Dagblad voor* Leiden en Omstreken.
NIEUWE LEIUSGIE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
in Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal 2.50
Per week i rf 0.19
Franco per post per kwartaal 1 2.90
5de JAARGANG. - DINSDAG 25 NOVEMBER 1924 - No. 1372
BureauHooigracht 35 Leiden fel. Int. 1278 - Postrekening 58936
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone adverientiën per regel 225 cent.
Ingezonden Médedeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine adverfentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, worden
agclijks geplaatst ad 50 cent. i
V STADSNIEUWS.
tëh Ds. H. J. Kouwenhoven. t -
•£-. Heb zal morgen, Woensdag 26 November
25 jaren geleden zijn, dab Ds. H. J. Kou-
'Itwenhoven, bij de Geref. Kerk te Leiden
f bevestigd werd.
De beteekenis van Ds. Kouwenlhoven ligt
*>in de eerste plaats op kerkelijk terrein,
Ernaar toch mag van dit jubileum ook in ons
jv blad met een enkel woord melding worden
pf gemaakt. Het is toch niet tegen te spre
uken, dab de jubilaris van morgen op het
li Leidsche leven een grooben invlopd heeft
P uitgeoefend.
\f'P Ho vraag wordt weleehs gedaan:
welke beteekenis beeft nu toch het
I kerkelijke leven en de kerkelijke arbeid
voor het leven in bet algemeen l.
Wanneer men echter eenBoogenblik de
kerken wegdenkt en zich tracht te reali
ty seeren hoe bet zou zijn, indien niet week
aan week bet Woord Gods werd verkoti-
1 digd, indien de catechisatie, het huisbe-
zoek, het ziekenbezoek en alle kerkelijke
arbeid wegviel, dan zal men beseffen van
!'hoe groote beteekenis het is. wanneer het
een Dienaar des Woords gegeven is, ge
durende het vierde eener eeuw, in een be-
paalde gemeente werkzaam te zijn en
[welk een rijke zegen daarin geschonken
i ';wordt.
i' Dat groote voorrecht is aan Ds. Kou-
1 wonhoven geschonken.
I Hij kwam in Leiden, toen hij reeds bijna
15 jaren in het ambt had mogen dienen,
zoodat bij binnenkort zoo God hem in het
leven spaart ...jno 40-jarige ambtsbedie
ning mag vieren
j En bij mag dat doen onder zeer geluk-
id ge omstandigheden,
iTerwijl bijna alle predikanten die tege-
v; lijk met hem beroepbaar worden gesteld
izijn gestorven of door lichaamszwakte ge-
noodzaakt waren emeritaat te vragen,
i.Btaat Ds. Kouwenhoven nog in zijn volle
kracht en is hij nog in staat al zijn ambts-
werk zonder eenig bezwaar to verrichten.
i;' Zijn oog is niet verdonkerd, zijn stem is
V ruet verzwakt en zijn gang is'veerkrachti-
p ger dan van menigen jeugdigen sportbe-
5 oefenaar
y Zooals wij reeds opmerkten beeft Ds.
s Kouwenhoven zich niet bij voorkeur op
[bet publieke terrein bewogen. Zijn ambts
werk was en bleef voor hem altijd de
.hoofdzaak.
Hieruit volgt echter niet, dat de jubila
ris liet leven van zijn tijd niet zou meele-
yen
-Dit blijkt wel uit bet feit, dat bij ge
durende geruimen tijd voorzitter was van
i bet bestuur der Chr. Hoogere Burgerschool
terwijl hij ook fungeert als voorzitter van
den Jeugdraad.
Meermalen trad Ds. Kouwenhoven voor
vereenigingen als „Patrimonium" als spre-
i ker op en gaf hij blijk belang te stellen
in bet politieke leven en in-de Christelijke
pers.
Ds. Kouwenhoven jubileert. Velen zullen
op den dag van morgen van hunne belang-
t stelling blijk geven. Ook wij wilden in
den kring der belangstellenden niet ont-
i wreken en bij het aanbieden van onze ge-
iukwenschen spreken wij de hoop uit, dat
Üe jubilaris nog lang mag worden gespaard
en dat bet hem gegeven zij nog alle jaren
inet hetzelfde vuur en met onverminderde
bezieling^ naar de begeefte van zijn hart,
'2ié^ Woord te bedienen.
i 'Ambtsaanvaarding van Prof. Eekhof.
IProf. dr. A. Eekhof, buitengewoon
hoogleeraar in de geschiedenis van het Ge
deformeerd Protestantisme, benoemd als
•öpvo'ger van Prof. Pijper als gewoon
hoogleeraar 'in de geschiedenis van het
Christendom, en van de leerstellingen van
den Ghristelijken godsdienst, waarbij hij
tevens de geschiedenis van het Gerefor
meerd Protestantisme zal blijven doceeren,
heeft vanmorgen in de gewelfkamer der
Leidsche .Universiteit zijn nieuw ambt
aanvaard met het houden van een toe
spraak tot de. studenten.
•Prof. Eekhof begon met een kort over
zicht van het onderwijs in de kerkgeschie
denis aan de Leidsche Universiteit gedu
rende den tijd van haar bestaan en vestig
de daarbij o a. de aandacht op Fridericns
Spenheim Jr., Johannes a Marck, Bernar-
dinus de Moor, Joh. van den Honert, Di-
dericus van der Kemp, Nahuys en Jonas
Gulielmus te Water, om daarna te komen
tot een uiteenzetting over de kerkhistori
sche school van Kist-Moll-Acquoy en Pij
per. Spreker wees daarbij vooral op de be
teekenis van zijn ambtsvoorganger cn leer
meester-Prof. Pijper, wiens ouderwijs-en
arbeid op het gebied van het oudste chris
tendom. de middeleeuwen en den Hervor
mingstijd hij velen liefde tot de kerk- en
dogmenhistorische studiën heeft gewekt
en. zooveel heeft bijgedragen tot de ver
meerdering van een gedegen kennis van
het historisch verleden. Op dezen dag, al
dus prof. Eekhof, wensch ik te midden
van U een woord van dankbare hulde te
brengen aan Prof. Pijper voor hetgeen hij
in het belang der kerkhistorische weten-,
schap en van het onderwijs aan deze hoo-
geschool heeft gedaan, en in het bijzonder
voor alles, wat hij door zijn groote toewij
ding voor zoovelen gedurende zijn meer
dan 25-jarig hoogleoraarsschap is geweest.
Met eenige theoretische beschouwingen
en pracHsche wenken omtrent de waarde
van de bestudeering van de geschiedenis
des Christendoms en de dogmengeschiede-
nis voor den wetenschappelijken arbeid,
voor het aanstaande ambt en voor eigen
persoonlijk leven heeft prof. Eekhof zijn
openings-college besloten.
Prof. Dr. H. A. Lorenfz.
Prof. Dr. H. A'. Lorenlz is doör de Sor-
bonne te Parijs benoemd tot eere-doctor.
Het diploma deswege zal hem worden uit
gereikt in cene plechtige vergadering van
den Senaat der Sorbonne op Zaterdag den
29sten November a s.
Het Kapitalisme.
Gisteravond bield de heer W. S t r ij b i s
Pz., vooiz. van den'Ned. Bond van Gkr.
Fabrieks- en Transportarbeiders te 's-Gra-
venbage, voor den Leidschen Christelijken
Besturenbond zijn tweede lezing over „Het
Kapitalisme".
De w.n. voorzitter, de lieer J. J. v. d.
Ouweelen, opende de vergadering met
gebed, las 1 Petr. 3:1020 en heette daar
na de aanwezigen welkom, in 't bijzonder
den Spreker.
Vervolgens gaf hij dezen het woord tot
het houden van zijn lezing.
De heer S t r ij b i s begon mot nog eens
de drieëerlei aantijgingen van de socialis
ten en communisten tegen het kapitalisme
to resumeeren. Zij komen hierop neer:
1. het kapitalisme brengt de arbeiders
in een toestand van slavernij;
2. het kapitalisme is een systeem om
winsten te hereiken en inen verwijt den
kapitalisten hun winsthonger;
3. het brengt .met zich een groote eco
nomische verspilling in de productie.
Wat is daarvan waar?
Om met het eerste te beg-'nnen, heeft hef
kapitalisme de arbeiders in een toestand
van slavernij gebracht?
AVanneer we met onze gedachten, 'n jaar
of vijftig teruggaan, dan z;en we inderdaad
erbarmelijke toestanden op het gebied van
den arbeid: lage loonen. lange werktijden,
vrouwen- en kinderarbeid, geen rechtsze
kerheid voor den arbeider.
En toen in de 70-er jaren Dr. Kuyper
in de Tweede Kamer sprak over een wet
boek van den arbeid, ging er een hoonge
lach op van de liberale heeren; zoo zat men
in den greep van het oud-hberalisme.
Aan den anderen kant moeten we even
wel ook niet vergeten, dat er toen van
organisatie op het gebied van den arbeid
geen sprake was. Tengevolge van de begin
selen der Franscbe revolutie bestond er
een coalitieverbod.
Toch behoort het niet tot het wezen
van het kapitalisme, de arbeiders in een
toestand van slavernij te brengen»
Want gaan we verder in de geschiedenis,
dan komt Patrimonium en do vakorgani
saties op, en de organisatie heeft de uit
wassen' van het kapitalisme gezien en ge
werkt om er een eind aan te maken. En
zij heeft resultaat gelïad op haar arbeid en
de slavernij in beduidenden zin verbeterd
en gewijzigd.
In de tweede plaats spreekt men er over,
dat het kapitalisme is een stelsel om winst
te maken, zoodat de arbeider nauwelijks
voor zichzelf_ werkt, heélemaal niet voor
de gemeenschap en grootendeels voor het
vergrooten van de ondernemerswinst, de
dividenden en de tantièmes.
Gaan we weer terug in de geschiedenis,
dan zien we dat in den tijd van de „vrij
heid" de patroons zich verrijkten ten koste
van de arbeiders en winsten op winsten
stapelden. Er was eenerzijds onverdiende
ellende en aan den anderen kant tergends
weelde.
Nu gelooft spr. dat volgens Gods Woord
het arbeidsloos inkomen veroordeeld as,
want de mensck is geroepen in het zweet
z:jns aanschijns zijn brood te verdienen.
Wie niet werkt, zal niét eten. Toch moeten
we met het oordeel over de ondernemings
winst voorzichtig zijn, want daar hangen
allerlei kwesties mee samen: het onder-
nemersloon, de kapitaalrente, het onder
nemersrisico, het kweeken van reserve in
het bedrijf, het aandeel van den fiscus, de
mogelijkheid dat het bedrijf in het eerst
■lange jaren met verlies gewerkt heeft, enz.
Het zou ook niet gemakkelijk zijn, te be
palen, waar naar Chr. beginsel de grens
ligt tusschen woeker en winst.
In de derde plaats komt de vraag naar
voren: Is er inderdaad verspilling van do
productie?
Het is toch historisch gebeurd, dat men
in het eene deel der wereld het graan ver
stookt in de spoorwegen en den katoenaan-
plant inkort, terwijl in een ander deel der
wereld (misschien wel dicht daarbij) men-
schen honger lijden en gebrek aan klee
ding hebben.
Er is inderdaad productieverspillmg en
productievernietiging, dit valt niet te ont
kennen.
Aan den anderen kant moeten we even
wel rekening houden met vele factoren, die
anders handelen onmogelijk maken. Men
kan b.v. van een particulier persoon niet
eischen, dat hij naast de productiekosten
die Irj gemaakt heeft, er ook nog geld bi;
zou leggen om zijn product te verzenden
naar een deel der wereld, waar daaraan
behoefte bestaat.
Is er nu geen regeling te treffen, dat
ook zonder dat er een ander maatschappe
lijk stelsel komt er maatregelen geno
men worden, dat het product niet verkild
of vernietigd wordt?
Spr meent van wel, n.l. door het schep
pen van nationale en internationale rege
lingen, die moeten groe'en uit het leven
zelf.
Ons standpunt ten opzichte van het ka
pitalisme moet zich concentreoren om dit
drietal vragen:
1. Heeft het kapitalisme een zoo ern
stige opeenhooping van euvelen voortge
bracht, dat dit opweegt tegen allen vooruit
gang, welke aan dat stelsel is te danken?
2. Kunnen deze euvelen niet anders
worden weggenomen of verlicht dan door
het drast:sche middel van de volledige
vernietiging van het geheele stelsel?
3. Is het stelsel, dat wij er voor in de
plaats stellen, in staat al deze euvelen te
doen verdwijnen en hebben wij de zeker
heid, dat het n'euwe stelsel niet nog meer
nadeelen zal kunnen toebrengen aan het
geluk en den vooruitgang de? menschheid?
Wat de eerste vraag betreft, wijst Spr.
ook op de zegeningen van het kapitalisme,
die ook: door de socialisten wel erkend
worden, zooals b.v. v. d. Goes heefj. ge
zegd, dat het kapitalisme met zijn beperkte
vrijheid is ie verkiezen boven het commu
nisme met zijn onbeperkten dwang.
De eerste vraag is dus ontkennend te be
antwoorden, mits wij door een krachtige
organisatie komen tot een overleg in den
zin van medezeggenschap in de bedrijven,
welke organisatie door do overheid moet
gesteund worden, in de eerste plaats door
de bindendverklaring van bet Collectief
Contract.
Hiermee is iegelijk de tweede vraag be
antwoord, terwijl wat de derde betreft, we
rekening moeien houden met het feit der
zonde, waardoor een ideale maatschappij
in deze bedeeling onmogelijk is.
Daarom hebben wij de menschen te zeg
gen, dat alleen in den weg der bekeering
voor enkeling en gemeenschap betere toe
standen zijn te verwachten, en tegenover
het geroep der socialisten: „H e t komt" te
Schrale huid
Kloosterbalsem
helpt direct
plaatsen ons „H ij komt", Jezus Christus
lcomt om te brengen een nieuwen hemel en
een nieuwe aarde, waarin gerechtigheid
woent.
Aan de discussie over de lezmg van den
heer Strijbis werd deelgenomen door de
heeren Knetsch, van Gittert, Boekkooy, van
Bostelen en Alberts.
Nadat de heer Strijbis naar aanleiding
van de gestelde vragen en gemaakte op
merkingen zijn standpunt nog nader toege
licht had, sloot de voorzitter met een woord
van dank aan den spreker de vergadering,
waarna de heer Strijbis voorging in dank
gebed.
Deze vergadering was veel beter bezocht
dan de vorige.
Gemeenteraad.
Mr. D. A. van Eek heeft bij den gemeen
teraad een voorstel ingediend, om B. en W.
te verzoeken ten einde den raad in staat
te stellen een besliss-ng te nemen omtrent
de wenschelijkheid, dat het bedrag af te
trekken voor noodzakelijk levensonderhoud
wordt verhoogd met twee honderd gulden,
te willen onderzoeken, welke gevolgeneen
dergelijke verhoogipg zou hebben voor de
bedragen, waarvoor de verschillende klas
sen der ingezetenen in de plaatselijke be
lasting naar het inkomen zijn aangeslagen.
Verder een voorstel, dat tot de vergade
ringen der raadscommiss;e, die thans ge
regeld worden bijgewoond door de direc
teuren der bedrijven of diensten, ook toe
gang zal worden verleend aan vertegen
woordigers gekozen door het in de betref
fende bedrijven of diensten werkzame
personeel.
En tenslotte een voorstel om te hesluiten
het aantal opcenten, dat van de vermo
gensbelasting wordt geheven, te brengen
van 15 op 100.
Voorts heeft mr. Van Eek de volgende
rnot-'o ingediend:
De raad spreekt de wenschelijkheid uit, dat
de samenstelling en werkkring der com
missie van financiën aldus worden gewij'-
zigd, dat deze wordt een commissie, inge
sted krachtens art. 54 2e lid der Gemeen
tewei, wier taak het derhalve is B. en AV.
in het beheer der gemeentef-nanciën bij te
staan en verzoekt B. en AV. de daarvoor
noodige bepalingen te ontwerpen.
Organisatie bij het expedjteursbedrijf
Onder voorzitterschap van den heer J.
v. d. Steen, werd gistermiddag in heb lo
caal van den Vprhuurdersbond aan do:
Hooglandsche Kerkgracht de aangekon-t
digde vergadering gehouden, -4
Namens de Kamer van Koophandel;
waren aanwezig de heeren v. d. Zamf
den eni Simonis en leden van de commissiei
van Handelsbelangen. J
De belangstelling was groot.
Do V o o r z. heette de vele aanwezigen;
hartelijk welkom, en sprak zijn blijdschap^
uit over de groote opkomst.
Blijkbaar hebben de schippers en andere
expediteurs begrepen dat de K. v. K. geen]
inbreuk heeft willen maken op hun rech
ten en belangen.
Er komen bij de Kamer gedurende den
laatsten tijd nogal veel klachten in, ten
aanzien van de ongeregelde of onnauw;^-
keurige verzending van goederen.
Echter ligt de schuH niet steeds bij dö
vervoerders zelf, want ook bij de verzen
ders zal niet altjd de gewenschte nauw-,
keurglieid in acht worden genomen.
In elk geval is het hoog noodig dat dezO.'
zaak op een vaste basis wordt geregeld. i
Veel tijd wil spr. niet van de opgekome-
nen vergen, dat zal hun bedrijf niet toe-'
laten. Zoo ncc-dig echter zullen de bespre-'
kmgen c:> «n wijenden middag wordett';
voortgezet..-
De bedoeling is tusschen dc goed wil-i
lige" vervoerders een zoodanige samenweD
king te scheppen dat minder faire elemen-
ten kunnen worden uitgesloten. Zulks in
het belang van de eersten, die daardoor
meer vertromven zullen krijgen.
Komende tot een bespreking van de he-
dendaag^ghe pra-ctijk, wees spr. op de be
paling in het wetboek van Koophandel,
volgens welke de vervoerder verplicht ia,
een goederenlijst bij te houden, waarop
de geadresseerde verplicht is de ontvangst
der goederen te bevestigen door het plaat
sen van zijn handteekening.
Deze bepaling wordt nog lang niet alge
meen nageleefd, hoewel zulks toch een
prettige werkwijze, niet het minst voor de
vervoerders zelf, in de hand zou werken.
Ter vergemakkelijking geeft spr. direct
een tcekening van een concept om zelf een
register te komen aanleggen.
Meer gebruik maken van bestelkantoren
zou ook een geregelde verzending ten goe
de komen maar te dwingen valt hier mets^
daar do verzenders nog vrij zijn in hun
keuze.
Namens eenige aanwezigen werden
schriftelijk enkele wenschen ingediend, die
de schippers gaarne zouden zien vervuld.
Als zoodanig wordt verlangd:
1. Een gemeentelijke regeling, waarbij
een zeker uur van vertrek wordt vastge
steld voor allen;
2. Een vaste standplaats voor allen;
3. Een waterplaats op de Hoogl. Kerk
gracht;
4. Een vast bestelhuis voor boden op de
Hoogl. Kerkgracht en elders een. voor
schippers;
5. Een regeling daardoor meer zekerheid
verkregen wordt, dat de goederen weer
met dezelfde schippers en boden worden
meegegeven, die ze hebben besteld.
6. Een rechtvaardige regeling van de
uitkecring der procenten van rembourse-
menfen
7. Goed toezicht van de afzenders op de
juiste adressen die voor de remboursemen-
ten aansprakelijk zijn.
8. Niet uitbetalen van vervoerloon, aan
de geadresseerden wanneer deze het ver
voer den expediteurs uit de hand nemen
Bij de hierop volgende bespreking werd
ook nog geprotesteerd tegen de afzenders
die eerst rembours aan de boden meege
ven wanner zij hebben ondervonden dat 't
betrokken adres niet solide is. waardoor
de bode er dikwijls inloopt, waar hij som9
telefonisch toestemming krijgt de goederer
af te geven, terwijl hij voor het geld aan
sprakelijk blijft
Ook op andere punten werd door ver-
FEUILLETON-
De Zegepraal van het Kruis
!®3)
Hij', wien zij aldus aansprak, bezat een
[■warm en gevoelig hart, ofschoon zijn diter-
jlijk en zijne manieren eenigszins ruw wa-
;ien, en hij betoonde veel medelijden met
l'de droefheid zijner me-demeai&chen. Zijn
(«enigszins streng gel&at verried zijne
[aandoeningen, die hij tevergeefs trachtte
5te onderdrukken. Hij liep de kamer op en
'ïieder en scheen ongeduldig, dat hij geen
ïans zag deze droefheid te verzachten.
-,,Kom, kom!" zeide hij, „gij hebt haar
veilig hier, en gij moogt er den goeden
'|God voor danken! Zij heeft slechts het on-
foluk, een mooi gez'chtje te hebben, en dat
eeft menigeen verder van den -weg afge
leid dan zij gedaan heeft; neem dus dat
\3irme schepsel weder in liefde aan, want
/2k sta er u voor in, dat zij reecis genoeg
^droefheid geleden heeft. En zij zal nog
/heviger lijden, indien zij dwaas genoeg js
ifiiog langer over een booswicht te treuren."
j Hier wiischte de oude man een traan
>Aveg, die in zijn oog blonk; hij scheen bij-
beschaamd te zijü over het lijden, dat
jdien traan had doen opwellen; maar die
Ara an werd veroorzaakt door eone diepere
smart dan die, welke door een gewoon
medelijden met de droefheid van anderen
ontstaat, en hij trachtte zijn hart tc slui
ten voor de stem van vleesch en bloed, die
in hem het gevoel vaii rechtvaarcVghoid
aan het wankelen, zou hebben kunnen
brengen.
„Helaas!" voegde hij er met meer kalm
te bij, terwijl hij bedaard ging zitten,
„gij moogt God wel danken. Mevrouw
Stuart! dat het arme kind slechts een ge
broken "hart heeft. Zij is daardoor onge
lukkig genoeg, want van ganscher ziel
wenschte ik, dat zij om iemand treurde,
die zoo onschuldig was als zij zelve; dan
zouden mijne grijze haren nóg met eere
in het graf kunnen dalen, gelijk de uwe.
„Ach!" riep hij uit, terwijl hij door de
bitterheid der schande overweldigd werd,
„indien gij wist wat het is, een laaghartig
en gevoelloos k;nd te hebben, gij zoudt niet
zoo bitter bedroefd zijn over dit dwaze
meisje."
Mevrouw Stuart, eenigszins gerust ge
steld, vouwde hare handen samen, en riep
uit:
„0! indien mijn kind waarlijk onschul
dig is aan een moedwillige zonde zoo zal
ik er God al mijn leven voor danken.
Maar waar is Lady Beau ford? Hoe heet
gij. en waarom hebt gij Edith tot mij ge
bracht?"
„Lady Beauford!" riep de vreemdeling
vit, „ik ken uwe groote lui niet, alleen
weet ik. dat zij de jongelieden het hoofd
op hol brengen, en dat zij den ondergang
en het ongeluk van eiken eer1 ijken vader
veroorzaken, d;e geene grafelijke kroon op
den hoed van zijnen zoon hechten kan.
Wat mijn naam betreft, gij zult dien vroeg
genoeg vernemen; want weldra zal elke
bedelaar den mond vol hebben van de ge
schiedenis van den dood van Eduard For
rester. God geve dat ik voor dat oogen-
blik sterve!"
Een flauw gesteun van Ed'th vestigde
opnieuw de aandacht en het medelijden op
haar; de heer Forrester stond op, en zei-
de op een toon, waaraan hij klem trachtte
to geven: „Kom! wij moeten allen zeggen,
Gods wil geschiede! Breng nu dat arme
kind naar béd, want zij heeft rust en op
passing noodig; ofschoon zij nu gelukkiger
is dan waneer zij weder lot haar volle be
wustzijn zal teruggekeerd zijn. Ik zal eens
gaan z:cn, of de koetsier zooveel zorg voor
zijne paarden gedragen heeft a's voor
zichzelyen."
Dit zeggende, verliet do goedhartige
grijsaard de arme bedroefden zonder ver
dere verontschuldiging; doch na verloop
van een oogenb'ik terugkomende, zeide hij,
na beurtelings Edith, die nog altijd buiten
kennis was, en hare familie met oen voor
komen van het diepste modelijden be
schouwd te hebben; „Helaas! breng dat
arme ongelukkige meisje naar bed, en
wees vriendelijk jegens haar, want wij
zijn allen, ieder op zijne wijze, zwak en
zondig; en het zou er met ons al zeer
slecht 'uitzien, indien God zoo traag was
onze zonden te vergeven, als w'j het jegens
onze kinderen, wanneer zij onze hoogmoe
dige harten verhrijze'en of vernederen. Ik
zal haar een geneesheer zenden; geef haar
inmidde^ wat. wijn of iets, dat haar voor
het oogenblik dienstig kan z'jn. Verontrust
u niet over de uitgaven, want ik heb geld
genoeg om dat alles te betalen, en denk
er aan, mevrouw! liaar geen vragen te
doen, want het is wreed, oen wonde te
peilen, die men niet genezen kan. Zoo aan
stonds kon» ik weder terug, dan zal ik alles
zeggen wat gij verlangt te weten, en heB-
irmer u, dat, wanneer er iets is, waarin
een uwer medemenschen u tot hulp of
troost kan zijn, gij u slcfchts tot George
Forrester behoeft te wenden, en gij zult
zijn oud hart steeds bereid vinden u van
dienst te zijn". Dit zeggende, verliet hij
do hut.
Indien eenige aardsche zaak de bedroefde
moeder had kunnen vertroosten, zoo was
hot de verzekering, dat Edith in hem ten
minste een goeden edelmoedigcn vriend
aangetroffen had.
Mevrouw Stuart, aangaande een vermoe
den gerustgesteld, drukte haar kind aan
hare borst; zij zat, terwijl zij haar tevens
ondersteunde. Zij trachtte hare onceluk:
kige Ed:.th door a'lerlei teedere liefkozin
gen uit haren bewus'eloozen slaat op te
wekken, verzekerde haar b;j herhaling,
dat zij haar beminde en haar hare mis
slagen vergaf. Inmiddels bewees H°''ena,
in hare stemme smart, haar al die kle'ne
zorgen, welke zij behoefde, en verdroeg
met stille onderwerping haar aandeel in
deze beproev'ng, uit liefde voor degenen,
dia op dit oogenblik zoozeer haren moed
en haar geduld hadden. Maar de arme
kleine Jeesie snikt-? hevig, cn gaf zich
geheel aan hare efheid over. Geen
woord van troos'. 1 gewisseld, want de
lijdensbeker-scheen boordevol, cn vloeide
ze'fs over! Edith a"een was ongevoelig
voor al die smart om haar been. totdat
haar bewustz'jn terugkeerde, en met het
zelve l;et vreeselijk gevoel van onheil, dat
haar boven het hoofd hing. En nu veran
derde hare gevoelloosheid in eene lievige
vlaag van ijlhoofdigheid, waarin zij drrr
onsamenhangende woorden d? ''rimelij'co
oorzaak van a' hare
ii vervolgd)