Dagblad voor Leiden en Omstreken. NIEUWE ABOHBSEKÏESSTSPitSJS f in Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f 2.50 Per week f 0-19 Franco per post per kwartaal f 2.90 5de JAARGANG. - VRIJDAG 5 DECEMBER 1924 No. 1381 Bureau: Hooigracht35 Leiden - Tel. Int. 1278 Postrekening 58936 Vit nummer bestaat nH twee bladen* V Vrijheidsbond en bezuiniging. .Wij hebben reeds meermalen gelegene beid gehad do aandacht to vestigen op de eigenaardige houding door den Vrijheids bond ten opzichte van het bezuinigings- vraagatuk in de Tweede Kamer aangeno-? men. Bij de behandeling van de Onderwijsbe- grooting heeft M r. Rutgers hieromtrent rake opmerkingen gemaakt, die wij onze lezers niet willen onthouden. „Ik zou niet aldus de heer Rutgers 5— het woord gevraagd hebben, ware ik niet daartoe genoopt door enkele sprekers, 'die mij zijn voorafgegaan. Ten eerste door hetgeen mejuffrouw Westerman in het midden heeft gebracht. Deze heeft gespro ken over de houding van de leden van den Vrijheidsbond tegenover de bezuiniging op onderwijs. Het komt mij voor, dat dit onderwerp 2cker de moeite van het bespreken waard is. Ik hen het er mede eens, dat de mate van vertrouwen, die een partij bij het Ne- 'derlandsche volk verdient, ook afhangt van den ernst, die gemaakt wordt met de bezuiniging. Wanneer aanleiding gevonden wordt om de houding van een bepaalde po litieke partij ten aanzien van de bezuini ging op het onderwijs te bezien, meen ook ik dat daarvoor wel reden kan rijn. Dit bleek reeds nit hetgeen door mij bij 'do algemeen© beschouwingen over de Staatsbegrooting is gezegd. Maar ik moet betwisten, dat ik mij toen aan verdachtmaking heb schuldig gemaakt. Ik heb mijn meening ronduit uitgesproken en wil dio herhalen. Ik beticht den Vrijheidsbond ten aanzien van de bezuiniging op onderwijs van een tweeslachtige houding; ik leg hem ten Taste, dat hij een groot woord voert, maar in gebreke blijft, wanneer het op daden aankomt, en voorts op den voorgrond stelt oen punt, finaccieel van secundair belang, maar dat schijnt geacht te worden als wa pen te kunnen dienen. Dat de Vrijheidshond een groot woord voert, is natuurlijk hier in de Kamer hekend genoeg. Misschien is het meest éclatante voorbeeld wel, dat de heer Dresselhuys bij de algemeene beschouwin gen over de Staatsbegrooting bet vorige jaar verklaarde, dat men de feiten toch oenigszins onjuist voor zich. moet hebben, indien men zou meonen, dat een bezuini ging van 12 Yi mililoen op het onderwijs al zoo groot zou zijn, dat ooit -een Minis ter zou kunnen optreden in Nederland, die mot geringer eischen zich zou tevreden stellen. Als^het op woorden aankomt, kan men op den ^Vrijheidsbond rekenen. Maar waar het op daden aankomt, is het anders gesteld. Do groote bezuiniging moet, mejuffrouw JVesterman wees er te recht op,, worden gevonden in een andere verhouding van het aantal kinderen tot dat der onderwij zers. Nu hebben wij tweemaal voorstellen tot bezuiniging gehad van de Régeering, bij 'do zoogenaamde technische herziening van de Lager-onderwijswet en bij de jongste herziening van de Lager-onderwijswet en 'de Leerplichtwet, en beide koeren heeft de ^Vrijheidsbond gestemd tegen het voorstel van de Regeering om het aantal leerlin gen per onderwijzer te vermeerderen. Wanneer de leden van den Vrijheidshond hun zin hadden gekregen, waren die voor stellen dus verworpen geworden. Zoo vaak de Vrijheidsbond tot daden "wordt geroepen in zake bezuiniging, is hij in gebreke gebleven. Hiermede kan ik volstaan. En het rap port van de commissie uit den Vrijheids bond in zake bezuiniging 'op het onder wijs heb ik er eigenlijk ook niet hij noodig. Mejuffrouw Waterman heeft dit rapport zelf in de Kamer geïntroduceerd; reeds voordat het verschenen was, heeft zij met de drukproef in de hand daaruit geciteerd. Maar nadat het rapport verschenen was, is het stil onder de tafel geraakt en heeft men er niet meer van hooren spreken. Thans verklaart mejuffrouw Westerman, dat hel een doode brochure is. Ik heb er geen bezwaar tegen, wanneer de Vrij heidsbond zich voor dat rapport schaamt, om er verder niet meer over te spreken." Terecht kwam Mr. Rutgers lot do con clusie dat op het punt van bezuiniging bij het onderwijs do Vrijheidsbond wel heeft een groot woord, maar te kort schiet in de daad, en dat. op dit punt de Vrijheidsbond het vertrouwen van het Nederlandsche volk niet verdient. STAS2S3HEUWÜ. Herv. (Geref.) Staatspartij. Gisteravond hield voor de afd. Leiden van deze partij Ds. P. J. Roscam Abbing, Ned. Herv. Pred. te Amsterdam, een rede over Openb. 17, zulks in aansluiting aan hetgeen zijn collega Ds. van Leeuwen van Arnhem onlangs over Daniël 7 had ten beste gegeven. De vergadering stond onder leiding van den heer G. Bloot, die zingen liet Ps. 79: 4, las 2 These. 2, voorging in gebed, de aanwezigen welkom heette en daarna het woord gaf aan den Spreker. Ds. Roscam Abbing begon met als inleiding tot zijn onderwerp het een en an der to zeggen over 2 Th ess. 2. Wie is de mensch der zonde, de zoon des verderfs, waarvan in dit hoofdstuk ge sproken wordt? Dat is de Antichrist, maar wie is die Antichrist? Hieromtrent bestaan 4 voorstellingen: lo. de populaire, dat de Antichrist zou zijn een buitengewoon geslepen, goddeloos persoon, die zich meester maakt van het grootste deel van de wereld; men denkt daarbij gewoonlijk aan een Jood; 2o. een zoon uit een huwelijk van Sa tan met een begaafde vrouw op aarde, die zich daartoe leenen zal uit haat tegen het rijk Gods; dit is de incubatie-theorie, spe ciaal in Engelsche hoeken geleerd; 3o. een persoon, die uitblinkt in religie en door zijn godsdienstige kennis, invloed, talenten de menschen onder zijn beslag zal brengen; deze opvatting is door Dr. Kuyper in „De Engelen Gods" verdedigd; 4o. niet een bepaald persoon, maar meer een verzameling van begrippen: de geest die zich vierkant verzet tegen Chris tus en zijn rijk. Het zal welmiemand verwonderen, dat Spr. dien geest het allermeest ziet in den persoon van den paus van Rome. Want zegt Spr. de zonde woedt zich niet uit in drankmisbruik of hoererij, doch daarin, dat de mensch zich wil ver goddelijken, wat het hevigst openhaar wordt in den persoon van den paus. Spr. las vervolgens Openb. 17:16. waar wij lezen van een merkwaardige rijdster op een zeer merkwaardig dier. Durvan we dat nog in het openbaar te zeggen, vraagt Spr., wie dat is, die groote hoer? Spr. heeft den moed het te zeggen: het is do kerk van Rome. En zij is de moeder der hoererijen, dus zij' heeft dochters, en dat zijn alle afgeval- Ten kerken, die loochenen, dat Christus in het vleesch is gekomen en „dus" in begin sel een zijn met de leer van Rome. Vervolgens gaf Spr. Rome de schuld van de meest verschillende dingen, van het vermoorden van „millioenen" martelaren, van het feit, dat in het vruchtbare Lim burg de menschen toch niet rijk zijn, van den ontzettenden vrede van Versailles, die bet werk is van „den Jezuïet Erzberger', enz. enz. Daarna las Spr. de volgende verzen van Op. .12, waarna gezongen werd Ps. 65:3. -;li De macht van Rome,.gjng Spr. voort, heeft lijden gehad, dat men zou denken: het is er geweest ,doch het leefde weer op. Het zal blijven tot kort voor de weder komst van Christus, dan zal de Heere zelf het ombrengen. Staatslieden hebben tevergeefs beproefd, een Pinde aan haar macht te maken, b.v. Napoleon en Bismarck. Doch de Roonische kerk heeft het gewon nen. In Duitschland heeft de Centrums- partij, d.w.z. de Roomscli-Katholieke Staatspartij, de socialisten aan haar macht onderworpen teneinde de Protestantsche kerk en het Protestantsche vorstenhuis er onder to krijgen! Spr. zette vervolgens aan de hand van „oen verklaarder", dien hij er op nage zien had, uiteen, wat de verschillende on derdelen van de voorgelezen verzen be- leekenen, wat hij weer met allerlei „historische" bijzonderheden, dikwijls zeer origineel nader toelichtte. Het. meest frappeerde ons daarvan het verhaal van de ..bedriegerij" in de Novem berdagen van 1918v. Nadat Spr. eerst uit geroepen had: „was er maar wat meer revolutie gekomen, dan was de toestand veel gezonder geworden", verhaalde hij van den „handigen" Roomschen priester, die op de treeplank van het koninklijk rij tuig sprong en het prinsesje aan het volk toonde, daarmee willende zeggen: „Het Oranjekind is veilig in onze armen." Maar het is daar niet veilig, riep Spr. uit, want na de Hohenzollems staat Oran je op 't lijstje. In onze dagen zit die vrouw nog op het beest, maar t kan niet zoo lang meer du ren, acht Spr., want de wereld is net een kokende ketel, men denke aan den „bolsje- wiekiscken" geest en het machtsvertoon van Rome. Hoe het einde van Rome zal komen, wist Spr. nog niet precies aan te geven, maar hij dacht dat het wel eens zou kunnen ge beuren, dat de z.g. democraten, die door Rome zijn misbruikt, zullen gaan merken, dat ze „bedot" zijn en dan vertoornd tegen haar zullen worden. Spr. eindigde met het doel der door hem voorgestane „beweging"- aan te geven, waarbij het niet gaat om allerlei macht en om mannetjes in de Kamer en den ge meenteraad, maar. om in hescheiden- heid te getuigen voor de waarheid en de gerechtigheid Gods tegen leiigenl'eer en verblinding. Onze kerk aldus Spr. heeft wel een belijdenis in art. 36, doch geen mond om die uit te spreken, daarom is er een groepje menschen, die daardoor gegrepen in hun geweten roepen: „Land, land, hoor des Heeren woord", teneinde op die wijze hun geweten te ontlasten. Do voorzitter dankte den Spreker voor zijn heerlijk en ernstig woord, waar na de druk bezochte vergadering gesloten werd met dankzegging en het zingen van het laatste vors van Ps. 98. Patrimonium. Gisteravond hield de afd. van „Patrimo- nium"een, de omstandigheden in aanmer king genomen, goed bezochte vergadering, •onder leiding van den 2en Voorzitter, den heer H. G. de Jong. Nadat enkele zaken van huiskoudeiijken aard waren behandeld, hield de heer J. v. d. Meeberg een inleiding over het onder werp: „De oisck der solidariteit". Spr. deed uitkomen hoe voor ons Chris tenvolk eenheid eisch is niet alleen, maar •ook mogelijk, waarom het onze taak is die eenheid te bevorderen. In de practijk zien wo daarvan echter vaak zoo weinig. De Christelijke solidariteit komt nog zoo wei nig uit. Het goud is menigmaal verdon kerd. Als wij moeten staan als één man, te genover den geest der eeuw, toonen velen zich ongevoelig en geven zij blijk het ge voel van solidariteit te missen. Waar is de saamkoorigheid, den Christen zoozeer ge- ADVERTENTIE-FRSiS Gewone advertentiën per regel 22* ceut. Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief! Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden dagelijks geplaatst ad 50 cent. boden b.v. ten opzichte van het organisa tieleven en de Christelijke pers. Het eerste wordt menigmaal verwaar loosd, terwijl velen wat do pers betreft, aan neutrale bladen de voorkeur geven, zonder to letten op den verderfelijken in vloed die daarvan uitgaat en de moeite en zorg die do onzen zich getroosten om de Christelijke pers aan haar doel te doen beantwoorden. Met klem wees Spr. op de taak die de algemeen sociale bonden te dezen hebben, in tegenstelling met de vakorganisaties, waarbij er de nadruk op werd gelegd, dat deze beier aan haar doel zullen beantwoor den, wanneer ze alle rangen en standen omvatten. In verband daarmede, pleitte Spr. ook voor schrapping van het. woord „werklieden" in den naam van het Ver bond. Op deze leerzame inleiding volgde een geanimeerde discussie. De dank door den Voorzitter aan den inleider gebracht was tenvolle verdiend. De thuisblijvers hebben veel gemist. Eén nieuw lid kon worden ingeschreven. Prof. Mr. J. C. van Oven. Bij Kon. besluit van 29 November is be noemd aan de Rijksuniversiteit alhier ill de faculteit der rechtsgeleerdheid, om on derwijs to geven in het Romeinsch recht en zijne geschiodenis, tot gewoon hoog leeraar mr J. C'. van Oven. thans hoog leeraar aan de rijksuniversiteit te Gronin gen. met toekenning van eervol ontslag uit laatstgenoemde functie. Afscheid S. v. Groningen. De heer S. van Groningen wien eervol ontslag is verleend uit zijn betrekking van hoofdlceraar aan de muziekschool der maatschappij voor Toonkunst en die zich metterwoon te Lawn gaat vestigen, zal door do Maatschappij op Zaterdag 13 de zer in den Leidschen Schouwburg een af scheidsconcert worden aangeboden, waar op door Mej, Mia Peltenburg (zang), den heer C. Oberstadt (piano) en het Haagsch Strijkkwartet (Swaap-Poth-Dévert. van Isterdael) uitsluitend werken van Van Gro ningen zullen worden uitgevoerd. Padvinders. De „Leidsehe C. J. M. V Padvinders" zullen ter gelegenheid van liet 2-jarig be staan van Troep I op Donderdag 18 dezer, in de „GraanbeiuV een uitvoering geven. De heer O. v. d. Keur alhier slaag de voor het examen, vanwege de muziek school der Maatschappij v. Toonkunst tot het geven va'n theoretisch zangonder- wij». De heer F. W. E. de Haan Pzn.., al hier dio onlangs slaagdo voor de acte M. O. Licli. Oefening, is door den gemeen teraad van Amsterdam benoemd tot on derwijzer in do Lich. oefennig aan de Openb. L. scholen aldaar. De dames W. F. v. d. Noorda en J. A v. d Made alhier slaagden voor het klerk-examen voor het Departement van Alg. Bestuur. Mej; B v. Essen behaalde het eind diploma van het Kon Conservatorium te 's-Gravenhage, voor piano-solospel (met onderscheiding.) Door den penningmeester van de Commissie van Administratie der Geref. Kerk alhier, werd ons ter hand gesteld een bedrag van f 2.50 met bijschrift „Steun- abonnement ~N. Leidsche Crt., niet-abon- né" gevonden in de collecte van j.l. Zon dag. Voor deze eigenaardige gift zeggen wo den gever (ster) vriendelijk dank. Wij zijn voor een dergelijk steimabon- nemont natuurlijk erkentelijk, maar moe ten toch den geachten „niet-abonné" ver zoeken, zoo spoedig mogelijk abonné te worden. c Liever krijgen we er 100 wezenlijk! abonnés bij, dan 500 steunabonnementefl? van n i e t-abonné?s. 3 De kracht van beteekenis van ons plaat/ selijk dagblad zit niet uitsluitend in iinan* cieelen steun, maar voornamelijk in de dooj haar gepropageerde beginselen, welke uifa gedragen moeten worden op heel het bree**; de levensterrein. Daarvoor to arbeiden is de taak vaag ieder die het wel meent met de doorwerk king onzer heilige beginselen. BIBiglEIBLAÜD Subsidies voor Werkverschaffing. In de Memorie van Antwoord aan d! Tweede. Kamer deelt de Minister vaff Binn Zaken mede, dat het hem niet bar' kend is, dat in sommige gemeenten cr&' sia-werkloozen direct naar de werkver* Bchaffing worden verwezen. Een dergelijk- systeem zou hij minder juist achten in dien den werkloozen geen voldoende gelö* genheid wordt gegeven zelf werk te zoen ken. Wat betreft de wijze waarop de Minis ter inzake werkverschaffing tegen ge meentebesturen meent te moeten optreden! merkt de Minister o.rn. op dat de loonenl bij de werkverschaffing zóó dienen to zijni dat z© voldoenden prikkel geven om do te- werkgestelden naar werk in heb vrije be drijf te doen omzien,. Terecht zou men er de Regeering een ernstig verwijt van kun nen maken indien ze steun verleent aan' een gemeente dio maatregelen treft, ten gevolge waarvan de omvang der werkloos heid toeneemt. De meening van verschillende loden dat» het loon bij d© werkverschaffing over het algemeen te laag is. kan do Minister niet deelen. In 't algemeen zijn ze eer te hoog dan te laag. De Minister let niet alleen op hetgeen uit economische overwegingen toelaatbaar is doch ook op hetgeen yoob het noodzakelijk levensonderhoud der be trokkenen onmisbaar is. De toestand in Drente heeft de voortdu rende aandacht van den Minister. Voor Drente wordt gedaan, wat rodel ij kcrwijzfl gedaan kan worden. De tot dusver voor Drente getroffen maatregelen zijn er zoo veel mogelijk op ingericht, de bestaans-. voorwaarden voor de vervening, don land en tuinbouw en van industrieën gunstige* te maken Het initiatief tot het vestigen van industrieën moet van particuliere zijde uitgaan De Glindhorst. Ziezoo, de Glindhorst is weer os op 't tapiit, zegt het Fr. Dagblad. Men weet dat dit de stichting is waar o.m. kinderen die uit do ouderlijke mach( ontzet zijn in gezinnen worden onderge* bracht. Natuurlijk z:jn er onder die knap pen en meisjes „prentenboekjes", die men niet zoo heel gemakkelijk kan regeeren. 't Zal er misschien wel es 'n keer spo* ken. Er zijn er op de „Glindhorst" een goeie driehonderd van dio knapen die er kunnen zijn. Gelukkig zijn er ook heete lieve en gehoorzame kinderen onder. Dank zij mede de zorg en liefde der pleegouders. Maar de „Oproerige Krabbelaar" uit „Het Volk" heeft ook geruchten" gehoord en is er onmiddellijk hij om den Minister vragen te stellen.' Een pier te Zandvoort? Eenige jaren geleden bestonden ©r plan» ren om to Zandvoort een pier te bouwen Door verschillende omstandigheden hebben die plannen toen geen voortgang gehad. Thans vernemen wij. dat er opnieuw be sprekingen zijn gevoerd cm te zien, of niet tot een uitvoering van hot plan gekomen kan worden. FEUILLETON' De Zegepraal van het Kruis. 10) I O! ik zou integendeel mij ver van hem «villen verbergen, want hij zal mij tot op fict schavot - vervloeken! Ach, zijn hart anoet wel verbrijzeld geweest zijn, toen, hij vernam, hoezeer ik mij tegen hem vergre pen heb. En echter was het geenszins mijn voornemen hem te benadeeïen," voeg- do Forrester er bij, tevergeefs trachtende cenige verzachting voor de kwellingen van rijn geweten te vinden, „want ik heb jslechts zooveel geltl weggenomen als noo dig was om mij te redden; hij kon door dat verlies niet lijden." „Gij hebt inderdaad zwaar gezondigd," icicle Edith nadenkend, terwijl zij nauwe- 3ijks acht gaf op die laffe drogreden, want de gansche waarheid kwam haar nu voor den geest; „die brief, en hetgeen hij be vatte was dus valsch! Eduard! Eduardl |-,ihoe hebt gij u zeiven zoo kunnen mislei den, en zulk een schandelijk bedrog jegens mij plegen?" I „Het zijn die vervloekte spelers, wier schelmerij mij tot die misdaad gebracht .eG; zij zijn de oorzaak van mijnen val en ondergang: zij zijn het, die mij aange- spoo'v'. hebben dien dien noodlottigea valscben wissel te maken, om de schande te ontkomen, waarmede mijne vele schuld- eischers mij bedreigden. Ach! zoo wij deze gerechtsdienaars slechts nog één dag hadden kunnen ont gaan, zoo waro ik gered geweesten gij!Maar het haat niet te denken wat dan zoude geweest zijn. De dood is nu on vermijdelijk; God geve mij kracht hem als een rnan tegemoet te gaan!" »Gij vraagt daar eéne gunst, die voor iemand, wélke zich in het aangezicht van den dood bevindt, eigenlijk nutteloos is. Maar ach! Eduard, indien ik wist, dat gij den dood als een Christen tegemoet wil- det gaan, zoo zou ik met blijdschap uw graf bezoeken, en ik zou hot vonnis zege nen, dat u uit eene wereld, als deze is, weggeroepen heeft! ïk doe u nochtans geen verwijtingen; want ook ik heb God verla ten, en het is rechtvaardig dat Hij mij nu ook verlaten heeft. Ja, mijn arme Eduard! ik ben zelfs schuldiger dan gij. Ik heb de vrome voorschriften cener Christelijko moeder veracht, en ilc heb met do heilzame waarschuwingen mijner zachtmoedige Helena .gespot. En nu ac.h! wat zou ik niet willen geven, om haar gelijk te zijn, die ik zoo dikwijls gesmaad en uitgelachen heb, om een kind Gods, te zijn. Edith had daar de suaar aangeroerd, die de feeders te aandoeningen der natuurlijke genegenheid opwekt. Op eens stond de woning harer kinds heid haar weder voor den geest; en tever geefs wenschte zij weder een kind te mo gen worden, om dat goede deel te kiezen, dat zij zoo treurig verworpen had. Zij -wrong hare handen, en in de bitter heid der verwijtingen, welke zij zich zelve deed, stortte zij zulke bittere tranen van droefheid en berouw, dat, hoewel zij geen enkel woord kon uitbrengen, ten einde om genade te smeeken. Hij, die met medelij den op alle menschen nederziet, echter hare droefheid aanzag, en haar kracht schonk, om de moeilijke plichten van dit uur van beproevingen te volbrengen. Haar hart, door de tranen verlicht, en versterkt door de inwendige overtuiging, dat God haar berouw en hare vurige begeerte om het pad der zonde te verlaten, zooveel hare zwakke pogingen zouden vermogen, aan nam, besloot zij zich aan de vernedering te onderwerpen, naar hare moeder terug te lceeren, hoeveel opoffering dit hare eigen liefde ook kosten mocht; maar alvorens dit te doen, wenschte zij eerst de vergiffenis to verwerven voor hem, wiens leven te noodlottig aan haar eigen geluk verbon den was. Het hart ontzonk haar evenwel, nu zij Eduard de hand gaf ten teeken van vol komen vergiffenis; want zij kon het denk beeld niet verdragen, heip misschien voor altijd te verlaten, en dat wel op een oogen- blik, waarin hij de teederheid van een lief hebbend hart het meest noodig had. „God weet," zeide zij, „hoe hartelijk ik u bemin, en hoeveel medelijden ik met u heb; en indien het pleiten eener vrouw u redden kan. dierbaarste Eduardl zoo zult gij gew's niet sterven! Ik ga nog he den naar uwen oom; misschien zal hij mij aan de deur afwijzen, en mij zeggen, dat ik hem en u tot een vloek geweest hen, maar hij zal mij niet eene gunst weigeren, waarvan uw dierbaar leven afhangt; en in dien hij een Christen is, zoq zal hij, of schoon het slachtoffer zijnde, ons die hem beleedigd hebben, vergeven, en het bloed sparen van Hier begaf haai' de stem, en Eduard werd zoo h'eek. dat zij den moed verloor, opnieuw van hunne scheiding te spreken, maar zich bezinnende dat zij schielijk handelen moest, trachtte zij hare hevige ontroering te bedwingen, en vervolgde: „Kom, Eduard, wij moeten scheiden, maar laat ons hopen, dat deze poging door een gelukkig wederzien zal bekroond wor den. Vaarwel dan! bid voor u zeiven en voor mij, Eduard! en herinner u, dat God lankmoedig is, en dat Hij ons zuchten hoort." Daarop ging rij naar do deur, om zich weg te maken eer haar gevoel nogmaals hare betere voornemens mocht aan het wankelen brengen; maar, helaas! de deur week niet voor de drukking harer hand; zij was op slot. Voor de eerste maal ge-» voelde zij, dat Eduard waarlijk een ge-» van gene was. Aldus door een onverwacht be'etsel Ie-* ruggehouden, keek zij beschroomd om, en ontmoette do oogen van haren geliefde, die met zulk een onbeschrijfelijke uitdrukking van angst op haar gevestigd waren. zon-« der dat hij er z:cH zeiven van bewust scheen te zijn, dat zij het niet langer kon verdragen. ZLj viel op een stoel naast li cm neder, en schreide met al de bitterheid van oeu hart, dat dreigt te bezwijken. Eduard werd eindelijk door de hevigheid van haar snikken tot de werkel'jkheid ven hunnen torstand teruggeroepen, het scheer, hem toe, a's had h'j in zijne ijlhoofdigheid, c-en vr^cs.-ijken drcom gehad. vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 1