Dagblad voor Leiden en Omstreken.
ABONNEMENTSPRIJS
in Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal f 2.50
Per week f 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
5de JAARGANG. - DONDERDAG 13 NOVEMBER 1924 - No. 1362
BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 Postrekening 58936
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiën per regel 225 cent.
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbetaling
van ten hoogste 30 woorden, "worden
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
De gebroken eieren.
Men kan naar de bekende uitspraak van
Domela Nieuwenhuis nu eenmaal geen
unielet bakken zonder eieren te breken.
Dit tot troost van hen die bij een werk
staking als slachtoffer mochten vallen.
- Van die gebroken eieren weten ook de
JCwentsohe textielarbeiders mee te spre-
liken.
De moderne organisaties achtten bet
'roodig een omelet te bakken. De arbeiders
moesten staken. Het advies van de Ghris-
j/telijko organisaties om door overleg aan
'bet conflict een einde te maken, mocht in
fee en geval wot den- gevollgd.
Maar ondanks de groote woorden en de
rijke beloften van de roode vakbonden,
werd de strijd verloren.
En nu zitten de goedgeloovige arbeiders
.die bij het bakken van deze politieke
omelet als eieren gebruikt zijn, met -de ge
volgen.
De menschen. zitten zonder werk en zon
der brood.
,.Eenige weken geleden aldus een be
richt uit Enschede werd hier een de
monstratie gehouden, georganiseerd door
den Textielarbeidersbond „De Eendracht"
en den Enschedeschen Bestuurdersbond.
Na afloop van deze demonstratie had een
.deputatie een onderhoud met den burge
meester, ter bespreking van de omstandig
heid, dat de destijds ingestelde commissie
voor Maatschappelijk Hulpbetoon er niet
voor te vinden is, de ruim 200 textielarbei
ders, die niet weder te werk gesteld zijn,
to ondersteunen.
Nadien heeft genoemde commissie, die
inmiddels bekend maakte, dat zij tot taak
heeft de ondersteuning van crisiswerkloo-
zen, met den burgemeester over deze kwes
tie een onderhoud gehad.
In een dezer dagen gehouden vergade
ring besloot de meerderheid der commis
sie, het eens ingenomen standpunt te blij
ven handhaven en de genoemde ontslagen
textielarbeiders niet te ondersteunen, om
dat zij niet tengevolge van slapte in het
be!rokken bedrijf werkloos zijn geworden."
Deze stakkers van stakers -worden dus
niet geholpen.
Er fs geld in overvloed.
Het roode Vakverbond dat hen tot sta
ken aanspoorde en hen bewoog vol te hou
den toen een ieder op zijn vingers kon na
rekenen dat de strijd verloren was, bezit
een kapitaal van vele millioenen.
Maar het denkt er niet aan, daarmee de
slachtoffers van zijne misdadige tactiek te
steunen.
De ongelukkige, misleide arbeiders moe
ten maar begrijpen dat men nu eenmaal
geen omelet kan bakken zonder eieren te
Sjreken.
Aan wie de schuld?
De weerloosheidsapostelen, wier ideaal
liet is de grenzen van ons land en zijne
koloniën voor iederen aanvaller wijd open
te zetten en Nederland te maken tot een
vazal van iëderen willekeurigén indringer,
die niet schromen zou onze vrijheid en
zelfstandigheid in gevaar te brengen en de
rampen van den oorlog over ons land uit
te storten, verdedigen hunne houding door
er op te wijzen, dat wij toch niet in staat
zijn ons te verdedigen.
Prof. van Emhden, do groot-ontwape-
maar, betoogde onlangs dat ons leger in
1914 niet in orde was, niettegenstaande
onbeperkte credieten die verleend werden.
In deze opmerking schuilt een element
■van waarheid.
Maar. aan wie de* schuld?
Terecht heeft generaal1 Snijders er aan
herinnerd dat het leger door de schuld
van sommige politici vóór den oorlog was
beknibbeld en verwaarloosd.
Wat de materieel® uitrusting van het
leger betreft aldus de heer Snijders
de heer Van Emhden moge het schijnen te
vergeten, maar ik vergeet het niet, hoe aan
het leger, speelbal der politiek, voor den
oorlog het allernoodigste werd
ont boude n of onder onnoemeli jken
weerstand geheel onvoldoende en schraal
werd toegemeten, vooral door toedoen van
'de anti-militairistisclie geestverwanten
van Prof. Van Emhden.
Ja, toen men in 1914 in doodsangst zat,
toen werden er „onbeperkte credieten"
verleend. Maar toen was het te laat cn kon
zelfs tegen do grofste betaling het aller-
noodigste niet verkregen worden.
Het is waarlijk een fraaie redeneering:
eo^st verzetten de heeren politici zich tegen
alles, wat voor den ophouw cn ontwikke
ling der weermacht noodig is; dan komt de
.oorlog en blijkt het leger door schrielheid
cn verzuim onvoldoend georganiseerd,
geoefend en uitgerust.
En dan als bet gevaar voorbij is, heet
het: zóó slecht was liet leger. Ziet ge, dat
wij daaraan voor onze veiligheid en onzij
digheid niets hebben?"
Inderdaad een fraare redeneering.
Eerst het leger opzettelijk verwaarloozen
en dan zich beklagen dat liet niet voor zijn
'taak berekend is.
Intusschen willen wc niet vergelen, dat
dit slecht verzorgde leger naar liet een
parig oordeel van binnen- en buitenland-
sche autoriteiten, van Sociaal-Democraten
fcoowcl als Vrijzinnig-Democraten, aan
ens land onwaardeerbare diensten
heeft bewezen.
STADSNIEUWS.
Diaconale Conferentie van de Geref,
Kerken in de Classis Leiden.
In de gisteravond alhier gehouden half-
jaarlijksche conferentie van bovengenoem
de diaconieën kwamen o.m. in behandeling
de twee volgende vragen, ingezonden
door de diaconie der Geref. Kerk van
Leiden
lo. Is hefc niet mogelijk, de T. B. C.-
patiënten uit te zenden op kosten der
classis?
2o. Hoe moet eene Diaconie steun ver
strekken? a. naar behoefte? of b. naar dat-
de kas zulks toelaat?
Indien op a bevestigend geantwoord
moet worden, is het dan niet gewensebt,
dat kapitaalkrachtiger Diaconieën de
zwakke of niet kapitaalkrachtige Diaco
nieën steunen, opdat zij haar taak ten
vollen, kunnen volbrengen
De bespreking dezer vragen werd inge
leid door den heer L. Boekkooi alhier
met een causerie over de verpleging en
uitzending van t. b. c. patiënten en zwak
ke kinderen in het algemeen.
Spr. begon met uiteen te zetten van
hoe groote beteekenis het is. wanneer de
Diaconie van de kerk, waartoe personen
die voor uitzending in aanmerking komen
behooren, zelf de inrichting kan aan
wijzen waarin de betrokken persoon moet
worden opgenomen.
Is de Diaconie niet in staat om de uit
zending te bekostigen, dan ziet zij bij den
huidigen toestand zich de uitzending uit
de banden genomen door het Burgerlijk
Armbestuur, dat dan veelal een neutrale
inrichting aanwijst.
Het ligt echter voor de hand. dat vele
Diaconieën de kosten niet alleen kunnen
dragen.
De beste oplossing acht spr een pro
gressieve bijdrage door alle diaconieën, die
dan met elkander een fonds kunnen vor
men waaruit naar behoefte kan worden
geput.
Met klem verdedigde spr. een spoedige
voorziening van do behoefte op dit gebied.
Zeker is dat niet alle diaconieën zelf de
onder hun ressort voorkomende gevallen
kunnen bekostigen, maar evenmin mag wor
den toegelaten dat leden der gemeente wor
den uitgezonden naar neutrale inrichtingen
Alleen gezamenlijk optreden zou liïer iets
kunnen tot stand brengen.
Een levendige bespreking volgde over
dit punt.
Algemeen bleek men met de strekking
van het betoog des heeren. Boekkooi wel
in te stemmen.
Uitdrukkelijk werd op den voorgrond
gesteld, dat bet hier niet gaat om de een
of ander© diaconie te steunen, doch een
waarborg t© scheppen voor 't op de juiste
wijze uitzenden van t. b. .c.-patiënten,
waartoe gemeenschappelijk optreden veel
zou kunnen bijdragen.
Térloops werd ook de momenteel in
voorbereiding zijnde stichting van een
provinciaal sanatorium van Gereformeerde
diaconieën besproken, die wellicht alle be
zwaren gelijk ondervangt.
Het resultaat der bespreking was dat
de vergadering uit haar midden een com
missie benoemde die eventueel© samen
werking der in de classis voorkomende
diaconieën op dit punt in studie zal nemen
en de vrucht van haar onderzoek zal vast
leggen in een voorstel.
De diaconieën van Leiden, Sassenlieid,
Lisse, Hillegom, Rijnsburg en Leiderdorp
werden aangewezen om deze commissie
samen te stellen.
Hierna wijdde de vergadering zich aan
de bespreking van de tweede vraag, die
door den heer Yallentgoed werd toe
gelicht.
Spr. wees -daarbij o.m. op het euvel dat
de giften der gemeente niet altijd haar
werkelijke financieoie gesteldheid weerge
ven.
Tot welke middelen, aldus spr., moet de
diaconie haar toevlucht nemen, wanneer
haar middelen zijn uitgeput terwijl er
nog behoeften om vervulling vragen.
In zijn repliek wekte spr. de veronder
stelling. dat vooral wat de groote stads
gemeenten betreft, de mindere giften
moeten worden toegeschreven aan een
gemis van de gemeenschap der heiligen,
b.v. in de samenkomsten.
De bespreking die hiervan weer het ge
volg wa-s, liep over een tamelijk breed
terrein. Wat het tweede gedeelte be
treft, werd opgemerkt dat wanneer de
diaconie een juislcn maatstaf weet te ge
bruiken voor het beoordcelcn van een
voorkomende behoefte, zij voor do ver
vulling daarvan een onbeperkt beroep mag
doen op de milddadigheid der gemeente.
Van enkele zijden werd het een ver
keerde toestand genoemd, dat sommige
diaconieën voortdurend worstelen met te
korten, terwijl andere geld op de. bank
hebben staan waarvan gedurende een be
duidend tijdvak geen gebruik wordt ge
maakt.
Hiertegenover werd aangevoerd dat liet
bezwaarlijk is, een beroep op elkanders
geldmiddelen te 'doen, omdat de wijze van
stcunverleening in de verschillende ge
meenten nogal uiteenloopt-, b.v. met bet
oog op het al of niet vefleenen van
werkloosheidssteun, zooals men dat in de
steden vindt, en bet verstrekken van klei
ne credieten voor het zelf beteelen van
een stukje grond enz. zooals dat ten plat
teland© wel voorkomt.
Aan het eind der bespreking werd ge
concludeerd dat ten aanzien van punt a
van dé laatste vraag voldoende eenstem
migheid heerscht-, n.l. dat allen die vraag
in toestemmenden zin beantwoorden.
Wat de samenwerking bij financieel©
hulpverleening betreft, werd verwezen
naar een onlangs verschenen rapport
waarin duidelijk wordt uiteengezet, wel
ken weg men in voorkomende gevallen
beeft in te slaan. Momenteel is het punt
voor deze classis gelukkig niet actueel, om
dat er geen enkele diaconie is, die be
paald nood beeft.
Na de bespreking van nog enkele an
dere, minder voor publicatie in aanmer
king' komende zaken, ging de vergadering
uiteen.
„Een held in pijn en banden."
l'n het kerkgebouw der Chr. Geref.
Gem. hield Ds. G. S. van de Ven van
Lisse gisteravond een lezing voor de Ghr.
Geref. Jongelicgsvereeniging over het on
derwerp: „Een held in pijn en handen".
Nadat gezongen was Ps. 68:16, las Ds.
v. d. Ven Richteren 16 vanaf vs. 16 en ging
voor in gebed.
Spr. begon met liet woord van Elihu:
„God is groot en wij begrijpen Hem niet."
Wij hebben Hem niet begrepen in het ver
loren paradijs en wij zullen Hem niet be
grijpen in bet toekomstig paradijs. Dook
wel' kunnen wij Hem kennen, want ken
nen en begrijpen zijn twee verschillende
dingen, die goed onderscheiden moeten
worden.
De wereld kent Hem niet, ook niet in
onze dagen. Wel gevoelt zij een leegte in
zickzelven en zoekt zij bevrediging ook in
den godsdienst, doch het is een pantheïs
me, dat God vereenzelvigt met de wereld
én beschouwt als de Wereldziel, die öf be
wustheid mist (Spinoza) öf zich bewust
wordt in den mensch (Hegel).
De wereld is onrustig, in onze dagen
meer dan ooit". De zaden van' het materia
lisme, in de vorige eeuw gestrooid, heb
ben vruchtgedragen en men is uitgekomen
bij do filosofie van Nietizsche, die leert
dat het zwakke maar vertreden moet wor
den.
Al deze stroomingen trachten ook de
Gemeente des Heeren te verleiden, in 't bij
zonder haar jongelingschap. Daarom is
het haar plicht den wachttoren te betrek
ken, vanwaar zij het geheel kan overzien.
Na deze inleiding kwam Spr., nadat
eerst gezongen was Ps. 119:13 en 14, tot
zijn onderwerp.
Spr. zal het hebben over een held uit de
Siegesallee, de heldengalerij der helden
Gods.
Op de grenzen van Juda en Filistéa lag
Betli-Semes, dat zonnestad beteekent.
Daar woonden de ouders van den held,
wiens geboorte werd aangekondigd van
den hemel.
Hij was groot, omdat hij zich aan God
had toegewijd als Nazireeër Gods. Maar
ook zulk een mensch kan God verlaten,
verstrikt door de listen eener goddeloo-ze
vrouw.
Hij ging in tot Delila, de „l'anglokkige",
wier haar gefriseerd was en die woonde
bij de beek Sorek.
Dan zien we den slapenden Nazireeër in
de armen dier heidin, die met zoeten mond
liefde veinst en spelend gaan haar vingers
door zijn lokken.
Simson moet zijn gansche hart voor haar
openleggen.
En als dan zijn haarlokken zijn afge
sneden, waakt hij op en hij voelt dat zijn
kracht van hem geweken is.
Weerloos wordt hij geboeid, de oogen
worden hem uitgestoken en dan moet hij
slavendiensten verrichten en malen. Een
held in pijn en banden.
't Is feest is Filistéa, want Dagon heeft
zijn volk de overwinning gegeven. Dan
komt een der vorsten op de gedachte, Sim
son tó laten halen en aan de hand van een
jongen wordt hij binnengeleid en hij moet
spelen voor hun aangezicht.
Doch dan komt zijn riohterhart weer bo
ven en hij bidt, dat God nog eenmaal door
hem Zijn naam zal grootmaken.
Spr. liet vervolgens zingen Ps. 79:4,
daarna schetste hij de verhooring van
Simsons gebed.
Het snarenspel houdt op en terwijl de
laatste tonen nog door den tempel rui-
schcn en aller oogen op Simson gericht
zijn, grijpt deze met zijn eene hand den
eenen pilaar en met zijn andere hand den
anderen en hij dcet het gebouw iueenstor-
ten. En de ziel van Simson gaat den he
mel binnen een eeuwigen triomf tegemoet.
Spr. knoopte aan deze geschiedenis- een
ernstige waarschuwing vast tegen de ver
leidingen der were'd cn wees ten slotte
op den greoten Held Jezus Qhristus.
De samenkomst, die goed bezocht was,
werd gesloten met dankgebed en het zin
gen van Ps. 89:8.
A. R. Propayandaclub „Dr. A. Kuyper".
De gisteravond gehouden vergadering
Avas waarschijnlijk door de vele con
currentie maar matig bezocht.
Voor de staatkundige actie was dit jam
mer, want er viel heel wat te leeren.
Waar de heer R. A. den Ouden, die aan
vankelijk als spreker voor dezen avond
was aangekondigd, verhinderd was de
vergadering bij te wonen, hield de Voorz.,
de heer G. Rietkerk een belangwek
kende inleiding over de houding van
Groen van Prinsterer ten opzichte van de
samenwerking met de Roomsch-Katliolie-
ke Staatspart:}.
Spr. begon met een vergelijking te ma
ken tusschen den tijd waarin Groen leefde,
en dien, welke wij. beleven. Voorop
werd gesteld, dat de menschen niet, de
tijden echter wel veranderen.
Na eerst de hoogstbelangrijkc figuur van
Groen te hebben geteekend, mede aan de
hand van vereerende uitlatingen zijner
tegenstanders, stond spr. stil1 bij de ver
andering in ons kiesstelsel en volksver
tegenwoordiging, die tegenwoordig een
heel wat democratischer beeld vertoonen
dan in Groen's tijd.
Veranderen echter de tijden, de men
schen, en de zaken, die zij op staatkundig
terre:n te behandelen hebben niet alzoo.
Met verschillende citaten uit de parle
mentaire redevoeringen, door Groen in de
Kamer gehouden, toonde spr. aan, dat er
toen evenzeer sprake was van inflatie, be
zuiniging en beperking van de bewa
pening.
Voelbaar was soms de indruk dien dc
krachtige uitspraken van Groen maakten,
talentvol als ze werden weergegeven.
Evenmin als de reeds genoemde Staat
kundige kwesties er zijn' van den jongsten
tijd, is ook die van het samenwerken met
Rome-er een waarmede Ds. Gravemeyer of
Ds. Kersten het eerst zijn komen aan
dragen.
Wel zou men geneigd zijn, om, wanneer
men van de Jeremiaden der laalsten ken
nis neemt, de verluchting te slaken: Och,
alis Groen er nog maar was; als die nog
maar eens van voorlichting kon dienen.
Dat deze opposanten, die soms niet zui
nig met citaten van Groen omspringen,
bewust onwaarheid spreken, wil spr. niet
zeggen, maar wel, dat zij Groen niet
kennen.
Om den indruk te vermijden als zou spr.
citaten uit hun verhand rukken, bouwt
spr. zijn betoog op uit de redevoeringen
van den grooten leider, zoo ook uit de be
kend© Kamerrede van 17 December 1849,
waarin liet recht van zelfstandigheid en
vrije beweging der gezindten duidelijk is
uiteengezet.
Dit ten aanzien van Groen's opvatting
over alle andere gezindten.
Maar nu zijn houding tegenover Pvome
in het bijzonder,
In de „Nederlander" verklaart hij let
terlijk dat de meest geliefde vooroordeelen
van het protestantsche volksdeel desnoods
ten offer moe'en worden gebracht aan een
eerlijke behandeling van alle andere ge
zindten, in het hijzonder Rome, in over
eenstemming met de grondwet, voor een
gezamenlijke bestrijding van het ongeloof,
dat hij nadrukkelijk onderscheidt van het
Roomsche geloof.
Dit getuigt hij als staats m a n.
Als Christen getuigt hij even later,
dat de Roomsche leerk door de
Protestanten, m oet worden ver
dedigd, voor zoover in haar
Christus zelf wordt aange-
r a n cl.
Dit is, voegt hij er aan toe, geen over
hellen naar .Rom.e.
Ontziet, zegt hij verder, hot bijgeloof,
beter clan ge het door. ongeloof (bevorde
ren van het Liberalisme) zoudt bestrijden.
Deze houding van Groen heeft nimmer
wijziging ondergaan.
Ook ten aanzien van bet wereldlijk ge
zag van den Pausvoor een protestant
toch nog al een teer puntje neemt Groen
werkelijk geen bekrompen standpunt in.
Het persoonlijk verwerpend, en Schrif-.
tuurl'jk bestrijdend, schrijft hij toch: ik
vraag mij af met welk recht vele niet-Ka-
tholiekc-n ijveren tegen het streven van de
Roomsche kerk, daar dit toch haar eigen
zaak is.
Ook Stahl en Guizot stemmen, naar Groen
aanleekent, hierin op merkwaardige wijze
overeen.
Groen heeft naar hijzelf verklaart, meer
respect voor den Roomsche die goed en
bloed veil heeft voor den Paus en zijn ge
zag, dan voor Protestantsche rebel'en en
roevers die legen hem ophilsen.
Geen geschrift van Groen kunnen we tor
hand nemen, of we vinden, juist krachtens
zijn anti-revolutionair beginsel, een stre
ven om toenadering tot Rome te propa-
geeren, ondanks de verdachtmaking in
Roomsche kringen die hij daarbij ontmoet
te, en ondanks het absolute gemis aan
c-enig uitzicht op succes, zulks in tegenstel
ling met Dr. Kuyper, die althans bij Dr.
Schaepman weerklank vond.
Het groote onderscheid, zegt Groen her
haaldelijk. ligt niet tusschen Roomsch en
rn-Roomsch, maar tusschen geloof en on
geloof.
Een goede verstandhouding tusschen de
Pro'eslanlsohe en Roomsche landgenooten
acht Groen naar hij in de Kamer bij her
haling verzekert, onmisbaar voor den
welstand van het land.
Voor de belangen der Roomsche 'land
genooten, zoo zegt hij op dezelfde plaats,
heh ik steeds onpartijdig gewaakt.
Men kan verschillen over liet al of niet
wenscholijke van de samenwerking met
Rome, maar dat zij uit geschriften van
Groen zou zijn te ver oord eelen, moet op
grond van deze bewijsstukken beslist wor
den ontkend.
In het verdere gedeelte van den avond
had de werkverdeeling plaats voor de a.s.
financieel© actie, waarmede nog d e z a
week een aanvang zal worden gemaakt,.
Bij de antirevolutionaire ingezetenen
zullen circulaires met intcekenbiljetton
worden uitgereikt, die na 14 dagen moeten
worden teruggehaald. In een niet-officiee!e
vergadering van de clisb zal dan het resnl-s
taat van de eerste inzameling zijn vast te
stellen. Voorloopig worden alleen de bin
reaux 120 in bewerking genomen.
Namens het bestuur van de Kiesvereen.
Nederland en Oranje sprak de heer R.
Zuidema, die de vergadering bijwoonde,
zijnhartelijke waardeering uit voor de
verrichtingen van het bestuur ten aanzien
van de fiuancieele actie die dezen avond
aanving. Spr, gelooft inderdaad dat dit do
weg is om een verkiezing goed voor te be
reiden. Geld is wel niet alles, maar het
maakt vooral bij de verkiezingen toch een
zeer belangrijken fac'.cf uit. „Spr. bes'oot
met den wensch dat dit werk mei Gods
zegen zou worden bekroond.
De heer Zuidema eindigde hierna mei
dankgebed.
Hudiging Prof. Eekhof.
Toen Prof. Eekhof gisteren zijn college
kamer in het academiegebouw binnen--
trad, word hij door de studenten met een.
daverend applaus ontvangen.
In een hartelijke toespraak heeft een,
hunner daarop den hoogleeraar mei zijp,
benoeming- tot opvolger van Prof. Pijper
gelukgewenscht.
Een groote vaas rozen, die bij den kalbes
der stond, vertolkte de gevoelens van sym
pathie en hoogachting van hen, die zijn
colleges volg'--n
UiacGncssenhuis.
Het bes;uur van het Diaconcssenhuis al
hier heeft* gedrongen door het gebrek aan
verplegingsruimte, dat zich in do laatst©
jaren steeds sterker deed gevoelen, beslo
ten het Diaconessenhuis uit te breiden.
Het bestuur hoopt deze uitbreiding zoo
te kunnen inrichten, dat het intieme karak
ter van het huis gehandhaafd blijft.
Leidsche Burgerwacht.
De Schietoefeningen met Marga-P&tro-*
Tien en met de Buks zullen worden hervat
op den lion Nov. a.s. in de zaal Pielers-
kerkgracht No. 7.
Vanaf dien datum hebben de oefeningen
plaats des Dinsdags- en Vrijdagsavonds
tusschen 8.30 en 10 uur n.m.
De prijsuitdeeüng der iin Juli gehouden
wedstrijden met scherpe patronen, zal ge
houden worden in de zaal Pieterskerk -
gracht 7, op den 1 en Dinsdag in December.
Schilderijen-tentoonstelling.
Op Zaterdag 15 November, des namid
dags to 3 uur zal ©en tentoonstelling v..r*
schilderijen cn teekeningen door Will y
Sluiters,, welke ongeveer drie weken
duurt, voor gcnocdigdcn worden geopend
in het Stedelijk Museum „De Lakenhal."
De Jeugdraad.
Tot slot van de gevoerde Propaganda'
actio uitgaande van den Jeugdraad, al
hier, had gisterenavond een Propaganda-
vergaderiug plaats in het Nutsgebo. v
speciaal belegd voor Meisjes, Jongelieden
cn Knapen.
De zaal stroomt vol. en als Ds. W.
Bouwman, voorzitter der Geref. Oudcr-
vercenjging cm even acht uur de vergade
ring opent, is geen plaatsje onbezet. En
kel© ouders hebben ook aan den oproep
gehoor gegeven dien avond aanwezig ta
zijn. Do voorzitter laat zingen Ps. 25: 2t
leest een gedeelte uit de H. S en gaat
voor in gebed. In het openingswoord dccb
de voorzitter speciaal uitkomen het ver
schil tusschen het meisje en den jongen.
De jongen is meestal oppervlakkig, ter
wijl bij het meisje het gevoelsleven nicer
tot uiting kemt. Daardoor ook laat zich-
verklaren, dat men bij den jongen kan
spreken van de „vlegeljaren", terwijl het
meisje met den na-ain van „bakvisch" kan
worden betiteld. Het doel van do verga
dering is propaganda t© maken voor do
knapen en jongeliedenvereenigihg. maar
ook, en dit is de hoofdschotel, te komen
tot oprichting van een Meisjesvcreeniging
op Gereformeerden Grondslag. Een derge
lijke vereeniging is in een stad als Leiden
broodnocdig.
Na het openingswoord wordt begonnen
met het afwerken van de agenda voor
oien avond.
Allereerst krijgt vriend Stephanus gele
genheid tot het leveren van zijn inleiding
getiteld: ,,Dc Verloren Zoon", Lucas 15.
Daarna vergasten do vr. van der Horst en
W..F. Karstens ons op 2 ernstige voor-,
drachten resp. getiteld: „De Brand enl
„Dc Redding." Nu krijgt Mcj. C. Schot
vanger het woord cm haar propaganda-,
speech uit t© spreken, speciaal tot do;
meisjes. In een kernachtig woord kwijt /ijj
zich van haar taak. Zij laat even uitko-j
men het. verschil tusschen vroeger cnij
thans. Vroeger daolit men niot aan een!
dcrgelijko vereeniging, thans is dezo eenj
gebiedend© .eiscli. De meisjes moeten^