fAan hel efnde der Week
li H groote nieuws van de afge'oopen
"week is de val van de Arbeider s-
regeering in Engeland.
Voor de elfde of twaalfde maal sinds
haaT optreden leed zij een nederlaag, en
dit gaf thans aanleiding tot een politieke
crisis.
Den stoot hiertoe gaf een betrekkelijk
Cnl?eteekenend fed't: d© tegen een commu
nistisch en publicist ingestelde rechtsver
volging, die later weer ingetrokken weTd.
Doch dn zooverre weer niet onbelangrijk,
fels da.t het hier gaat om de majesteit van
bet recht en de onafhankelijkheid der
rechtsspraak.
Toch is het well niet te verwachten, dat
dit geval de iinzet der a.s. verkiezingen zal
Zijn.
De eigenlijke oorzaak der crisis ligt die
per.
MacDonald zal het wel bij het rechte
eind gehad hebben, toen hij op het congreis
zijner partij verklaarde, dat de liberalen en
Conservatieven tezamen overeengekomen
waren, de regeering ten val te brengen.
Aan den anderen kant is het ook weer
ïret onmogelijk, dat zij min of meer met de
zaak verlegen zitten, nn zich die zoo ont
wikkeld heeft.
1 Ging eigenlijk in dezen strijd om het
concept-verdrag met Rusland.
Daartegen richtte Zich de oppositie in
het land, terwijl de Arbeidersregeerimg het
verdrag wilde aangenomen zien zoo als h'et
daar lag, zonder esentieele wijzigingen er
Sn aan te brengen.
Ware dan ook niet dioor dit toevallige
fe:t een einde gekomen aan het bewind
der Arbeddersre,geering, dan was haar ein
de toch spoedig gevolrd, en wel bij de be
handeling van hét Britsch-Rnssisehe ver
drag.
Het is overigens, zoowel voor Engeland
als voor Europa in het algemeen
zeer te betreuren, dat deze c-risis ge
komen is en dat de -Arbeidersr*\geering
baar zegenrijk werk ontijdig moest afbre
ken
Want MacDonald heeft in de ongeveer
9 maanden, dat hij premier geweest is,
dag en nacht gewerkt voor het herstel van
Europa.
Dat er tusschen de» verschillende mo
gendheden langzamerhand vriendschappe-
Jijker verhoud:ntg©n zijn ontstaan én dat
men thans voor 't eerst na bijna 5 jaren
oorlog en evenveel jaren „vrede", dé han-
dpn ineenslaat om gezamenlijk den „we
deropbouw" van Europa tot stand te bren-
0 gen. ig voor het grootste deel Zijn werk.
Evenzoo dat er in de- llaaMé weken een
verrassende overeenstemming was ondier
d° natiën teneinde te komen tot beperking
der bewapeningen en oplossing van ge
schillen door arbitrage.
Terwijl het mede aan hem te danken
wa.s, dat Sovjet-Rusland geleidelijk van
uit znjn geïsoleerde positie vandaan
kwam en ook zijn plaats begon in te ne
men in den kring der volkeren.
Wanneer wij d'an ook de balans opmaken
van hetgeen d'e Arheidersregeeriing in En-
gelard verricht heeft gedurende haar be
wind. dan kan ons oordeel niet fender's dan
gunstig zijn.
Z'j heeft veel en goed werk verricht, en
laten wij er daf bijvoegen, van epecifiek-
socialistische maatregelen ié niets geble
ken.
Integendeel, haar daden gingen veelal!
vierkant in tegen de woorden van wat
zich in Holland de „Arbeiderspartij"
no-mt.
Toch moeten we één ding niet vergeten.
In één opzicht is de ATheadcrtSTr.geering
inkort geschoten, al kon diit moeiVjk an
ders.
Tren zij aan het bewind kwam. was de
inzet der verkiezingen geweest: de werk-
o sh ei dsbestri jdi ng.
Baldwin had gemeend door de vevhoo-
ging der tarieven in die richting verbete-
r'ng te kunnen brengen, doch de meerder
heid der kiezers sprak zich uit tegen de
conservatieve regeering.
Toen tb ad de Arbeiderspartij op en was
ide verwachting, d'at zij voor werkgelegen
heid zou zorgen.
Doch wie dit verwachtten zijn bedrogen
ui (gekomen.
Het is well gebleken d at het maatschap-
pel'jk lever: ten eenenmale ontsnapt aan
dc macht van mensohen.
Toch zal de hetere verstandhouding tus-
feclrïn de volken op den duur blijken, ook
niet zonder invloed te zijn op hét ontstaan
van een gezond economisch leven.
Want zal ooit weer een tijdperk van
©en,:ge welvaart voor de wereld aanbreken,
dan is hét toch in dé eerste plaats nood'ig,
Idat de volken weer allen de plaats ilnne-
mon, waarop zij recht hebben in het groote
organisme deT memschheid.
En daartoe te hebben meegewerkt, zal
ook steeds de verdienste blijven van Mac
Donald.
Laat ons daarom hopen, dat hij ver
sterkt uit dén verkiefeingsstrijd te voor
schijn treedt en dat het hier slechts was
©en reculer ponr mieux sauter.
Een soortgelijken wensch spreken wij
tiit voor de Nederlandsc'he vliegeniers, dié
verleden week den vliegtocht naar
n d d begonnen en die na weinig© da
gen reeds een malheur kregen, waardoor
het welslagen van dezen tocht dubieus is
geworden.
Zij moesten hun vlucht afbreken en
aan voortzetten kan voorloopig niet worden
gedacht.
Gelukkig laten zij zich door dozen tegen-
fepoed niet ontmoedigen en zijn zi'j voor
nemens, zoo spoedig mogelijk opnieuw te
beginnen.
Het betreft hier een onderneming, waar-
bi» de nationale eer op het spel staat.
Het blijkt, dat <&r !n onzen tijd nog al
fa jd mannen gevonden worden, dié iets
durven te ondernemen, die zooalé eertijds
'hun voorouders op het Water, nu d'oor de
lucht nieuwe wegen zoeken.
Mogen hun durf en ondernemingsgeest
niet beschaamd worden!
b
De meest gevoelige huid laat zich volstrekt Pijnloos Scheren, door de baard*
oppervlakte vóór het inzeepen éérst in te wrijven met een weinig PUROL.
DE HETHIETEN.
Eeni van d© belangrijkste vondsten dér
laatst© jaren zijn de opgravingen te Bog-
haz-Keui in Klein-Azië in de jaren 1906
en '07, die een geheel nieuw licht wierpen
op de geschiedenis van Voor-Azië, ja van
het geheele Oosten.
De bekende archeoloog Prof. Hugo
Winckler ontdekte daar de hoofdstad
van een rijk der Hethieten, dat reeds om
streeks het jaar 2000 vóór Christus een
koogen kultuurtrap had bereikt en een
daaraan evenredige rol heeft gespeeld in
de wereldgeschiedenis.
Tot voor 5n kleine twintig jaar geleden
wisten we weinig van dit volk. eigenlijk
nieit veel meer dan we in den Bijbel van
lien lezen. Want in de Heilige Schrift ko
men zij meermalen voor, én wij willen be
ginnen met de Bijbelsche gegevens betref
fende hen na te gaan.
Vooreerst worden zij vaak genoemd in
de vele opsommingen der voorisraelitische
bewoners van Kanaan b.v. Gen. 15: 18
e.v., waar God aan Abram belooft: „Uwen
zode heb ik dit land gegeven, van de ri
vier van Egypte af tot aan de groote ri
vier de rivier Fxathden Keu iet, en den
Keniziet, en den Kadmoniet, en den H e-
t li iet, en den Fereziet-, en de Befalten,
en den Amoriet, en den Kana&niet, en
den Girgasiet, en den Jebusiet".
Doch reeds in de volkerentafel van Gen.
10 lezen wij van He tb als van den zoon
van den goddelcozen Kanaan, die door
Noach vervloekt was.
Toen Sara te Kirjath-Arba, het latere
Hebron, gestorven was, kocht Abraham
van Efron, den Hethiet. en diens stam-
genooben, de ,yzonen Heths", dien ak
ker met de spelonk van Machpéla tot een
erf begrafenis (Gen. 23.)
Ezan nam zich volgens Gen. 26: 34 tot
vrouwen Judith, de ^dochter van Beëri den
Hethiet en Basmath. de dochter Elons
des Hethiets, en deze „dochteren
Heths" waren l6aak en Rebekka eene
bitterheid des geestes.
Onder degenen, die bij David waren in
de woestijn Zif was volgens 1 Sam. 26: 6
Achimélech de Hethiet, terwijl Uria^
de echtgenoot van Bathséba, eveneens tot
dit volk behoorde en in 2 Sam. 11 en 12
voortdurend genoemd wordt: Uria de
Hethiet.
In den tijd van Salomo was er een le
vendige hapdel in paarden ,,voor alle ko
ningen der-Hethieten" (1 Kon. 10: 29)
en onder de vreemde vrouwen, die Salomo
liefhad worden in 1 Kon. 11:1 benevens an
dere ook de Hethietische genoemd.
Wanneer onder koning Jora-m Samaria
dooT de SyriërB belegerd wordt en do
Heere hun heir verschrikt door het een
geluid van wagenen en een geluid van
paarden, het geluid eener groote heir-
kracht te doen. hooren, zeggen zij de een
tot den ander: „Zie, de koning Israëls
heeft tegen ons gehuurd de koningen der
Hethieten en de koningen der Egyp-
tenaren om tegen ons te komen" (2 Kon.
7: 6.) Men ziet uit dezen laatsten tekst,
dat d© Hethieten in dien tijd een wereld
macht waren, die met Egypte in één adem
kon genoemd worden.
De profeet Ezechiel, als hij naar des
Heeren woord Jeruzalem hare gruwelen
bekend maakt. zegt zinnebeeldig tot haar:
uw vader was een Amoriet en uwe moeder
een Hethistische. daarmee bedoelend
dat „hare handelingen e'n hare geboorten
zijn uit het land der Kanaanieten (hoofd
stuk 16: 3 en 45.)
Ten slotte, in Jozua 1: 4, wordt zelfs het
geheele beloofde land, „van de woestijn
en dezen Libanon af. tot aan de groote ri
vier, de rivier Frath." het land der
Hethieten genoemd.
Men ziet hieruit, van hoe groote betee-
kenis de Hethieten voor Palestina waren,
en welk een groote rol zij daar gespeeld
hebben.
Behalve de gegevens van het Oude Tes
tament hadden wij vóór de opgravingen
te Boghaz-Keui nog een andere bron
voor onze kennis der Hethieten, en dat
waren de Egyptische inscripties.
Na de verdrijving der Hyksos was Egyp
te er op uit, veroveringen te maken in
Azië en het was de Farao Thutmoses III,
die omstreeks 1500 v. Chr. Syrië en de na
burige naties tot onderwerping bracht.
En dan lezen wij op de oude Egyptische
monumenten, dat niet slechts Assyrië en
Babylonië. maar ook het „verre rijk der
Hethieten" schatting betaalde aan
dezen vorst.
Na Thutmoses' dood konden de Egypie-
naren zich slechts met de grootste moeite
handhaven in Azië, en heb waren vooral de
Hethieten, die hun de heerschappij be
twistten.
Vooral Ramses II, die omstreeks 1250
v. Chr. regeerde, heeft voortdurend tegen
hen gestreden en met moeite wist hij hen
te verslaan in dén grooten slag bij Kades
aan den Orontes, waar de koning volgens
zijn eigen zeggen slechts door het per
soonlijk ingrijpen van den god Amon aan
den dood ontkwam.
Na dezen slag sloot hij een verdrag
met <3e Hethieten dat door een huwelijk
bevestigd werd en waarbij een nieuwe
grensregeling tusschen de beide machtige
rijken werd vastgesteld.
Onder den zoon en opvolger van 'Ram
ses II begint de inval der „Zeevolken" of
„Noordlanders", zooals de Egyptenaren ze
noemen, en waartoe onder meer ook de
Filistijnen behooren.
Na dezen tijd komen de Hethieten in de
Egyptische opschriften niet meer voor.
Behalve inscripties betreffende de He
thieten vinden wij op de Egyptische tein-
pelmuren ook een groot aantal afbeeldin
gen van Hethietische soldaten.
Nu is het een eigenaardig feit. dat men
^mmige plaatsen in Syrië en door ge
heel Klein-Azië eveneens gedenkteekenen
vindt met voorstellingen van menschen on
goden, die heel veel gelijken op die He
thieten van de Egyptische afbeeldingen.
Bij die afbeeldingen waTen ook teksten,
klaarblijkelijk van de Hethieten afkom
stig, doch die men nog niet kon ontcijfe
ren.
Zoo stond het met onze kennis der He
thieten, toen in het jaar 1906 Prof Hugo
Winckler zijn merkwaardige vondst deed,
waarover wij in ©en volgend artikel zul
len handelen.
ZEDELIJKE MOTIEVEN OF
REVOLUTIONAIR SENTIMENT?
Naar aanleiding van het bekende debat
in den Haagschen Dierentuin tusschen
Prof. van Erubden en generaal Snijders,
schrijft onze N. H. Crt.:
„Vastgesteld mag worden dat het
Hoofdbestuur van den vrijz.dem. Bond er
alles op gezet had om uit' deze meeting
een propagandistisch slaatje te slaan.
Overduidelijk bleek dit wel uit de rede,
waarmede de voorzitter de hoogst onrusti
ge vergadering poogde te sluiten. Te mid
den van het herig tumult trachtte hij zijn
vooruit opgeschreven sluitingsspeech voor
t© lezen, waarin n.b. de tirade voorkwam,
dat de vergadering als uitmuntend ge
slaagd viel te beschouwen!
Nu we rustig achter het brultournooi
staan, zullen weinigen durven volhouden,
dat van vrijz.-democratisch succes met
recht kan worden gesproken.
Immers is komen vast te staan dat de
bijeenkomst zakelijk een mislukking is
geweest. Een groot deel der vergaderden
luisterde niet naar argumenten. Bij de
weerlegging van de zeer tendentieus© rede
van prof. van Ëmbden die zich boven
dien aan onvolledig citeeren schuldig
maakte demonstreerden deze lieden het
geweld van den „grooten bek", hanteerden
de „wapenen der barbaren."
Wil men het gebeurde juist taxeeren
dan dient vooral nadruk te worden gelegd
op de' zielkundige beoordeeling van deze
massale bijeenkomst.
Uit dit oogpunt is zij er een geweest
van de meest gevaarlijke soort. Giftig
zaad is er gestrooid, dat bij een deel der
aanwezigen in geestelijke broeikasatnics-
feer welig en snel opschoot, 't Is om die
reden, dat we ons veroorloofd hebben aan
de recensie van het gebeurde enkele kras
se kwalificaties te wijden. Bij diepere be
schouwing, die meet doen zien. dat ge
poogd werd hoogst verderfelijke, de over
heid in haar wezen aanta-stende beginselen
onder ons volk ingang te deen vinden,
was zulks geenszins misplaatst. Achter den
voor sommigen misschim fraaien schijn
scholen denkbeelden, die op christelijk
standpunt nooit te aanvaarden zijn, om
dat zij loochenen de leiding Gods in de
historie en niet i God, maay den menseh tot
centrum der levensbeschouwing hadden.
Dit duidelijk te doen uitkommen, was ou-
ze bedoeling; ,we hebben, ongetwijfeld
eenigszins cru, precies gezegd zooals we
de dingen zagen. Zulks kan wel eens noo-
dig zijn. „Reformeeien is soms al de din
gen bij hun nóam te noemen."
Dat we principieel niet hadden misge
tast. is later door „het Volk" allerduide
lijkst bevestigd.
Men heeft daarin kunnen lezen de uit
spraak: „als de^e menigte eens wapenen
bezeten had!"
Scherper vonnis is welhaast ondenkbaar.
In die woorden toch typeert het roode
hoofdorgaan de kern van d© psychologi
sche stemming, die overhee: schend was,
volkomen naar waarheid.
Als deze menschen eens wapenen beze
ten hadden
Dan waren er ongelukken gebeurd.
Dan zou deze redelooz© massa tot mis
daden kunnen zijn vervoerd.
Dan zou het geweld de hoogste macht
zijn gebleken voor deze ontwapenaars.
Dan zou voor ieders oog zijn gezien,
dat niet zoozeer hoog-zedelijke motieven,
als wel revolutionair sentiment de drijven
de kracht in deze zielen is.
DanMaar waartoe meer?
Wie niet ziende blind is voor de geva
ren van de lichtzinnigheid van vele ont
wapeningsapostelen, zal 't met ons eens
zijn, dat er alle aanleiding was. om met
alle kracht te waarschuAven en op het ge
beurde zoo schel mogelijk het licht te doen
vallen.
De verleiding om op heb revolutionaire
pad af te dwalen is zeer groot en vindt in
het menschelijk hart zoo licht een stillen
bondgenoot.
Ned. Mil. Bond.
Naar gemeild wordt heeft de heer Jac.
van Oversteeg te, Amsterdam, wegens
voortdurende ongesteldheid ontslag geno
men als lid van het hoofdbestuur van den
Néd. Militairen Boud.
Chr. verzorging Van zenuwlijders.
Het bestuur der Vereeniging tot Ohr.
verzorging van Zenuwlijders in Neder
land heeft op diens verzoek aan Dr. D.
Schermers eervol ontslag verleend we
gens gezondheidsredenen, als geneesheer-
directeur van het Ghr. Sanatorium té
Zeist, tegen. 31 December a.s. en heeft als
zoodanig benoemd Dr. C. W. Scheffer,
thans eerste geneesheer aan de stichting
Veldwijk te Ermelo.
De Blue-Band-zaak.
Van wélingelichte zijde verneemt het
Gorr. Bur., dat de Staat, ten einde een
prinoip'ee'e beslissing in deze uit te lok
ken, thans besloten heeft, alsnog in hooger
beroep te gaan van de uitspraak dn kort
geding, door den president van de Avron-
diseraentsrechtbank te Den Haag in de
Blue-Band-kwestie gewezen.
Wijziging Bezoldigingsbesluit.
Thans is het ontwerp-besluit tot wijzi
ging van het Bezoldigingsbesluit voor de
burgerlijk© rijksambtenaren van den Raad
van Staten, waarheen het om advies ge
zonden was, terug ontvangen.
Het Tweede Kamerlid Boon.
Het lid der Tweede Kamer, de heer
Boon, woonde gisteren na een langdurig©
ongesteldheid voor het eerst weder de ver
gadering dier Kamer bij,
Onbruikbare zilverbons.
De Minister van Financiën maakt be
kend, dat in de maand September jJ. bij
de Algemeen© Rekenkamer zijn overge
bracht: 400.000 stuks onbruikbaar géwor
den zilverhons van f 1 van den bij K. B.
van 19 Februari 1920 (Staatsblad no. 82)
bepaalden vorm; benevens 1.200.000 stuks
onbruikbaar geworden zilverbons van
f 2.50 van den bij K. B. van 14 Juni 1918
(Staatsblad no. 357) bepaalden vorm.
INGEZONDEN
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)
Toevlucht v. Jeugdhulp.
Met blijdschap deelt het'bestuur van de
vereen, voor Chr. Jeugdhulp mede, dat de
toevlucht voor meisjes en kinderen weldra
geopend zal kunnen, worden. Een direc
trice is gevonden, eveneens iemand, om
haar ter zijde te staan. De meubileering
etc. nadert de voltooiing, dank zij de hulp,
ons in allerlei vormen geboden. Er ont
breekt nog wel veel, maar wij hopen, ook
daarin te kunnen voorzien. De min of meer
officieel© opening is bepaald op Dins
dag 21 Oct. a.s., des namiddags te 3
uur, waarbij Prof. van Nes een openings
woord hoopt te spreken. Het is ons niet
doenlijk, allen, die ons behulpzaam waren,
afzonderlijk uit te noodigen; daarom rich
ten wij langs dezen weg tot allen, die
ons op een of andere wijze geholpen heb
ben, de uitnoodiging op genoemd uur te
komen in de Toevlucht, Utr. Jaag
pad 20. M©n zal dan kunnen zien, wa-t er
verricht is door de leden van Patrimonium,
die zoo trouw voor ons gewerkt hebben;
wat wij gedaan hebben met alles, dat ons
gegeven werd; en hoe het tehuis er uit
ziet, dat wij aan dwalewden en hulpbe
hoevenden willen verschaffen. Wij hopen,
dab velen van deze uitnoodiging gebruik
zullen maken, en ons ook op deze wijze
toonen. dat onze arbeid hunne belangstel
ling heeft.
Het bestuur
Mej. H. Eigeman, Pres.
Mevr. Otto, Pennipgm.
Mevr. Prof. v. Nes.
Mevr. Vros.
Mej. Hofman.
Mej. M. v. El dik.
Mevr. Boon (Oegstgeest.)
Mevr. Boeschoten, Secr.
De volgende week hopen wij weder op
gaa-f van giften te geven; moge het een
lange lijst wordenWij hebben groote be
hoefte aan gascomforen groot en klein;
en aan een petroleumkachetlje; heeft
iemand die soms voor ons?
Stalling voor de woonv/agenpaardjes.
De volgende toezeggingen of bedragen
kwamen reeds binnen, vanMevr. K. f 10;
Mej. L. f 8,50; Mevr. I. f 25; den heer P.
f 100; Mej. L. f 25; Mevr. de G. f 25; den
heer B. f 10; Mej. v. d. K. f2; den heer
P. f 25 en f 10; den heer v. T. f 25; totaal
f 259.50.
Een mooi bedrag, maar de bouwsom is
nog veje malen grooter.
Wie steunt nog meer? Verantwoording
volgt en zoodra wij het maar even finan
cieel aandurven, gaan wij bouwen. Wie
dus wenscht, dat er nog vóór den winter
een stalb'ng komt, zétte nu zijn sympathie
in een bijdrage om.
HUGO VAN POELGEEST,
Penningm. afd. Leiden en O.
van de Ned. Ver. tot Besch.
van Dieren.
9 October 1924.
„Oudrzorg" Leiderdorp, Telef. 1135.
LPBSCHE PENKRASSEN
Amice.
De feesten in verband met de herden
king van het beleg en het ontzet van Lei
den behooren weer tot het verleden. En
dat is maar goed ook. Want lioe goed het
ook mag .zijn dat de dagétijkscho gang
van het lieven eens een oogenblik wordt on
derbroken, toch moeten dergelijke d ingen
niet te lang duren en niet al teveel tijd in
beslag nemen.
De feestelijkheden zijn feitelijk reeds
begonnen op 26 September toen de Win
kelweek geopend werd en dat heeft voort
geduurd tot 4 October zoodat we bijna tien
dagen 5tn een soort feestroes hebben ge
leefd.
Fm iöt meen te mogen zeggen, dat ér
véél genoten is ook. Het wandelen door
'n versierde stad en hoeveel werk had
men in sommige buurten van de versie
ring gemaakt is op zichzelf al een ge
not. Met name onze vrouwen dié uitter-
aard in die dingen toch altijd nog het
meest belangstellen, hebben kunnen genie
ten van d.e prachtige étalages en van de
keur van goederen dié daarin ten toon
werd gesteld.
Hét eerste doel, van de winkeliers, te
toonen dat Leiden als winkelstad er zijn
mag, is naar het mij voorkomt tenvolle
bereikt. Mij dunkt er kan geen enkele gel
dige reden worden aangevoerd, waarom
dé ingezetenen niet hieT in Leiden hunne
imkoopen zouden doen en ik heb goede
hoop dat die indruk ook voor de be wou ere
van d'e dorpen in de omgeving as versterkt.
Een andere vhaag is of de winkeliers van
de moeite en kosten die ze zich hebben ge
troost veel directe voordeelen hebben ge--
had. De indruk dien ik daaromtrent gekre--
gen heb is niet ouverdeeld-gunstig. Aan.
kijkers was geen gebrek maar het aantal
koopers had naar het mij voorkomt wel
grooter kunnen zijn.
Voor een deel is dit méde te danken
aan de wijze waarop de 3 October-fees ten
gevierd werden. Ik denk hierbij speciaal
aan de kermisvermakelijkheden en alles
wat daarmee in verband staat.
Het heeft n.l. het bestuur der 3 October-
vereeniging goed gedacht een complet©
kermis te organdseeren of althans aan de
feestelijkheden te verbinden. Leiden werd
als door kermisgasten overstroomd. En
wie nu ook te klagen mogen hebben, die
heeren zeker niet. Er is geloot en gewed,
getold en gedraaid en weet ik het wat al
meer, op een schrikkelijke manier.
Toevallig hoorde ik een eenvoudig huis-»
moedertje vertellen dat ze zeven gulden
had uitgegeven aan lootjes voor een pop.
Dat gaat zoo ongemerkt. Men neemt een
lootje en nog een en nog een, tot mem
eindelijk tot de ontdekking komt, dat men
nog nooit een pop zoo duur heeft betaald.
Een andere vrouw hoorde i'k na, afloop
klagen, dat het toch zoo'n dure week was
geweest. Ze had een paar kinderen en och,
zoo vertelde ze, wat doe je dan met twintig
gulden.
Er. is heel wat geld stuk geslagen dezer
dagen. Maar daarvan met ui'tzondéririg
dan van enkele vakken als hakkers, sla-»
gers enz. hebben onze middenstanders
niet veel geprofiteerd. Zelfs lb het niet on-s
mogelijk dat ze omdat de koopkracht van
©en deel van het publiek uitgeput is, meer
oveT slapte enz. moeten klagen dan ge-i
woonlljk. Het i:s toch voor een deel hun
geld dat bij de kermisgasten waarvan
o.a. een verklaarde dat hij nu dezen: winter
weer onder dak was is terecht geko»?
mem.
Ik vind dat jammer, amice en dat is een
van de redenen waarom dk het betreur,
dat aan de kermisvermakelijkheden eed
zoo groote plaats werd ingeruimd.
Nu wil ik voorzichtig zijn amice en niet
al te hard klagen, omdat we hier voor een:
deel zelf schuldig staan. Als ik mij niet
vergis telt de 3 October-vereenigiing een
zes a zeven duizend leden. Een groot deel
van die leden behoort tot dat deel der be
volking. dat op een Christelijke -levens-
openbaring prijs stelt en dat van het ker
misvermaak zeker niet ged'end is. Maar
als nu die léden van de vergaderingen
weg blijven, hun invloed niet laten gelden
en het bestuur geheel do vrije hand laten,
dan heeft het weinig zin om achteraf te
klagen dat niet meer met onze opvattin
gen rekening is gehouden.
Wat een genot was het, amice, dat we
H. M. de Koningin met den Prins een dag
in onze stad mochten hebben. Alleen blijf
ik het betreuren, dat met name onze kin
deren daarvan niet meer hebben genoten.
Dom- de getroffen regelingen en door H.
M bij het openluchtspel oen paar uur op
een afgezonderd terrein te houden, was do
gelegenheid om d° Kompgin te zien yoor
veilen al heel perirn
Dat had heet' --uiers kunnen gaan en
naar mim bescheiden meening ook moeten
gaan. Waarom niét ik heb daarop
reeds eerder gewezen een regeling ge
troffen zoodat heel de Leidsche jeugd
langs Hare Majesteit had kunnen defile©*
ren Dat zou heel wat meer vo1 doening
hebben gegeven zoowel voor de Koningin
als voor de Leidsche jeugd.
Naar ik hoorde zijn er nog krachtige
pogingen gedaan om iets in dien geest te
doen en had ook'het bestuur der 3 Octo
ber-vereeniging offtotous zijne medewer
king toegezegd, maar is men afgestuit op
den onwil van verschillende onderwijzers,
die er niets voor voelden zich daarvoor
druk te maker.
Ik vina dat iammer arnica, 't Is waar het
zijn drukke dagen en hét valt niet mee
zjooiets te organiseeren en u't te voeren,
maar het gr.at toch cm onze jeugd en het
gaat toch om Oranje!
Als zoo op enkele vlekjes wijs amice,
den moet ge daaruit niet afleiden dat ik
niet zou hebben genoten. Het tegendeel ia
het gevaL In 't geheel genomen zijn de
feesten uitstekend geslaagd r.n a's we re
kening houden met de gemengde bevol
king, dan is er in vele opzichten reden om
met vohloen'ng op die feestdagen terug te
zién.
We hebben feest gevierd, amice, maar
van feesten kunnen we tenslotte n et le
ven. Er moet gewerkt worden. Gn
werkt ook en vooral in verband met de
komende verkiezingen.
't Zal er kraken, het voegend jaar. De
aanvallers zul'en op hun post. zijn, geloof
dat maar. We zullen 't hard te verant
woorden hebben.
Mee.r dan anders zal het er nu op aan»»
komen of we onze roeping verstaan, of. we
wél waarlijk trouw» zijn aan onze belliide-
nhs.
ATs dat het geval is, dan zul'en we ons
zeker niet onttrekken, maar zullen we een
iedor naar vermogen meewerken om het
A. B. vaandel hoog te houden.
Sommige men.schen leven in d't opzicht
zoo gemakkelijk. ÏÏe „voelen" niet voor
pol'tiek en ze meenen dat zö daarmee
van de zaak af zijn, dat ze daarmee aan
hunne roeping hebben Voldaan en dat ze
daarmee hun nietsdoen voor God en men
schen kunnen - verantwoorden. Anderen
hebben weer andere redenen om zich
achteraf té houden. Redenen vaak van
persoonlijken aard. die ze gewichtig ge
noeg achten om door hun nietsdoen te
spelen in de kaart van den vijand.
Dat is droevig amice. Het verzwakt r>nze
kracht. Het geeft den vijand reden om t©
juichen. Het is oorzaak dat de Naam van
God wordt gelasterd en Zijn volk gehoond
en dat- hét gebed onmogelijk wordt ge
maakt.
Laten we toezien. En all5 we op d t ge
bied schuldig staan, in welk opzicht dan
ook, laten we dan ons zelf overwinnen en
ons steilten in den dienst niiet van men
schen maar van God voor Witens eer©
wij zeggen te strijden.
[VERITAS, f