Dagblad voor Leiden en Omstreken. NIEUWE LEIDSCHE COURANT ffi¥ERï E N TIE-PRIJb (Gewone advortentiën per regel 22J/2 cent: Ingezonden Mededeelingen, dubbel tariefi ;^ij contract, belangrijke reductie. iKlelne advertontiën bij vooruitbeta- \|ling van ten hoogste 30 woorden, worden •Hageliiks 'grenlaatst ad 50 cer.t. 5de JAARGANG. - DONDERDAG 9 OCTOBER 1924 - No. 1332 Bureau: Hooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 'ABONNEMENTSPRIJS it Itldn et btütt Ltldea waar agtnii* jsrestljd zij» Per kwartaal. Per weekf 0.1 Franca per post per kwartaal. f 2.9i Een millioen verdiend. r Het behoort wel tot de zeldzaamheden Slat iemand een millioen verdient. Het aantal miliionairs ia al «zeer gering, maar nog zeldzamer komlt heb voor dat in een korten tijd een millioen verdiend fword't. En als dat een enkele keer het geval a's, ]dan wordt daar meestal niet veel goeds /van gezegd. Wanneer groot© maatschappijen die met reusachtige kapitalen werken eens een ex- [tra hoog dividend uitkeeren, dan is een zeker deel van de pers er als de kippen hij om duidelijk te maken, hoe ongelijk !het kapitaal toch dn do wereld verdeeld K's, en er de aandacht op te vestigen dat (dergelijke kapitalen -toch eigenlijk door de iarbeiders verdiend worden. En de critiek is lang niet altijd onge^ ferond. 1 Er is vaak misleiding in liet spel. Op zettelijk wordt vaak verzwegen dat hoogo jdivildenden eerst bereikt worden nadat ieen groot deel van het oorspronkelijke ka pitaal was afgeschreven of dat liet uitkee- ringen hetreft op aandeelen die tegen hoo- ige koersen werden verhandeld, zoodot het (percentage dat men van zijn geld ontvangt betrekkelijk gering is. Dat moet niet uit het oog worden vérlo- £ren. Maar dan blijft Soefi het 'feit, dat die Critiek vaak gegrond is, en dalt inderdaad jgroote kapitalen worden opgestapeld ten (koste van de arbeiders. Het zal echter wel' zelden voorkomen, 53at op een zoo schandelijke wijze met de •belangen der arbeiders door een groot kapitaal-heziitter wordt omgesprongen, als 'door den heer S'tenhui.s, de voorzitter van Ihet roode Vekverbond, te 's GraVenhage twerd medegedeeld. Het geval is te leerzaam dan dat We ear geen melding van zouden maken. Men hermnert zich wat in Twente ge beurde, hoe daar een uitsluiting plaats ,vond. die gevolgd werd door een staking, [georganiseerd door het socialistische N. (V. V. Die staking was feitelijk reed's Verloren Soen ze begonnen werd. Een i'eder zag het aankomen dat-de ar- ibe'dears het loodje zouden moeten leggen. Maar het roode Vakverbond wilde van ige°n opgeven weten. Dag aan da,g werden de arbeiders met fovërwinningsber'cliten gepaaid en zoo tot Volhouden geprikkeld. Ontzettende ontberingen hadden de ar beiders zich te getroosten. De stakingsuitkeeringen waren zóó liaag, dat het voor de menschen onmogelijk was Jer van te leven. Gehele gezinnen werden verwoest. Vaak werd het huisraad verkocht of ver spand. De kinderen loden honger. Allertreurigst werd het bestaan van VeV arbe-'ders. En eerst toen de nood zoo hoog liep, dat rde arbeiders eenvoudig niet meer waren te houden, werd door de heeren van het Vakverbond het sein gegeven weer aan het .werk te gaan. Dat was op zich zelf reeds een groot 'soli au daal. Willens en wetens, werden 'dié „fie- Iwnste" arbeiders in de ellende gedreven. En toch was dat niet het ergste. Veel meer ergerlijk is nog wat de lieer ui lm is te 's Gravenhage meedeelde. Triomfantelijk werd verteld, dat heit TT. |V. V. dat de Twentsche arbeiders liet verhongeren een vermogen bezit van ia r h t millioen gulden. En er wunJ aan toegevoegd dat alleen laan de Twentsche stuking een mil lioen verdiend werd. Tnplaafs van do hongerende arbeiders te helnen, werd een millioen itn de istrijdkas gestort. Van de „kapitalisten" is veel IcwaacTs feezegd. Maar wat deze socialistische kapiitalis- ïe dorst te bestaan is toch zeker wel het jtooDunt. En een leerzame bijdrage tevens, wakar- fuit blijkt wat de arbeiders van do 'onmeo- idogenlooze socialistische kapiJtalistenbe- istrijders hebben te vctwachten. STADSNIEUWS. DE KNOEIERIJEN BIJ DEN BOUW VAN HET ACADEMISCH ZIEKENHUIS Vandaag is door de Haagsche Recht- bank voortgezet do behandeling van de zaken, welke betrekking hebben op de bij den bouw van het Academisch Zieken huis te Leiden gepleegde malversaties. Zooals men zich zal herinneren, deelde /het O. M. bij de Haagsche Rechtbank in 'zijn requisitoir bij de eerste behandeling mede, dat de voornaamste van de aan het plicht gekomen feiten eerst in het najaar konden worden behandeld. Zulks geschiedt thans en vandaag zul len terecht staan 'A'. A. van T. en G. van /it) en morgen de rijksbouwmeester J. A. ÏW. V. en J. M. de G. Do beklaagden KJpulIen onderscheidenlijk worden bijge staan door Mrs. Nijsingfi, Rolandus, Ha- "loorn, van Kuyk en D. van Houten. A Aan dm beklaagde, fA\ y. Tienh'ovén, 'geboren 27 Mei 1876 te *a Gravenhage, 'zonder beroep, wonende te Oegstgeest, thans gedetineerd in het Hui's van Bewa ring te 's-Gravenhage, is in de dagvaar ding ten laste gelegd, dat hij: I. to 's Gravenhage, althans rn hef ar rondissement 's Gravenhage, op twee ver schillende tijdestippen in het jaar 1919, telkens opzettelijk gebruik beeft gemaakt van de hieronder te omschrijven vaüscihe, althans vervalschte geschriften, als waren deze echt en onverval'scbt, terwijl uit dat gebruik eenig nadeel kon ontstaan, heb bende bij immers in of omstreeks Juni 1919 en in of omstreeks Julli 1919 opzet telijk valschelijk telkens een declaratie wegens be't leveren van lieimasten ten be hoeve van bet scheikundig laboratorium te Delft aan den Staat der Nederlanden, resp. ten bedrage van 90.912 gulden cn 93.088 gulden, welke declaraties de be klaagde voor deugdelijk en onvergolden had verklaard, en met zijn naam onder teekend, en op welke declaraties valsche lijk de verklaring van den rijksbouwkun dige voor de gehouwen van onderwijs enz. Was gesteld, en door deze op of onvstreeks voormelde tijdstippen was enderteekend, dat het in de declaratie vermelde was ge schied op zijn mondelingen last, onder de bepalingen, vervat in de in afschrift daar bij gevoegde verklaring, dat de oplevering beliooTl'jk had plaats gehad en zonder af wijking van de bovenbedoelde bepalingen en dat de declaraties derhalVe dqor hem werden goedgekeurd tot de lilervoren ge noemde bedragen van 90.912 gulden en 93,088 guldein, respectievelijk, althans do onder zijn vorenomschroveii declaration gestelde valsche verklaringen van den Rijksbouwkundige, zooals deze hiervoren zijn omschreven, aan het Departement van Onderwijs. Kunsten en Wefenlscbop pen Ingediend of door Willem Bernardus Schildwacht, commas bij de Rijksonder- Wijsgebouwen of door één of meer ambte naren, werkzaam op dat Departement doen 'indienen, en daarop de in die geschriften genoemde bedragen van de Staat der Ne derlanden te ontvangen, zulks hoewel be klaagde wist, dat hi j in de declaration ver melde leveringen niet had gedaan, dat hij ,'geen recht of aanspraak had op de< in d:e declaration genoemde bedragen en dat de verklaringen van den Bii ksho'uwk 11 ndfge valsch on in strijd met de waarheid wa ren zijnde in verband met art. 28 van de Wet van 5 October 1841 de voornoemde Rijksbouwkundige gerechtigd en belast cm hebbende hij tot- taak om ten aanzien van en met betrekking tot de declaraties als hiervoren omschreven wegens gedane le veringen ïe.n belioeve< van de onderwijsge bouwen een bewijs van oplevering en de verklaringen van onderzoek en goedkeu ring af te geven, en zijn de vorm en in houd van hét hiervoren aangegeven hewiijs van oplevering en de verklaring van on derzoek en goedkeuring van den Rijks- bouwkundige voor de gebouwen van on derwijs enz. vastgesteld en aan deze de be stemming gegeven om voor liet bevoegde gezag tot bewijs te dienen, dat de opleve ring inderdaad was gesohied en da't de de clarant gerechtigd was tot het in dé ver- jklar'mg genoemd bedrag door een voortdu rende gewoonte en gebruik en door de voorschriften opgenomen in 'de volgende stukken, enz.; 1 II. te 's GraVenhage, altlians 5!n hét arrondissement 's Gravenhage in of om streeks 1919 opzettelijk heeft gebruik ge maakt van hét hieronder te omschrijven valsche. althanis vervalsch'fe geschrift, als Ware dit echt en onver val,scht, terwijl uit dat gebruik eenig nadeel kon ontstaan, hebbende hij immers in of omstreeks Mei 1919 opzetelijk valschelijk een declaratie wegens gedane Werkzaamheden en leve ringen ten behoeve van hét Academisch Ziekenhuis aan den Staat der Nederlan den, op welke declaratie dri.e posten voor kwamen, te weten, op 1 April 1919 220 M3. gaszza.nd. op 11 April 1919 362 M3. igrint en 220 M3. rivierzand tot bedragen van resp. 1100, 2896 en 1045 gulden, hoe wel deze leveringen niét waren geschied, Welke declaratie de beklaagde voor deug delijk en onvergolden had verklaard en met zijn naam ondertéekend, en op welke declaratie valschelijk do verklaring van Rijksbouwkundige voor de onderwijsge bouwen eniz. was gesteld, en dezen op of oms'treekl3 voormeld tijdstip was onder- teekend, da't het i|n de declaratie voormel de was geschied op zijn mondelingen last én voor do som, welke daarvoor vóór den aanvang der betreffende werkzaamheden was overeengekomen, dat bij deze overeen komst geenerlei beding was gemaakt, het welk op de betaling van invloed had kun nen zijn, dat de oplevering behoorlijk had plaats gehad en dolt de declarati e werd goedgekeurd tot het bedrag van 17.932.63 gulden, althans de onder zijn voorschre ven declaratie gestelde valsche verklaring van den Rijksbouwkundige, zooals die hiervoren ijs omschreven, aan het Departe ment van Onderwijs, Kunsten en Wetens schappen, ingediend of door W. B. Schild wacht, commircis bij de Rijkisonderwijsge bouwen of door 'één of meer ambtenaren, werkzaam aan dat Departement doen In dienen, en daarop het in dat geschrift ge boomd bedrag van 'den. Staat der Neder landen ontvangen, zulks hoewel hij, be-^ een gift heeft aangnomen van 10.000 gul- i'gdé, wist, 'dat hij de voorschrewetn Ie-= veringen niet had gedaan, dat hij geen recht of aanspraak had op de daarvoor ge declareerde bedragen, en dat de verkla ring van den Rijksbouwkundige valsch Hvas en in strijd met de waarheid; zijnde in verband met art. 28 van de "Wet van 5 October 1841 de voormelde Rijksbouwkundige gerechtigd en belast en hebbende hij tot taak ten aanzien van en met betrekking tot de declaraties als hier voren omschreven wegens gedane leverin gen ten behoeve van de onderwijsgebou wen een bewijs van oplevering en de ver klaringen van onderzoek en goedkeuring af te geven, en zijnde vorm en inhoud van het hiervoren aangegeven bewijs van oplevering en de verklaring van onderzoek en goedkeuring van den Rijksbouwmees ter voor de gebouwen van Onderwij? enz. vastgesteld en aan deze de bestemming ge geven, om voor bet bevoegde gezag tot bewijs te dienen, dat de oplevering inder daad was geschied en dat de declarant ge rechtigd was -tot het in de verklaring ge noemd bedrag, door een voortdurende ge woonte en gebruik en door do voorschrif ten opgenomen in do volgende stukken, enz. subsidiair en voor de telaslelegging on der I te 's-Gravenbage, althans in het arron dissement 's-Gravenbage op verschillende tijdstippen in of omstreeks Mei en Juni 1919, telkens met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoor- deelen, den Staat der Nederlanden, in de personen van den Minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen, van aan dezen ondergschikte ambtenaren aan het Departement, van den Rijksbetaal meester te 's-Gravenhage en andere amb tenaren, belast met de uitbetaling van gel den voor den Staat der Nederlanden, werk zaam in de uitoefening van den dienst, die hun door den Staat der Nederlanden was opgedragen, en als organen van den Staat der Nederlanden voor dezen optra den, deze vertegenwoordigen en verbon den, althans genoemde personen in hun aangegeven hoedanigheid heeft bewogen tot afgifte of het doen afgeven van de bedragen van 90912 gulden 93088 gulden, of van bedragen daaromtrent, althans van assignaties tot die bedragen, doordat bij listelijk, bedriegejijk en in strijd met de waarheid als volgt heeft gehandeld: In een akte, gedagteekend op 10 Maart 1919, doch inderdaad geruimen tijd na dien datum gemaakt, heeft hij verklaard mondeling te zijn overeengekomen! met den Rijksbouwmeester voor de Onderwijs gebouwen omtrent en tot een levering van 7000 heimasten, welke levering zou ge schieden in twee gedeelten, waarvan - de eene partij te leveren in Mei 1919 en de andere partij in Juli 1919. Daarna heeft hij in 2 declaraties respec tievelijk d.d. 30 Mei 1919 en 4 Juli 1919 verklaard, dat hij de overeengekomen hoe veelheid of een hoeveelheid daaromtrent had geleverd en deze declaraties voor deugdelijk en onvergolden verklaard tot de hiervoren genoemde bedragen. Vervolgens heeft hij deze declarties op of omstreeks voormelde dagen bij het De partement van Onderwijs, K. en W. in gediend of doen indienen, welke declara ties, nadat zij valschelijk voorzien waren van de verklaring van den Rijksbouwkun dige voor de gebouwen van Qnderwijs, dat het in de declaratie vermelde was ge schied op zijn mondelingen last, onder de bepalingen, vervat in de in afschrift daar bij gevoegde verklaring, zijnde de hiervo ren omschreven verklaring, d.d. 10 Maart 1919, dat de oplevering behoorlijk had plaats gehad en zonder afwijking van de bovenbedoelde bepalingen en dat de de claraties derhalve door hem werden goed gekeurd tot de hiervoren genoemde be dragen, op zijn, beklaagde's last of met zijn medeweten en goedvinden aan den Minister van Onderwijs, K. en W., ten einde daarop voldoening te verkrijgen, zijn doorgezonden en ingediend, waarop afgifte van voormelde assignaties en uit betaling aan hem, beklaagde, door voor melde ambtenaren van do voorschreven bedragen is gevolgd, zulks hoewel geen levering van heimasten, door hem, be klaagde, zooals hiervoren bedoeld, had plaats gehad en hij geen recht of aan spraak had op de hiervoor genoemde be dragen. Bekl., Gerardus v. Drecht, geboren 2 Maart 1879, bouwkundige, wonende to 's-Gravenhage, gedetineerd in het Huis van Bewaring to 's-Gravenhage, staat vol gens do dagvaarding terecht ter zake dat hij: 1. to 's-Gravenhage, althans in Neder land in of omstreeks 1920 opzettelijk een bedrag van ongeveer elf duizend gulden, toebhoorende aan den Staat der Neder landen, althans aan een ander dan aan hem, bekl., en welk bedrag hij van Johan nes Hendrikus Cornelis v. d. Hurk had ontvangen, ten einde daarmede vorderin gen van leveranciers op den Staat der Nederlanden te voldoen, althans ten einde dit bedrag aan den Rijksbouwmester Vrij man af te dragen en welk bedrag hij uit dien hoofdo onder zich had, wederrechte lijk zich heeft toegeëigend, subsidiair od plaats en tijd voormeld opzettelijk een bedrag van ongeveer 11.000 gulden, dat door valschheid in geschrifte, althans door het opzettelijk gebruik maken van een valsch geschrift als ware bet echt en onvervalscht, terwijl uit dat gebruik eenig nadeel kon ontstaan, was verkregen, uit winstbejag heeft vervoerd, bewaard, al thans verborgen; H. te 's-Gravenhage, althans in Neder land in of omstreeks 1919, terwijl hij was ambtenaar in dienst van den Staat der Nederlanden, te weten districtsbouwkun- dige of architect-afdeelingschef bij den Dienst der gebouwen van Onderwijs, van Anthonie Alexander v. Tienhoven, aan nemer van leveringen en werkzaamheden voor de gebouwen van Onderwijs van den Staat der Nederlanden of van een persoon betalende voor genoemden v. Tienhoven, den, althans van een bedrag daaromtrent, wetende dat dezo gift hem gedaan werd tengevolge, althans naar aanleiding van hetgeen door hem in strijd met zijji plicht, in zijn voormelde bediening was gedaan en nagelaten, hebbende immers bij, bekl., in strijd met zijn plicht in zijn voormelde bediening bij den aankoop ten dienste van het Onderwijs in of omstreeks 1918 voor een bedrag van 153090 gulden of voor een bedrag daaromtrent van een terrein groot 3 H.A. 6 A. en 18 cA., kadastraal bekend gemeente Vrijenbar, sectie G no. 816 en 817 door den Minister van Staat, minister van Binnenlandsche Zaken, handelende voor den Staat der Nederlanden van voor noemden aannemer v. Tienhoven, het aan genoemden Minister of aan den Ambte naar, die deze zaak voor en in opdracht van den Minister behandelde, bedrieglijk en in strijd met de waarheid doen voor komen, dat voornoemde v. Tienhoven bij de aankoop van gemeld terrein van den oorspronkelijken eigenaar alleen en uit sluitend als tusschenpersoon zou optreden, dat deze geheel belangeloos zijn diensten zou verleenen, dat hij. v. Tienhoven, geen voordeel van eenige beteekenis voor zijn tusschenkomst zou genieten, hebbende bij, bekl., verder in strijd met zijn plicht in zijn voormelde bediening opzettelijk aan voornoemden v. Tienhoven middellijk of onmiddellijk gelden verstrekt om den door dezen verschuldigden aankoopprijs voor gemeld terrein aan een derde te voldoen, en hebbende bij, bekl.. vervolgens in strijd met zijn plicht in zijn voormelde bedie ning nagelaten den voornoemden Minister of den Ambtenaar, die dezo zaak voor en in opdracht van den voornoemden Minis ter behandelde te doen weten, dat voor meld terrein door den genoemden v. Tien hoven, ten tijde van de onderhandelingen over den verkoop aan den Staat der Nederlanden, van den oorspronkelijken eigendom was of zou worden aangekocht voor een bedrag van 3.50 gulden per M2. en voor een totaal bedrag van ongeveer 107.000 gulden, dat hij en de Rijksbouw meester of Rijksbouwkundige bij den dienst der gebouwen van Onderwijs Vrij man en de architect-afdeelingschef of dis- trictsbouwkundige bij den dienst der ge bouwen. de Groot, gelden aan voornoem den v. Tienhoven voor den aankoop door dezen van gemeld terrein zouden verstrek ken en hadden verstrekt, en dat het voor nemen bestond, dat ieder hunner van den aannemer v. Tienhoven een gedeelte van het bedrag /an onveveer 45000 gulden, waarvoor de Staat der Nederlanden bij den aankoop van gemeld terrein benadeeld zou worden en werd, zou ontvangen. (Wordt vervolgd.) Critiek en antbcriiiek. Naar aanleiding van het ook door ons overgenomen schrijven van Mej. Zwarten dijk in do N. R. Crt. over liet openlucht spel, schrijft het bestuur der 3 Ocfober- Vereendgiing aan hetzelfde blad: De hoogdravende cri-tiek van mej. J. Zwartendijk in Uw Avondblad van 7 Oc tober j.'l. heeft niet vermocht indruk op mij te maken, cn 't lijkt mij ook het meest geschikt, de geheele beschouwing te laten voor wat ze is. Alleen al daarom niet, omdat de critiek- schrijfster blijk geeft niet eens geheel ter zake kundig te zijn, en zonder voldoende kennis van zaken oordeelvellingen doet en persoonlijk wordt, wat in die omstandig heden m. i. niet te pas komt. Dat alles is nu wel heel gemakkei" jk en goedkoop, maar van een hoogstaand kri- ticus mag men toch anders verwachten. Mag ik mej. -Z. nu eens oven inlichten, betgeen 't Bestuur der 3 October-Vereeni- ging voorstaat, n.l. het arrangeeren van een feestdag, voor iedereen genie',ha ar en zoo veel mogelijk voor iedereen bereikbaar Het zal zich wéli verre houden van de richting, die mej. Z. blijkt geeft voor te staan, een richting, die bewezen heeft tot het onmogelijke to bekooren, zelfs reeds merkbaa.r vóór den oorlog. Immers, zoo dra de groote kunstenaars hij de Leidsch© Lustrumfeesten hun intrede hebben ge daan, zijn do uitgaven dermate gestegen, dat aldus gearrangeerde feesten niet meer konden worden gedekt, tenzij een enkeling zich de luxe permitteerde, zéér belang rijke kosten voor eigen rekening te nemen. En die 'tijden zijn voorbij! Waren niet reeds bij Aleonora de prijzen der toe gangsplaatsen meer dan liet dubbele van do thans geldende prijzen? (in 't midden latende de sedert ingetreden waarde-ver- mindering van het geld). Is niet tóen reeds aan d.en dag gekomen, dat een dus-_ danige opdrijving van kosten moest leiden tot 't ten gronde gaan van Lustrumfestix viteiten? En is mej. Z. dan, zou ik 2>eggenc zóó naief, om niet te kunnen begrijpen oc te kunnen overwegen, dat een Openlucht-s spel als door haar bedoeld, tot bet men< schelijk onbereikbare is gaan behooren?! Omdat er niemand is te vinden, düe dezé risico zou durven op zioh nemen? Het i£ dwaas, een dusdanige critiek te schrijven, zonder eerst nagevorsebt te hebben, ot met dezelfde middelen meer te bereiket ware geweest, zich te hebben vergewist van het al- of niet mogelijke. De 3-Octoberdag büjve en dient te zjiju: een feestdag voor iedereen, voor iedereen genietbaar en begrijpbaar. Het groote pu< bliek is niet enkel intellectueel in die mate; dat de hooge kunst het meest aangewezens voor dezen feestdag is. En het Bestuut der 3 Oofoher-Vereendging begrijpt zijn taak, gelukkig, en bedenkt zich wel tien-f maal vóór te gaan in de richting als doot mej. Z. voorgestaan. De hemel behoed* Leiden daarvoor! De echte Leidenaar if trotsch op zijn 3 October-Vereeniging eii het zich begeven op den weg van mej. Z. beteekende voorzeker tegelijk het ten gronde gaan der zoo bloeiende vereeniging Met alle respect voor de hooge kunst ei volle bewondering voor NeêrTand's be- kwam© kunstenaars en kunstenaressen, het noodzakelijk dat deze. zoo goed al?, richting en politiek, verre blijven buiten werkterrein der Vereeniging. Liever iete minder kunstzinnigs, misschien zelfs iels stumperigs in oogen als van mej Z dan dwaasheden begaan, die tot ondergang voeren. Wij, echte Leidonaren, zijn trotsch op de feestvieringen, ten spijt de door U geobserveerde legio zwarte plekken, ten spijt het grootst te-kort van het Bestuur, niet onder de beste kunstenaars te hebbes gezocht. Mej. Z. vergete niet, dat juist de Leid- *3che fee<sten schitteren doordat alles dooi allen con amore wordt geboden, alléén daardoor is het megel'jk geworden des Leidschen feestdag te maken tot een dag. die huiten ons Vaderland bekend is en op wélken feestdag Leiden wordt bezocht dooi een aantal menschen afc nog nimmer eenige festiviteit heeft getrokken. Het bestuur der 3 October-Vereeniging mag zich tevreden achten dien dag var- de 350-jarige herinnering van Leiden's Ontzet te hebben gemaakt tot een waren cn onverget el ijken voor vele duizendtal Ier. van stadgenooten en vreemdelingen, en moge haar een voldoening z:jn, dat he; van verschillende en bevoegde zijden te-' vredenheidsbe 111 ir' n gen h<*eft mogen onU vangen. Dd 3 Oc oh r.r-f eesten. Onder de vele sympathie-bol ui gingen, die de 3 October-Vereeniging dezer dagen heeft mogen ontvangen, is ook ingeko* men een telegram der Zustervereeniging te Soerahaya, luidende: „Zustervereeniging Soerabaya feestelijk bijeen biedt hartelijke gelukwcnschen aan bij herdenking 350-jarig Ontzet. KEÜLEMANS, President. - 4, KORT, Secretarie. Chr. Besturenbond. De Christelijke Besturenbond alhier ïs voornemens in dén a.s. winter een krach* tige actie te voeren. Zooals reeds werd medegedeeld, zal opl 16 October een vergadering worden ge*' houden, waarin Ds. Goedhard aia spreker "hoopt op te treden. Op 3 en 24 November hoopt de heer W. S t t ij b i s van 's-Gravenhag© te spreken over „Het Kapitalisme". Begin Jannari zal een vergadering wor* den gehouden waarin als spreker zal op-» treden de heer J. B. H. Grotenhui? mét het onderwerp: Altijd waakzaam. Itf dezelfde maand zal D s. P. N. K r u i so wijk van Voorschoten een rede houdei? over een nader aan te geven onderwerp, Voorts zal nog in Februari als spreke® optreden de heer R. Zuidema met het onderwerp' „Christelijk Sociaal". Bovendien zal waarschijnlijk in de maand December nog een on'wikke!ings-* avond worden georganiseerd, waarin door een deskundige de draadlooze telefonie zat worden behandeld. Uit dit programma blijkt, dait door den Besturenbond flink wordt aangepakt. Mo* gen de vruchten eivenredig zijn aan hot werk dat verricht wordt. Prof. Ehrenfest is uit' Rusland alhief teruggekeerd en heeft gisteren zijn coke-: ges hervat. I Naar wij vernemen zal binnenkort ii het kerkgebouw Oude Vest der Geret Kerk alhier, het gaslicht door clcctrisck! licht worden vervangen. De electrificatio van het kerkgebouw ie door den Kerkeraad opgedragen aan hel electro-technisch bureau J. W. Hartmaml alhier. Ook zal het kerkgebouw nog dezen win* ter verwarmd worden. Deze verwarming zal geschieden door middel van gas-radiatoren. Het. lig* in do bedoeling ook do andere kerkgebouwen van electriciteit cn verwarming to voor-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 1