femlcifeÉComi
Tweede Blad;
Zaterdag 8 November 1924
v Daarom zal de Heere
wachten.
En daarom zal do Heere
wachten, opdat Hij u genadig
zij, en daarom zal Hij ver
hoogd worden, opdat Hij zich
over ulieden ontferme; want
de Heere is een God des ge-
richts; welgelukzalig zijn dio
allen_ die Hem verwachten.
Jesaja 30: 18.
Moeit de Heer© onze God wachten op
&ns? Is Hij dan niet altijd weer de eerste
rm zijn volk op te zoeken? Moet het niiet
3llas van Hem komen opdat het tot Hem
^•ederkeere?
Hoe kan dan toch de profeet zeggen, dat
£e Heere wachten zal? Wachten, te weten,
op uwe boete en beterschap, naar onze
Kantteekening er tot verklaring bijvoegt.
Toch staat het er. En daarom durft ge
het niet tegenspreken; wamt'wat de profeet
(daar zegt, is het Woord van uwen God.
Maar dat neemt nriet weg, dat dit Woord
van den Heere u zoo op het eerste hooren
vreemd aandoet.
Bij eenig nad'enken ligt fer in dit woord
echter een rijke leering omtrent Gods han
delingen met zijn menschenkinderen, en
inzonderheid met zijn volk.
Want zeker, d?t verstaat ge wel, uw boete
en beterschar» kan niet zoo maar uit uzelf
voortkomen. Daarvoor is het zondaarsbart
te diep verdorven. Het kan van zijn afkee-
lighedd van den levenden God niet terug
komen uit zichzelf. Een zondaar blijft God
ontwijken, en ontvluchten, zoolang als hij
kan. Zoolang, totdat God hem stilhoudt op
zijn weg, hem in de engte drijft, en hem
noodzaakt om met zijn "God te spreken.
Dan brengt God hem tot de erkenning
van zijn zonde en afkeerigheM. Dan wekt
God in hem die wondere omkeering van
hart en wandel1, waardoor hij van eén
God veriater w°er wordt een God-zoeker.
Maar dan Volhardt hi j na die eerste be
keering in het zoeken van zijn God?
Dwaalt hij daarna nooH weer af? ïs het
dan niet meer mogelijk, dat hij zich van
zijn God opnieuw afkeert?
Och. of het zoo ware! Om dies Hoeren
wil'e. En om der wille van den vrede uwer
z'eil. Ook om den* wil'e van den naaste, zoo-
van die den Heere vreezen, als die
Jl'em nog niet kennen en nog nöet zoeken.
Helaas, de ondervinding leert het wel
anders. En Gods e-'gen, Woord zegt het u
ook wel anders. In Oud- en Nieuw Testa
ment heide. Wat dit Woord u verhaalt van
liet volk Israël, iis maar al te veel uw eigen
geschiedenis
En a's ge leest van wat er, om maar één
voorbeeld te noemen, in de gemeente te
Gorinthe voorviel, dan blijkt, ook na de
nrlder bedoeling ven den Heiligen Geest
onder het Nieuwe Verbond, zulk weder
afwijken van den Heere niet ten eenenmale
buitengesloten.
Dan, na zidk een hernieuwde afwijking
van den Heere, komt de Heere opnieuw
met z:jn ontdekkend en bestraffend Woord
den zondaar opzoeken
0, het zou rechtvaardig zijn, a's God dit
verkondigen van ontvangen genade onmid-
del'ijk strafte met den afwijken onherroe
pelijk uit te sluiten van zijn genade en
van Z'jn heil.
Maar dat doet de Heere niet. De Heere
8telt zijn oordeel uiit. Hij wacht.
Hij wacht, of de zondaar ook zijn inner-
ï'jken onvrede erkent, en de oorzaak ervan
bedenkt, en met vernieuwde boetvaardig
heid en belijdenis van ziin overtreding tot
den Heere wederkeert. En zoo niet, dan
houdt de Heere de uitlating van zijn ge
nade over zulk een-afkeerige B'n, dan twist
de Heere met zijn afkeerj;g kind, met zijn
afkeerig volk.
En als ook dit n-'fet baat, dan pleit Gods
Geest bij het afkeerig hart met Wet en
Evangelie beide. Door hem voor te houden
Gods rechtvaardige straf over de zonde.
Door hem te hidden: Bekeer u. want waar-
FEUILLETON
De Zegepraal van het Kruis
24)
Toen hij haar echter sprak van. weldra mis
schien Engeland te zullen verlaten, ver
anderde de blijdschap, die haar gelaat ver
helderd had toen zij van de waarschijn
lijke herstelling van haar volk hoorde, in
Eulk een uitdrukking van droefheid en ver
rassing, dat Imlah, hierdoor teleurgesteld,
haar vroeg, of zij zwak genoeg was, hunne
treurige ballingschap boven het vooruit-
nicht eener blijde vrijheid te verkiezen?
„01 neen," zei de zij treurig, terwijl zij
hare gedachten trachtte te verzamelen, „ik
5?n "wij zullen vertrekken, in
dien gij in Duitschland gelukkiger zijn zult
Wan hier; ik heb zoo dikwijls gewenscht,
dat gij ook vrienden hadt die u in uw ver
driet konden troosten."
Hier werd zij andermaal d-oor hare aan
doeningen overweldigd, en hare denkbeel
den geraakten in zulk eene verwarring, dat
'ze met behoorlijk wist te regelen. Cor
psen, overwinningen, wraak en eerzuch-
1, ^anilen> die haar vader haar zoo
geschetst had, dal alles had
goodanig op haar gemoed gewerkt, dat zij,
or deze onstuimige gedachten ovèrwei-
om zoudt gij sterven? Door hem voor te
houden Gods onveranderlijke genade: Hij
vergeeft toch menigvuld^'gMjk.
En dan wacht God weer, wat zijn Woord
bij den a.fgekeerden zondaar, bij zi jn afge
keerde kind zal uitwerken.
Neen, de Heere iis niiet haastig tot toorn.
Hij is o zoo lankmoedig. Hij weet het, hoe
zwaar die bekeering in het zondaarshart
toegaat, wat tegenstand van het vleesch er
overwonnen moet worden, om met verbro
ken hart en^-versliagen geest weer tot God
te gaan om genade te vragen.
Maar do eeuwige God heeft tijd. En
daarom wacht Hij.
En doet de Heere dan onderwijl niets
aan het hart van zijn afkeerig kind, van
zijn afkeerig volk?
Het schijnt wel van niet. Maar toch iis
dat wachten van den Heere niet een wer
keloos wachten.
Integendeel, Hij blijft door zijn Geest het
beginsel van levensvernieuwing, dat Hij in
het hart gewekt had, bewaren voor verster
ven. Maar Hij gunt den zondaar, dien Hij
onder zijn Goddelijke bewerking heeft, ook
geen rust. Laat den Heilige Israels van
ons ophouden,, zoo hebben ze durven zeg
gen. Welnu de Heere zal zwijgen. Zwijgen,
en wachten.
Maar ook daarbij vindt het afgekeerde
volk van God geen vrede. Zoolang ze die
stem nog hoorden, werd hun tegenspraak
geprikkeld. En dat gaf dan aan het weder-
strevige hart een oogenblik bevrediging.
Maar nu, die stilte, dat zwijgen is nog
ondragelijker. Het is zoo afmattend. Ze
kunnen het er niet bij uithouden.
En dan is ten slotte het crit:ieke oogen
blik daar, waarop ze voor altoos met God
zouden breken Maar neen, dat kan
niet. Dat laat God niet toe, en op dat be-
shssend oogenblik geeft zijn genade den
doorslag.
Dan gaan ze weer naar den Heere vra
gen, weer naar Hem zoeken, weer op Hem
wachten.
Dat is het oogenblik, waarop de Heere
gewacht heeft, opdat Hij hun genadig zou
zijn, Want nu i's er voor zi'jn genade
plaats.
En dail ite zijn genade ook gewis. „Ge
wissel ijk zaü Hij u genadig zijn op de stem
uws geroeps; zoo haast Hij die hooren zal,
zal Hij u antwoorden."
Maar dan ,is er ook diep© en oprechte
droefheid in het ha.rt van wie aldus op
nieuw tot den Heere wederkeert. Be
schaamdheid, dat ge Hem zoo lang hebt
laten wachten. Beschaamdheid, te meer
omdat Hij zoo lang wilde wachten, en
in dat wachten u toch niet ten. eenenmale
verliet.
Dan gaat ge Hem meer volhardend aan
hangen. Want in 't afwijken van den
Heere ligt geen heil. Integendeel: „Wel
gelukzalig zij die allen, die Hem ver
wachten."
GODS KRACHT.
•God schiep het licht uit duisternis,
H\i geeft niet dan waar armoe is,
De rijken laat Hij ledig;
Zijn esr is Zijn uitsluitend doel.
En al Z:jn hulp ia aan 't gevoel
Van onmacht evenredig.
Waar God Zijn Woord zal doen verstaan
Daan dient de nood vooraf le gaan,
God komt slechts om te' troosten;
Rijst niet de zon alleen uit nacht,
Met dageraad en mo'-genkracht
Van uit het neiv'lig Oosten?
Gdd, d;e Zijn Gave een plaats bereidt,
Geeft ons vooraf ontvankelijkheid,
Hi j is een God van orde.
De Geest zweefde over 't watervlak,
Voor God de scheppingswoorden sprak:
„'t Zij licht, de wereld worde!"
Zoolang nog Abram's eigen kracht
Uit Sarai een zoon verwacht,
Moet hij nog vruchtloos wachten;
Maar toen zijn eigen kracht verdween,
Toen was het, dat de Heer' verscheen,
En met Hem wonderkrachten.
Toen Jakob in zijns vaders huls,
Nog niets verstond van smart en kruis,
Toen had hij niet te hopen;
Maar torn hij op den koudon grond
Niels dan een steen tot peluw vond,
Ging hem Gods hemel open.
0 Geest, die de onmacht krachten geeft,
Die enkel over H ledig zweeft,
Opdat Uw Almacht snreke;
Maak mij een vat ter Uwer eer,
En zegen al 't mijne, o God en Heer!
Opdat mij niets rntbreke.
KERK EN SCHOOL
Nieuwe predikantstraktementen.
ïn verband met reeds eerder gedane toe
zeggingen en met het oog op de zoo belang
rijke uitbreiding van Amsterdam, werd in
de afdeelingen der Tweede Kamer ernstig
aangedrongen op uitbreiding van het ge
tal predikantstraktementen ten behoeve
van de Ned. Herv. Kerk aldaar. Men meen
de, dat voor deze uitbreiding evenveel
aanleiding bestaat als voor het verleenen
van nieuwe predikantstraktementen ten be
hoeve van de Ned. Herv. Gemeente - te
Delfshaven en te Gharlois.
Van andere zijde werd opgemerkt, dat,
wanneer aan dit verzoek zou worden vol
daan, de Regeering de zekerheid zou moe
ten hebben, dat de nieuwe predikaiuts-
plaats zou worden bezet door een predi
kant, die een andere richting is toegedaan
dan die van de predikanten, die reeds te
Amsterdam zijn, zoodat zou vaststaan, dat
de financieele steun van Overheidswege er
toe zou leiden, dat de verschillende rich
tingen bevrediging zouden kunnen vinden
Voor sommige leden was dit betoog een
bewijs te meer voor de juistheid van hun
ne opvatting, dat de kerken zonder hulp
van den Staat in de gebleken geestelijke
behoeften moeten voorzien en, indien zij
zoodanige hulp aanvaarden, met ernstige
bezwaren worden bedreigd. Van deze zij
de zou uitbreiding van de toepassing van
artikel 172 van de Grondwet dan ook niet
met ingenomenheid worden begroet.
Van andere zijde werd hiertegenover
wederom opgemerkt, dat financieele hulp
van den Staat volstrekt niet insluit con
trole of mdeezeggenschap in de zaken der
Kerk.
Wat is een dogma?
In een artikel over Dogma en Mys
tiek merkt Prof. Bouwman in „De Ba
zuin'' o.m. het volgende op:
„Een dogma is niet een subjectieve mee
ning, maar eene stelling of regel, die in
een bepaalden kring vaststaat. Een kerke
lijk dogma is een waarheid, welke de kerk
onder de leiding des H. Geestes tot alge
meene erkenning heeft gebracht.
De Reformatie erkent geen ander auto-
riteitgezag dan het gezag Gods, die zich
in Zijn Woord geopenbaard heeft, en
daarom kan de kerk niet iets als dogma
stempelen wat zij zelve goed vindt, maar
wat zij in de H. Schrift als waarheid heeft
gevonden, en zij belijdt die waarheid, om
dat zij rust op het gezag Gods.
Om die reden is de kerk des Heeren
eene belijdende kerk en eene belij-
d e n i s-kerk.
De Schrift is ons gegeven opdat wij God
zouden kennen, Zijn wil verstaan en Hem
van harte die'ien De evangeliën zijn ge
schreven, opdat allen, die het zouden le
zen en hooren prediken, zouden gelooven
dat Jezus is de zoon van God.
Petrus beleed dat Jezus is de Christus,
de zoon des levenden Gods. Wie belijdt
dat Jezus is de Christus, die is uit God
geboren. De kerk is „gebouwd op het
fundament der apostelen en profeten,
waarvan Jezus Christus is de uiterste
hoeksteen" Ef. 2:20. De gemeente is pi
laar en vastigheid der waarheid, en daar
om moet zij het woord der waarheid on
geschonden bewaren, zuiver belijden en
prediken.
En dat maar niet als eene leer, die al
leen spreekt tot het verstand, maar als
het woord Gods, dat „levend is en krach
tig en scherper dan een tweesnijdend
zwaard, en gaat door tot de verdeeling der
ziel en des geestes, en der samenvoegselen
en des mergs en is een oordeeler der ge
dachten en der overleggingen des harten"
Hebr. 4:12.
Waar de Geest des Heeren werkt, daar
wordt het leven openbaar, daar weergal
men de gezangen der bevrijding, daar
wordt de roem van Gods getuigenis ver
kondigd. Het geloof aanvaardt de waar
heid van Gods getuigenis en spreekt haar
uit 1 Petr. 2:9.
Het dogma rust dies op de openbaring
Gods en dwingt tot gehoorzaamheid en
geloof".
Dr. de Moor over hei anti-papisme
In een beschouwing over de Hervorming
schrift Dr. J. C. de Moor. geref. pred.
te Utrecht, o.a. het volgende:
„Wanneer we denken, aan veel, dait ge
zegd en geschreven is in die Juliedagen,
moet schaamte ons aangezicht bedekken
over -wie zich al niet Protestanten noe
men.
Het bleek ook nu weer dat „Protes
tant" zoo'n ijdel woord is wanneer het bij
protecteeren blijft zonder dat men tegen
over Rome iets positiefs weet te stellen.
Ook de merkwaardige geschiedenis van
het Tooropraam bewees dit.
Bedekt aanstoken tot het voldoen aan
beeldenstormerige neigingen moest dienen
om deze prolesten te ondersteunen; men
zou ook kunnen zeggen: om hun kracht
nog meer te verzwakken.
Dat de gansche bouw der kerken, waar
in het geplaatst zou worden, Roomsch-
Katholiek is en niet Gereformeerd (zoo
als b.v. de Nieuwe Kerk op het Spui)
werd vergeten; maar Leiden was in last
wanneer een raam, dat geen beslist
Roomsch karakter draagt zoo'n kerk zou
versieren.
Men betreedt zelf het spoor van Rome
in den tijd der Hervorming door 't bui
tenste des drinkbekers en des schotels
zorgvuldig te reinigen, maar niet ,te letten
op al het verschrikkelijke wat binnenin
wordt aangetroffen.
Ontstoken keel
is het begin
Laat die niet verergeren en stel
li niet bloot aan 't gevaar het
slachtoffer te worden van een ver
waarloosde verkoudheid. Wordt
geen borst- of asthmalijder. Be
schermt U daarom dadelijk met
deslijmoplossende, verzachtende
AkkeriAbiijsircop
BHu8F.?JLAND
DE BEHANDELING VAN DE
STAATSBEGROOTING.
Gisteren heeft bij den aanvang der ver
gadering van de Tweede Kamer de voor
zitter, mr. Kooien, voorgesteld om de al
gemeen© beschouwingen over de Staatsbe-
grooting Donderdag a.s. te beginnen, dus
op 13 November. Dan zal ook bij den aan
vang der vergadering de eindstem
ming over de Tariefwet gehouden
worden, waarna eenige kléine wetsontwer
pen aan de orde komen.
De spreektijden bij de algemeene be
schouwingen over Hoofdstuk I van de
Staatsbegrooting werden op voorstel van
den voorzitter geregeld als verleden jaar.
Dus voor de R.-K. fractie op 4 uur;
voor de S.D.A.P.-fractie op 3* uur; voor
de A.R-partij op 25 uur; voor de Vrijzin
nig-Democraten op 2 uur; voor de Com
munisten op li uur; voor de Plattelanders
op 15; voor de Geref. Staatspartij op Yï
uur en voor de Liberale Partij eveneens
Y\ uur.
De replieken zullen ten hoogste de helft
hiervan mogen bedragen.
Op een vraag van mr. Dresselhuijs, wan
neer de interpellatie van den heer Van
der Voort van Zijp over de haven van
Vlissingen zal worden gehouden, antwoord
de mr. Kooien, dat deze interpellatie bij
de behandeling van de Waters taatsbe-
grooting aan de orde komt.
De heer G. Nypels uit den V. D. Bond
De heer G. Nypels te 's-Gravenhage
heeft aan het hoofdbestuur van den Vrij
zinnig Democratischen Bond d.d. 3 Novem
ber bericht, dat hij zijn lidmaatschap van
den bond opzegt, aangezien het hem on
mogelijk is in te stemmen met het besluit
der algemeene vergadering van 1 Nov.,
waardoor de dadelijke eenzijdig-nationale
ontwapening, als richtingslijn voor de
staatsinrichting 'van ons land, in het pro-
nadenkend, „dat gij namelijk den Rabbijn
bij elke moeilijkheid, die een twijfel, ja
zelfs de schaduw van oenen twijfel in uwen
geest zou doen ontstaan, raadplegen zult;
wamt ik weet wel, dat dife vermetele dwa
zen eenige waarbeden zoo kunstig met
eene menigte leugens doorweven hebben,
dat het een sterker hoofd dan het uwe
vereiischt, mijn kind! om de waarheid van
de leugen to onderscheiden.
Verlaat mij nu, Mirjam! want ilk heb
vóór zonsondergang nog eenige papieren
van het uierst gewicht te verzenden, en de
dag is reeds bijna verstreken. Herinner u,
dat .gij alleis wat er tusschen ons is voor
gevallen, zorgvuldig verbergen moet, behal
ve het voornemen weldra Engeland te ver
laten; ik verlang zelfs dat gij dit als ze
ker verhaalt. Ind'en gij wilt, moogt gij
mijne dankbaarheid aan Mevrouw Stuart
betuigen, voor de vriendschap die zij u
bewijst, en voornamelijk voor de beschei
denheid waarmede zij, volgens uw zeggen,
aan mijn verlangen om met u over onzen
godsdienst te spreken voldaan heeft."
Na eene pauze, deed eene inwendige en
edelmoedige opwelling bij de gedachte aan
hare waardigheid hem er deze woorden
bijvoegen:
„Ja. z:j is goed geweest, en heeft mijne
begeerten niet gedwarsboomd; wat kan
men moer va/n oen Heiden jegens eenen
Jood verwachten? Ik k^n. haar dus dau-?
ONZE WEEKAGENDA.
Evenals een vorigen winter hop n wij
ook nu weer in het Zaterdagnummer een
weekagenda op te nemen.
De bedoeling is op deze wijze te voor
komen dat twee vergaderingen op één
avond vallen en daardoor mislukken.
11 November. Vergadering „Patrimo
nium" Saesenheim.
12 November. Vergadering A. R. Pro
pagandaclub „Dr A. Kuyper" Leiden.
Donderdag 13 November. Luth. Zen*
dingsavond in het Nutsgebouw.
Vrijdag 14 November. Zendingsbid-;
stond in de Oosterkerk. Spreker Dr. J. J,
Woldendorp. i
16 December. Java-Comité. Zendinga
bidstond Oosterkerk.
17 November. Vergadering A-R'.
Kiesvereeniging. Spr. Mr. V. H. Rutgers
18 November. Zendingsbijeenkomsti
„Rehoboth-kapel" te Oegstgeest. Licht
beelden. Spreker Dr. EL P. Groot.
19 November. Vergadering A.-Ri.
Kiesvereeniging Leiderdorp.
20 November. Jaarverg. Hulpvereen,
Geref. Zend. Bond. Spreker Da. G. H,
Beekenkamp.
2 0 November. Openb. Turnavond
„Jabn."
20 November. Openb. Vergadering
Chr. Hist. Kiesvereeniging Leiden.
24 November. Vergadering Chr. Be
sturenbond. Spreker de heer W. Strijbis.
28 November. Mengelberg-conceTt.
9 December. Vergadering „Patrimo
nium" Sassenheim.
11 December. Comité voor winterle-
zingen. Leiden. Spreker Ds. L. D. Poot
van Amsterdam.
12 December. Concert Ka thleen
Parlow.
15 December. Vergadering Hulp-
vereen. Geref. Zend. Bond „Leiden."
13 Januari Vergadering „Patrimonii
urn" Saseenheim.
15 J a n u a r i. Vergadering Chr. Be
sturenbond. Spr. de heer J B. H. Groten
huis
21. Januari Comité voor winterlezin-
gen, Leiden. Spreker Ds. J. Douma van
's-Gravenhage.
23 Januari „Con Amore" Leiden. Uit
voering: Jefpta und seine Toch ter.
^0 Januari. Concert Rosé Kwartets
o Februari. Vergadering Chr. Be
sturenbond. Spr. de heer R. Zuidema.
10 Februari. Vergadering „Patrimo
nium" Saseenheim.
12 Februari. Comité voor winterle-
zingen. Leiden. Spreker Ds. D. A. v. d,
Bosch van 's-Gravenhage.
20 Februari. Concert Harriet van
Emden.
20 Februari. Vergadering Chr. Be
sturenbond. Spreker Ds. P. N. Kruijswijk
van Voorschoten.
10 Maart. Vergadering „Patrimonum*
S assen heim.
19 Maart. Comité voor winterlezin-
gen, Leiden. Spreker Ds. G. Wisse van
Arnhem.
gramma van den V. D. B. is opgenomen.
Hij zal voortaan een der overtuigde vrij
zinnig-democraten zijn, welke zich in den
V. D. B. niet thuis gevoelen, voegt hij aan
zijn bericht toe.
De Glindhohst.
In „De Bazuin" leest men o.m. hei vol-*
gende aangaande „De Glindhorst":
Gevraagd werd nog wanneer het be
stuur het reorganisatieplan als geslaafd
beschouwt. Geantwoord werd, dat met
aflossing en het uitvoeren van andere plan
nen gewacht wordt totdat alle crediteuren
hun instemming met het plan hebben in
gezonden. Meegedeeld kan worden dat de
schuld bij de handelscrediteuren (plra.
f 77 000) op f 13.000 na is afbetaald. Een
aanmerkelijk gedeelte ervan is geschonken
Voorts werd medegedeeld, dat in de eer
ste negen maanden van dit jaar reeds
f 11.000 is bezuinigd.
Emigratie naar Frankrijk.
De directeur van den Rijksdienst dor
Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbe
middeling te 's-Gravenhage, vestigt er de
aandacht op, dat in den landbouw in
Frankrijk, nog vele boerenknechten voor
allen landbouwarbeid, op de hoogte met
melken, kunnen worden geplaatst.
Inlichtingen bij de arbeidsbeurzen, de
oorrespondenten der arbeidsbemiddeling
en, voor zoover deze inlichtingen ter plaat
se niet kunnen worden verstrekt, bij
voormelden Rijksdienst, doch dan aürca
schriftelijk.
ken," voegde hij er hooghartig bij, ..ik zou
zelfs den zegen van boven over haar kun
nen afsmeekon, want ik geloof dat zij eena
van die weinigen iis, die meer uit en\v<v
tendheid dan uit overtuiging afvallig
zijjn."
Mirjam had nog nooit haren vader een
zegen over eenen Ohrösten hooren uitspre
ken, en alsof zij zelve het kostbaarste ^e-<
schonk ontvangen had. ram zij z'jne har.d
en drukte haar in danbare vervoering ine-»
scben hare beide handen, daar zij met
stille verwondering zulk oen aangenomen
lof vernam. Zij durfde geen woord »e spre
ken, uit Vrees van door eene onbedacht-»
zame uitdrukk'ng eene gevoeMpe snorr
aan te roeren. Zij be'uigde hom dus hare
dankbaarheid alleenlijk door de welspre
kende uitdrukking harer zachte donkere
oogen; daarop verliet zij hem haastig, om
over al de vreemde gebeurtenissen na te
denken, die in slechts weinige uren den
loon van haar bestaan geheel veranderd
hadden
rw. ril X 1).
digd, hare armen om den hals van Imlah
sloeg, en met al de hevigheid van lang be
dwongen© tranen snikte.
Imlah drukte haar teedfer aan zijne
horst, en trachtte voor eenige ©ogenblikken
niet hare tranen te bedwingen, want hij
wist hoe weinig dat hart aan zulke aan
doeningen van verrassing gewoon was.
Doch de aandoeningen der jeugd zijn .af-
wiselend; Mirjam had weldra hare gewo
ne vrool'ij'kheid terugbekomen; half door
hare tranen heen lachende, deed zij dui
zend vragen, en luisterde met verrukking
naar het'verhaal van. hare toekomstige be
stemming.
„Het is u intusschen veroorloofd, mijn
kind!" ze'de Imlah, „uwe 'betrekking met
uwe Heidenscho vrienden tot op den tijd
van ons,vertrek voort te zetten. Gij moogt
zooveel van hunnen godsdienst hooren als
gij wilt, opdat gij des te beter in staat
zoudt zijn den onzen te verdedigen, wan
neer gij later tot den strijd met onze tegen
standers zult geroepen worden. Maar her
inner u, dat 't alleen met dit doel geschiedt
dat ik u zulk eene onbeperkte macht cn
vergunning geef om voor u zelve te oor-
deelen; en alleen op uwe rechtschapenheid
en standvastigheid steunende, sta ik ze u
toe.
Zie dus wel toe, Mirjam! dat gij van het
vaderlijk vertrouwen geen misbruik maakt.
AVant ik herhaal het u nogmaals, dat de
vloek eens vaders den vloek van den hemel
over u zou inroepen, om u voor uwe afval
ligheid te straffen. Maar neen, ilk heb
niiets te vreezen, ik weet dat mijne edele
dochter boven de verleiding van het bij
geloof verheven is, en dat haar hart te
vurig het geluk van 'haren vader wenscht,
dan dat het zich ooit door de geheimzinni
ge betoovering der Christelijke afgoderij
-zou laten misleiden."
„Neem dan d't mengelmoes van hun ge
loof," voegde hij er verachlelijk bij ter-
wijd hij haar het Nieuwe Testament toe
wierp, „en zie, tot welk eene hoogte de on-
wetendhe'd zich met hi>jgeloovige fabe'en
voeden kan; zie verder hoe men, terwijl
men de gehe'men en wonderen van onzen
groeten profeet veracht, de ijdele verhalen
van eenige dwaze visschers aangenomen
heeft."
„Mij zullen zij nimmer bedriegen, dier
bare vader!" riep Mirjam uit, want hare
gedachten waren met eene geheel andere
bekeering vervuld; „houd u cïus verzeke/d,
dat ik dit boek met een veel beter doel le
zen zal dan om uw geluk te verstoren, of
de waarheden die God en de profeten aan
liet overblijfsel hunner uitverkorene
dienstknechtein geopenbaard hebben te
verzaken."
„Er i,s echter nog eene voorwaarde,
waarmede ik de vergjunnmg. die ik ti toe
gestaan bob, beperken moet," zeide Imlah