Tweede Blad
Vrijdag 12 Sept. 1924
'J
DE ZIEKTEVERZEKERING.
Naar aanleiding van de gehouden ver-
Igadsring van het G. N. V. waair boven
gaand onderwerp behandeld werd, sohreef
d" N e d e r 1.:
De vergadering van het Christelijk Na
tionaal Vakverbond, Donderdag 1.1. te
Utrecht gehouden, tot bespreking van het
vr.-onhverp-Aalber se, tot herziening van
de ziekte- en ongevalleaiverz., moet bij
-de talrijk-opgekomenen geen blijmoedigen
indruk hebben achter ge'-alen. Aan belang
stelling ontbrak het niet. Ook de gebleken
mate van kenn's van het moeilijk onder
werp zou aan menige andere vergadering
nan niet-deskundige belanghebbenden ten
voorbeeld kunnen worden gesteld. Uit den
kring der saamgekomenen klooi menig
Jrisch en krachtig woord. Maar aan de
bestuurstafel en bij den in'eider, den heer
G Smeenk, overheerschte 'n fatalistische
istemming, die niet verheffend kon wer
ken.
De heer Smeenk had het vóórontwerp-
iAalberse goed bestudeerd, en het resul
taat was. dat hij er geen woord goeds van
ion zeggen.
De voorgeste'de regeling zou een belang
rijk hooger koste n-b edrag eischen
«dan de regel'ng volgens de wet-Talma. De
zekerheid van de verzekering zou
voor de zoogenaamd-losse arbeiders en,
bij verwisseling van werkgever of werk
zaamheid, zeer geschaad kunnen worden.
De werkelijke invloed der verze
kerde n op de uitvoering der verzekering
Werd tot een minimum teruggebracht.
Het gevaar voor selectie door de
werkgevers zou stijgen. Vrees voor
minder goede behartiging van
•do ocgevalle n-v erzekering was
alleszins gerechtvaardigd. De ze 1 f-ge-
vormde en opgebouwde zieken
kassen, welker medewerking
en positieversterk'tng in 1912 een der
hoofdpunten vormden van het overleg tus-
schen m'irster en kamer, zouden ont
halsd worden. Het zoogenaamd
aannemelijk maken" van vroeger ver
richten loonarbeid zou worden een on
uitputtelijke br on van m ooi-
Ai1'kh eden en conflicten.
D't alles en nog veel meer werd door
den heer Smeenk tegen liet nieuwe plan-
jAa'berss aangevoerd. Zoo zeer vervulde
hem zijne crit:ek, dat op de lichtpunten
in de nieuwe regeling later, van de be
stuurstafel, door de heeren AmeWnk en
iRuppert moest worden gewezen.
Uit de vergadering klonken niets dan
Woorden van afkeuring. Vooral de ver
minderde medewerking van de verzeker
den, liet gevaar van selectie en onzeker
heid, en het bedenke1 ijke tornen aan de
thans-ir tmiuriend-werkende ongevallenver
zekering, werden door menig spreker als
[bezwaar tegen de ontworpen regeli'ng ge
noemd.
En toch, n'eltegenstaande al d'eze be
zwaren, waar bijna geen goeds tegenover
werd gesteld, was de conclusie van de
heeren Smeenk, Amelink en Ruppert: wij
moeten de voorgestelde regeling maar
aanvaarden. I
Vanwaar deze matte geestes-stem-
m:ng?
De heer Smeenk gaf op die vraag een
'ze?r duidelijk antwoord. „Wij moeiten het
Voorgestelde maar aanvaarden, want
min'ster Aalberse wil nu eenmaal niet
anders; er schijnt een meerderheid voor
de nieuwe regeling gevonden te zullen
worden; laat ons er nu maar in berusten
en trachten er nog van te maken wat eT
van te maken is, anders komt van de ziek-
le-A ei-zekering misschien ganschelijk
nmts."
Wij kunnen ons zu'k een fatalistische
s'mining op dit oogenblik niet goed in
denken. Ja, als de slag verloren is, dan is
er aanleiding tot zoodanige sombere be
schouwing. Die dan blijft mokken en
(pruttelen is een domoor. Dan moet ge
bracht worden uiit de nederlaag nog te
redden wat te redden is.
Maar het toegeven aan fatalistische
ig"esiesstemming, als de veldslag
mog moet beginnen, dat wijst op
ccne verslapping, die slechts noodlottig
kan werken.
Wij wil'en thans n:et in hizonderheden
treden; maar de gedachte, dat een zoo
danig onafgewerkt product, aLs het voor-
ontwerp-Aal'berse, vóór de a.s. Kamerver
kiezing zou kunnen worden vastge
steld en ingevoerd, schijnt aan een
deskundig beschouwer te «enenmale uitge
sloten. Ais men wantrouwen wil koeste
rren in de adviezen van» hen, die het onge
luk hebhen in 't politieke leven een plaats
fin te nemen, laat men raadplegen de cri
tic k ook de welwillende cri.tiek van
.deskundigen, die geheel buiten de poli
tiek staan.
Dr. H. L. van Duyl vat, in Sociale
Voorzorg van Augustus 1924, zijn oor
deel over het vóór-ontwerp als volgt sa
men: „Wordt het voorontwerp wet, dan
■sclr'jnt mij de kans om een logische, een
voudige, goedkoope en technisch- en ad
ministratief gohd-werkemde verzekering
.te verkrijgen voor langen t:jd, zoo niet
voor altijd, verloren."
Zou men nu waarlijk denken, dia-t de
Nederlanders zoo dom waren in een des
peraat oogenblik eene gebrekkige rege
ling te aanvaarden, voor een zóó uitne
mend volksbelang als de sociale verzeke
ring en dat, terwijl wij thans, na twin-
t'gjarigo ervaring, melt de ongevallen-ver
zekering tot eene inderdaad uitnemende
regeling gekomen zijn?
Invoer'ng van de Wet-Talma, met en
kele technische wijzigingen, zal oneindig
minder tijd vergen, dian het wurmen en
wroeten om het voorstel tot* een geheel
nieuwe organisatie althans zóo te vervor
men, dat het van de meest ernstige fouten
gezuiverd wordt. Bovendien heeft de re-
gel'ng-Talma deze twee g-s^o o t e voor-
d eel en, dat z'j de bestaande organisatie
van de ongevallen-verzekering ongerept
laat en da.t hare uitvoering met een
m i n i ,m u m-k o s t e n kan worden ge
koppeld aan de uitvoering der Invalidi
teitswet.
Het is toch ondenkbaar, dat al deze
frlistige overwegingen eenvoudig op zijde
gezet zouden worden, alleen maar terwille
van de op-niets-gegronde hoop, dat de
arbeiders dan spoediger in het genot van
het ziekengeld zouden komen.
Na de verloszing van 1925, welkeT uit
slag door niemand kan worden voorspe'd,
zal' er gelegenheid z:jn, gelijk in 1918 om
trent de Invaliditeitsverzekering, dan ten
aanzien van de regeling en de invoering
4er ziekteverzekering snel en beleidvol te
handelen. Die dan het pleit verliest, heeft
zich bi'j het komende neer te leggen.
Maar z:chzelf den strop om den hals te
leggen en, in rein fatalisme, reeds vooraf
te zeggen, dat men aan het dichthalen
van dien strop gaarne zal medewerken
dit lijkt ons een politiek, den heer Smeenk
en het Christelijk Nationaal Vakverbond
onwaardig. De aangenomen motie stel't*ge-
lukkig op den voorgrond den elsch tot in
voering van de bestaande Ziektewet en
noemt tenslotte de nieuw-ontworpen rege
ling, voorwaardelijk, als basis, niet geheel
verwerpelijk. Zoo blijft dan toch de hoop
op een vasthouden aan het beproefd be
ginsel bestaan.
KERK EN SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Beroepen. Te SchoonhovenP. Kuyl-
man te Houten; te Wirdum (Gr.): P. C.
van Doorn, cand. te Stitswerd.
Bedankt. Voor OoltgensplaatN. C.
Bakker te Benschop.
GEREF. KERKEN.
Tweetal .Te Kampen: Dr. C. L ma
te Zwolle en P. B. Hagenbeek te Vlaardin-
gen.
Beroepen. Te Alteveen (bij Hooge-
veen): K. Sietsma, cand. te Den Haag; te
Tzummaruin: Dr. S. P. Dee te Dwingeloo.
CHR. GEREF. KERK
Aangenomen. Naar Zaamslag: J.
Tolsma te Zeist.
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen. Te Ridderkerk: R. Kok ie
Aagtekerke.
Ds. G. van Reenen.
Op 17 Sept. a.s. zal het 25 jaar geleden
zijn, dat Ds. G. van Reenen in de Geref.
Gemeente te Zeist tot de bediening des
Woords werd ingeleid.
Achtereenvolgens diende Z.Ew. de ge-
meénten Zeist, Leiden, Opheusden,
Gouda en Werkendam, totdat bij wegens
voortdurende lichaamsongesteldheid zich
genoopt zag eervol emeritaat aan te vra
gen, wat hem 16 Aug. 1923 met leedwezen
door de Classis werd verleend.
De kerk en de ontwapening.
Op 8 October zal te Utrecht een verga
dering worden gehouden ter bespreking
van de wenschelijkbeid. van een Bond of
Vereeniging van predikanten, godsdienst
onderwijzers en evangelisten te stichten,
met het doel een voortdurende krachtige
actie te voeren tegen het militairisme. De
Oproep tot deze vergadering is gedaan
door Ds.. J. B. Th. Hugenholltiz, N. H. pred.
te Ammerstol.
Studiebeurs Missionair Arts.
De commissie van advies voor de Zen
ding van de Gereformeerde Kerk te Am
sterdam, in samenwerking met de andere
Gereformeerde Kerken in Noord-Holland,
brengt ter kennis, dat deze Zending een
studiebeurs beschikbaar stelt van f 10G0
per jaar voor een student in de geneeskun
de, die zich wil verbinden na voltooide
studie als missionair arts in dienst der
Zending te treden.
Wie hiervoor in aanmerking wenscht te
komen^ wenc'e zich tot genoemde commis
sie van advies, waarvan voorzitter is Ds.
B. van Schelven, te Overvcen er. scriba
Ds. W. Breukelaar, te Zaandam.
Zending in Japar.
Naar de nieuwste statistiek in c?n Ame-*
rikaansch tijdschrift zijn er nu in Japan
54 zendingsvereenigingen, 1594 zendelin
gen 4667 inlandsche predikers en evan
gelisten, 273 zendingsposten met 2519 bui
tenposten, 1615 kerkelijke gemeenten en
191.341 deelnemers aan het Avondmaal (de
Roomsch-Kath. mcc.egerekend 350.000.) Er
zijn 5 christenen op 1000 Japanners.
Ver. voor Chr. Nat. Schoolonderwijs.
Gisteren werd te Utrecht, onder leiding
van Ds. M. van Grieken, van Rotter
dam, de algemeene vergadering gehouden
van de Vereeniging voor Chr. Nat. School
onderwijs.
Uit het jaarverslag bleek o m. dat het
aantal aangesloten scholen 520 is. Aan
waarborgsommen werd door de hoofdcom
missie een bedrag ad f 117.644 uitgekeerd.
Naar aanleiding van een vraag van den
heer Gras of bet niet beter zou zijn dat
de algemeene vergadering op een ander
tijdstip wordt gehouden, antwoordde ce
voorzitter dat hij deze vraag geheel onder
schreef en deze dan -ook op een der eer
ste bijeenkomsten van het bestuur aan do
orde zal worden gesteld.
De ontvangsten bedroegen ruim f 9600;
het batig slot is circa f 1200.
De heeren Ds. Goslinga, Ds. van Grie
ken en De Waal Malefijt, die aan de beurt
van aftreding waren als lid van het hoofd
bestuur, werden herkozen.
Ds. T. Ferwerda. van Amsterdam,
hield in de middagvergadering een rede
over: „De noodzakelijkheid van paedago-
gische voorlichting op het gebied van liet
Christelijk Lager Onderwijs'', waarover
zich eenige discussie ontspon, waarna de
verga-dering werd gesloten.
7e Gereformeerd Studentencongres.
In grooten getale zijn Dinsdagmiddag
de gereformeerde studenten bijeengeko
men voor hun zevende congres te Lunte-
re it
's Avonds om zeven uur had de officieele
opening plaats door den congresvoorzitter,
den heer G. J. S i z o o, nat. phil. drs. van
Leiden.
De behoefte aldus spr. saam te ko
men met de studenten, die met ons cén
zijn in wereldbeschouwing brengt ons al
len hier saam. Als gereformeerde studen
ten komen we bijeen; hierin ligt de band
die ons saambindt, en ook de drang die
ons saambrengt.
Toch hebben we ons te schamen over
slapheid jegens ons beginsel. Hoe weinig
vorderen wij met, en leven naar onze ge
reformeerde wereldbeschouwing. Liefde en
overgave zijn hier ons aller plicht.
Dit geldt vooral voor ons als studenten.
In het nakomen van onzen plicht als ge
reformeerd student schieten we jammer
lijk tekort. Natuur en geschiedenis moeten
we naar het wezen leeren kennen. De
vraagstukken die zich voordoen, zullen
zich vermeerderen en zwaar zal de strijd
zijn ons geloof te behouden; toch mogen
we dien strijd niet ontvluchten.
Het gaat in dien strijd niet om het ver
liezen, maar om het behouden van ons
persoonlijk geloof aan den levenden God
en van wat onze voorvaderen voor ons
reeds aan beginselen Hebben overgeleverd.
In de eenheid van dezen strijd ligt de
band die ons saam bindt.
Als eerste spreker trad op D s. Fern-
hout, gereformeerd predikant te Vree
land, met bet onderwerp: De praktijk van.
het geloofsleven.
Het geloofsleven" is bier bedoeld als
bet leven van het geloof, en niet het leven
zooals bet uit het geloof voortvloeit. Om
te spreken over de praktijk van bet ge
loofsleven, moeten we uitgaan van het ge
loof en zijn leven.
Den oorsprong van het geloof wijst ons
de Heilige Schrift in God; de Geest werkt
bet geloof.
We moeten bierbij onderscheiden tus-
schen het wezen van het geloof en zijn
werkingen. Naar zijn wezen is het geloof
geen daad, maar potentie, vermogen. Dit
vermogen! doet de Schrift ons kennen als
een relatie tot Christus: het „in Christus
zijn." In deze relatie werkt afhankelijk
heid eenerzijcls en liefde anderzijds.
Het geloof, als band aan Christus en
zoo aan God, zetelt in het centrum van
ons wezen, in ons hart. Van daar uit wer
ken versland en wil en zoo werkt in die
beide het geloof, als een kennen en ver
trouwen.
Het oprechte geloof richt zich altijd op
God als den genadige en op Christus als
den verlossende. Het medium van deze
werkzame relatie is de b'jzondere openba
ring, meer bijzonder de Heilige Schrift,
waarin het geloof ontmoet Christus en in
Hem God.
Als we nu spieken over geloofsleven, da
len we wit het ideeële neer in de werkelijk
heid. Het gaat dan cm ons eigen leven,
waar niets volmaakt.is, waar alles onder
worpen is aan de wetten van den groei.
Vooral hel. geloofsleven ondervindt tegen
stand bij dien groei, want wij zijn zondige
menschen.
De praktijk tan liet geloofsleven is zoo
strijd 'en worsteling. Wat kan nu dien
£rcei van hel geloof bevorderen 2
In de eèrsle plaats het gebed, en daarbij
geveegd het werken, vooral het werken tot
vorming tan de functies van ons geloof,
en het waken legen de zonde. Hier denken
we aan onze roeping tot heiligmaking.
Ook moet gelet cp het medium.
Eerste eisch is daarbij een leven uit en
bij het Wcord, waaruit we putten de ken
nis van waarheid en werkelijkheid, de ken
nis van onze ellende. Een kennen van el
lende is een waardeeren van den rijkdom
in Christus.
Naast het Woord staat het sacrament,
door God besciiikt tot sierking van ons
gelocf. Dit sacrament vorrt ons ook Un;
do gemeenschap der heil:gen, de eenheid
van liet lichaam \an Christ .i-.
Juist langs dezen weg wil Christus ons
gelocf versterken en hierin ligt een kos
telijk niic'del cm ors geloof te verzorgen,
in het meeleven en bidden met, elkaar. Tn
de prakrijk van het geloofsleven blijft het
oen worstelen ,maar genade geeft ons de
overwinning.
Woensdagochtend refereerde prof. F.
J. J. B u y t e n d' i j k van A. msterdam
over: „Het wezen van het organische."
In de avondvergadering van Woensdag
sprak Prof. W. J. Aalders van Gro
ningen óver: .JFTet gebed."
BINNENLAND
Doode z's'en.
Menigeen ken', schrijft liet Hdbl., den
roman van Gogölj die bovehstaandon titel
draagt. De naam slaat op dio „zi'len"
die, in den t:jd der lijfeigenschap, op. de
goederen van een Russ:schen heer hadden
gewoond, doch al lang waren gestorven,
maar nochtans nog als levenden op zijn
bezittingen voorkwamen en zijn aanzien
verhoogden.
Zulke „doode zielen" nu zijn er zeer ve
len onder onze kerkgenootschappen (al
thans in de Nederduitsch Hervormde en
de Roomsche kerk). Zij hebben al lang hun
kerkelijk geloof verloren, maar hebben
hun lidmaatschap n-'et opgezegd en helpen
nu, b:j e7ke volkstelling en elke aangifte
voor den burgerlijken stand, mede aan het
verleugenen der godsdienststatistieken.
Be Veroenig:ng „De Dageraad" is nu,
zooals men gezien heeft, een veMtocht be
gonnen om zulke doodo zielen, door af
scheiding van het kerkgenootschap, waar
in ze hun schijn-lidmaatschap behielden,
aan den dag te brengen. Al is het motief
voor deze propaganda wraak op be
kende weigering va.n de statutengoedkeu-
rio.g door Min'ster Heemskerk mis
schien n et heel mooi, de zaak zelve ver
dient den bijval van allen die de leugen
haten/in welken vorm ook.
En uit het succes dat de veldtocht nu
reeds had, blijkt hoe talrijk die „doode
'zielen" zijn. Vooral onder onze grootste
twee kerkgenootschappen."
Een Moederdag.
Het hoofdbestuur der Koninklijke Ne-
derlandsche Maatschappij voor Tuinbouw
en Plantkunde licellt het initiatief genor
men tot de instelling van een -zoogenaam-*
den „Moederdag", zooals deze reeds in het
buitenland, met name Amerika en Duüsoh-
Jand bestaat en waarbij op vastgestelden
datum het begrip „Moeder" wordt ge-
eerd door een zoo algemeen mogel jke'
bloemenhulde. si
Teneinde het weVagen van dit plan zoo-!
veel mogelijk te bevorderen, heeft genoemd
hoofdbestuur op 27 September a.s. des na-
•middags twee uur in een der za'en van'
hotel „Terminus" te Utrecht een vergade
ring uitgeschreven, waarop zooveel moge
lijk naast afgevaardigden van tuinbouw-»
vereenig'ngen ook afgevaardigden worden
uilgenoodigd van vereenigingen, waarvan
verwacht mag worden, dat zij in d't on
derwerp belang stellen en mede willen
werken om het beoogde doel te bereiken.
De Voorz:tter van het hoofdbestuur^
Jhr. G. F. van Tets te Zeist, zal het on-»
derwerp inleiden en nader in bespreking
brengen.
I
Hc! entslag bij de Podïerijen.
Zooa's destijds werd geme'd, is tegen 1
Oei ober as. aan rir'm 100 ambtenaren bij
het hoofdbestuur der posterijen en tele-*
grafie eervol nn'slag aangezegd.
Na.ar de ,.Te'." bericht, is blijkens thans
u: toereikte med cd relingen, ten gevolge
blijkbaar van nieuwe aMoe'ingsregelen,
voor een 20-tal ambtenaren het ontslag in
getrokken en in hun plaats aan andere
ambtenaren ontslag aangezegd, echter zon
der vermeld'ng van een datum van ingang,
De nieuwe ontslagbrieven vermelden
o.m. dat het on's'ag voorloopig niet Kn
uitvoer zal worden gebracht, in afwa^h-
t;ng van defiivHevc reorganisatie van den.
dienst b'j het hoofdbestuur en dat even
tueel beroep openstaat bij de comm'ssio
bedoeld in art. 12 van het Wacht geld >ube-
sluit (de z.g. comnrssie-ScbepeD.
Prov. S*a*en van Zu:d-Ho!'and.
De openbare z'tting van het centraal
stembureau vao- de verkiezing van leden
voor de Prov. Stalen van Zuid-Holland,
ter voorziening vn de vacature in de Sta
ten, on'staan door het overlijden van den
hoer A. L. té Den Haag, zal plaats
hebben op Woensdag 17 September a.s.
om 4 uur rn K t laadhu's te 's-Graven-»
h.:ge i
VAN HrT NAAR...
Onder d't kopje schrijft het „Utr. Prov.
Weekblad" de volgende aangrijpende
waarschuwing; 't onge'uk had plaats te
Utrecht.
Het bcrich', dat wij vorige week ga-»
vei:. heert wel een ontzettemden inhoud.
Een meisje van 19 jaar verdronken,
doordat de auto. waarin een heer haar
thuisbracht, te water reed.
Op zichzelf is dat het ontzettende niet.
Wel is het drcevig. dat een zoo jong men-
^hen'even zoo plotseling wordt afgesne
den. Maar als God roept, zou een men-
scbenleven dan „onvoltoo'd" zijn?
Doch do omstandigheden waaronder
Met dien b?er had het mo sje versclu'-
lende, inrichtingen bezocht. Laatst warén
zigeweest in „Modern".
Ge kent die „mrichtuig" op den Steen
weg wel. V^ mo°delijk evenmin als wij
van binnen. Maar van hetgeen er binnen
eesclredt. drin-t zoo af on toe iets naar
binten. Eén der p'aatse'ijke b'aden geeft
gewoonlijk een overzeilt van liet week-
programma. 't ri luchtig en vluchtig wat
or te zien is. Mon vindt er, vo'gens een
advertentie „bet ^ezelligs'e bitteruurtje b'j
izang cn dans". Kortom: 't is een vroolijko
kr°egen laat ons er verder over zwij
gen. I
Daar dan waren ze 't laatst geweest.
Hij zou haar- thuisbrengen, zoo was het
voornemen.
Hii bracht haar mot thuis.
Z'j ging van het cabaret naar den
dood
Ontzettende werkel;jkheTd!
Tot wie hoeft ze gesproken?
We ontmoetten er, die den achtm*gro "d
•dor dingen meenden te kennen, en ii-
d.:t geva-1 hebben gelachen.
En anderen
Z:j z"Jn weer verder gegaan.
Verder op bun tocht langs bicsr- u
•cabaret en bar.
Daar weet men n:et van den dood.
Daar wordt ^e'achen, gelachen, dat men
brult' en schudt.
Daar vindt men al'css wat het v'oosoH
kan stree'en.
Drank en zang on dans cn no" moer.
Men wil leven, leven, zooals dat 19-jarig
meisje.
En toch, ovena's z'j. ;Ht men ten dcodel
O n t ze 11 en do wo rke1 i ik h ei d
FEUILU5TO»
De Stsrrei hadden relogen.
Verhaal uit den dertigjarigen oorlog.
Cl)
Is hot niet, of z'.j een God van mij wil-
lon maken, en toch, de Allerhoogste zou
hun wel eens kunnen ioor.en, daJt Hij de
hooggevoelenden ten val brengt en dat ik
niot dan een zwak en nietig sterveling
Door hot volk als op de handen gedra-
grn, trok h'j binnen Erfurt.
Hier liet hij zijn leger een korten tijd
ha't houden, teneinde de koningin te ont-
vengen, d:e hem tot hier tegemoet gere'isd
was om haar gemaal te zien.
't Was een treffend oogenblik, toen de
beide echtgenooten ten aanschouwen van
het gansclie leger in elkanders armen vie
len en weenden van blijdschap over zulk
een wederzien.
Wat was er al niet geschied, sinds
Gustaaf van vrouw en kind afscheid, had
genomen aan het Zweedsche strandt
Toen hadden de keizer en de Katholieke
vorsten van Duitschland 'gespot met den
Sneeuwkoning; toen hadden de Protestan
ten, id'oor vroegere bonJd'genooten teleur
gesteld, hem gewantrouwd en den rug toe
gewend.
Thans erkenden de Protestantse he vors
ten hem als hun leidsman en 'beschermer;
het Duitsdhe volk vereerde hem als zijn
redder en de Duitsche keizer eij zijne sma
lende vorsten beefden, zoo vaak zij den
naam van den Zweedschen koning hoor
den uitspreken.
En toch, een. donker voorgevoel maak
te zich van den koning meester bij het
samenzijn met zijne geliefde gade.
't Was, of alles hem zeide, dat hij zijne
gade voor 't laatst ontmoette.
Toen de dag van scheiding aangebroken
was, liet de koning het gansche leger bij
eenkomen en noodigde ook de magistraat
van Erfurt in zijn kamp.
In aller tegenwoordigheid nam hij een
roerend afscheid van zijne gade en beval
'haar aan de overheid der stad, voor het
geval, dat hem de dood wellicht spoedig
mocht wegnemen.
Daarop zegende hij de koningin pl'edhtig
en geleidde haar met haar gevolg buiten
ihet kamp.
Duizenden verdrongen zich om de beide
echtgenooten, teneinde de koningin-een
'hartelijk vaarwel toe te roepen.
Gustaaf en zijne gade waren diep ge
troffen.
Straks hadden ze elkaar voor het laa'tst
op deze aarde gezicnl
Nu trok de koning naar Naumburg,
'waar de inwoners hem in triomf binnen
haalden.
Hij wilde hiter den hertog van Lauenberg
met diens troepen afwachten, eer hij an
dermaal den Friedlander op het lijf viel.
Doch de hertog van Lauenberg werd
door den trouwc'oozen keurvorst van
Saksen opgehouden.
Deze was maar al te zeer geneigd, om
*e keizers -zijde opnieuw te kiezen, wijl hij
diens wraak vreesde.
Gustaaf Adolf begreep dit best en waag
de zich daarom te minder aan de kans van
eene nederlaag, daar b'j alsdan gevaar
liep, dat de keurvorst zich openlijk aan
's keizers zijde scharen en zijne troepen
tegen de Zweden zou doen optrekken.
De koning wist maar al te wel, dat von
'Arnitn, de veldheer des keurvorsten, al
zijn invloed op den vorst aanwendde, om
'dezen te bewegen, zich met Wallenstein.
Arnims ouden meester, te vereeni'gen.
Daarom besloot hij voorzichtig te wach
ten.
Hij maakte een sterke verschansing
rondom het kamp en zorgde intusschen
"door zijne verspieders op de hoogte te
blijven van de bewegingen des vijands.
Wallenstein was verrast door de snelle
verschijning des konings, welken hij nog
biet zijn liegetr aan den Donau waande en
die hem nn waarlijk voorkomen was en
hem de belangrijke vesting Naumburg had
ontfutseld.
Gustaaf had zijne legerplaats le zeer
versterkt, -dan 'dat "Wallenstein het waag
de, hem aan te tasten. Reeds was hc-t No
vember, en zouden de sterren liegen?
Zeni had immer? voorspeld: nog in deze
maand zou Gustaafs gesternte ondergaan.
Waartoe zou hij zich dan nog aan de
ongelijke kans van een slag tegen de Zwe
den wagen, wier leeuwenmoed hem nog
versch in het geheugen lag?
Hij besloot de winterkwartieren te be
trekken en begaf zich naar Leipzig.
Daar vernam hij, dat eene afzonderlij
ke legerafdeeling de: Zweden tegen Keu-
Ten optrok.
Pappenheim, d'e gaarne zelfstandig op
trad, verzocht hem, Keulen te mogen ver
dedigen, 'en Wallenstein, geenerlei kwaad
Vermoedende, zond hem heen, mot den
last onderweg Halle en Moritzburg te he
izotten.
Nadat Pappenheim vertrokken was met
zijne troepen, ging Wallenstein met de
hem overblijvende 25000 man naar Lüt-
zen en legerde zich daar.
Doch hij wist niet, dat de Zweddsche
koning 'geen blijder tijding van zijne
spionnen had kunnen ontvangen dan het
bericht, dat Pappenheim afgetrokken was
en de Friedlander zijn leger ontbloot had.
De man, die geen vrees kende, ver
bleekte, toen ftij op den m'ddag van don
lijden November de Zweden censk'aps te
genover zich zag en 1de duidelijke kentoe-
ker.en ontwaarde, dat hun koning zich lot
den s'ac voorbereidde.
Onm:ddellijk zond h'j zijne renhedon
naar Pappenhc;m, om hem te hevelen,
aanstonds met de zijnen weder te keer n.
of.choon hij twijfelde, of de Zweed che
koning wel zoo lang zou willen wachten,
totdat zijn tegenstander zich genoegzaam
zou vers'rekt hebben.
Tegen den avond liet hij allerwegen aan
de uitersten van zijne lcgerp'aatscn sc'-i-»
vuren ontsteken, om zijne verstrooids
•scharen gelegenheid te geven, spoedig naar
het hoofdleger weder te koeren.
Maar in z'jn gemoed wilde het nirt licht
worden, ondanks al het vuur, dat hij ont
steken deed, en den arbeid, welken hij z
nen schansgravers en musketiers op^'gdo.
Gemelijk en morrend had hij zich in
ne tent teruggetrokken en zijn donkers
blikken rustten onafgewend op do kaart
van het slagveld 'daar vóór hem.
Zacht werd het gordijn opgehaald en
Zeni vertoonde zich.
Onheilspellend wendden zich de hl kken
van den Friedlander naar den wichelaar.
j
(Wordt vervolgd.)