Tweede Blad Vrijdag 12 Sept. 1924 'J DE ZIEKTEVERZEKERING. Naar aanleiding van de gehouden ver- Igadsring van het G. N. V. waair boven gaand onderwerp behandeld werd, sohreef d" N e d e r 1.: De vergadering van het Christelijk Na tionaal Vakverbond, Donderdag 1.1. te Utrecht gehouden, tot bespreking van het vr.-onhverp-Aalber se, tot herziening van de ziekte- en ongevalleaiverz., moet bij -de talrijk-opgekomenen geen blijmoedigen indruk hebben achter ge'-alen. Aan belang stelling ontbrak het niet. Ook de gebleken mate van kenn's van het moeilijk onder werp zou aan menige andere vergadering nan niet-deskundige belanghebbenden ten voorbeeld kunnen worden gesteld. Uit den kring der saamgekomenen klooi menig Jrisch en krachtig woord. Maar aan de bestuurstafel en bij den in'eider, den heer G Smeenk, overheerschte 'n fatalistische istemming, die niet verheffend kon wer ken. De heer Smeenk had het vóórontwerp- iAalberse goed bestudeerd, en het resul taat was. dat hij er geen woord goeds van ion zeggen. De voorgeste'de regeling zou een belang rijk hooger koste n-b edrag eischen «dan de regel'ng volgens de wet-Talma. De zekerheid van de verzekering zou voor de zoogenaamd-losse arbeiders en, bij verwisseling van werkgever of werk zaamheid, zeer geschaad kunnen worden. De werkelijke invloed der verze kerde n op de uitvoering der verzekering Werd tot een minimum teruggebracht. Het gevaar voor selectie door de werkgevers zou stijgen. Vrees voor minder goede behartiging van •do ocgevalle n-v erzekering was alleszins gerechtvaardigd. De ze 1 f-ge- vormde en opgebouwde zieken kassen, welker medewerking en positieversterk'tng in 1912 een der hoofdpunten vormden van het overleg tus- schen m'irster en kamer, zouden ont halsd worden. Het zoogenaamd aannemelijk maken" van vroeger ver richten loonarbeid zou worden een on uitputtelijke br on van m ooi- Ai1'kh eden en conflicten. D't alles en nog veel meer werd door den heer Smeenk tegen liet nieuwe plan- jAa'berss aangevoerd. Zoo zeer vervulde hem zijne crit:ek, dat op de lichtpunten in de nieuwe regeling later, van de be stuurstafel, door de heeren AmeWnk en iRuppert moest worden gewezen. Uit de vergadering klonken niets dan Woorden van afkeuring. Vooral de ver minderde medewerking van de verzeker den, liet gevaar van selectie en onzeker heid, en het bedenke1 ijke tornen aan de thans-ir tmiuriend-werkende ongevallenver zekering, werden door menig spreker als [bezwaar tegen de ontworpen regeli'ng ge noemd. En toch, n'eltegenstaande al d'eze be zwaren, waar bijna geen goeds tegenover werd gesteld, was de conclusie van de heeren Smeenk, Amelink en Ruppert: wij moeten de voorgestelde regeling maar aanvaarden. I Vanwaar deze matte geestes-stem- m:ng? De heer Smeenk gaf op die vraag een 'ze?r duidelijk antwoord. „Wij moeiten het Voorgestelde maar aanvaarden, want min'ster Aalberse wil nu eenmaal niet anders; er schijnt een meerderheid voor de nieuwe regeling gevonden te zullen worden; laat ons er nu maar in berusten en trachten er nog van te maken wat eT van te maken is, anders komt van de ziek- le-A ei-zekering misschien ganschelijk nmts." Wij kunnen ons zu'k een fatalistische s'mining op dit oogenblik niet goed in denken. Ja, als de slag verloren is, dan is er aanleiding tot zoodanige sombere be schouwing. Die dan blijft mokken en (pruttelen is een domoor. Dan moet ge bracht worden uiit de nederlaag nog te redden wat te redden is. Maar het toegeven aan fatalistische ig"esiesstemming, als de veldslag mog moet beginnen, dat wijst op ccne verslapping, die slechts noodlottig kan werken. Wij wil'en thans n:et in hizonderheden treden; maar de gedachte, dat een zoo danig onafgewerkt product, aLs het voor- ontwerp-Aal'berse, vóór de a.s. Kamerver kiezing zou kunnen worden vastge steld en ingevoerd, schijnt aan een deskundig beschouwer te «enenmale uitge sloten. Ais men wantrouwen wil koeste rren in de adviezen van» hen, die het onge luk hebhen in 't politieke leven een plaats fin te nemen, laat men raadplegen de cri tic k ook de welwillende cri.tiek van .deskundigen, die geheel buiten de poli tiek staan. Dr. H. L. van Duyl vat, in Sociale Voorzorg van Augustus 1924, zijn oor deel over het vóór-ontwerp als volgt sa men: „Wordt het voorontwerp wet, dan ■sclr'jnt mij de kans om een logische, een voudige, goedkoope en technisch- en ad ministratief gohd-werkemde verzekering .te verkrijgen voor langen t:jd, zoo niet voor altijd, verloren." Zou men nu waarlijk denken, dia-t de Nederlanders zoo dom waren in een des peraat oogenblik eene gebrekkige rege ling te aanvaarden, voor een zóó uitne mend volksbelang als de sociale verzeke ring en dat, terwijl wij thans, na twin- t'gjarigo ervaring, melt de ongevallen-ver zekering tot eene inderdaad uitnemende regeling gekomen zijn? Invoer'ng van de Wet-Talma, met en kele technische wijzigingen, zal oneindig minder tijd vergen, dian het wurmen en wroeten om het voorstel tot* een geheel nieuwe organisatie althans zóo te vervor men, dat het van de meest ernstige fouten gezuiverd wordt. Bovendien heeft de re- gel'ng-Talma deze twee g-s^o o t e voor- d eel en, dat z'j de bestaande organisatie van de ongevallen-verzekering ongerept laat en da.t hare uitvoering met een m i n i ,m u m-k o s t e n kan worden ge koppeld aan de uitvoering der Invalidi teitswet. Het is toch ondenkbaar, dat al deze frlistige overwegingen eenvoudig op zijde gezet zouden worden, alleen maar terwille van de op-niets-gegronde hoop, dat de arbeiders dan spoediger in het genot van het ziekengeld zouden komen. Na de verloszing van 1925, welkeT uit slag door niemand kan worden voorspe'd, zal' er gelegenheid z:jn, gelijk in 1918 om trent de Invaliditeitsverzekering, dan ten aanzien van de regeling en de invoering 4er ziekteverzekering snel en beleidvol te handelen. Die dan het pleit verliest, heeft zich bi'j het komende neer te leggen. Maar z:chzelf den strop om den hals te leggen en, in rein fatalisme, reeds vooraf te zeggen, dat men aan het dichthalen van dien strop gaarne zal medewerken dit lijkt ons een politiek, den heer Smeenk en het Christelijk Nationaal Vakverbond onwaardig. De aangenomen motie stel't*ge- lukkig op den voorgrond den elsch tot in voering van de bestaande Ziektewet en noemt tenslotte de nieuw-ontworpen rege ling, voorwaardelijk, als basis, niet geheel verwerpelijk. Zoo blijft dan toch de hoop op een vasthouden aan het beproefd be ginsel bestaan. KERK EN SCHOOL NED. HERV. KERK. Beroepen. Te SchoonhovenP. Kuyl- man te Houten; te Wirdum (Gr.): P. C. van Doorn, cand. te Stitswerd. Bedankt. Voor OoltgensplaatN. C. Bakker te Benschop. GEREF. KERKEN. Tweetal .Te Kampen: Dr. C. L ma te Zwolle en P. B. Hagenbeek te Vlaardin- gen. Beroepen. Te Alteveen (bij Hooge- veen): K. Sietsma, cand. te Den Haag; te Tzummaruin: Dr. S. P. Dee te Dwingeloo. CHR. GEREF. KERK Aangenomen. Naar Zaamslag: J. Tolsma te Zeist. GEREF. GEMEENTEN. Beroepen. Te Ridderkerk: R. Kok ie Aagtekerke. Ds. G. van Reenen. Op 17 Sept. a.s. zal het 25 jaar geleden zijn, dat Ds. G. van Reenen in de Geref. Gemeente te Zeist tot de bediening des Woords werd ingeleid. Achtereenvolgens diende Z.Ew. de ge- meénten Zeist, Leiden, Opheusden, Gouda en Werkendam, totdat bij wegens voortdurende lichaamsongesteldheid zich genoopt zag eervol emeritaat aan te vra gen, wat hem 16 Aug. 1923 met leedwezen door de Classis werd verleend. De kerk en de ontwapening. Op 8 October zal te Utrecht een verga dering worden gehouden ter bespreking van de wenschelijkbeid. van een Bond of Vereeniging van predikanten, godsdienst onderwijzers en evangelisten te stichten, met het doel een voortdurende krachtige actie te voeren tegen het militairisme. De Oproep tot deze vergadering is gedaan door Ds.. J. B. Th. Hugenholltiz, N. H. pred. te Ammerstol. Studiebeurs Missionair Arts. De commissie van advies voor de Zen ding van de Gereformeerde Kerk te Am sterdam, in samenwerking met de andere Gereformeerde Kerken in Noord-Holland, brengt ter kennis, dat deze Zending een studiebeurs beschikbaar stelt van f 10G0 per jaar voor een student in de geneeskun de, die zich wil verbinden na voltooide studie als missionair arts in dienst der Zending te treden. Wie hiervoor in aanmerking wenscht te komen^ wenc'e zich tot genoemde commis sie van advies, waarvan voorzitter is Ds. B. van Schelven, te Overvcen er. scriba Ds. W. Breukelaar, te Zaandam. Zending in Japar. Naar de nieuwste statistiek in c?n Ame-* rikaansch tijdschrift zijn er nu in Japan 54 zendingsvereenigingen, 1594 zendelin gen 4667 inlandsche predikers en evan gelisten, 273 zendingsposten met 2519 bui tenposten, 1615 kerkelijke gemeenten en 191.341 deelnemers aan het Avondmaal (de Roomsch-Kath. mcc.egerekend 350.000.) Er zijn 5 christenen op 1000 Japanners. Ver. voor Chr. Nat. Schoolonderwijs. Gisteren werd te Utrecht, onder leiding van Ds. M. van Grieken, van Rotter dam, de algemeene vergadering gehouden van de Vereeniging voor Chr. Nat. School onderwijs. Uit het jaarverslag bleek o m. dat het aantal aangesloten scholen 520 is. Aan waarborgsommen werd door de hoofdcom missie een bedrag ad f 117.644 uitgekeerd. Naar aanleiding van een vraag van den heer Gras of bet niet beter zou zijn dat de algemeene vergadering op een ander tijdstip wordt gehouden, antwoordde ce voorzitter dat hij deze vraag geheel onder schreef en deze dan -ook op een der eer ste bijeenkomsten van het bestuur aan do orde zal worden gesteld. De ontvangsten bedroegen ruim f 9600; het batig slot is circa f 1200. De heeren Ds. Goslinga, Ds. van Grie ken en De Waal Malefijt, die aan de beurt van aftreding waren als lid van het hoofd bestuur, werden herkozen. Ds. T. Ferwerda. van Amsterdam, hield in de middagvergadering een rede over: „De noodzakelijkheid van paedago- gische voorlichting op het gebied van liet Christelijk Lager Onderwijs'', waarover zich eenige discussie ontspon, waarna de verga-dering werd gesloten. 7e Gereformeerd Studentencongres. In grooten getale zijn Dinsdagmiddag de gereformeerde studenten bijeengeko men voor hun zevende congres te Lunte- re it 's Avonds om zeven uur had de officieele opening plaats door den congresvoorzitter, den heer G. J. S i z o o, nat. phil. drs. van Leiden. De behoefte aldus spr. saam te ko men met de studenten, die met ons cén zijn in wereldbeschouwing brengt ons al len hier saam. Als gereformeerde studen ten komen we bijeen; hierin ligt de band die ons saambindt, en ook de drang die ons saambrengt. Toch hebben we ons te schamen over slapheid jegens ons beginsel. Hoe weinig vorderen wij met, en leven naar onze ge reformeerde wereldbeschouwing. Liefde en overgave zijn hier ons aller plicht. Dit geldt vooral voor ons als studenten. In het nakomen van onzen plicht als ge reformeerd student schieten we jammer lijk tekort. Natuur en geschiedenis moeten we naar het wezen leeren kennen. De vraagstukken die zich voordoen, zullen zich vermeerderen en zwaar zal de strijd zijn ons geloof te behouden; toch mogen we dien strijd niet ontvluchten. Het gaat in dien strijd niet om het ver liezen, maar om het behouden van ons persoonlijk geloof aan den levenden God en van wat onze voorvaderen voor ons reeds aan beginselen Hebben overgeleverd. In de eenheid van dezen strijd ligt de band die ons saam bindt. Als eerste spreker trad op D s. Fern- hout, gereformeerd predikant te Vree land, met bet onderwerp: De praktijk van. het geloofsleven. Het geloofsleven" is bier bedoeld als bet leven van het geloof, en niet het leven zooals bet uit het geloof voortvloeit. Om te spreken over de praktijk van bet ge loofsleven, moeten we uitgaan van het ge loof en zijn leven. Den oorsprong van het geloof wijst ons de Heilige Schrift in God; de Geest werkt bet geloof. We moeten bierbij onderscheiden tus- schen het wezen van het geloof en zijn werkingen. Naar zijn wezen is het geloof geen daad, maar potentie, vermogen. Dit vermogen! doet de Schrift ons kennen als een relatie tot Christus: het „in Christus zijn." In deze relatie werkt afhankelijk heid eenerzijcls en liefde anderzijds. Het geloof, als band aan Christus en zoo aan God, zetelt in het centrum van ons wezen, in ons hart. Van daar uit wer ken versland en wil en zoo werkt in die beide het geloof, als een kennen en ver trouwen. Het oprechte geloof richt zich altijd op God als den genadige en op Christus als den verlossende. Het medium van deze werkzame relatie is de b'jzondere openba ring, meer bijzonder de Heilige Schrift, waarin het geloof ontmoet Christus en in Hem God. Als we nu spieken over geloofsleven, da len we wit het ideeële neer in de werkelijk heid. Het gaat dan cm ons eigen leven, waar niets volmaakt.is, waar alles onder worpen is aan de wetten van den groei. Vooral hel. geloofsleven ondervindt tegen stand bij dien groei, want wij zijn zondige menschen. De praktijk tan liet geloofsleven is zoo strijd 'en worsteling. Wat kan nu dien £rcei van hel geloof bevorderen 2 In de eèrsle plaats het gebed, en daarbij geveegd het werken, vooral het werken tot vorming tan de functies van ons geloof, en het waken legen de zonde. Hier denken we aan onze roeping tot heiligmaking. Ook moet gelet cp het medium. Eerste eisch is daarbij een leven uit en bij het Wcord, waaruit we putten de ken nis van waarheid en werkelijkheid, de ken nis van onze ellende. Een kennen van el lende is een waardeeren van den rijkdom in Christus. Naast het Woord staat het sacrament, door God besciiikt tot sierking van ons gelocf. Dit sacrament vorrt ons ook Un; do gemeenschap der heil:gen, de eenheid van liet lichaam \an Christ .i-. Juist langs dezen weg wil Christus ons gelocf versterken en hierin ligt een kos telijk niic'del cm ors geloof te verzorgen, in het meeleven en bidden met, elkaar. Tn de prakrijk van het geloofsleven blijft het oen worstelen ,maar genade geeft ons de overwinning. Woensdagochtend refereerde prof. F. J. J. B u y t e n d' i j k van A. msterdam over: „Het wezen van het organische." In de avondvergadering van Woensdag sprak Prof. W. J. Aalders van Gro ningen óver: .JFTet gebed." BINNENLAND Doode z's'en. Menigeen ken', schrijft liet Hdbl., den roman van Gogölj die bovehstaandon titel draagt. De naam slaat op dio „zi'len" die, in den t:jd der lijfeigenschap, op. de goederen van een Russ:schen heer hadden gewoond, doch al lang waren gestorven, maar nochtans nog als levenden op zijn bezittingen voorkwamen en zijn aanzien verhoogden. Zulke „doode zielen" nu zijn er zeer ve len onder onze kerkgenootschappen (al thans in de Nederduitsch Hervormde en de Roomsche kerk). Zij hebben al lang hun kerkelijk geloof verloren, maar hebben hun lidmaatschap n-'et opgezegd en helpen nu, b:j e7ke volkstelling en elke aangifte voor den burgerlijken stand, mede aan het verleugenen der godsdienststatistieken. Be Veroenig:ng „De Dageraad" is nu, zooals men gezien heeft, een veMtocht be gonnen om zulke doodo zielen, door af scheiding van het kerkgenootschap, waar in ze hun schijn-lidmaatschap behielden, aan den dag te brengen. Al is het motief voor deze propaganda wraak op be kende weigering va.n de statutengoedkeu- rio.g door Min'ster Heemskerk mis schien n et heel mooi, de zaak zelve ver dient den bijval van allen die de leugen haten/in welken vorm ook. En uit het succes dat de veldtocht nu reeds had, blijkt hoe talrijk die „doode 'zielen" zijn. Vooral onder onze grootste twee kerkgenootschappen." Een Moederdag. Het hoofdbestuur der Koninklijke Ne- derlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde licellt het initiatief genor men tot de instelling van een -zoogenaam-* den „Moederdag", zooals deze reeds in het buitenland, met name Amerika en Duüsoh- Jand bestaat en waarbij op vastgestelden datum het begrip „Moeder" wordt ge- eerd door een zoo algemeen mogel jke' bloemenhulde. si Teneinde het weVagen van dit plan zoo-! veel mogelijk te bevorderen, heeft genoemd hoofdbestuur op 27 September a.s. des na- •middags twee uur in een der za'en van' hotel „Terminus" te Utrecht een vergade ring uitgeschreven, waarop zooveel moge lijk naast afgevaardigden van tuinbouw-» vereenig'ngen ook afgevaardigden worden uilgenoodigd van vereenigingen, waarvan verwacht mag worden, dat zij in d't on derwerp belang stellen en mede willen werken om het beoogde doel te bereiken. De Voorz:tter van het hoofdbestuur^ Jhr. G. F. van Tets te Zeist, zal het on-» derwerp inleiden en nader in bespreking brengen. I Hc! entslag bij de Podïerijen. Zooa's destijds werd geme'd, is tegen 1 Oei ober as. aan rir'm 100 ambtenaren bij het hoofdbestuur der posterijen en tele-* grafie eervol nn'slag aangezegd. Na.ar de ,.Te'." bericht, is blijkens thans u: toereikte med cd relingen, ten gevolge blijkbaar van nieuwe aMoe'ingsregelen, voor een 20-tal ambtenaren het ontslag in getrokken en in hun plaats aan andere ambtenaren ontslag aangezegd, echter zon der vermeld'ng van een datum van ingang, De nieuwe ontslagbrieven vermelden o.m. dat het on's'ag voorloopig niet Kn uitvoer zal worden gebracht, in afwa^h- t;ng van defiivHevc reorganisatie van den. dienst b'j het hoofdbestuur en dat even tueel beroep openstaat bij de comm'ssio bedoeld in art. 12 van het Wacht geld >ube- sluit (de z.g. comnrssie-ScbepeD. Prov. S*a*en van Zu:d-Ho!'and. De openbare z'tting van het centraal stembureau vao- de verkiezing van leden voor de Prov. Stalen van Zuid-Holland, ter voorziening vn de vacature in de Sta ten, on'staan door het overlijden van den hoer A. L. té Den Haag, zal plaats hebben op Woensdag 17 September a.s. om 4 uur rn K t laadhu's te 's-Graven-» h.:ge i VAN HrT NAAR... Onder d't kopje schrijft het „Utr. Prov. Weekblad" de volgende aangrijpende waarschuwing; 't onge'uk had plaats te Utrecht. Het bcrich', dat wij vorige week ga-» vei:. heert wel een ontzettemden inhoud. Een meisje van 19 jaar verdronken, doordat de auto. waarin een heer haar thuisbracht, te water reed. Op zichzelf is dat het ontzettende niet. Wel is het drcevig. dat een zoo jong men- ^hen'even zoo plotseling wordt afgesne den. Maar als God roept, zou een men- scbenleven dan „onvoltoo'd" zijn? Doch do omstandigheden waaronder Met dien b?er had het mo sje versclu'- lende, inrichtingen bezocht. Laatst warén zigeweest in „Modern". Ge kent die „mrichtuig" op den Steen weg wel. V^ mo°delijk evenmin als wij van binnen. Maar van hetgeen er binnen eesclredt. drin-t zoo af on toe iets naar binten. Eén der p'aatse'ijke b'aden geeft gewoonlijk een overzeilt van liet week- programma. 't ri luchtig en vluchtig wat or te zien is. Mon vindt er, vo'gens een advertentie „bet ^ezelligs'e bitteruurtje b'j izang cn dans". Kortom: 't is een vroolijko kr°egen laat ons er verder over zwij gen. I Daar dan waren ze 't laatst geweest. Hij zou haar- thuisbrengen, zoo was het voornemen. Hii bracht haar mot thuis. Z'j ging van het cabaret naar den dood Ontzettende werkel;jkheTd! Tot wie hoeft ze gesproken? We ontmoetten er, die den achtm*gro "d •dor dingen meenden te kennen, en ii- d.:t geva-1 hebben gelachen. En anderen Z:j z"Jn weer verder gegaan. Verder op bun tocht langs bicsr- u •cabaret en bar. Daar weet men n:et van den dood. Daar wordt ^e'achen, gelachen, dat men brult' en schudt. Daar vindt men al'css wat het v'oosoH kan stree'en. Drank en zang on dans cn no" moer. Men wil leven, leven, zooals dat 19-jarig meisje. En toch, ovena's z'j. ;Ht men ten dcodel O n t ze 11 en do wo rke1 i ik h ei d FEUILU5TO» De Stsrrei hadden relogen. Verhaal uit den dertigjarigen oorlog. Cl) Is hot niet, of z'.j een God van mij wil- lon maken, en toch, de Allerhoogste zou hun wel eens kunnen ioor.en, daJt Hij de hooggevoelenden ten val brengt en dat ik niot dan een zwak en nietig sterveling Door hot volk als op de handen gedra- grn, trok h'j binnen Erfurt. Hier liet hij zijn leger een korten tijd ha't houden, teneinde de koningin te ont- vengen, d:e hem tot hier tegemoet gere'isd was om haar gemaal te zien. 't Was een treffend oogenblik, toen de beide echtgenooten ten aanschouwen van het gansclie leger in elkanders armen vie len en weenden van blijdschap over zulk een wederzien. Wat was er al niet geschied, sinds Gustaaf van vrouw en kind afscheid, had genomen aan het Zweedsche strandt Toen hadden de keizer en de Katholieke vorsten van Duitschland 'gespot met den Sneeuwkoning; toen hadden de Protestan ten, id'oor vroegere bonJd'genooten teleur gesteld, hem gewantrouwd en den rug toe gewend. Thans erkenden de Protestantse he vors ten hem als hun leidsman en 'beschermer; het Duitsdhe volk vereerde hem als zijn redder en de Duitsche keizer eij zijne sma lende vorsten beefden, zoo vaak zij den naam van den Zweedschen koning hoor den uitspreken. En toch, een. donker voorgevoel maak te zich van den koning meester bij het samenzijn met zijne geliefde gade. 't Was, of alles hem zeide, dat hij zijne gade voor 't laatst ontmoette. Toen de dag van scheiding aangebroken was, liet de koning het gansche leger bij eenkomen en noodigde ook de magistraat van Erfurt in zijn kamp. In aller tegenwoordigheid nam hij een roerend afscheid van zijne gade en beval 'haar aan de overheid der stad, voor het geval, dat hem de dood wellicht spoedig mocht wegnemen. Daarop zegende hij de koningin pl'edhtig en geleidde haar met haar gevolg buiten ihet kamp. Duizenden verdrongen zich om de beide echtgenooten, teneinde de koningin-een 'hartelijk vaarwel toe te roepen. Gustaaf en zijne gade waren diep ge troffen. Straks hadden ze elkaar voor het laa'tst op deze aarde gezicnl Nu trok de koning naar Naumburg, 'waar de inwoners hem in triomf binnen haalden. Hij wilde hiter den hertog van Lauenberg met diens troepen afwachten, eer hij an dermaal den Friedlander op het lijf viel. Doch de hertog van Lauenberg werd door den trouwc'oozen keurvorst van Saksen opgehouden. Deze was maar al te zeer geneigd, om *e keizers -zijde opnieuw te kiezen, wijl hij diens wraak vreesde. Gustaaf Adolf begreep dit best en waag de zich daarom te minder aan de kans van eene nederlaag, daar b'j alsdan gevaar liep, dat de keurvorst zich openlijk aan 's keizers zijde scharen en zijne troepen tegen de Zweden zou doen optrekken. De koning wist maar al te wel, dat von 'Arnitn, de veldheer des keurvorsten, al zijn invloed op den vorst aanwendde, om 'dezen te bewegen, zich met Wallenstein. Arnims ouden meester, te vereeni'gen. Daarom besloot hij voorzichtig te wach ten. Hij maakte een sterke verschansing rondom het kamp en zorgde intusschen "door zijne verspieders op de hoogte te blijven van de bewegingen des vijands. Wallenstein was verrast door de snelle verschijning des konings, welken hij nog biet zijn liegetr aan den Donau waande en die hem nn waarlijk voorkomen was en hem de belangrijke vesting Naumburg had ontfutseld. Gustaaf had zijne legerplaats le zeer versterkt, -dan 'dat "Wallenstein het waag de, hem aan te tasten. Reeds was hc-t No vember, en zouden de sterren liegen? Zeni had immer? voorspeld: nog in deze maand zou Gustaafs gesternte ondergaan. Waartoe zou hij zich dan nog aan de ongelijke kans van een slag tegen de Zwe den wagen, wier leeuwenmoed hem nog versch in het geheugen lag? Hij besloot de winterkwartieren te be trekken en begaf zich naar Leipzig. Daar vernam hij, dat eene afzonderlij ke legerafdeeling de: Zweden tegen Keu- Ten optrok. Pappenheim, d'e gaarne zelfstandig op trad, verzocht hem, Keulen te mogen ver dedigen, 'en Wallenstein, geenerlei kwaad Vermoedende, zond hem heen, mot den last onderweg Halle en Moritzburg te he izotten. Nadat Pappenheim vertrokken was met zijne troepen, ging Wallenstein met de hem overblijvende 25000 man naar Lüt- zen en legerde zich daar. Doch hij wist niet, dat de Zweddsche koning 'geen blijder tijding van zijne spionnen had kunnen ontvangen dan het bericht, dat Pappenheim afgetrokken was en de Friedlander zijn leger ontbloot had. De man, die geen vrees kende, ver bleekte, toen ftij op den m'ddag van don lijden November de Zweden censk'aps te genover zich zag en 1de duidelijke kentoe- ker.en ontwaarde, dat hun koning zich lot den s'ac voorbereidde. Onm:ddellijk zond h'j zijne renhedon naar Pappenhc;m, om hem te hevelen, aanstonds met de zijnen weder te keer n. of.choon hij twijfelde, of de Zweed che koning wel zoo lang zou willen wachten, totdat zijn tegenstander zich genoegzaam zou vers'rekt hebben. Tegen den avond liet hij allerwegen aan de uitersten van zijne lcgerp'aatscn sc'-i-» vuren ontsteken, om zijne verstrooids •scharen gelegenheid te geven, spoedig naar het hoofdleger weder te koeren. Maar in z'jn gemoed wilde het nirt licht worden, ondanks al het vuur, dat hij ont steken deed, en den arbeid, welken hij z nen schansgravers en musketiers op^'gdo. Gemelijk en morrend had hij zich in ne tent teruggetrokken en zijn donkers blikken rustten onafgewend op do kaart van het slagveld 'daar vóór hem. Zacht werd het gordijn opgehaald en Zeni vertoonde zich. Onheilspellend wendden zich de hl kken van den Friedlander naar den wichelaar. j (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5