Dagblad voor Leiden en Omstreken.
LE DM CQDBANT
ADVERTENTI E-PitSJïï
Gewone advertentien per regel 22V2 cent.
Ingezonden MededeeÜngen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie,
kleine advertentiën bij vooruitbeta
ling van ten hoogste 30 woorden, worden
dagelijks prelaatst ad 50 cent,.
5de JAARGANG. - VRIJDAG 25 JULI 1924 - No. 1269
Bureau: Hooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
ABQHKEKSEKTSPRIJS
hl Leidei et Iniilrt Ltidei
waar agent» jirestigd zijl
Pér kwartaal.fï.5lj
Par weekf 0.19
Franco per post per kwartaalf2.90
Hit nummer bestaat nét tare®
bladen.
De Unie-Collecte.
Het geslacht der voortrekkers sterft
weg.
Kuyper ging Teeds vier jaar geleden,
heen.
Pierson is den vorigen zomer ontsla
pen.
Loih man werd voor enkele weken
door den Heere weggenomen, en de helden,
die in de worsteling voor de vrije school
vooraan gestaan en ons volk tot dien
kamp opgewekt en bezield hebben, worden
een voor een afgelost van bun aardsche
taak, die zij door het geloof mochten vol
brengen.
Dat heengaan stemt tot weemoed. .Het
was zoo veilig achter de oude voortrek
kers weg te schuilen en op hen en hun
overgegevenheid te steunen. We gevoelden,
ons zoo rustig in het bezit van hen, die
.voor ons christelijk onderwijs alles veil
hadden, en voor zijn vrijheid bleven waken
met onkreukbare trouw.
Maarnu wordt het anders. Hun
plaats is ledig. Hun arbeid is ten einde,
en zij hebben de banier aan een jonger ge-
zlacht overgedragen.
De verantwoordelijkheid rus^ nu op hun
kinderen, en wij, die tot de tweede gene
ratie behooren, zijn geroepen hun strijd
voort te zetten.
Zijn wij daartoe bekwaam?
Die taak is verre van licht.
Onze krachten zijn klein.
Wij gevoelen ons zooveel zwakker dan
de oudereii. en als het van ons afhing, zou
de toekomst van onze vrije School met den
Bijbel enkel donkerheid zijn.
Maar, Gode zij dank, die toekomst ligt
ook niet in onze handen. Wij mogen in
deze tijden, nu de voortrekkers wegge
nomen worden, bidden wat Mozes bad:
Laat Uw werk aan Uw knechten gezien
worden.
Djfj bede smeekte ook hij in een over
gangstijd. Zij klimt uit zijn hart .op. wan
neer. in de woestijn het oude Israël weg
valt, en heel de generatie, die uit Egypte
en door de Roode Zee getrokken was,
sterft., eer het Kanaan der rust bereikt is.
Dan blijven ook om hem slechts de jon
geren over. Dan moet Mozes met de „kin
deren" verder reizen, en wat "doet hij bij
die geweldige wisseling?
O, hij bleef niet bij de pakken neerzit
ten en in diepe verslagenheid treuren.
Hij vlucht tot zijn God.
Hij grijpt den Heere aan. Heere, zoo
belijdt hij, Gij zijt ons geweest een
Toevlucht van geslacht tot ge
slacht. Gij zijt de Getrouwe en de On
veranderlijke.
Gij blijft bij alle verandering Dezelfde,
en Gij zijt onze eeuwige steun, al vliegen
ook wij daarheen.
En in des Heeren hoede schuilt hij.
Op des Heeren trouw pleit hij.
Omdat God niet wijkt, durft hij bid
den, en roept hij uit: Heere, het is toch
U w w e r k.
Het gaat toch in Israël" om Uw heer
lijkheid.
Houd dan Uw eigen werk in stand.
Waak dan voor Uw eigen eere. Laat dan
Uw werk aan Uw knechten gezien worden,
en brepg Uw heerlijkheid tot openbaring.
Toon ong Uw liefelijk aangezicht,en
hot werk, dat wij doen. het werk, dat de
kirtderen van Uw knechten verrichten,
bevestig dat; zegen het, opdat het zijn
mag tot roem van Uw naam.
Zoo nu mogen wij bidden.
Bidden voor ons christelijk onderwijs.
Wij gelooven, dat het Uods werk is.
De strijd voor het christelijk onderwijs
is niet een louter menschelijlce actie ge
weest, want indien hij niet meer ware, zou
hij reeds lang op de rotsen van vijand
schap en tegenstand gebroken zijn.
Die worsteling was des Heeren werk.
Hij opende de oogen voor de noodzakelijk
heid der christelijke school.
Hij gaf den eisch des verbonds te ver
staan. Hij deed het ingezonken volk tot
nieuw leven opwaken. Hij bezielde tot
den heiligen kamp voor de vrijheid van
consciëntie.
Hij bekroonde de onwaardeerbare over
gegevenheid en inspanning met een resul
taat, dat wij niet verwachtten, en
Heere, het is toch Uw werk; het gaat in
onze christelijke scholen om Uw heerlijk
heid; is die niet het hoogste, breek ze
dan af, maar mogen zij Uw glorie dienen,
laat Uw werk dan, waar de ouderen weg
vallen, aan ons gezien worden; toon Uw
heerlijkheid aan ons hun kinderen; ver
hef over onze scholen Uw liefelijk aange
zicht, en wil onze zwakke handen sterken
tot het werk, hetwelk Gij zelf op die han
den gesteld heb^,
Zoo mogen wij bidden.
Want God is ook ons een Toevlucht van
geslacht tot geslacht.
Hij is ook voor ons de Getrouwe, Die
rret verandert-.
Hij is ook voor ons christelijk onderwijs
le Rotssteen.
Maar gevoelt ge dan uw verantwoorde
lijkheid?
Wanneer ge zoo bidt, moet het u in de
vrije school ook om 's floeren heerlijkheid
te doen zijn, en moet ge ook in der waar
heid kunnen spreken van „h t werk
onzer handen."
Dan moet de school met den Bijbel uw
school blijven, en zal ze voor u zijn de
zaak des Heeren, die Hij u toevertrouw
de. Dan moogt ge u zelf niet in slaap wie
gen, omdat de staat wel zorgt.
Dan moogt ge niet gerust zijn, omdat de
financieele lasten weinige zijn.
Die school is Gods werk.
Die school is door Hem uw werk, en
gij zult voor die school hetzelfde offer
willen brengen, als de voortrekkers met
de volle liefde van hun hart op het altaar
gelegd hebben.
Hun beeld wenkt u.
Adeldom verplicht.
Betoont ge u iils hun kinderen?
God roept u, want het 13 Zijn werk.
Beschouw nu in dit licht deze Uniecol
lecte, en laat uw gave zijn een milde gave
van dankbaarheid voor het onnoemelijk
vele, wat God in mannen als Kuyper,
Pierson en Lohman schonk.
Gij kunt het nimmer betalen. Maar uw
gift mag wel zijn een gering bewijs van
wat er leeft in uw hart.
Nog hebben onze scholen uw geld noo-
dig .Zoudt ge dan alleen willen bidden
eu niet werken? Alleen, wanneer gij
werkt, moogt ge smeeken: laat U w werk
aan ons gezien worden; ja het werk
tnzer handen bevestig dat.
STAKSHi Emm.
Men stelde zich in verbinding met.het be
stuur van „Patrimonium", dat eenige
werklooze leden bereid vond, gratis de
noodige werkzaamheden te verrichten.
Zoo wordt nu getimmerd, gewit, geverfd
en behangen (verf en behangsel werden
door andere belangstel!énden 'beschikbaar
gesteld) en ziet „Jeugdhulp" zich, dank zij
de belangel'ooze hulp van deze werkloozen
straks in het bezit gesteld van een bruik
baar gebouw.
We zien in onze dagen vele uitingen van^
egoïsme en de pers laat ook niet na daar
op telkens de aandacht te vestigen. Daar
om is het ons een genoegen thans van
deze uitingen van broederlijk meeleven ge^
wag te kunnen^maken.
Vinde het hier gegeven voorbee'd ook in
andere kringen navolging.
Weer wat nieuws.
Een aantal voorstanders van de vrije
uitoefening van de geneeskunde wil naar
do N. R. Crt. verneemt, den heer H. J.
Eilers te Leiden het volgende jaar candi-
daat stellen voor de Tweede Kamer.
De Leidsche Winkelstand.
Vandaag heropent de heer B. J. M. Vree
burg, Haarlemmerstraat 12 zijn
vleschhouwerij, na haar door verbouwing
en uitbreiding een beduidende verande
ring te hebben la ten ondergaan.
Het interieur kreeg een geheel ander
aanzien, door het verdwijnen van den op
gang naar de eerste etage, die nu in een
ander apartement is aangebracht.
Had de winkel /ierdoor reeds veel aan
ruimte gewonnen, deze werd ook smaak
vol en doelmatig afgezet door een nieuwe
betegeling van de wanden en een opnieuw
overtrekken van den geheelen winkelop
stand en het plafond.
Ook de etalage werd geheel vernieuwd-,
en deszelfs opstand, met nikkelen staven,
enz. door een nieuwe vervan-
Verb'ijdend meeleven.
Eenigen tijd geleden is hier, zooals men
zich herinnert de vereeniging „Jeugd
hulp"' opgericht. Deze vereeniging stelt
zich ten doel de bescherming en onder
steuning van vrouwen en meisjes die
daaraan behoefte hebben, waarom dan ook
pogingen werden aangewend om een
Doorgangshuis te verkrijgen.
Aanvankelijk werd dit doel bereikt. Maar
het pand dat men verkreeg was volstrekt
niet voor het gebruik gereed. Er moest
heel wat worden gerepareerd voor het in
gebruik kon worden genomen.
Daar de kas uitgeput is, werd getracht
op een andere wijze het doel te 'bereiken.
gen
Het een bij het ander deed de winkel
inwendig een heele gedaanteverwisseling
ondergaan, die in alle opzichten voordee-
lig kan worden genoemd.
Beleve de ondernemer er veel genoegen
Voor het examen Nuttige. Handwer-:
ken slaagden de dames B. E. L. Scholtz en
J. W. v. Loon. alhier.
Voor het M. U. L. O.-diploma slaag
de te 's-Gravenliage Mej. W. M. Breuring,
alhier.
Gistermiddag even na twee uur heeft
op den hoek KraaierstraatHoogewoerd
een ongeluk plaats gehad, dat gezien de
omstandigheden, wonder goed is afge-
loopen.
Do 16-jarige C. v. S. kwam per rijwiel
met een flinke vaart de Kraaierstraat uit
rijden. Op het oogenblik dat hij de Hoo-
gewoerd bereikte naderde uit de richting
van de Plantage een auto, die hem greep
en een~£ a 5 meter ver meesleurde.
Tot ieders verwondering bleek v. S. bij
de aanrijding slechts een klein wondje
aan een zijner knieën te hebben bekomen,
terwijl hij overigens klaagde over wat
pijn_in de linkervoet.
Het rijwiel was totaal vernield.
Volgens ooggetuigen zou het ongeval
aan v. S. zelf te wijten zijn, daar hij zich
niet voldoende van de veiligheid heeft
vergewist, teen hij met een tamelijk
vaartje de Hoogewoerd opreed.
Do auto werd bestuurd door II. K. uit
Mariënberg.
Bij de eind. en overgangs-examens van
de R. K. Vakschool, Noordeinde 50, Leiden,
slaagden voor het diploma Huishoud
kundige:
M. ten Braak, M. Bijvoet, S. Kromwijk.
O. Lommen, W. Meijdrecht, N. Verweij,
allen Leiden, E. Leesberg Katwijk, H. Pila-
ge Haarlem, C. Ruigrok Warmond, R. Vis
ser Dordrecht; 2 herexamen.
Van het 1ste naar het 2e jaar werden be
vorderd: H. Bots, C. van Helvert, M.
Kreijns, Th. Remmers, M. Scheffer, A.
Gründeman, Leiden, M. Ha se, Lisse. Fr.
Kraaner, Voorburg, C. Kelfkens, Bodegra
ven, A. Walenkamp, Warmond, jannie Ko
ning Alphen aan den Rijn; 2 voorwaarde
lijk.
Het diploma hulp in de huls
houding werd uitgereikt aan: L. Los.
Het diploma voor linnennaaien ver
wierven: C. Moogradd Zoeterwoud, C. Vol-
kert, H. Goddijn, M. Stol te Leiden, C. de
Jeu Leimuiden, J. Nasveld Voorschoten; 1
afgewezen.
Van het 1ste naar het 2e jaar werden be
vorderd: N. van Amsterdam. M. Hooge-
veen, Lies Vollcnberg, Jo Vollenberg; 1
afgewezen.
Het diploma costuumna a i s t e r:
Alida Vink en Mien Vermeulen.
bihhemlawd"'™
De reis van de Koninklijke Familie.
De berichten in de Noorsche bladen over
den verderen tocht van de Koningin, na
dat zij met haar gevolg 9 Juli in Aan-
dalsnaes was aangekomen, zijn, naar de
N. R. C r t. meldt, uiterst schaarsck, wat
doet vermoeden, dat de Koningin ingevol
ge haar verlangen, haar reis onbemerkt
vervolgen kan.
Men weet intusschen toch mee te deelen,
dat zij, bebalve verschillende uitstapjes
in het indrukwekkende Romsdal, waaraan
zooveel historische herinneringen uit de
middeleeuwen en van den heiligen Olav
verbonden zijn, ook nog een v.ijfdaagschen
tocht naar Sondmöre en Hjelle gemaakt
heeft.
De Koningin heeft daar kennis» gemaakt
met de bijzonder belangwekkende toeristen
route over Grotli, Viasaeter, waar de weg
in tal van S.-vormige bochten naar het
in de diepte gelegen Strynswater voert,
Volgens een bericht van 18 Juli in
Aftenposten zou de hertog van Mecklen
burg hot gezelschap verlaten, en zou Prins
Hendrik naar Stockholm reizen. De Konin
gin zou met haar gevolg tot 23 dezer in
het Parkhotel verblijf houden. Wanneer
geen wijziging in het reisplan wordt ge
bracht, réist de Koningin van Aandalsnaes
naar Drontheim om van daar over Horlieu
weer naar Zweden terug te keeren.
Ned. Bond Schoenmakerspatroons.
In de dezer dagen gehouden bestuurs
vergadering van de groep maatschoenma-
ker3 -van den Nederl. Bond van schoen
makerspatroons en sehcenwiiikeliers is be
sloten, 17 September in Den Haag een
congres te houden, waartoe alle Neder-
landsche maatsclioenima kerspatrocns zul
len worden uit genood igd.
Land en Zeemacht.
Gisteren vond een verga-dering plaats
van de Commissie voor Georganiseerd
Overleg Landmacht (onderofficieren) waar
bij in behandeling kwamen de voorstellen
der Regeering betreffende de salarisver
minderingen voor het militair personeel
beneden den rang van officier op 1 Janu
ari 1923.
De voorstellen der Regeering werden,
inzonderheid door de vertegenwoordigers
van de vereeniging Ons Belang, met na
druk afgewezen als zijnde van funeste
uitwerking op het levenspeil van het. thans
werkende personeel.
Toen bleek, dat zij in de Commissie
voor G. O. geen voldoenden steun konden
vinden voor 't bij de Regeering uitlokken
van nieuwe, hoogere en practischer inge
richte salarisschalen, hebben de vertegen
woordigers van de vereer.iering Ons Bo*'
lang de vergadering nog tijdens de be
raadslagingen en onder protest verlaten.
Prütestvergaderinq tegen het Eucharistisch'
Congres.
Er was veel belangstelling voor de pro-»
testvergadcring die gisteravond in „Sak
vatori" te Amsterdam werd gehouden. j
De voorzitter, ds. H. E. Gravemeyer,
Ned. Herv. predikant te Amsterdam, open-*
de de bijeenkomst met 't lezen van een ge-»
deelte van Oper.'b. 17 en zeide vervolgers
dat droefheid het hart der Protestanten
vervult, nu zij zien wat er in deze dagen
te Amsterdam plaats heeft in verband met
het eucharistisch congres, dat h:er gehou
den wordt, omdat Rome zich haar tocne-*
mende kracht in ons land bewust is.
D© grenzen van ons land zijn imme-3
open voor den trein die uit Rome komt
en op de spoorlijn sta°n Jwee wisselwach
ters: Colijn en Schokking. Want de Chris*
telijke partijen hebben uit politiek win t-
bejag met Rome samengewerkt en dat
Rome^haar „vervloekte afgoderij" liier
nu bedrijven kan. is de schuld dor coa'ite.
Wij moeten nu zien de gruwelijke afco*
derij, die in de stralen van Amsterdam
wordt bedreven, door de hulde, die wordt
gebracht aan de Roomsche geestelijken,
d:e door Rome nog hooger worden ge-*
steld dan Maria, en dat. omdat Mar a
maar éénmaal' den Chris', us ter werrid
heeft gebracht en de priesters' d't dage-*
ïijks doen in d° bedieirng van het Sar e-
ment (ge'ach). Ik kan mij dat gelach bost
begrijpen zoo vervolgde spreker dat
bewijst dat g:jnog goode protests-'en j
zijt, dat is heilige spot. Het is ds. Bakker
indertijd kwalijk genomen, dat h;j in een.
vergadering in dezelfde zaal sprak van da
„kost:ebakkerij'\ maar o.at was ook hei
lig spot en wij moeten ons niet door da
z.g. weldenkende beschaving in de war la
ten brengen, doch het prolestantsche vo k
mort wakker worden.
Spreker stelde ten s'otte voor, de volgen
de boodschap te zenden aan kardinaal van
Rossom.
„Wij. zonen.der Reformatie, op heden,
24 Juli 1924, in grooten geta'e bijeen n
Salvatori te Amsterdam, zeggen u dank,
dat g:j van Rome naar onze goede strd
zijt gekomen om het ons Nederlandöcha
volk eers heel duidelijk te zeggen, dat gij
het wederom terug wilt voeren onder het
juk van de pauselijke hierarclre. Wij voe<
Jen ons gedrongen u te verzoeken, aan
uwen pauselijken heer de boodschap over
te brengen, namens du:zenden hier te l in
de, dat hij niet voort moge gaan, zijn ultra-*
montaansche dienstknechten hier te 1 ar.de
aan te zotten lot verniet1 ging van het pro-*
testantisme en riet langer misbruik make
van de alhier grondwettig gewaarborgde
geloofsvrijheid, de h'j zelf aan anders
denkenden in» landen, waar hij heerschap
pij h»ft. niet toesta.it.
Wij bezweren u. n et voort te gaan dm
godsdienstoorlog in ons goede vaderland
weder te ontketenen. A's in de dagejri van
Alva weleer, dep. bloeddorstigen d'enst-i
knecht van uwe voorgangeren, zult gij op
nieuw hardnekkig verzet ontmoe'en. Al'
schijnt ook het protos'anUsune ingcs'ui-*
merd onder don verderfeh iken invloed v°n
pen godsdienstloos liberalisme (nvt z'm
revolutionair nakroost) dat eert:jls u 0
bondgenoot was, uw roomsche klokken
zullen het wakker roepen. Wie wind z: t
zal storm oogsten.
Moge Uw komsi er toe medewerk-n 1 ri
protestantsch bewustzim en de.lcfde v np,
onze roemruchte historie weer te wekken.
Dat scbenke Gcd!
Hierna sprak ds K. F. E. G<avwyr,
Ncd. Ilerv. predikant te 's-Grave ih»'"1,
over „Rome's neder'aag", zu'ks naar aan,
leiding van Openbaringen 17:14: Dfwc
len tegen het Lam krijgen en het Lam il
ze overwinnen, want het is d-* Koring r
Koningen en de Heer dor Hee'vn, en d o
met Hem zijn. de ge-oopenen, de uitver
korenen en geloovieen
FEUILLgTOW!
De Starrer hadden gelogen.
Verhaal uit den dertigjarigen oorlog.
26) 1
Wij hebben intusschen het gezin van
den landrechter uit het oog verloren en het
wordt waarlijk tijd, dat we ons van den
welstand der leden verzekeren.
Indien het heimwee naar hun geliefd
Boheme hunne ziel niet verteerd had, zou
den zij in Maagdenburg, de fiere, vrije
stad, waaT de Hervorming haar banier
zonder eenige beletsel verheffen kon, aan
gename dagen gesleten hebben.
Vooral op het oogenblik, waarop wij
binnentreden, was er ©ogenschijnlijk niets,
dat hun geluk in den weg stond.
Wilhelm had zich, toen de zaak van ko
ning Frederik hopeloos bleek, naar zijn
vader in Straalsund begeven en had van
dezen verlof bekomen, de familie Werner
te bezoeken.
Ook von Mitzau sleet eenige dagen in
den gelukkigen kring, waarin zijne zus
ter^ Andrea nog steeds een ouderlijk te
huis vond.
Waren allen ook bevredigd, de land
rechter kon niet tot rust komen.
Steeds ging hij den loop der zaken na,
alsof hij nog met jeugdige krachten er
midden in leefde.
Hij geloofde zeker, dat God vroeg of laat
de donkere dagen, welke zijn geliefd Bo-
'heme doorleefde, licht maken zou, en toch,
van al degenen, die zich tot heden de zaak
der Bohemers aangetrokken hadden, ver
wachtte hij niets.
Het stond bij hem vast, dat slechts een
man des geloofs door den Heere der heir-
scharen verwaardigd worden zou, Zijno
kerk van hare vijanden te verlossen, en,
neen, ook in den Deenschen koning zag
hij dezen Gideon niet.
't Was louter eerzucht, welke er dezen
toe gedreven had zich in de Duitsclie za
ken te mengen, en nu verwonderde het den
ouden Werner volstrekt niet, dat de Heere
don vermetele tegenkwam en zijn eerzuch
tig p'an in rook deed opgaan.
Wat dien Wallenstein betrof, ondanks
alles wat von Mitzau aangaande hem me
dedeelde, hij huiverde voor dien man als
voor den geesel, waarmede het God be
haagde Duitschland te kastijden, en 't was
zijn vaste overtuiging, dat hij nog hooger
stijgen, nog meer geweldenarijen plegen
zou.
,,'t Schijnt er maar recht treurig uit te
zien in het Noorden, vader!" zeide Carl.
„De Friedlander heeft gansch' Denemarken
in zijn bezit en dezen middag vernam ik,
dat de keizer hem de beide Mecklenbur-
gen geschonken heeft."
„Maar dat is tegen alle recht in," mork-
to Wilhelm op, toen de landrechter draal
de met antwoorden.
„Recht, kinderen? Wie vraagt er naar
recht in onze dagen? Ik wist reeds, wat
ge mij mededeeldet, CarL Ja, do hertog
heeft de belde landen geëiseht als eene
vergoeding voor de oorlogskosten, welke
hij maakte, en de keizer was wel gedwon
gen ze hem af te staan, ondanks de ver-
toogen van de arme inwoners, die hunne
eigen heeren wilden behouden; ondanks
den weerstand der keurvorsten, die het niet
dragen wilden, dat een eenvoudig land
edelman met hen gelijk gesteld werd."
„Tegen dien man is geen onzer vorsten
besland," zeide Frans.
„Ik geloof dat met u, Frans. Geen on
zer vorsten. Doh God zal zichzelf den held
tot zijne wederpartij kffezen en dan zal het
blijken, dat hij niet tegen God bestand fs.
Bedriegen de verschijnselen mij niet, dan
zal onze verlossing uit het Noorden ko
men."
„Zou dan de koning van Denemarken
zich kunnen opheffen uit zijne vernede
ring?" vroeg Wilhelm.
„Ik dacht niet aan hem. Neen, de ko
ning der Zweden schijnt mij de aangewe
zen man toe.
Hij is een vroom man en een waar held.
Daarenboven verbittert de Friedlander hem
reeds tegen zich en ontziet hem niet.
De beide hertogen, die hij van hun ge
bied beroofde, zijn Gustaafs neven. Gij
weet, Carl, dat ik u nimmer gedrongen
heb in den krijg te gaan, doch als de
Zweedsche koning zich ooit of immer op
maken zal, om de Katholieken te bestrij
den, dan zou ik tot u spreken: „Ga met
God, m:jn zoon!" Ja, ik zou u zelf tot hem
willen leiden.'1
„Zoudt u zelf nog niet mede willen
strijden?" vroeg Carl schertsend, verbaasd
over het vuur, waarmede zijn vader sprak.
„Die den Heero verwachten, zullen de
kracht vernieuwen, mijn zoon! Zij zuilen
opvliegen met vleugelen, gelijk der aren
den 1 Zij zullen wandelen en niet moede
worden! Zij zullen loopen en niet mat
worden!
Wat dien Friedlander aangaat, Frans,
die uw hart door zijne edelmoedigheid ge
stolen heeft, hij is de man van bereke
ning.
Nu reeds spot hij met de bevelen des
keizers. Ik weet uit zekere bron, dat hem
in 's keizers naam aangezegd is zijn le
ger af te danken, daar de oorlog toch als
geëindigd kan beschouwd worden.
Doch hij gaat voort, nieuwe troepen to
werven. Hij zal niet rusten, eer hij mach
tig genoeg is om zich door geen keizer te
laten gebieden."
„In dat geval is h;j toch onze bord -e-i
noot. heer Werner. Een bondgenoot, d -u.
wij niet .genoeg op prijs kunnen stri'en
Al wat zich legen den ke zor ste't. -r-
beidt in het voordeel onzer zaak. en voo »l
zulk een man zou ons, zonder dat hij I 't_
zelf wilde, goede diensten kunnen beu j-
zen." 1
„Gij zijt een goed diplomaat. Frans Ik
heb dit reeds rnecrma'cn gedacht; d h
onze hulp rust n et in de k ibincitcn 1 r
staatkunde, noch in allerlei berekening.
Meer dan ooit geldt voor on-» hot v d
der Schrift: „Indien gij co ooft. zult g j l<
groote werken Gods zienl"
Gij vergeet, da' de eerzucht van dez*»a
man ons vaderland, or.s g'-not, Duitsch va
derland, op duizenden bloed'ge offers zri te
staan komen.
Hij zal z:ch niel vergenoegen niet da
beide hertogdommen! Een keizerskroon a -
leen kan hem verzadigen, omdat hij nu
toch God in den hemel n'et naar de kroon
steken kan!"
„Vader Werner!" riep von Mitzau ver-
schriwt, „gij beoordeelt hi m verkeerd.
Ik weet zeer zeker, dat hrj schuw is voor
eeno hoogere macht. Getuigt do gunst, wel
ke hij Zcni bewijst, niet reels in zijn voor*
deel?"
oigd).