Tweede Blad] binnenland Zaterdag 12 Juli 1924 r~ det begin des Evangelies. Het begin d'es Evangelies van Jezus Christus,, den' Zoon van God. Gelijk geschreven is in de profeten: Ziet, Ik zen- de mijneriengel voor uw aan gezicht, die uwen weg voor u heen bereiden zal, de stern des roependen in de woestijn: Bereidt den weg des Hecrcn% niaakt zijne paden recht. Markus t: 13. Gelijk het Oude Testament aanvangt met het Begin, zoo stelt het Nieuwe weder om een Begin. „In den beginne schiep God den hemel en de aarde," zoo verhaalt Mozes. En Marcus spreekt van „het begin deè Evangelies van Jezus Christus." Zijn eerste woord is eene aanhaling van den laatsten profeet, van Maleachi (3, 1), die op zijne beurt het getuigenis had her haald van den eerste uit de rij, van Jesaja (40, 3), alzoo wel wezenlijk genomen uit hetgeen geschreven is in de profeten. Hot is wel opmerkelijk, mijne lezers, dat Sod zoowel hij Maleachi als bij Markus het Nieuwe Testament inleidt met eene herinnering aan de wet van Mozes. Juist daarom moest aan Christus Johan nes de Dooper voorafgaan. "VVant als de Heere zal komen met zijn heil, dan zendt Hij voor zijn aangezicht heen een engel, die Hem den weg bereide. Wanneer Hij zich opmaakt om de woestijn te doen bloeien als een roos, dan schalt vooraf de stem des roependen door de wildernis: Bereidt den weg des Hee- ren, maakt zijne paden recht! Zonder Johannes geen plaats voor Christus. Johannes de Dooper is het begin des 'Evangelies van Jezus Christus. Het is in de profeten geschreven. :,rnr? Zonder de wet geen Evangelie. De vret Gods is hot begin des Evange lies van Jezus Christus. De Heere heeft het gesproken. r 'Het einde der wet is Christus een iege lijk, die gelooft. Maar dan is de wet ook het begin van. Christus, wederom een iegelijk die gelooft. De wet is de tuchtmeester tot Christus. Waar de wet ophoudt, begint Christus. Als Mozes sterft, neemt 'Jozua de taak .over. En heeft Mozes het volk Israels ook al uit Egypte in de woestijn gebracht, Jo zua pas mag herbrengen in Kanaiiu. Ook dit zijn dingen, die eene andere beduiding hebben. j Nooit komt in de Schrift, nooit komt bij 'de waarachtige godzaligheid het Evange lie gescheiden van de wet voor. Het geloof bevestigt de wet. Het Evangelie onder stelt do wet, is van de wet de vervulling, en kan zonder die wet niet recht bediend worden. De wet kan den zondaar niet zalig ma ken. i Maar toch kan do zondaar zonder de wet niet zalig worden. i De wet is niet het gansche Evangelie. Zij is van het Evangelie slechts liet Be gin. Maar dat toont dfin toch, onweder- sprekelijk, dat zij bij het Evangelie hoort. Haar einde is Christus. Als zij tot .^Christus gebracht heeft, eischt zij niet meer, dringt zij niet meer, ontrust zij niet meer. In Christus is zij" bevredigd. Zijn woord is immers ook tot h^ar gesproken: Het is volbracht! Maar even daarom ïs zij van dien Chris tus het Begin. Niemand wordt ooit anders tot Christus gebracht dan door de wet. Er is geen an dere wegbereider. Niemand anders dan de wet heeft God delijke macht ontvangen om den zondaar de kroon der eigengerechtigheid van het hoofd te nemen. i In geen anderen hamer heeft de Heere de kracht gelegd let verbrijzeling van het stccnen hart bij den natuurlijken mensch. Door de wet, en door haar alleen, is de kennis der zonde. 'Johannes getuigde van ZicHzelven, dat hij do Christus niet was, maar dat hem de oogen geopend waren om den Christus fe onderscheiden. Zoo^machtig schoon is zijne oolmoedi- ge erkentenis (Joh. 1:19—37), -dat hij van zichzelf Jezus niet kende: „Na mij komt een man, die vóór inij geworden is, want Hij was eer dan ik. En ik kende Hem niet, maar opdat Hij aan Israël zou geopen baard worden, daarom ben ik gekomen, doopende met het waterEu ziende op Jezus, daar wandelende, zeide hij: Ziet, het Lam Gods!" Zoo is het ook met de wet. Op zichzelvo beschouwd, mar de letter genomen, heeft zij alleen eene doodende werking. Maar genomen, zooals de Geest van haar getuigt in Christus* Kerk, als Begin des Evangelies van Jezus Christus, bezit zij de levende en levendmakende macht, om van zichzelve af en op den. Christus to wijzen, als die de zonden wegneemt, waar voor zij de oogen opende. Genomen in het Verbond van Gods genade, gelijk bijvoor beeld in den negentienden Psalm, is zij in de hand des Geesles Gods volmaakt, be- keerende de ziel. Want bij wien zij het Begin des Evan gelies is, voor dien zal de Heere het vol einden. „Uwe goedertierenheid, Heere, is in eeuwigheid. En laat niet varen de wer* keu uwer handen." (Ps. 138:8). Daar zouden meor rozen bloeien in de woestijn ik spreek op menschelijke wij ze en de wildernis zou zich hartelijker in den Heere kunnen verblijden, als de stem des roependen in de woestijn wat meer werd gehoord. Het evangelie zou meerder voortgang hebben, als er meer ernst wierd gemaakt met zijn begin. Hoe menigen onder ons wil voortgaan zonder ooit recht te zijn begonnen. Hoe menigeen wil Christus* eigendom zich weten, zonder dat de weg voor Christus ill zijn harte is bereid. Hoe menigeen wil opwassen in de gena de, zonder van zijne geboorte of van zijn leven ook maar het minste bewustzijn te hebben. Doch aan den voortgang moet een begin voorafgaan. Eer er van levensgroei sprake kan wezen, moet men zijn geboren. Ook het Evangelie heeft een begin. En dat begin is de Wet. Wie door Je Wet nog niet met r.ichzelf is bekend ge maakt, niet voor God is vernederd, niet onder het recht des Heeren in zijne eigen gerechtigheid is bezweken, dien zou het Évangelie, met Gods genade, met den Christus nog niets ikunnen: doen. Hij verander® zijn gebed om den vrede 'der ziel in eene smeeking om ontdekking der oogen. 1 Hij leere vreezen voor zelfbedrog. Hij onderzoeke zic-hzelven om te verstaan, waarom hij nog geen vermaak in de Wet Gods heeft naar den inwendigen mensch. Niet het zaad, dat bij den weg verstuift, niet ook hetgeen in veldbloemen ontluikt op steenachtigen grond; niet ook wat on der de doornen in zijn uitkomen wordt verstikt, draagt vrucht. Maar het zaad, dat op een akker £omt, waarin de voren lang getogen zijn door de ploegschaar, in goede aarde, al blijft het dan wat langer verborgen, het vindt daar in die verborgenheid een begin, het zet dat begin rustig voort in wasdom van kracht tot kracht, pn draagt vrucht, dertig-, zes tig-, honderdvoud. T' C. ORANJE. TEGEN ONMATIGE ZORGEN Wat vreest'er menigh mensch, wat gaet'er menigh treuren. Om yet dat niet en is, en noyt en sal gebeuren! Wilt ghy, door naer gepeys, een droef geval verhoogen? Wie kan uw trooster sijn? Wie sal uw tranen droogen? ïck weet geen nutter dingh in alle werelts saken, Als met een stillen geest het bitter soet te maken. En quelt uw 6innen niet door enckel ongedult, [Want blijf je noch ontrust, het is uw eygen schuit. [Waertoe gedueriglf leet _7' in sijn gemoet te dragen? .Vl.'-L- [Wat Gode wel bevalt, dat moet den mensch behagen. [Verloochent eygen sin r en (wat'er oyt geschiet) Buyght onder Godes handt, en weest wat hy gebiet. Wat mach uw anghstigh hert swaermoedigh sitten quelen Hem die het al bestiert die moelje'et al bevelen. Een die wat onderneemt met voorbedachten raet, Doet wel dat hy de sorgh aen sijnen Schepper laet. JACOB CATS iCERK EES SCHOOL SED. HEBV. KERK. Beroepen. Te Schoonhoven: A. HL J. G. van Yoorthuizen te Huizen; te Rou- veen: K. J. d. Berg te Amersfoort. Aangenomen. Naar Schoonebeek: J. F. Berkel, cand. te Soest; naar Paesens OA.; A. C. van UeheLen, cand. te Hilver sum; naar Oostzaan: N. Zwiep te Brielsch Nieuw land. Bedankt. Yoor ürk: A. C. van Gehe len cand. te Hilversum; voor Vlissiugen: Dr. If. J. Brouwer te Doetinchem. GEREF. KERKEN. Bedankt. Voor Vreesw'ijk: W. M. Ie Cointre te Woubrugge. CHR. GEREF. KERK. Beroepen. Te Kampen: L. H. v. d. Meideni te Dordrecht-. Bedankt. Yoor Aalsmeer: J. P. Meije ring te Nieuwpoort. _er. Bevestiging, Intrede. 'Afscheid. T*' Cand. L. Hoorweg Jr. te Hilversum hoopt Zondag 31 Aug. zijn intrede te doen bij de Geref. Kerk van Purinerend, na be vestigd te zijn door Ds. D. Tem Wzn., van Hilversum. Praep. examen. Do heer K. S iets ma, Theol. cand. aan de Theol. School te Kampen, heeft voor de classis Harderwijk pfaep. examen afge legd en. is daarop met algemeen® stem men beroepbaar gesteld bij de Geref. Ker ken in Nederland De heer Sietsma (Oos tendorp bij Elburg) stelt zich dadelijk beroepbaar. Perempt examen. Cand. L. Hoorweg is na afgelegd Pe remptoir examen door de classis Edam der Geref. Kerken toegelaten tot den dienist des Woords en der Sacramenten. De opleidingsschool 'der Geref. Gemeenten. Het gaat met de to stichten Opleidings school der Geref. Gemeenten' niet vlot. Het geld stroomt niet zóó toe als men ge dacht had. f 30.000 is noodig. „Nu ga ik naar de tienduizend heen", schrijft Da. G. H. Kersten in „De Saambinder". En hij vervolgt ^Soms ben ik er verdrietig over. Soma zeg ik: ,,'k Leg den boel neer; en ga rus tig, stil leven." Maar eerlijk gezegd, dat kan ik niet; althans tob heden niet; de band aan Gods Kerk is te sterk. En ook de Heere onthoudt mij zijne oudersteu- ningz niet. Dan kan ik alle meneachen missen; dan heb ik aan God genoeg; en dan word ik onverzettelijker. Zie ik meen dat eens te moeten zeggen in antwoord op den op mij uitgeoefende» vriendelijke» drang. Ik gevoel mij, als ik weer boven het verdriet kom. door de houding van sommigen mij aangedaan, vooral ook door de slappe houding van mijn oprechte vrienden, ik gevoel mij dan zoo onverzet telijk vast, dat ik mijn pogen' niet opgeven kan. Al sta ik dan geheel alleen, dan gaat het door. De geschonken f 10.000 zijn niet weg, en nog steeds leeft m mij een vonksken hope. dat de gegoeden zich niet terughouden." De Nieuwe Geref. Kerk te Delft. De derde Gereformeerde Kerk te Delft is thans gereed gekomen. Een jaar gele den werd tot den; bouw besloten en bin nen korten tijd. kwam ruim een halve ton aan vrij willige giften binnen. De kerk is in heb westen van do stad, aan heb eind van de Hugo de Grootstraat gebouwd en wordt daarom Westerkerk genoemd. Het gebouw is in modernen stijl opgetrokken, waarbij ook gebruik ge maakt werd van beton. De hoofdingang is afgesloten met twee zware eikenhouten deuren. Daarnaast zijn nog twee kleine eikenhouten deuren. Het gewelf van de kerk is koepelvormig en be- ïeikt een hoogte van 20 meter. Het wordt gedragen,' door ronde betonnen', zuilen. Boven den preekstoel, die uit eikenhout en marmer is vervaardigd, bevindt rich de orgelgaanderij. Ook de balustraden, van de» gaanderijen zijn van beton en aan de voorzijde van eenvoudige versieringen voorzien. De fraaie kerkramen zijn vervaardigd door den heer Jan Schouten. Er is oentrale verwarming en een groote electrischo lcroon en een aantal zijlampen zorgen voor de verlichting. Het werk is onder leiding" van den ar chitect Tj. Kuiper uitgevoerd. Dubbelzinnig. ïri de Bazuin vonden we deze weck dit leuke, of beter leuk gestelde, bericht: Rookstel. De kerkeraad van Middel burg kreeg van catechisanten een rook stel ten geschenke. Dc doktersrekeningen Wijven voor de leden van den kerkeraad. „Jachin." Men meldt nog van de 50ste jaarverga dering der Zondagsschoolveroeniging .,Ja- chin", dab direct na het referaat van dr. Kaajan, ds. Heida Y/oensdag sprak over „Het Huisbezoek." Spr. gaf allereerst enkel® gedachten over do beteekenis van het huisbezoek om er dan op t® wijzen, welke mogelijk heden het huisbezoek bij do ouders in be trekking tob do kinderen, opent. Het huisbezoek kan door geen Zondags schoolonderwijzers moet worden verricht, voor het te geren onderwijs, worden ont beerd. Hij leert er zijn leerlingen in hun milieu beter door kennen. Yan een stelsel bij dit huisbezoek kan naar spr. moering niet worden gesproken, Practisch inzicht en geheiligde tact zijn hier eerste vereischten, waarom het huis bezoek door de meest ervaren Zondags- schoolonderwijzer moet worden verricht. Met enkele voorbeelden illustreert spr. dit nader. Wie zielen vangt is wijs. Het onderwijs op de Zondagsschool kan door huisbezoek worden verdiept* dank rij de opgedane menschenkennis. Hopeloos is veler gedaok berde ven in onzen tijd ver- Vard en nu kan het huisbezoek, waartoe het kind het contact heeft gelegd op de Zondagsschool, geestelijk groot nut af werpen. Allerlei middelen als het gedrukte woord, etc. staan ons hier ten dienste. Ook de pers heeft bier een machtige taak. Met het uitdeden van geschenken zij men bij het huisbezoek voorzichtig. De huisbe zoeker brengt het evangelie van Jezus Christus 1 Bij de discussie over beide referaten kwam moteen in bespreking oen vraag van Rotterdam of ook op de Geref. Zon dagsscholen kinderen uit Geref. gezinnen hooren. Ds. Tazelaar van Weesp deelt mede. dat do Zondagsscholen naar de moering van het hoofdbestuur in de eeTste en meeste plaats bestemd zijn voor kinderen uit gezinnen die onder kerkelijke bearbei ding staan Sommige debaters pleitten voor toela ting van Geref. kinderen op de Zondags school. Anderen wildien, die er waren, niet heenzenden, terwijl velen, meenden, dat van het toelaten van Geref. kinderen op dito Zondagsscholen, veel goeds te ver wachten is. Beide referenten dienden hierna van. re pliek. Dr. Kaajan drong er op aan in deze raak niet vandalistisch op t® treden. Ge ref. ouders mogen nooit hun kinderen naar de Zondagsschool sturen teneinde oen rustig uurtje te hebben. Medegedeeld werd, dat als secundi-be stuursleden gekozen waren de heeren Ds. H. J. Heida te Ylaardingen en J. den Boeft te Gorinchem. Na de gebruikelijke plichtplegingen werd de vergadering te 5 uur gesloten. Gas en ketterij. Zoodra de kerk iets anders doet dan gis ter en eergister gedaan werd, zegt Ds. Schilder in de ^IBazuin" zijn de rnen- schen cr bij, om het vervolg te schrijven op het boek der Richtercn. Ze leggen dan de pen neer bij bet verhaal van den afval, en! wachten; dan verder geduldig op den ko menden richter, die liefst niet direct ver wacht wordt. Hoe het toeging, toen de kerk gaslicht begon in te voeren, vertelt de heer G. y. Zeggelen in de Geld. Kerk bode: Iu 1834 kreeg een Engelsche Maatschap pij, reeds in 1324 opgericht, ook in Am sterdam vergunning om gas uit steenkolen te stoken en een buizennet aan te leg gen. Natuurlijk wenl het nu ook in de kerk gebouwen aangebracht. Dat niet ieder er van gediend was, bleek mij, toen ik een vers las, getiteld: Op het zien van het gaslicht in de Groote Kapel, op 5. Oct. 1835. Met enkele regels, die ik uit het groote gedicht overnam, wil ik thans eindigen: sEen ieder zag als vreemd in Godes Hei ligdom, d'Een_prees en laakte, de ander stodd als stom. Die zcide: foei wat stank, de doodschlucht komt mij tegen. Die zeide: dat in een Kerk, 't zijn won derlijke wegen. Yan alles, dat men ziet, in deez' verlichte dagen, ïk word er van ontroert, en wil nu a iet meer vragen. Och, arme Gemeent*. och dwaze predikant TTw woord ïs enkel Gaa, uw zinnen ziji verdioaèerd, a Geheel de Kerkera-ad is van haar eer c-ut3 lsistet, Die vrijheid gave, om Gas in 't Heiligden» to planter. J De eer van God is weg, dit blijkt van rjlol' kanten Ontwaakt toch Heidenen Heer vatt woorden co van Kerk, Ach, drijf toch spoedig uit dit Gas ver-' lichtingswcikl Drijf uit- den Sociaan, de Remonstrant* fccho leerc* I Dnjf rit lichtzinnigheid, dan, dan ontvangt' gij eer®." De Rijkspensioenea. Er dreigt oen misverstand te ontstaan over de vraag, of de rijkspensioenon al dan niet zullen worden verlaagd, zegt het Hdbl. Allerlei berichten hierover zijn schijn* baar met elkaar in tegenspraak. In het eene wordt geaegd, dat de Rijksponsioeneni wtf, in het andere, dat zij niet worden ge* wijaigd. In werkelijkheid zijn eigenlijk beide berichlen juieL De zaak ia namelijk, dat de ree da toegekende pensioenen niet zul* Jen worden verlaagd. Het feit echter, dat de salarissen der Rijksambtenaren worden' verminderd, maakt het noodzakelijk, daf ook de pensioenen, die altijd oen zeker percentage der salarissen uitdrukken, om* laag gaan. f Do wetswijziging nu, waaromtrent in de Waden melding wordt gemaakt, slaat al*; leen op pensioenen in de toekomst te verleenen. Deze zullen dus wel achter*, uitgaan, als de voorstellen der regeering worden aangenomen. Zijn wij wel ingelicht, dan zullen in die wetswijziging ook maatregelen worden voorgesteld tegen de cumulatie van pea* sioenen. De Tariefwet en ds Ktei-induslrie. 1 De Nederl. R. K. Steenfahrieksarbeiders* bond heeft zich tot don Minister van Fi* nancien gewerd met een adres, waarin d$ bond aandringt op verhooging tot 8 pet., c.q. handhaving van hst bestaande tarief op gebakken klei-waren, als verglaasde en vuurvaste steenen, aarden btfzen en go* wono tegels. PrijsverhoogLng, zegt do bond. is niet tt vreezen, omdat de concurrentie zeer scherp1 is; wel zullen werkverruiming en minder kosten ter bestrijding der werkloosheid het gevolg kunnen zijn. Wordt de voorgestelde tariefwet op het besproken punt ongewij zigd aangenomen, dan worden geheele tak* ken van de k'ei-indnstrie met ondergang bedreigd Immers waar de Duitse he dakpannen* en huizenindustrie vlak aan onze lands grenzen zeer sterk vertegenwoordigd is en waar diezelfde industrie voor levering ia* eigen land 2 pet. van de opbrengst der pro ductie moet laten vallen ten bate van het Rijk, doch Toor levering naar het huiten* land de volle opbrengst geniet, dus 2 pet. meer, alsmede die l>uiteniandsche industrie er groot belang bij heeft, om door dum ping onze eigen Neder]andsche industrie te vernietigen, daar pleit alles voor be* houd ja, zelfs uitbreiding van het beslaan* de tarief, in plaats dit te doen vervallen. Ook onze betrekkelijk jonge „vuurvast* industrie'-' moet, ondanks 't bestaande ia* rief van 5 pet., zeer zwaar kampen om te* gen de veel oudere vuurvaste stcenindus* j trio van hei huiten-and. de concurrentie vol te houden. Valt deze 5 pet. weg. dan staat dit ge* lijk met ernstige bedreiging van eene in dustrie, welke kan helpen bevorderen, dat ons land een meer onafhankelijke positie' inneemt. Bovendien verdwijnt dan een bedrijf, hetwelk aan een belangrijk volksdeel een bestaan kan verzekeren. De rijwie merken. De directeur-generaal der P. en T. maakt thans in de „St.-Gt." bekend, dat van 16 Juli a.s. af, op de post-, bij- en hulppostkantoren, alsmede, na vooraf* gaande aanvrage, op de stations voor d?n postdienst rijwielraerken verkrijgbaar zul* ion worden gesteld tegen den prijs van f S per stuk. De verkoop van de merken zal geschiet den op werkdagen op de post- en bijposl* kantoren in de uren van openstelling, val* lende tusschen 9 uur v.m. en 4 uur n m., en op de hulppostkantoren en stations voor den postdienst gedurende den gehce* len duur der openstelling. PEUILLISTOM De Sterren hadden gelogen. Verhaal uit den dertigjarigen oorlog. 161 - f\ Hier verdrongen zich de vrouwen en kinderen der veroordeelden om hem, vielen aan zijne knieën en smeekten hem om genade. „De eenige genade, die verleend worden kan, een eerlijke begrafenis!" ant woordde de wreedaard op kouden toon. Voor het raadhuis stond een hoog scha* vot opgeslagen, 't welk door een gang me*t een venster der bovenste verdieping ge* meenschap had en geheel met rood laken bekleed was. Kalm en gelaten wachtten de gevangenen Se vreeselijke ure af, want niemand hun* nor vleide zich nog met Je hoop op ge nade. In den nacht van Zondag op Maandag riep de raadsheer Kulnauer zijnen mede gevangenen toe: „God zal ons een teeken geven, dat Hij met ons is!" En zie, bij liet opgaan der zon vertoonde *ich een regenboog in het westen. De gevangenen vielen neder en hieven ®en loflied aan; Daar dreunde een kanonschot. Het plein voor het. raadhuis werd door ruiterij bezet; eene sterke troepenafdeeling met geladen geweer omringde het schavot. Andere troepen doorkruisten de straten, om eene burgerij in t'oom te houden, wier wanhoop bij het aanschouwen van het tooneel, dat "haar wachtte, haar wel eens tot uitersten voeren kon. De snoodaards! Tegenover het schavot stond de troon des stadhouders; op de treden daarvan aan heide zijden stonden de rechters en schrijvers, allen door gewapenden om ringd. Eene onafzienbare menigte verdrong zich, om van het droeve schouwspel getni* ge te zijn. Daar sprak het kanon ten tweede male. Nadat, de ongelukkigen een hartroerend afscheid van elkander genomen hadden, werden zij één voor één terechtgesteld. Het bloedige lijk van hem, die voorging, werd door een rood laken voor de oogen van dengene, die volgde, verborgen. Daar verscheen de graaf von Schlick. Nog op het schavot hernieuwden de Je zuïeten hunne pogingen om hem tot dó kerk terug te voeren. „Laat mij nu toch met vrede!" riep hij verontwaardigd uit. De morgenzon wierp hare gouden stra len door de wolken op liet schavot. Dit trof hem Hij hief de oogen ten he* mei en riep luide: Zonne der gerechtig heid! Jezus Christus! Yoer mij door den nacht des doods in het eeuwige leven!" Nu knielde hij, en toen zijn hoofd viel onder het zwaard van den beul, hoorde men het jammeren en luide snikken van het volk. 't welk den edelen man beweende. Gemaskerden droegen het lichaam weg. Het hoofd en do hand werden op een ijzeren schotel op de brug over de Moldau tentoongesteld. De bloedige landdag te Praag was slechts een begin van de wrake, welke dó keizer en de Jezuieten namen. Een zevenhonderd!al edellieden werden van hunne goederen beroofd. Niet minder dan 500 adellijke familiën en 30.000 burgers verlieten het land om hun leven te redden. De keizeT verscheurde met eigen hand den majesteitebrief en verklaarde open lijk, dat hij alle ketters wilde uitroeien. Na de Calvinisten kwamen de Luther* schen aan de beurt. Den landrechter Werner werd keizerlij* Icq genade aangeboden, indien hij terug keerde. Toen hij liet vernam, glimlachte hij bit ter. ..En welk eene n.enade zou de keiler mij wü'en verleenen?" vroeg hij aan Cerl. „Eene Bobeemsche? [Waarbij ik onthoofd of verbrand word? Eene Moravische? Waarbij mij levenslange kerkerstraf wordt toegestaan?. Eene Oostenrijksche mis* schien? Waarbij al mijne goederen ver beurdverklaard worden?" Woedend grepen de Oostenrijksche hoe ren naar de wapenen, vielen op de keizer lijken aan en sloegen ze eenmaal en an dermaal, zoodat de keizer genoodzaakt was, Pappenheim op hen af te zenden, die hen eindelijk tenonderbracht. 't Was de laatste flikkering van den volksmoed. •Bohemo zonk in bet niet. Maar de boog in de wolken bij den da geraad van Praags bloedigen landdag sprak van het verhond van God met de Zijnen, en dit kan niet gebroken worden. Hun bloed, bun iranen en hun bjden Zijn dierbaar in Zijn oog! HOOFDSTUK III. Do onbekende. En bij al die. onderdrukking hunner ge- loofsgenooten zagen de vorsten der Pro- testantsche Unie lijdelijk toe. Wat deerde het hun, of de keizer al zij ne vijanden, den gewezen Boheemschon koning, prins Ghristiaan van Anhalt, den graaf von Thurn, in den rijksban deed en zijne vrienden met hunne goederen begif* tigdel Wat gaven zij er om, of de trouweloozo keurvorst yaa Saksen, die, schoon zelf Lu- Ihersch, zich met den keizer tegen dc Bo hemers verbond, thans de Lausits ter fco* looning ontving voor het verraad, aan zij* ne geloofsgenootèn gepleegd! Of Maxlmiliaan van Beieren zijne macht! zag vergrooten met een ander deel der be zittingen van den verbannen Boheem- sehen koning! Wat bekommerden zij er zich over, of da keizer, meenende nu alvermogend te zijn, tegen de Hervormden in zijne erfstaten woedde? Door eigenbelang gedreven en door de zucht om 's keizers vriend te zijn, ontbonden zij de Unie en Duitschland had vrede, maar welk een vrede! Slechts één enkel man begeerde d;en vrede niet! j Steunende op zijn goed ridderzwaard, den eenigen rijkdom, wolken hij bezat, hield de graaf van Mansfeld de banier van 't Protestantisme hoog en liever de hij alleen een eervollen krijg, dan zijn oor te Ieeaen aan een schandelijk verdrag.^ Jammer slechts, dat hij de zaak df.rj Hervorming meer uit verstandelijk over* leg en uit slaatkunde had omhelsd, dan! dat zijn* hart er waarlijk in leél.le! Jammer vooral, dat hij zijnen soldaten, toestond, zi '••ze'ven hun loon te vjrschaf^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5