Dagblad voor* Leiden en Omstreken. NIEUWE LEIUSGIE COURANT ABONNEMENTSPRIJS in Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal 2.50 Per week i rf 0.19 Franco per post per kwartaal 1 2.90 5de JAARGANG. - DINSDAG 25 NOVEMBER 1924 - No. 1372 BureauHooigracht 35 Leiden fel. Int. 1278 - Postrekening 58936 ADVERTENTIE-PRIJS Gewone adverientiën per regel 225 cent. Ingezonden Médedeelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke reductie. Kleine adverfentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, worden agclijks geplaatst ad 50 cent. i V STADSNIEUWS. tëh Ds. H. J. Kouwenhoven. t - •£-. Heb zal morgen, Woensdag 26 November 25 jaren geleden zijn, dab Ds. H. J. Kou- 'Itwenhoven, bij de Geref. Kerk te Leiden f bevestigd werd. De beteekenis van Ds. Kouwenlhoven ligt *>in de eerste plaats op kerkelijk terrein, Ernaar toch mag van dit jubileum ook in ons jv blad met een enkel woord melding worden pf gemaakt. Het is toch niet tegen te spre uken, dab de jubilaris van morgen op het li Leidsche leven een grooben invlopd heeft P uitgeoefend. \f'P Ho vraag wordt weleehs gedaan: welke beteekenis beeft nu toch het I kerkelijke leven en de kerkelijke arbeid voor het leven in bet algemeen l. Wanneer men echter eenBoogenblik de kerken wegdenkt en zich tracht te reali ty seeren hoe bet zou zijn, indien niet week aan week bet Woord Gods werd verkoti- 1 digd, indien de catechisatie, het huisbe- zoek, het ziekenbezoek en alle kerkelijke arbeid wegviel, dan zal men beseffen van !'hoe groote beteekenis het is. wanneer het een Dienaar des Woords gegeven is, ge durende het vierde eener eeuw, in een be- paalde gemeente werkzaam te zijn en [welk een rijke zegen daarin geschonken i ';wordt. i' Dat groote voorrecht is aan Ds. Kou- 1 wonhoven geschonken. I Hij kwam in Leiden, toen hij reeds bijna 15 jaren in het ambt had mogen dienen, zoodat bij binnenkort zoo God hem in het leven spaart ...jno 40-jarige ambtsbedie ning mag vieren j En bij mag dat doen onder zeer geluk- id ge omstandigheden, iTerwijl bijna alle predikanten die tege- v; lijk met hem beroepbaar worden gesteld izijn gestorven of door lichaamszwakte ge- noodzaakt waren emeritaat te vragen, i.Btaat Ds. Kouwenhoven nog in zijn volle kracht en is hij nog in staat al zijn ambts- werk zonder eenig bezwaar to verrichten. i;' Zijn oog is niet verdonkerd, zijn stem is V ruet verzwakt en zijn gang is'veerkrachti- p ger dan van menigen jeugdigen sportbe- 5 oefenaar y Zooals wij reeds opmerkten beeft Ds. s Kouwenhoven zich niet bij voorkeur op [bet publieke terrein bewogen. Zijn ambts werk was en bleef voor hem altijd de .hoofdzaak. Hieruit volgt echter niet, dat de jubila ris liet leven van zijn tijd niet zou meele- yen -Dit blijkt wel uit bet feit, dat bij ge durende geruimen tijd voorzitter was van i bet bestuur der Chr. Hoogere Burgerschool terwijl hij ook fungeert als voorzitter van den Jeugdraad. Meermalen trad Ds. Kouwenhoven voor vereenigingen als „Patrimonium" als spre- i ker op en gaf hij blijk belang te stellen in bet politieke leven en in-de Christelijke pers. Ds. Kouwenhoven jubileert. Velen zullen op den dag van morgen van hunne belang- t stelling blijk geven. Ook wij wilden in den kring der belangstellenden niet ont- i wreken en bij het aanbieden van onze ge- iukwenschen spreken wij de hoop uit, dat Üe jubilaris nog lang mag worden gespaard en dat bet hem gegeven zij nog alle jaren inet hetzelfde vuur en met onverminderde bezieling^ naar de begeefte van zijn hart, '2ié^ Woord te bedienen. i 'Ambtsaanvaarding van Prof. Eekhof. IProf. dr. A. Eekhof, buitengewoon hoogleeraar in de geschiedenis van het Ge deformeerd Protestantisme, benoemd als •öpvo'ger van Prof. Pijper als gewoon hoogleeraar 'in de geschiedenis van het Christendom, en van de leerstellingen van den Ghristelijken godsdienst, waarbij hij tevens de geschiedenis van het Gerefor meerd Protestantisme zal blijven doceeren, heeft vanmorgen in de gewelfkamer der Leidsche .Universiteit zijn nieuw ambt aanvaard met het houden van een toe spraak tot de. studenten. •Prof. Eekhof begon met een kort over zicht van het onderwijs in de kerkgeschie denis aan de Leidsche Universiteit gedu rende den tijd van haar bestaan en vestig de daarbij o a. de aandacht op Fridericns Spenheim Jr., Johannes a Marck, Bernar- dinus de Moor, Joh. van den Honert, Di- dericus van der Kemp, Nahuys en Jonas Gulielmus te Water, om daarna te komen tot een uiteenzetting over de kerkhistori sche school van Kist-Moll-Acquoy en Pij per. Spreker wees daarbij vooral op de be teekenis van zijn ambtsvoorganger cn leer meester-Prof. Pijper, wiens ouderwijs-en arbeid op het gebied van het oudste chris tendom. de middeleeuwen en den Hervor mingstijd hij velen liefde tot de kerk- en dogmenhistorische studiën heeft gewekt en. zooveel heeft bijgedragen tot de ver meerdering van een gedegen kennis van het historisch verleden. Op dezen dag, al dus prof. Eekhof, wensch ik te midden van U een woord van dankbare hulde te brengen aan Prof. Pijper voor hetgeen hij in het belang der kerkhistorische weten-, schap en van het onderwijs aan deze hoo- geschool heeft gedaan, en in het bijzonder voor alles, wat hij door zijn groote toewij ding voor zoovelen gedurende zijn meer dan 25-jarig hoogleoraarsschap is geweest. Met eenige theoretische beschouwingen en pracHsche wenken omtrent de waarde van de bestudeering van de geschiedenis des Christendoms en de dogmengeschiede- nis voor den wetenschappelijken arbeid, voor het aanstaande ambt en voor eigen persoonlijk leven heeft prof. Eekhof zijn openings-college besloten. Prof. Dr. H. A. Lorenfz. Prof. Dr. H. A'. Lorenlz is doör de Sor- bonne te Parijs benoemd tot eere-doctor. Het diploma deswege zal hem worden uit gereikt in cene plechtige vergadering van den Senaat der Sorbonne op Zaterdag den 29sten November a s. Het Kapitalisme. Gisteravond bield de heer W. S t r ij b i s Pz., vooiz. van den'Ned. Bond van Gkr. Fabrieks- en Transportarbeiders te 's-Gra- venbage, voor den Leidschen Christelijken Besturenbond zijn tweede lezing over „Het Kapitalisme". De w.n. voorzitter, de lieer J. J. v. d. Ouweelen, opende de vergadering met gebed, las 1 Petr. 3:1020 en heette daar na de aanwezigen welkom, in 't bijzonder den Spreker. Vervolgens gaf hij dezen het woord tot het houden van zijn lezing. De heer S t r ij b i s begon mot nog eens de drieëerlei aantijgingen van de socialis ten en communisten tegen het kapitalisme to resumeeren. Zij komen hierop neer: 1. het kapitalisme brengt de arbeiders in een toestand van slavernij; 2. het kapitalisme is een systeem om winsten te hereiken en inen verwijt den kapitalisten hun winsthonger; 3. het brengt .met zich een groote eco nomische verspilling in de productie. Wat is daarvan waar? Om met het eerste te beg-'nnen, heeft hef kapitalisme de arbeiders in een toestand van slavernij gebracht? AVanneer we met onze gedachten, 'n jaar of vijftig teruggaan, dan z;en we inderdaad erbarmelijke toestanden op het gebied van den arbeid: lage loonen. lange werktijden, vrouwen- en kinderarbeid, geen rechtsze kerheid voor den arbeider. En toen in de 70-er jaren Dr. Kuyper in de Tweede Kamer sprak over een wet boek van den arbeid, ging er een hoonge lach op van de liberale heeren; zoo zat men in den greep van het oud-hberalisme. Aan den anderen kant moeten we even wel ook niet vergeten, dat er toen van organisatie op het gebied van den arbeid geen sprake was. Tengevolge van de begin selen der Franscbe revolutie bestond er een coalitieverbod. Toch behoort het niet tot het wezen van het kapitalisme, de arbeiders in een toestand van slavernij te brengen» Want gaan we verder in de geschiedenis, dan komt Patrimonium en do vakorgani saties op, en de organisatie heeft de uit wassen' van het kapitalisme gezien en ge werkt om er een eind aan te maken. En zij heeft resultaat gelïad op haar arbeid en de slavernij in beduidenden zin verbeterd en gewijzigd. In de tweede plaats spreekt men er over, dat het kapitalisme is een stelsel om winst te maken, zoodat de arbeider nauwelijks voor zichzelf_ werkt, heélemaal niet voor de gemeenschap en grootendeels voor het vergrooten van de ondernemerswinst, de dividenden en de tantièmes. Gaan we weer terug in de geschiedenis, dan zien we dat in den tijd van de „vrij heid" de patroons zich verrijkten ten koste van de arbeiders en winsten op winsten stapelden. Er was eenerzijds onverdiende ellende en aan den anderen kant tergends weelde. Nu gelooft spr. dat volgens Gods Woord het arbeidsloos inkomen veroordeeld as, want de mensck is geroepen in het zweet z:jns aanschijns zijn brood te verdienen. Wie niet werkt, zal niét eten. Toch moeten we met het oordeel over de ondernemings winst voorzichtig zijn, want daar hangen allerlei kwesties mee samen: het onder- nemersloon, de kapitaalrente, het onder nemersrisico, het kweeken van reserve in het bedrijf, het aandeel van den fiscus, de mogelijkheid dat het bedrijf in het eerst ■lange jaren met verlies gewerkt heeft, enz. Het zou ook niet gemakkelijk zijn, te be palen, waar naar Chr. beginsel de grens ligt tusschen woeker en winst. In de derde plaats komt de vraag naar voren: Is er inderdaad verspilling van do productie? Het is toch historisch gebeurd, dat men in het eene deel der wereld het graan ver stookt in de spoorwegen en den katoenaan- plant inkort, terwijl in een ander deel der wereld (misschien wel dicht daarbij) men- schen honger lijden en gebrek aan klee ding hebben. Er is inderdaad productieverspillmg en productievernietiging, dit valt niet te ont kennen. Aan den anderen kant moeten we even wel rekening houden met vele factoren, die anders handelen onmogelijk maken. Men kan b.v. van een particulier persoon niet eischen, dat hij naast de productiekosten die Irj gemaakt heeft, er ook nog geld bi; zou leggen om zijn product te verzenden naar een deel der wereld, waar daaraan behoefte bestaat. Is er nu geen regeling te treffen, dat ook zonder dat er een ander maatschappe lijk stelsel komt er maatregelen geno men worden, dat het product niet verkild of vernietigd wordt? Spr meent van wel, n.l. door het schep pen van nationale en internationale rege lingen, die moeten groe'en uit het leven zelf. Ons standpunt ten opzichte van het ka pitalisme moet zich concentreoren om dit drietal vragen: 1. Heeft het kapitalisme een zoo ern stige opeenhooping van euvelen voortge bracht, dat dit opweegt tegen allen vooruit gang, welke aan dat stelsel is te danken? 2. Kunnen deze euvelen niet anders worden weggenomen of verlicht dan door het drast:sche middel van de volledige vernietiging van het geheele stelsel? 3. Is het stelsel, dat wij er voor in de plaats stellen, in staat al deze euvelen te doen verdwijnen en hebben wij de zeker heid, dat het n'euwe stelsel niet nog meer nadeelen zal kunnen toebrengen aan het geluk en den vooruitgang de? menschheid? Wat de eerste vraag betreft, wijst Spr. ook op de zegeningen van het kapitalisme, die ook: door de socialisten wel erkend worden, zooals b.v. v. d. Goes heefj. ge zegd, dat het kapitalisme met zijn beperkte vrijheid is ie verkiezen boven het commu nisme met zijn onbeperkten dwang. De eerste vraag is dus ontkennend te be antwoorden, mits wij door een krachtige organisatie komen tot een overleg in den zin van medezeggenschap in de bedrijven, welke organisatie door do overheid moet gesteund worden, in de eerste plaats door de bindendverklaring van bet Collectief Contract. Hiermee is iegelijk de tweede vraag be antwoord, terwijl wat de derde betreft, we rekening moeien houden met het feit der zonde, waardoor een ideale maatschappij in deze bedeeling onmogelijk is. Daarom hebben wij de menschen te zeg gen, dat alleen in den weg der bekeering voor enkeling en gemeenschap betere toe standen zijn te verwachten, en tegenover het geroep der socialisten: „H e t komt" te Schrale huid Kloosterbalsem helpt direct plaatsen ons „H ij komt", Jezus Christus lcomt om te brengen een nieuwen hemel en een nieuwe aarde, waarin gerechtigheid woent. Aan de discussie over de lezmg van den heer Strijbis werd deelgenomen door de heeren Knetsch, van Gittert, Boekkooy, van Bostelen en Alberts. Nadat de heer Strijbis naar aanleiding van de gestelde vragen en gemaakte op merkingen zijn standpunt nog nader toege licht had, sloot de voorzitter met een woord van dank aan den spreker de vergadering, waarna de heer Strijbis voorging in dank gebed. Deze vergadering was veel beter bezocht dan de vorige. Gemeenteraad. Mr. D. A. van Eek heeft bij den gemeen teraad een voorstel ingediend, om B. en W. te verzoeken ten einde den raad in staat te stellen een besliss-ng te nemen omtrent de wenschelijkheid, dat het bedrag af te trekken voor noodzakelijk levensonderhoud wordt verhoogd met twee honderd gulden, te willen onderzoeken, welke gevolgeneen dergelijke verhoogipg zou hebben voor de bedragen, waarvoor de verschillende klas sen der ingezetenen in de plaatselijke be lasting naar het inkomen zijn aangeslagen. Verder een voorstel, dat tot de vergade ringen der raadscommiss;e, die thans ge regeld worden bijgewoond door de direc teuren der bedrijven of diensten, ook toe gang zal worden verleend aan vertegen woordigers gekozen door het in de betref fende bedrijven of diensten werkzame personeel. En tenslotte een voorstel om te hesluiten het aantal opcenten, dat van de vermo gensbelasting wordt geheven, te brengen van 15 op 100. Voorts heeft mr. Van Eek de volgende rnot-'o ingediend: De raad spreekt de wenschelijkheid uit, dat de samenstelling en werkkring der com missie van financiën aldus worden gewij'- zigd, dat deze wordt een commissie, inge sted krachtens art. 54 2e lid der Gemeen tewei, wier taak het derhalve is B. en AV. in het beheer der gemeentef-nanciën bij te staan en verzoekt B. en AV. de daarvoor noodige bepalingen te ontwerpen. Organisatie bij het expedjteursbedrijf Onder voorzitterschap van den heer J. v. d. Steen, werd gistermiddag in heb lo caal van den Vprhuurdersbond aan do: Hooglandsche Kerkgracht de aangekon-t digde vergadering gehouden, -4 Namens de Kamer van Koophandel; waren aanwezig de heeren v. d. Zamf den eni Simonis en leden van de commissiei van Handelsbelangen. J De belangstelling was groot. Do V o o r z. heette de vele aanwezigen; hartelijk welkom, en sprak zijn blijdschap^ uit over de groote opkomst. Blijkbaar hebben de schippers en andere expediteurs begrepen dat de K. v. K. geen] inbreuk heeft willen maken op hun rech ten en belangen. Er komen bij de Kamer gedurende den laatsten tijd nogal veel klachten in, ten aanzien van de ongeregelde of onnauw;^- keurige verzending van goederen. Echter ligt de schuH niet steeds bij dö vervoerders zelf, want ook bij de verzen ders zal niet altjd de gewenschte nauw-, keurglieid in acht worden genomen. In elk geval is het hoog noodig dat dezO.' zaak op een vaste basis wordt geregeld. i Veel tijd wil spr. niet van de opgekome- nen vergen, dat zal hun bedrijf niet toe-' laten. Zoo ncc-dig echter zullen de bespre-' kmgen c:> «n wijenden middag wordett'; voortgezet..- De bedoeling is tusschen dc goed wil-i lige" vervoerders een zoodanige samenweD king te scheppen dat minder faire elemen- ten kunnen worden uitgesloten. Zulks in het belang van de eersten, die daardoor meer vertromven zullen krijgen. Komende tot een bespreking van de he- dendaag^ghe pra-ctijk, wees spr. op de be paling in het wetboek van Koophandel, volgens welke de vervoerder verplicht ia, een goederenlijst bij te houden, waarop de geadresseerde verplicht is de ontvangst der goederen te bevestigen door het plaat sen van zijn handteekening. Deze bepaling wordt nog lang niet alge meen nageleefd, hoewel zulks toch een prettige werkwijze, niet het minst voor de vervoerders zelf, in de hand zou werken. Ter vergemakkelijking geeft spr. direct een tcekening van een concept om zelf een register te komen aanleggen. Meer gebruik maken van bestelkantoren zou ook een geregelde verzending ten goe de komen maar te dwingen valt hier mets^ daar do verzenders nog vrij zijn in hun keuze. Namens eenige aanwezigen werden schriftelijk enkele wenschen ingediend, die de schippers gaarne zouden zien vervuld. Als zoodanig wordt verlangd: 1. Een gemeentelijke regeling, waarbij een zeker uur van vertrek wordt vastge steld voor allen; 2. Een vaste standplaats voor allen; 3. Een waterplaats op de Hoogl. Kerk gracht; 4. Een vast bestelhuis voor boden op de Hoogl. Kerkgracht en elders een. voor schippers; 5. Een regeling daardoor meer zekerheid verkregen wordt, dat de goederen weer met dezelfde schippers en boden worden meegegeven, die ze hebben besteld. 6. Een rechtvaardige regeling van de uitkecring der procenten van rembourse- menfen 7. Goed toezicht van de afzenders op de juiste adressen die voor de remboursemen- ten aansprakelijk zijn. 8. Niet uitbetalen van vervoerloon, aan de geadresseerden wanneer deze het ver voer den expediteurs uit de hand nemen Bij de hierop volgende bespreking werd ook nog geprotesteerd tegen de afzenders die eerst rembours aan de boden meege ven wanner zij hebben ondervonden dat 't betrokken adres niet solide is. waardoor de bode er dikwijls inloopt, waar hij som9 telefonisch toestemming krijgt de goederer af te geven, terwijl hij voor het geld aan sprakelijk blijft Ook op andere punten werd door ver- FEUILLETON- De Zegepraal van het Kruis !®3) Hij', wien zij aldus aansprak, bezat een [■warm en gevoelig hart, ofschoon zijn diter- jlijk en zijne manieren eenigszins ruw wa- ;ien, en hij betoonde veel medelijden met l'de droefheid zijner me-demeai&chen. Zijn («enigszins streng gel&at verried zijne [aandoeningen, die hij tevergeefs trachtte 5te onderdrukken. Hij liep de kamer op en 'ïieder en scheen ongeduldig, dat hij geen ïans zag deze droefheid te verzachten. -,,Kom, kom!" zeide hij, „gij hebt haar veilig hier, en gij moogt er den goeden '|God voor danken! Zij heeft slechts het on- foluk, een mooi gez'chtje te hebben, en dat eeft menigeen verder van den -weg afge leid dan zij gedaan heeft; neem dus dat \3irme schepsel weder in liefde aan, want /2k sta er u voor in, dat zij reecis genoeg ^droefheid geleden heeft. En zij zal nog /heviger lijden, indien zij dwaas genoeg js ifiiog langer over een booswicht te treuren." j Hier wiischte de oude man een traan >Aveg, die in zijn oog blonk; hij scheen bij- beschaamd te zijü over het lijden, dat jdien traan had doen opwellen; maar die Ara an werd veroorzaakt door eone diepere smart dan die, welke door een gewoon medelijden met de droefheid van anderen ontstaat, en hij trachtte zijn hart tc slui ten voor de stem van vleesch en bloed, die in hem het gevoel vaii rechtvaarcVghoid aan het wankelen, zou hebben kunnen brengen. „Helaas!" voegde hij er met meer kalm te bij, terwijl hij bedaard ging zitten, „gij moogt God wel danken. Mevrouw Stuart! dat het arme kind slechts een ge broken "hart heeft. Zij is daardoor onge lukkig genoeg, want van ganscher ziel wenschte ik, dat zij om iemand treurde, die zoo onschuldig was als zij zelve; dan zouden mijne grijze haren nóg met eere in het graf kunnen dalen, gelijk de uwe. „Ach!" riep hij uit, terwijl hij door de bitterheid der schande overweldigd werd, „indien gij wist wat het is, een laaghartig en gevoelloos k;nd te hebben, gij zoudt niet zoo bitter bedroefd zijn over dit dwaze meisje." Mevrouw Stuart, eenigszins gerust ge steld, vouwde hare handen samen, en riep uit: „0! indien mijn kind waarlijk onschul dig is aan een moedwillige zonde zoo zal ik er God al mijn leven voor danken. Maar waar is Lady Beau ford? Hoe heet gij. en waarom hebt gij Edith tot mij ge bracht?" „Lady Beauford!" riep de vreemdeling vit, „ik ken uwe groote lui niet, alleen weet ik. dat zij de jongelieden het hoofd op hol brengen, en dat zij den ondergang en het ongeluk van eiken eer1 ijken vader veroorzaken, d;e geene grafelijke kroon op den hoed van zijnen zoon hechten kan. Wat mijn naam betreft, gij zult dien vroeg genoeg vernemen; want weldra zal elke bedelaar den mond vol hebben van de ge schiedenis van den dood van Eduard For rester. God geve dat ik voor dat oogen- blik sterve!" Een flauw gesteun van Ed'th vestigde opnieuw de aandacht en het medelijden op haar; de heer Forrester stond op, en zei- de op een toon, waaraan hij klem trachtte to geven: „Kom! wij moeten allen zeggen, Gods wil geschiede! Breng nu dat arme kind naar béd, want zij heeft rust en op passing noodig; ofschoon zij nu gelukkiger is dan waneer zij weder lot haar volle be wustzijn zal teruggekeerd zijn. Ik zal eens gaan z:cn, of de koetsier zooveel zorg voor zijne paarden gedragen heeft a's voor zichzelyen." Dit zeggende, verliet do goedhartige grijsaard de arme bedroefden zonder ver dere verontschuldiging; doch na verloop van een oogenb'ik terugkomende, zeide hij, na beurtelings Edith, die nog altijd buiten kennis was, en hare familie met oen voor komen van het diepste modelijden be schouwd te hebben; „Helaas! breng dat arme ongelukkige meisje naar bed, en wees vriendelijk jegens haar, want wij zijn allen, ieder op zijne wijze, zwak en zondig; en het zou er met ons al zeer slecht 'uitzien, indien God zoo traag was onze zonden te vergeven, als w'j het jegens onze kinderen, wanneer zij onze hoogmoe dige harten verhrijze'en of vernederen. Ik zal haar een geneesheer zenden; geef haar inmidde^ wat. wijn of iets, dat haar voor het oogenblik dienstig kan z'jn. Verontrust u niet over de uitgaven, want ik heb geld genoeg om dat alles te betalen, en denk er aan, mevrouw! liaar geen vragen te doen, want het is wreed, oen wonde te peilen, die men niet genezen kan. Zoo aan stonds kon» ik weder terug, dan zal ik alles zeggen wat gij verlangt te weten, en heB- irmer u, dat, wanneer er iets is, waarin een uwer medemenschen u tot hulp of troost kan zijn, gij u slcfchts tot George Forrester behoeft te wenden, en gij zult zijn oud hart steeds bereid vinden u van dienst te zijn". Dit zeggende, verliet hij do hut. Indien eenige aardsche zaak de bedroefde moeder had kunnen vertroosten, zoo was hot de verzekering, dat Edith in hem ten minste een goeden edelmoedigcn vriend aangetroffen had. Mevrouw Stuart, aangaande een vermoe den gerustgesteld, drukte haar kind aan hare borst; zij zat, terwijl zij haar tevens ondersteunde. Zij trachtte hare onceluk: kige Ed:.th door a'lerlei teedere liefkozin gen uit haren bewus'eloozen slaat op te wekken, verzekerde haar b;j herhaling, dat zij haar beminde en haar hare mis slagen vergaf. Inmiddels bewees H°''ena, in hare stemme smart, haar al die kle'ne zorgen, welke zij behoefde, en verdroeg met stille onderwerping haar aandeel in deze beproev'ng, uit liefde voor degenen, dia op dit oogenblik zoozeer haren moed en haar geduld hadden. Maar de arme kleine Jeesie snikt-? hevig, cn gaf zich geheel aan hare efheid over. Geen woord van troos'. 1 gewisseld, want de lijdensbeker-scheen boordevol, cn vloeide ze'fs over! Edith a"een was ongevoelig voor al die smart om haar been. totdat haar bewustz'jn terugkeerde, en met het zelve l;et vreeselijk gevoel van onheil, dat haar boven het hoofd hing. En nu veran derde hare gevoelloosheid in eene lievige vlaag van ijlhoofdigheid, waarin zij drrr onsamenhangende woorden d? ''rimelij'co oorzaak van a' hare ii vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 1