Dagblad voor Leiden en Omstreken.
NIEUWE
ABOHBSEKÏESSTSPitSJS
f in Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal f 2.50
Per week f 0-19
Franco per post per kwartaal f 2.90
5de JAARGANG. - VRIJDAG 5 DECEMBER 1924 No. 1381
Bureau: Hooigracht35 Leiden - Tel. Int. 1278 Postrekening 58936
Vit nummer bestaat nH twee
bladen*
V Vrijheidsbond en bezuiniging.
.Wij hebben reeds meermalen gelegene
beid gehad do aandacht to vestigen op de
eigenaardige houding door den Vrijheids
bond ten opzichte van het bezuinigings-
vraagatuk in de Tweede Kamer aangeno-?
men.
Bij de behandeling van de Onderwijsbe-
grooting heeft M r. Rutgers hieromtrent
rake opmerkingen gemaakt, die wij onze
lezers niet willen onthouden.
„Ik zou niet aldus de heer Rutgers
5— het woord gevraagd hebben, ware ik
niet daartoe genoopt door enkele sprekers,
'die mij zijn voorafgegaan. Ten eerste door
hetgeen mejuffrouw Westerman in het
midden heeft gebracht. Deze heeft gespro
ken over de houding van de leden van den
Vrijheidsbond tegenover de bezuiniging op
onderwijs.
Het komt mij voor, dat dit onderwerp
2cker de moeite van het bespreken waard
is.
Ik hen het er mede eens, dat de mate
van vertrouwen, die een partij bij het Ne-
'derlandsche volk verdient, ook afhangt
van den ernst, die gemaakt wordt met de
bezuiniging. Wanneer aanleiding gevonden
wordt om de houding van een bepaalde po
litieke partij ten aanzien van de bezuini
ging op het onderwijs te bezien, meen ook
ik dat daarvoor wel reden kan rijn.
Dit bleek reeds nit hetgeen door mij bij
'do algemeen© beschouwingen over de
Staatsbegrooting is gezegd.
Maar ik moet betwisten, dat ik mij toen
aan verdachtmaking heb schuldig gemaakt.
Ik heb mijn meening ronduit uitgesproken
en wil dio herhalen.
Ik beticht den Vrijheidsbond ten aanzien
van de bezuiniging op onderwijs van een
tweeslachtige houding; ik leg hem ten
Taste, dat hij een groot woord voert, maar
in gebreke blijft, wanneer het op daden
aankomt, en voorts op den voorgrond stelt
oen punt, finaccieel van secundair belang,
maar dat schijnt geacht te worden als wa
pen te kunnen dienen.
Dat de Vrijheidshond een groot
woord voert, is natuurlijk hier in de
Kamer hekend genoeg. Misschien is het
meest éclatante voorbeeld wel, dat de heer
Dresselhuys bij de algemeene beschouwin
gen over de Staatsbegrooting bet vorige
jaar verklaarde, dat men de feiten toch
oenigszins onjuist voor zich. moet hebben,
indien men zou meonen, dat een bezuini
ging van 12 Yi mililoen op het onderwijs
al zoo groot zou zijn, dat ooit -een Minis
ter zou kunnen optreden in Nederland, die
mot geringer eischen zich zou tevreden
stellen. Als^het op woorden aankomt, kan
men op den ^Vrijheidsbond rekenen.
Maar waar het op daden aankomt, is
het anders gesteld.
Do groote bezuiniging moet, mejuffrouw
JVesterman wees er te recht op,, worden
gevonden in een andere verhouding van
het aantal kinderen tot dat der onderwij
zers.
Nu hebben wij tweemaal voorstellen tot
bezuiniging gehad van de Régeering, bij
'do zoogenaamde technische herziening van
de Lager-onderwijswet en bij de jongste
herziening van de Lager-onderwijswet en
'de Leerplichtwet, en beide koeren heeft de
^Vrijheidsbond gestemd tegen het voorstel
van de Regeering om het aantal leerlin
gen per onderwijzer te vermeerderen.
Wanneer de leden van den Vrijheidshond
hun zin hadden gekregen, waren die voor
stellen dus verworpen geworden.
Zoo vaak de Vrijheidsbond tot daden
"wordt geroepen in zake bezuiniging, is hij
in gebreke gebleven.
Hiermede kan ik volstaan. En het rap
port van de commissie uit den Vrijheids
bond in zake bezuiniging 'op het onder
wijs heb ik er eigenlijk ook niet hij noodig.
Mejuffrouw Waterman heeft dit rapport
zelf in de Kamer geïntroduceerd; reeds
voordat het verschenen was, heeft zij met
de drukproef in de hand daaruit geciteerd.
Maar nadat het rapport verschenen was,
is het stil onder de tafel geraakt en heeft
men er niet meer van hooren spreken.
Thans verklaart mejuffrouw Westerman,
dat hel een doode brochure is. Ik heb er
geen bezwaar tegen, wanneer de Vrij
heidsbond zich voor dat rapport schaamt,
om er verder niet meer over te spreken."
Terecht kwam Mr. Rutgers lot do con
clusie dat op het punt van bezuiniging bij
het onderwijs do Vrijheidsbond wel heeft
een groot woord, maar te kort schiet in de
daad, en dat. op dit punt de Vrijheidsbond
het vertrouwen van het Nederlandsche
volk niet verdient.
STAS2S3HEUWÜ.
Herv. (Geref.) Staatspartij.
Gisteravond hield voor de afd. Leiden
van deze partij Ds. P. J. Roscam Abbing,
Ned. Herv. Pred. te Amsterdam, een rede
over Openb. 17, zulks in aansluiting aan
hetgeen zijn collega Ds. van Leeuwen van
Arnhem onlangs over Daniël 7 had ten
beste gegeven.
De vergadering stond onder leiding van
den heer G. Bloot, die zingen liet Ps. 79:
4, las 2 These. 2, voorging in gebed, de
aanwezigen welkom heette en daarna het
woord gaf aan den Spreker.
Ds. Roscam Abbing begon met als
inleiding tot zijn onderwerp het een en an
der to zeggen over 2 Th ess. 2.
Wie is de mensch der zonde, de zoon des
verderfs, waarvan in dit hoofdstuk ge
sproken wordt?
Dat is de Antichrist, maar wie is die
Antichrist?
Hieromtrent bestaan 4 voorstellingen:
lo. de populaire, dat de Antichrist zou
zijn een buitengewoon geslepen, goddeloos
persoon, die zich meester maakt van het
grootste deel van de wereld; men denkt
daarbij gewoonlijk aan een Jood;
2o. een zoon uit een huwelijk van Sa
tan met een begaafde vrouw op aarde, die
zich daartoe leenen zal uit haat tegen het
rijk Gods; dit is de incubatie-theorie, spe
ciaal in Engelsche hoeken geleerd;
3o. een persoon, die uitblinkt in religie
en door zijn godsdienstige kennis, invloed,
talenten de menschen onder zijn beslag
zal brengen; deze opvatting is door Dr.
Kuyper in „De Engelen Gods" verdedigd;
4o. niet een bepaald persoon, maar
meer een verzameling van begrippen: de
geest die zich vierkant verzet tegen Chris
tus en zijn rijk.
Het zal welmiemand verwonderen, dat
Spr. dien geest het allermeest ziet in den
persoon van den paus van Rome.
Want zegt Spr. de zonde woedt
zich niet uit in drankmisbruik of hoererij,
doch daarin, dat de mensch zich wil ver
goddelijken, wat het hevigst openhaar
wordt in den persoon van den paus.
Spr. las vervolgens Openb. 17:16. waar
wij lezen van een merkwaardige rijdster
op een zeer merkwaardig dier.
Durvan we dat nog in het openbaar te
zeggen, vraagt Spr., wie dat is, die groote
hoer? Spr. heeft den moed het te zeggen:
het is do kerk van Rome.
En zij is de moeder der hoererijen, dus
zij' heeft dochters, en dat zijn alle afgeval-
Ten kerken, die loochenen, dat Christus in
het vleesch is gekomen en „dus" in begin
sel een zijn met de leer van Rome.
Vervolgens gaf Spr. Rome de schuld
van de meest verschillende dingen, van het
vermoorden van „millioenen" martelaren,
van het feit, dat in het vruchtbare Lim
burg de menschen toch niet rijk zijn, van
den ontzettenden vrede van Versailles, die
bet werk is van „den Jezuïet Erzberger',
enz. enz.
Daarna las Spr. de volgende verzen
van Op. .12, waarna gezongen werd Ps.
65:3. -;li
De macht van Rome,.gjng Spr. voort,
heeft lijden gehad, dat men zou denken:
het is er geweest ,doch het leefde weer op.
Het zal blijven tot kort voor de weder
komst van Christus, dan zal de Heere zelf
het ombrengen.
Staatslieden hebben tevergeefs beproefd,
een Pinde aan haar macht te maken, b.v.
Napoleon en Bismarck.
Doch de Roonische kerk heeft het gewon
nen. In Duitschland heeft de Centrums-
partij, d.w.z. de Roomscli-Katholieke
Staatspartij, de socialisten aan haar macht
onderworpen teneinde de Protestantsche
kerk en het Protestantsche vorstenhuis
er onder to krijgen!
Spr. zette vervolgens aan de hand van
„oen verklaarder", dien hij er op nage
zien had, uiteen, wat de verschillende on
derdelen van de voorgelezen verzen be-
leekenen, wat hij weer met allerlei
„historische" bijzonderheden, dikwijls
zeer origineel nader toelichtte.
Het. meest frappeerde ons daarvan het
verhaal van de ..bedriegerij" in de Novem
berdagen van 1918v. Nadat Spr. eerst uit
geroepen had: „was er maar wat meer
revolutie gekomen, dan was de toestand
veel gezonder geworden", verhaalde hij
van den „handigen" Roomschen priester,
die op de treeplank van het koninklijk rij
tuig sprong en het prinsesje aan het volk
toonde, daarmee willende zeggen: „Het
Oranjekind is veilig in onze armen."
Maar het is daar niet veilig, riep Spr.
uit, want na de Hohenzollems staat Oran
je op 't lijstje.
In onze dagen zit die vrouw nog op het
beest, maar t kan niet zoo lang meer du
ren, acht Spr., want de wereld is net een
kokende ketel, men denke aan den „bolsje-
wiekiscken" geest en het machtsvertoon
van Rome.
Hoe het einde van Rome zal komen, wist
Spr. nog niet precies aan te geven, maar
hij dacht dat het wel eens zou kunnen ge
beuren, dat de z.g. democraten, die door
Rome zijn misbruikt, zullen gaan merken,
dat ze „bedot" zijn en dan vertoornd tegen
haar zullen worden.
Spr. eindigde met het doel der door hem
voorgestane „beweging"- aan te geven,
waarbij het niet gaat om allerlei macht
en om mannetjes in de Kamer en den ge
meenteraad, maar. om in hescheiden-
heid te getuigen voor de waarheid en
de gerechtigheid Gods tegen leiigenl'eer en
verblinding. Onze kerk aldus Spr.
heeft wel een belijdenis in art. 36, doch
geen mond om die uit te spreken, daarom
is er een groepje menschen, die daardoor
gegrepen in hun geweten roepen: „Land,
land, hoor des Heeren woord", teneinde
op die wijze hun geweten te ontlasten.
Do voorzitter dankte den Spreker
voor zijn heerlijk en ernstig woord, waar
na de druk bezochte vergadering gesloten
werd met dankzegging en het zingen van
het laatste vors van Ps. 98.
Patrimonium.
Gisteravond hield de afd. van „Patrimo-
nium"een, de omstandigheden in aanmer
king genomen, goed bezochte vergadering,
•onder leiding van den 2en Voorzitter, den
heer H. G. de Jong.
Nadat enkele zaken van huiskoudeiijken
aard waren behandeld, hield de heer J. v.
d. Meeberg een inleiding over het onder
werp: „De oisck der solidariteit".
Spr. deed uitkomen hoe voor ons Chris
tenvolk eenheid eisch is niet alleen, maar
•ook mogelijk, waarom het onze taak is die
eenheid te bevorderen. In de practijk zien
wo daarvan echter vaak zoo weinig. De
Christelijke solidariteit komt nog zoo wei
nig uit. Het goud is menigmaal verdon
kerd.
Als wij moeten staan als één man, te
genover den geest der eeuw, toonen velen
zich ongevoelig en geven zij blijk het ge
voel van solidariteit te missen. Waar is de
saamkoorigheid, den Christen zoozeer ge-
ADVERTENTIE-FRSiS
Gewone advertentiën per regel 22* ceut.
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief!
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
boden b.v. ten opzichte van het organisa
tieleven en de Christelijke pers.
Het eerste wordt menigmaal verwaar
loosd, terwijl velen wat do pers betreft,
aan neutrale bladen de voorkeur geven,
zonder to letten op den verderfelijken in
vloed die daarvan uitgaat en de moeite en
zorg die do onzen zich getroosten om de
Christelijke pers aan haar doel te doen
beantwoorden.
Met klem wees Spr. op de taak die de
algemeen sociale bonden te dezen hebben,
in tegenstelling met de vakorganisaties,
waarbij er de nadruk op werd gelegd, dat
deze beier aan haar doel zullen beantwoor
den, wanneer ze alle rangen en standen
omvatten. In verband daarmede, pleitte
Spr. ook voor schrapping van het. woord
„werklieden" in den naam van het Ver
bond.
Op deze leerzame inleiding volgde een
geanimeerde discussie. De dank door den
Voorzitter aan den inleider gebracht was
tenvolle verdiend. De thuisblijvers hebben
veel gemist.
Eén nieuw lid kon worden ingeschreven.
Prof. Mr. J. C. van Oven.
Bij Kon. besluit van 29 November is be
noemd aan de Rijksuniversiteit alhier ill
de faculteit der rechtsgeleerdheid, om on
derwijs to geven in het Romeinsch recht
en zijne geschiodenis, tot gewoon hoog
leeraar mr J. C'. van Oven. thans hoog
leeraar aan de rijksuniversiteit te Gronin
gen. met toekenning van eervol ontslag
uit laatstgenoemde functie.
Afscheid S. v. Groningen.
De heer S. van Groningen wien eervol
ontslag is verleend uit zijn betrekking van
hoofdlceraar aan de muziekschool der
maatschappij voor Toonkunst en die zich
metterwoon te Lawn gaat vestigen, zal
door do Maatschappij op Zaterdag 13 de
zer in den Leidschen Schouwburg een af
scheidsconcert worden aangeboden, waar
op door Mej, Mia Peltenburg (zang), den
heer C. Oberstadt (piano) en het Haagsch
Strijkkwartet (Swaap-Poth-Dévert. van
Isterdael) uitsluitend werken van Van Gro
ningen zullen worden uitgevoerd.
Padvinders.
De „Leidsehe C. J. M. V Padvinders"
zullen ter gelegenheid van liet 2-jarig be
staan van Troep I op Donderdag 18 dezer,
in de „GraanbeiuV een uitvoering geven.
De heer O. v. d. Keur alhier slaag
de voor het examen, vanwege de muziek
school der Maatschappij v. Toonkunst
tot het geven va'n theoretisch zangonder-
wij».
De heer F. W. E. de Haan Pzn.., al
hier dio onlangs slaagdo voor de acte
M. O. Licli. Oefening, is door den gemeen
teraad van Amsterdam benoemd tot on
derwijzer in do Lich. oefennig aan de
Openb. L. scholen aldaar.
De dames W. F. v. d. Noorda en
J. A v. d Made alhier slaagden voor
het klerk-examen voor het Departement
van Alg. Bestuur.
Mej; B v. Essen behaalde het eind
diploma van het Kon Conservatorium te
's-Gravenhage, voor piano-solospel (met
onderscheiding.)
Door den penningmeester van de
Commissie van Administratie der Geref.
Kerk alhier, werd ons ter hand gesteld een
bedrag van f 2.50 met bijschrift „Steun-
abonnement ~N. Leidsche Crt., niet-abon-
né" gevonden in de collecte van j.l. Zon
dag.
Voor deze eigenaardige gift zeggen wo
den gever (ster) vriendelijk dank.
Wij zijn voor een dergelijk steimabon-
nemont natuurlijk erkentelijk, maar moe
ten toch den geachten „niet-abonné" ver
zoeken, zoo spoedig mogelijk abonné te
worden. c
Liever krijgen we er 100 wezenlijk!
abonnés bij, dan 500 steunabonnementefl?
van n i e t-abonné?s. 3
De kracht van beteekenis van ons plaat/
selijk dagblad zit niet uitsluitend in iinan*
cieelen steun, maar voornamelijk in de dooj
haar gepropageerde beginselen, welke uifa
gedragen moeten worden op heel het bree**;
de levensterrein.
Daarvoor to arbeiden is de taak vaag
ieder die het wel meent met de doorwerk
king onzer heilige beginselen.
BIBiglEIBLAÜD
Subsidies voor Werkverschaffing.
In de Memorie van Antwoord aan d!
Tweede. Kamer deelt de Minister vaff
Binn Zaken mede, dat het hem niet bar'
kend is, dat in sommige gemeenten cr&'
sia-werkloozen direct naar de werkver*
Bchaffing worden verwezen. Een dergelijk-
systeem zou hij minder juist achten in
dien den werkloozen geen voldoende gelö*
genheid wordt gegeven zelf werk te zoen
ken.
Wat betreft de wijze waarop de Minis
ter inzake werkverschaffing tegen ge
meentebesturen meent te moeten optreden!
merkt de Minister o.rn. op dat de loonenl
bij de werkverschaffing zóó dienen to zijni
dat z© voldoenden prikkel geven om do te-
werkgestelden naar werk in heb vrije be
drijf te doen omzien,. Terecht zou men er
de Regeering een ernstig verwijt van kun
nen maken indien ze steun verleent aan'
een gemeente dio maatregelen treft, ten
gevolge waarvan de omvang der werkloos
heid toeneemt.
De meening van verschillende loden dat»
het loon bij d© werkverschaffing over het
algemeen te laag is. kan do Minister niet
deelen. In 't algemeen zijn ze eer te hoog
dan te laag. De Minister let niet alleen
op hetgeen uit economische overwegingen
toelaatbaar is doch ook op hetgeen yoob
het noodzakelijk levensonderhoud der be
trokkenen onmisbaar is.
De toestand in Drente heeft de voortdu
rende aandacht van den Minister. Voor
Drente wordt gedaan, wat rodel ij kcrwijzfl
gedaan kan worden. De tot dusver voor
Drente getroffen maatregelen zijn er zoo
veel mogelijk op ingericht, de bestaans-.
voorwaarden voor de vervening, don land
en tuinbouw en van industrieën gunstige*
te maken Het initiatief tot het vestigen
van industrieën moet van particuliere
zijde uitgaan
De Glindhorst.
Ziezoo, de Glindhorst is weer os op 't
tapiit, zegt het Fr. Dagblad.
Men weet dat dit de stichting is waar
o.m. kinderen die uit do ouderlijke mach(
ontzet zijn in gezinnen worden onderge*
bracht. Natuurlijk z:jn er onder die knap
pen en meisjes „prentenboekjes", die men
niet zoo heel gemakkelijk kan regeeren.
't Zal er misschien wel es 'n keer spo*
ken. Er zijn er op de „Glindhorst" een
goeie driehonderd van dio knapen die er
kunnen zijn. Gelukkig zijn er ook heete
lieve en gehoorzame kinderen onder. Dank
zij mede de zorg en liefde der pleegouders.
Maar de „Oproerige Krabbelaar" uit
„Het Volk" heeft ook geruchten" gehoord
en is er onmiddellijk hij om den Minister
vragen te stellen.'
Een pier te Zandvoort?
Eenige jaren geleden bestonden ©r plan»
ren om to Zandvoort een pier te bouwen
Door verschillende omstandigheden hebben
die plannen toen geen voortgang gehad.
Thans vernemen wij. dat er opnieuw be
sprekingen zijn gevoerd cm te zien, of niet
tot een uitvoering van hot plan gekomen
kan worden.
FEUILLETON'
De Zegepraal van het Kruis.
10) I
O! ik zou integendeel mij ver van hem
«villen verbergen, want hij zal mij tot op
fict schavot - vervloeken! Ach, zijn hart
anoet wel verbrijzeld geweest zijn, toen, hij
vernam, hoezeer ik mij tegen hem vergre
pen heb. En echter was het geenszins
mijn voornemen hem te benadeeïen," voeg-
do Forrester er bij, tevergeefs trachtende
cenige verzachting voor de kwellingen van
rijn geweten te vinden, „want ik heb
jslechts zooveel geltl weggenomen als noo
dig was om mij te redden; hij kon door
dat verlies niet lijden."
„Gij hebt inderdaad zwaar gezondigd,"
icicle Edith nadenkend, terwijl zij nauwe-
3ijks acht gaf op die laffe drogreden, want
de gansche waarheid kwam haar nu voor
den geest; „die brief, en hetgeen hij be
vatte was dus valsch! Eduard! Eduardl
|-,ihoe hebt gij u zeiven zoo kunnen mislei
den, en zulk een schandelijk bedrog jegens
mij plegen?" I
„Het zijn die vervloekte spelers, wier
schelmerij mij tot die misdaad gebracht
.eG; zij zijn de oorzaak van mijnen val
en ondergang: zij zijn het, die mij aange-
spoo'v'. hebben dien dien noodlottigea
valscben wissel te maken, om de schande
te ontkomen, waarmede mijne vele schuld-
eischers mij bedreigden.
Ach! zoo wij deze gerechtsdienaars
slechts nog één dag hadden kunnen ont
gaan, zoo waro ik gered geweesten
gij!Maar het haat niet te denken wat
dan zoude geweest zijn. De dood is nu on
vermijdelijk; God geve mij kracht hem als
een rnan tegemoet te gaan!"
»Gij vraagt daar eéne gunst, die voor
iemand, wélke zich in het aangezicht van
den dood bevindt, eigenlijk nutteloos is.
Maar ach! Eduard, indien ik wist, dat
gij den dood als een Christen tegemoet wil-
det gaan, zoo zou ik met blijdschap uw
graf bezoeken, en ik zou hot vonnis zege
nen, dat u uit eene wereld, als deze is,
weggeroepen heeft! ïk doe u nochtans geen
verwijtingen; want ook ik heb God verla
ten, en het is rechtvaardig dat Hij mij nu
ook verlaten heeft.
Ja, mijn arme Eduard! ik ben zelfs
schuldiger dan gij.
Ik heb de vrome voorschriften cener
Christelijko moeder veracht, en ilc heb
met do heilzame waarschuwingen mijner
zachtmoedige Helena .gespot. En nu
ac.h! wat zou ik niet willen geven, om haar
gelijk te zijn, die ik zoo dikwijls gesmaad
en uitgelachen heb, om een kind Gods,
te zijn.
Edith had daar de suaar aangeroerd, die
de feeders te aandoeningen der natuurlijke
genegenheid opwekt.
Op eens stond de woning harer kinds
heid haar weder voor den geest; en tever
geefs wenschte zij weder een kind te mo
gen worden, om dat goede deel te kiezen,
dat zij zoo treurig verworpen had.
Zij -wrong hare handen, en in de bitter
heid der verwijtingen, welke zij zich zelve
deed, stortte zij zulke bittere tranen van
droefheid en berouw, dat, hoewel zij geen
enkel woord kon uitbrengen, ten einde om
genade te smeeken. Hij, die met medelij
den op alle menschen nederziet, echter
hare droefheid aanzag, en haar kracht
schonk, om de moeilijke plichten van dit
uur van beproevingen te volbrengen. Haar
hart, door de tranen verlicht, en versterkt
door de inwendige overtuiging, dat God
haar berouw en hare vurige begeerte om
het pad der zonde te verlaten, zooveel hare
zwakke pogingen zouden vermogen, aan
nam, besloot zij zich aan de vernedering te
onderwerpen, naar hare moeder terug te
lceeren, hoeveel opoffering dit hare eigen
liefde ook kosten mocht; maar alvorens dit
te doen, wenschte zij eerst de vergiffenis
to verwerven voor hem, wiens leven te
noodlottig aan haar eigen geluk verbon
den was.
Het hart ontzonk haar evenwel, nu zij
Eduard de hand gaf ten teeken van vol
komen vergiffenis; want zij kon het denk
beeld niet verdragen, heip misschien voor
altijd te verlaten, en dat wel op een oogen-
blik, waarin hij de teederheid van een lief
hebbend hart het meest noodig had.
„God weet," zeide zij, „hoe hartelijk ik
u bemin, en hoeveel medelijden ik met u
heb; en indien het pleiten eener vrouw
u redden kan. dierbaarste Eduardl zoo
zult gij gew's niet sterven! Ik ga nog he
den naar uwen oom; misschien zal hij mij
aan de deur afwijzen, en mij zeggen, dat
ik hem en u tot een vloek geweest hen,
maar hij zal mij niet eene gunst weigeren,
waarvan uw dierbaar leven afhangt; en in
dien hij een Christen is, zoq zal hij, of
schoon het slachtoffer zijnde, ons die hem
beleedigd hebben, vergeven, en het bloed
sparen van
Hier begaf haai' de stem, en Eduard
werd zoo h'eek. dat zij den moed verloor,
opnieuw van hunne scheiding te spreken,
maar zich bezinnende dat zij schielijk
handelen moest, trachtte zij hare hevige
ontroering te bedwingen, en vervolgde:
„Kom, Eduard, wij moeten scheiden,
maar laat ons hopen, dat deze poging door
een gelukkig wederzien zal bekroond wor
den. Vaarwel dan! bid voor u zeiven en
voor mij, Eduard! en herinner u, dat God
lankmoedig is, en dat Hij ons zuchten
hoort."
Daarop ging rij naar do deur, om zich
weg te maken eer haar gevoel nogmaals
hare betere voornemens mocht aan het
wankelen brengen; maar, helaas! de deur
week niet voor de drukking harer hand;
zij was op slot. Voor de eerste maal ge-»
voelde zij, dat Eduard waarlijk een ge-»
van gene was.
Aldus door een onverwacht be'etsel Ie-*
ruggehouden, keek zij beschroomd om, en
ontmoette do oogen van haren geliefde, die
met zulk een onbeschrijfelijke uitdrukking
van angst op haar gevestigd waren. zon-«
der dat hij er z:cH zeiven van bewust
scheen te zijn, dat zij het niet langer kon
verdragen.
ZLj viel op een stoel naast li cm neder, en
schreide met al de bitterheid van oeu hart,
dat dreigt te bezwijken.
Eduard werd eindelijk door de hevigheid
van haar snikken tot de werkel'jkheid ven
hunnen torstand teruggeroepen, het scheer,
hem toe, a's had h'j in zijne ijlhoofdigheid,
c-en vr^cs.-ijken drcom gehad.
vervolgd).