femlcifeÉComi Tweede Blad; Zaterdag 8 November 1924 v Daarom zal de Heere wachten. En daarom zal do Heere wachten, opdat Hij u genadig zij, en daarom zal Hij ver hoogd worden, opdat Hij zich over ulieden ontferme; want de Heere is een God des ge- richts; welgelukzalig zijn dio allen_ die Hem verwachten. Jesaja 30: 18. Moeit de Heer© onze God wachten op &ns? Is Hij dan niet altijd weer de eerste rm zijn volk op te zoeken? Moet het niiet 3llas van Hem komen opdat het tot Hem ^•ederkeere? Hoe kan dan toch de profeet zeggen, dat £e Heere wachten zal? Wachten, te weten, op uwe boete en beterschap, naar onze Kantteekening er tot verklaring bijvoegt. Toch staat het er. En daarom durft ge het niet tegenspreken; wamt'wat de profeet (daar zegt, is het Woord van uwen God. Maar dat neemt nriet weg, dat dit Woord van den Heere u zoo op het eerste hooren vreemd aandoet. Bij eenig nad'enken ligt fer in dit woord echter een rijke leering omtrent Gods han delingen met zijn menschenkinderen, en inzonderheid met zijn volk. Want zeker, d?t verstaat ge wel, uw boete en beterschar» kan niet zoo maar uit uzelf voortkomen. Daarvoor is het zondaarsbart te diep verdorven. Het kan van zijn afkee- lighedd van den levenden God niet terug komen uit zichzelf. Een zondaar blijft God ontwijken, en ontvluchten, zoolang als hij kan. Zoolang, totdat God hem stilhoudt op zijn weg, hem in de engte drijft, en hem noodzaakt om met zijn "God te spreken. Dan brengt God hem tot de erkenning van zijn zonde en afkeerigheM. Dan wekt God in hem die wondere omkeering van hart en wandel1, waardoor hij van eén God veriater w°er wordt een God-zoeker. Maar dan Volhardt hi j na die eerste be keering in het zoeken van zijn God? Dwaalt hij daarna nooH weer af? ïs het dan niet meer mogelijk, dat hij zich van zijn God opnieuw afkeert? Och. of het zoo ware! Om dies Hoeren wil'e. En om der wille van den vrede uwer z'eil. Ook om den* wil'e van den naaste, zoo- van die den Heere vreezen, als die Jl'em nog niet kennen en nog nöet zoeken. Helaas, de ondervinding leert het wel anders. En Gods e-'gen, Woord zegt het u ook wel anders. In Oud- en Nieuw Testa ment heide. Wat dit Woord u verhaalt van liet volk Israël, iis maar al te veel uw eigen geschiedenis En a's ge leest van wat er, om maar één voorbeeld te noemen, in de gemeente te Gorinthe voorviel, dan blijkt, ook na de nrlder bedoeling ven den Heiligen Geest onder het Nieuwe Verbond, zulk weder afwijken van den Heere niet ten eenenmale buitengesloten. Dan, na zidk een hernieuwde afwijking van den Heere, komt de Heere opnieuw met z:jn ontdekkend en bestraffend Woord den zondaar opzoeken 0, het zou rechtvaardig zijn, a's God dit verkondigen van ontvangen genade onmid- del'ijk strafte met den afwijken onherroe pelijk uit te sluiten van zijn genade en van Z'jn heil. Maar dat doet de Heere niet. De Heere 8telt zijn oordeel uiit. Hij wacht. Hij wacht, of de zondaar ook zijn inner- ï'jken onvrede erkent, en de oorzaak ervan bedenkt, en met vernieuwde boetvaardig heid en belijdenis van ziin overtreding tot den Heere wederkeert. En zoo niet, dan houdt de Heere de uitlating van zijn ge nade over zulk een-afkeerige B'n, dan twist de Heere met zijn afkeerj;g kind, met zijn afkeerig volk. En als ook dit n-'fet baat, dan pleit Gods Geest bij het afkeerig hart met Wet en Evangelie beide. Door hem voor te houden Gods rechtvaardige straf over de zonde. Door hem te hidden: Bekeer u. want waar- FEUILLETON De Zegepraal van het Kruis 24) Toen hij haar echter sprak van. weldra mis schien Engeland te zullen verlaten, ver anderde de blijdschap, die haar gelaat ver helderd had toen zij van de waarschijn lijke herstelling van haar volk hoorde, in Eulk een uitdrukking van droefheid en ver rassing, dat Imlah, hierdoor teleurgesteld, haar vroeg, of zij zwak genoeg was, hunne treurige ballingschap boven het vooruit- nicht eener blijde vrijheid te verkiezen? „01 neen," zei de zij treurig, terwijl zij hare gedachten trachtte te verzamelen, „ik 5?n "wij zullen vertrekken, in dien gij in Duitschland gelukkiger zijn zult Wan hier; ik heb zoo dikwijls gewenscht, dat gij ook vrienden hadt die u in uw ver driet konden troosten." Hier werd zij andermaal d-oor hare aan doeningen overweldigd, en hare denkbeel den geraakten in zulk eene verwarring, dat 'ze met behoorlijk wist te regelen. Cor psen, overwinningen, wraak en eerzuch- 1, ^anilen> die haar vader haar zoo geschetst had, dal alles had goodanig op haar gemoed gewerkt, dat zij, or deze onstuimige gedachten ovèrwei- om zoudt gij sterven? Door hem voor te houden Gods onveranderlijke genade: Hij vergeeft toch menigvuld^'gMjk. En dan wacht God weer, wat zijn Woord bij den a.fgekeerden zondaar, bij zi jn afge keerde kind zal uitwerken. Neen, de Heere iis niiet haastig tot toorn. Hij is o zoo lankmoedig. Hij weet het, hoe zwaar die bekeering in het zondaarshart toegaat, wat tegenstand van het vleesch er overwonnen moet worden, om met verbro ken hart en^-versliagen geest weer tot God te gaan om genade te vragen. Maar do eeuwige God heeft tijd. En daarom wacht Hij. En doet de Heere dan onderwijl niets aan het hart van zijn afkeerig kind, van zijn afkeerig volk? Het schijnt wel van niet. Maar toch iis dat wachten van den Heere niet een wer keloos wachten. Integendeel, Hij blijft door zijn Geest het beginsel van levensvernieuwing, dat Hij in het hart gewekt had, bewaren voor verster ven. Maar Hij gunt den zondaar, dien Hij onder zijn Goddelijke bewerking heeft, ook geen rust. Laat den Heilige Israels van ons ophouden,, zoo hebben ze durven zeg gen. Welnu de Heere zal zwijgen. Zwijgen, en wachten. Maar ook daarbij vindt het afgekeerde volk van God geen vrede. Zoolang ze die stem nog hoorden, werd hun tegenspraak geprikkeld. En dat gaf dan aan het weder- strevige hart een oogenblik bevrediging. Maar nu, die stilte, dat zwijgen is nog ondragelijker. Het is zoo afmattend. Ze kunnen het er niet bij uithouden. En dan is ten slotte het crit:ieke oogen blik daar, waarop ze voor altoos met God zouden breken Maar neen, dat kan niet. Dat laat God niet toe, en op dat be- shssend oogenblik geeft zijn genade den doorslag. Dan gaan ze weer naar den Heere vra gen, weer naar Hem zoeken, weer op Hem wachten. Dat is het oogenblik, waarop de Heere gewacht heeft, opdat Hij hun genadig zou zijn, Want nu i's er voor zi'jn genade plaats. En dail ite zijn genade ook gewis. „Ge wissel ijk zaü Hij u genadig zijn op de stem uws geroeps; zoo haast Hij die hooren zal, zal Hij u antwoorden." Maar dan ,is er ook diep© en oprechte droefheid in het ha.rt van wie aldus op nieuw tot den Heere wederkeert. Be schaamdheid, dat ge Hem zoo lang hebt laten wachten. Beschaamdheid, te meer omdat Hij zoo lang wilde wachten, en in dat wachten u toch niet ten. eenenmale verliet. Dan gaat ge Hem meer volhardend aan hangen. Want in 't afwijken van den Heere ligt geen heil. Integendeel: „Wel gelukzalig zij die allen, die Hem ver wachten." GODS KRACHT. •God schiep het licht uit duisternis, H\i geeft niet dan waar armoe is, De rijken laat Hij ledig; Zijn esr is Zijn uitsluitend doel. En al Z:jn hulp ia aan 't gevoel Van onmacht evenredig. Waar God Zijn Woord zal doen verstaan Daan dient de nood vooraf le gaan, God komt slechts om te' troosten; Rijst niet de zon alleen uit nacht, Met dageraad en mo'-genkracht Van uit het neiv'lig Oosten? Gdd, d;e Zijn Gave een plaats bereidt, Geeft ons vooraf ontvankelijkheid, Hi j is een God van orde. De Geest zweefde over 't watervlak, Voor God de scheppingswoorden sprak: „'t Zij licht, de wereld worde!" Zoolang nog Abram's eigen kracht Uit Sarai een zoon verwacht, Moet hij nog vruchtloos wachten; Maar toen zijn eigen kracht verdween, Toen was het, dat de Heer' verscheen, En met Hem wonderkrachten. Toen Jakob in zijns vaders huls, Nog niets verstond van smart en kruis, Toen had hij niet te hopen; Maar torn hij op den koudon grond Niels dan een steen tot peluw vond, Ging hem Gods hemel open. 0 Geest, die de onmacht krachten geeft, Die enkel over H ledig zweeft, Opdat Uw Almacht snreke; Maak mij een vat ter Uwer eer, En zegen al 't mijne, o God en Heer! Opdat mij niets rntbreke. KERK EN SCHOOL Nieuwe predikantstraktementen. ïn verband met reeds eerder gedane toe zeggingen en met het oog op de zoo belang rijke uitbreiding van Amsterdam, werd in de afdeelingen der Tweede Kamer ernstig aangedrongen op uitbreiding van het ge tal predikantstraktementen ten behoeve van de Ned. Herv. Kerk aldaar. Men meen de, dat voor deze uitbreiding evenveel aanleiding bestaat als voor het verleenen van nieuwe predikantstraktementen ten be hoeve van de Ned. Herv. Gemeente - te Delfshaven en te Gharlois. Van andere zijde werd opgemerkt, dat, wanneer aan dit verzoek zou worden vol daan, de Regeering de zekerheid zou moe ten hebben, dat de nieuwe predikaiuts- plaats zou worden bezet door een predi kant, die een andere richting is toegedaan dan die van de predikanten, die reeds te Amsterdam zijn, zoodat zou vaststaan, dat de financieele steun van Overheidswege er toe zou leiden, dat de verschillende rich tingen bevrediging zouden kunnen vinden Voor sommige leden was dit betoog een bewijs te meer voor de juistheid van hun ne opvatting, dat de kerken zonder hulp van den Staat in de gebleken geestelijke behoeften moeten voorzien en, indien zij zoodanige hulp aanvaarden, met ernstige bezwaren worden bedreigd. Van deze zij de zou uitbreiding van de toepassing van artikel 172 van de Grondwet dan ook niet met ingenomenheid worden begroet. Van andere zijde werd hiertegenover wederom opgemerkt, dat financieele hulp van den Staat volstrekt niet insluit con trole of mdeezeggenschap in de zaken der Kerk. Wat is een dogma? In een artikel over Dogma en Mys tiek merkt Prof. Bouwman in „De Ba zuin'' o.m. het volgende op: „Een dogma is niet een subjectieve mee ning, maar eene stelling of regel, die in een bepaalden kring vaststaat. Een kerke lijk dogma is een waarheid, welke de kerk onder de leiding des H. Geestes tot alge meene erkenning heeft gebracht. De Reformatie erkent geen ander auto- riteitgezag dan het gezag Gods, die zich in Zijn Woord geopenbaard heeft, en daarom kan de kerk niet iets als dogma stempelen wat zij zelve goed vindt, maar wat zij in de H. Schrift als waarheid heeft gevonden, en zij belijdt die waarheid, om dat zij rust op het gezag Gods. Om die reden is de kerk des Heeren eene belijdende kerk en eene belij- d e n i s-kerk. De Schrift is ons gegeven opdat wij God zouden kennen, Zijn wil verstaan en Hem van harte die'ien De evangeliën zijn ge schreven, opdat allen, die het zouden le zen en hooren prediken, zouden gelooven dat Jezus is de zoon van God. Petrus beleed dat Jezus is de Christus, de zoon des levenden Gods. Wie belijdt dat Jezus is de Christus, die is uit God geboren. De kerk is „gebouwd op het fundament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste hoeksteen" Ef. 2:20. De gemeente is pi laar en vastigheid der waarheid, en daar om moet zij het woord der waarheid on geschonden bewaren, zuiver belijden en prediken. En dat maar niet als eene leer, die al leen spreekt tot het verstand, maar als het woord Gods, dat „levend is en krach tig en scherper dan een tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeeling der ziel en des geestes, en der samenvoegselen en des mergs en is een oordeeler der ge dachten en der overleggingen des harten" Hebr. 4:12. Waar de Geest des Heeren werkt, daar wordt het leven openbaar, daar weergal men de gezangen der bevrijding, daar wordt de roem van Gods getuigenis ver kondigd. Het geloof aanvaardt de waar heid van Gods getuigenis en spreekt haar uit 1 Petr. 2:9. Het dogma rust dies op de openbaring Gods en dwingt tot gehoorzaamheid en geloof". Dr. de Moor over hei anti-papisme In een beschouwing over de Hervorming schrift Dr. J. C. de Moor. geref. pred. te Utrecht, o.a. het volgende: „Wanneer we denken, aan veel, dait ge zegd en geschreven is in die Juliedagen, moet schaamte ons aangezicht bedekken over -wie zich al niet Protestanten noe men. Het bleek ook nu weer dat „Protes tant" zoo'n ijdel woord is wanneer het bij protecteeren blijft zonder dat men tegen over Rome iets positiefs weet te stellen. Ook de merkwaardige geschiedenis van het Tooropraam bewees dit. Bedekt aanstoken tot het voldoen aan beeldenstormerige neigingen moest dienen om deze prolesten te ondersteunen; men zou ook kunnen zeggen: om hun kracht nog meer te verzwakken. Dat de gansche bouw der kerken, waar in het geplaatst zou worden, Roomsch- Katholiek is en niet Gereformeerd (zoo als b.v. de Nieuwe Kerk op het Spui) werd vergeten; maar Leiden was in last wanneer een raam, dat geen beslist Roomsch karakter draagt zoo'n kerk zou versieren. Men betreedt zelf het spoor van Rome in den tijd der Hervorming door 't bui tenste des drinkbekers en des schotels zorgvuldig te reinigen, maar niet ,te letten op al het verschrikkelijke wat binnenin wordt aangetroffen. Ontstoken keel is het begin Laat die niet verergeren en stel li niet bloot aan 't gevaar het slachtoffer te worden van een ver waarloosde verkoudheid. Wordt geen borst- of asthmalijder. Be schermt U daarom dadelijk met deslijmoplossende, verzachtende AkkeriAbiijsircop BHu8F.?JLAND DE BEHANDELING VAN DE STAATSBEGROOTING. Gisteren heeft bij den aanvang der ver gadering van de Tweede Kamer de voor zitter, mr. Kooien, voorgesteld om de al gemeen© beschouwingen over de Staatsbe- grooting Donderdag a.s. te beginnen, dus op 13 November. Dan zal ook bij den aan vang der vergadering de eindstem ming over de Tariefwet gehouden worden, waarna eenige kléine wetsontwer pen aan de orde komen. De spreektijden bij de algemeene be schouwingen over Hoofdstuk I van de Staatsbegrooting werden op voorstel van den voorzitter geregeld als verleden jaar. Dus voor de R.-K. fractie op 4 uur; voor de S.D.A.P.-fractie op 3* uur; voor de A.R-partij op 25 uur; voor de Vrijzin nig-Democraten op 2 uur; voor de Com munisten op li uur; voor de Plattelanders op 15; voor de Geref. Staatspartij op Yï uur en voor de Liberale Partij eveneens Y\ uur. De replieken zullen ten hoogste de helft hiervan mogen bedragen. Op een vraag van mr. Dresselhuijs, wan neer de interpellatie van den heer Van der Voort van Zijp over de haven van Vlissingen zal worden gehouden, antwoord de mr. Kooien, dat deze interpellatie bij de behandeling van de Waters taatsbe- grooting aan de orde komt. De heer G. Nypels uit den V. D. Bond De heer G. Nypels te 's-Gravenhage heeft aan het hoofdbestuur van den Vrij zinnig Democratischen Bond d.d. 3 Novem ber bericht, dat hij zijn lidmaatschap van den bond opzegt, aangezien het hem on mogelijk is in te stemmen met het besluit der algemeene vergadering van 1 Nov., waardoor de dadelijke eenzijdig-nationale ontwapening, als richtingslijn voor de staatsinrichting 'van ons land, in het pro- nadenkend, „dat gij namelijk den Rabbijn bij elke moeilijkheid, die een twijfel, ja zelfs de schaduw van oenen twijfel in uwen geest zou doen ontstaan, raadplegen zult; wamt ik weet wel, dat dife vermetele dwa zen eenige waarbeden zoo kunstig met eene menigte leugens doorweven hebben, dat het een sterker hoofd dan het uwe vereiischt, mijn kind! om de waarheid van de leugen to onderscheiden. Verlaat mij nu, Mirjam! want ilk heb vóór zonsondergang nog eenige papieren van het uierst gewicht te verzenden, en de dag is reeds bijna verstreken. Herinner u, dat .gij alleis wat er tusschen ons is voor gevallen, zorgvuldig verbergen moet, behal ve het voornemen weldra Engeland te ver laten; ik verlang zelfs dat gij dit als ze ker verhaalt. Ind'en gij wilt, moogt gij mijne dankbaarheid aan Mevrouw Stuart betuigen, voor de vriendschap die zij u bewijst, en voornamelijk voor de beschei denheid waarmede zij, volgens uw zeggen, aan mijn verlangen om met u over onzen godsdienst te spreken voldaan heeft." Na eene pauze, deed eene inwendige en edelmoedige opwelling bij de gedachte aan hare waardigheid hem er deze woorden bijvoegen: „Ja. z:j is goed geweest, en heeft mijne begeerten niet gedwarsboomd; wat kan men moer va/n oen Heiden jegens eenen Jood verwachten? Ik k^n. haar dus dau-? ONZE WEEKAGENDA. Evenals een vorigen winter hop n wij ook nu weer in het Zaterdagnummer een weekagenda op te nemen. De bedoeling is op deze wijze te voor komen dat twee vergaderingen op één avond vallen en daardoor mislukken. 11 November. Vergadering „Patrimo nium" Saesenheim. 12 November. Vergadering A. R. Pro pagandaclub „Dr A. Kuyper" Leiden. Donderdag 13 November. Luth. Zen* dingsavond in het Nutsgebouw. Vrijdag 14 November. Zendingsbid-; stond in de Oosterkerk. Spreker Dr. J. J, Woldendorp. i 16 December. Java-Comité. Zendinga bidstond Oosterkerk. 17 November. Vergadering A-R'. Kiesvereeniging. Spr. Mr. V. H. Rutgers 18 November. Zendingsbijeenkomsti „Rehoboth-kapel" te Oegstgeest. Licht beelden. Spreker Dr. EL P. Groot. 19 November. Vergadering A.-Ri. Kiesvereeniging Leiderdorp. 20 November. Jaarverg. Hulpvereen, Geref. Zend. Bond. Spreker Da. G. H, Beekenkamp. 2 0 November. Openb. Turnavond „Jabn." 20 November. Openb. Vergadering Chr. Hist. Kiesvereeniging Leiden. 24 November. Vergadering Chr. Be sturenbond. Spreker de heer W. Strijbis. 28 November. Mengelberg-conceTt. 9 December. Vergadering „Patrimo nium" Sassenheim. 11 December. Comité voor winterle- zingen. Leiden. Spreker Ds. L. D. Poot van Amsterdam. 12 December. Concert Ka thleen Parlow. 15 December. Vergadering Hulp- vereen. Geref. Zend. Bond „Leiden." 13 Januari Vergadering „Patrimonii urn" Saseenheim. 15 J a n u a r i. Vergadering Chr. Be sturenbond. Spr. de heer J B. H. Groten huis 21. Januari Comité voor winterlezin- gen, Leiden. Spreker Ds. J. Douma van 's-Gravenhage. 23 Januari „Con Amore" Leiden. Uit voering: Jefpta und seine Toch ter. ^0 Januari. Concert Rosé Kwartets o Februari. Vergadering Chr. Be sturenbond. Spr. de heer R. Zuidema. 10 Februari. Vergadering „Patrimo nium" Saseenheim. 12 Februari. Comité voor winterle- zingen. Leiden. Spreker Ds. D. A. v. d, Bosch van 's-Gravenhage. 20 Februari. Concert Harriet van Emden. 20 Februari. Vergadering Chr. Be sturenbond. Spreker Ds. P. N. Kruijswijk van Voorschoten. 10 Maart. Vergadering „Patrimonum* S assen heim. 19 Maart. Comité voor winterlezin- gen, Leiden. Spreker Ds. G. Wisse van Arnhem. gramma van den V. D. B. is opgenomen. Hij zal voortaan een der overtuigde vrij zinnig-democraten zijn, welke zich in den V. D. B. niet thuis gevoelen, voegt hij aan zijn bericht toe. De Glindhohst. In „De Bazuin" leest men o.m. hei vol-* gende aangaande „De Glindhorst": Gevraagd werd nog wanneer het be stuur het reorganisatieplan als geslaafd beschouwt. Geantwoord werd, dat met aflossing en het uitvoeren van andere plan nen gewacht wordt totdat alle crediteuren hun instemming met het plan hebben in gezonden. Meegedeeld kan worden dat de schuld bij de handelscrediteuren (plra. f 77 000) op f 13.000 na is afbetaald. Een aanmerkelijk gedeelte ervan is geschonken Voorts werd medegedeeld, dat in de eer ste negen maanden van dit jaar reeds f 11.000 is bezuinigd. Emigratie naar Frankrijk. De directeur van den Rijksdienst dor Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbe middeling te 's-Gravenhage, vestigt er de aandacht op, dat in den landbouw in Frankrijk, nog vele boerenknechten voor allen landbouwarbeid, op de hoogte met melken, kunnen worden geplaatst. Inlichtingen bij de arbeidsbeurzen, de oorrespondenten der arbeidsbemiddeling en, voor zoover deze inlichtingen ter plaat se niet kunnen worden verstrekt, bij voormelden Rijksdienst, doch dan aürca schriftelijk. ken," voegde hij er hooghartig bij, ..ik zou zelfs den zegen van boven over haar kun nen afsmeekon, want ik geloof dat zij eena van die weinigen iis, die meer uit en\v<v tendheid dan uit overtuiging afvallig zijjn." Mirjam had nog nooit haren vader een zegen over eenen Ohrösten hooren uitspre ken, en alsof zij zelve het kostbaarste ^e-< schonk ontvangen had. ram zij z'jne har.d en drukte haar in danbare vervoering ine-» scben hare beide handen, daar zij met stille verwondering zulk oen aangenomen lof vernam. Zij durfde geen woord »e spre ken, uit Vrees van door eene onbedacht-» zame uitdrukk'ng eene gevoeMpe snorr aan te roeren. Zij be'uigde hom dus hare dankbaarheid alleenlijk door de welspre kende uitdrukking harer zachte donkere oogen; daarop verliet zij hem haastig, om over al de vreemde gebeurtenissen na te denken, die in slechts weinige uren den loon van haar bestaan geheel veranderd hadden rw. ril X 1). digd, hare armen om den hals van Imlah sloeg, en met al de hevigheid van lang be dwongen© tranen snikte. Imlah drukte haar teedfer aan zijne horst, en trachtte voor eenige ©ogenblikken niet hare tranen te bedwingen, want hij wist hoe weinig dat hart aan zulke aan doeningen van verrassing gewoon was. Doch de aandoeningen der jeugd zijn .af- wiselend; Mirjam had weldra hare gewo ne vrool'ij'kheid terugbekomen; half door hare tranen heen lachende, deed zij dui zend vragen, en luisterde met verrukking naar het'verhaal van. hare toekomstige be stemming. „Het is u intusschen veroorloofd, mijn kind!" ze'de Imlah, „uwe 'betrekking met uwe Heidenscho vrienden tot op den tijd van ons,vertrek voort te zetten. Gij moogt zooveel van hunnen godsdienst hooren als gij wilt, opdat gij des te beter in staat zoudt zijn den onzen te verdedigen, wan neer gij later tot den strijd met onze tegen standers zult geroepen worden. Maar her inner u, dat 't alleen met dit doel geschiedt dat ik u zulk eene onbeperkte macht cn vergunning geef om voor u zelve te oor- deelen; en alleen op uwe rechtschapenheid en standvastigheid steunende, sta ik ze u toe. Zie dus wel toe, Mirjam! dat gij van het vaderlijk vertrouwen geen misbruik maakt. AVant ik herhaal het u nogmaals, dat de vloek eens vaders den vloek van den hemel over u zou inroepen, om u voor uwe afval ligheid te straffen. Maar neen, ilk heb niiets te vreezen, ik weet dat mijne edele dochter boven de verleiding van het bij geloof verheven is, en dat haar hart te vurig het geluk van 'haren vader wenscht, dan dat het zich ooit door de geheimzinni ge betoovering der Christelijke afgoderij -zou laten misleiden." „Neem dan d't mengelmoes van hun ge loof," voegde hij er verachlelijk bij ter- wijd hij haar het Nieuwe Testament toe wierp, „en zie, tot welk eene hoogte de on- wetendhe'd zich met hi>jgeloovige fabe'en voeden kan; zie verder hoe men, terwijl men de gehe'men en wonderen van onzen groeten profeet veracht, de ijdele verhalen van eenige dwaze visschers aangenomen heeft." „Mij zullen zij nimmer bedriegen, dier bare vader!" riep Mirjam uit, want hare gedachten waren met eene geheel andere bekeering vervuld; „houd u cïus verzeke/d, dat ik dit boek met een veel beter doel le zen zal dan om uw geluk te verstoren, of de waarheden die God en de profeten aan liet overblijfsel hunner uitverkorene dienstknechtein geopenbaard hebben te verzaken." „Er i,s echter nog eene voorwaarde, waarmede ik de vergjunnmg. die ik ti toe gestaan bob, beperken moet," zeide Imlah

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5