WieiiweLeitisciCoïraiii Tweede Blad] Vrijdag 29 Augustus 1924 J; RIJK EN GEMEENTEN. „Be Wethouder van Financiën' in 's lands hoofdstad, de heer Wibaut., heeft aan de pers enkele mede deelingen ver strekt omtrent de Gemeentelijke begroeting voor het volgend jaar, die ons aanleiding geven tot een enkele gevolgtrekking ten ■aanzien van het financieel beleid van de Regeering des lands. i „Men herinnert zich, zegt de S tan daard, nog de felle critiek, die wel uit geoefend is op het beleid van Minister Colijn inzake de inhouding van de „nood- uitkeering" aan dé Gemeenten. Wii heb ben dien maatregel indertijd verdedigd met de opmerking dat de financieele toe- Mand van de groot e Gemeenten veel min- jfter zorgelijk was dan die van het Rijk. Wat blijkt nu voor Amsterdam het geval ie zijn? De nooduitkeering zou hebben be dragen voor 1923 drie millipen twee ton. 33e uitkomst der rekening over dat jaar is, dat er niettemin een overschot is van goed vier miUiocn twee ton. Dit overschot is grootendeels verkregen doordat de op brengst van de Gemeentelijke Inkomsten belasting te laag werd geraamd. Over een paar belastingjaren was er een overschot van vijf millioen. Enkele bedrijven gaven daarenboven ook nog een extra winst, zoo dat de zorg voor de toekomst dus niet al te groot behoeft te zijn, al blijft de sterke daling der inkomsten tot groote voorzich tigheid manen. Een voorzichtigheid echter, toe te pas sen, zonder dat, zoo constateert de Wet houder, de maatschappelijke voorziening schade zal! lijden. Uit dit alles, want van andere Gemeen ten verneemt men soortgelijke berichten, blijkt wel, hoe billijk de maatregel was, die aan de Gemeenten de extra uitkeering onthield. De nood was hij den gever. Niet zoozeer bij den gene, die ontvangen wou. KERK EN SCHOOL NED. HERV. KERK. Aangenomen. Naar Colmschate: Dr. H. Ph. Rogaar te Zuidlaren. Bedankt. Voor DinteloordP. J. Rteenbeek te Berg-Ambacht. 4 GEREF. KERKEN. Bedankt. Voor Moerdijk:M. A. van TPernis te Schoonrewoerd. CHR. GEREF. KERK. Bedankt. Yoor Meppel: J. L. de Vries Rijnsburg. Jubilea. Ds. P. 'Bokma, predikant der Ned. Eerv. Geméenite te Schiedam, hoopt 1 Sept. a.s. zijn 35-jarigè ambtsbediening te herdenken. D s. H. J. C o u v e, predikant der Ned. Herv. Gemeente te Amerongen hoopt Sept. a.s. zijn 30-jarige ambtsbediening ie herdenken. Ds. Couvée werd in 1894 bevestigd bij de Ned. Herv. Gemeente te Kerkwerve en üeroeskerke (Schouwen). Van 1899 tot 1906 diende hij te ICortgene (Z.) In laatstgenoemd ^aar verwisselde hij deze plaats met Ame rongen. 9 Ds. J. H. Krauw el, predikant der Ned. Herv. Gemeente te Zuidzande (Z.), hoopt 2 Sept. a.s. zijn 30-jarige ambtsbe diening te herdenken. Theologische Schooldag. De Theologische Schooldag zal D.V. op Donderdag 18 September a.s. te Kampen worden gehouden, ditmaal in aansluiting aan de opening van het vernieuwde ge bouw der school. Aan den avond van den l7en September zal te 7 uur in de Nieuwe Kerk de bid stond worden gehouden, waarin hoopt voor te gaan Dr. C. B o uma van Zwolle, Na afloop -zullen de bezoekers van buiten worden ontvangen in eene begroetingssa-r snenkomsfc in de Buiten-Societeit. De vergaderingen van, den lSen Septem ber zullen eveneens in de Nieuwe .Kérk worden gehoudenj.de leiding is opgedra gen aan Prof. Dr. H. Bouwman. De morgenvergadering zal aanvangen te Awa-rt voor tien, en omstreeks twaalf uur worden gesloten. Het openingswoord aal worden gesproken door den Rector der School, Prof. Dr, A. G. Honig. Vervol gens zal een referaat worden gehouden door D r. K. Dijk van 's-Gravenhage. De middagverga-dering zal aanvangen te half twee. Hier hoopt als spreker op te •treden Zijne Excellentie H. Colijn, met het onderwerp: „Christendom en wereld." Getracht zal worden, deze vergadering om half diie te doen eindigen, daar er na af loop hiervan gelegenheid zal worden ge geven om groepsgewijze het vernieuwde gebouw der School te bezichtigen; (de of- ficieele opening hiervan zal wegens rede nen van plaatsruimte moeten geschieden in besloten kring, en zal dan reeds heb ben plaats gehad aan den middag van den 17en September,.) Naar de Standaard verneemt, zal Dr. J. TH. de Visser de ingebruikneming van het nieuwe gebouw der Theol. School te Kariipen, op 17 Sept. a.s. bijwonen. H. Houkes. t In dein ouderdom van bijna 37 jaar is overleden de lieer H. Houkes, hoofd van de Christelijke school aan de Kerkallee te Velp,.- Juist een jaar was de heer Houkes, ko- mend© van Nijkerk, te Velp werkzaam-en met recht kon nog veel van zijn voortref felijk onderwijs worcfen verwacht.- Vereen, voor Chr. Nat. Schoolonderwijs. De 62ste» algemeen-e vergadering van de Vereend,ging voor Chr. Nat. Schoolonder wijs wordt niet op 26 maar op 11 Sept. gehouden in het gebouw voor K. en W. te Utrecht, 'a morgens 11 uur. Ontslag gehandhaafd. Gedeput. Staten van Zuid-Holland heb ben besloten te handhaven het besluit van den gemeenteraad van Brielle, waarbij aan J. de Klerk, onderwijzer aan de eerste o. 1. school aldaar ongevraagd eervol ont slag is verleend wegens opheffing van zijn betrekking. De geestelijke en zedelijke zijde van het diaconale werk. Over dit onderwerp hield D ,s. F. M. Muller van Kerkdriel op de Diaconale Conferentie vanwege de Fedevatie van Diaconieën in de Ned. Herv. Kerk 'n re feraat., waaraan wij het volgende ontlee- nen: De Kerk beeft somtijds de stoffelijke nood-en uit het oog verloren, terwijl omge keerd velen de Kerk alleen waardeeren om en voorzooverre zij so-c:a',en arbeid' verricht. Beide uitersten moeten worden vermeden. Wij mogen de tijdelijke -din gen niet als bagatel zien, zei Spr., doch het geestelijke mag zeker- niet worden verwaarloosd. Wij hebben naar den Hei land te zien, die de tijdelijke n-ooden mee voelde en wegnam, maar die vooral geko men was om. Zijn ziel te stellen tot een rantsoen voor velen. Die den geraakte de zonden vergaf, doch ook deed opstaan en wandelen. Daarna trok Spr, aan de hand van de H. Schrift een aantal vaste lijnen en stelde jeenjge beginselen in het licht. Hij waar schuwde ervoor de Bijbelsche toestanden zonder meer over te dragen in onze totaal veranderde maatschappij. Een tweetal beginselen vinden wij in den Bijbel tegenover elkander geplaast: „Er zal onder u geen arme meer z'jn", dat is de ideale toestand, als er geleefd wordt naar Gods Wet; en: „de arme ziel zal niet ophouden in het midden des lands". Dat is door de zonde de werkelijkheid, en dus'als conclusie: wees goed voor den -ar me. jjlljken 'en armen ontmoeten elkaar, God heeft ze heiden gemaakt". God is -ook een God der armen. Ze zijn schepselen: ,met een handomdraaien- zal de armoede niet weg zijn". Spr. wees op de behandeling der armen onder Israël, hoe de wetten groote armoe de en rijkdom trachtten te voorkomen, o.a. door het jubeljaar en verbod van ren te, hoewel de vraag gewett-'gd is of deze voorschriften voorat na Salomo's tijd ge hoorzaamd werden, gezien, de protesten der profeten, o.a. van Amo.s en Jesaja, Nehemia en Hosea. De Kerk rekene met -deze wetten, hoewel ze niet zoo maar in onze toestanden overgenomen kunnen worden. Immers leer en we er door. De Kerk oefent invloed door haar pre diking in de maatschappij, door te pleiten voor barmhartigheid en gerechtigheid. Predikt beginselen als barmhartigheid en gerechtigheid en bedient de Sacramenten whardoor allen zich als broeders en zus ters gevoelen en dé consequenties trekken jegens elkander. Maar ook beoefent de Kerk rechtstreeks den liefdearbeid. Ëen goede armenzorg is de beste recla me voor bet. Christendom. Spr. roemde te genover de opvatting van Luthér het Ge reformeerd Protestantisme, waar het in de Kerk een apart lichaam voor armen zorg in het leven heeft geroepen. Men aanvaarde, zoo betoogde Spr., de critiek, hoewel deze meermalen onbillijk is. Men houde vast aan het ideaal. 1 De armenzorg blijft moeilijk, daar zoo wel diakenen als armen menschen zijn, zondaren. Doch, zoo besloot Spr. zijn in leiding, men beginne hij zichzelf en toefse zich aan Hem, die kwam om te dienen en wete dat goede armenzorg een aanhevel'ng as' voor de Kerk. Immers haar gestalte van den harmhartigen Samaritaan moet in haar gezien worden. Als zij den armen steun biedt .zal -ook het geestelijk en zede-1 lijk leven der Kerk groeien. Ds. Joh. Luuring, van Hazerswou- de, stelde bij de gedachtenwisseling een paar practische vragen. 't Is een feit, dat sommige ouderlingen zeer gaarne armen bezoeken en er een gift bezorgen. Waar komt dit door? Wat komt er practisch terecht van het geestelijk-tee- detijk element in het -diaconale ambt? Brengen de diakenen wel troostrijke rede? nen of laten ze dat na, wat het bevesti gingsformulier hun toch oplegt? Moeten de diakenen de geldelijke hulp niet heel anders aanbieden dan het. Burgerlijk Arm bestuur? Schieten de diakenen daarin niet tekort? Meermalen worden de behoeftige gezinsleden niet belangstellend en liefde rijk aangehoord, maar gaat het strak en stram, omdat het hun i.s opgelegd als een plicht, dien ze zoo koud volbrengen? Dan verrichten ze hun werk ongeestelijk. Do heer R. A lts ma, van Oostermeer, erkende dat er hij diakenen 'inderdaad vele tekortkomingen zijn en dankte voor ■de goede wenken en rechte critiek van den vorigen -spreker. De heer H. J. v an Achterberg, van Utrecht, zei dat de diakenen b:j be paalde gelegenheden, zeker wel over gees telijke zaken spreken. Bij de keuze der diakenen wordt daar mee gerekend. Hij vroeg ook nog of men; onkerkehjke leden mag wegsturen zonder hulp. De heer J. C. Jansen, van Princen- hage, wees op toestanden in Roomsche streken. Als, de diaconie arm is, willenr sommigen wel Roomsch worden, om steun! té verwerven. Dat gebeurt in de practijk daar zeer dikwijls. Toch wordt er door de; diaeoiv'e gedaan wat mogelijk is, zulks in overleg met den predikant. En ook wordt de geestelijke zijde behartigd. De Tieer A. T i b b o e 1, van Lisse, stelde de vraag of voor den diaken het gebed met den door de diaconie ondersteunde inderdaad verplichting is. De heer G. H. Kastelein, van Rot terdam, achtte het diakenambt zeer hoog. De „troostrijke redenen" worden vaak vergeten. Dat komt ook, omdat vele dia kenen te hoog staan. Er is geen vertrou wen. Men spreekt van „meneer de dia ken". Dan is er geen vertrouwen. De diaken moet gejoel bez'tten en ver staan dat de 1 menschen, die zij -helpen moeten, eveneens geyoel en gerechtvaar digd eergevoel bezitten. De beer J. R. S n o eek Henke- mans, van Den Haag, wees er op, dat de nieuwe Armenwet de Kerkelijke Armen zorg wel moeilijker, maar ook schooner" heeft gemaakt. Volgens die nieuwe Wet) moet elk behoeftige meer dan tot dusverre behandeld worden naar zijn bijzondere' omstandigheden en persoonl'jke beteeke- nis. Voor de Kerkelijke Armenzorg komt het geheel aan op den persoon. Daarom moet er tusschen de verschillende ambt dragers innig contact zijn. D s. Muller wees er in zijn antwoord •op, dat men bij de diaconale armenzorg te doen heeft met den geh'eelen mensch en ■dat de diakenen daarom het ;deaal moe ten zien in Jezus Christus. En dan zijn de „troostrijke redenen" zeer zeker noo- dig. Niet elk diaken is daartoe even be kwaam. maar reeds zijn vriendelijk e,n medelijlen-d optreden kan hier den geest van Christus ademen. Al bÜjve de zorg op hooger, meer geestelijk plan dan ook altijd het meest gewenscht. Het schiften van behoeftigen in wel cn niet kerkelijk meelevende1 menschen ten aanzien van de vraag of men hun steun zal bieden, is niet het ideaal. Maar soms is zulks, uithoofde van een- zeer beperkte diakoniekas, onvermijdelijk. Doch dan is er toch de plicht de Gemeente er op te wijzen, dat zij milder moet offeren. Voorts erkende spr., dat 't in sommige bijzondere gevallen goed kan zijn, dat b.v. de predikant (met. medeweten van de diacome) de gave uitreikt en niet de diakenen zulks doen. Zulks omdat er zijn, dié hun armoede niet in -de heele Gemeen te willen bekend zien en -dat meer bedekt kan blijven, wanneer de predikant de be hoeftigen bezoekt. Daardoor kan soms •voorkomen worden het ontstaan van pau- pers. In elk geval komt 't hier aan op de ipe/r)sonen die den barmhartigheid sdienst verrichten. Er is bij alle ambtsdragers, ook bij de diakenen, velerlei tekortkoming Daarom moet anen -zichzelf leeren zien, herzien en'leeren wat Christus Ons leert. Ds. Luuring herhaalde ten sktte nog eens, dat het uitzondering is dat dia kenen met behoeftige zieken of stervenden •over hun zielstoestand spreken. Dat moet toch anders woTden. En ook hebben zijv dikwijls gelegenheid geestelijk-zedelijk werk te verrichten door behoeftigen en kele wgnken te geven hoe zij hun gezin hebben te bouwen en! te ordenen. Hiermee was de bespreking geëindigd. BINNENLAND Nederland en België» Naar aanleiding van berichten, dat de Belgische en de Nederlandsche Min:sters van Buitenlandsche Zaken van hun aan wezigheid te Genève gebruik zullen maken om met elkaar een aantal Belgisch-Ne- derlandsche vraagstukken te bespreken, schrijft „Laatste Nieuws": „Naar wij uit -zeer betrouwbare bron vernemen, zijn deze berichten zoo niet ge heel onjuist, dan toch Voorbarig. Van eeni- ge afspraak tot het-houden van een derge lijke bespreking is niets bekend Toch wordt het niet onmogelijk geac- '"U- het gelijktijdig verblijven van- genoemde mi nisters te Genève wel eens aanleidt;. 2 zou kunnen geven tot. het wisselen van gedach ten over zekere tusschen België en Ne derland hangend zijnde vraagstukken. Officieel is echter niets in dien zin voorbe reid of afgesproken." „Nation Beige" komt naar aanleiding van den alarm-kreet van minister Ruys te Maastricht en de verklaring van „De Re sidentiebode", dat op de conferentie te Londen eischen gesteld zouden zijn be treffende de militaire veiligheid van Bel gië en Frankrijk, waarhij ook de pesitie van Nederlandsch Limburg, ter sprake zou zijn gebracht, op haar thema: verdediging van de Limburgsche Maas terug. Het blad zegt, rekening te willen houden met het fait accompli van incorporatie van Lim burg b j Nederland, maar betoogt verder, dat waar de Nederlanders van versterken van Limburg niet willen hooren, Frank rijk en België*voor de vraag worden ge steld, of zij het dan maar niet zelf zouden doen. „Wij", aldus het besluit van de „Na tion Beige" „houden er absoluut niet van, nogmaals slachtoffers te worden van een invas:e en. zullen- daarbij desnoods het voorbeeld volgen der Hollanders zelf, die een deel van de achttiende eeuw in ons land garnizoenen hebben gehouden om zich te beschermen tegen Frankrijk." Tuberculose in Drente. De Tel. wijst op de toeneming van de tuberculose in de Drentsche venen '(op sommige plaatsen 10 per 1000 inwoners, tegen vroeger 1 per 1000) en meldt, dat te Emmen plannen bestaan tot oprichting van een sanatorium en kinderhtelstel- lingsoord. Het ledental yan het C. N. V. Naar gemeld wordt is het ledental van het C. N. V. in het tweede kwartaal van dit jaar teruggeloopen van 52.889 tot 51.888. Het verlies bedraagt dus 1001 le den of 1.89 pCt. Vooruit gingen 5 organisat'es, n.l. die van Kantoor- en Handelsbedienden, Land arbeiders, Mijnwerkers, Opzichters en Teekenaars en Spoor- en Tramwegperso neel, met samen 311 leden. De vooruit gang van de Landarbeiders alleen is 282 leden. De Belastingambtenaren en Dia mantbewerkers bleven in ledental gelijk, terwijl de ove.rige 13 organisat'es 1312 leden achteruitg:ngen. Het grootst was de achteruitgang bij de Bouwarbeiders, die 461 leden verloren. De Textielarbeiders verloren 127 leden. De Ziekteverzekering. Hefc Nederlandsch Verbond van Zieken kassen en -fondsen (N. V. Z.) heeft aan de Tweede Kamer der Staten Generaal de volgende motie doen toekomen: „Hefc Nederl. Verbond van Ziekenkassen (N. V. Z.), waarbij aangesloten 457 plaat selijke ziekenkassen, in vergadering bijeen op Zaterdag 23 Augustus 1924, te Arnhem, in Hotel „Ri- che". gehoord de inleiding en bespreking inzake hefc voor-ontwerp-Ziekte- en On- gevalenwet-Aalberse, bet ten zeerste betreurende, dat b'j dt* voorbereiding van genoemd voor-ontwerp hefc Ned. Verbond van Ziekenkassen niefct is gehoord en gekend, en hefc mitsdien aan? een grondig^ onderzoek naar de werking, der particuliere Ziekteverzekering, en dé! plaats welke deze in ons volksleven in?[ neemt, ontbroken heeft, i spreekt als zijn meening uit: l dat de voorbereiding van het voor-ont-J werp-Ziekte- en Ongevalenwefc dus uiterst' willekeurig is geschied, ij dat het gekozen systeem verwerpelijk is 1 voor de verzekerden en buitensporig duur» voor de risico-dragers; dat samenkoppeling van ongevallen en; ziekteverzekering onoverkomelijke bezwa« ren meebrengt en deswege niet moet wow' den aanvaard, f dat bij een collectieve ziekteverzekering tal van arbeiders buiten de verzekering zullen vallen, dat de uitsluiting van de bestaande zie< kenkassen onbillijk en onrechtvaardig, en! bovendien ten nadeele der ziekteverzeke* ring zal zijn. en is tevens van oordeel, dat alléén en uitsluitend de ziekteverzekering en haar uitvoering in handen van de arbeiders, eni daarmede maatschappelijk gelijkgestelden moet komen, en dat hiertoe invoering der ziektewet-Talnia, aangevuld «n gewijzigd in den zin als door Minister Aalberse d.cL Juni 1920 voorgesteld, noodzakelijk is, en voorts dat daartoe een Commissie zoo als het N. V. Z. den Minister in 1918 heeft voorgesteld en than-s in de pers gelanceerd is, goede diensten kan bewijzen, geeft in overweging de totstandkoming daarvan te bevorderen, doch vraagt daarin een behoorlijke vertegenwoordiging, in overeenstemming met zijn beteekenis, besluit deze motie ter kennis te brengen van de Regeering, de Sta ten-Generaal en den Hoogen Raad van Arbeid, en gaat over tot de orde van den dag.'* RUSSISCHE GRAANUITVOER? 1 In tegenspraak met de laatste dagen van andere zijde gemelde berichten is do verklaring van Sokolnikof,- den volkscom missaris van financiën, in de „Finanso- waia Gazeta" (een Rus-s'sch financ'eel blad) van belang, dat van graanuitvoer gedurende de eerstvolgende acht a negen maanden „geen sprake mag z:jn." Allereerst wordt stopzetting van den uit-* voer geboden door de omstandigheid, dat de sovjet-autoriteiten „niet precies veten, •hoe groot de op het oogenbllk beschikbare graanvoorraden zijn." Eerst in April of Mei van het volgende jaar zal met zekerheid kunnen worden vastgesteld, of er inderdaad nog een over schot zal zijn, dat voor uitvoer kan wor-* deïi bestemd. Voorts verzetten overwegin? gen van financieelen aard zich tegen voortzetting van den u:tvoer. Om een verdere stijging .van de graan-* prijzen, welke tot gevolg zou hebben een desorganisatie van d-e graanmarkt en daardoor van hefc geheole toeconomische leven van Rus^nd, tegen te gaan, is het namelijk noodig, dat zoo groot mogelijke voorraden op de binnen1 andsche markt worden gebracht. Want hij een verdere stijg'ng van da graanprijzen, zelfs bij handhaving ervan tot aan den volgenden oogst, zouden loonsverhoogingen n et kunnen uitblijven, met als gevolg een st'jgcnd deficit der siaats-'ndustrïe, waarin alleen zou kunnen' worden voorzien door nieuwe uitgifte van bankpapier. En deze moeten tot eiken prijs werden voorkomen. Sokolnikof geeft toe, dat door een stop-< zetting van den graanuitvoer de toe-: vloeiing van buitenlandsch geld zal ver-* m'nderen. Maar hierin zal z.i. kumieir worden voorzien door het sluiten van 'ee-< ningen op kor'en ternrjn. Ook Rykof heeft (op een vergadering van gou ver nemen teel e gevolmachtigden van het volkscommissariaat van b'nnen-. landschen handel) gewezen op de noodza kelijkheid om verdere stijging van do graanprijzen tegen te gaan, wil men met voor de onvermijdelijkhe'd van nieuwe loonsverhoog'ngen komen te staan. H:j verklaarde evenwel uitdrukkelijk, dat van een gewe'ddadige drukking der graanprijzen geen sprake /al zijn; d? ria< deej^n van een dergelijke methode zouden waarschijnlijk grooter zijn dan de voor deel en. De éenige geoorloofde methode is z i. he( achterhouden van graan tegen te gaan en voorts met a'le beschikbare m'ddelen ch o aanvoer van graan op de h'nnenlanclschQ markten te bevorderen. Rij verzocht dé vergadering, maatregelen daartoe uit lo denken. FEUILLETON De Sterren hadden gelogen. Verhaal uit den dertigjarigen oorlog. M) Doch zooveel was zeker, dat de veldheer 3inds den val der stad somber en in zich zelf gekeerd was. Hij was bijna ongenaakbaar geworden Toor zijne officieren, trok zich in de een- lamheid terug en hield zich, nu Zeni #eer naar zijn meester teruggekeerd w'as, Mleen met het beschouwen der sterren of 51et het berekenen van plannen en het be- ■Studeeren van kaarten .bezig. Daar was iets zonderlings in al zijn doen, waarvan zijne meest vertrouwde Segerhoofdengeene verklaring wisten te geven. Zoo had hij thans de beste kwartieren san zijne officieren toegewezen; zelf had hij de woning van den doodgraver be trokken. Zonderlinge keuze! Des avonds zat hij daar nu alleen in eene kamer, welke de eigenaar met doodskoppen en doodsbeen deren versierd had. Hij had den loop van zijn kijker door het geopende venster op de sterren ge richt en bespiedde geruimen tijd clen gang der hemellichamen. Wat hij daarboven aanschouwde, scheen hem niet aangenaam te stemmen, Gemelijk wierp hij den kijker op een hoek, dat geopend voor hem op tafel lag, en staarde naar huiten op het kerkhof. Somber rustte zijn blik op de graven, 'door het bleeke maanlicht beschenen. De avondwind suisde door de hoo,ge po pulieren en joeg hem eene huivering aan. 't Was, als openden zich die graven, als verrezen de dooden en naderden zij hem; als wezen zij dreigend met den vinger naar 'hem! Hij werd koud, en toch, 't zweet parelde in groote droppen op zijn gerimpeld voor hoofd. Hij wendde den blik af en staarde naar den wand. De doodshoofden grijnsden hem aan. „Maagdenburg! Leipzig!" -hoorde hij fluisteren. Hij wendde zich verschrikt naar de deur „Verzoek den graaf van Fiirstenberg tot' mij te komen!" riep 'hij den adjudant toe. Weinige oogenblikken later verscheen de vorst. „Fiirtstenberg! Is het geschut ter plaatse gebracht, waar ik het bestelde?" ,,'t Is alles in orde; we bestrijken de gan- sche vlakte van Breitenfeld." „En gij voert den rechtervleugel tegen de Saksers aan, niet waar? Pappenheim zal den linkervleugel aanvoeren!" „Zoo is 't, heer graaf!" „Zeg ook aan Pappenheim, dat ik in geen geval toesta, dat iemand der onzen den strijd aanvangt. Ik wacht niets goeds van den slag." „Waarom u vooraf beangstigd? Óns leger is in getalsterkte volkomen ge lijk aan dat der Zweden; onze stelling is in ons voordeel. De Zweden strijden met zon en stof in het gezicht. Op de Saksers! kunnen ze wei nig houwen." „Vorst Fiirstenberg! Zoo wij de overwin ning behalen, liegen d'e sterren en. Hij hield zijne woorden, in en blikte an dermaal door het venster. De maan goot hare stralen over den stil len Godsakker. Een zucht ontglipte de borst van den veldheer. Met een glimlach van minachting had vorst Fiirstenberg den kijker bezien, die op de tafel lhg. Tilly scheen het niet op te merken. „Ik eisch, dat de burgers van Leipzig menschlievend en goed behandeld worden. Neem daarvoor de noodige maatregelen! De dood voor den schuldige, over wien ik •eenige klacht verneem van roof of mis handeling!" Fiirstenberg beloofde den last te zullen volbrengen en vertrok. „De oude heer schiint een slechten avond door te brengen!" mompelde hij bij zich- zelven. „Wat liefhebberij ook, om zich met de sterren en doodshoofden op te sluitenl" Drie uur van Leipzig had Gustaaf Adolf zijn hoofdkwartier gevestigd. Terwijl Tilly in de doodgraverswoning eene schrikkelijke ure doorleefde, had de Zweedsche koning zijne bevelhebbers in zijne tent verzameld. Hem verschrikten geene graven; geene dooden rezen voor zijne verbeelding op om hem te ontstellen. Hij sprak hartelijk en bemoedigend tot zijne .generaals, al ontveinsde hij hun niet, dat ze met een dapperen vijand te strijden hadden, die tot heden gewoon was te zegevieren. „Doch het geldt de eere Gods en Zijne Evangelie en, wanneer wij allen onzen plicht doen, dan zal Hij onzen arm slerken en ons uit genade !do 'zege doen weg dragen!" ,Den volgenden morgen, toen de zon op ging over het slagveld, had de kon:ng zijn hoofdkwartier twee uren nader bij de stad gebracht in de nabijheid van de 'Lader beek. De keizerlijken droegen helmen, harnas en beenstukken en waren in gele jakken met wijde mouwen gekleed. Hun geschut stond op de heuvels, doch wius zeer moeilik te verplaatsen. Hunne batail'ons war^n le^groot om z'ch gemakkelijk te bewegen. Ginds uit het kamp gingen vloeken en scheldwoorden op en werden zedelooze liederen aangeheven. Hier lag een koning geknield met zijn gansche leger en riep ootmoedig de ge-< nade en de hulp zijns Gods in voor zich en de zijnen.. Toen het gebed geëindigd was, zetten de trompetten in en uit veertig du'zend ke'cn klom het lied des vertrouwens, door dt a kon:ug vervaardigd, u't aller hart; „Wees ui-et vervaard, gij kleine stoet, f Hoe hel des vijands overmoed t Zijn zegelied doet klinken! Hun roem verkeert in hoon en spot; l God is met ons en wij met God: H:j doet de zege ons blinken!" Daarna reed de koning langs de ge-* lederen. Hij droeg een gc;js kleed en s'echts zijn witte hoed - met ^groene vederbos onder-* .scheidde hem. Zijne Zweden waren in enge, blauwfl jakken gekleed en hunne afdeelingcn waren zóó opgesteld, dat zij zich vlug be-< wegen konden. De koning wekte zijne so1 da'en in har-* telijke woorden tot moed en vertrouwen op, „God met ons!" klonk het hem overal na, als hij zich verwijderde. (Wordt vervolgd) L

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5