.
Doch hier belooft de Heere, dat Hijzelf
voor Davids geslacht de lamp zal toelich
ten, en verzorgen, haar ril orde houden,
van olie voorzien en brandend^ houden.
Dat de naam van David niet uitgebluscht
zal worden, naar dat er van dien naam
nog in het verre nageslacht licht zal uit
schijnen.
Hoe schoon is dere belofte vervuld in
den Christus.
Lees er Mattheus 1 maar op na, hoe de
God aller genade mot eigen hand de vaak
onrustig flikkerende vlam van het Davi-
d'sch gedacht heeft beschermd, en telkens
versche olie gegoten heeft in de oude lamp,
totdat het Licht van den Christus opging
in de stad Davids.
Een Licht zoo groot, zoo schoon, gedaald
van 's hemels troon.
Deze toegerichte Lamp blinkt niet met
een xpat schijnsel in de kleine ruimte van
een aardsch heiligdom, maar zij staat als
een Vuurbaak in de levensbranding.
Donker en koud is het op de bewogen
zee des levens
Nachten dalen, hooge wat'ren komen. De
stormwind loeft.
Geen kompas wijst, uw arme ziel in haar
nood naar de veilige reede der eeuwig
heid.
Menschen tooveren aan verre kimmen
met fantastisch schijnsel; gelukssteden en
schoone havens liggen daar als wenkende
bel often.
Maar wee den dwazen mensch, die er
der stoven heen wendt.
Het zijn hedriegelijke vuursprankels, die
uitdooven; dwaallichten op een rots, die
uw schip doen stTanden op de klippen
De fakkel dT verlichting, het stralend
schijnsel der schoonheid, het flikkerend
licht van eer eigenwilïigen godsdienst,
wee u, zoo gij er heil van verwachtl
Alleen bij de haven der verlossing staat
de vierbaak, de lamp door God toegericht,
clie schijnt over verre zeeën, en dreigende
dipoten vol doodelijk donker.
Zoek toch, o zondaar, zoo predikt het
evangelie dat licht, d:e eeuwige Gods
lamp, opdat ge behouden wordt.
Hoe rijk is de troost dezer belofte voor
wie geleerd hebben bij het Licht dezer
Lamp bet he'lleduister en het dooclsdonker
te ontvlieden.
Steeds meer zullen zij bij dat heldere
licht hun onreine zonden zien, en aanbid
den de liefde Gods, d'e deze Lamp liet
stralen op hun pad.
Bij dezen heme'sehen luchter wordt de
FEUILLETON
Ds Zegepraal van het Kruis.
41)
„Ach Edithl" riep hij uit, „waarom ver
laat gij den ongelukkige niet, die u in zulk
een vreeselijk ongeluk gebracht heeft? Ik
zou gemakkelijker die verlatenheid kunnen
verdragen, dan uwe edelmoedige onverge
lijkelijke liefde. Neen, dierbaar meisje! gij
moet u om mijnentwil niet meer aan zulk
eene groote droefheid overgeven. Het zou
mijne laatste oogenblikken slechts verbit
teren, daar er voor mij toch geen genade
te hopen is Laat mij dus aan het schrik
kelijk lot over, dat ik maar al te rechtvaar
dig verdiend heblIk zal het niet eer
kunnen dragen voordat gij in veiligheid
zijt, en troost ondervinden zult. Daarenbo
ven voegde hij er bij, terwijl hij de vrees,
welke de gedachte aan den dood, die hem
boven het hoofd hing, zoo ver mogelijk uit
zijn gemoed trachtte te verbannen, „het
Sterven is^ slechts de smart van een oogen-
biik, en bijna even spoedig zullen mijn le
ven en mijne misdaden in de vergetelheid
verzinken."
Edith schudde met haar hoofd, terwijl,
eij nog snikte; maar zij werd belet te ant
woorden door hef gerucht, dat hen waar-
Bchuwde, dat het oogenblik van hunne
scheiding, nu inderdaad aangebroken was.
- „Ik smeek u nogmaals", zeide Eduard,
„naar uwe woning terug te keeren, mijne
Edith! want het is volstrekt nutteloos, dat
gij zoudt trachten mij te redden; en hoe
zoudt gij, arm meisje, zonder bescherming,
aan de gevaren en vermoeienissen van zulk
eene l^nge reis weerstand kunnen bieden?
Mijn oom zal u slechts vloeken, en gansch
Carlisle zal het ongelukkig slachtoffer van
een veroordeelden misdadiger met een hoo-
nend medelijden nazien."
„Indien uw oom," antwoordde Edith
kalm, „inderdaad zoo handelen kon jegens
een arm meisje, wier hart verbrijzeld is,
en die niet voor zich zelve pleit, maar voor
hem. dten zij hem in f, zoo zou de vloek op
zijn eigen hoofd lerugkeeren, en niet mij
treffen. Neen, Eduard! ik vrees voor mij
zelve niets maar luisteri zij komenl"
Toen zag zij naar de deur, en snel de
hand van den gevangene tusschen hare
heide handen nemende, voegde zij er schie
lijk hij: „Vaarwel! moge God medelijden
met ons be'den hebben!"
De beambten traden op hetzelfde oogen
blik binnen en verzochten den heer For
rester hen terstond (e volgen, daar alles
voor hun vertrek gereed was.
Edith, die het smartelijk schouwspel
hem a's met geweld te zien wegvoeren,
scheen te willen vermijden, was op het
punt de kamer te verlaten, toen Ediuard,
niettegenstaande zijn voorgewenden moed,
nogmaals hare hand greep, en uitriep:
„Edith! ga terstond naar Carlisle, en
smeek op uwe' knieën de vergiffenis van
mijnen oom voor mij af. Hij kan mij zulk
een verschrikkelijken dood niet laten ster
ven, en indien hij wil, heeft hij de macht
mij to redden. Ga nu! maar wanneer mijn
vonnis uitgesproken is, kom dan weder bij
mij terug. Ik weet dat gij er niet voor te
rugdeinzen zult, hoo treuri,g onze ontmoe
ting ook zijn moge. Zeg, Edith! wilt gij
mij belooven dat wij elkander zullen we
derzien?"
„Ik beloof u heilig, dat wij elkander nog
eenmaal zullen Ontmoeten," antwoordde
zij. En zonder een anderen blik te wagen,
ging zij de kamer uit.
Na verloop van eenige oogenblikken was
zij op weg naar Carlisle, terwijl de gevan
gene naar Liverpool vervoerd werd, om
daar het noodlottig verhoor te ondergaan.
HOOFDSTUK VII.
Volkomen ongevoelig voor de vermoeie
nissen, die zij reeds ondergaan bad', en die
welke haar nog te wachten stonden, dacht
Edith slechts aan het einde van haTe lange
en treurige reis, en hare gedachten waren
beurtelings met hoop en vrees vervuld.
Zij gevoelde al het gewicht van de snel
heid in eens dergelijke omstandigheid;
de toestand der kweekschool bekend is>
moge voor zich de onmogelijkheid van in
krimping, voorloopïge inkrimping ook, van
de werking der kweekschool uitgesloten
achten, hij weet ook dat de opinie in Lim
burg en in dat deel van Nederland, het
welk met'" eenige meerdere belangstelling
den toestand der kweekschool te Heerlen
volgt, niet geheel met aijne meening
strookt
Waarom zou een deskundige commissie
niet aantoonen. dat, of de meening van
den minister juist is en du» ook zijn casus
positie, of dat er misschien, toch een mo
gelijkheid van exploitatie op kleiner leest
mogelijk wave.
In beide gevallen zou de vrij algemeene
opinie in 't land er door worden, gerectifi
ceerd en gewijzigd.
Nederland—België.
Naar analeïding van hetgeen minister
Van' Karnebeek in de memorie van ant
woord betreffeife de begrooting van
buitenlandsehe zaken heeft geschreven
over de herziening van het tractaat van
1839 tusschen Nederland en. België, schrijft
het Brusselsche blad De Standaard:
„Wij meenen te weten, dat ook onze re
geering genegen is, de onderhandelingen
terug aan te knoopen waar zij in 1920 wer
den onderbroken, en dat er diensvolgene
geen wezenlijk bezwaar meer bestaat op
dit oogenblik om tot een overeenkomst
te komen, zij het dan onder de voorbe
houdingen, welke ook in 1920 virtueel
reeds waren aanvaard van beide zijden.
Deze kwestie ia reeds veel te lang onbe
slist gebleven, zonder dat deze uitstel voor
ons eenig voordeel heeft meegebracht,
noch meebrengen kon."
De Christelijke Amsterdammer.
Het comité van obligatiehouders van do
NV tot Exploitatie van het Christelijk
dagblad De Amsterdammer, heeft inder
tijd besloten, voor de obligatiehouders een
civiele procedure te doen voeren tegen de
commissarissen en oud-commissarissen van
die naaml. vennootschap.
Deze procedure zal gevoerd worden door
mr. Seijnen, te Amsterdam en mr Na
thans. uit 's-Graveuhage. Zij hebben bij
den minister van justitie een request inge
diend, waarin verzocht wordt, van de stuk
ken uit het dossier van de strafrechtelijke
procedure tegen den gewezen directeur
van De Amsterdammer inzage te mogen
nemen en de noodige afschriften te mogen
maken De minister van justitie heeft aan
de heoren mrs. Seijnen en Nathans geant
woord, dat de stukken uit het dossier van
de strafprocedure voor hen ter inzage lig
gen.
Daarop hebben zij aan het comité mee
gedeeld, dat nu binnenkort met de civiele
procedure tegen de commissarissen en oud
commissarissen een beg:"n zal kunnen wor
den gemaakt. Het moet in de bedoeling
liggen, de heeren D Wijnbeek. A. J. Da
Costa, dr B Wielenga en J. F H. Spier
voor de rechtbank te Amsterdam, en mr.
S de Vries Czn en mr. H. Bijleveld voor
de rechtbank te 's-Gravenhage dagvaar
den;
POLITIEDIENST OP ZONDAG.
In „de Wekker" beantwoordt Ds. Geels
een bezwaarden broedor over politiedienst
op Zondag. Ds Geels schrijft er het vol
gende over:
Allereerst is het de vraag: .,is het ambt
van politie-agent een goddelijk beroep?"
En dan zal het moeilijk vallen dit te ont
kennen. De politie staat in dienst der over
heid, die als Gods dienares over het le
ven en bezit barer onderdanen heeft te
waken „De schilden der aarde zijn Go-
des" (Ps. 47: 10) Of deze onderdanen nu
kinderen Gods zijn of wel wereldlingen
vromen of goddeloozen doet niets ter zake.
Een beroep op 2 Kron. 19: 2 is in dit- ver
band niet juist. Daar veroordeelt God
't saamgaan van Josafa met Achab, waar
voor geen geldige reden besfond, dat was
een vrijwillige daad. waartoe niets hem
verplichtte. Maar kts anders is het, als
de overheid haar zorg aan onderdanen
zou onttrekken, omdat ze goddeloos rijn.
Ook jegens God heeft ze de roepmg te
waken, zoowel over het leven der Konin
gin, als over dat van den felsten com
munist. Ook het leven van hen. die naar
God niet vragen Zijn Woord niet achten
ligt voor rekening van de overheid. God
onttrekt immers ook niet Zijn liefdezorg
aan e>en wereld, die in het booze ligt. Tot
do taak van beveiliging wordt de poü'ie
geroepen, en kan ook een Christen zijn
krachten geven. In verband met dezen
tijd van revolutie is de vraag gewettigd:
,.is het niet jammer dat. er zoo weinig
ieder oogenblik scheen haar een uur toe.
In dezen gemoedstoestand had het onge
lukkige meisje alle gevoel voor persoonlijk
lijden verloren. Na nacht en dag doorge
reisd te hebben, bereikte zij Carlisle, ter
wijl zij slechts zooveel rust en voedsel nam
a's volstrekt noodig was om hare wegzin
kende krachten op 1e houden.
Op de plaats barer bestemming gekomen,
vroeg men haar, 'waar zij begeerde ge
bracht te worden: nu ontzonk haar het
hart, en voor de eerste maal beefde zij bij
de gedachte aan de moeilijke zending, dte"
zij te vervullen had; maar het was slechts
de vrees van een oogenblik het leven
van Eduard stond op liet spel, en. al het
overige vergetende, verzocht zij, dat men
haar terstond naar den heer Forrester zou
geleiden.
Hare gesctr'edenis was spoedig verhaald
on de goede cude man, die slechts eenige
uren te voren het verraad van zijnen neef
vernomen had, was te diep met haar be
wogen, .om haar hard te bejegenen; want
hij beschouwde haar veeleer als het
slachtoffer van Eduard dan a's de mede
plichtige aan -zijne misdaad. Hij verzocht
haar getroost te wezen en wat mst te
nemen, terwijl hij haar zijne bescherming
beloofde, totdat zij veilig naar hare moe
der kon teruggebracht worden. „Wat dien
ondankbaren iongen betreft," voegde h'i er
bij, k.hij verdient opgobanscen te worden:
ONZE WEEKAGENDA.
De bedoeling van deze agenda is te voor
komen dat twee vergaderingen op één
avond vallen en daardoor mislukken.
Alle Christelijke vereenigingen uit Lei
den en omgeving kunnen hiertoe me
dewerken. door zoodra een openbare ver
gadering is vastgesteld daarvan aan ouze
redactie kennis te geven en bij het vast
stellen van vergaderingen met deze agen
da rekening te -houden.
8 December Herdenking lb-jarig be
staan Ned. Ghr. K., H.-Bedienden in de
Nufszaal te Leiden.
9 D.eeember. Vergadering „Patrimo
nium" Sasseuheim.
11 December. Comité voor winterle-
zingen. Leiden. Spreker Ds. L. D. Poot
van Amsterdam.
12 December. Concert Kathleen
Parlow.
15 December. Vergadering Hulp-
vereen. Geref. Zend. Bond „Leiden-"
16 December. Java-Comité. Zending*
bidstond Oosterkerk.
17 Dec. Ned. Chr. Reis-Ver. te Leiden.
Fi:m van Noorwegen.
18 December Vergadering Chr Best.
Bond Leiden. Lezing en demonstratie ra<
dio-telefonie.
26 Dec. Uitvoering Chr. Zang-Ver
een „Zingt den Heer" in de Geref. Kerk
te Noordwijk a. Zee.
510 J a n n a r i Leiden. Week d ei
gebeden.
13 Januari Vergadering „PatrimonU
nm" Sassenheim.
15 J a n u a r i. Vergadering Chr Be
sturenbond. Spr de heer J B. H. Groten
huis
21 Januari Comi'é voor wfnterlerin-
gen. Leiden. Spreker Ds. J. Domna van
's-Gravenhage.
23 Januari ,,Con Amore" Leiden. Uit
voering: Jefpta und seine Toch ter
29 Januari. Leiden. Lezing Dsvan
Nes met lichtbeelden.
30 Januari. Concert Rosé Kwartel.
9 Februari. Vergadering Chr. Be
sturenbond. Spr. de heer R. Znidcma-
10 Februari. Vergadering „Patrimo
nium" Sassenheim.
12 Februari. Comité voor winterle-
zingen. Leiden. Spreker Ds. D. A. v. d,
Bosch van 's-Gravechage.
20 Februari. Concert Harriet van
Emden.
20 Februari. Vergadering Chr. Be
sturenbond. Spreker Ds. P. N. Kruijswijk
van Voorscholen.
10 Maart. Vergadering ..Pntrimownm*
Sassenheim.
19 Maart. Ccmité voor wiuterlezm-
gen, Leiden. Spreker Ds. G. Wisse vau
Arnhem.
christenen bij de politie zijn?" In onze
veelbewogen dagen. waarin gepoogd
wordt de van God gestelde machten om
te werpen, heeft de overheid behoefte aan
vertrouwensmannen, die zich door Gods
Woord gebonden weten Natuurlijk, als
iemand zich bij de politie wil voegen, heeft
hij voor Gods aangezicht te> onderzoeken,
of de Heere hem daartoe roept. Dan dient
niet allereerst de vraag te z'jn, verbeter ik
daardoor mijn levenspositie maar dan
moet. de drijfveer zijn cm God in. dat ambt
te dienen. Zoo staan de zaken toch? Man»
dat heeft niet alleen een politie-a-gent f e
onderzoeken, maar toch zeker een ierlcr^
in wat betrekking hij ook geplaatst is
Natuurlijk mist een politic-agent zijn
bewegingsvrijhe:"d op Zondag En voor ve
len is het dan ook een gedurige kwelling,
zoo vaak verhinderd te zijn, op te gocn
naar Gods huis. Maar 't kon niet aa'ers:
de boosheid houdt geen sabbathsrust. F.i
nu gaat het toch maar niet. de boosdoe
ners op Zondag maar den vrijen teugel e
laten, opdat de politie-agerten naar de
kerk kunnen gaan. Vergeten we niet dit
de godsdienst niet alleen tot- de s'.a;n-
komst in de kerk beperkt is Een verjile
ster, die den kranko verpleegt, lean dau
in niet minder den Heere dtenen dau <.!e
gemeente in Gods huis Zoo ook een po-
litie-agent, die in het verrichten van zijn
werk allerminst Tiet Sa hba tbs-gebod over
treedt.
En dat een agenl zelf» dienst bij c-n
bioscoop moet verrichten, ligt voor. do
hand. Ook hier dient- de overheid te wa
ken voor naleving der burgerlijke wétten.
Maar een ieder, die naar het ambt van
politic-dienaar staat, heeft wel ernstig cl
deze dingen te overwegen; veel moer 1:
opofferen, maar beeft hij evenwel toch d#
vrijmoedigheid dat ambt te brkleeden. hij
doet dat. als dienende ook hierin der,
Heere Christus
waartoe zou het hem dienen gered fe we
den? Indien hij duizend levens had. J
zoti ze allen bezoedelen, en eindelijk op do
galeien terecht komen!" Dif zeggende»
Pep de heer Forrester met groote schreden
de kamer op en neder, om do ontroering
zijner ziel te verbergen, tcrw;j! hij zijne
blikken van Edith afwendde, daar het ge
zicht van hare droefheid hem pijn deed.
„Ach! indien gij hem gezien hadt. zoo a's
ik hem gez'en heb." riep Edith uit. g j
zoudt barmhartiger in uw oordeel jegen?
een uwer medeschepselen zijn: gij zond»
hem vergeven, gelijk gij hoopt on den he
mel vergiffenis te bekomen Red hem. o.
red hem! ik smeek het u! om uwer zie*4
wil; want, bedenk, dat de s huhlige meet
behoefte heeft te leven dan hij. die n:et be
vreesd behoeft te zijn om voor den rechter
stoel van God te versch'inen Laat hem dan
leven, opdat hij zich bekeere, en eenmaal
zal de dag aanbreken, dat gij u verheugen
zult over de verloste ziel van hem, die ir
nu smeekt genade voor hem te verwerven.
fWorïl v vvolgd).