flan hel einde der Week De cindelooze onderhandelingen^ de laatste weken, in Duitschiand gevoerd over de verbreeding der regeeringsbasis fcijn eindelijk doodgeloopen en de rijks- president is overgegaan tot de ontbin ding van den Rijksdag als de eenige mogelijkheid, om de politieke crisis cp te lossen. De wetten, noodig voor de uitvoering jvan het rapport-Dawes, waren indertijd aangenomen met de medewerking, of juis ter gezegd, zonder de tegenwerking der Duitsch-nationalen. Dezen konden tenge volge van toen gevoerde onderhandelin gen eenige aanspraak maken op deelne ming aan de regeering. 't Was daarom het streven van den rijkskanselier een eenheidskabinet te vor men, dat alle partijen omvat, van de so ciaal-democraten tot de Duitsch-nationa len, uitgezonderd alleen de beide uitersten de communisten en de nationaal-socialis- ten. de vroegere ,,Yölkischen." Alle pogingen in dien geest evenwel mislukten, wat voor een groot deel aan de houding der Duitsch-nationalen te wijten ,was. Nadat- dit negatieve resultaat met alg. stemmen door het kabinet geconsta teerd was, besloot de rijkskanselier den president te adviseeren, tot rijksdagont binding, waaraan deze gevolg gegeven heeft. Zoo «taat dan nu Duitschiand, evenals CSngeland, voornieuwe verkiezingen, die binnenkort zullen plaats hebben. Wij zullen ons niet wagen aan voorspel lingen van' den uitslag, dat is altijd ge vaarlijk en vooral in onzen bewogen tijd, doch wel willen wij er op wijzen, dat sinds de tegenwoordige rijksdag gekozen is, er in de wereld wel het een en ander veranderd is, speciaal in Frankrijk. Poincaré gaf toen in dit laatste land nog den toon aan, de onverzoenlijke Poin caré, die van geen toegevendheid wilde weten en niet zou rusten, vóór Carthago, in casu Duitschiand, was verwoest. Ten gevolge daarvan (de uitersten raken elkaar niet alleen maar roepen elkaar ook op) brachten de Duitsche verkiezingen een groot verlies voor de gematigde par tijen en een belangrijke winst voor de uitersten. Een week na de Duitsche had den de Fransche verkiezingen plaats, die het kabinet-Poincaró ten val brachten, waardoor Herriot aan het bewind kwam, die een meer gematigde richting insloeg, en sindsdien, we mogen wel zeggen dag en nacht, met MacDonald gewerkt heeft in het belang van de verzoening tusschen do volken en het herstel van Europa. Het is dan ook te verwachten, dat de a.s. Rijksdag, die onder een geheel ander gesternte gekozen wordt dan de vooraf gegane, daarvan ook wel de sporen zal vertoonen. Een gevolg van dien nieuwen koers, die de laatste maanden in de Europeesche po litiek is ingeslagen, is ook de öntrui ming der bezette gebieden, die in de afgeloopen week weer een belang rijke schrede is gevorderd. En dat zoowel de economische als de militaire ontruiming. Wat de eerste betreft, denke men aan de douane-rechten tusschen bezet en on bezet Duitschiand. alsmede de belastingen op steenkolen en steenkolenproducten, uit en invoerbelastingen en de controle over de StaatBbosschen, die alle de laatste da gen zijn afgeschaft. Hierwee gaat de militaire ontruiming parallel. Verschillende belangrijke plaat sen als Karlsruhe, Mannheim, Dortmund, Hoerde. Wezel e.a. zijn ontruimd. Dit alles bewijst wel, dat we nu in de goede richting gaan èn dat we hoop mo gen kpesteren, dat* langzamerhand de we reldtoestand weer normaal gaat worden. Datzelfde kunnen we zeggen van den financieelen toestand van ons vaderland. Ook hier is een terugkeer naar meer nor male verhoudingen te constateeren getui ge o.a. de koers van den dollar, die 270 geweest is en nu weer op 254 it 255 staat. Dat de financieel© 'toestand minder zor gelijk wordt, al" blijft waakzaamheid voor alsnog geboden, blijkt ook uit het nieuwe Bezoldigingsbesluit, dat voor eenige dagen gepubliceerd werd. Er was den loatsten tijd veel ontevre denheid en ongerustheid onder het over heidspersoneel, hoe de nieuwe regeling eou uitvallen. We kunnen echter wel aan nemen dat de regeling aan de belangheb benden zal meegevallen zijn. al zullen er altijd wel blijven, die al him best zullen doen ontevredenheid te zaaien. Men zegt wel eena, dat de overheid een voorbeeld moet geven aan de particuliere werkgevers. Welnu, wij durven wel zeggen, dat als deze laatsten zoowel in salarissen als in vastheid van positie hun arbeiders een bestaan konden aanbieden, dat niet al te veel beneden dat van het overheidsperso neel staat, de arbeidersklasse in Neder land er wel bij zou varen. DE HETHIETEN. f lil. In ons vorig artikel wezen wij er op, dat •wij wel alle Boghaz-Keui-teksten kunnen lezen, maar slechts het kleinste gedeelte b e g r ij pen. Want zij zijn wel alle in 't ons bekende [Assyrisehe spijkerschrift geschreven, doch yoor het overgroote deel in de ons nog onbekende Hethietische taal. Toch kunnen wij de teksten, die in laatstgenoemde taal geschreven zijn, wel i eenigszins begrijpen, en dit hangt samen j- met een eigenaardigheid van het spijker schrift, die wij nader uiteen willen zetten. Heb spijkerschriftis niet, zoo- als b.v. het Latijnsche, het Grieksche en Hebreeuwscke schrift, een letterschrift, doch veelmeer, en althans in den oudsten tijd, een beeldschrift, te vergelij ken met het hieroglyphenschrift der Egyp- tenaren. Het beeld gaf alzoo het voor werp, dat men wilde aanduiden weer. In verband met bet materiaal, waarop men schreef, de vochtige, taaie klei van den bodem, kwam men er al spoedig toe, de figuren in hoofdzaak uit rechte lijnen te doen bestaan, hoewel bij vele teekens het oorspronkelijke beeld nog duidelijk terug te vinden is. Uit dit beeldschrift ontwikkelde zich het lettergrepenschrift. Dit geschiedde op de volgende wijze. In de taal der Sumeriërs, de oorspron kelijke bewoners van Babyion, xlie het spij kerschrift hebben uitgevonden, heet water ,,a", nu begon men het teeken voor wa- ter ook te gebruiken om de klankwaarde ,,a" aan te duiden. Evenzoo is naam in het Sumerisch „mu" en men gebruikte het teeken voor naam ook voor de klank waarde „mu". Aldus ontstond het lettergrepenschrift. Een woord kan dus in het spijkerschrift op twee manieren geschreven worden, óf met één enkel teeken óf met evenveel tee kens als er lettergrepen zijn. Zijn nu de Hethietische teksten in het teekenschrift geschreven, dan kunnen wij ze niet lezen, maar wel begrijpen, want de teekens zijn dezelfde als in de zuiver Assyrisehe teksten. Wij weten dan wat er bedoeld wordt, doch niet welke woor den de Hethieten hadden om dit uit te drukken. Nu heeft men onder de talrijke tafeltjes, die in Boghaz-Keui gevonden zijn, ook wel eens gelijkluidende ontdekt, en dan komt het soms voor, dat eenzelfde woord in den eenen tekst met 'n enkel teeken dus in beeldschrift en in den anderen tekst met lettergreepteekens is weergegeven. Dan zijn we weer een stapje verder op den weg. die leidt tot het volledig begrij pen der Hethietische teksten, want dan kunnen we zulk een woord niet slechts be grijpen, maar weten ook de juiste Hethie tische uitspraak daarvan. We zouden een reuzenschrede vorderen, indien er onder de duizenden teksten één zou zijn, die in twee talen voorkwam, op het eene tafeltje in de Hethietische en op het andere in de Assyrisehe taal. Dan hadden we een onschatbaar uitgangspunt voor onze studie van het Hethietisch. Op deze wijze hebben we ook andere oude talen leeren ontcijferen; men denke wat het Egyptisch betreft, aan den steen van Rosette, die denzelfden- tekst bevatte in het hieroglyphenschrift, in het (Egyp tische) volksschrift en in het Grieksch. Doch, al kennen wij de taal der Hethie ten nog niet ten volle, wat wij er van weten, is zeer merkwaardig, en wel over de verwant-schap, die er valt op te merken tusschen den klank van sommige namen in deze taal en in het Sanskriet. Men heeft er zelfs wel de conclusie uit getrokken, dat de Hethietische taal tot den Indogermaanschen taalstam zou be- hooren. Dit deed men reeds vóór de vondst te Boghaz-Keui, toen wij van de taal der Hethieten nog niets anders hadden dan twee teksten uit de El-Amarnavondsb en die door den eersten bewerker J. A. Knudtzon in 1902* werden uitgegeven als ,,de oudste oorkonden in Indogermaan- sche taal." Men heeft in de Boghaz-Keui teksten niet minder dan 8 verschillende talen ont dekt, en volgens den onderzoeker Forrer is de hoofdtaal wel een ïndogermaansche taal, doch iets anders dan wat men tot dusver Hethietisch noemde. In elk geval is over het Hethietische vraagstuk nog lang niet het laatste woord gesproken. Dat de Hethieten van Indogermaan- schen oorsprong zonden zijn, heeft men het eerst afgeleid uit de namen der g o- d e n. die zij vereerden. Onder de Boghaz-Keuiteksten bevinden zich n.l. de twee exemplaren van een ver drag, gesloten tusschen den koning der Hethieten Subbiluliuma en een prins, die uit het naburig rijk der Mitanni's was verdreven. Het verdrag wordt met een eed bezwo ren en daarbij worden de goden der ver schillende volken aangeroepen, en dan komen daaronder de volgende namen voor: in heb verdrag van den koning der Hethieten: Mi-it-ra-as-si-il, U-ru-uw-na- as-si-il. In-dar en Na-sa-at-ti-ia-an-na in het verdrag van den prins der Mi tanni's Mi-it-ra^as-si-il, A-ru-na-as-si-il, In-da-ra en Na-sa-at-ti-ia-an-na. Men herkent hierin oogenblikkelijk, hoe zeer ook verwonderd hen hier te ontmoe ten de Indische goden: Mitra, Va-ru- na, Indra en de tweelingen Nasatja. Een men besluit daaruit: een volk, dat deze goden vereert moet m?t de Indiërs stamverwant zijn, alzoo tot de Indogerma nen behooren. Bronchitis, Vastzittend Slijm, Verouderde Hoest. Gebruikt hiertegen Mijnhardt's Anga-Siroop f1,75. Bij Apoth. en Drogisten- 21377 HOLLANDSCHE EMIGRANTEN IN CANADA. Mevr. S. L. Veenstra vertegenwoordig ster van het Bemiddelingsbureau voor Transatlantische Emigratie te 's-Graven- hage heeft een studiereis gemaakt naar Canada, teneinde zich daar met het lot en het leven der emigranten op de hoogte te stellen. Zij heeft daarbij alle officieele voorlich ting versmaad en geheel uit eigen oogen gezien. En haar zij aan een redacteur van het j.Hbld.", waaraan wij liet onderstaan de ontleenen, meedeelde het leven daar is voor de betrokkenen nu niet bepaald een pretje. „Elke emigrant, aldus mevr. V., moet zich in den letterlijken zin des woovds van den grond af opwerken. Tenzij hij na tuurlijk zelf een zeker bedrag aan geld bezit, waarvoor hij zich dadelijk een grooter of kleiner farm kan koopen. Maar ook dan nog zou ik eiken emigrant drin gend aanraden eerst nog één of twee jaren als boerenknecht op een bestaande farm te gaan werken Hij leert zich dan aan passen aan alle nieuwe dingen en staat nog niet voor die groote verantwoorde lijkheid, welke dadelijk uit het bezit van een eigen, op Canadeesche wijze ingericht-, boerenbedrijf voortvloeit. „De emigrant, die geen ander geld be zat dan voldoende was om den overtocht te betalen en nog wat over te houden voor aanschaffing van eenige kleeren, komfc in Canada altijd eerst in betrekking bij een boer als 'gewoon knecht. De een blijft een jaar, de ander twee jaren of nger zoo werkzaam. Het loon verschilt al naar de mate een boerenknecht al goed geoefend is en Engelsch spreekt. Wie aan deze beide eischen voldoet-, verdient ongeveer 300 dol lar per jaar, buiten kost en inwoning na tuurlijk. Na eenige jaren kan een knecht gemakkelijk zooveel hebben overgehou den, dab hij een grooten lap grond kan koopen, waarop hij zijn eigen boerenbe drijf kan stichten. Een boerenknecht in Canada zit op de boerderij van zijn baas namelijk zoover van de bewoonde wereld, dat hij onmoge lijk veel geld voor vermaak of anderszins verteren kan. Op de boerderijen dragen de knechts overalls, waardoor ze ook niet zooveel kleeding noodig hebben. Gesteld eens, dab een boerenknecht niet te overijld te werk wil gaan maar eerst eens vier jaren bij een of meer boei'en blijft werken. Dan heeft hij zeker in die jaren 1200 dollar verdiend. Als hij dan 200 dollar heeft uit gegeven, dan is het nog veel. Hij heeft dus 1000 dollar overgehouden. Welke knecht in Holland zou in vier jaren f2500 schoon overgespaard geld kunnen bezit ten? Een boerenknecht behoeft echter aller minst vier jaren te wachten, alvorens zijn eigen bedrijf te stichten. De meeste emigranten beginnen daar aan na hoogstens twee jaren. Zij kunnen, gratis voorgelicht door de bevoegde auto riteiten over do waarde eri bruikbaarheid van den grond, voor zeer billijken prijs een groot stuk koppen. Gewoonlijk be ginnen zij met wat de Canadeezen een quart noemen: 160 acres (ongeveer 60 hectaren.) Een lot ris viermaal 160. of 640 acres. In de Westelijke provinciën en in het algemeen dicht bij de spoorwegen is de grond wat duurder. In de prairie provinciën Saskatchewan, Alberta en Manitoba kunnen de zelfbeginnende emi granten echter den grond al zeer goed koop krijgen. Vestigen ze zich, dan beginnen de moei lijkheden echter pas goed. Alle boeren pioniers zijn ze dan in den werkelijken en mooien zin van het woord bouwen op hun eigen gekochten grond hun eigen hut, met eigen hanclen_ van liet hout van hun eigen bezit: een shack noemen ze dat. Dat is een kleine hquten woning van één vertrek, waarin zij moeten eten ^la- pen en werken. Daarin brengen zij hun eerste harde jaren van zelfstandige, onaf- .hankelijke menschen door. En het mooie is. dat ze er toch zoo gelukkig in zijn. Want het is hun eigendom, waaraan ze werken. En -ze weten: „iedereen hier in de wiide prairiën is precies zoo begonnen als ik." De groote boer. die op zijn rijke farm leeft, gaat dan ook deze hutten van de be ginnelingen niet voorbij. Ze hebben er im mers zelf in gewoond! Ja, lij zal, als een aandenken aan zijn eersten tijd, die shack ook laten staan op zijn grond. Hij is er trotsch op, haar later door den beid van zijn eigen handen te hebben kunnen vervangen dcor een betere woning nog later: door een goed ingerichte farm, waar hij zijn vee er. zijn knechts houdt in zijn groote bedrijf. Dien ontwikkelings gang maken alle boeren door. Toch moet u niet denken, dat zij er ge makkelijk komen. Ik heb zelf een week in zoo'n shack gewoond. ,om heb leven erin te leeren kennen. De man vertoefde zoo lang in een schuur, ik sliep bij de vrouw in de shack. Ik heb toen gevoeld, hoe het dezen men schen aan al het comfort der beschaafde wereld ontbreekt, waarop de moderne ar- f beider, hoe bescheiden zijn loon ook zij, in de Europeesche wereld toch ook aan spraak maakt. Rondom de shack ziet ge als er geen naaste buren zijn en die zijn er in de prairie-provinciën ook zeer vaak niet niets dan de eindelooze-, meestal volkomen kale prairie vlakte: een iroostelooze ver latenheid. Neen, nooit zal ik het den menschen mooier voorstellen da®, het ist want ge moet deze*eenzaamheid hebben ondergaan, om.... haar verschiikking voor den Europeeschen mensch te kunnen gevoelen. De nieuwe boer bewerkt met zijn vrouw en familie den grond rondom zijn kleine woning. Des zomers heeft, hij geen tijd om op de eenzaamheid te letten: er moet ge werkt van den zeer vroegen ochtend tot den laten avond. Des winters echter, als de sneeuw zeer hoog ligt, vertoeft hij in huis. Maar ook dan zoekt hij allerlei be zigheid, om zijn domein in aanzien te doen groeien. Als hij kan, bouwt hij des zomers naast zijn "shack ook een paar schuren, hij gaat kippen houden, koopt van zijn ver dienste ook vee. En hij ziet zijn boeren bedrijf, zoo gering het in den aanvang was, langzaam aan gedijenHij doet zijn eerbiedwekkend pionierswerk in de eenzaamheid ver van het vaderland. Maar hij werkt aan zijn eigen bezit. Eu die gedachte schijnt de kracht te ge ven aan de velen, die dit eerst harde, maar onafhankelijke en langzaam beter wordende leven in de Canadeesche prai riën verkiezen boven een ongewis bestaan hier in ons land, een bestaan van afhan kelijkheid en, helaas, ook vaak van werk loosheid." De Nederlandsche scheepvaart op Zuid-Amerika. Men zal zich herinneren, zegt het Hd b 1. dat er sedert geruimen tijd wrijving be stond' tusschen de Nederlandsche stoom- vaart-m.pijen, op Zuid-Amerika en de Duitsche reederijen wat betreft het aan doen van Nederlandsche havens door Duitsche schepen en van Duitsche havens door Nederlandsche schepen. Langdurige en moeilijke onderhandelingen zijn over deze quaestie gevoerd. Wij vernemen thans van goedingelichte zijde, dat er tuschsen de betrokken Ne derlandsche m.pijen., t.w. de Rotterdam- Zuid-Amerikalijn en den Kon. Holland- schen Lloyd, ©enerzijds en de Duitsche reederijen anderzijds volkomen overeen stemming is bereikt.. In de gesloten overeenkomst werden bepalingen vastgelegd aangaande het we- derzijdsch onderhouden van stoomvaart- diensten van Brazilië naar Nederlandsche en Duitsche havens voor zoover het ver voer van koffie betreft en wel op dezen grondslag, dat de gezamenlijke Duitsche lijnen zich zullen beperken tot 18 afvaar ten per jaar van Brazilië naar Rotterdam en de Nederlandsche lijnen tot een gelijk aantal afvaarten naar Hamburg. De overeenkomst wordt voorloopig aan gegaan voor een termijn eindigend 31 De cember 1925. Het belang van de overeenkomst is daar om zoo groot, omdat de Duitsche m pijen, cok zijn toegetreden tot de Homeward Brazil Conference, waarin ook Nederland sche, Fransche en Engelsche reederijen zijn vertegenwoordigd. Nu er dus voor taan geen onderlinge concurrentie zal be staan, wordt de mogelijkheid geopend, van deze samenwerking de vruchten te plukken te plukken, hetgeen met het oog op den tegenwoordigen toestand van het scheepvaartbedrijf van veel beteekenis is. Voor den kofiehandel te onzent houdt dit niets ongunstigs in. daar immers de vrachten in ieder geval voor alle havens gelijk zullen zijn. terwijl het integendeel als een voordeel moet worden aange merkt., dat bij een loonend scheepvaart bedrijf de lijnen in stand kunnen worden gehouden. LEIDSCHE PENKRASSEN Amice. De vorige week toen ik een en ander meedeelde over dc 'aciie voor onze N'ieu- we Leid.sche Courant, heb ik gewezen op een verb'ijdend meeleven, dat hterin open haar werd. En dat is ook oimetwj.ifeld het geval Man hoort zoo vaak van critiek en die critiiek is lang niet altijd misplaatst ■want het ideaal met onze Christelijke pers ijs nog lang niet bereikt, d'at men soms' den indruk krijgt dat er voor dte ners «toch eigenlijk maar weinig belangstelling is. Maar als uien dan ziet. dat zoodra er aan het k'okketouw getrokken wordt, de 'beugen opengaan en een groot aantal broeders en zusters besluit moeite nog kos ten te sparen om ons h'ad er te brengen en het zulk epen fundament te geven da' ©en stevjge uitbouw mogehjk is. d'an kan dat niet anders dan tot blijdschap en dankbaarheid stammen. Er zijn ook andere moedgevende ver schil nse'en waarop wel even de aandacht mag worden gevestigd. Deze week is hier tor stede geopend een gebouw voor Christelijke jeucdhidp: De be doeling is. jonge meisjes, die dreigen on der te gaan, vast te houden, ze te beteer, en ze te brengen of te houden op den goe den weg, ze te hinden zoo mogel'ik door koorden van Itefd'e en ze~voor wegzinken te bewaren. En bo^endten wil men ook de on gehuwde moeders, die hulp en steun en leiding noocb'g hebben helpen, om te voor komen dat ze nog diepeT zu'lten val'en en .als uifges'cotenen zuden gaan op paden van zonde en verleiding. Dat is een moeilijk werk amice Een werk dfyt heel wat teteurstelHineen brengt hovend'en. Maar toch een werk dat ge daan moet worden en dat aanspraak mag maken op d° belangstelling en den steun van ons Christelijk volksdeel. 't Is he.el gemakkelijk amice, om te zeg gen, dat ieder maar voor zichzelf moet zorgen, dat de ouders maar op hunne kin deren moeten passen en dat wie op den verkeerden weg wandelt, daarvan maar zelf de gevolgen moet. dragen. Dat is heel g<unakkeliik en goedkoop is 'het ook, maar Christel ij k is het niét en het geeft ook geen bli jk van mensch en- kenois wi vaii zetkennis. De Heore Jezus heeft het ons anders geleerd. Hij was, zooate Prof. van Nes hij de open;ng herinnerde, met innerlijke ontferming bewogen en ik heb goede hoop, dat van die ontferming ook iets ge zien zal worden in betrekking met dit doorgangshuis. De aanvankelijke resultaten. z:im zeer be moedigend. Met zeer weinte hulpmiddelen is het gebouw ingericht, dank zi'i niét. het minst ook do betengelooze medewerking van een aantel Patrimonium"-leden 'die izie-h veel tijd en moeite hebben getroost en d:,e het „draagt elkanders lasten" zoo heerlijk in pract'jk hebben gebracht. Maar nu moet er verder gewerkt wor den. En dat kon alleen indien ons Chris tenvolk in Leidon en omgeving do dam'es die het initiatief namen niet alleen laten tobben, maar ze daadwerheb'jken steun verleent. Als vele schouders zich zetten on der dezen Tast, dan kan het een lust wor den dien te dragen en zullen de vruchten zeker Trot uitblijven. - Er vallen her^'':"ênde en verblijdende verschijn se1 en r -•■•"•ken, amice, rniaar er zijn daarn ''•ken die minder hoopvol stemm Ik denk hlrrl •- :r paar vergade ringen die m de afgeloopen week werden gehouden. Maandagavond vergaderde do A. R. Kiesvereeniging. De opkomst was niet kleiner dan we dat de laatste jaren ge woon zijn, maar toch ook n'et grooler. De overgroote meerderheid der leden was rustig thuis gebleven en dat ondanks liet feit dat onze eere-voorzittex, Mr. Briët voer ons optrad en dat we staan aan den vooravond van de algemeen© verkiezin gen. Men krijgt zoo den indruk amice,-dat ons volk van den ernst van den toestand niet overtuigd is Men neemt het polilticke leven zoo gemakkelijk op. De verkiezingen, zoo verklaarde me de zer dagen iemand, daar behoeven we ons toch niet zoo druk over te maken. Heusch, dat komt wel in ord'e. We hebben in Colijn oen man van den eersten rang, die aan het land onschatbare diensten bewijst en er <s geen twijfel aan, of ?Üe weldenkenden zuk Ion hem straks steunen en er toe m eeheil- pen (Jat hij ook nadat do stembus -gespro- •ken heeft, zijn arbeid in 't belang van het land kan voortzetten Dat is knap geredeneerd, amice. En er zi.t in deze reden eer mg ook wel een element van waarheid. Colijn is inderdaad een buitengewoon man, voor wiens bezi't wij dankbaar mogen zijn e.n op wien ons heele volk trotsch kan wezen. Maar een andere vraag :s of Int werk dat door hem verricht wordt, door ons volk wordt g e-» 'i waardeerd en op prijs gesteld. Laten we niet vergeten dat er heel veel menschen zijn dte de d'ingen zien door een bril en dan nog heel vaak door een be slagen bril of een bril die er op gemaakt is. de dingen niet juist te onderscheiden. Daar zijn allereerst d» menschen met pobtteke brllen. Kan er uit de An ti -revol u on a nartij tets goeds komen? Neen, zeggen de So ciaal-democraten, dat kan niet en dat bej staal niet. Alles wat van die zijde gedaan wordt is al hij voorbaai geoordeeld. En hetzelfde liedje wm-dt ook gezongen door vele vrijzinnteen. Dat is wel geileken bij de behandeüng van de Tartefwet Mannen als van Grim en Dressel'hnvs en Oud, zijn toch wel in staat o*n de beiee- kenis van het optreden van Colijn te l?e^ «effen. Zij weten, heter dan iemand an ders, hoe hachelijk het, er voor sto"d mot onze financiën en ho« gevaarlijk de toe stand nog steeds is, Maar hebt, ge nu. van die wetenschap Iri de a'gom eene beschou- w'm gen over do Tarief wet nok maar iets kunnen merken? Geen sprake van immets. Al deze hoeron 'ïaddru h' jkbaar maar één doel: het werk van Co1'.in te kl?1'nee- ren, en hem uit rt zadel te werpen. AIVen op poh'tiek voordeel beda'ht, of wat zij •dan als zoodanig beschouwen, en blind; voor de be'angen van ons vo^ in de (op komst. heeft men dm Minister voortdu rend bestookt en getracht dei indruk to vest'gen alsof al'ertei roaatrege1on dte be nomen worden omdat dit nu eenmaal n'et anders kon, omdat het ahso'uut noodza kelijk is dat het finanmeel evenwicht wordt hersteM, slechts vrucht zijn van een. streven van den Mmteter om benahhje ideeën door te voeren en bof een deel van de bevolking Usrig te maken Als zoo rehand'"'d wo^dt. door de poli tieke tegenstanders van den eersten reng, d?e toch zeer go-d weten we'ke be1 an gun. hier op het snel staan, behopvpn we nie' te vragen of het er straks b'i cte verkVzin- gen snoken zaT Warm0" d-n ma hoi in 1025 toecaan. En juist daarom ;s he1 zm on r'-k'aar- baar dat nog zoo velen in zoete rust voo^t 'b'jven dommeten en dat ?r zooa's ook Maandag weer bleek nog zoo weinig m^Vpn is in onm kringen. Onder de weinig hom neigend© v°i- ichürisf-en. reken ik ook do vergadering Fe Woensdagavond m de Pno'grachtkaric vanwere don Geref. Jeugdraad werd ge houden i Er wonen h:er in T.e:dan - honderden en h on dorden jonge mersrben, jon gel m gen. en imgedochters. dte frah zeker wel hel-ng hebben hij tmf o.nd-P"we"D dat door den heer Schouten behanrte^l wp-d. Waar wa ren ze Woensdagavond? Vele ouders en ve'e ouderm klaeen over de- slechte ti 'den in "eesteh'jken zin dan wel Ie verstaan. De vev'eiding is zoo groot, zeggen ze, en de afval is zoo groot, er is zoo weineg ernst b'i de jonge men schen, ze zakk°n zoo ar. o. het ziet or treurig uit voor de toekomst d;e naar hun-* ne meen.ing hoe1 weiirg 'tehfpunten biedt. En ex is in dezp rodeneering zeker oen etement van waarheid. - We moeten ons wachten voor overdrij ving en er ;s zeker geen reden om 'het ver leden te verheerl'jken ten koste van het heden, maar er dreigen inderdaad ernstige gevaren. En juist, daarom, amice, had ik steH'.g verwacht dat zij, die de gevaren zéggen te zien en te kennen, in de Hooigrcditk^rk waren gekomen, om daar te worden voor- geMoht en opgewekt Waar waren ze. die ouders en oudoren? Waarom gaven ze nu geen blijk dat bot hun mot hun zuchten on klagen ernst is? Tk weet het ntet Maar 'n de kerk waren ze zeker niet. En van de kostelijke en dtep ernstige vgde van den •heer Schouten bobben ze niets gehoord. Kijk, amtee, diat zjin geen moedgeven de verschi jnselen. Of ze dan ra o e d b e- n emend zijn? 1 Ik aarzel niet amice, die vraag ontken nend te beantwoorden. Moedhenemend zouden ze zijn als het in •onzen staatkundigen striid en b i het jeugdwerk een zaak was van me n- schen. Ja, d'an zag" het er treurig u-|t. Maar we gelooven immers niet, dat zoo de zaak staat We weten dat het gaat, in den diepsten grond om de vraag of onze Heere Jezus Koning zal zijn, en of dat Koningschap zal worden erkend. En we weten ook, dat God machtig is te verlos sen, zoowel door velen als door weinigen. Daarom verliezen we niet den moed, maar ga am we voort, ziende in het gebod en blind In de toekomst, en moge het z'jn, v!an kracht tot kracht. VERITAS, j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 6