flan hel einde der Week
De cindelooze onderhandelingen^ de
laatste weken, in Duitschiand gevoerd
over de verbreeding der regeeringsbasis
fcijn eindelijk doodgeloopen en de rijks-
president is overgegaan tot de ontbin
ding van den Rijksdag als de
eenige mogelijkheid, om de politieke crisis
cp te lossen.
De wetten, noodig voor de uitvoering
jvan het rapport-Dawes, waren indertijd
aangenomen met de medewerking, of juis
ter gezegd, zonder de tegenwerking der
Duitsch-nationalen. Dezen konden tenge
volge van toen gevoerde onderhandelin
gen eenige aanspraak maken op deelne
ming aan de regeering.
't Was daarom het streven van den
rijkskanselier een eenheidskabinet te vor
men, dat alle partijen omvat, van de so
ciaal-democraten tot de Duitsch-nationa
len, uitgezonderd alleen de beide uitersten
de communisten en de nationaal-socialis-
ten. de vroegere ,,Yölkischen."
Alle pogingen in dien geest evenwel
mislukten, wat voor een groot deel aan de
houding der Duitsch-nationalen te wijten
,was. Nadat- dit negatieve resultaat met
alg. stemmen door het kabinet geconsta
teerd was, besloot de rijkskanselier den
president te adviseeren, tot rijksdagont
binding, waaraan deze gevolg gegeven
heeft.
Zoo «taat dan nu Duitschiand, evenals
CSngeland, voornieuwe verkiezingen, die
binnenkort zullen plaats hebben.
Wij zullen ons niet wagen aan voorspel
lingen van' den uitslag, dat is altijd ge
vaarlijk en vooral in onzen bewogen tijd,
doch wel willen wij er op wijzen, dat
sinds de tegenwoordige rijksdag gekozen
is, er in de wereld wel het een en ander
veranderd is, speciaal in Frankrijk.
Poincaré gaf toen in dit laatste land
nog den toon aan, de onverzoenlijke Poin
caré, die van geen toegevendheid wilde
weten en niet zou rusten, vóór Carthago,
in casu Duitschiand, was verwoest.
Ten gevolge daarvan (de uitersten raken
elkaar niet alleen maar roepen elkaar ook
op) brachten de Duitsche verkiezingen
een groot verlies voor de gematigde par
tijen en een belangrijke winst voor de
uitersten. Een week na de Duitsche had
den de Fransche verkiezingen plaats, die
het kabinet-Poincaró ten val brachten,
waardoor Herriot aan het bewind kwam,
die een meer gematigde richting insloeg,
en sindsdien, we mogen wel zeggen dag
en nacht, met MacDonald gewerkt heeft
in het belang van de verzoening tusschen
do volken en het herstel van Europa.
Het is dan ook te verwachten, dat de
a.s. Rijksdag, die onder een geheel ander
gesternte gekozen wordt dan de vooraf
gegane, daarvan ook wel de sporen zal
vertoonen.
Een gevolg van dien nieuwen koers, die
de laatste maanden in de Europeesche po
litiek is ingeslagen, is ook de öntrui
ming der bezette gebieden, die
in de afgeloopen week weer een belang
rijke schrede is gevorderd.
En dat zoowel de economische als de
militaire ontruiming.
Wat de eerste betreft, denke men aan
de douane-rechten tusschen bezet en on
bezet Duitschiand. alsmede de belastingen
op steenkolen en steenkolenproducten, uit
en invoerbelastingen en de controle over
de StaatBbosschen, die alle de laatste da
gen zijn afgeschaft.
Hierwee gaat de militaire ontruiming
parallel. Verschillende belangrijke plaat
sen als Karlsruhe, Mannheim, Dortmund,
Hoerde. Wezel e.a. zijn ontruimd.
Dit alles bewijst wel, dat we nu in de
goede richting gaan èn dat we hoop mo
gen kpesteren, dat* langzamerhand de we
reldtoestand weer normaal gaat worden.
Datzelfde kunnen we zeggen van den
financieelen toestand van ons vaderland.
Ook hier is een terugkeer naar meer nor
male verhoudingen te constateeren getui
ge o.a. de koers van den dollar, die 270
geweest is en nu weer op 254 it 255 staat.
Dat de financieel© 'toestand minder zor
gelijk wordt, al" blijft waakzaamheid voor
alsnog geboden, blijkt ook uit het nieuwe
Bezoldigingsbesluit, dat voor
eenige dagen gepubliceerd werd.
Er was den loatsten tijd veel ontevre
denheid en ongerustheid onder het over
heidspersoneel, hoe de nieuwe regeling
eou uitvallen. We kunnen echter wel aan
nemen dat de regeling aan de belangheb
benden zal meegevallen zijn. al zullen er
altijd wel blijven, die al him best zullen
doen ontevredenheid te zaaien.
Men zegt wel eena, dat de overheid een
voorbeeld moet geven aan de particuliere
werkgevers.
Welnu, wij durven wel zeggen, dat als
deze laatsten zoowel in salarissen als in
vastheid van positie hun arbeiders een
bestaan konden aanbieden, dat niet al te
veel beneden dat van het overheidsperso
neel staat, de arbeidersklasse in Neder
land er wel bij zou varen.
DE HETHIETEN.
f lil.
In ons vorig artikel wezen wij er op, dat
•wij wel alle Boghaz-Keui-teksten kunnen
lezen, maar slechts het kleinste gedeelte
b e g r ij pen.
Want zij zijn wel alle in 't ons bekende
[Assyrisehe spijkerschrift geschreven, doch
yoor het overgroote deel in de ons nog
onbekende Hethietische taal.
Toch kunnen wij de teksten, die in
laatstgenoemde taal geschreven zijn, wel
i eenigszins begrijpen, en dit hangt samen
j- met een eigenaardigheid van het spijker
schrift, die wij nader uiteen willen zetten.
Heb spijkerschriftis niet, zoo-
als b.v. het Latijnsche, het Grieksche en
Hebreeuwscke schrift, een letterschrift,
doch veelmeer, en althans in den oudsten
tijd, een beeldschrift, te vergelij
ken met het hieroglyphenschrift der Egyp-
tenaren. Het beeld gaf alzoo het voor
werp, dat men wilde aanduiden weer.
In verband met bet materiaal, waarop
men schreef, de vochtige, taaie klei van
den bodem, kwam men er al spoedig toe,
de figuren in hoofdzaak uit rechte lijnen
te doen bestaan, hoewel bij vele teekens
het oorspronkelijke beeld nog duidelijk
terug te vinden is.
Uit dit beeldschrift ontwikkelde zich het
lettergrepenschrift.
Dit geschiedde op de volgende wijze.
In de taal der Sumeriërs, de oorspron
kelijke bewoners van Babyion, xlie het spij
kerschrift hebben uitgevonden, heet water
,,a", nu begon men het teeken voor wa-
ter ook te gebruiken om de klankwaarde
,,a" aan te duiden. Evenzoo is naam in
het Sumerisch „mu" en men gebruikte het
teeken voor naam ook voor de klank
waarde „mu".
Aldus ontstond het lettergrepenschrift.
Een woord kan dus in het spijkerschrift
op twee manieren geschreven worden, óf
met één enkel teeken óf met evenveel tee
kens als er lettergrepen zijn.
Zijn nu de Hethietische teksten in het
teekenschrift geschreven, dan kunnen wij
ze niet lezen, maar wel begrijpen, want de
teekens zijn dezelfde als in de zuiver
Assyrisehe teksten. Wij weten dan wat
er bedoeld wordt, doch niet welke woor
den de Hethieten hadden om dit uit te
drukken.
Nu heeft men onder de talrijke tafeltjes,
die in Boghaz-Keui gevonden zijn, ook
wel eens gelijkluidende ontdekt, en dan
komt het soms voor, dat eenzelfde woord
in den eenen tekst met 'n enkel teeken dus
in beeldschrift en in den anderen tekst
met lettergreepteekens is weergegeven.
Dan zijn we weer een stapje verder op
den weg. die leidt tot het volledig begrij
pen der Hethietische teksten, want dan
kunnen we zulk een woord niet slechts be
grijpen, maar weten ook de juiste Hethie
tische uitspraak daarvan.
We zouden een reuzenschrede vorderen,
indien er onder de duizenden teksten één
zou zijn, die in twee talen voorkwam, op
het eene tafeltje in de Hethietische en op
het andere in de Assyrisehe taal. Dan
hadden we een onschatbaar uitgangspunt
voor onze studie van het Hethietisch.
Op deze wijze hebben we ook andere
oude talen leeren ontcijferen; men denke
wat het Egyptisch betreft, aan den steen
van Rosette, die denzelfden- tekst bevatte
in het hieroglyphenschrift, in het (Egyp
tische) volksschrift en in het Grieksch.
Doch, al kennen wij de taal der Hethie
ten nog niet ten volle, wat wij er van
weten, is zeer merkwaardig, en wel
over de verwant-schap, die er valt op te
merken tusschen den klank van sommige
namen in deze taal en in het Sanskriet.
Men heeft er zelfs wel de conclusie uit
getrokken, dat de Hethietische taal tot
den Indogermaanschen taalstam zou be-
hooren. Dit deed men reeds vóór de vondst
te Boghaz-Keui, toen wij van de taal der
Hethieten nog niets anders hadden dan
twee teksten uit de El-Amarnavondsb en
die door den eersten bewerker J. A.
Knudtzon in 1902* werden uitgegeven als
,,de oudste oorkonden in Indogermaan-
sche taal."
Men heeft in de Boghaz-Keui teksten
niet minder dan 8 verschillende talen ont
dekt, en volgens den onderzoeker Forrer
is de hoofdtaal wel een ïndogermaansche
taal, doch iets anders dan wat men tot
dusver Hethietisch noemde. In elk geval
is over het Hethietische vraagstuk nog
lang niet het laatste woord gesproken.
Dat de Hethieten van Indogermaan-
schen oorsprong zonden zijn, heeft men
het eerst afgeleid uit de namen der g o-
d e n. die zij vereerden.
Onder de Boghaz-Keuiteksten bevinden
zich n.l. de twee exemplaren van een ver
drag, gesloten tusschen den koning der
Hethieten Subbiluliuma en een prins, die
uit het naburig rijk der Mitanni's was
verdreven.
Het verdrag wordt met een eed bezwo
ren en daarbij worden de goden der ver
schillende volken aangeroepen, en dan
komen daaronder de volgende namen
voor:
in heb verdrag van den koning der
Hethieten: Mi-it-ra-as-si-il, U-ru-uw-na-
as-si-il. In-dar en Na-sa-at-ti-ia-an-na
in het verdrag van den prins der Mi
tanni's Mi-it-ra^as-si-il, A-ru-na-as-si-il,
In-da-ra en Na-sa-at-ti-ia-an-na.
Men herkent hierin oogenblikkelijk, hoe
zeer ook verwonderd hen hier te ontmoe
ten de Indische goden: Mitra, Va-ru-
na, Indra en de tweelingen Nasatja.
Een men besluit daaruit: een volk, dat
deze goden vereert moet m?t de Indiërs
stamverwant zijn, alzoo tot de Indogerma
nen behooren.
Bronchitis, Vastzittend Slijm, Verouderde Hoest.
Gebruikt hiertegen Mijnhardt's Anga-Siroop f1,75. Bij Apoth. en Drogisten-
21377
HOLLANDSCHE EMIGRANTEN IN
CANADA.
Mevr. S. L. Veenstra vertegenwoordig
ster van het Bemiddelingsbureau voor
Transatlantische Emigratie te 's-Graven-
hage heeft een studiereis gemaakt naar
Canada, teneinde zich daar met het lot
en het leven der emigranten op de hoogte
te stellen.
Zij heeft daarbij alle officieele voorlich
ting versmaad en geheel uit eigen oogen
gezien.
En haar zij aan een redacteur van
het j.Hbld.", waaraan wij liet onderstaan
de ontleenen, meedeelde het leven daar
is voor de betrokkenen nu niet bepaald
een pretje.
„Elke emigrant, aldus mevr. V., moet
zich in den letterlijken zin des woovds van
den grond af opwerken. Tenzij hij na
tuurlijk zelf een zeker bedrag aan geld
bezit, waarvoor hij zich dadelijk een
grooter of kleiner farm kan koopen. Maar
ook dan nog zou ik eiken emigrant drin
gend aanraden eerst nog één of twee jaren
als boerenknecht op een bestaande farm
te gaan werken Hij leert zich dan aan
passen aan alle nieuwe dingen en staat
nog niet voor die groote verantwoorde
lijkheid, welke dadelijk uit het bezit van
een eigen, op Canadeesche wijze ingericht-,
boerenbedrijf voortvloeit.
„De emigrant, die geen ander geld be
zat dan voldoende was om den overtocht
te betalen en nog wat over te houden
voor aanschaffing van eenige kleeren,
komfc in Canada altijd eerst in betrekking
bij een boer als 'gewoon knecht. De een
blijft een jaar, de ander twee jaren of
nger zoo werkzaam.
Het loon verschilt al naar de mate een
boerenknecht al goed geoefend is en
Engelsch spreekt. Wie aan deze beide
eischen voldoet-, verdient ongeveer 300 dol
lar per jaar, buiten kost en inwoning na
tuurlijk. Na eenige jaren kan een knecht
gemakkelijk zooveel hebben overgehou
den, dab hij een grooten lap grond kan
koopen, waarop hij zijn eigen boerenbe
drijf kan stichten.
Een boerenknecht in Canada zit op de
boerderij van zijn baas namelijk zoover
van de bewoonde wereld, dat hij onmoge
lijk veel geld voor vermaak of anderszins
verteren kan.
Op de boerderijen dragen de knechts
overalls, waardoor ze ook niet zooveel
kleeding noodig hebben. Gesteld eens, dab
een boerenknecht niet te overijld te werk
wil gaan maar eerst eens vier jaren bij
een of meer boei'en blijft werken. Dan
heeft hij zeker in die jaren 1200 dollar
verdiend. Als hij dan 200 dollar heeft uit
gegeven, dan is het nog veel. Hij heeft
dus 1000 dollar overgehouden. Welke
knecht in Holland zou in vier jaren f2500
schoon overgespaard geld kunnen bezit
ten?
Een boerenknecht behoeft echter aller
minst vier jaren te wachten, alvorens zijn
eigen bedrijf te stichten.
De meeste emigranten beginnen daar
aan na hoogstens twee jaren. Zij kunnen,
gratis voorgelicht door de bevoegde auto
riteiten over do waarde eri bruikbaarheid
van den grond, voor zeer billijken prijs
een groot stuk koppen. Gewoonlijk be
ginnen zij met wat de Canadeezen een
quart noemen: 160 acres (ongeveer 60
hectaren.) Een lot ris viermaal 160. of 640
acres. In de Westelijke provinciën en
in het algemeen dicht bij de spoorwegen
is de grond wat duurder. In de prairie
provinciën Saskatchewan, Alberta en
Manitoba kunnen de zelfbeginnende emi
granten echter den grond al zeer goed
koop krijgen.
Vestigen ze zich, dan beginnen de moei
lijkheden echter pas goed. Alle boeren
pioniers zijn ze dan in den werkelijken en
mooien zin van het woord bouwen op
hun eigen gekochten grond hun eigen hut,
met eigen hanclen_ van liet hout van hun
eigen bezit: een shack noemen ze dat.
Dat is een kleine hquten woning van
één vertrek, waarin zij moeten eten ^la-
pen en werken. Daarin brengen zij hun
eerste harde jaren van zelfstandige, onaf-
.hankelijke menschen door. En het mooie
is. dat ze er toch zoo gelukkig in zijn.
Want het is hun eigendom, waaraan ze
werken. En -ze weten: „iedereen hier in de
wiide prairiën is precies zoo begonnen als
ik."
De groote boer. die op zijn rijke farm
leeft, gaat dan ook deze hutten van de be
ginnelingen niet voorbij. Ze hebben er im
mers zelf in gewoond! Ja, lij zal, als een
aandenken aan zijn eersten tijd, die
shack ook laten staan op zijn grond. Hij
is er trotsch op, haar later door den
beid van zijn eigen handen te hebben
kunnen vervangen dcor een betere woning
nog later: door een goed ingerichte farm,
waar hij zijn vee er. zijn knechts houdt in
zijn groote bedrijf. Dien ontwikkelings
gang maken alle boeren door.
Toch moet u niet denken, dat zij er ge
makkelijk komen. Ik heb zelf een week in
zoo'n shack gewoond. ,om heb leven erin
te leeren kennen. De man vertoefde zoo
lang in een schuur, ik sliep bij de vrouw
in de shack.
Ik heb toen gevoeld, hoe het dezen men
schen aan al het comfort der beschaafde
wereld ontbreekt, waarop de moderne ar-
f beider, hoe bescheiden zijn loon ook zij,
in de Europeesche wereld toch ook aan
spraak maakt.
Rondom de shack ziet ge als er
geen naaste buren zijn en die zijn er in de
prairie-provinciën ook zeer vaak niet
niets dan de eindelooze-, meestal volkomen
kale prairie vlakte: een iroostelooze ver
latenheid. Neen, nooit zal ik het den
menschen mooier voorstellen da®, het ist
want ge moet deze*eenzaamheid hebben
ondergaan, om.... haar verschiikking
voor den Europeeschen mensch te kunnen
gevoelen.
De nieuwe boer bewerkt met zijn vrouw
en familie den grond rondom zijn kleine
woning. Des zomers heeft, hij geen tijd om
op de eenzaamheid te letten: er moet ge
werkt van den zeer vroegen ochtend tot
den laten avond. Des winters echter, als
de sneeuw zeer hoog ligt, vertoeft hij in
huis. Maar ook dan zoekt hij allerlei be
zigheid, om zijn domein in aanzien te
doen groeien.
Als hij kan, bouwt hij des zomers naast
zijn "shack ook een paar schuren, hij
gaat kippen houden, koopt van zijn ver
dienste ook vee. En hij ziet zijn boeren
bedrijf, zoo gering het in den aanvang
was, langzaam aan gedijenHij doet
zijn eerbiedwekkend pionierswerk in de
eenzaamheid ver van het vaderland.
Maar hij werkt aan zijn eigen bezit.
Eu die gedachte schijnt de kracht te ge
ven aan de velen, die dit eerst harde,
maar onafhankelijke en langzaam beter
wordende leven in de Canadeesche prai
riën verkiezen boven een ongewis bestaan
hier in ons land, een bestaan van afhan
kelijkheid en, helaas, ook vaak van werk
loosheid."
De Nederlandsche scheepvaart op
Zuid-Amerika.
Men zal zich herinneren, zegt het Hd b 1.
dat er sedert geruimen tijd wrijving be
stond' tusschen de Nederlandsche stoom-
vaart-m.pijen, op Zuid-Amerika en de
Duitsche reederijen wat betreft het aan
doen van Nederlandsche havens door
Duitsche schepen en van Duitsche havens
door Nederlandsche schepen. Langdurige
en moeilijke onderhandelingen zijn over
deze quaestie gevoerd.
Wij vernemen thans van goedingelichte
zijde, dat er tuschsen de betrokken Ne
derlandsche m.pijen., t.w. de Rotterdam-
Zuid-Amerikalijn en den Kon. Holland-
schen Lloyd, ©enerzijds en de Duitsche
reederijen anderzijds volkomen overeen
stemming is bereikt..
In de gesloten overeenkomst werden
bepalingen vastgelegd aangaande het we-
derzijdsch onderhouden van stoomvaart-
diensten van Brazilië naar Nederlandsche
en Duitsche havens voor zoover het ver
voer van koffie betreft en wel op dezen
grondslag, dat de gezamenlijke Duitsche
lijnen zich zullen beperken tot 18 afvaar
ten per jaar van Brazilië naar Rotterdam
en de Nederlandsche lijnen tot een gelijk
aantal afvaarten naar Hamburg.
De overeenkomst wordt voorloopig aan
gegaan voor een termijn eindigend 31 De
cember 1925.
Het belang van de overeenkomst is daar
om zoo groot, omdat de Duitsche m pijen,
cok zijn toegetreden tot de Homeward
Brazil Conference, waarin ook Nederland
sche, Fransche en Engelsche reederijen
zijn vertegenwoordigd. Nu er dus voor
taan geen onderlinge concurrentie zal be
staan, wordt de mogelijkheid geopend,
van deze samenwerking de vruchten te
plukken te plukken, hetgeen met het oog
op den tegenwoordigen toestand van het
scheepvaartbedrijf van veel beteekenis is.
Voor den kofiehandel te onzent houdt
dit niets ongunstigs in. daar immers de
vrachten in ieder geval voor alle havens
gelijk zullen zijn. terwijl het integendeel
als een voordeel moet worden aange
merkt., dat bij een loonend scheepvaart
bedrijf de lijnen in stand kunnen worden
gehouden.
LEIDSCHE PENKRASSEN
Amice.
De vorige week toen ik een en ander
meedeelde over dc 'aciie voor onze N'ieu-
we Leid.sche Courant, heb ik gewezen op
een verb'ijdend meeleven, dat hterin open
haar werd.
En dat is ook oimetwj.ifeld het geval
Man hoort zoo vaak van critiek en die
critiiek is lang niet altijd misplaatst
■want het ideaal met onze Christelijke pers
ijs nog lang niet bereikt, d'at men soms' den
indruk krijgt dat er voor dte ners «toch
eigenlijk maar weinig belangstelling is.
Maar als uien dan ziet. dat zoodra er
aan het k'okketouw getrokken wordt, de
'beugen opengaan en een groot aantal
broeders en zusters besluit moeite nog kos
ten te sparen om ons h'ad er te brengen
en het zulk epen fundament te geven da'
©en stevjge uitbouw mogehjk is. d'an kan
dat niet anders dan tot blijdschap en
dankbaarheid stammen.
Er zijn ook andere moedgevende ver
schil nse'en waarop wel even de aandacht
mag worden gevestigd.
Deze week is hier tor stede geopend een
gebouw voor Christelijke jeucdhidp: De be
doeling is. jonge meisjes, die dreigen on
der te gaan, vast te houden, ze te beteer,
en ze te brengen of te houden op den goe
den weg, ze te hinden zoo mogel'ik door
koorden van Itefd'e en ze~voor wegzinken te
bewaren. En bo^endten wil men ook de on
gehuwde moeders, die hulp en steun en
leiding noocb'g hebben helpen, om te voor
komen dat ze nog diepeT zu'lten val'en en
.als uifges'cotenen zuden gaan op paden
van zonde en verleiding.
Dat is een moeilijk werk amice Een
werk dfyt heel wat teteurstelHineen brengt
hovend'en. Maar toch een werk dat ge
daan moet worden en dat aanspraak
mag maken op d° belangstelling en den
steun van ons Christelijk volksdeel.
't Is he.el gemakkelijk amice, om te zeg
gen, dat ieder maar voor zichzelf moet
zorgen, dat de ouders maar op hunne kin
deren moeten passen en dat wie op den
verkeerden weg wandelt, daarvan maar
zelf de gevolgen moet. dragen.
Dat is heel g<unakkeliik en goedkoop is
'het ook, maar Christel ij k is het niét
en het geeft ook geen bli jk van mensch en-
kenois wi vaii zetkennis.
De Heore Jezus heeft het ons anders
geleerd. Hij was, zooate Prof. van Nes hij
de open;ng herinnerde, met innerlijke
ontferming bewogen en ik heb goede
hoop, dat van die ontferming ook iets ge
zien zal worden in betrekking met dit
doorgangshuis.
De aanvankelijke resultaten. z:im zeer be
moedigend. Met zeer weinte hulpmiddelen
is het gebouw ingericht, dank zi'i niét. het
minst ook do betengelooze medewerking
van een aantel Patrimonium"-leden 'die
izie-h veel tijd en moeite hebben getroost en
d:,e het „draagt elkanders lasten" zoo
heerlijk in pract'jk hebben gebracht.
Maar nu moet er verder gewerkt wor
den. En dat kon alleen indien ons Chris
tenvolk in Leidon en omgeving do dam'es
die het initiatief namen niet alleen laten
tobben, maar ze daadwerheb'jken steun
verleent. Als vele schouders zich zetten on
der dezen Tast, dan kan het een lust wor
den dien te dragen en zullen de vruchten
zeker Trot uitblijven. -
Er vallen her^'':"ênde en verblijdende
verschijn se1 en r -•■•"•ken, amice, rniaar
er zijn daarn ''•ken die minder
hoopvol stemm
Ik denk hlrrl •- :r paar vergade
ringen die m de afgeloopen week werden
gehouden.
Maandagavond vergaderde do A. R.
Kiesvereeniging. De opkomst was niet
kleiner dan we dat de laatste jaren ge
woon zijn, maar toch ook n'et grooler. De
overgroote meerderheid der leden was
rustig thuis gebleven en dat ondanks liet
feit dat onze eere-voorzittex, Mr. Briët
voer ons optrad en dat we staan aan den
vooravond van de algemeen© verkiezin
gen.
Men krijgt zoo den indruk amice,-dat
ons volk van den ernst van den toestand
niet overtuigd is Men neemt het polilticke
leven zoo gemakkelijk op.
De verkiezingen, zoo verklaarde me de
zer dagen iemand, daar behoeven we ons
toch niet zoo druk over te maken. Heusch,
dat komt wel in ord'e. We hebben in Colijn
oen man van den eersten rang, die aan het
land onschatbare diensten bewijst en er <s
geen twijfel aan, of ?Üe weldenkenden zuk
Ion hem straks steunen en er toe m eeheil-
pen (Jat hij ook nadat do stembus -gespro-
•ken heeft, zijn arbeid in 't belang van het
land kan voortzetten
Dat is knap geredeneerd, amice. En er
zi.t in deze reden eer mg ook wel een
element van waarheid. Colijn is inderdaad
een buitengewoon man, voor wiens bezi't
wij dankbaar mogen zijn e.n op wien ons
heele volk trotsch kan wezen. Maar een
andere vraag :s of Int werk dat door hem
verricht wordt, door ons volk wordt g e-» 'i
waardeerd en op prijs gesteld.
Laten we niet vergeten dat er heel veel
menschen zijn dte de d'ingen zien door een
bril en dan nog heel vaak door een be
slagen bril of een bril die er op gemaakt
is. de dingen niet juist te onderscheiden.
Daar zijn allereerst d» menschen met
pobtteke brllen.
Kan er uit de An ti -revol u on a nartij
tets goeds komen? Neen, zeggen de So
ciaal-democraten, dat kan niet en dat bej
staal niet. Alles wat van die zijde gedaan
wordt is al hij voorbaai geoordeeld. En
hetzelfde liedje wm-dt ook gezongen door
vele vrijzinnteen. Dat is wel geileken bij
de behandeüng van de Tartefwet
Mannen als van Grim en Dressel'hnvs en
Oud, zijn toch wel in staat o*n de beiee-
kenis van het optreden van Colijn te l?e^
«effen. Zij weten, heter dan iemand an
ders, hoe hachelijk het, er voor sto"d mot
onze financiën en ho« gevaarlijk de toe
stand nog steeds is, Maar hebt, ge nu. van
die wetenschap Iri de a'gom eene beschou-
w'm gen over do Tarief wet nok maar iets
kunnen merken? Geen sprake van immets.
Al deze hoeron 'ïaddru h' jkbaar maar
één doel: het werk van Co1'.in te kl?1'nee-
ren, en hem uit rt zadel te werpen. AIVen
op poh'tiek voordeel beda'ht, of wat zij
•dan als zoodanig beschouwen, en blind;
voor de be'angen van ons vo^ in de (op
komst. heeft men dm Minister voortdu
rend bestookt en getracht dei indruk to
vest'gen alsof al'ertei roaatrege1on dte be
nomen worden omdat dit nu eenmaal n'et
anders kon, omdat het ahso'uut noodza
kelijk is dat het finanmeel evenwicht
wordt hersteM, slechts vrucht zijn van een.
streven van den Mmteter om benahhje
ideeën door te voeren en bof een deel van
de bevolking Usrig te maken
Als zoo rehand'"'d wo^dt. door de poli
tieke tegenstanders van den eersten reng,
d?e toch zeer go-d weten we'ke be1 an gun.
hier op het snel staan, behopvpn we nie' te
vragen of het er straks b'i cte verkVzin-
gen snoken zaT Warm0" d-n ma hoi
in 1025 toecaan.
En juist daarom ;s he1 zm on r'-k'aar-
baar dat nog zoo velen in zoete rust voo^t
'b'jven dommeten en dat ?r zooa's ook
Maandag weer bleek nog zoo weinig
m^Vpn is in onm kringen.
Onder de weinig hom neigend© v°i-
ichürisf-en. reken ik ook do vergadering
Fe Woensdagavond m de Pno'grachtkaric
vanwere don Geref. Jeugdraad werd ge
houden i
Er wonen h:er in T.e:dan - honderden en
h on dorden jonge mersrben, jon gel m gen.
en imgedochters. dte frah zeker wel hel-ng
hebben hij tmf o.nd-P"we"D dat door den
heer Schouten behanrte^l wp-d. Waar wa
ren ze Woensdagavond?
Vele ouders en ve'e ouderm klaeen
over de- slechte ti 'den in "eesteh'jken zin
dan wel Ie verstaan. De vev'eiding is zoo
groot, zeggen ze, en de afval is zoo groot,
er is zoo weineg ernst b'i de jonge men
schen, ze zakk°n zoo ar. o. het ziet or
treurig uit voor de toekomst d;e naar hun-*
ne meen.ing hoe1 weiirg 'tehfpunten biedt.
En ex is in dezp rodeneering zeker oen
etement van waarheid. -
We moeten ons wachten voor overdrij
ving en er ;s zeker geen reden om 'het ver
leden te verheerl'jken ten koste van het
heden, maar er dreigen inderdaad ernstige
gevaren.
En juist, daarom, amice, had ik steH'.g
verwacht dat zij, die de gevaren zéggen te
zien en te kennen, in de Hooigrcditk^rk
waren gekomen, om daar te worden voor-
geMoht en opgewekt Waar waren ze. die
ouders en oudoren? Waarom gaven ze nu
geen blijk dat bot hun mot hun zuchten on
klagen ernst is? Tk weet het ntet Maar 'n
de kerk waren ze zeker niet. En van de
kostelijke en dtep ernstige vgde van den
•heer Schouten bobben ze niets gehoord.
Kijk, amtee, diat zjin geen moedgeven
de verschi jnselen. Of ze dan ra o e d b e-
n emend zijn? 1
Ik aarzel niet amice, die vraag ontken
nend te beantwoorden.
Moedhenemend zouden ze zijn als het in
•onzen staatkundigen striid en b i het
jeugdwerk een zaak was van me n-
schen. Ja, d'an zag" het er treurig u-|t.
Maar we gelooven immers niet, dat zoo
de zaak staat We weten dat het gaat, in
den diepsten grond om de vraag of onze
Heere Jezus Koning zal zijn, en of dat
Koningschap zal worden erkend. En we
weten ook, dat God machtig is te verlos
sen, zoowel door velen als door weinigen.
Daarom verliezen we niet den moed,
maar ga am we voort, ziende in het gebod
en blind In de toekomst, en moge het z'jn,
v!an kracht tot kracht.
VERITAS, j