Dagblad voor Leiden en Omstreken.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
TiaVERTENTIE-FIIIJb
G'VGC0 advertontian peï regel 22% cent
3 n gezonden MededeeHn^ sn, dubbd tfcrififc
Bij contract, belangryko reductie. j
Kielne advertontiön bij vooruitbeta?
ling van ten hoogste 80 woorden, worden
^r-aliïVa «rpAaatnt nd «ant
5de JAARGANG. - ZATERDAG 8 NOVEMBER 1924 - No. 1358
Bureau: Hooigracht 35 Leiden Tel. int. 1278 - Postrekening 58936
ABONNEMENTSPRIJS
ia UUsa ea bahta Laidsa
waar ageslsa jmjtlgd z|a
P«r kwartaal,f £50;
Per weekf 0.13
Franco per post ptr kwartaalf2.90
Vit nummer bestaat uit twee
bladen.
Het protocol van Genève.
(Slot.)
'Bij de beoordeelimg van het protocol van
Genève kan op den voorgrond worden ge
steld dat we hier een zeer te woardeeren
poging hebben om het onrecht op inter
nationaal gebied te beperken, het recht te
stellen boven de macht, de internationale
veiligheid te verzekeren en de bewapening
te beperken.
Dit pogen verdient ongetwijfeld onze
hartelijke waardeering.
Maar boe sympathiek dit pogen ook mo
ge wezen, het mag voor ons geen reden
zijn de werkelijkhe:d uit het oog te ver
liezen en op de schaduwzijden de dandacht
te vestigen.
Want het is niet alles licht wat we hier
zien. De schaduwen ontbreken niet.
Zoo vestigt b.v. Prof. de Louter in zijn
meergenoemd opstel de aandacht op het
feit dat de machtskring van den "Volken-
bondsraad gevormd dioor Frankrijk,
Engeland, België, Spanje en Italië aan
zienlek wordt uitgebreid.
„De Raad verwijst rechtsgeschillen naar
het Internationaal Gerechtshof en beoor
deelt aldus meermalen hun recktskarak-
ter; de Baad oefent overwegenden invloed
op de arbitrale rechtspleging; de Raad
beslist over do aannemelijkheid van bij
zondere militaire afspraken; de Raad leidt
zoo nood;g de geheele dwangexecutie.
Bedenkt men nu, dat de Raad een zui
ver politiek lichaam is, waarin do
vier groot© mogendheden met hunne tra
wanten een beslissend overwicht oefenen,
terwijl andere groote mogendheden, welker
belangen wel degelijk b;nnen het bereik
van het protocol vallen, buiten den Bond
staan, dan schudt men bedenkelijk het
hoofd."
Daarbij komt dat bijzondere gaTantie-
verdragen onder zekere voorwaarden ge
oorloofd bh'jven en dat de mogelijkheid
blajft bestaan, bepaalde geschillen aan het
Internationaal Gerechtshof te onttrekken.
Er is verwondering over uitgesproken
dat de Nedenlandsche Regeering maar niet
zonder meer het protocol heeft willen aan
vaarden.
Toch ia deze aarzeling zeer verklaarbaar*
en volstrekt niet een gevolg van minder
vredelievende overwegingen.
Toetreding beteeken t voor Nederland
toch een algeheel prijsgeven van zijne on
zijdigheid, waaraan 't in den wereldoorlog
zijn behoud te danken had.
Met onze neutraliteit, totnu toe zoo
schitterend gehandhaafd, is het dan ge
daan.
„Treedt onze regeering toe, dan doet Ne
derland niet slechts voor goed afstand
van zijne neutraliteit, doch verplicht zich
tevens tot actieve deelneming aan elke
dwangexecutie tegen dein verdragschender
of rustverstoorder, die, hetzij automa
tisch door het protocol of wel door een be
sluit van den Raad als aanvaller wordt
aangeduid: n;et slechts door economische
of financieel© maatregelen, doch ook
door mili taire bij dragen te
land, te water en in de lucht."
Ook zelfs, indien onze Regeering van de
rechtmatigheid van zulk een actie vol
strekt niet overtuigd is.
De voorstelling ie gewekt alsof aanvaar
ding van het protocol zoo ongeveer gelijk
zou staan, met een besluit tot ontwape
ning.
Niets is echter minder.waar.
In het protocol ;s nadrukkelijk gestipu
leerd, dat de deelnemende staten loyaal
en daadwerkelijk samen zullen
■werken ter ondersteuning van het Volken
bondspact.
En bet zou zeker niet loyaal zijn en
,in strijd met het protocol indien een of
meerdere deelnemende sta tem alvast gin
gen ontwapenen teneinde op d'ie wijze na-n
eenmaal aangegane verplichtingen te ont
komen.
Dat zou niet loyaal zijn, maar een bo-
driegeljjke houding.
Neen geen enkele deelnemende staat ont
komt aan den csch om desnoods gewapen
derhand mee te werken om het onrecht
te beletten en te straffen.
Ouzo weermacht moet dus al of niet
'gereorganiseerd en verminderd behou
den blijven.
Maar nu is er een verschil.
Tot nu toe handelde Nederland zelf
standig.
En het is aan die zelfstandigheid te dan-
ken, dat wij ons niet, zooals aanvankelijk
socialistische zijde bepleit werd in
den oorlog hebben geworpen en dat we
,.voor de rampen daarvan bewaard zijn ge
bleven. 6
Dat zal bij aanvaarding van het proto
col anders worden.
f. ;Wii zullen dam bij een eventueelen oor
log offers moeten brengen; de zonen van
i£as vo*k zuHen hun bloed en leven moeten
jgeven zonder dat de zekerheid bestaat
nat een rechtvaardige zaak gediend wordt
en met mogelijkheid dat de offers die
gebracht worden, dienstbaar worden ge
maakt aan vreemde politieke belangen.
We zien hieruit dat de zaak niet zoo een
voudig is.
Vooral niet als we rekening houden met
het feit dat bij de vredesverdragen van de
laatste jaren, die onaangetast blijven, niet
het recht, maar de macht den doorslag gaf
en a.ls we zien hoe gemakkelijk plechtige
beloften worden teniet gedaan.
Wie zoo de zaken beziet zal toestemmen
dat onze Regeering niet onverstandig deed,
toen zij besloot om maar niet zonder meer
het protocol te aanvaarden.
En wie de zaken ernstig neemt en ook
van harte tot de bevestiging van het pro
tocol wil meewerken, zal noo't kunnen in
stemmen met de bedriegelijke leuze van
nationale ontwapening.
Wij verfoeien den oorlog en ijveren
voor den vrede.
Maar boven den vrede staat het recht,
dat wij, met of zondes Volkenbondspact
naar de mate van onze krachten hebben te
bevorderen en te handhaven.
STADSNIEUWS.
Chr. Jeugdhulp.
Gisteravond had in de Waalsohe kerk
een openbare vergadering van de Vereeni-
gi-ng voor Chr. Jeugdhulp plaats, die vrij
goed bezocht was en waar een drietal
Sp"ekers het woord voerde.
Ds. M. J. Funs el ie oreade de sa
menkomst, liet zingen Ps. 119:17, las Lu
cas 15:17, ging voor in gebed en sprak
daarna een inleidend woord, daarbij uit
gaande van Spr. 21:11 en 12.
Spr. beren met er op te wijzen dat het
werk dezer Vereeniging is 'n voortzetting
van het werk, door onzen Hei1 and begon
nen bij z:jn komst op aarde: het verlorene
te redden.
Di© taak klemt inzonderheid in onzen
tijd.
Onze tijd is een nerveuze tijd, een druk
ke tijd. De menschen worden uithuizig en
de ieugd onttrekt zich aan het opzicht der
ouders, vmdaar do groote verdorvenheid
in zedelijk opzicht Het is onze taak, van
God ons opgelegd, hen die aldus dreigen
verloren te gaan, te redden.
De gelijkenis van liet verloren schaap
wordt gewoonlijk aldus geëxegetiseerd dat
de Heere Jezus de goede Herder is.
Dit is wel juist; toch moeten we niet
vergeten, dat de Heiland hier een
m p n s c h teekent a's zoodanig.
Wie de reddende liefde Gods in zijn le
ven heeft ervaren als een herscheppende
macht, zal behoefte gevoe1en, die liefde uit
fo stralen in rijn leven. Dan zullen. naaT
het woord des Heeren, de menschen onze
goede werken z:sn.
Mogen daarom velen ziCa geven aan het
werk, dat ons door onzen modernen tijd
op de consciëntie gebonden wordt.
Hoe heerlijk, a1s we eenmaal de sfad
met paarlen poorten kunnen binnengaan,
zeggende: „Zie hier mij en de kmderen,
die gij mij gegeven hebt." Dat zal de heer
lijkheid des hemels tot de grootste intensi
teit opvoeren.
Nadat de organiste der kerk ons van
haar schoon orgelspel had doen genieten,
voerde Ds. T. J. Jansen Schoon
hoven van Oegstgeest het. woord.
Spr. nam als uitgangspunt van zijn rede:
Deut. 22: 8.
De wetgever zegt: aks ge een dok hebt,
waarop de menschen kunnen klimmen,
zorg dan dat ge een lemvng maakt, opdat
de menschen er niet af vallen.
Zoo heeft ook de vereen'ging voor Chr.
Jeugdhulp begrepen, dat er gevaren zijn
voor de jeugd, speciaal in onzen tijd.
Die gevaren zijn (net als bij het kHm-
men op het dak") de drang naar buiten en
de drang naar boven.
Men zoekt de vrijheid ©n wil het leven
genieten met volle Leugen.
Daar komt nog hij de ontevredenheid
met eigen staat en de dra-lig om het rijker
en breeder te willen hebben.
Spr. zal d?air den staf ivot over bre
ken, doch wil wijzen op de gevaren, daar
aan verhonden.
Er is één dirng, dat ons staande kan hou
den in de verzoeking, dat is net als bij Jo
zef: de vrees om te' zondigen tecen God.
Doch velen rekenen niet meer met Gjd en
Zijn Woord.
Van veel beteekenis is voorts de publie
ke opinie: „Zoo doet men niet in Israël."
De macht der publieke opinie begint
thaiüs te breken; men denke aan wat
Brusse daarover meedeelde in zijn „Rot-
terdamscho Zedeprenten."
Nog iets is er wat verloren gaat: de na
tuurlijke schaamte.
Zoo staat dan de jeugd onbeschermd in
onzen lijd.
Be tekst spreekt behalve van gevaren,
ook van verantwoordelijkheid.
Wie is er verantwoordelijk? Vooreerst
de maatschappij zaet haar velerlei verlei
ding.
Maar de Christen voelt zich ook verant
woordelijk legen liet booze. Want Chris
tus' gemeente moet zijn het licht der we
reld, en als er duisternis is in de wereld,
is er gebrek aan licht.
Ten slotte is er ook beveiliging: op
liet dak moet een stevige leuning zijn.
Daarom is het de taak der Gemeente de
Ver. voor Chr. Jeugdhulp te steunen om
haar Tehuis grooter en sterker te maken.
Toch heeft ook 'n zwakke leuning zinne
beeldige beteekenis: er gaat een prediking
van uit: gij behoeft niet te vallen.
Het werk, dat is aangevangen, i's een
moeilijk, maar een heerlijk werk, indien
er in werkt de liefde van Christus.
Nadat de organiste weer een stuk mu
ziek had ten gehoore gebracht, sprak Ds.
W. Bouwman het slotwoord.
öpr. begon met een persoonlijke herin
nering te vertellen, waarbij een ongeloovi-
g& de beschuldiging uitsprak, dat velen
van de „oude moraal" laag neerzien op ge
vallen meisjes en zich weinig bekommeren
om de buiten echt geboren kinderen.
Volgens Spr. ligt daar waarheid in dit
verwijt, daarom verheugt 't Spr., dat er
een Christolijk Comité gevormd is om de
zen arbeid ter hand te nemen. Bij dezen
arbeid moeten wij vooreerst uitgaan van
ht karakter der z^nde als zonde tegen God
en dus niet met het Franschp spieekwoord
zeggen: „tout comprondre, e'est tout par-
donner".
Verder moeten we bij dien arbeid gedre
ven worden door de liefde van Christus en
in de derde plaats moet het doel' zijn om
d© geredden te brengen tot het kruis van
Christus.
Laten we niet meenen, dank te zullen
oogsten, dan is welTcht te'eurstelling ons
deeh doch handelen we „ziende in het ge
bod, blind in d© toekomst."
Gok ind:.en in den loop der jaren door
den arbeid van dit comité s'onhts één ziel
van 't pad der zonde tof Christus werd
gebracht, zou die arbeid reeds rijkelijk be
loond zijn.
Nadat nog gecongen was Ps "25:2, ging
Ds. Bouwman voor :n dankgebed
„De Jeugdraad".
A's vierde punt van zijn ja.arlijksche
propaganda-actie hield g'steravond „Be
Jeugdraad", het plaatselijk velband yan
Jeugd vereen i gingen op Gereformeerden
Grondslag in den Foyer van de Stadsge
hoorzaal een welgeslaagden „dntiemen"
prouaganda-avond.
Een opgewekte schaar van jonge men
schen vulde den gezellig ingermhten Foyer,
toen de voorz:tter; Ds H. J. Kouwenhoven
de vergadering opende
Gezongen werd Ps. 89:7. waarna Z.Eerw.
in gebed voorging. In znn openingswoord
releveerde Spr. -het reeds afgewerkte ge
deelte van deze propa.eanda-actie, w. o. de
vergadering 'n do Hooigrachtkerk, waar
de heer J. Schouten een red© hield, verder
de uitgave van het propagandablad, en
het hu;sbezoek. dat thans voor het groot
ste gedeelte is verricht
Waar het overbodig mocht h°elen. om
nogmaals doel en streven van den Jeugd
raad te ontvouwen, ahhans n;et in deze
vergadering, bepaalde Spr. er zich toe, in
koTte lijnen de be'eekon's aan te wrizeh
van den zelfopvoedenden arbeid der Gere
formeerde rijpere jeugd, dis een protest
wil z\in tegenover de houding van hen, die
in eigen kracht door het leven willen gaan,
°n het Kru's van Christus ncsgeerende,
hun vertrouwen sferen in de gond.gez'nd-
he:d van den mensch.
Na dit openingswoord werd met de af
werking van het programma een aanvang
gemaakt.
Het glanspunt van het eerste gedeelte
was een inleiding, door M e j. Annie
Zuidema, eeleverd namens de Jonged.
Ver. op G. G. „Voor onzen Kom'ng"
Haar onderwerp was .Anna Maria
Sohuu-man en de Lab*/!1 sf.pn", de he'ang-
rijke figuur u:t de kerkcliikp "-esririedeniis
van ons Vader and u;t de 17de eeuw.
In een goed gesfyleerde en dv.Ael'rik uit
gesproken voordracht toekende zi? den
persoon van deze merkwaardige en rijkbe-
gaafde vrouw. die. hoewel rrct vreemd
aan pnke'e eenzijdigheden w mrrrme we ons
a's Gerernirmeerden n:°t kunnen vereeni-
gen, toch zooveel gedaan hoeft voor het
leven van Gods kerk in deze landen, en
w'cr geschiedenis daarom, zooals drt voor
zitter in zijn dankwoord terecht opmerk
te, waaid is. na zoovoo1 jaren nog eens te
wotcien naar voren gebracht'.
Een hartelijk en herhaald applaus wel
de in'eids'er ten dee".
Na de pauze hield de heer Joh. Be
nard namens de J. V. op G G Dr. H
Bavinck een propaganda-spe^h waarvcov
Iv'j a's motto had gekozen: Een sprekend
protest.
In krachtige bewoordingen werd ge
waagd van den grooten invloed die er op
de jeugd vorming ten goede uitgaat van
prachtmstiiuton als d-> JonmVn.gs- Jonge-
dochters-. Meisjes-, Jongelieden- en Kna-
p enverceni ga ngen op Gevef. Grondslag,
zooa's d;e zich vooral in de laatste jaren
hebben ontwikkeld.
Gedocumenteerd met de uitspraken van
groote mannen op theologisch en opvoed
kundig terrein was dit betoog één groot
protest, zoowel tegen de. minachting van
den tijdgeest die nog steeds do menschen
zelf in slaat acht tot volkomenheid te ge-
aken, als tegen d© matheid en lauwheid
■die in eigen kring worden aangetroffen.
Van verschillende kanten belichtte spr.
do zeeenrijke werking van het deelnemen
aan de vereenigingswerkzaamheden. Zelf
studceren en kennis vervaren; tegelijker
tijd anderen ervan msdedeelen cn onder
dit alles door gevormd worden voor den
levensstrijd op de verschillende gebieden.
Het kerkelijk leven vraagt nieuwe krach
ten en steeds hernieuwde studie van de
vele vraagstukken die om oplossing vra
gen. We moefen ons inleven in de Staat
kunde van ons vaderland, in de plichten
die we hebben te vervullen, maar ook in
de rechten waarop we aanspraak mogen
ihaken, terwijl vooral het maatschappelijk
terrein een rijke gelegenheid biedt om
Gods naam dn onze daden te verheerlij
ken.
Er moet een sprake van ons uitgaan in
de wereld. Christus zelf is waarborg voor
Onze overwinning. Hem is gegeven alle
macht in den hemel en op de aarde.
Tusschen deze bijdragen, voor en na de
pauze, bood d'e pianomuziek van de dames
Bink. die als gewoonlijk tot in de puntjes
verzorgd was, een zeer geschikte en op
prijs gestelde afwisseling.
Letterkundige bijdragen werden gele
verd, voor de pauze door den heer J. 0.
Stephanus (gedicht), en M e j. H o 11-
Tust. (proza), en na de pauze door den
heer C. P. v. d. Meeberg (gedicht), P.
A. Kouwenhoven (voordracht) en
Mej. Co. v. We e r en (idem).
Zonder uitzondering kan van al het hier
onder begrepene worden gezegd dat het
uitstekend weergegeven werd.
A"er; verwierven dan ook harlelijken
bijval.
Na een kort slotwoord li-et de voorzitter
Ps. 19:5 zingen, waarna hij eindigde met
dankgebed.
Verschi'lende Zustervereenigingen uit
den omtrek waren mede vertegenwoordigd,
en verhoogden door hun aanwezigheid het
karakter van don avond.
Prof. Dr. A. Eekhof.
Bij Kon besluit van 4 November is be-
no^md aan de Rijksuniversiteit al hier in
de facubeit der godge'eerdheid, om onder
wijs te geven in de geschiedenis van het
Christendom en van de leorstelhngen van
den Christelijken godsd-enst, alsmede in
het bijzonder in de geschiedenis van het
Gereformeerd Protestant1 sme, tot gewoon
hoog'eerasT Br A. E e k.h o f, me'c toeken
ning van eervol ontslag als hir'tenrewoon
hoogleeraar aan d© universiteit met in
gang van den dag, waarop hij zijn ambt
van gewoon hoogleeraar zal aanvaarden.
Prof. Dr. A. Eekhof is, dus meldt de N.
R. Crt., reeds oen tiental jaren aan de
hoogeschool te Leiden als buitengewoon
hoogleeraar werkzaam geweest. Geboren in
1881. studeerde hij te Leiden en promo
veerde cum laud© in 1909 tot doctor in de
godge'eeTdheid.
Hij deed daarop een studiereis naar
Noord-.Ameri.ka, waarna hir" onder meer
een werk in twee dce'en het licht deed zien
over de geschiedenis van de Hervormde
K°rk in Noord-Amerika, dat onlangs door
de Prenss Akademie der W:ssenschaften
te Ber'ijn met de Count de Loubatprijs
werd bekroond. In 1914 deed Prof. Eekhof
z:jn intrede a's buitengewoon hoogleeraar
te Leiden met een oratie over Het Gerefor
meerd Protestant'lsme. Vele zijn do publi
cation die op kerkhistorisch gebied van de
hand van dezen hoogleeraar zijn versche
ren. Wij noemc-n: Twee Aflaatprenten; De
Aflaathandel in Luther's tijd; Luther en
de Pilatustrap te Borne; Be Avondmaa's-
brief van Come'is Hoen; Opkomst en ver
breiding vrn het Galv:n:sme in de Neder
landen; De godsd:enstige beteeken;s van
Prins Wi'lem van Oranje voor onze Her
vorming; Zwingliana in Hol'and; Grotiana
in Noord-Amerika; De Amerikaansche
Universiteit; Vijf en twintig jaar Hol1-
iandseh-Vlaamsch leven in Noord-Ameri
ka; De nrger-predikant Jacobus Eli sa
Joannes Capi'tein: Three unknown docu
ment about the Pilrrim Fathers in Hol
land Een ander uitvoerig en zeer belang
rijk boek getiteld De Theo'og'sche Facul
teit te Le:den in de zeventiende eeuw, dat
ra prae-advies van de Koninklijke Aca
demie van Wetenschappen te Amsterdam,
tot verleenlng van rijkssubsidre, in 1921
werd uitgegeven, is met groote ingenomen
heid in binnenland en buitenland als een
standaardwerk begroet.
In Neder'and, Engeland, Schotland en
Noord-Amerika heeft Prof. Eekhof her-
liaaldelij-k lez'ngen gehouden, onder meer
over de Pi'grim Fathers,over wier ge
schiedenis hij een speciale, studie heeft ge
maakt. Prof. E^khof is lid van verscheide
ne geleerde genootschappen, lid van do
Wetenschappelijke Gomm'ssie voor de
Nederlandisch-Amerikaansche Fundatie,
lid van de Comnvss'e tot uitgave van de
werken vafi Hugo Grotius, en voorts voor
zitter van de H's'orisohe Commissie van
de Maatschappij >r Nederlandscho Let
terkunde er. 7-iede-redacteur van het Ne
derlandse li Archief voor Kerkgeschiede
nis.
Maatschappij van Nederl. Letterkunde.
Onder voorzitterschap van prof. d r.
P li. S. van konkel liad gisteravond
in heb Nutsgebouw de maandvergadering
plaats van de Maatschappij van Nederl.
Letterkunde. Als spreker trad op D r. C.
de Boer, lector in de Romaansche taai
en letterkunde aan do Universiteit alhier
met een voordracht, getiteld„Do
j.de-rdo trede" der Romaansche Linguï
stiek."
Aan die voordracht wordt liet volgende
ontleend:
Aan het Zoeklicht
Leiden, 8 November 192L
„Leert uwe kinderen begrijpen, dat alles
tijdelijk is, behalve de ziel." t
Wie dat schreef? Een of andere ouder-
wetsche Kerkbode misschien, wier taak het
immers is, de menschen dom te houden?
Toch niet lezer.
Deze opmerking is afkomstig van de'
theosofe Katharina Tiingley, die in een
rede te 's-Gravenhage o.m. verklaarde:
„Gij leeft 77 of 100 jaarMaar daar
na? Wat volgt daarna? Een eeuw ia
weinig op de oneindigheid. En een dollar
is een poover ding op de eeuwigheid.
„Leert uw kinderen begrijpen, dat alle?
tijdelijk is, behalve de ziel."
„Groot applaus, zegt het blad, waaraan
dit laatste ontleend is, volgde."
Dat laatste is toch al heel merkwaardig.
Als in de Kerken gewezen wordt op do
groote beteekenis van de geeste'ijke din
gen en den ernst van de eeuwigheid, dan
gaan velen met een schouderophalen voor
bij. Kom. wie hecht nu nog waarde aan
dergelijke oudbakken kost!
Maar nu komt er een theosophe en dan
verdringen zich de scharen en volgt er
„.groot applaus".
Een bewijs dat de wereld toch armer ij
dan zij wel wil weten.
Dat er toch. altijd blijft een vragen na er
de dingen die niet zijn van den tijd en van
deze aarde.
Orcrr-iMTOP,
Spr. begon met op te merken dat zicb
in de laatste jaren in de methoden der
Romaansche linguistïek, wijzigingen be
ginnen af te teekeren, belangrijk genoeg;
om te mogen spreken van een nieuwe
phase in die studie. Het eerste tiidoerk i«
dan dat der voortrekkers, met Diez als
den leider: het tweede is dat 't welk gedo
mineerd wordt door Gaston Paris. Naar
spr.'s moening heeft dat tijdperk ons wei
nig werkelijk nieuws meer te vertellen <'n
mogen zijn methoden en zijn tijdschr'ft,
de Romania, als reeds verouderd woréen
beschouwd. Een nieuw linguistiek tiid*
schrift, staat dan ook op 't punt opge
richt te worden. De n;euwe orienteering
is heb duidelijkst zichtbaar op 't gebied
der semantiek en etymologie op dat det
dialectologie en op dat der syntaxis. Wat
die beide eerste betreft, hierbij spelen de
talrijk moderne taalatlassen een groote
rol. De studie van liet aldus opge-tccken»
de materiaal heeft ons in staat gesteld
zooals nader werd aangetoond, vele vraag,
stukken der dialectologie op to lossen of
althans scherper te fcrmuleeren. Voor de
semantiek en de etymologie is het belang
dier atlasssen nog grooter gebleken, dank
zij de metheden van onderzoek tcegeprsb
door Prof. Gilliéron en zijn leerlingen. Da
resultaten daarvan, van welke talrijke
voorbeelden worden gegeven om de zui
vere ideeën te knrakteriseeren, hebbon,
niettegenstaande veel detailoverdrijving,
de studie een nieuwe richting gegeven-,
welke spr. aldus formuleerde: 1. Bij hot
etymologisch onderzoek wordt thans aan
den hedendaagschen toestand der ver
schijnselen een veel belangrijker plaats
toegekend dan dab tot nu toe het geval
is geweest; men heeft begrepen dat zeer
dikwijls het synchronistische als uitgangs
punt moet genomen worden om het evoln-
tieve t© verklaren;
2. In de etymologie moet aan beteekenis
evolutie en aan ontleening dikwijls de
plaats gegeven worden welke de compa-
ratistische methoden te uitsluitend aaa
de vormevolutie gaven, wat veel te sim-i
plistisch is.
Op 'fc gebied der syntaxis zijn de veran
deringen minder groot, maar veel minder
algemeen neg doorgedrongen. Hier for
muleerde spr. aldus de nieuwe richting
1. Erkenning van de volkomen gelijk
waardigheid der synchronistische syn-
taxisbeschrijving met de historische;
2. Het besef dat deze laatste de evolin
tie der constructies niet werkelijk zal'
kunnen verklaren en begrijpen, voor dat'
het wezsn dier constructies door de syn
chronistische syntaxis-beschrijving za?
zijn gevonden;
3. Het besef der noodzakelijkheid op
die synlaxisbesclirijving der moderne talen
de beginselen der algemeeno linguistiek
en der taalpsychologie consequent too to
pas»en.
In bijzondeihcdcn werd aangetoond hoe
Prof. Brunot. in zijn monumentaal werk
„La Tenséo et la Languc" heeft misge-
grepsn door volkomen verwaarloozing van
de studie van taalpsychologie en algc-
meene linguistiek. en hoe daarentegen do
beginselen uiteengezet door Do Saus-
sure, en toegepast door diens leerlingen,
meer en meer in staat blijken tc zijn het
noodige perspectief niet aan lo brengen.
En ook hier zijn de veranderingen in do
methodo zoo belangrijk, dat ook hier dol
naam derde trede" volkomen gerecht
vaardigd schijnt.
Spr. maakte van deze gelegenheid ge
bruik scherp te pro Les tee reu tegen dc wij-
se waarop Brunot's werk bespot wordt, in
een niet eens geestig boekje, door twee
volkomen iucempetento letterkundigen^