Dagblad voor Leiden en Omstreken.
De werking van den tijdgeest
LEIDSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
h Lelde* built* Ltide*
waar agente* gevestigd zijl
f er kwartaal f 2-50
?er week ....f 0.19
franco per post per kwartaal. f2.90
5de JAARGANG. - ZATERDAG 12 JULI 1924 - No. 1258
BureauHooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiën per regel 221/* eenL
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbeta»
ling yan ten hoogste 30 woorden, wordenl
dagelijks geplaatst ad 50 cent. v
flit nummer bestaat uit twee
bladen.
De bekende tooneelkwestie aan de Vrije
Universiteit te Amsterdam heeft bij een
deel van ons volk groote beroering gewekt.
Er is, toen bekend werd, wat daar in
den Amsterdamschen schouwburg was ge
beurd, een schok gegaan door ons volk.
Men stond als het ware een oogenhlik
verbijsterd en vroeg zfSh af, hoe dit toch
wel onder studenten van een Universiteit
uitgaande van eene Vereeniging op Gere
formeerden Grondslag mogelijk was.
Veel is er over deze kwestie geschreven.
Naar sommiger oordeel zelfs teveel.
Er zijn door tal van corporaties moties
van afkeuring aangenomen, men heeft zich
per brief en per motie gewend tot cura
toren en directeuren, er zijn maatregelen
gevraagd opdat herhaling in de toekomst
niet mogelijk zou zijn en tenslotte zijn dan
ook bevredigende toezeggingen verkregen'.
Het is niet ons doel deze zaak opnieuw
op te halen, on^ de eenvoudige reden dat
er geen enkel belang is, dat daardoor mo
menteel wordt gediend.
Wel echter, achten wij het gewenscht
de aandacht te vestigen op wat ter jaar
vergadering van de Vereen, voor Hooger
Onderwijs op Geref. grondslag door den
heer Schouten werd opgemerkt en waar
het hart der kwestie werd geraakt.
Het gebeurde, aldus de heer Schouten,
is een verschijnsel dat een oorzaak heeft,
die wij van achteren moeten zoeken.
Deze opmerking schijnt ons alleszins
juist.
Het valt toe te «juichen dat aan de too
neelkwestie en andere soortgelijke ver
schijnselen die wij zoo nu en dan kun
nen waarnemen, volle aandacht is ge
schonken.
Het is een verblijdend verschijnsel dat
ons volk heeft gereageerd, dat de studen
ten over hun optreden zijn onderhouden
en dat door Curatoren en Directeuren
maatregelen werden genomen om dergelij
ke dingen in de toekomst te vermijden.
Maar daarmee zijn we toch niet klaar.
Wij hebben hier een verschijnsel dat een
diepere oorzaak heeft.
We zien hier een symptoon van een
kwaal die ons volksleven bedreigt.
Zoo bezien is er aan-de studentenkwes-
rie misschien teveel aandacht geschonken.
Men krijgt nu haast den indruk alsof
deze studenten in hunne opvatt'ngen heel
ver van ons volk verwijderd staan.
Alsof we hier te doen hebben met een
abces dat vrijwel buiten het lichaam om
gaat en dat daarom ook met uitwendige
middelen kan gorden bestreden.
En zoo is het toch niet.
We moeten de zaak zóo zien, dat hier
iot uiting kwam, wat er toch eigenlijk in
vele kringen leeft.
Willen we de "zaak" zuiver stellen, dan
moeten w^ deze studenten zien als een deel
van ons volk.
Wq mogen hier.geen scheiding maken.
Dat zou onrechtvaardig zijn en zou be-
teekenen een pogen om de breuke op het
lichtst te heelen.
Groen' van Pr'insterer deed anders.
^Toen-Groen in zijne voorlezingen over
Ongeloof en Revolutie behandelde den
toestand waarin ons land in tie eerste
-helft van de vorige eeuw verkeerde, stelde
bij de vraag:
«Vanwaar die achteruitgang, die wan
orde, dit algemeen verval?
Wijt gij het aan de regeeringsvormen?
wij hebben alle soorten, gehad; democra
tie, aristocratie, eenhoofdig bestuur, des-
-potisme, constitutioneel bewind; de gan-
sche voorraadschuur der revolutionaire
gouvernementen heeft ons ten dienste ge
staan.
Aan de omstandigheden? ze zijn niet al
tijd ongunstig geweest.
Aan de verbastering van het volk? dit
■was zoo d:ep gevallen dat er geen opbeu-»
ring mogelijk was.
Ontbrak het aan mannen van bekwaam
heid en energie? Er zijn staatslieden ge
weest aan wie ik althans talent en karak
ter, evenmin als goede bedoeling ontzeg;
zoodat we des te meer gedrongen worden
naar de reden te zoeken, waardoor ook
hunne wijsheid bedrogen -en hunne veer
kracht verlamd werd."
'Alles, zoo gaat Green voort, „wijst dus
op een algemeen© oorzaak, aan
wier invloed staatsvormen en omstandige
beden en volkskarakter en handelende
personen ondergeschikt zijn geweest; deze
moet gezocht worden in de begrippen
welke den boventoon gehad hebben.
Met instemming wordt dan aangehaald
een uitspraak van D e L a M e n n a i s: al
les hangt af van leerstellingen: de
zeden, de literatuur, de staaatsregelingen,
de wetten, het geluk der staten en hum te
genspoeden, de beschaving, de barbaarsch-
beid en deze verschrikkelijke crisis, die
de volken meesleepen of die ze vernieuwen,
al naar gelang er meer of minder leven
bij hen is," waarna Groen dit gedeelte
van zijn betoog aldii3 besluit: De ge
beurtenissen zijn de omtrek
ken en vormen waarin de gesta
dige werking van den tijdgeest
zich openbaart.
Deze gewichtige les van Groen van
Prinsterer mag ook in deze dagen niet
worden vergeten.
Er moet, zeer zeker, aan de gebeurte
nissen, aan de dingen die zich aan ons
oog vertoonen, volle aandacht worden ge
schonken.
Maar daarbij hebben we indachtig te
zijn dat die gebeurtenissen toch eigenlijk
slechts zijn omtrekken en vormen.
Dat achter en in die omtrekken en vor
men de t ij d g e e s t schuilt die zich in
de gebeurtenissen openbaart.
Wordt nu uitsluitend of in de eerste
plaats op die gebeurtenissen gelet, dan be
gaan we een dubbele fout.
In^ie.eerste plaats deze, dat we in ons
oordeel niet billijk zijn. Maar dan ook
deze, dat we pleisteren met looze kalk, dat
we de symptonen bestrijden, terwijl de
kwaal die de verschijnselen veroorzaakt
onbestreden blijft en gelegenheid heeft
ruste voort te woekeren.
Eerst als we in de vaak onrustbarende
verschijnselen zien de werking van
den tijdgeesten ons opmaken om in
de kracht Gods dien tijdgeest te gaan be
strijden, is er hoop dat de gevaren die
ons volk bedreigen worden weggenomen,
en dat we geestelijk weer gezond worden.
Het doel van het onderwijs.
De inspecteur van het L. O. in de in
spectie Dordrecht, is blijkens het Onder
wijsverslag over 19211922, over het bij
zonder onderwijs tamelijk slecht te spre
ken.
Het schoolverzuim, zoo zegt hij, is spe
ciaal bij het bijzonder onderwijs onrust
barend. En het gevolg van de slappe be
strijding van dit euvel is, naar hij be
toogt, dat dergelijke scholen meer worden
gezocht, dan de schelen in dezelfde omge
ving, waar aan het schoolverzuim streng
de hand wordt gehouden.
Ook over de 'leerplans van de bijzondere
scholen is hij niet tevreden.
In het algemeen, zoo merkt hij op, is
mijn indruk dat deze gegevens betreffende
de bijzondere scholen onvoldoende worden
bewerkt. Blijkbaar wordt niet ingez'en hoe
de studie, die aan het samenstellen van
een degelijk leerplan behoort vooraf te
gaan, aan het schoolwerk ten goede zal
komen." i
Ten bewijze hoe gebrekkig <^e omschrij
ving van de leerstof meermalen is, geeft
hij het volgende voorbeeld:
Een 'leerplan geeft met betrekking tot
het vak „Vaderlandscke, Geschiedenis"
aan: „H^t doel van het onderwijs in dit
vak is: Vrees(t) God; eer(t) de(n) Ko-
ning(in).
Of deze omschrijving technisch in
orde is, beoordeelen wij niet. Misschien is
er in dit opzicht reden voor klacht.
Maar overigens' schijnt ons deze doel
stelling toch nog zoo kwaad niet.
„De geschiedenis, heeft Groen opge
merkt, is nuttig; niet slechts dewijl ze in
de ervaring der voorgeslachten een tref
fend onderricht geeft, maar vooral 'ook,
omdat ze, bij het licht hetwelk de Bijbel
voor Christenen verspreidt, Gods almacht,
wijsheid, rechtvaardigheid en genade in
de lotgevallen van een zondig menschdom
openbaart."
STADSNIEUWS.
De Amerikaansche Week.
Vanmorgen heeft Prof. Van Voll'enlio-
ven zijn rede over: Het land van Hugo de
Groot, voltooid, waarna Prof. Martin de
laatste lezing hield, welke gewijd was aan;
Het nationale element in de Hollandsche
kunst, toegelicht met projectiebeelden.
De week werd hedenmiddag beëindigd
met een boottocht naar het Kagermeer,
waar op de sociëteit de Kaag thee werd
aangeboden, en de heer W. Westerman,
voorzitter van de Nederlandsch-Ameri-
kaansche fundatie een slotrede hield.
De Amerikaansche week mag ongetwij
feld in alle opzichten geslaagd heeten.
De Amerikaansche gezant, de heer Ri
chard M. Tobin, heeft als een herinnering
aan deze gebeurtenis aan het Gemeente
bestuur een Amerikaansche vlag aangebo-
den.
Mej. A. H. M. Trel alhier, slaagde te
'voor de acte L. O.
Ds. Roscam Abbing.
Wij lezen in De Zuidhollander:
Zondag 6 Juli 1.1. was er meer dan ge
wone belangstelling voor de morgengods-
dienstoefening in onze Pieterskerk.
Ds. Roscam Abbing, thans predikant te
Eindhoven, was voorganger dien morgen.
Dat Ds. Roscam Abbing zooveel belang
stelling trok, zal ook voor een groot deel
te danken zijn geweest aan het zeer eigen-
afscligid van de Leidsche gemeen
te, genomen door genoemden prediker, nu
ongeveer vijf jaar geleden.
Dit afscheid dan had niet nagelaten op
velen een droevigen, op anderen een pijn
lijken indruk te maken. De prediker had
toen „geen lust meer in de bediening des
Woord-s", vergeleek een predikant op
huisbezoek bij een „gejaagden hond" en
verweet ten slotte de Leidsche gemeente,
„dat zij* haar herders en leeraars slechts
om den anderen dag brood gaf'LCdit, niet
tegenstaande het feit, dat de Commissie
tot het verkrijgen van een behoorlijk trac-
tement voor de Predikanten der Ned.
Herv. Gemeenten te Leiden, haar omvang
rijke werkzaamheden reeds krachtig had
ter hand genómen. en verscheiden leden
er belangloos hun tijd, ja zelfs hun nacht
rust aan opofferden Verslaggever). Spr.
hield thans een predikatie naar aanleiding
van Jesaja 55:8: „Want mijne gedachten
zijn niet ulieder gedachten, en uwe wegen
zijn niet mijne wegen, spreekt de Heere."
Spr. richtte zich eerst in een persoon
lijk woord tot de gemeente en zei de niet
gedacht te hebben ooit weer in Leiden te
spreken en nog minder ooit weer bedie
naar des Woords te zullen z:jn. Toch as
spr. nu alweer circa anderhalf jaar te
Eindhoven werkzaam als predikant en mag
er van zegen getuigen. Zoo ziet men; Gods
wegen zijn andere, dan 's menschen we
gen.
Ook de predikatie droeg verder het ka-
rakter,- een levenservaring te zijn en was
geschikt den indruk te wekken: dit is een
andere Ds. Abbing dan die, welke 5 jaar
geleden, van ons afscheid nam. Wij kun
nen dit alles slechts toejuichen en wen-
schen Ds. Roscam Abbing nog veel zegen
in zijn nieuwe gemeente. Wij gelooven ze
ker, dat de-gemeente te Leiden dit bezoek
van Ds. R. A. zéér gaarne zal beschouwen
als een rectificatie op een min
der juist'afscheid.
De Leidsche Winkelstand.
Ondanks de nog niet geweken inzinking
in het zakenleven wordt door de onderne
mers toch het mogelijke gedaan om „bij"
te blijven, om de bedrijven te completee-
ren, en in overeenstemming te brengen
met de zich steeds wijzigende behoeften
waarvan de productie blijk geeft. Vooral
valt dit in het oog b'j den nijveren win
kelstand. waar de polsslag van den handel
wel het eerst en het zuiverst wordt ge
voeld.
Maandagmiddag, zooals een adverten
tie in dit blad aangeeft, zal er voor ieder
gelegenheid zijn, kennis te nemen van de
belangrijke uitbreiding die de heer W. F.
Kors (en Zoon). Haarlemmerstraat 243,
aan zijn bekende manufacturen-
handel heeft gegeven, door daaraan een
eigen atelier te verbinden, dat geheel over
eenkomstig de laatste eisehen is ingericht.
Doordat de heer Kors de tenten van zijn
huishouding elders heeft opgeslagen, kon
hij het atelier, met aangrenzende maga
zijnen een plaats geven in het bovenge
deelte van het winkelpand. Op zichzelf
dus reeds een voordeel.
Het atelier, dat uit twee ineenloopende
gedeelten bestaat, is voerzien van de
«ieuwste electrische „Singer'-machines,
die met elkander een samenstel vormen,,
dat behalve om zijn practische, ook om
z'jn degelijke en dat mag er ook wel
bij aesthetische eigenschappen valt te.
roemen.
De gebruikelijke voetpedalen zijn, wat
de naaimachines betreft, nog wel aanwe
zig, maar worden alleen gebruikt om de
machine, (die loopt „als de wind"), af- en
aan te zetten;, ook uit kygiënsch oogpunt
dus een groote verbetering.
Bijzondere aandacht verd;ent de knoops
gatenmachine, die tegelijk het garen op
spoeltjes windt, de knoopsgaten snijdt en
afwerkt alles in een minimum van tijd.
Dank zij mede de wijze van inrichting,
w.o. de practi'Sche belichting, geeft het
atelier dén indruk van prettig en practisch
te werken.
Naast het atelier zelf treffen we nog een
van wandkasten voorziene snijkamer aan,
en daarnevens een tweetal welingerichte
magaz'jnen voor de natuurlijk zeer
kortstondige berging van de afgewerkte
winkel goederen, voor zoover deze in den
winkel geen plaats kan worden afgestaan.
Het een bij het ander toont thans een
uitnemend gecompleteerde zaak, waarvan
de verhoogde capaciteit en minder kost
bare productie ongetwijfeld zullen ten
goede komen aan den omzet, in haar eigen
belang, dat bij den tegenwoordigen. con
currentiestrijd tevens het*belang van de
afnemers kan worden genoemd.
Vermelden we nog, dat de nieuwe inriclï-
ting mede komt te staan onder de leiding
van Mej. Kors, die pas haar uitnemende
Vakschool-opleiding voltooide, zoodat hier
met recht kan worden gesproken van een
samengaan van de theoretische en prac
tische ervaring.
De a s 3 Ocfoher-Feesten
Het hoofdcomitó voor versiering en ver
lichting van de stad bij de a s. 3 October-
Feesten is onverpoosd "werkzaam om in de
verschillende wijken van de stad de
buurtcommissiën aan den gang te krijgen,
althans voor zoover de betrokken bewo
ners daartoe niet reeds zelf het initiatief
hebben genomen.
Zoo werd gisteravond, niettegenstaande
het heerlijke zomerweer, in „Amici|ia"
een vergadering gehouden, tot het bijwo
nen waarvan de bewoners van den
Nieuwen Rijn, de Aalmarkt, de Boter
markt, de Vischmarkt, de Hoogstraat, de
de Donkersteeg en de Zoeterwoudsche
Singel waren uitgenoodigd.
Het mooie weer deed kennelijk zijn in
vloed gelden op de opkomst, al moet hier
aan toegevoegd, dat eenige buurten, o.a. de
Nieuwe Rijn goed waren vertegenwoor
digd.
In zijn openingsspeech waarmede de
voorzitter, de heer Ir. A. M. Touw, de op-
gekomenen welkom heette, gaf hij nog
eens in korte trekken de plannen van de
groote feestviering aan, zooals die thans
definitief zijn vastgesteld.
Het vormen van de diverse commissiën
had toen een vlot verloop.
Voor de Nieuwe Rijn-commissie gaven
zich op de heeren L. Questroo, T. F. Vlie
land, J. P. Slegtenhorst, A. Devilé en G.
v. d. Kaay.
Dezelfde commissie zal zich ook belas
ten met de versiering van de Botermarkt
en de Vischmarkt. Samenwerking met dit
gedeelte werd blijkbaar door allen nood
zakelijk geacht.
Voor het versieringswerk in Donker
steeg en Hoogstraat stelden de heeren J.
F. Westen en W. J. Laman zich beschik
baar.
Voor de Oude Rijn de heer Joh. Poptie,
die het twijfelachtig genoegen smaakte, de
eenige vertegenwoordiger van dit gedeelte
te zijn.
De heeren W. F. van Ginkel, F. J. Kruit
en G. J. Eeltjes, verklaarden zich bereid,
de eommiss'e voor de Zoeterwoudsche
Singel te vormen.
Zoowel van deze, als van de andere,
reeds besproken wijken waren mede eeni
ge toezeggingen ingekomen, waarvan ech
ter verwacht en gehoopt wordt, dat ze
spoedig in daden zullen worden omgezet.
De voorzitter wenschte de heeren goed
succes met hun pogingen, om een zoo
grootsch mogelijke versiering tot stand te
brengen. Gelukkig klinken er uit het reeds
in werking zijnde gedeelte gaandeweg
moedgevende klaqken op. Over 't algemeen
„loopt" 't best maar dat moet ook, Want
't wordt hoog tijd om aan te pakken.
De onderwijs-reorganisatie.
Aan den Raad der gemeente Leiden is
het volgend adres verzonden:
Het comité gevormd door de afdoeling
Leiden van het Nederlandsch Onderwij
zers Genootschap, den Bond van Ned. On
derwijzers, de Vereeniging van Hoofden
van Scholen in Nederland en de Vereeni
ging Volksonderwijs, alsmede den Cen-
tralen Ouderraad te Leiden, door welke
vereenigmgen als leden van dit comité zijn
aangewezen: H I.autcnhach, Jac. Tjelsma,
P A. liibma, G. F Bader en J. W. van
Hus heeft met groote belangstelling ken
nis genomen van de voorstellen van B. en
W. van 8 Juli 1924 (Ing. st. No. 207) be
treffende de reorganisatie van het Lager
Onderwijs
Gaarne erkent het Comité de wensche-
lijkheid van bezuiniging, indien dit zon
der groote schade voor het onderwijs kan
geschieden. Bestudeering van het voorstel
heeft echter niet de overtuiging geschon
ken, dat hetgeen B. en W. in overweging
geven inderdaad de uit economisch oog
punt meëst voordeelige regeling bevat. In
de eerste plaats zou nader overwogen kun
nen worden of een geleidelijke invoering
niet verre de voorkeur zou verdienen boven
de veel omvattende wijziging, die B. en
W. op zoo korten termijn wenschen in te
voeren.
De waarschijnlijkheid is groot, dat dan
geen wachtgeld behoefde te worden uit
gekeerd, doordat ontstaande vacatures
tijdelijk werden vervuld en het behoeft
geen betoog, dat het van meer nut is, aan
b.v. zes personen het onderwijs op te
dragen van 6 X 35 leerlingen dan aan
vijf ieder een klas te geven van 42 en
aan één onderwijzer wachtgeld te verlee-
nen, zonder dat hij er iets voor behoeft te
doen. Geleidelijker afvloeiing van leer
krachten mag daarom worden aanbevolen
Verder is het Comité nog niet overtuigd,
dat liet door B. en W. voorgestelde inder
daad de beste oplossing bevat. De be
zwaren er tegen schijnen niet gering en
de "Schoolcommissie geeft allerminst blijk
van onverdeelde instemming. Waar het nu
een zaak betreft van zoo groot belang, zoo
wel voor het Bijzonder als voor het Open
baar onderwijs, neemt het Comité de vrij
heid, U met aandrang te verzoeken over
de voorgestelde wijzigingen niet onmiddel
lijk te beslissen, maar, evenals door den
vorigen Wethouder van Onderwijs in 1922
werd gedaan, vóór de indiening van be
langrijke wijzigingsvoorstellen, alsnog ge
legenheid te geven aan de in den aanhef
van dit adres genoemde vereenigingen, om
do thans aanhangige voorstellen te bestu-
deeren en eventueele wenschen dienaan
gaande kenbaar te maken.
De vechtpartij tusschen politie en leden
van het Leidsch Studentencorps.
Toen de vorige week voor de Sociëteit
„Minerva" de reeds door ons gemelde
vechtpartij plaats had, is een rechercheur,
die eenige klappen had opgeloopen en zich
daarom aan de deur van de Sociëteit ver
voegde, ten einde den dader te arrestee
ren, naar binnengetrokken en mishandeld.
Het is thans den rechercheur mogen ge-«
lukken twee studenten, die zich aan deze
mishandeling hebben schuldig gemaakt,
op te sporen. Tegen beiden, de studenten
S. en C. zal ter zake van mishandeling
proces-verbaal worden opgemaakt en
't is te hopen, dat er een voorbeeldige straf
zal volgen.
Heden werd op de gebruikelijke wijze
door het Bestuur der Vereenigir^ tot op
leiding van Bewaarschoolhouderessen, in
tegenwoordigheid van afgevaardigden der
Plaatselijke Schoolcommissie, in het ge
bouw der Kweekschool het eindexameu
afgenomen. Aan alle candidaten werd het
diploma uitgereikt, n.l. aan de jonge da
mes: A. Callenbach en M. Elzinga uit
Den Haag, F. Gugel uit Rotterdam, E.
Kloos en S. M. F. Schilham uit Leiden,
M. D. van Male uit Schoonendijke, J. A.
Ruijs uit Utrecht, J. M. van der Schalk
uit Noordwijk a. Zee.
Naar wij vernemen hebben van de
acht candidaten, die aan de Kweekschool
haar diploma behaalden, reeds zes een toe
zegging ontvangen tot het aanvaarden
eeDer betrekking.
Voor het toelatings-examen van de
Zeevaartschool te Amsterdam is geslaagd
P. Stoeken, leerling van de Christelijke
School voor U. L. O., Noordeinde.
W. J. J. de Does, leerling van dezelfde
school, slaagde voor het toelatings-examen.
van de 8ste klasse der Christel. H. B. S.
alhier.
Gisteravond 7 uur werd de recherche
alhier ervan op de hoogte gesteld, dat te
Wassenaar een sóórt oplichtiug„was ge-
Een caféhouder was n 1. door een def
tig bezoeker, die voorgaf luitenant te zijn,
benadeeld, daar hij na eerst flinke verte
ringen te hebben gemaakt, zonder betaling
was vertrokken.
De recherche wachtte in het Noordein
de de autobus uit Wassenaar af, waaruit
werkelijk do pseudo-luitenant te voorschijn
kwam.
In het feit dat de man absoluut geen
identiteit kon opgeven, vond de recherche
aanleiding hem nog even vast te houden.
BINNENLAND
J. B. van Heutsz. t
Gisternacht is te Montreux in den leef-»
tijd yan 73 jaren overleden de heer J. B.
van Heutsz, oud-gouverneur-generaal van
Ned.-Ind:ë, adjudant-generaal van H. M.
de Koningin en gep. luitenant-generaal.
J. B. van Heutsz werd geboren 3 Fe-»
bruari 1851 te Coevorden. Hij trad in 1867
als vrijwilliger in dienst, doorliep de ver
schillende rangen, werd in 1872 benoemd
tot 2e luitenant en een jaar later overge-»
plaatst naar het Oost-Indisch leger.
Hij keerde in 1881 als le luitenant met
verlof naar Nederland terug, waar hij aan
de krijgsschool een cursus in de al gemeend
krijgskunde volgde. Hij keerde 1883 naar
Indie terug, werd in 1886 tot kapitein
bevorderd, was van T8891891 chef van
den staf in Atjeh en Onderhoorigheden,
werd in 1891 bevorderd tot majoor en ver-i
kreeg den eeresabel.
In 1892 werd hij benoemd tot luitenant-»
kolonel en tot 1896 was hij militair com-»
mandant van de Oostkust van Sumatra,
waarna hij tijdelijk ter beschikking werd'
gesteM van den militairen commandant
van Atjeh en Onderhoorigheden. In 1897
werd hij kolonel, in 1898 generaal-majoor,
en in 1900 luitenant-generaal, civiel en
militair gouverneur van Atjeh.
Onder zijn bewind maakte de pacific^ »-
tie van Atjeh groote vorderingen.
Den len October 1904 werd hij he-»
noemd tot gouverneur-generaal van Ned.-»
Indië, in welk hoog ambt hij opnieuw
blijken gaf van zijn energie en groot or-»
ganiseerend talent.
Onder zijn bewind maakte de decentra
lisatie vaai Java belangrijke vorderingen.
De minder gunstige toestand in Atieh
onder zijn opvolgers, gaf aanleiding tot
een inspectiereis van den thans overleden
ne op het eind van 1907, die door het af-i
treden van den gouverneur-generaal van
Daalen in Mei 1908 gevolgd werd.
In 1909 trad van Heutsz af a's Gouver-»
neur-Generaal en kwam hij In het va
derland terug.
Hij was begiftigd met de grootkruisen
van de Militaire Willemsorde en van den
Ned. Leeuw, het expeditiekruis met ges-*
pen Atjeh 1873—1896 en 1896—1900, de
Atjeh-medaille en het grootkruis van den
Rooden Adelaar, en werd indertijd door
H. M. de Koningin bekleed met de functie
van adjudant-generaal van H. M.
Provinciale begrooting. voor 1925.
Aan het verslag van het afdeelingson-*
derzoek wordt het volgende ontleend:
Bezuiniging. Eenige leden bepleit-»
ten verlaging van salarissen en loonen n
openbare diensten die, volgens hen, niet in'
overeenstemming zijn met de loonen en
salarissen in het particuliere bedrijf. Een'
der leden meende op een verlaging der sa
larissen en loonen met 10 pet., afschaffii g
van kinderbijslag en betaling van pen-»