Dagblad voor Leiden en Omstreken. ABONNEMENTSPRIJS in Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f 2.50 Per week f 0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 5de JAARGANG. - DONDERDAG 13 NOVEMBER 1924 - No. 1362 BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 Postrekening 58936 ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertentiën per regel 225 cent. Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbetaling van ten hoogste 30 woorden, "worden dagelijks geplaatst ad 50 cent. De gebroken eieren. Men kan naar de bekende uitspraak van Domela Nieuwenhuis nu eenmaal geen unielet bakken zonder eieren te breken. Dit tot troost van hen die bij een werk staking als slachtoffer mochten vallen. - Van die gebroken eieren weten ook de JCwentsohe textielarbeiders mee te spre- liken. De moderne organisaties achtten bet 'roodig een omelet te bakken. De arbeiders moesten staken. Het advies van de Ghris- j/telijko organisaties om door overleg aan 'bet conflict een einde te maken, mocht in fee en geval wot den- gevollgd. Maar ondanks de groote woorden en de rijke beloften van de roode vakbonden, werd de strijd verloren. En nu zitten de goedgeloovige arbeiders .die bij het bakken van deze politieke omelet als eieren gebruikt zijn, met -de ge volgen. De menschen. zitten zonder werk en zon der brood. ,.Eenige weken geleden aldus een be richt uit Enschede werd hier een de monstratie gehouden, georganiseerd door den Textielarbeidersbond „De Eendracht" en den Enschedeschen Bestuurdersbond. Na afloop van deze demonstratie had een .deputatie een onderhoud met den burge meester, ter bespreking van de omstandig heid, dat de destijds ingestelde commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon er niet voor te vinden is, de ruim 200 textielarbei ders, die niet weder te werk gesteld zijn, to ondersteunen. Nadien heeft genoemde commissie, die inmiddels bekend maakte, dat zij tot taak heeft de ondersteuning van crisiswerkloo- zen, met den burgemeester over deze kwes tie een onderhoud gehad. In een dezer dagen gehouden vergade ring besloot de meerderheid der commis sie, het eens ingenomen standpunt te blij ven handhaven en de genoemde ontslagen textielarbeiders niet te ondersteunen, om dat zij niet tengevolge van slapte in het be!rokken bedrijf werkloos zijn geworden." Deze stakkers van stakers -worden dus niet geholpen. Er fs geld in overvloed. Het roode Vakverbond dat hen tot sta ken aanspoorde en hen bewoog vol te hou den toen een ieder op zijn vingers kon na rekenen dat de strijd verloren was, bezit een kapitaal van vele millioenen. Maar het denkt er niet aan, daarmee de slachtoffers van zijne misdadige tactiek te steunen. De ongelukkige, misleide arbeiders moe ten maar begrijpen dat men nu eenmaal geen omelet kan bakken zonder eieren te Sjreken. Aan wie de schuld? De weerloosheidsapostelen, wier ideaal liet is de grenzen van ons land en zijne koloniën voor iederen aanvaller wijd open te zetten en Nederland te maken tot een vazal van iëderen willekeurigén indringer, die niet schromen zou onze vrijheid en zelfstandigheid in gevaar te brengen en de rampen van den oorlog over ons land uit te storten, verdedigen hunne houding door er op te wijzen, dat wij toch niet in staat zijn ons te verdedigen. Prof. van Emhden, do groot-ontwape- maar, betoogde onlangs dat ons leger in 1914 niet in orde was, niettegenstaande onbeperkte credieten die verleend werden. In deze opmerking schuilt een element ■van waarheid. Maar. aan wie de* schuld? Terecht heeft generaal1 Snijders er aan herinnerd dat het leger door de schuld van sommige politici vóór den oorlog was beknibbeld en verwaarloosd. Wat de materieel® uitrusting van het leger betreft aldus de heer Snijders de heer Van Emhden moge het schijnen te vergeten, maar ik vergeet het niet, hoe aan het leger, speelbal der politiek, voor den oorlog het allernoodigste werd ont boude n of onder onnoemeli jken weerstand geheel onvoldoende en schraal werd toegemeten, vooral door toedoen van 'de anti-militairistisclie geestverwanten van Prof. Van Emhden. Ja, toen men in 1914 in doodsangst zat, toen werden er „onbeperkte credieten" verleend. Maar toen was het te laat cn kon zelfs tegen do grofste betaling het aller- noodigste niet verkregen worden. Het is waarlijk een fraaie redeneering: eo^st verzetten de heeren politici zich tegen alles, wat voor den ophouw cn ontwikke ling der weermacht noodig is; dan komt de .oorlog en blijkt het leger door schrielheid cn verzuim onvoldoend georganiseerd, geoefend en uitgerust. En dan als bet gevaar voorbij is, heet het: zóó slecht was liet leger. Ziet ge, dat wij daaraan voor onze veiligheid en onzij digheid niets hebben?" Inderdaad een fraare redeneering. Eerst het leger opzettelijk verwaarloozen en dan zich beklagen dat liet niet voor zijn 'taak berekend is. Intusschen willen wc niet vergelen, dat dit slecht verzorgde leger naar liet een parig oordeel van binnen- en buitenland- sche autoriteiten, van Sociaal-Democraten fcoowcl als Vrijzinnig-Democraten, aan ens land onwaardeerbare diensten heeft bewezen. STADSNIEUWS. Diaconale Conferentie van de Geref, Kerken in de Classis Leiden. In de gisteravond alhier gehouden half- jaarlijksche conferentie van bovengenoem de diaconieën kwamen o.m. in behandeling de twee volgende vragen, ingezonden door de diaconie der Geref. Kerk van Leiden lo. Is hefc niet mogelijk, de T. B. C.- patiënten uit te zenden op kosten der classis? 2o. Hoe moet eene Diaconie steun ver strekken? a. naar behoefte? of b. naar dat- de kas zulks toelaat? Indien op a bevestigend geantwoord moet worden, is het dan niet gewensebt, dat kapitaalkrachtiger Diaconieën de zwakke of niet kapitaalkrachtige Diaco nieën steunen, opdat zij haar taak ten vollen, kunnen volbrengen De bespreking dezer vragen werd inge leid door den heer L. Boekkooi alhier met een causerie over de verpleging en uitzending van t. b. c. patiënten en zwak ke kinderen in het algemeen. Spr. begon met uiteen te zetten van hoe groote beteekenis het is. wanneer de Diaconie van de kerk, waartoe personen die voor uitzending in aanmerking komen behooren, zelf de inrichting kan aan wijzen waarin de betrokken persoon moet worden opgenomen. Is de Diaconie niet in staat om de uit zending te bekostigen, dan ziet zij bij den huidigen toestand zich de uitzending uit de banden genomen door het Burgerlijk Armbestuur, dat dan veelal een neutrale inrichting aanwijst. Het ligt echter voor de hand. dat vele Diaconieën de kosten niet alleen kunnen dragen. De beste oplossing acht spr een pro gressieve bijdrage door alle diaconieën, die dan met elkander een fonds kunnen vor men waaruit naar behoefte kan worden geput. Met klem verdedigde spr. een spoedige voorziening van do behoefte op dit gebied. Zeker is dat niet alle diaconieën zelf de onder hun ressort voorkomende gevallen kunnen bekostigen, maar evenmin mag wor den toegelaten dat leden der gemeente wor den uitgezonden naar neutrale inrichtingen Alleen gezamenlijk optreden zou liïer iets kunnen tot stand brengen. Een levendige bespreking volgde over dit punt. Algemeen bleek men met de strekking van het betoog des heeren. Boekkooi wel in te stemmen. Uitdrukkelijk werd op den voorgrond gesteld, dat bet hier niet gaat om de een of ander© diaconie te steunen, doch een waarborg t© scheppen voor 't op de juiste wijze uitzenden van t. b. .c.-patiënten, waartoe gemeenschappelijk optreden veel zou kunnen bijdragen. Térloops werd ook de momenteel in voorbereiding zijnde stichting van een provinciaal sanatorium van Gereformeerde diaconieën besproken, die wellicht alle be zwaren gelijk ondervangt. Het resultaat der bespreking was dat de vergadering uit haar midden een com missie benoemde die eventueel© samen werking der in de classis voorkomende diaconieën op dit punt in studie zal nemen en de vrucht van haar onderzoek zal vast leggen in een voorstel. De diaconieën van Leiden, Sassenlieid, Lisse, Hillegom, Rijnsburg en Leiderdorp werden aangewezen om deze commissie samen te stellen. Hierna wijdde de vergadering zich aan de bespreking van de tweede vraag, die door den heer Yallentgoed werd toe gelicht. Spr. wees -daarbij o.m. op het euvel dat de giften der gemeente niet altijd haar werkelijke financieoie gesteldheid weerge ven. Tot welke middelen, aldus spr., moet de diaconie haar toevlucht nemen, wanneer haar middelen zijn uitgeput terwijl er nog behoeften om vervulling vragen. In zijn repliek wekte spr. de veronder stelling. dat vooral wat de groote stads gemeenten betreft, de mindere giften moeten worden toegeschreven aan een gemis van de gemeenschap der heiligen, b.v. in de samenkomsten. De bespreking die hiervan weer het ge volg wa-s, liep over een tamelijk breed terrein. Wat het tweede gedeelte be treft, werd opgemerkt dat wanneer de diaconie een juislcn maatstaf weet te ge bruiken voor het beoordcelcn van een voorkomende behoefte, zij voor do ver vulling daarvan een onbeperkt beroep mag doen op de milddadigheid der gemeente. Van enkele zijden werd het een ver keerde toestand genoemd, dat sommige diaconieën voortdurend worstelen met te korten, terwijl andere geld op de. bank hebben staan waarvan gedurende een be duidend tijdvak geen gebruik wordt ge maakt. Hiertegenover werd aangevoerd dat liet bezwaarlijk is, een beroep op elkanders geldmiddelen te 'doen, omdat de wijze van stcunverleening in de verschillende ge meenten nogal uiteenloopt-, b.v. met bet oog op het al of niet vefleenen van werkloosheidssteun, zooals men dat in de steden vindt, en bet verstrekken van klei ne credieten voor het zelf beteelen van een stukje grond enz. zooals dat ten plat teland© wel voorkomt. Aan het eind der bespreking werd ge concludeerd dat ten aanzien van punt a van dé laatste vraag voldoende eenstem migheid heerscht-, n.l. dat allen die vraag in toestemmenden zin beantwoorden. Wat de samenwerking bij financieel© hulpverleening betreft, werd verwezen naar een onlangs verschenen rapport waarin duidelijk wordt uiteengezet, wel ken weg men in voorkomende gevallen beeft in te slaan. Momenteel is het punt voor deze classis gelukkig niet actueel, om dat er geen enkele diaconie is, die be paald nood beeft. Na de bespreking van nog enkele an dere, minder voor publicatie in aanmer king' komende zaken, ging de vergadering uiteen. „Een held in pijn en banden." l'n het kerkgebouw der Chr. Geref. Gem. hield Ds. G. S. van de Ven van Lisse gisteravond een lezing voor de Ghr. Geref. Jongelicgsvereeniging over het on derwerp: „Een held in pijn en handen". Nadat gezongen was Ps. 68:16, las Ds. v. d. Ven Richteren 16 vanaf vs. 16 en ging voor in gebed. Spr. begon met liet woord van Elihu: „God is groot en wij begrijpen Hem niet." Wij hebben Hem niet begrepen in het ver loren paradijs en wij zullen Hem niet be grijpen in bet toekomstig paradijs. Dook wel' kunnen wij Hem kennen, want ken nen en begrijpen zijn twee verschillende dingen, die goed onderscheiden moeten worden. De wereld kent Hem niet, ook niet in onze dagen. Wel gevoelt zij een leegte in zickzelven en zoekt zij bevrediging ook in den godsdienst, doch het is een pantheïs me, dat God vereenzelvigt met de wereld én beschouwt als de Wereldziel, die öf be wustheid mist (Spinoza) öf zich bewust wordt in den mensch (Hegel). De wereld is onrustig, in onze dagen meer dan ooit". De zaden van' het materia lisme, in de vorige eeuw gestrooid, heb ben vruchtgedragen en men is uitgekomen bij do filosofie van Nietizsche, die leert dat het zwakke maar vertreden moet wor den. Al deze stroomingen trachten ook de Gemeente des Heeren te verleiden, in 't bij zonder haar jongelingschap. Daarom is het haar plicht den wachttoren te betrek ken, vanwaar zij het geheel kan overzien. Na deze inleiding kwam Spr., nadat eerst gezongen was Ps. 119:13 en 14, tot zijn onderwerp. Spr. zal het hebben over een held uit de Siegesallee, de heldengalerij der helden Gods. Op de grenzen van Juda en Filistéa lag Betli-Semes, dat zonnestad beteekent. Daar woonden de ouders van den held, wiens geboorte werd aangekondigd van den hemel. Hij was groot, omdat hij zich aan God had toegewijd als Nazireeër Gods. Maar ook zulk een mensch kan God verlaten, verstrikt door de listen eener goddeloo-ze vrouw. Hij ging in tot Delila, de „l'anglokkige", wier haar gefriseerd was en die woonde bij de beek Sorek. Dan zien we den slapenden Nazireeër in de armen dier heidin, die met zoeten mond liefde veinst en spelend gaan haar vingers door zijn lokken. Simson moet zijn gansche hart voor haar openleggen. En als dan zijn haarlokken zijn afge sneden, waakt hij op en hij voelt dat zijn kracht van hem geweken is. Weerloos wordt hij geboeid, de oogen worden hem uitgestoken en dan moet hij slavendiensten verrichten en malen. Een held in pijn en banden. 't Is feest is Filistéa, want Dagon heeft zijn volk de overwinning gegeven. Dan komt een der vorsten op de gedachte, Sim son tó laten halen en aan de hand van een jongen wordt hij binnengeleid en hij moet spelen voor hun aangezicht. Doch dan komt zijn riohterhart weer bo ven en hij bidt, dat God nog eenmaal door hem Zijn naam zal grootmaken. Spr. liet vervolgens zingen Ps. 79:4, daarna schetste hij de verhooring van Simsons gebed. Het snarenspel houdt op en terwijl de laatste tonen nog door den tempel rui- schcn en aller oogen op Simson gericht zijn, grijpt deze met zijn eene hand den eenen pilaar en met zijn andere hand den anderen en hij dcet het gebouw iueenstor- ten. En de ziel van Simson gaat den he mel binnen een eeuwigen triomf tegemoet. Spr. knoopte aan deze geschiedenis- een ernstige waarschuwing vast tegen de ver leidingen der were'd cn wees ten slotte op den greoten Held Jezus Qhristus. De samenkomst, die goed bezocht was, werd gesloten met dankgebed en het zin gen van Ps. 89:8. A. R. Propayandaclub „Dr. A. Kuyper". De gisteravond gehouden vergadering Avas waarschijnlijk door de vele con currentie maar matig bezocht. Voor de staatkundige actie was dit jam mer, want er viel heel wat te leeren. Waar de heer R. A. den Ouden, die aan vankelijk als spreker voor dezen avond was aangekondigd, verhinderd was de vergadering bij te wonen, hield de Voorz., de heer G. Rietkerk een belangwek kende inleiding over de houding van Groen van Prinsterer ten opzichte van de samenwerking met de Roomsch-Katliolie- ke Staatspart:}. Spr. begon met een vergelijking te ma ken tusschen den tijd waarin Groen leefde, en dien, welke wij. beleven. Voorop werd gesteld, dat de menschen niet, de tijden echter wel veranderen. Na eerst de hoogstbelangrijkc figuur van Groen te hebben geteekend, mede aan de hand van vereerende uitlatingen zijner tegenstanders, stond spr. stil1 bij de ver andering in ons kiesstelsel en volksver tegenwoordiging, die tegenwoordig een heel wat democratischer beeld vertoonen dan in Groen's tijd. Veranderen echter de tijden, de men schen, en de zaken, die zij op staatkundig terre:n te behandelen hebben niet alzoo. Met verschillende citaten uit de parle mentaire redevoeringen, door Groen in de Kamer gehouden, toonde spr. aan, dat er toen evenzeer sprake was van inflatie, be zuiniging en beperking van de bewa pening. Voelbaar was soms de indruk dien dc krachtige uitspraken van Groen maakten, talentvol als ze werden weergegeven. Evenmin als de reeds genoemde Staat kundige kwesties er zijn' van den jongsten tijd, is ook die van het samenwerken met Rome-er een waarmede Ds. Gravemeyer of Ds. Kersten het eerst zijn komen aan dragen. Wel zou men geneigd zijn, om, wanneer men van de Jeremiaden der laalsten ken nis neemt, de verluchting te slaken: Och, alis Groen er nog maar was; als die nog maar eens van voorlichting kon dienen. Dat deze opposanten, die soms niet zui nig met citaten van Groen omspringen, bewust onwaarheid spreken, wil spr. niet zeggen, maar wel, dat zij Groen niet kennen. Om den indruk te vermijden als zou spr. citaten uit hun verhand rukken, bouwt spr. zijn betoog op uit de redevoeringen van den grooten leider, zoo ook uit de be kend© Kamerrede van 17 December 1849, waarin liet recht van zelfstandigheid en vrije beweging der gezindten duidelijk is uiteengezet. Dit ten aanzien van Groen's opvatting over alle andere gezindten. Maar nu zijn houding tegenover Pvome in het bijzonder, In de „Nederlander" verklaart hij let terlijk dat de meest geliefde vooroordeelen van het protestantsche volksdeel desnoods ten offer moe'en worden gebracht aan een eerlijke behandeling van alle andere ge zindten, in het hijzonder Rome, in over eenstemming met de grondwet, voor een gezamenlijke bestrijding van het ongeloof, dat hij nadrukkelijk onderscheidt van het Roomsche geloof. Dit getuigt hij als staats m a n. Als Christen getuigt hij even later, dat de Roomsche leerk door de Protestanten, m oet worden ver dedigd, voor zoover in haar Christus zelf wordt aange- r a n cl. Dit is, voegt hij er aan toe, geen over hellen naar .Rom.e. Ontziet, zegt hij verder, hot bijgeloof, beter clan ge het door. ongeloof (bevorde ren van het Liberalisme) zoudt bestrijden. Deze houding van Groen heeft nimmer wijziging ondergaan. Ook ten aanzien van bet wereldlijk ge zag van den Pausvoor een protestant toch nog al een teer puntje neemt Groen werkelijk geen bekrompen standpunt in. Het persoonlijk verwerpend, en Schrif-. tuurl'jk bestrijdend, schrijft hij toch: ik vraag mij af met welk recht vele niet-Ka- tholiekc-n ijveren tegen het streven van de Roomsche kerk, daar dit toch haar eigen zaak is. Ook Stahl en Guizot stemmen, naar Groen aanleekent, hierin op merkwaardige wijze overeen. Groen heeft naar hijzelf verklaart, meer respect voor den Roomsche die goed en bloed veil heeft voor den Paus en zijn ge zag, dan voor Protestantsche rebel'en en roevers die legen hem ophilsen. Geen geschrift van Groen kunnen we tor hand nemen, of we vinden, juist krachtens zijn anti-revolutionair beginsel, een stre ven om toenadering tot Rome te propa- geeren, ondanks de verdachtmaking in Roomsche kringen die hij daarbij ontmoet te, en ondanks het absolute gemis aan c-enig uitzicht op succes, zulks in tegenstel ling met Dr. Kuyper, die althans bij Dr. Schaepman weerklank vond. Het groote onderscheid, zegt Groen her haaldelijk. ligt niet tusschen Roomsch en rn-Roomsch, maar tusschen geloof en on geloof. Een goede verstandhouding tusschen de Pro'eslanlsohe en Roomsche landgenooten acht Groen naar hij in de Kamer bij her haling verzekert, onmisbaar voor den welstand van het land. Voor de belangen der Roomsche 'land genooten, zoo zegt hij op dezelfde plaats, heh ik steeds onpartijdig gewaakt. Men kan verschillen over liet al of niet wenscholijke van de samenwerking met Rome, maar dat zij uit geschriften van Groen zou zijn te ver oord eelen, moet op grond van deze bewijsstukken beslist wor den ontkend. In het verdere gedeelte van den avond had de werkverdeeling plaats voor de a.s. financieel© actie, waarmede nog d e z a week een aanvang zal worden gemaakt,. Bij de antirevolutionaire ingezetenen zullen circulaires met intcekenbiljetton worden uitgereikt, die na 14 dagen moeten worden teruggehaald. In een niet-officiee!e vergadering van de clisb zal dan het resnl-s taat van de eerste inzameling zijn vast te stellen. Voorloopig worden alleen de bin reaux 120 in bewerking genomen. Namens het bestuur van de Kiesvereen. Nederland en Oranje sprak de heer R. Zuidema, die de vergadering bijwoonde, zijnhartelijke waardeering uit voor de verrichtingen van het bestuur ten aanzien van de fiuancieele actie die dezen avond aanving. Spr, gelooft inderdaad dat dit do weg is om een verkiezing goed voor te be reiden. Geld is wel niet alles, maar het maakt vooral bij de verkiezingen toch een zeer belangrijken fac'.cf uit. „Spr. bes'oot met den wensch dat dit werk mei Gods zegen zou worden bekroond. De heer Zuidema eindigde hierna mei dankgebed. Hudiging Prof. Eekhof. Toen Prof. Eekhof gisteren zijn college kamer in het academiegebouw binnen-- trad, word hij door de studenten met een. daverend applaus ontvangen. In een hartelijke toespraak heeft een, hunner daarop den hoogleeraar mei zijp, benoeming- tot opvolger van Prof. Pijper gelukgewenscht. Een groote vaas rozen, die bij den kalbes der stond, vertolkte de gevoelens van sym pathie en hoogachting van hen, die zijn colleges volg'--n UiacGncssenhuis. Het bes;uur van het Diaconcssenhuis al hier heeft* gedrongen door het gebrek aan verplegingsruimte, dat zich in do laatst© jaren steeds sterker deed gevoelen, beslo ten het Diaconessenhuis uit te breiden. Het bestuur hoopt deze uitbreiding zoo te kunnen inrichten, dat het intieme karak ter van het huis gehandhaafd blijft. Leidsche Burgerwacht. De Schietoefeningen met Marga-P&tro-* Tien en met de Buks zullen worden hervat op den lion Nov. a.s. in de zaal Pielers- kerkgracht No. 7. Vanaf dien datum hebben de oefeningen plaats des Dinsdags- en Vrijdagsavonds tusschen 8.30 en 10 uur n.m. De prijsuitdeeüng der iin Juli gehouden wedstrijden met scherpe patronen, zal ge houden worden in de zaal Pieterskerk - gracht 7, op den 1 en Dinsdag in December. Schilderijen-tentoonstelling. Op Zaterdag 15 November, des namid dags to 3 uur zal ©en tentoonstelling v..r* schilderijen cn teekeningen door Will y Sluiters,, welke ongeveer drie weken duurt, voor gcnocdigdcn worden geopend in het Stedelijk Museum „De Lakenhal." De Jeugdraad. Tot slot van de gevoerde Propaganda' actio uitgaande van den Jeugdraad, al hier, had gisterenavond een Propaganda- vergaderiug plaats in het Nutsgebo. v speciaal belegd voor Meisjes, Jongelieden cn Knapen. De zaal stroomt vol. en als Ds. W. Bouwman, voorzitter der Geref. Oudcr- vercenjging cm even acht uur de vergade ring opent, is geen plaatsje onbezet. En kel© ouders hebben ook aan den oproep gehoor gegeven dien avond aanwezig ta zijn. Do voorzitter laat zingen Ps. 25: 2t leest een gedeelte uit de H. S en gaat voor in gebed. In het openingswoord dccb de voorzitter speciaal uitkomen het ver schil tusschen het meisje en den jongen. De jongen is meestal oppervlakkig, ter wijl bij het meisje het gevoelsleven nicer tot uiting kemt. Daardoor ook laat zich- verklaren, dat men bij den jongen kan spreken van de „vlegeljaren", terwijl het meisje met den na-ain van „bakvisch" kan worden betiteld. Het doel van do verga dering is propaganda t© maken voor do knapen en jongeliedenvereenigihg. maar ook, en dit is de hoofdschotel, te komen tot oprichting van een Meisjesvcreeniging op Gereformeerden Grondslag. Een derge lijke vereeniging is in een stad als Leiden broodnocdig. Na het openingswoord wordt begonnen met het afwerken van de agenda voor oien avond. Allereerst krijgt vriend Stephanus gele genheid tot het leveren van zijn inleiding getiteld: ,,Dc Verloren Zoon", Lucas 15. Daarna vergasten do vr. van der Horst en W..F. Karstens ons op 2 ernstige voor-, drachten resp. getiteld: „De Brand enl „Dc Redding." Nu krijgt Mcj. C. Schot vanger het woord cm haar propaganda-, speech uit t© spreken, speciaal tot do; meisjes. In een kernachtig woord kwijt /ijj zich van haar taak. Zij laat even uitko-j men het. verschil tusschen vroeger cnij thans. Vroeger daolit men niot aan een! dcrgelijko vereeniging, thans is dezo eenj gebiedend© .eiscli. De meisjes moeten^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 1