[Tweede Bladj
Woensdag 20 Augustus 1924
WELBEWUSTE LASTER.
r "Wij lezen in „de Houten Pomp", het
3L-R. caTicaturistisch -weekblad:
Het allersmerigste -wat we tot nog toe in
„Het Volk" beleefd hebben, is in dit waar
heid- en zedelievend blad verleden week
ui tgehaald.
Men moet weten, dat als de allergrootste
'goden der sociaal-democratie, als Trioels tra
en Schaper enKleerekooper met va-
cantie zijn, de goden van de gewone groot
te het blad mogen vullen. Tot deze catego
rie behoort de heer Duys„ de groote Jan
Duys.
Nu weet men: als dat heerschap aan de
beurt is, dan komt er wat los. En zoo is er
ook verleden week Vrijdag was losgeko-
•men, toen D(uys) in „Het Volk" een hoofd
artikel is gaan schrijven over „Het Reken-
kamerverslag".
Ook ditmaal weer heeft de Rekenkamer,
die terdege op de kleintjes past, een paar
streepjes aan den balk gezeb bij al te vrij
moedig omspringen met 's lands dubbel
tjes. Zoo is gesignaleerd het geval van een
ambtenaar der registratie, die te Noord-
wijk woonde maar in Leiden werkzaam
was. Toen op een gegeven oogenblik deze
ambtenaar in zijn eigen woonplaats te
werk werd gesteld, deed hij, alsof héj da
gelijks van Leiden naar Noordwijk moest
trammen, en bracht daarvoor reiskosten in
rekening, totaal 'n dikke 600 gulden.
De Rekenkamer legde den vinger bij dit
grapje. Maar daarna kwam 't mooiste.
Toen de ambtenaar dit geld terug moest
storten, kreeg hijeen toelage van f 4
per dag voor den duur van zijn tewerkstel
ling in Noordwijk, dat wil zeggen: in zijn
eigen woonplaats. Zóo kon het onrecht
matig in de wacht gesleepte reisgeld met
gesloten beurs teruggestort worden! 1!
Begrijpelijkerwijze is de Rekenkamer
hver deze afwikkeling van het zaakje nog
niet gesticht.
En niemand zal het „Het Volk" kwalijk
nemen, als het deze dingen aan de kaak
stelt. Of dat nu juist de heer Duys moet
doen, is echter een andere vraag.
Deze meneer, waarvan men zich nog
herinnert, dat hij met zijn vrindjes plei-
ziorreisjes ondernam, waarvan indertijd
met stellgiheid beweerd werd, dat ze niet
uit eigen partemonnaie betaald wer-den;
deze meneer, die maanden na maanden
zijn tenten in Den Haag had opgeslagen
en d^ed alsof hij nog steeds woonde aan
de oevers van de Zaan, om in de stad van
Czaar Peter het wethouderschap met des-
zelfs revenuën te kunnen blijven savouree-
ren deze meneer moest maar liever
over ambtelijke vrijmoedigheden zwijgen!
Maar dan de manier, waarop hij erover
schrijft.
Dat doet hij zóó, dat elke niet al te
snuggere le?er en gelijk mén weet zijn
de lezers van „Het Volk" niet al te snug
ger! gelooven moet, dat dit zaakje on
der medeweten en goedkeuring en
eigenlijk medewerking van minister Colijn
is geschied.
Zie maar met welke commentaren hij het
verhaal omringt:
„De Minister van Financiën weet het
refrein van ,,'t komt er niet op aan" zoo
mogelijk nog schooner te zingen."
„Wie nu echter zou meenen, dat dit kol-
- lege daarbij terstond den steun zou onder
vinden van den minister- van-de-„zorg-
wekkende"-schakist, och, die kent onze fie
re ridders van Nederland nog niet."
„Ondertusschen is dezelfde minister van
financiën wel zoo goed weer een voorraad
tranen en gros over de noodzakelijkheid
van bezuiniging in te slaan, tegen den tijd
dat hij weer een of anidere salarisverla
ging, onderwijsaanslag, enz., wenscht te
gaan' uitvoeren onder begeleiding van ova
ties van R.-K, en andere werkgevers-kon-
gressen."
Van welkenminister van financiën is
nier sprake?
Ongetwijfeld van minister Colijn, zal
ieder zeggen.
De heeren De Vries en De Geer hebben
g/Cen „ovaties van R.-K. en andere werk-
gevers-kongressen" genoten.
Maar wat is nu 't geval?
Dit heele gevalletje is van vóór den tijd
Tan Golijns ministerschap!!
_Dat^jveet deze meneer Duys "natuurlijk.
want hij kent de periode, waarover het
Rekenkamerverslag loopt. Desondanks
durft hij zulke commentaren eraan toe
voegen.
Welke naam is er in het Nederlandsch
voor deze Duys-manieren?
Slechts léén: welbewuste laster!
EEN ZWALUW?
De opbrengst der Rijksmiddelen in de
maand Juli, zegt de Standaard,
schijnt op het eerste gezicht niet ongun
stig. Bij talrijke posten blijkt zij de ra
ming te hebben overschreden en ten deele
juist bij die, welke in onmiddellijk verband
staan met de handelsbeweging van het
oogenblik. Ook blijkt de opbrengst van
verscheidene belangrijke middelen de op
brengst in de overeenkomstige maand van
het vorige jaar te overtreffen.
Vertoont zich de eerste' zwaluw? Die nog
wel geen zomer maakt, maar die dan toch
de lente bewijst? We weten het.niet, maar
wij maken ons nog geen illusies. In de af-
geloopen maand vertoonde de inkomsten
belasting weder een lager rendement dan
in Juli 1923. Tegenover een opbrengst van
f 8.093 481 toen, staat een inkomst van
f 7.026.628 thans. Bij splitsing over de
verschillende dienstjaren en vergelijking
over de eerste 7 maanden van 1923 en
1924 krijgen wij het volgende beeld:
Jan. t.m. Juli 1923 Jan. t.m. Juli 1924
1920/21 f 2.011.912 f 888 299
1921/22 13.399.763 3.315.509
1922/23 55.514.084 11.835 498
1923/24 238.904 45.938.436
1924/25 984.494
Totaal f 71.164.663 f 62.962.236,
Het is niet weg te redeneeren, dat hier
uit een aanzienlijke achteruitgang der in
komens valt op te maken, juist in het
thans praevaleerende dienstjaar 1923/24.
Immers terwijl de totaale teruggang in de
eerste zeven maanden f8.202.426 bedroeg,
vertoonen de opbrengsten der dienstjaren
1922/23 en 1923/24 een verschil van
f9.575.647, dus meer!
En daarnaast is de opbrengst der divi
dend- en tantièmebelasting over de thans
verloopen zeven maanden van 1924 niet
minder dan f 2.610.265 bij de opbrengst
over de overeenkomstige maanden van
1923 achtergebleven en f 1.327.391 bij de
ram:ng.
Een zwaluw? Misschien, maar-dan toch
een onvoorzichtige!
KERK EN SCHOOL
- NEp. HERV. KERK.
Beroepen: Te Huizen, G. B. Holland,
te Kampen.
Bedankt: Voor Aalburg en Heesbeen,
P. Kruijt, te iNeuwe Tonge.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: To Zalk, J. Los, cand. te
's-Gravenhage; en G. Staal Jr., cand. te
Zwolle.
Beroepen: To Lollum, C. J. Goslinga,
te Oosthem. Te Lutjegast, G H. de Jon
ge, te Vrijho.eve Capelle. Te Naarden,
G. v. d. Zanden, te De Bildt.
CHR.'GEREF. KERK.
Beroepen: Te Broek op Lan'gendijk,
J. Hovius, cand. te Kornhorn. Te Zaam-
slag, J. Tolsma te Zeist.
BAPTISTEN GEM.
Beroepen: Te Nieuw-Pekela, J. Hek
huis, te Muntendam.
I
De Christelijke Feestdagen.
Men schrijft daarover aan het ,,Hbld.":
Het motief, dat do Algemeene Synode
der Ned. Hervormde Kerk aanvoerde bij
haar weigering, om mee te werken den
Goeden Vrijdag tot algemeen Christelij-
ken feestdag te maken, n.l. dat met den
Goeden Viïjdag els erkenden feestdag
maar weer een uitgaansdag meer zou ko
men, (let op wat hierover ook door Ds. J.
Schoonhoven, van Delfshaven. geschreven
is) brengt thans de gedachte weer op de
waardeering der Christelijke feestdagen,
met name de z.g. tweede feestdagen.
De geschiedenis der Kerk toont, dat de
kwestie der feestdagen niet nieuw is.
De Gereformeerden namen steeds een spe
cifiek verschil aan tusschen den Zondag
als „dag des Heeren" (de viering ervan
berust op Goddelijke ordonnantie) en de
z.g. feestdagen (dagen van nienschelijke
inzetting.) En hieruit moet ook verklaard,
dat in dezen kring nooit een sterken drang
tot behoud, veel minder tot uitbreiding
der bestaande feestdagen ie geoefend.
Calvijn's standpunt ten opzichte van
het onderhoud der feestdagen is bekend.
Hij wilde er niet veel van weten. Viel b.v.
de Eerste Kerstdag midden in de week,
dan zette hij in die weekbeurt zijn gewo
ne Scbriftbebandeling voort en wachtte
met de Kerstprediking tot den! eerstvol-
genden Zondag.
Een zelfde radicale houding is onder de
Gereformeerden ingenomen door de Pres-
byteriaausche Kerken van Schotland en
door de Independenten der 18de eeuw.
En in ons land lieten Voetius, de man
van het Kerkrecht, en Koelman zich tegen
do feestdagen hooien. In het algemeen
echter aanvaardde men in Gereformeerden
kring de feestdagen ,voor zoover ze niet
op Zondag vallen, als dagen van goede
boodschap, als gedenkdagen en rekende
ze tot de ,,adiaphora" (d.w.z. beschouwde
ze als uit een godsdienstig oogpunt zon
der belang.)
Een Roomfnh oordeel.
Dat de Roomschen niet malsch oordee-
len over de Hervorming en de Hervorm
den, is bekend. Toch zijn er onder de
Rooinscheji die meer mild oordeelen, de
zaken juister en meer nuchter beoordeelen,
en het loont de moeite naar hun woerd te
luisteren.
Dr. A. Kuyper vestigt nu in de „Geref.
Kerkb." van Rrtterdam de aandacht op
een getuigenis van Dr. Josepth Pahle.
In .jKultur der Gegenwart" schrijft Dr.
Joseph Pahle, Professor in de RoomSch-
Katholieke Theologie te Breslau, in een
artikel over de geloofsleer van zijn Kerk:
„De Katholieken moesten zich in de eer
ste plaats, ondanks hun afwijzende hou
ding tegenover het systeeifi, de heilzame
werkingen voor oogen stellen welke de
Hervorming op de R. K. Kerk en weten
schap ongetwijfeld heeft uitgeoefend.
W.ant alleen aan de Hervorming was het
te danken, dat met de eeuwenlang voorge
nomen en steeds wederom uitgestelde Her
vorming van hoofd en leden eindelijk
werd ernst gemaakt, dat talrijke misbrui
ken in de Kerk grondig werden opgeruimd
dat de ontaarding en onwetenheid van de
geestelijkheid met goede uitkomst werd
bestreden, en dat voor de theologische
wetenschap een niet vermoed arbeidsveld
werd ontsloten.
„Vervolgens hebben ook de hervormers
zelf, als historische figuren, een stellig
recht op de onbevooroordeelde onpartijdi
ge, objectieve waardeering, evenals ook
hun goede zijden en persoonlijke voortref
felijkheden, welke niet ontbreken, een
rechtvaardige beoordeeling eischen. Uit de
ervaring blijkt, dat het de hatelijke toon
van de polemiek is. welke aan anderen
kant het meest kwetst en ook in het eigen
kamp ontstemmend werkt, terwijl het toch
weinig bezwaarlijk zijn zou, door zakelijke
voornaamheid, soliede bewijsvoering, hoog
achting voor anderer overtuiging beter
effect te bereiken dan door tierende, ruwe
taal, boosaardige verkettering, toedichting
van slechte motieven. Ook hef prestatie
vermogen van het Protestantisme in de
voorbereiding en verzorging van weten
schap, kunst, godsdier&tigen zin en be
schaving moest niet onderschat, nog min
der eraan getwijfeld worden,
„Tenslotte vergete men niet. dat^de Ker
ken der Reformatie, die nu op een 400-ja-
rige geschiedenis terugzien, *toch zoo me
nig oud erfstuk uit het Katholicisme, als
gelqofssymlKïlen, bijbel enz. trouw bfi-
waard, en ^aarmede hun innerlijken, zij
het ook nog zoo lossen band. met de Kerk
niet gansch verbroken hebben. Alleen
reeds de doopsgemeenschap is een middel
sterk genoeg om de Christelijke confessies
tot een groote Christusgemeenschap sa
men te voegen, ook wanneer deze niet tot
de eigenlijke Kerkengemeenschap voort
schrijdt.
„Zulk een nadruk-leggen op het. gemeen
schappelijke en vereenigde, in plaats van
cp het scheidende en uiteenloopende, is in
hooge mate geschikt om een gemeenschap-
pejijken bodem te vormen, waarop alle
confessies voor het Christelijke wezen in
gezin en S-taat werken, en voor het geza
menlijke vaderland hun beste krachten
kunnen inspannen."
BINNENLAND
DE REGEERI1MG EN DE RIJKS
WERKLIEDEN.
De nieuwe salarisregeling.
De regeering heeft aan de Commissie
van Advies vopr de arbeidsvoorwaarden
van Rijkswerklieden, den volgenden brief
doen toekomen:
Aan het door uwe commissie aan de Re
geering gedane verzoek, nog eens ernstig
te overwegen, of de noodzakelijke bezui
niging niet op andere wijze kan worden
gevonden dan-door een nieuwe verlaging
der loönen, is door de Regeering voldaan.
Zoodanige overweging was te meer gebo
den, omdat ook de Regeering er van over
tuigd is niet tot verlaging van het salaris
peil te mogen overgaan, indien de nood
zakelijke bezuiniging op andere wijze kan
worden verkregen.
De Regeering is echter tot geen andere
conclusie kunnen komen dan deze. dat de
in 's lands belang dringend noodige slui
tend making der Staatsbegrooting onmo
gelijk kan worden verkregen zonder
naast het nemen van tal van andere maat
regelen opnieuw tot salarisverlaging
over te gaan. En het was voor de Regee
ring pen groote voldoening te mogen ont
waren, dat uwe commissie zich in dat ge
val zij het ook met sommige wijzigin
gen vrijwel eenstemmig met de haar
gedane voorstellen heeft kunnen vereeni
gen.
Ook do voorgestelde wijzigingen zijn
door de Regeering nauwgezet overwogen,
omdat de financieele gevolgen daarvan
zich niet beperken tot de Rijkswerklieden,
doch ook van verstrekkenden invloed zijn
op de nieuwe loonen en salarissen, die met
ingang van 1 Januari 1925 voor' de veel en
veel grootere groep ambtenaren-werklieden
zoomede voor de ruim 10.000 bij leger en
vloot vrijwillig dienende militairen bene
den den rang van officier zullen moeten
gelden.
Het is mij aangenaam uwe commissie te
kunnen mededeelen, dat de Regeering,
daarbij geleid#door de gedachte, dat het
aan het Rijkspersoneel op te leggen offer
zoo klein mogelijk zal moeten zijn, bereid
is. de belangrijke financieele gevolgen van
het wijzigingsvoorstel te aanvaarden, ech
ter met dit voorbehoud, dat vóór 1 Sep
tember 1925 andermaal zal zijn te overwe
gen, in hoeverre de schatkist dezen salaris
last zal kunnen dragen.
Met dit voorbehoud worden zooals
gezegd de wijzigingsvoorstellen uwer
commissie zonder eenigje bepetrking door
de Regeering geaccepteerd, terwijl zij
daarenboven inzake den kindertoeslag be
reid .is tot een tegemoetkoming in dezen
zin, dat het percentage daarvan voor het
jaar 1925 zal worden gebracht op 3 met
behoud van het minimum, van f 1 per kind
en per week.
De Rijnvaar!
De Rijnvaartcommissie heeft Maandag
middag Pannerden bezocht. Gisteren g n-
gen de leden naar Rotterdam en maakten
een uitstapje naar Hoek van Holland. Dan
zouden Dordrecht en Nijmegen aan de
beurt komen. Zaterdag passeeren zij de
Nederlandsche grens en reizen langs den
Rijn tot Basel. De geheele reis zal vier a
vijf weken duren.
Voorzitter van de commissie is het lid
van den Pruisischen Landdag, de heer
Hoebei; vice-president* ;s de Fransche af
gevaardigde de heer Montigny, secretaris
een Nederlander, de heer G. C. J. de l'Es-'
pinasse c. i. lid van het secretariaat der
In.ern. Rijnvaart Commissie.
Uit de Sigarenindustrie.
In tegenspraak op onjuiste voorstellin
gen kan het H d b 1. mededeelen, dat bij de
N. Vv Sigarenfabrieken v/h Gebrs.^Majoor
te Beverwijk wel 125 man zijn on'slagen,
maar dat nog in dierst blijven -ongeveer
500 arbeiders, waarvoor de products tij
delijk eenigszins zal worden ingekrom
pen.
Een staking te IJmuiden.
Gisteren is bij de groote reederijen te
IJmuiden een loonstak'ng uitgebroken in
het stoomv'sscherijbedrijf. Vandaag confe-
reeren de directies met de arbeiders'eiders.
Morgen vergaderen de vakorganisaties.
De Vrijwillige Ouderdomsverzekerinq.
De Vereeniging van Raden van Arbeid
had*over het vierde kwartaal van 1923 een
prijskamp voor de vrij will" ge ouderdoms-
verzekering uitgeschreven. Dezer dagen is
bekend gemaak't, dat de Baad van Arbe:d
te Goes den hoogsten prijs heeft behaald,
n.l. den eersten in afd. A. voor het hoog
ste bedrag aan weekrénten per 1000 zielen.
Vee! reislust.
Met bet oo? op het toenemend ledental
(meer dan 37 000), waarmede het werk ge
lijke tred houdt, is zoo lezen we 'n
..Reizen en Ttrekken", het orgaan der Ned.
Reisvereeniging een reorganisatie ter
hand genomen van de taak van het hoofd
bestuur.
Een geheel stelsel van commissies voor
allerlei aangelegenheden is .aangenomen:
in deze commissies zullen voortaan de
meeste zakon worden voorbere:d. voordat
zfj .bij het hoofdbestuur in behandel'ng
komen. Hierdoor hoopt men een vlottere
afdoening der bestuurszaken te bereiken, 1
De werkloosheid in Drente.
Naar aanleiding van een verzoek van
het hoofdbestuur van den Nederlands
schen Landarbeidersbond om tewerkstel-
ling van veel meer wcrkloozen in de pro-
vincie Drente, heeft de minister van Bin-
nenlandsche Zaken en Landbouw, volgens
„Het Volk", geantwoord, dat de omvang
der werkloosheid onder de land- en veen
arbeiders in Drente zijn voortdurende aan-<
dacht heeft. Naar gelang de omstandig
heden dit noodzakelijk maken, vindt een
geleidelijke tewerkstelling plaats van aro
helders, die binnen de daarvoor geste'de
grenzen voor de werkverschaffing in aan
merking komen.
Kardinaal) van Rossum u'/t Nederland
vertrokken.
Zaterdagmorgen is kardinaal van B~sj
sum uit het «klooster te Wittem vertrokken
om zich naar Karlsbad .te begeven.
I
Tegen Plaatselijke Keuze.
Naar het „Comité tegen Plaatselijke
Keuze" mededeelt, zijn de vorige week
meer dan honderdduizend handteekenin-
gen tegen het wetsvoorstel-Rutgers bin
nengekomen.
HYGIENE EN ZOMERTIJD.
In de Verslagen en Mederleelingen be
treffende de Volksgezondheid van Juli
1924 kemt een verslag voot van een com
missie bestaande uit prof. Eykinan, prof.
Saltet en dr. Schermers, over den. invloed
van den zomertijd op de gezondheid van
de bevolking inzonderheid van het school
kind. Het volgende w.ordb hieruitoverge
nomen
In de eerste plaats maakt de commissie
onderscheid tusschen de stads- en de land
bevolking. De eerste heeft, zooals wei
haast vanzelf spreekt, van den zomerti'-d
slechts voordeelen; alle levensverrichtin
gen geschieden in, de stad in dezelfde volg
orde als vroeger; als volwassenen en kin
deren niet "tijdig naar bed zouden gaan§
dan ligt Öit niet aan den zomertijd, maar
aan de volwassenen ea aan de oudeTs der
kindereni Klachten hierover zijn echter
niet ingekomen. Dat de kinderen 's avonds
vroeg niet zouden kunnen slapen door het
lawaai op straat, wordt ontkend; kinde
ren slapen bij licht en bij donker, in do
stilte en met lawaai in het algemeen
evengoed.
Voor het platteland is de toestand in
zoover anders dat daar voor het bedrijf de
oude tijd wordt gevolgd, voor school en
kerk-gaan de nieuwe tijd. Zoo zijn er in
Friesland tal van boerenpla-Ltsén,- waar in
één kamer twee klokken hangen: de oudo
Friesche met den ouden tijd" en een
nieuwe, moderne met den nieuwen tijd.
Ongetwijfeld brengt dit complicaties
met zich mee; echter is het niet mogelijk
na te gaan, in hoeverre hierdoor de ge
zondheidstoestand van de kinderen worcTb
geschaad. In Duitsehland, waar dezelfde
vraag aan de orde is geweest, zijn de des
kundigen het niet eens: de een meent, dafc
de kinderen lang buiten moeten speleA
vóór ze hun avondbrood krijgen, omdat
de moeder nog niet klaar kan zijn, nu za
een uur eerder van school thuis komen.
Ook zou het onderwijs nu juist in de heet©
uren, van 13, in plaats van 24 gegeven
worden.
Maar anderen vinden, dat het hoofdza
kelijk een zaak van gewoonte is; als de
kinderen maar op tijd naar bed gaan, zul
len zij ook slapen.
In ieder geval is dit zeker, dat positie
ve klachteii over cew schade aan de ge
zondheid toegebracht, noch in ens land,
noch in Duitsehland, noch in Engeland
zijn gepubliceerd; in Engeland was noch
door de schoolartsen noch door de onder-
wijzers iets nadeeligs waargenomen.
Op de samenstelling en qualiteit van f,o j
melk heeft het invoeren van den zomertijd
evenmin eerfc'gen invloed pehad. Immers
de tijd tusschen-de twee melkuren ncr dag
blijft dezelfde. Wel kan de aflevering v n
de melk voor de consumptie eenige moei
lijkheden ondervinden voor sli.ters en in
richtingen, die dc ochtend- en avondniclk
als zoodanig rondbrengen, indien n.l. de
leveranciers (melkboeren) zich niet aan
den zomertijd storen.
Voor de goed ingerichte melkinrichtin
gen der groote steden maakt. <.it echter
niets uit; de rnellc wordt in den rei cl
nooit denzelfden dag in ccnsi mpt> ge
bracht, maar vooraf bewerkt (gekooid, ge
reinigd enz.)
FEUIU-ÈTOH!
De Sterren hadden gelogen.
Verhaal uit den dertigjarigeu oorlog.
46)
Zij zouden zich zeker, indien men zich
ook des nachts rustig hield, aan den slaap
o er geven en dan moest het nog eenmaal
gewaagd worden de.veste te verrassen.
Vergeefs wendde Tilly alle's aan, om hem
-tot andere gedachten te brengen 'en wees
hij hem' op de ontzettende verliezen, welke
het leger reeds geleden had.
Pappenheims gevoelen kreeg de over
hand in d'en raad en werd versterkt door
de mededeling van een Waalsch officier,
die er op wees, dat ook Maastricht in een
vroegen morgen op dezelfde wijze gevallen
|Was.
Zoo werd dan tot een laatsten, algemee-
Den storm besloten.
Te zeven uren in den morgen-trokken de
keizerlijken aan vier zijden tegelijk tegen
de stad op.
Pappenheim beklom met de zijnen het
eerst den wal, velde de wachten neer en
dreef de bezetting voor zich heen.
Toen deze zich door een poort in den
muur b-mnen de stad wilden begeven,
drongen hunne vervolgers mede naar bin
nen.
Daar dreunde het keizerlijk geschut en
de slapende burgers sprongen verschrikt
op uit hunne rust.
Falken'berg zat juist te ontbijten, toen
hem medegedeeld werd, wat er gebeurde.
Hij vloog op, verzamelde zooveel lieden
om zich, als hij kon, en-begaf zich naar de
poqrt, waar Pappenheims soldaten binnen
drongen.
Tot zijne blijdschap zag hij hier Wil
helm Probst en von Mitzau, die aan de
spits van eenige burgers den binnendrin-
genden vijand het hoofd boden.
Toch zou het hun onmogelijk zijn, den
stroom te keeren.
Hoevelen ze ook nedervelden, telkens
vervingen meerderen hunne gesneuvelde
makkers.
Nu echter Falkenherg hun met zijne
mannen ter hulpe snelde en op den vijand
instormde, weken de keizerlijken en het
gelukte den overste de pooyt weder te doen
sluiten.
Doch reeds had de hertog van Holslein
met zijne lieden de Hooge Poort veroverd.
Terwijl Falkenherg Wilhelm gelastte met
de burgers hier te blijven, trok hijzelf met
von Mitzau en zijne lieden naar de Hooge
Poort; doch nauwelijks was hij daar, of
hij werd door een vijandelijken kogel ge
dood.
Frans zag hem vallen en verbleekte.
Het stond nu bij hem vast, dat de stad
in de handen des vijands zou vallen.
Hkj liet eohter den moed n:et zinken.
„Om 's hemels Wil, marrnen, laat ons
hen toch verdrijven!" riep hij zijn Zweden
en den burgers toe en dezen vochten dan
ook als leeuwen.
Nu viel de een, dan de ander onder de
s'agen der keizerlijken of door hunne
schoten geveld, maar de overigen lieten
zich door. niets weerhouden.
Goddank! De keizerlijken weken terug en
de poort werd ontruimd.
Doch weder klonken ginds de trompet
ten.
Tilly, die gezien had, hoe Pappenhefms
mannen het onderspit zouden moeten del
ven, bracht versterking.
Nu was alle weerstand hopeloos.
Ten overvloede zond Pappenheim ook
zijne ruiters in deu strijd.
Frans zag de zijnen wijken.
De burgers vluchtten binnen de straten;
ginds, weergalmden de kreten der overwin
ning reeds uit de straten.
Frans begreep, dat het tijd zou zijn de
burgers te verdedigen legen de zegevieren
de keizerlijken.
Helaas, reeds had het gruwelijk bedrijf
een aanvang genomen.
De keizerlijken stormden de woningen
binnen, staken en'sloegen de bewonprs ne
der, namen alles, wal hunne begeerlijkheid
gaande maakte en pleegden de schande
lijkste misdaden.
Het gekerm der ongelukkigen mengde
zich onder de woeste kreten hunner beu
len.
Ouderdom noch geslacht werd ontzien.
Hier kliefde men een grijsaard den sche
del, daar hieuw men eene moeder neder
en stak haar zuigeling aan het zwaard
Als tijgers vlogen de soldaten van huia
tot huis en geen generaal was in staat hun
bloeddorst te stillen.
In doodelijken angst zaten Anna en An
drea in hare woning het schrikkelijk lot
af te wachten, dat haar boven het hoofd
hing.
De oude landrechter zat bij hen; hij
hield de handen gevouwen en de oogen
gesloten.
Nog was het stil daarbuiten in de straat,
waarin z'j woonden, doch reeds k'onken
de jammerkreten en het woest geschreeuw
al meer van nabij tot hen door.
„Ach, waren toch Wilhelm en Garl maar
tehu s!" zuchtte Anna.
„Wie weet, wat er met hen geschied is!"
waagde Andrea te klagen.
„Er moet wel wat gebeurd zijn; "anders
zou toch één van allen ans wel komen be
schermen!"
„Kinderen, wij en zij zijn allen in Gods
hand! Des Heeren wil geschiedel Hij doe
met ons, wat goed is in Zijne oogen!
Nauwelijks had h'j dit gezegd, of Carl -
snelde de kamer binnen.
Verschrikt sprongen na en Andrea op
en snelden naar hem toe.
„o Vader, dat is vrecsc' jk!" riep hij u t.
„Falkenherg :s gevallen.
De keizer'ijken hollen als razcmVn door j
de stad en moorden en rooven als wil ls
dieren.
Ik hen hierheen gesn vd, nm u. zoo I 't
nog mogelijk is, in veilighe d te bron een. I
Haast u. Anna! Neem h"t meest onoi.:-
beeriijkc mede!"
„Waar is Frans en nr jn Wilhe'm'.'"
vroeg Anna.
„Vraag mij niets! Frans streed bij F;-1-
kenberg. Wilhelm zag ik nergens. Doch -
laat ons gaan, eer het te laat is!"
„Kinderen, laat ons hier b'ijven!" ze d®
Werner. „Zoo wii sterven moeVn. nu
onze Heere Jezus Christus ons in Zijn r k
sanvm opnemen!"
„Neen. neen, vader." ze de Carl. „M s-
schien is het ons mogelijk door st lie s r -
ten buiten aan de river te komen en, s
God ons helpt, breng ik u al'cn in veil s-
heid!"
.Tuist wi'den z;i heengaan. Iron d-» klon-»
per op de voordeur zich zacht doch snel
deed liooren.
Carl ijlde naar boven en zag door hel
geopendo vensier. j
(Wordt vervolgd), i