lüileifaMonl
Tweede Blad
Zaterdag I November 1924
Levenseenheid.
„E>en ding heb ik van dien
Heere begeerd, dab zal ik
zoeken
Pb. 27: 4a.
Tn diit woord staat voor ons een. gesla^
gen, maar niet verslagen man, 'n vluchte
ling, vèr van Jeruzalem, vèr van het hei
ligdom Gods, en 't slaat hem als een vlam
uit de ziel: „o Heere, één ding begeer ik
yan IJ
Gezegende levenseenheid 1
Deze man was een diepganger bij de
gratie Gods, hij had zich afgekeerd van
het bont en druk beweeg der duizendvou
dige bedriegelijke bekoringen aan de op
pervlakte des levens, om af te steken naar
de diepte, waar hij alle lijnen zae saam-
Joopen in een, in den Eenige, den God des
i jheils.
Neen, deze eenheid van levensrichting is
niet, naar de wereld schimpt, dorre le
vensverzaking, onaandoenllijk-dorre vreug
de schuwheid.
Godis kinderen gaan niet door 't leven
met 'n versteende ziel er woelt in hen
een brui'schende levensvolheid en uit hun
ziel springt een vreugde fontein omhoog tot
in het eeuwige leven.
Want terwijl in 't leven van den natuur
lijken mensch, alle lijnen naar beneden
toopen, van dwaasheid tot dwaasheid,
van zonde tot zonde, één Hellevaart!
loop en alle liijnen in heit leven des geloofs
Omhoog, van kracht tot kracht, van
genade tot genade, één hemelvaart!
'n Rnmeinsch keizer zei de op z;jn sterf
bed: ,.Ik ben alles geweest en dat alles is
niets."
Wereldmensch, gij zijt van alles en gij
Öioet aan alles en gij geniet van alles ip-n
gi grijpt naar alles, maar üw alles is niets,
'n warrelende kolk van verlorenheid!
wijl ge dat ééne veracht, dat juist alles
is, de gemeenschap des verzoenden
(Gods!
O wereldsche fladder gees ten, die uzelven
uitleeft en verslingert aan de grootschhe-d
des levens en de begeerlijkheid der oogen
en den wellust des vleesches, gij zijt als
fle vlinder d'ie wappert van bloem tot
bloem, overal uitpurend wat hon;tr, maar
straks valt hij neef, en verdwijnen zijn
schitterende kleuren en vergaat hij tot
Stof.
Maar allen, wier hart door Gods Geest
naar H^m is toegekeerd, duisterlingea
noemt de wereld hen, en dat z'jn ze ook,
wijl ze zich hebben blind gestaard op de
heerlijkheid Gods! die zijn als de zonne-
bloemen, die groeien 't warme, levenswek-
kende licht tegemoet, terwijl in hun kern
het zaad rijpt als een belofte van toekom
stige, rijke glorie.
„Als Hij maar van mij is,
Slaap ik zorgeloos,
En Zijns harten warme tij is
Mijne llafenis altoos,
Tot die teedre dwang di'er tochten.,
Heel mijn hart zal kneden en
doorvlochten."
Dat is de ervaring van allen dae 't
ÏAsaf mogen na-zeggen:
„Wien heb ik nevens U in den hemel!
Nevens U lust mij ook niets op de
Harde!"
Gezegende levenseenheid!
Er as ook een gevloekte levenseenheid
de levenseoncentratie die zich, bu:,ten God
<om, op de wereld richt, 't oveTheerscht
eh voortgeerweept worden door den onhei-
ïiigen hartstocht naar 't van God verbo-
dene.
Begeerde Adam niet juist da.t ééne, wat
hij niet genieten mocht? Dat was de moe-
denzonde en dat is nog de tijdzonde,
't zich zei ven uitleven naar de concentratie
van den zichzelf-handhavenden, Godwe-
derstaanden ik-mensch, om 't zelfde, of
d't zich openbaart in den greep naar de
'zondige speculatie, 't goddelooze vermaak,
de ontuchtige vrouw, 't bedwelmend© glas.
Dat is de concentratie in den «ogen ik-
mensch, een „vereeniging des harten"
i iten verderve.
Ziet ge deze Satanische levenseenheid
iiict ook in 't wijde wereldleven?
De mensohen vliegen elkaar naar de keel
'om de winst, om 't goud, ze verdringen en
vertrappen elkaar in de mastklimmerij
naa.r de hoovste pn beste p^atsen in 't le-
FEUILLETON
De Zegepraal van het Kruis
20)
Men sprak dikwijls van Edith, doch de
tranen vloeiden niet langer ais haar naam
genoemd werd. Haar vogel werd gevoed,
hare bloemen begoten, maar de taak viel
niet meer zoo moeilijk. Het soheddensuur
>ras voorbij, en daar zij gelukkig was, werd
de droefheid vervangen door hartelijke
övenschen, dat zij het altijd zijn mocht.
r Edith had alzoo op den leeftijd van vijf-
tien jaren het ouderlijk huis verlaten, om
de gezèlldn te worden van een eenigszins
bedorven, maar toch goedhartig en bemiiu
nolijk meisje, dat een' paar jaar jonger
ftvas dan zij. Sedert haar vertrek was
Edith eenmaal teruggekomen om hare
(moeder te bezoeken.
Zij scheen in menig opzicht veranderd
te zijn: doch Mevrouw Stuart bemerkte
jspoedig, dat de grondtrekken van haar
karakter nog slechts zeer weinig ten goede
/veranderd waren. Hoogmoed, ij delheid, en
feene huif en gewone zucht naar opschik en
[vermaak waren nog do heerscbende nei
gingen van haar hart.
Zij gevoeld© zich echter gelukkig in hare
P rek g, ea werd door hare weldoenster
ven; maaT heel deze ziebzelve-verterende
wereld gaat in één diing accoord, in den
afkeer van God en iZjn dienst.
„Los van God, dat is d© ware vrijheid en
't ware geluk", zoo schrijft ze in haar
banier, en de Pilatussen en Herodessem
worden ook in dezen dag nog van bittere
vijanden innige vrienden, dan, als ze
staan tegenover den Chrilstus Gods.
En komt die duiveLsche concentratie ook
niet aan den dag in de ééne vijandschap,
die de elkaar verbijtende en veretende
wereldkin deren saamisnoert tegenover Gods
Kerk, en den enkellen geloovige?
„Verwondert u niet, broeders, zoo u de
wereld haat, want gij zijt overgegaan uit
den dood tot het leven."
Gevloekte levenseenheid, geboren uit den
grooten z'ielemoordei
Wie uit deze eenheid leeft, begeerende
Wat des vleesches is, zal altijd opnieuw in
zijn geluksjacht door de nevelen grijpen,
om straks met leege handen en 'n leege,
verkommerde ziel, 't te moeten uitroepen
(God verhoede, dat dit te laat zou zi'jnl):
„wat ben ik tocih een dwaas, een „onver
nuftig beest" geweest!"
Zalig, in wier leven openbaaT wordt de
concentreerende werking van Gods Geest,
zóó, dat Davids getuigenis 't hunne is:
„Eén ding heb ik van den Heere begeerd."
Uit 't doornige, dichte kreupélhout van
's levens verlokkingen en zorgvuldigheden
zijn ze geleid op den Koninklijken weg, die
regelrecht naar het huis des Heeren voert.
Dan vollgtt op le levens b ede ook de le
vens daad: „dat zal ik zoeken".
Da', stempelt die bede als oprecht, als
niet-geboren ui't een gevaarlijke levens-
tweeheid, zooals Auguslinus ze gekend
heeft in zijn jeugd-zondetijd, toen hij bad:
„o God, hekeer mij, maar nu nog niet:!!
Neen, dat Is onmogelijk, om een .nieuw
hart te vragen en 't oude hart met te wil
len móssen.
Dat is onmogelijk, om aan Christus de
rechter-, en aan Belial do linkerhand te
willen geven, om in onheilig, heilloos
dobbelspel te spelen met de zonde en te zon
dieren op de genade.
Onze God heeft lust tot waarheid in het
binnenste, en wie Hem hegeeren, moeten
onderwijl den Heiligen Geest niet weder-
staan en uitblusschen door hun harde
hart te verharden.
Als wij met Maria dat goede deel moch
ten verkiezen van den Heere, dat van al
len die 't door genade ontvingen, nooit
zal worden weggenomen, dan hebben
wij ons ook hoilbegeerig in den weg te
stellen, om dat genadeoord to zoeken.
„Welzalig", die bij dagen en bij nachten
Gods wil bepeinst, en Hem als 't hoogste
goed
Van harte zoekt met ingespannen
krachten"
ZWAK GELOOF.
O zeker, 'k wil U vreezen l
'k Beloofde 't ernstig teer,
Dat ik Uw kind wezen,
Maar ach, 'k vergeet het Heer!
Mijn heiligste belofte,
Bezworen, keer op keer.
Mijn innegste geloften^
Verdwenen aanstonds weer.
Hoe kon 't mij ooit gebeuren,
Dat ik U-w hand verstiet?
Nu moet ik bitter treuren,
Omdat ik U verliet.
'k Had U mijn woord gegeven,
Te doen wa-t Gij gebiedt.
Voor U alleen te leven.
En toch: ik deed het niet.
Gij kent mijn zwakke krachten, -
Mijn ongestadig hart
Vol zondige gedachten,
Zoo duister en zoo zwart.
Ach, 'k heb Uw heil'ge liefde.
Uw groot geduld getart,
Mijn onwil, die U griefde
Bereidt mij smart op smart.
Verdrijf het somber duister,
Dat Uw gelaat omhult.
En schijn met nieuwen luister.
In 't hart van rouw vervuld.
Doe mij Uw gunst aanschouwen
In weerwil van mijn schuld.
Schenk mij nog eens vertrouwen
Heb één keer nog geduld.
KEKK EW SCIIOOL
NED. HERV. KERK.
Beroepen. Te Rkenen: P. de Bruyn
te Aalsmeer.
Aangenomen. Naar Hauwert: L. A.
bemind; alles scheen dus goed te gaan, en
zoo verliet zij da-n nogmaals hare moeder
en Glenoairn.
Mevrouw Stuart vroeig zich dikwijls af
hoe zusters, die dezelfde opvoeding ont
vangen eb altijd samen geleefd hadden,
zulk© verschillende karakters konden heb
ben als Helena en Edith.
De eene was zacht, standvastig en zedig,
de andere i'jdel, hoogmoedig en eigenzin
nig.
Helena vermeed altijd do opmerkzaam
heid tot zich te trekken; Edith zocht ze dea
te gretiger.
Helena bozat wel geen© schitterend© ta
lenten, maar haar geest was krachtig en
vlug, en zij bezat een gezond oordeel en
vaste grondbeginselen.
Haar gevoel was misschien wel wat al te
levendig; doch zij wist het zoo good té be-
beerschen, dat het haar zelden 'tot zwak
heid verleidde'; en zij die haar innerlijk
kenden, wisten alleen hoe groot har© deel
neming was in het lijden van anderen.
Zij bezat weinig persoonlijke aantrekken
lijklieden, want reeds vroeg gewoon ziijn-
de zich een eenvoudig meisje t© hooren
noemen, had zij naar schatten van meer
innerlijke waarde gezocht, en zich weini'g
•om het overig© bekommerd; zij was zich
'dus nauwelijks bewust dat de zachte uit
drukking van een rein en godvruchtig ge-
F. Reddingius te Scheipenzeel (Fr.)
Bedankt. Voor BerkhoutJ. Eikema
te Benningbroek.
GEREF. KERKEN.
Tweetal. Te Zutphen (vac.-Dr. J. Wa
terink): W. van Gelder te Langeslag en
J. Gillebaard te Noord-Scharwoude.
Beroepen. Te KollumerpompP.
Prins, cand. te Hilversum.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen. Te Den Haag: Joh. Jan
sen te Leiden.
GEREF. GEMEENTEN.
Bedankt. Voor Kalamazoo (Noord-
Aiperika): A. Verhagen te Middelburg.
Beroepbaar.
Het Provinciaal Kerkbestuur van Fries-
land heeft gisteren tot de evangeliebedie
ning in de Ned. Herv. Kerk toegelaten de
heer J. E. Steenbakker Marilyon Loysen,
geb. te Holten (O.) candidaat t© Gronin
gen.
Ds. J. Dekker.
Bij de classis Kollum der Geref. Kerken
is de emeritaatsaanvrage binnengekomen
van Da. J. Dekker, Geref. pred. te Kol
lum.
Ds. Dekker diende deze gemeente sedert
ruim 28 jaar. Voor dien tijd diende hij 2
jaar de Geref. Kerk van Heusden, 4 jaar
die van EDardinxveld en 5 jaar de Kerk
van Oldeboorn.
Gemeentesplitsing.
De kerkeraad van 's-Gravenhage, ge
hooid de gemeente, heeft nu het defini
tieve besluit tot splitsing der ongedeelde
kerk in twee kerken ('s-Gravenhage-0ost
en 's-Gravenhage-West) genomen, dat
thans aan de goedkeuring der classis zal
worden onderworpen.
Kerkelijke verkiezingen.
De uitslag van. de stemming voor de sinds
1923 uitgestelde verkiezing van gemachtig
den in het kiescollege der Ned. Herv. ge
meente te Delft luidt: uitgebracht 1764
waarvan in de periodieke verkiezing 198
blanco' stemmen.
De candidaten der vereenigingen Schrift
en Belijdenis en Gemeenteleven (confessio-
neele.n en ethischen) behaalden 840 tot 850
stemmen, die der Gereformeerden 720 tot
730 en de Vrijz. Ned. Herv. 140 tot 150.
Dit was d6 eerste keer, dat. vrouwen mee
stemden er kwamen pl.m. 640 vrouwen aan
de stembus.
De zending in Indië.
Met betrekking op de voorgenomen wij
ziging van artikel 123 van liet Indisch
Regeeri'ngsreglement waardoor voor de
zending in Indië beperkende bepalingen
zijn gesteld ontleenen wij aan het ,,A.
I. D. de Pr. Bode" dat genoemd artikel
ter sprake kwam in een vergadering van
do afdeeling Bandoeng van do Christelij
ke Ethische Partij.
Op voorstel van den heer Hoekendijk,
besloot de vergadering aan het hoofdbe
stuur der partij, dat het oordeel der afdee
ling over deze quaestie had gevraagd, le
antwoorden, dat de vergadering, gehoord
de toelichting op en do bespreking over
art. 123, van mooning is, dat er in a-ft. 123
iets smadelijks ligt voor den Evangeliever
kondiger, maar dat ze principieel bezwaren
hoeft tegen dit, artikel in te trekken, in
dien er niet voor in de plaats komt een
zoodanige regeling, dat het niet mogelijk
is, dat de een© zendingscorporatie indrin-
ge op het terrein van een andere,
Bijbelmisbruik.
Daarop vestigt Dr. K. J. van der Meu-
len in zijn nieuw weekblad „Praktika"
(voor en door Prot. Godsdienstleeraars)
de aandacht. Hij schrijft o.m.i
„Motto-preeken zijn af te keuren. Al
lereerst natuurlijk, wanneer zij ergerlijk
zijn. Zooals bij den predikant, die afscheid
nemende van een Gemeente, in welke hij
voortdurend met zijn collega overhoop ge
legen had (dit kwam oud-tijds wel voor)
als tekst voor- zijn laatste rede koos:
„blijft gij hier met den ezel" (Gen. 22: 5.)
Of als de collega, bij wiens afscheid ik
eens tegenwoordig was en die deze gele
genheid misbruikte om zijn Gemeente nog
eens over den hekel te halen (dit komt dus
zelfs in onze dagen nog voor) aan de hand
van het woord: ,,hij reisdo zijn weg met
blijdschap" (HandeL 8: 39), zoodat een
juffrouw die twee zakdoeken meegenomen
had'voor het huilen, ze beide in haar zak
kon laten.
Oudtijds kwam dit ergerlijk Bijbelge
bruik meer voor en we rekenen daaronder
ook het verhaal, dat eens toen zekere Ds.
Prinsen een vacaturebeurt in Tiel ver
zuimde, de voorlezer die hem niet mocht,
do Gemeente liet zingen: „Vest op prin
sen geen betrouwen", waarop de gekrenk-
jnoed, dii© over haar gelaat verspreid was,
er cenoliefelijkheid aan verleend©, die ver
boven schoonheid ie verkiezen was
Edi'Lh was integendeel zoo schoon en be
vallig, dat een ieder verrukt bleef staan
om hare schoonheid te bewonderen, Maar
helaas! wat baatten haar al deze gaven?
Zij had God niet lief; en al de pogingen
van hare moeder, om in dat hart waarin
God niet was, de zaden deT gerechtiiigliejd
te doen on (kiemen, waren, tevergeefs.
ii HOOFDSTUK IV.
- -i
De bezoeken van Mirjam naar he't dal
weiden zoo menigvuldig, dat zij in het
hart van haren leermeester den pijnlijk
sten angst verwekten. Imlah had zich se
dert den laats ten ti jd te veel met publieke
zaken beziggehouden, om op de gesprek
ken van Mende-z acht te geven welke hem
zijne bezorgdheid mededeelde over de ver-
tnouwelijkheiid d!ie tusschen Mirjam en He
lena Stuart ontstaan was, en di© de Rah-
bi'jn als niets minder dlan Heiden&che af-:
val beschouwde Maar Imlalh, om delzen on-
ophoudelijken tegenstand tegen zijn vader
lijk gezag en de kwade vermoedens tegen
zijn kind geërgerd, werd volkomen doof
voor al zijne vermaningen, en verbood
Mendez eindelijk zich te bemoc'en met al
les wat de genoegens van Mirjam uit
te leeraar Dïj 'n volgend© gelegenheid
wraak nam door den voorlezer (die ge
brekkig was) als voorzang te doen afle
zen: ,,'k ben door uwe wet te schenden^
krom van lenden" (Ps. 31:6.)
En die met mij destijds op de Lucas-
stichting waren, herinneren zich zeker
nog wel, hoe wij daar eens moesten zin
gen: ,,maar ziet van ver met gramschap
aan den ijd'len waan der trotecho zielen"
(Ps. 138:3) en hoe wij als jongens heel
goed begrepen op wie met 't opgeven van
dit lied gedoeld werd.
'Zulk misbruik zal door niemand in be
scherming genomen worden, ook niet door
hem, di© zich een oogenbik vergat, om
daaraan toe te geven".
„PATRIMONIUM" EN DE
ZIEKTEVERZEKERING.
Onder leiding van den voorzitter, den
heer J. Hollander van Den Haag, hield
de Gewestelijke Organisatie Zuid-Holland
Donderdag te Rotterdam een algemeen©
vergadering, die goed bezocht was. Drie
en twintig afdeelingen waren vertegen
woordigd.
Na opening der vergadering en het af
doen van enkele huishoudelijke zaken,
was het woord aan dr. J. van Bruggen,
voorzitter van den Raad van Arbeid te
Dordrecht, die een referaat leverde over
de Ziekteverzekering en daarbij de on
langs gepubliceerde stellingen besprak.
Spr. kwam tot de conclusie dat de wet-
Talma in alle opzichten de voorkeur ver
dient.
Talma's wet ademt dien zuiveren Ghr.
geest, die den arbeider als mensch zag,
hem rechten gaf en hem persoonlijk deed
meeleven.
Posthuma's wet vertoont overal een dor,
geestelijk-dood karakter.
Het beschouwt de ziekte- en ongeval
lenverzekering slechts als een geldkwes
tie en met hoogere belangen wordt geen
rekening gehouden.
Daarom, besluit spr., wil ik u toeroe
pen: Terug naar Talma.
Slechts door taai volhouden kan ten
slotte de overwinning worden behaald. De
eerste zegeteekenen zijn er, Het moet tot
ieders besef doordringen: Los van den
geest van Posthuma en terug naar Talma
De heer K n e t s c h (den Haag) was
het in de conclusies niet eens met dr. Van
Bruggen. Hij was van oordeel, dat er in
de Tweede Kamer, zoowel als in den Hoo-
gen Raad een meerderheid voor het be
wuste voorontwerp is te vinden. Indien
dit niet aan de orde komt, wordt totaal
niets bereikt Het beste ls daarom vol
gens dezen spreker om van het vooront
werp te maken, wat er van te maken is.
Want van de ziektewet-Talma zal heele-
maal niets komen.
De heer Zandberg (Den Haag) was
eveneens van meening, dat het gewenscht
is om het voorontwerp zoo te besnoeien,
dat men tenminste ten deele zijn doel heeft
bereikt.
De heer Vermeulen (Delfshaven)
zeide, dat men eerst met een gewijzigd
voorontwerp genoegen kon nemen, maar
toch Talma's wet blijft prefereeren.
Do heer Bras (Delfshaven) was van
oordeel, dat na hetgeen op de Bondsver
gadering was besproken, deze vergadering
niet moest wordon gehouden, daar er
slechts verwarring van denkbeelden door
wordt gesticht.
De heer Nottoman (Bodegraven)
vroeg hoe het zal gaan met de particulie
re ziekenfondsen, wanneer het vooront
werp wet zal worden.
De heer Goslinga (Leiden, als gast
aanwezig), zeide, dat hij met groote in
stemming naar de rede van zijn collega
had geluisterd.
Hij wees er op, dat door het vooront
werp van minister Aalberse de Raden van
Arbeid vast in den grond worden geheid.
Bij invoering van de ziektewet Talma zul
len de Raden van Arbeid slechts dienst
doen als oontroleeerende en toezichthouden
do lichamen, wat meer gewenscht is.
Spr. was het niet met dr. Van Bruggen
eens, dat bij invoering van Talma's voor
ontwerp, het aantal bedrijfsvereenigingen
legio zal worden. Aalberse wil n.l. een ge-
heelen omkeer van de sociale vezrekering.
Aan het ontwerp ziektewet is een geheel
nieuw ontwerp invaliditeitswet gekoppeld.
En om voor deze laatste wet als bedrijfs-
vereenóging op te treden, moeten de onder
nemingen tezamen 80 millioen aan loon
uitkeeren. Voorts wees spr. er op, dat Mi
nister Aalberse wanneer hij geen kans
ziet het voorontwerp door de Kamers te
jagen, Talma's ziektewet zal invoeren,
haar hij zelf heeft verklaard.
maakte. Hij was zoo gewoon, ihaar genoe
gens bnitensihnds t© izi©n zoeken, dat hij
niet meer voot de kwade gevolgen vreesdte,
die door deze uitspanningen wouden kun
nen ontstaan. Zijne gerustheid zou .echter
niet zoo .groot geweest zijn, dndien niet an
dere eerzuchtige plannen zijn geest vervuld
hadden; tzij betroffen het toekomstig wel
zijn zijner dochter, en hij koesterde de le
vendige hoop, dat de roemrijke loopbaan
zijner dochter nu eerst recht beginnen zou.
Hij had een afzonderlijk bericht ontvan
gen aangaande eene geheime zending van
Palestina. De brieven waren aan de voor
naamste Rabbijnen in Duitsohland gericht;
men beloofde hun eene spoedige herstel-;
ling hunner rechten in het land hunner
vaderen, indien hunne oversten met al hun
vermogen de broeders fin Palestina wilden
ondersteunen. Men verzocht dus Imlah
naar Duilschland terug 'te keeren, ten eind©
aan de bevordering van zulk eene roem-;
rijke zaak mede te werken. Verrukt over
dit blijk van hernliouwd vertrouwen, dacht
'de arme Imlah aan niiets anders dan aan
zijn vaderland en aan de gewisse herstel
ling, wel'ke deze vereenigd© macht aan Is
raël verzekeren zou. "Wij willen niet eens
trachten de heerlijke vooruitzichten to be
schrijven, di© hij zich in zijne verbeel
ding vormde over het nieuwe Jeruzalem,
de veroveringen van den Messias en do ge-
ONZE WEEKAGENDA.
Evenals den vorigen winter hopen wij
ook nu weer in heb Zaterdagnummer oeity
weekagenda op te nemen»
De bedoeling ia op deze wijze te voot».
komen dat twee vergaderingen op ééq| i
avond vallen en daardoor mislukken.
Alle Christelijke vereenigingen uit Lel*
den en omgeving kunnen hiertoe me*
dewerken, door zoodra een openbare vore
gadering is vastgesteld daarvan aan onz*
redaoti© kennis te geven ©n bij heb vast*
stellen van vergaderingen met deze agenK
da rekening te houden.
Eventueel© opgaven worden gaarne spo©*
dig ingewacht opdat ze per eerste gele*
genheid kunnen worden geplaatst.
6 November. Vergadering van' „Pa*
trimonium". Onderwerp: Kan een' Chris-»
ten Sociaal-Democraat zijnl
6 November. Uitvoering „Sursunj
Corda" Leiden.
7 November. Samenkomst Ohr. Ver*
een. voor Jeugdhulp t© Leiden.
11 November. Vergadering „Patrimo»
nium" Sassenheim.
12 November. Vergadering A» R. Prof
pagandaclub ,,Dr. A. Kuyper" Leiden.
20 November. Jaarverg. Hulp vereen»
Geref. Zend. Bond. Spreker Ds. G. H<
Beekenkamp.
24 November. Vergadering Chr. Be«
Bturenbond. Spreker de heer W. Strijbis.
28 November. Mengelberg-conceTt.
9 December. Vergadering „Patrimo
nium" Sassenheim.
11 Dec ember. Comité voor winterle-
zingen. Leiden. Spreker Ds. L. D. Poot
van Amsterdam.
12 December. Conoert Kathleen
Parlow.
15 December. Vergadering Hulp-
vereen. Geref. Zend. Bond „Leiden."
13 Januari Vergadering ^Patrimoni
um" Sassenheim.
15 J a n u a r i. Vergadering Chr. Be
sturenbond. Spr. de heer J B. H. Groten
huis
21 Januari Comité voor winterlezin-
gen, Leiden. Spreker Ds. J. Doiuna van
's-Gravenhage.
23 Januari ,rCon Amore" Leiden. Uit- -
voering: Jefpta und seine Toch ter.
30 Januari. Concert Rosé Kwartet.
9 Februari. Vergadering Chr. Be
sturenbond. Spr. de heer R. Zuidema.
10 Februari. Vergadering „Patrimo
nium" Sassenheim.
12 Februari. Comité voor winterle-
zinpen. Leiden. Spreker Ds. D. A. v. d,
Bosch van 's-Gravenhage.
20 Februari. Concert Harriet van
Emden.
20 Februari. Vergadering Chr. Be
sturenbond. Spreker Ds. P. N. Kruijswijk
van Voorschoten.
10 Maart. Vergadering „Patrimon urn"
Sassenheim.
19 Maart. Comité voor winterlezin-
gen, Leiden. Spreker Ds. G. Wisse van
Arnhem.
Dr. Van Bruggen wees er in zijn
antwoord op, dat Talmas wet een Ghr.
geest ademt, in tegenstelling met die van
Dr. Posthuma, waarin het dorre materia
lisme hoogtij viert. Het gaat hier tenslotte
om principes, die nooit mogen worden
prijsgegeven.
De nieuwe wet halt tevens al het be*
staande omv.er, wat liet Rijk op enorme
kosten zal jagen.
Talma's ziektewet bevordert de per
soonlijke verantwoordelijkheid. Wijziging
van Posthdma's wet is slechts mogelijk,
wanneer naar Talma teruggegaan wordt.
Met geringe moeite kan Talma's wet wor
den ingevoerd en op het systeem van de
Raden van Arbeid in werking worden ge
steld. Dat zal ook aan 's lands financiën
ten goede komen.
In den grond van de zaak gaat het hier
tegen het monopolie der groote werkge
vers, waar Posthuma's wet naar toe wil.
Een goede sociale verzekering is slechts
dan mogelijk, indien ze wordt opgebouwd
op dezelfde Ghr. sociale denkbeelden, die
Talma hebben bezield.
De Voorz. sprak vervolgens een slot
woord, waarin hij dr. Van Bruggen dank
te voor zijn klare uiteenzetting. Voorts
herinnerde hij er aan, dat het bestuur dr.
Van Bruggen, langen tijd voor iets van
de Verbondsvergadering was 'bekend, liad
uitgenoodigd over dit onderwerp te spre
ken.
De heer Zandberg eindigde daarna om
kwart voor zes de bijeenkomst met dank
zegging.
De presentielijst werd door 23 afdee
lingen geteekend.
heele verdelging van het Christendom; ook
zullen wij ons niet bezighouden met d©
uren 1© tellen, gedurende welke hij zijn©
kamer open neder liep, terwijl liiij aan de
heerlijke zegepraal dacht, waaraan hij
waarschijnlijk deel zou nemen. Het waa
te midden van eene dier droomcTijen, dat
liij door het onverwacht binnenkomen van
Mendez verschrikte, die, om aan zijn©
boodschap meer gewicht bij te ze-tten, zich
geheel in het gewaad zijner heilige bed ie*
ning gekleed had. Hij maakte een lichte
verontschuldiging over deze stoornis, en
verzocht eenige oogenhlikken aandacht,
daar hij, zeide hij, hem zulk eene gewich
tige zaak had mede te deelen, dat zij geert
uitstel gedoogde. lm'ah. die 6lechts aan
zijn kind dacht, vroeg terstond, of haar
een ongeluk overkomen was?
„Ik kom u niet over een g lichamelijk
onheil spreken," preveldo de Rabhijn ge*
indijk, want dit ware naar zijno meeniiig
niet zoozeer te duchten geweest, „neen",
vervolgde hij op p^htagen toon, „maan
hare ziel is met hëVi'jzer des ongeloofs toe*
geschroeid, en slechts door een wonder zal
zij van de doodelijkc wond© kunnen gene^
zen worden, die gij door uwe stijfhoofdig*^
hoid veroorzaakt hebt".
(Wordt vervolgd