Tweede Blad]
binnenland
Zaterdag 12 Juli 1924
r~
det begin des Evangelies.
Het begin d'es Evangelies
van Jezus Christus,, den' Zoon
van God. Gelijk geschreven
is in de profeten: Ziet, Ik zen-
de mijneriengel voor uw aan
gezicht, die uwen weg voor u
heen bereiden zal, de stern
des roependen in de woestijn:
Bereidt den weg des Hecrcn%
niaakt zijne paden recht.
Markus t: 13.
Gelijk het Oude Testament aanvangt met
het Begin, zoo stelt het Nieuwe weder
om een Begin.
„In den beginne schiep God den
hemel en de aarde," zoo verhaalt Mozes.
En Marcus spreekt van „het begin
deè Evangelies van Jezus Christus."
Zijn eerste woord is eene aanhaling van
den laatsten profeet, van Maleachi (3, 1),
die op zijne beurt het getuigenis had her
haald van den eerste uit de rij, van Jesaja
(40, 3), alzoo wel wezenlijk genomen uit
hetgeen geschreven is in de profeten.
Hot is wel opmerkelijk, mijne lezers, dat
Sod zoowel hij Maleachi als bij Markus
het Nieuwe Testament inleidt met eene
herinnering aan de wet van Mozes.
Juist daarom moest aan Christus Johan
nes de Dooper voorafgaan.
"VVant als de Heere zal komen met zijn
heil, dan zendt Hij voor zijn aangezicht
heen een engel, die Hem den weg bereide.
Wanneer Hij zich opmaakt om de
woestijn te doen bloeien als een roos, dan
schalt vooraf de stem des roependen door
de wildernis: Bereidt den weg des Hee-
ren, maakt zijne paden recht!
Zonder Johannes geen plaats voor
Christus.
Johannes de Dooper is het begin des
'Evangelies van Jezus Christus.
Het is in de profeten geschreven. :,rnr?
Zonder de wet geen Evangelie.
De vret Gods is hot begin des Evange
lies van Jezus Christus.
De Heere heeft het gesproken. r
'Het einde der wet is Christus een iege
lijk, die gelooft.
Maar dan is de wet ook het begin van.
Christus, wederom een iegelijk die gelooft.
De wet is de tuchtmeester tot Christus.
Waar de wet ophoudt, begint Christus.
Als Mozes sterft, neemt 'Jozua de taak
.over. En heeft Mozes het volk Israels ook
al uit Egypte in de woestijn gebracht, Jo
zua pas mag herbrengen in Kanaiiu. Ook
dit zijn dingen, die eene andere beduiding
hebben. j
Nooit komt in de Schrift, nooit komt bij
'de waarachtige godzaligheid het Evange
lie gescheiden van de wet voor. Het geloof
bevestigt de wet. Het Evangelie onder
stelt do wet, is van de wet de vervulling,
en kan zonder die wet niet recht bediend
worden.
De wet kan den zondaar niet zalig ma
ken. i
Maar toch kan do zondaar zonder de wet
niet zalig worden. i
De wet is niet het gansche Evangelie.
Zij is van het Evangelie slechts liet Be
gin. Maar dat toont dfin toch, onweder-
sprekelijk, dat zij bij het Evangelie hoort.
Haar einde is Christus. Als zij tot
.^Christus gebracht heeft, eischt zij niet
meer, dringt zij niet meer, ontrust zij niet
meer.
In Christus is zij" bevredigd. Zijn woord
is immers ook tot h^ar gesproken: Het is
volbracht!
Maar even daarom ïs zij van dien Chris
tus het Begin.
Niemand wordt ooit anders tot Christus
gebracht dan door de wet. Er is geen an
dere wegbereider.
Niemand anders dan de wet heeft God
delijke macht ontvangen om den zondaar
de kroon der eigengerechtigheid van het
hoofd te nemen. i
In geen anderen hamer heeft de Heere
de kracht gelegd let verbrijzeling van het
stccnen hart bij den natuurlijken mensch.
Door de wet, en door haar alleen, is de
kennis der zonde.
'Johannes getuigde van ZicHzelven, dat
hij do Christus niet was, maar dat hem
de oogen geopend waren om den Christus
fe onderscheiden.
Zoo^machtig schoon is zijne oolmoedi-
ge erkentenis (Joh. 1:19—37), -dat hij van
zichzelf Jezus niet kende: „Na mij komt
een man, die vóór inij geworden is, want
Hij was eer dan ik. En ik kende Hem niet,
maar opdat Hij aan Israël zou geopen
baard worden, daarom ben ik gekomen,
doopende met het waterEu ziende op
Jezus, daar wandelende, zeide hij: Ziet,
het Lam Gods!"
Zoo is het ook met de wet.
Op zichzelvo beschouwd, mar de letter
genomen, heeft zij alleen eene doodende
werking.
Maar genomen, zooals de Geest van haar
getuigt in Christus* Kerk, als Begin des
Evangelies van Jezus Christus, bezit zij
de levende en levendmakende macht, om
van zichzelve af en op den. Christus to
wijzen, als die de zonden wegneemt, waar
voor zij de oogen opende. Genomen in het
Verbond van Gods genade, gelijk bijvoor
beeld in den negentienden Psalm, is zij in
de hand des Geesles Gods volmaakt, be-
keerende de ziel.
Want bij wien zij het Begin des Evan
gelies is, voor dien zal de Heere het vol
einden. „Uwe goedertierenheid, Heere, is
in eeuwigheid. En laat niet varen de wer*
keu uwer handen." (Ps. 138:8).
Daar zouden meor rozen bloeien in de
woestijn ik spreek op menschelijke wij
ze en de wildernis zou zich hartelijker
in den Heere kunnen verblijden, als de
stem des roependen in de woestijn wat
meer werd gehoord.
Het evangelie zou meerder voortgang
hebben, als er meer ernst wierd gemaakt
met zijn begin.
Hoe menigen onder ons wil voortgaan
zonder ooit recht te zijn begonnen.
Hoe menigeen wil Christus* eigendom
zich weten, zonder dat de weg voor
Christus ill zijn harte is bereid.
Hoe menigeen wil opwassen in de gena
de, zonder van zijne geboorte of van zijn
leven ook maar het minste bewustzijn te
hebben.
Doch aan den voortgang moet een begin
voorafgaan. Eer er van levensgroei sprake
kan wezen, moet men zijn geboren.
Ook het Evangelie heeft een begin.
En dat begin is de Wet. Wie door Je
Wet nog niet met r.ichzelf is bekend ge
maakt, niet voor God is vernederd, niet
onder het recht des Heeren in zijne eigen
gerechtigheid is bezweken, dien zou het
Évangelie, met Gods genade, met den
Christus nog niets ikunnen: doen.
Hij verander® zijn gebed om den vrede
'der ziel in eene smeeking om ontdekking
der oogen. 1
Hij leere vreezen voor zelfbedrog. Hij
onderzoeke zic-hzelven om te verstaan,
waarom hij nog geen vermaak in de Wet
Gods heeft naar den inwendigen mensch.
Niet het zaad, dat bij den weg verstuift,
niet ook hetgeen in veldbloemen ontluikt
op steenachtigen grond; niet ook wat on
der de doornen in zijn uitkomen wordt
verstikt, draagt vrucht.
Maar het zaad, dat op een akker £omt,
waarin de voren lang getogen zijn door de
ploegschaar, in goede aarde, al blijft het
dan wat langer verborgen, het vindt daar
in die verborgenheid een begin, het zet dat
begin rustig voort in wasdom van kracht
tot kracht, pn draagt vrucht, dertig-, zes
tig-, honderdvoud.
T' C. ORANJE.
TEGEN ONMATIGE ZORGEN
Wat vreest'er menigh mensch,
wat gaet'er menigh treuren.
Om yet dat niet en is,
en noyt en sal gebeuren!
Wilt ghy, door naer gepeys,
een droef geval verhoogen?
Wie kan uw trooster sijn?
Wie sal uw tranen droogen?
ïck weet geen nutter dingh
in alle werelts saken,
Als met een stillen geest
het bitter soet te maken.
En quelt uw 6innen niet
door enckel ongedult,
[Want blijf je noch ontrust,
het is uw eygen schuit.
[Waertoe gedueriglf leet _7'
in sijn gemoet te dragen? .Vl.'-L-
[Wat Gode wel bevalt,
dat moet den mensch behagen.
[Verloochent eygen sin
r en (wat'er oyt geschiet)
Buyght onder Godes handt,
en weest wat hy gebiet.
Wat mach uw anghstigh hert
swaermoedigh sitten quelen
Hem die het al bestiert
die moelje'et al bevelen.
Een die wat onderneemt
met voorbedachten raet,
Doet wel dat hy de sorgh
aen sijnen Schepper laet.
JACOB CATS
iCERK EES SCHOOL
SED. HEBV. KERK.
Beroepen. Te Schoonhoven: A. HL J.
G. van Yoorthuizen te Huizen; te Rou-
veen: K. J. d. Berg te Amersfoort.
Aangenomen. Naar Schoonebeek:
J. F. Berkel, cand. te Soest; naar Paesens
OA.; A. C. van UeheLen, cand. te Hilver
sum; naar Oostzaan: N. Zwiep te Brielsch
Nieuw land.
Bedankt. Yoor ürk: A. C. van Gehe
len cand. te Hilversum; voor Vlissiugen:
Dr. If. J. Brouwer te Doetinchem.
GEREF. KERKEN.
Bedankt. Voor Vreesw'ijk: W. M. Ie
Cointre te Woubrugge.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen. Te Kampen: L. H. v. d.
Meideni te Dordrecht-.
Bedankt. Yoor Aalsmeer: J. P. Meije
ring te Nieuwpoort. _er.
Bevestiging, Intrede. 'Afscheid. T*'
Cand. L. Hoorweg Jr. te Hilversum
hoopt Zondag 31 Aug. zijn intrede te doen
bij de Geref. Kerk van Purinerend, na be
vestigd te zijn door Ds. D. Tem Wzn., van
Hilversum.
Praep. examen.
Do heer K. S iets ma, Theol. cand. aan de
Theol. School te Kampen, heeft voor de
classis Harderwijk pfaep. examen afge
legd en. is daarop met algemeen® stem
men beroepbaar gesteld bij de Geref. Ker
ken in Nederland De heer Sietsma (Oos
tendorp bij Elburg) stelt zich dadelijk
beroepbaar.
Perempt examen.
Cand. L. Hoorweg is na afgelegd Pe
remptoir examen door de classis Edam
der Geref. Kerken toegelaten tot den
dienist des Woords en der Sacramenten.
De opleidingsschool 'der Geref. Gemeenten.
Het gaat met de to stichten Opleidings
school der Geref. Gemeenten' niet vlot.
Het geld stroomt niet zóó toe als men ge
dacht had. f 30.000 is noodig. „Nu ga ik
naar de tienduizend heen", schrijft Da. G.
H. Kersten in „De Saambinder". En hij
vervolgt
^Soms ben ik er verdrietig over. Soma
zeg ik: ,,'k Leg den boel neer; en ga rus
tig, stil leven." Maar eerlijk gezegd, dat
kan ik niet; althans tob heden niet; de
band aan Gods Kerk is te sterk. En ook
de Heere onthoudt mij zijne oudersteu-
ningz niet. Dan kan ik alle meneachen
missen; dan heb ik aan God genoeg; en
dan word ik onverzettelijker. Zie ik meen
dat eens te moeten zeggen in antwoord op
den op mij uitgeoefende» vriendelijke»
drang. Ik gevoel mij, als ik weer boven
het verdriet kom. door de houding van
sommigen mij aangedaan, vooral ook door
de slappe houding van mijn oprechte
vrienden, ik gevoel mij dan zoo onverzet
telijk vast, dat ik mijn pogen' niet opgeven
kan. Al sta ik dan geheel alleen, dan
gaat het door. De geschonken f 10.000
zijn niet weg, en nog steeds leeft m mij
een vonksken hope. dat de gegoeden zich
niet terughouden."
De Nieuwe Geref. Kerk te Delft.
De derde Gereformeerde Kerk te Delft
is thans gereed gekomen. Een jaar gele
den werd tot den; bouw besloten en bin
nen korten tijd. kwam ruim een halve ton
aan vrij willige giften binnen.
De kerk is in heb westen van do stad,
aan heb eind van de Hugo de Grootstraat
gebouwd en wordt daarom Westerkerk
genoemd. Het gebouw is in modernen stijl
opgetrokken, waarbij ook gebruik ge
maakt werd van beton.
De hoofdingang is afgesloten met twee
zware eikenhouten deuren. Daarnaast zijn
nog twee kleine eikenhouten deuren. Het
gewelf van de kerk is koepelvormig en be-
ïeikt een hoogte van 20 meter. Het wordt
gedragen,' door ronde betonnen', zuilen.
Boven den preekstoel, die uit eikenhout
en marmer is vervaardigd, bevindt rich
de orgelgaanderij. Ook de balustraden,
van de» gaanderijen zijn van beton en aan
de voorzijde van eenvoudige versieringen
voorzien.
De fraaie kerkramen zijn vervaardigd
door den heer Jan Schouten.
Er is oentrale verwarming en een groote
electrischo lcroon en een aantal zijlampen
zorgen voor de verlichting.
Het werk is onder leiding" van den ar
chitect Tj. Kuiper uitgevoerd.
Dubbelzinnig.
ïri de Bazuin vonden we deze weck dit
leuke, of beter leuk gestelde, bericht:
Rookstel. De kerkeraad van Middel
burg kreeg van catechisanten een rook
stel ten geschenke. Dc doktersrekeningen
Wijven voor de leden van den kerkeraad.
„Jachin."
Men meldt nog van de 50ste jaarverga
dering der Zondagsschoolveroeniging .,Ja-
chin", dab direct na het referaat van dr.
Kaajan, ds. Heida Y/oensdag sprak over
„Het Huisbezoek."
Spr. gaf allereerst enkel® gedachten
over do beteekenis van het huisbezoek
om er dan op t® wijzen, welke mogelijk
heden het huisbezoek bij do ouders in be
trekking tob do kinderen, opent.
Het huisbezoek kan door geen Zondags
schoolonderwijzers moet worden verricht,
voor het te geren onderwijs, worden ont
beerd. Hij leert er zijn leerlingen in hun
milieu beter door kennen. Yan een stelsel
bij dit huisbezoek kan naar spr. moering
niet worden gesproken,
Practisch inzicht en geheiligde tact zijn
hier eerste vereischten, waarom het huis
bezoek door de meest ervaren Zondags-
schoolonderwijzer moet worden verricht.
Met enkele voorbeelden illustreert spr.
dit nader. Wie zielen vangt is wijs. Het
onderwijs op de Zondagsschool kan door
huisbezoek worden verdiept* dank rij de
opgedane menschenkennis. Hopeloos is
veler gedaok berde ven in onzen tijd ver-
Vard en nu kan het huisbezoek, waartoe
het kind het contact heeft gelegd op de
Zondagsschool, geestelijk groot nut af
werpen. Allerlei middelen als het gedrukte
woord, etc. staan ons hier ten dienste.
Ook de pers heeft bier een machtige taak.
Met het uitdeden van geschenken zij men
bij het huisbezoek voorzichtig. De huisbe
zoeker brengt het evangelie van Jezus
Christus 1
Bij de discussie over beide referaten
kwam moteen in bespreking oen vraag
van Rotterdam of ook op de Geref. Zon
dagsscholen kinderen uit Geref. gezinnen
hooren.
Ds. Tazelaar van Weesp deelt mede.
dat do Zondagsscholen naar de moering
van het hoofdbestuur in de eeTste en
meeste plaats bestemd zijn voor kinderen
uit gezinnen die onder kerkelijke bearbei
ding staan
Sommige debaters pleitten voor toela
ting van Geref. kinderen op de Zondags
school. Anderen wildien, die er waren, niet
heenzenden, terwijl velen, meenden, dat
van het toelaten van Geref. kinderen op
dito Zondagsscholen, veel goeds te ver
wachten is.
Beide referenten dienden hierna van. re
pliek. Dr. Kaajan drong er op aan in deze
raak niet vandalistisch op t® treden. Ge
ref. ouders mogen nooit hun kinderen
naar de Zondagsschool sturen teneinde
oen rustig uurtje te hebben.
Medegedeeld werd, dat als secundi-be
stuursleden gekozen waren de heeren Ds.
H. J. Heida te Ylaardingen en J. den
Boeft te Gorinchem.
Na de gebruikelijke plichtplegingen
werd de vergadering te 5 uur gesloten.
Gas en ketterij.
Zoodra de kerk iets anders doet dan gis
ter en eergister gedaan werd, zegt Ds.
Schilder in de ^IBazuin" zijn de rnen-
schen cr bij, om het vervolg te schrijven
op het boek der Richtercn. Ze leggen dan
de pen neer bij bet verhaal van den afval,
en! wachten; dan verder geduldig op den ko
menden richter, die liefst niet direct ver
wacht wordt. Hoe het toeging, toen de
kerk gaslicht begon in te voeren, vertelt
de heer G. y. Zeggelen in de Geld. Kerk
bode:
Iu 1834 kreeg een Engelsche Maatschap
pij, reeds in 1324 opgericht, ook in Am
sterdam vergunning om gas uit steenkolen
te stoken en een buizennet aan te leg
gen.
Natuurlijk wenl het nu ook in de kerk
gebouwen aangebracht. Dat niet ieder er
van gediend was, bleek mij, toen ik een
vers las, getiteld: Op het zien van het
gaslicht in de Groote Kapel, op 5. Oct.
1835.
Met enkele regels, die ik uit het groote
gedicht overnam, wil ik thans eindigen:
sEen ieder zag als vreemd in Godes Hei
ligdom,
d'Een_prees en laakte, de ander stodd als
stom.
Die zcide: foei wat stank, de doodschlucht
komt mij tegen.
Die zeide: dat in een Kerk, 't zijn won
derlijke wegen.
Yan alles, dat men ziet, in deez' verlichte
dagen,
ïk word er van ontroert, en wil nu a iet
meer vragen.
Och, arme Gemeent*. och dwaze predikant
TTw woord ïs enkel Gaa, uw zinnen ziji
verdioaèerd, a
Geheel de Kerkera-ad is van haar eer c-ut3
lsistet,
Die vrijheid gave, om Gas in 't Heiligden»
to planter. J
De eer van God is weg, dit blijkt van rjlol'
kanten
Ontwaakt toch Heidenen Heer vatt
woorden co van Kerk,
Ach, drijf toch spoedig uit dit Gas ver-'
lichtingswcikl
Drijf uit- den Sociaan, de Remonstrant*
fccho leerc* I
Dnjf rit lichtzinnigheid, dan, dan ontvangt'
gij eer®."
De Rijkspensioenea.
Er dreigt oen misverstand te ontstaan
over de vraag, of de rijkspensioenon al
dan niet zullen worden verlaagd, zegt het
Hdbl.
Allerlei berichten hierover zijn schijn*
baar met elkaar in tegenspraak. In het
eene wordt geaegd, dat de Rijksponsioeneni
wtf, in het andere, dat zij niet worden ge*
wijaigd. In werkelijkheid zijn eigenlijk
beide berichlen juieL
De zaak ia namelijk, dat de ree da
toegekende pensioenen niet zul*
Jen worden verlaagd. Het feit echter, dat
de salarissen der Rijksambtenaren worden'
verminderd, maakt het noodzakelijk, daf
ook de pensioenen, die altijd oen zeker
percentage der salarissen uitdrukken, om*
laag gaan. f
Do wetswijziging nu, waaromtrent in de
Waden melding wordt gemaakt, slaat al*;
leen op pensioenen in de toekomst te
verleenen. Deze zullen dus wel achter*,
uitgaan, als de voorstellen der regeering
worden aangenomen.
Zijn wij wel ingelicht, dan zullen in die
wetswijziging ook maatregelen worden
voorgesteld tegen de cumulatie van pea*
sioenen.
De Tariefwet en ds Ktei-induslrie. 1
De Nederl. R. K. Steenfahrieksarbeiders*
bond heeft zich tot don Minister van Fi*
nancien gewerd met een adres, waarin d$
bond aandringt op verhooging tot 8 pet.,
c.q. handhaving van hst bestaande tarief
op gebakken klei-waren, als verglaasde en
vuurvaste steenen, aarden btfzen en go*
wono tegels.
PrijsverhoogLng, zegt do bond. is niet tt
vreezen, omdat de concurrentie zeer scherp1
is; wel zullen werkverruiming en minder
kosten ter bestrijding der werkloosheid het
gevolg kunnen zijn. Wordt de voorgestelde
tariefwet op het besproken punt ongewij
zigd aangenomen, dan worden geheele tak*
ken van de k'ei-indnstrie met ondergang
bedreigd
Immers waar de Duitse he dakpannen*
en huizenindustrie vlak aan onze lands
grenzen zeer sterk vertegenwoordigd is en
waar diezelfde industrie voor levering ia*
eigen land 2 pet. van de opbrengst der pro
ductie moet laten vallen ten bate van het
Rijk, doch Toor levering naar het huiten*
land de volle opbrengst geniet, dus 2 pet.
meer, alsmede die l>uiteniandsche industrie
er groot belang bij heeft, om door dum
ping onze eigen Neder]andsche industrie
te vernietigen, daar pleit alles voor be*
houd ja, zelfs uitbreiding van het beslaan*
de tarief, in plaats dit te doen vervallen.
Ook onze betrekkelijk jonge „vuurvast*
industrie'-' moet, ondanks 't bestaande ia*
rief van 5 pet., zeer zwaar kampen om te*
gen de veel oudere vuurvaste stcenindus* j
trio van hei huiten-and. de concurrentie
vol te houden.
Valt deze 5 pet. weg. dan staat dit ge*
lijk met ernstige bedreiging van eene in
dustrie, welke kan helpen bevorderen, dat
ons land een meer onafhankelijke positie'
inneemt.
Bovendien verdwijnt dan een bedrijf,
hetwelk aan een belangrijk volksdeel een
bestaan kan verzekeren.
De rijwie merken.
De directeur-generaal der P. en T.
maakt thans in de „St.-Gt." bekend, dat
van 16 Juli a.s. af, op de post-, bij- en
hulppostkantoren, alsmede, na vooraf*
gaande aanvrage, op de stations voor d?n
postdienst rijwielraerken verkrijgbaar zul*
ion worden gesteld tegen den prijs van f S
per stuk.
De verkoop van de merken zal geschiet
den op werkdagen op de post- en bijposl*
kantoren in de uren van openstelling, val*
lende tusschen 9 uur v.m. en 4 uur n m.,
en op de hulppostkantoren en stations
voor den postdienst gedurende den gehce*
len duur der openstelling.
PEUILLISTOM
De Sterren hadden gelogen.
Verhaal uit den dertigjarigen oorlog.
161 - f\
Hier verdrongen zich de vrouwen en
kinderen der veroordeelden om hem, vielen
aan zijne knieën en smeekten hem om
genade. „De eenige genade, die verleend
worden kan, een eerlijke begrafenis!" ant
woordde de wreedaard op kouden toon.
Voor het raadhuis stond een hoog scha*
vot opgeslagen, 't welk door een gang me*t
een venster der bovenste verdieping ge*
meenschap had en geheel met rood laken
bekleed was.
Kalm en gelaten wachtten de gevangenen
Se vreeselijke ure af, want niemand hun*
nor vleide zich nog met Je hoop op ge
nade.
In den nacht van Zondag op Maandag
riep de raadsheer Kulnauer zijnen mede
gevangenen toe: „God zal ons een teeken
geven, dat Hij met ons is!"
En zie, bij liet opgaan der zon vertoonde
*ich een regenboog in het westen.
De gevangenen vielen neder en hieven
®en loflied aan;
Daar dreunde een kanonschot.
Het plein voor het. raadhuis werd door
ruiterij bezet; eene sterke troepenafdeeling
met geladen geweer omringde het schavot.
Andere troepen doorkruisten de straten,
om eene burgerij in t'oom te houden, wier
wanhoop bij het aanschouwen van het
tooneel, dat "haar wachtte, haar wel eens
tot uitersten voeren kon.
De snoodaards!
Tegenover het schavot stond de troon
des stadhouders; op de treden daarvan
aan heide zijden stonden de rechters en
schrijvers, allen door gewapenden om
ringd.
Eene onafzienbare menigte verdrong
zich, om van het droeve schouwspel getni*
ge te zijn.
Daar sprak het kanon ten tweede male.
Nadat, de ongelukkigen een hartroerend
afscheid van elkander genomen hadden,
werden zij één voor één terechtgesteld.
Het bloedige lijk van hem, die voorging,
werd door een rood laken voor de oogen
van dengene, die volgde, verborgen.
Daar verscheen de graaf von Schlick.
Nog op het schavot hernieuwden de Je
zuïeten hunne pogingen om hem tot dó
kerk terug te voeren.
„Laat mij nu toch met vrede!" riep hij
verontwaardigd uit.
De morgenzon wierp hare gouden stra
len door de wolken op liet schavot.
Dit trof hem Hij hief de oogen ten he*
mei en riep luide: Zonne der gerechtig
heid! Jezus Christus! Yoer mij door den
nacht des doods in het eeuwige leven!"
Nu knielde hij, en toen zijn hoofd viel
onder het zwaard van den beul, hoorde
men het jammeren en luide snikken van
het volk. 't welk den edelen man beweende.
Gemaskerden droegen het lichaam weg.
Het hoofd en do hand werden op een
ijzeren schotel op de brug over de Moldau
tentoongesteld.
De bloedige landdag te Praag was
slechts een begin van de wrake, welke dó
keizer en de Jezuieten namen.
Een zevenhonderd!al edellieden werden
van hunne goederen beroofd.
Niet minder dan 500 adellijke familiën
en 30.000 burgers verlieten het land om
hun leven te redden.
De keizeT verscheurde met eigen hand
den majesteitebrief en verklaarde open
lijk, dat hij alle ketters wilde uitroeien.
Na de Calvinisten kwamen de Luther*
schen aan de beurt.
Den landrechter Werner werd keizerlij*
Icq genade aangeboden, indien hij terug
keerde.
Toen hij liet vernam, glimlachte hij bit
ter.
..En welk eene n.enade zou de keiler mij
wü'en verleenen?" vroeg hij aan Cerl.
„Eene Bobeemsche? [Waarbij ik onthoofd
of verbrand word? Eene Moravische?
Waarbij mij levenslange kerkerstraf wordt
toegestaan?. Eene Oostenrijksche mis*
schien? Waarbij al mijne goederen ver
beurdverklaard worden?"
Woedend grepen de Oostenrijksche hoe
ren naar de wapenen, vielen op de keizer
lijken aan en sloegen ze eenmaal en an
dermaal, zoodat de keizer genoodzaakt
was, Pappenheim op hen af te zenden, die
hen eindelijk tenonderbracht.
't Was de laatste flikkering van den
volksmoed.
•Bohemo zonk in bet niet.
Maar de boog in de wolken bij den da
geraad van Praags bloedigen landdag
sprak van het verhond van God met de
Zijnen, en dit kan niet gebroken worden.
Hun bloed, bun iranen en hun bjden
Zijn dierbaar in Zijn oog!
HOOFDSTUK III.
Do onbekende.
En bij al die. onderdrukking hunner ge-
loofsgenooten zagen de vorsten der Pro-
testantsche Unie lijdelijk toe.
Wat deerde het hun, of de keizer al zij
ne vijanden, den gewezen Boheemschon
koning, prins Ghristiaan van Anhalt, den
graaf von Thurn, in den rijksban deed en
zijne vrienden met hunne goederen begif*
tigdel
Wat gaven zij er om, of de trouweloozo
keurvorst yaa Saksen, die, schoon zelf Lu-
Ihersch, zich met den keizer tegen dc Bo
hemers verbond, thans de Lausits ter fco*
looning ontving voor het verraad, aan zij*
ne geloofsgenootèn gepleegd!
Of Maxlmiliaan van Beieren zijne macht!
zag vergrooten met een ander deel der be
zittingen van den verbannen Boheem-
sehen koning!
Wat bekommerden zij er zich over, of da
keizer, meenende nu alvermogend te zijn,
tegen de Hervormden in zijne erfstaten
woedde? Door eigenbelang gedreven en
door de zucht om 's keizers vriend te zijn,
ontbonden zij de Unie en Duitschland had
vrede, maar welk een vrede!
Slechts één enkel man begeerde d;en
vrede niet! j
Steunende op zijn goed ridderzwaard,
den eenigen rijkdom, wolken hij bezat,
hield de graaf van Mansfeld de banier
van 't Protestantisme hoog en liever
de hij alleen een eervollen krijg, dan zijn
oor te Ieeaen aan een schandelijk verdrag.^
Jammer slechts, dat hij de zaak df.rj
Hervorming meer uit verstandelijk over*
leg en uit slaatkunde had omhelsd, dan!
dat zijn* hart er waarlijk in leél.le!
Jammer vooral, dat hij zijnen soldaten,
toestond, zi '••ze'ven hun loon te vjrschaf^