fAan hel efnde der Week li H groote nieuws van de afge'oopen "week is de val van de Arbeider s- regeering in Engeland. Voor de elfde of twaalfde maal sinds haaT optreden leed zij een nederlaag, en dit gaf thans aanleiding tot een politieke crisis. Den stoot hiertoe gaf een betrekkelijk Cnl?eteekenend fed't: d© tegen een commu nistisch en publicist ingestelde rechtsver volging, die later weer ingetrokken weTd. Doch dn zooverre weer niet onbelangrijk, fels da.t het hier gaat om de majesteit van bet recht en de onafhankelijkheid der rechtsspraak. Toch is het well niet te verwachten, dat dit geval de iinzet der a.s. verkiezingen zal Zijn. De eigenlijke oorzaak der crisis ligt die per. MacDonald zal het wel bij het rechte eind gehad hebben, toen hij op het congreis zijner partij verklaarde, dat de liberalen en Conservatieven tezamen overeengekomen waren, de regeering ten val te brengen. Aan den anderen kant is het ook weer ïret onmogelijk, dat zij min of meer met de zaak verlegen zitten, nn zich die zoo ont wikkeld heeft. 1 Ging eigenlijk in dezen strijd om het concept-verdrag met Rusland. Daartegen richtte Zich de oppositie in het land, terwijl de Arbeidersregeerimg het verdrag wilde aangenomen zien zoo als h'et daar lag, zonder esentieele wijzigingen er Sn aan te brengen. Ware dan ook niet dioor dit toevallige fe:t een einde gekomen aan het bewind der Arbeddersre,geering, dan was haar ein de toch spoedig gevolrd, en wel bij de be handeling van hét Britsch-Rnssisehe ver drag. Het is overigens, zoowel voor Engeland als voor Europa in het algemeen zeer te betreuren, dat deze c-risis ge komen is en dat de -Arbeidersr*\geering baar zegenrijk werk ontijdig moest afbre ken Want MacDonald heeft in de ongeveer 9 maanden, dat hij premier geweest is, dag en nacht gewerkt voor het herstel van Europa. Dat er tusschen de» verschillende mo gendheden langzamerhand vriendschappe- Jijker verhoud:ntg©n zijn ontstaan én dat men thans voor 't eerst na bijna 5 jaren oorlog en evenveel jaren „vrede", dé han- dpn ineenslaat om gezamenlijk den „we deropbouw" van Europa tot stand te bren- 0 gen. ig voor het grootste deel Zijn werk. Evenzoo dat er in de- llaaMé weken een verrassende overeenstemming was ondier d° natiën teneinde te komen tot beperking der bewapeningen en oplossing van ge schillen door arbitrage. Terwijl het mede aan hem te danken wa.s, dat Sovjet-Rusland geleidelijk van uit znjn geïsoleerde positie vandaan kwam en ook zijn plaats begon in te ne men in den kring der volkeren. Wanneer wij d'an ook de balans opmaken van hetgeen d'e Arheidersregeeriing in En- gelard verricht heeft gedurende haar be wind. dan kan ons oordeel niet fender's dan gunstig zijn. Z'j heeft veel en goed werk verricht, en laten wij er daf bijvoegen, van epecifiek- socialistische maatregelen ié niets geble ken. Integendeel, haar daden gingen veelal! vierkant in tegen de woorden van wat zich in Holland de „Arbeiderspartij" no-mt. Toch moeten we één ding niet vergeten. In één opzicht is de ATheadcrtSTr.geering inkort geschoten, al kon diit moeiVjk an ders. Tren zij aan het bewind kwam. was de inzet der verkiezingen geweest: de werk- o sh ei dsbestri jdi ng. Baldwin had gemeend door de vevhoo- ging der tarieven in die richting verbete- r'ng te kunnen brengen, doch de meerder heid der kiezers sprak zich uit tegen de conservatieve regeering. Toen tb ad de Arbeiderspartij op en was ide verwachting, d'at zij voor werkgelegen heid zou zorgen. Doch wie dit verwachtten zijn bedrogen ui (gekomen. Het is well gebleken d at het maatschap- pel'jk lever: ten eenenmale ontsnapt aan dc macht van mensohen. Toch zal de hetere verstandhouding tus- feclrïn de volken op den duur blijken, ook niet zonder invloed te zijn op hét ontstaan van een gezond economisch leven. Want zal ooit weer een tijdperk van ©en,:ge welvaart voor de wereld aanbreken, dan is hét toch in dé eerste plaats nood'ig, Idat de volken weer allen de plaats ilnne- mon, waarop zij recht hebben in het groote organisme deT memschheid. En daartoe te hebben meegewerkt, zal ook steeds de verdienste blijven van Mac Donald. Laat ons daarom hopen, dat hij ver sterkt uit dén verkiefeingsstrijd te voor schijn treedt en dat het hier slechts was ©en reculer ponr mieux sauter. Een soortgelijken wensch spreken wij tiit voor de Nederlandsc'he vliegeniers, dié verleden week den vliegtocht naar n d d begonnen en die na weinig© da gen reeds een malheur kregen, waardoor het welslagen van dezen tocht dubieus is geworden. Zij moesten hun vlucht afbreken en aan voortzetten kan voorloopig niet worden gedacht. Gelukkig laten zij zich door dozen tegen- fepoed niet ontmoedigen en zijn zi'j voor nemens, zoo spoedig mogelijk opnieuw te beginnen. Het betreft hier een onderneming, waar- bi» de nationale eer op het spel staat. Het blijkt, dat <&r !n onzen tijd nog al fa jd mannen gevonden worden, dié iets durven te ondernemen, die zooalé eertijds 'hun voorouders op het Water, nu d'oor de lucht nieuwe wegen zoeken. Mogen hun durf en ondernemingsgeest niet beschaamd worden! b De meest gevoelige huid laat zich volstrekt Pijnloos Scheren, door de baard* oppervlakte vóór het inzeepen éérst in te wrijven met een weinig PUROL. DE HETHIETEN. Eeni van d© belangrijkste vondsten dér laatst© jaren zijn de opgravingen te Bog- haz-Keui in Klein-Azië in de jaren 1906 en '07, die een geheel nieuw licht wierpen op de geschiedenis van Voor-Azië, ja van het geheele Oosten. De bekende archeoloog Prof. Hugo Winckler ontdekte daar de hoofdstad van een rijk der Hethieten, dat reeds om streeks het jaar 2000 vóór Christus een koogen kultuurtrap had bereikt en een daaraan evenredige rol heeft gespeeld in de wereldgeschiedenis. Tot voor 5n kleine twintig jaar geleden wisten we weinig van dit volk. eigenlijk nieit veel meer dan we in den Bijbel van lien lezen. Want in de Heilige Schrift ko men zij meermalen voor, én wij willen be ginnen met de Bijbelsche gegevens betref fende hen na te gaan. Vooreerst worden zij vaak genoemd in de vele opsommingen der voorisraelitische bewoners van Kanaan b.v. Gen. 15: 18 e.v., waar God aan Abram belooft: „Uwen zode heb ik dit land gegeven, van de ri vier van Egypte af tot aan de groote ri vier de rivier Fxathden Keu iet, en den Keniziet, en den Kadmoniet, en den H e- t li iet, en den Fereziet-, en de Befalten, en den Amoriet, en den Kana&niet, en den Girgasiet, en den Jebusiet". Doch reeds in de volkerentafel van Gen. 10 lezen wij van He tb als van den zoon van den goddelcozen Kanaan, die door Noach vervloekt was. Toen Sara te Kirjath-Arba, het latere Hebron, gestorven was, kocht Abraham van Efron, den Hethiet. en diens stam- genooben, de ,yzonen Heths", dien ak ker met de spelonk van Machpéla tot een erf begrafenis (Gen. 23.) Ezan nam zich volgens Gen. 26: 34 tot vrouwen Judith, de ^dochter van Beëri den Hethiet en Basmath. de dochter Elons des Hethiets, en deze „dochteren Heths" waren l6aak en Rebekka eene bitterheid des geestes. Onder degenen, die bij David waren in de woestijn Zif was volgens 1 Sam. 26: 6 Achimélech de Hethiet, terwijl Uria^ de echtgenoot van Bathséba, eveneens tot dit volk behoorde en in 2 Sam. 11 en 12 voortdurend genoemd wordt: Uria de Hethiet. In den tijd van Salomo was er een le vendige hapdel in paarden ,,voor alle ko ningen der-Hethieten" (1 Kon. 10: 29) en onder de vreemde vrouwen, die Salomo liefhad worden in 1 Kon. 11:1 benevens an dere ook de Hethietische genoemd. Wanneer onder koning Jora-m Samaria dooT de SyriërB belegerd wordt en do Heere hun heir verschrikt door het een geluid van wagenen en een geluid van paarden, het geluid eener groote heir- kracht te doen. hooren, zeggen zij de een tot den ander: „Zie, de koning Israëls heeft tegen ons gehuurd de koningen der Hethieten en de koningen der Egyp- tenaren om tegen ons te komen" (2 Kon. 7: 6.) Men ziet uit dezen laatsten tekst, dat d© Hethieten in dien tijd een wereld macht waren, die met Egypte in één adem kon genoemd worden. De profeet Ezechiel, als hij naar des Heeren woord Jeruzalem hare gruwelen bekend maakt. zegt zinnebeeldig tot haar: uw vader was een Amoriet en uwe moeder een Hethistische. daarmee bedoelend dat „hare handelingen e'n hare geboorten zijn uit het land der Kanaanieten (hoofd stuk 16: 3 en 45.) Ten slotte, in Jozua 1: 4, wordt zelfs het geheele beloofde land, „van de woestijn en dezen Libanon af. tot aan de groote ri vier, de rivier Frath." het land der Hethieten genoemd. Men ziet hieruit, van hoe groote betee- kenis de Hethieten voor Palestina waren, en welk een groote rol zij daar gespeeld hebben. Behalve de gegevens van het Oude Tes tament hadden wij vóór de opgravingen te Boghaz-Keui nog een andere bron voor onze kennis der Hethieten, en dat waren de Egyptische inscripties. Na de verdrijving der Hyksos was Egyp te er op uit, veroveringen te maken in Azië en het was de Farao Thutmoses III, die omstreeks 1500 v. Chr. Syrië en de na burige naties tot onderwerping bracht. En dan lezen wij op de oude Egyptische monumenten, dat niet slechts Assyrië en Babylonië. maar ook het „verre rijk der Hethieten" schatting betaalde aan dezen vorst. Na Thutmoses' dood konden de Egypie- naren zich slechts met de grootste moeite handhaven in Azië, en heb waren vooral de Hethieten, die hun de heerschappij be twistten. Vooral Ramses II, die omstreeks 1250 v. Chr. regeerde, heeft voortdurend tegen hen gestreden en met moeite wist hij hen te verslaan in dén grooten slag bij Kades aan den Orontes, waar de koning volgens zijn eigen zeggen slechts door het per soonlijk ingrijpen van den god Amon aan den dood ontkwam. Na dezen slag sloot hij een verdrag met <3e Hethieten dat door een huwelijk bevestigd werd en waarbij een nieuwe grensregeling tusschen de beide machtige rijken werd vastgesteld. Onder den zoon en opvolger van 'Ram ses II begint de inval der „Zeevolken" of „Noordlanders", zooals de Egyptenaren ze noemen, en waartoe onder meer ook de Filistijnen behooren. Na dezen tijd komen de Hethieten in de Egyptische opschriften niet meer voor. Behalve inscripties betreffende de He thieten vinden wij op de Egyptische tein- pelmuren ook een groot aantal afbeeldin gen van Hethietische soldaten. Nu is het een eigenaardig feit. dat men ^mmige plaatsen in Syrië en door ge heel Klein-Azië eveneens gedenkteekenen vindt met voorstellingen van menschen on goden, die heel veel gelijken op die He thieten van de Egyptische afbeeldingen. Bij die afbeeldingen waTen ook teksten, klaarblijkelijk van de Hethieten afkom stig, doch die men nog niet kon ontcijfe ren. Zoo stond het met onze kennis der He thieten, toen in het jaar 1906 Prof Hugo Winckler zijn merkwaardige vondst deed, waarover wij in ©en volgend artikel zul len handelen. ZEDELIJKE MOTIEVEN OF REVOLUTIONAIR SENTIMENT? Naar aanleiding van het bekende debat in den Haagschen Dierentuin tusschen Prof. van Erubden en generaal Snijders, schrijft onze N. H. Crt.: „Vastgesteld mag worden dat het Hoofdbestuur van den vrijz.dem. Bond er alles op gezet had om uit' deze meeting een propagandistisch slaatje te slaan. Overduidelijk bleek dit wel uit de rede, waarmede de voorzitter de hoogst onrusti ge vergadering poogde te sluiten. Te mid den van het herig tumult trachtte hij zijn vooruit opgeschreven sluitingsspeech voor t© lezen, waarin n.b. de tirade voorkwam, dat de vergadering als uitmuntend ge slaagd viel te beschouwen! Nu we rustig achter het brultournooi staan, zullen weinigen durven volhouden, dat van vrijz.-democratisch succes met recht kan worden gesproken. Immers is komen vast te staan dat de bijeenkomst zakelijk een mislukking is geweest. Een groot deel der vergaderden luisterde niet naar argumenten. Bij de weerlegging van de zeer tendentieus© rede van prof. van Ëmbden die zich boven dien aan onvolledig citeeren schuldig maakte demonstreerden deze lieden het geweld van den „grooten bek", hanteerden de „wapenen der barbaren." Wil men het gebeurde juist taxeeren dan dient vooral nadruk te worden gelegd op de' zielkundige beoordeeling van deze massale bijeenkomst. Uit dit oogpunt is zij er een geweest van de meest gevaarlijke soort. Giftig zaad is er gestrooid, dat bij een deel der aanwezigen in geestelijke broeikasatnics- feer welig en snel opschoot, 't Is om die reden, dat we ons veroorloofd hebben aan de recensie van het gebeurde enkele kras se kwalificaties te wijden. Bij diepere be schouwing, die meet doen zien. dat ge poogd werd hoogst verderfelijke, de over heid in haar wezen aanta-stende beginselen onder ons volk ingang te deen vinden, was zulks geenszins misplaatst. Achter den voor sommigen misschim fraaien schijn scholen denkbeelden, die op christelijk standpunt nooit te aanvaarden zijn, om dat zij loochenen de leiding Gods in de historie en niet i God, maay den menseh tot centrum der levensbeschouwing hadden. Dit duidelijk te doen uitkommen, was ou- ze bedoeling; ,we hebben, ongetwijfeld eenigszins cru, precies gezegd zooals we de dingen zagen. Zulks kan wel eens noo- dig zijn. „Reformeeien is soms al de din gen bij hun nóam te noemen." Dat we principieel niet hadden misge tast. is later door „het Volk" allerduide lijkst bevestigd. Men heeft daarin kunnen lezen de uit spraak: „als de^e menigte eens wapenen bezeten had!" Scherper vonnis is welhaast ondenkbaar. In die woorden toch typeert het roode hoofdorgaan de kern van d© psychologi sche stemming, die overhee: schend was, volkomen naar waarheid. Als deze menschen eens wapenen beze ten hadden Dan waren er ongelukken gebeurd. Dan zou deze redelooz© massa tot mis daden kunnen zijn vervoerd. Dan zou het geweld de hoogste macht zijn gebleken voor deze ontwapenaars. Dan zou voor ieders oog zijn gezien, dat niet zoozeer hoog-zedelijke motieven, als wel revolutionair sentiment de drijven de kracht in deze zielen is. DanMaar waartoe meer? Wie niet ziende blind is voor de geva ren van de lichtzinnigheid van vele ont wapeningsapostelen, zal 't met ons eens zijn, dat er alle aanleiding was. om met alle kracht te waarschuAven en op het ge beurde zoo schel mogelijk het licht te doen vallen. De verleiding om op heb revolutionaire pad af te dwalen is zeer groot en vindt in het menschelijk hart zoo licht een stillen bondgenoot. Ned. Mil. Bond. Naar gemeild wordt heeft de heer Jac. van Oversteeg te, Amsterdam, wegens voortdurende ongesteldheid ontslag geno men als lid van het hoofdbestuur van den Néd. Militairen Boud. Chr. verzorging Van zenuwlijders. Het bestuur der Vereeniging tot Ohr. verzorging van Zenuwlijders in Neder land heeft op diens verzoek aan Dr. D. Schermers eervol ontslag verleend we gens gezondheidsredenen, als geneesheer- directeur van het Ghr. Sanatorium té Zeist, tegen. 31 December a.s. en heeft als zoodanig benoemd Dr. C. W. Scheffer, thans eerste geneesheer aan de stichting Veldwijk te Ermelo. De Blue-Band-zaak. Van wélingelichte zijde verneemt het Gorr. Bur., dat de Staat, ten einde een prinoip'ee'e beslissing in deze uit te lok ken, thans besloten heeft, alsnog in hooger beroep te gaan van de uitspraak dn kort geding, door den president van de Avron- diseraentsrechtbank te Den Haag in de Blue-Band-kwestie gewezen. Wijziging Bezoldigingsbesluit. Thans is het ontwerp-besluit tot wijzi ging van het Bezoldigingsbesluit voor de burgerlijk© rijksambtenaren van den Raad van Staten, waarheen het om advies ge zonden was, terug ontvangen. Het Tweede Kamerlid Boon. Het lid der Tweede Kamer, de heer Boon, woonde gisteren na een langdurig© ongesteldheid voor het eerst weder de ver gadering dier Kamer bij, Onbruikbare zilverbons. De Minister van Financiën maakt be kend, dat in de maand September jJ. bij de Algemeen© Rekenkamer zijn overge bracht: 400.000 stuks onbruikbaar géwor den zilverhons van f 1 van den bij K. B. van 19 Februari 1920 (Staatsblad no. 82) bepaalden vorm; benevens 1.200.000 stuks onbruikbaar geworden zilverbons van f 2.50 van den bij K. B. van 14 Juni 1918 (Staatsblad no. 357) bepaalden vorm. INGEZONDEN (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie) Toevlucht v. Jeugdhulp. Met blijdschap deelt het'bestuur van de vereen, voor Chr. Jeugdhulp mede, dat de toevlucht voor meisjes en kinderen weldra geopend zal kunnen, worden. Een direc trice is gevonden, eveneens iemand, om haar ter zijde te staan. De meubileering etc. nadert de voltooiing, dank zij de hulp, ons in allerlei vormen geboden. Er ont breekt nog wel veel, maar wij hopen, ook daarin te kunnen voorzien. De min of meer officieel© opening is bepaald op Dins dag 21 Oct. a.s., des namiddags te 3 uur, waarbij Prof. van Nes een openings woord hoopt te spreken. Het is ons niet doenlijk, allen, die ons behulpzaam waren, afzonderlijk uit te noodigen; daarom rich ten wij langs dezen weg tot allen, die ons op een of andere wijze geholpen heb ben, de uitnoodiging op genoemd uur te komen in de Toevlucht, Utr. Jaag pad 20. M©n zal dan kunnen zien, wa-t er verricht is door de leden van Patrimonium, die zoo trouw voor ons gewerkt hebben; wat wij gedaan hebben met alles, dat ons gegeven werd; en hoe het tehuis er uit ziet, dat wij aan dwalewden en hulpbe hoevenden willen verschaffen. Wij hopen, dab velen van deze uitnoodiging gebruik zullen maken, en ons ook op deze wijze toonen. dat onze arbeid hunne belangstel ling heeft. Het bestuur Mej. H. Eigeman, Pres. Mevr. Otto, Pennipgm. Mevr. Prof. v. Nes. Mevr. Vros. Mej. Hofman. Mej. M. v. El dik. Mevr. Boon (Oegstgeest.) Mevr. Boeschoten, Secr. De volgende week hopen wij weder op gaa-f van giften te geven; moge het een lange lijst wordenWij hebben groote be hoefte aan gascomforen groot en klein; en aan een petroleumkachetlje; heeft iemand die soms voor ons? Stalling voor de woonv/agenpaardjes. De volgende toezeggingen of bedragen kwamen reeds binnen, vanMevr. K. f 10; Mej. L. f 8,50; Mevr. I. f 25; den heer P. f 100; Mej. L. f 25; Mevr. de G. f 25; den heer B. f 10; Mej. v. d. K. f2; den heer P. f 25 en f 10; den heer v. T. f 25; totaal f 259.50. Een mooi bedrag, maar de bouwsom is nog veje malen grooter. Wie steunt nog meer? Verantwoording volgt en zoodra wij het maar even finan cieel aandurven, gaan wij bouwen. Wie dus wenscht, dat er nog vóór den winter een stalb'ng komt, zétte nu zijn sympathie in een bijdrage om. HUGO VAN POELGEEST, Penningm. afd. Leiden en O. van de Ned. Ver. tot Besch. van Dieren. 9 October 1924. „Oudrzorg" Leiderdorp, Telef. 1135. LPBSCHE PENKRASSEN Amice. De feesten in verband met de herden king van het beleg en het ontzet van Lei den behooren weer tot het verleden. En dat is maar goed ook. Want lioe goed het ook mag .zijn dat de dagétijkscho gang van het lieven eens een oogenblik wordt on derbroken, toch moeten dergelijke d ingen niet te lang duren en niet al teveel tijd in beslag nemen. De feestelijkheden zijn feitelijk reeds begonnen op 26 September toen de Win kelweek geopend werd en dat heeft voort geduurd tot 4 October zoodat we bijna tien dagen 5tn een soort feestroes hebben ge leefd. Fm iöt meen te mogen zeggen, dat ér véél genoten is ook. Het wandelen door 'n versierde stad en hoeveel werk had men in sommige buurten van de versie ring gemaakt is op zichzelf al een ge not. Met name onze vrouwen dié uitter- aard in die dingen toch altijd nog het meest belangstellen, hebben kunnen genie ten van d.e prachtige étalages en van de keur van goederen dié daarin ten toon werd gesteld. Hét eerste doel, van de winkeliers, te toonen dat Leiden als winkelstad er zijn mag, is naar het mij voorkomt tenvolle bereikt. Mij dunkt er kan geen enkele gel dige reden worden aangevoerd, waarom dé ingezetenen niet hieT in Leiden hunne imkoopen zouden doen en ik heb goede hoop dat die indruk ook voor de be wou ere van d'e dorpen in de omgeving as versterkt. Een andere vhaag is of de winkeliers van de moeite en kosten die ze zich hebben ge troost veel directe voordeelen hebben ge-- had. De indruk dien ik daaromtrent gekre-- gen heb is niet ouverdeeld-gunstig. Aan. kijkers was geen gebrek maar het aantal koopers had naar het mij voorkomt wel grooter kunnen zijn. Voor een deel is dit méde te danken aan de wijze waarop de 3 October-fees ten gevierd werden. Ik denk hierbij speciaal aan de kermisvermakelijkheden en alles wat daarmee in verband staat. Het heeft n.l. het bestuur der 3 October- vereeniging goed gedacht een complet© kermis te organdseeren of althans aan de feestelijkheden te verbinden. Leiden werd als door kermisgasten overstroomd. En wie nu ook te klagen mogen hebben, die heeren zeker niet. Er is geloot en gewed, getold en gedraaid en weet ik het wat al meer, op een schrikkelijke manier. Toevallig hoorde ik een eenvoudig huis-» moedertje vertellen dat ze zeven gulden had uitgegeven aan lootjes voor een pop. Dat gaat zoo ongemerkt. Men neemt een lootje en nog een en nog een, tot mem eindelijk tot de ontdekking komt, dat men nog nooit een pop zoo duur heeft betaald. Een andere vrouw hoorde i'k na, afloop klagen, dat het toch zoo'n dure week was geweest. Ze had een paar kinderen en och, zoo vertelde ze, wat doe je dan met twintig gulden. Er. is heel wat geld stuk geslagen dezer dagen. Maar daarvan met ui'tzondéririg dan van enkele vakken als hakkers, sla-» gers enz. hebben onze middenstanders niet veel geprofiteerd. Zelfs lb het niet on-s mogelijk dat ze omdat de koopkracht van ©en deel van het publiek uitgeput is, meer oveT slapte enz. moeten klagen dan ge-i woonlljk. Het i:s toch voor een deel hun geld dat bij de kermisgasten waarvan o.a. een verklaarde dat hij nu dezen: winter weer onder dak was is terecht geko»? mem. Ik vind dat jammer, amice en dat is een van de redenen waarom dk het betreur, dat aan de kermisvermakelijkheden eed zoo groote plaats werd ingeruimd. Nu wil ik voorzichtig zijn amice en niet al te hard klagen, omdat we hier voor een: deel zelf schuldig staan. Als ik mij niet vergis telt de 3 October-vereenigiing een zes a zeven duizend leden. Een groot deel van die leden behoort tot dat deel der be volking. dat op een Christelijke -levens- openbaring prijs stelt en dat van het ker misvermaak zeker niet ged'end is. Maar als nu die léden van de vergaderingen weg blijven, hun invloed niet laten gelden en het bestuur geheel do vrije hand laten, dan heeft het weinig zin om achteraf te klagen dat niet meer met onze opvattin gen rekening is gehouden. Wat een genot was het, amice, dat we H. M. de Koningin met den Prins een dag in onze stad mochten hebben. Alleen blijf ik het betreuren, dat met name onze kin deren daarvan niet meer hebben genoten. Dom- de getroffen regelingen en door H. M bij het openluchtspel oen paar uur op een afgezonderd terrein te houden, was do gelegenheid om d° Kompgin te zien yoor veilen al heel perirn Dat had heet' --uiers kunnen gaan en naar mim bescheiden meening ook moeten gaan. Waarom niét ik heb daarop reeds eerder gewezen een regeling ge troffen zoodat heel de Leidsche jeugd langs Hare Majesteit had kunnen defile©* ren Dat zou heel wat meer vo1 doening hebben gegeven zoowel voor de Koningin als voor de Leidsche jeugd. Naar ik hoorde zijn er nog krachtige pogingen gedaan om iets in dien geest te doen en had ook'het bestuur der 3 Octo ber-vereeniging offtotous zijne medewer king toegezegd, maar is men afgestuit op den onwil van verschillende onderwijzers, die er niets voor voelden zich daarvoor druk te maker. Ik vina dat iammer arnica, 't Is waar het zijn drukke dagen en hét valt niet mee zjooiets te organiseeren en u't te voeren, maar het gr.at toch cm onze jeugd en het gaat toch om Oranje! Als zoo op enkele vlekjes wijs amice, den moet ge daaruit niet afleiden dat ik niet zou hebben genoten. Het tegendeel ia het gevaL In 't geheel genomen zijn de feesten uitstekend geslaagd r.n a's we re kening houden met de gemengde bevol king, dan is er in vele opzichten reden om met vohloen'ng op die feestdagen terug te zién. We hebben feest gevierd, amice, maar van feesten kunnen we tenslotte n et le ven. Er moet gewerkt worden. Gn werkt ook en vooral in verband met de komende verkiezingen. 't Zal er kraken, het voegend jaar. De aanvallers zul'en op hun post. zijn, geloof dat maar. We zullen 't hard te verant woorden hebben. Mee.r dan anders zal het er nu op aan»» komen of we onze roeping verstaan, of. we wél waarlijk trouw» zijn aan onze belliide- nhs. ATs dat het geval is, dan zul'en we ons zeker niet onttrekken, maar zullen we een iedor naar vermogen meewerken om het A. B. vaandel hoog te houden. Sommige men.schen leven in d't opzicht zoo gemakkelijk. ÏÏe „voelen" niet voor pol'tiek en ze meenen dat zö daarmee van de zaak af zijn, dat ze daarmee aan hunne roeping hebben Voldaan en dat ze daarmee hun nietsdoen voor God en men schen kunnen - verantwoorden. Anderen hebben weer andere redenen om zich achteraf té houden. Redenen vaak van persoonlijken aard. die ze gewichtig ge noeg achten om door hun nietsdoen te spelen in de kaart van den vijand. Dat is droevig amice. Het verzwakt r>nze kracht. Het geeft den vijand reden om t© juichen. Het is oorzaak dat de Naam van God wordt gelasterd en Zijn volk gehoond en dat- hét gebed onmogelijk wordt ge maakt. Laten we toezien. En all5 we op d t ge bied schuldig staan, in welk opzicht dan ook, laten we dan ons zelf overwinnen en ons steilten in den dienst niiet van men schen maar van God voor Witens eer© wij zeggen te strijden. [VERITAS, f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 6