Dagblad voor Leiden en Omstreken. De werking van den tijdgeest LEIDSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS h Lelde* built* Ltide* waar agente* gevestigd zijl f er kwartaal f 2-50 ?er week ....f 0.19 franco per post per kwartaal. f2.90 5de JAARGANG. - ZATERDAG 12 JULI 1924 - No. 1258 BureauHooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertentiën per regel 221/* eenL Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbeta» ling yan ten hoogste 30 woorden, wordenl dagelijks geplaatst ad 50 cent. v flit nummer bestaat uit twee bladen. De bekende tooneelkwestie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam heeft bij een deel van ons volk groote beroering gewekt. Er is, toen bekend werd, wat daar in den Amsterdamschen schouwburg was ge beurd, een schok gegaan door ons volk. Men stond als het ware een oogenhlik verbijsterd en vroeg zfSh af, hoe dit toch wel onder studenten van een Universiteit uitgaande van eene Vereeniging op Gere formeerden Grondslag mogelijk was. Veel is er over deze kwestie geschreven. Naar sommiger oordeel zelfs teveel. Er zijn door tal van corporaties moties van afkeuring aangenomen, men heeft zich per brief en per motie gewend tot cura toren en directeuren, er zijn maatregelen gevraagd opdat herhaling in de toekomst niet mogelijk zou zijn en tenslotte zijn dan ook bevredigende toezeggingen verkregen'. Het is niet ons doel deze zaak opnieuw op te halen, on^ de eenvoudige reden dat er geen enkel belang is, dat daardoor mo menteel wordt gediend. Wel echter, achten wij het gewenscht de aandacht te vestigen op wat ter jaar vergadering van de Vereen, voor Hooger Onderwijs op Geref. grondslag door den heer Schouten werd opgemerkt en waar het hart der kwestie werd geraakt. Het gebeurde, aldus de heer Schouten, is een verschijnsel dat een oorzaak heeft, die wij van achteren moeten zoeken. Deze opmerking schijnt ons alleszins juist. Het valt toe te «juichen dat aan de too neelkwestie en andere soortgelijke ver schijnselen die wij zoo nu en dan kun nen waarnemen, volle aandacht is ge schonken. Het is een verblijdend verschijnsel dat ons volk heeft gereageerd, dat de studen ten over hun optreden zijn onderhouden en dat door Curatoren en Directeuren maatregelen werden genomen om dergelij ke dingen in de toekomst te vermijden. Maar daarmee zijn we toch niet klaar. Wij hebben hier een verschijnsel dat een diepere oorzaak heeft. We zien hier een symptoon van een kwaal die ons volksleven bedreigt. Zoo bezien is er aan-de studentenkwes- rie misschien teveel aandacht geschonken. Men krijgt nu haast den indruk alsof deze studenten in hunne opvatt'ngen heel ver van ons volk verwijderd staan. Alsof we hier te doen hebben met een abces dat vrijwel buiten het lichaam om gaat en dat daarom ook met uitwendige middelen kan gorden bestreden. En zoo is het toch niet. We moeten de zaak zóo zien, dat hier iot uiting kwam, wat er toch eigenlijk in vele kringen leeft. Willen we de "zaak" zuiver stellen, dan moeten w^ deze studenten zien als een deel van ons volk. Wq mogen hier.geen scheiding maken. Dat zou onrechtvaardig zijn en zou be- teekenen een pogen om de breuke op het lichtst te heelen. Groen' van Pr'insterer deed anders. ^Toen-Groen in zijne voorlezingen over Ongeloof en Revolutie behandelde den toestand waarin ons land in tie eerste -helft van de vorige eeuw verkeerde, stelde bij de vraag: «Vanwaar die achteruitgang, die wan orde, dit algemeen verval? Wijt gij het aan de regeeringsvormen? wij hebben alle soorten, gehad; democra tie, aristocratie, eenhoofdig bestuur, des- -potisme, constitutioneel bewind; de gan- sche voorraadschuur der revolutionaire gouvernementen heeft ons ten dienste ge staan. Aan de omstandigheden? ze zijn niet al tijd ongunstig geweest. Aan de verbastering van het volk? dit ■was zoo d:ep gevallen dat er geen opbeu-» ring mogelijk was. Ontbrak het aan mannen van bekwaam heid en energie? Er zijn staatslieden ge weest aan wie ik althans talent en karak ter, evenmin als goede bedoeling ontzeg; zoodat we des te meer gedrongen worden naar de reden te zoeken, waardoor ook hunne wijsheid bedrogen -en hunne veer kracht verlamd werd." 'Alles, zoo gaat Green voort, „wijst dus op een algemeen© oorzaak, aan wier invloed staatsvormen en omstandige beden en volkskarakter en handelende personen ondergeschikt zijn geweest; deze moet gezocht worden in de begrippen welke den boventoon gehad hebben. Met instemming wordt dan aangehaald een uitspraak van D e L a M e n n a i s: al les hangt af van leerstellingen: de zeden, de literatuur, de staaatsregelingen, de wetten, het geluk der staten en hum te genspoeden, de beschaving, de barbaarsch- beid en deze verschrikkelijke crisis, die de volken meesleepen of die ze vernieuwen, al naar gelang er meer of minder leven bij hen is," waarna Groen dit gedeelte van zijn betoog aldii3 besluit: De ge beurtenissen zijn de omtrek ken en vormen waarin de gesta dige werking van den tijdgeest zich openbaart. Deze gewichtige les van Groen van Prinsterer mag ook in deze dagen niet worden vergeten. Er moet, zeer zeker, aan de gebeurte nissen, aan de dingen die zich aan ons oog vertoonen, volle aandacht worden ge schonken. Maar daarbij hebben we indachtig te zijn dat die gebeurtenissen toch eigenlijk slechts zijn omtrekken en vormen. Dat achter en in die omtrekken en vor men de t ij d g e e s t schuilt die zich in de gebeurtenissen openbaart. Wordt nu uitsluitend of in de eerste plaats op die gebeurtenissen gelet, dan be gaan we een dubbele fout. In^ie.eerste plaats deze, dat we in ons oordeel niet billijk zijn. Maar dan ook deze, dat we pleisteren met looze kalk, dat we de symptonen bestrijden, terwijl de kwaal die de verschijnselen veroorzaakt onbestreden blijft en gelegenheid heeft ruste voort te woekeren. Eerst als we in de vaak onrustbarende verschijnselen zien de werking van den tijdgeesten ons opmaken om in de kracht Gods dien tijdgeest te gaan be strijden, is er hoop dat de gevaren die ons volk bedreigen worden weggenomen, en dat we geestelijk weer gezond worden. Het doel van het onderwijs. De inspecteur van het L. O. in de in spectie Dordrecht, is blijkens het Onder wijsverslag over 19211922, over het bij zonder onderwijs tamelijk slecht te spre ken. Het schoolverzuim, zoo zegt hij, is spe ciaal bij het bijzonder onderwijs onrust barend. En het gevolg van de slappe be strijding van dit euvel is, naar hij be toogt, dat dergelijke scholen meer worden gezocht, dan de schelen in dezelfde omge ving, waar aan het schoolverzuim streng de hand wordt gehouden. Ook over de 'leerplans van de bijzondere scholen is hij niet tevreden. In het algemeen, zoo merkt hij op, is mijn indruk dat deze gegevens betreffende de bijzondere scholen onvoldoende worden bewerkt. Blijkbaar wordt niet ingez'en hoe de studie, die aan het samenstellen van een degelijk leerplan behoort vooraf te gaan, aan het schoolwerk ten goede zal komen." i Ten bewijze hoe gebrekkig <^e omschrij ving van de leerstof meermalen is, geeft hij het volgende voorbeeld: Een 'leerplan geeft met betrekking tot het vak „Vaderlandscke, Geschiedenis" aan: „H^t doel van het onderwijs in dit vak is: Vrees(t) God; eer(t) de(n) Ko- ning(in). Of deze omschrijving technisch in orde is, beoordeelen wij niet. Misschien is er in dit opzicht reden voor klacht. Maar overigens' schijnt ons deze doel stelling toch nog zoo kwaad niet. „De geschiedenis, heeft Groen opge merkt, is nuttig; niet slechts dewijl ze in de ervaring der voorgeslachten een tref fend onderricht geeft, maar vooral 'ook, omdat ze, bij het licht hetwelk de Bijbel voor Christenen verspreidt, Gods almacht, wijsheid, rechtvaardigheid en genade in de lotgevallen van een zondig menschdom openbaart." STADSNIEUWS. De Amerikaansche Week. Vanmorgen heeft Prof. Van Voll'enlio- ven zijn rede over: Het land van Hugo de Groot, voltooid, waarna Prof. Martin de laatste lezing hield, welke gewijd was aan; Het nationale element in de Hollandsche kunst, toegelicht met projectiebeelden. De week werd hedenmiddag beëindigd met een boottocht naar het Kagermeer, waar op de sociëteit de Kaag thee werd aangeboden, en de heer W. Westerman, voorzitter van de Nederlandsch-Ameri- kaansche fundatie een slotrede hield. De Amerikaansche week mag ongetwij feld in alle opzichten geslaagd heeten. De Amerikaansche gezant, de heer Ri chard M. Tobin, heeft als een herinnering aan deze gebeurtenis aan het Gemeente bestuur een Amerikaansche vlag aangebo- den. Mej. A. H. M. Trel alhier, slaagde te 'voor de acte L. O. Ds. Roscam Abbing. Wij lezen in De Zuidhollander: Zondag 6 Juli 1.1. was er meer dan ge wone belangstelling voor de morgengods- dienstoefening in onze Pieterskerk. Ds. Roscam Abbing, thans predikant te Eindhoven, was voorganger dien morgen. Dat Ds. Roscam Abbing zooveel belang stelling trok, zal ook voor een groot deel te danken zijn geweest aan het zeer eigen- afscligid van de Leidsche gemeen te, genomen door genoemden prediker, nu ongeveer vijf jaar geleden. Dit afscheid dan had niet nagelaten op velen een droevigen, op anderen een pijn lijken indruk te maken. De prediker had toen „geen lust meer in de bediening des Woord-s", vergeleek een predikant op huisbezoek bij een „gejaagden hond" en verweet ten slotte de Leidsche gemeente, „dat zij* haar herders en leeraars slechts om den anderen dag brood gaf'LCdit, niet tegenstaande het feit, dat de Commissie tot het verkrijgen van een behoorlijk trac- tement voor de Predikanten der Ned. Herv. Gemeenten te Leiden, haar omvang rijke werkzaamheden reeds krachtig had ter hand genómen. en verscheiden leden er belangloos hun tijd, ja zelfs hun nacht rust aan opofferden Verslaggever). Spr. hield thans een predikatie naar aanleiding van Jesaja 55:8: „Want mijne gedachten zijn niet ulieder gedachten, en uwe wegen zijn niet mijne wegen, spreekt de Heere." Spr. richtte zich eerst in een persoon lijk woord tot de gemeente en zei de niet gedacht te hebben ooit weer in Leiden te spreken en nog minder ooit weer bedie naar des Woords te zullen z:jn. Toch as spr. nu alweer circa anderhalf jaar te Eindhoven werkzaam als predikant en mag er van zegen getuigen. Zoo ziet men; Gods wegen zijn andere, dan 's menschen we gen. Ook de predikatie droeg verder het ka- rakter,- een levenservaring te zijn en was geschikt den indruk te wekken: dit is een andere Ds. Abbing dan die, welke 5 jaar geleden, van ons afscheid nam. Wij kun nen dit alles slechts toejuichen en wen- schen Ds. Roscam Abbing nog veel zegen in zijn nieuwe gemeente. Wij gelooven ze ker, dat de-gemeente te Leiden dit bezoek van Ds. R. A. zéér gaarne zal beschouwen als een rectificatie op een min der juist'afscheid. De Leidsche Winkelstand. Ondanks de nog niet geweken inzinking in het zakenleven wordt door de onderne mers toch het mogelijke gedaan om „bij" te blijven, om de bedrijven te completee- ren, en in overeenstemming te brengen met de zich steeds wijzigende behoeften waarvan de productie blijk geeft. Vooral valt dit in het oog b'j den nijveren win kelstand. waar de polsslag van den handel wel het eerst en het zuiverst wordt ge voeld. Maandagmiddag, zooals een adverten tie in dit blad aangeeft, zal er voor ieder gelegenheid zijn, kennis te nemen van de belangrijke uitbreiding die de heer W. F. Kors (en Zoon). Haarlemmerstraat 243, aan zijn bekende manufacturen- handel heeft gegeven, door daaraan een eigen atelier te verbinden, dat geheel over eenkomstig de laatste eisehen is ingericht. Doordat de heer Kors de tenten van zijn huishouding elders heeft opgeslagen, kon hij het atelier, met aangrenzende maga zijnen een plaats geven in het bovenge deelte van het winkelpand. Op zichzelf dus reeds een voordeel. Het atelier, dat uit twee ineenloopende gedeelten bestaat, is voerzien van de «ieuwste electrische „Singer'-machines, die met elkander een samenstel vormen,, dat behalve om zijn practische, ook om z'jn degelijke en dat mag er ook wel bij aesthetische eigenschappen valt te. roemen. De gebruikelijke voetpedalen zijn, wat de naaimachines betreft, nog wel aanwe zig, maar worden alleen gebruikt om de machine, (die loopt „als de wind"), af- en aan te zetten;, ook uit kygiënsch oogpunt dus een groote verbetering. Bijzondere aandacht verd;ent de knoops gatenmachine, die tegelijk het garen op spoeltjes windt, de knoopsgaten snijdt en afwerkt alles in een minimum van tijd. Dank zij mede de wijze van inrichting, w.o. de practi'Sche belichting, geeft het atelier dén indruk van prettig en practisch te werken. Naast het atelier zelf treffen we nog een van wandkasten voorziene snijkamer aan, en daarnevens een tweetal welingerichte magaz'jnen voor de natuurlijk zeer kortstondige berging van de afgewerkte winkel goederen, voor zoover deze in den winkel geen plaats kan worden afgestaan. Het een bij het ander toont thans een uitnemend gecompleteerde zaak, waarvan de verhoogde capaciteit en minder kost bare productie ongetwijfeld zullen ten goede komen aan den omzet, in haar eigen belang, dat bij den tegenwoordigen. con currentiestrijd tevens het*belang van de afnemers kan worden genoemd. Vermelden we nog, dat de nieuwe inriclï- ting mede komt te staan onder de leiding van Mej. Kors, die pas haar uitnemende Vakschool-opleiding voltooide, zoodat hier met recht kan worden gesproken van een samengaan van de theoretische en prac tische ervaring. De a s 3 Ocfoher-Feesten Het hoofdcomitó voor versiering en ver lichting van de stad bij de a s. 3 October- Feesten is onverpoosd "werkzaam om in de verschillende wijken van de stad de buurtcommissiën aan den gang te krijgen, althans voor zoover de betrokken bewo ners daartoe niet reeds zelf het initiatief hebben genomen. Zoo werd gisteravond, niettegenstaande het heerlijke zomerweer, in „Amici|ia" een vergadering gehouden, tot het bijwo nen waarvan de bewoners van den Nieuwen Rijn, de Aalmarkt, de Boter markt, de Vischmarkt, de Hoogstraat, de de Donkersteeg en de Zoeterwoudsche Singel waren uitgenoodigd. Het mooie weer deed kennelijk zijn in vloed gelden op de opkomst, al moet hier aan toegevoegd, dat eenige buurten, o.a. de Nieuwe Rijn goed waren vertegenwoor digd. In zijn openingsspeech waarmede de voorzitter, de heer Ir. A. M. Touw, de op- gekomenen welkom heette, gaf hij nog eens in korte trekken de plannen van de groote feestviering aan, zooals die thans definitief zijn vastgesteld. Het vormen van de diverse commissiën had toen een vlot verloop. Voor de Nieuwe Rijn-commissie gaven zich op de heeren L. Questroo, T. F. Vlie land, J. P. Slegtenhorst, A. Devilé en G. v. d. Kaay. Dezelfde commissie zal zich ook belas ten met de versiering van de Botermarkt en de Vischmarkt. Samenwerking met dit gedeelte werd blijkbaar door allen nood zakelijk geacht. Voor het versieringswerk in Donker steeg en Hoogstraat stelden de heeren J. F. Westen en W. J. Laman zich beschik baar. Voor de Oude Rijn de heer Joh. Poptie, die het twijfelachtig genoegen smaakte, de eenige vertegenwoordiger van dit gedeelte te zijn. De heeren W. F. van Ginkel, F. J. Kruit en G. J. Eeltjes, verklaarden zich bereid, de eommiss'e voor de Zoeterwoudsche Singel te vormen. Zoowel van deze, als van de andere, reeds besproken wijken waren mede eeni ge toezeggingen ingekomen, waarvan ech ter verwacht en gehoopt wordt, dat ze spoedig in daden zullen worden omgezet. De voorzitter wenschte de heeren goed succes met hun pogingen, om een zoo grootsch mogelijke versiering tot stand te brengen. Gelukkig klinken er uit het reeds in werking zijnde gedeelte gaandeweg moedgevende klaqken op. Over 't algemeen „loopt" 't best maar dat moet ook, Want 't wordt hoog tijd om aan te pakken. De onderwijs-reorganisatie. Aan den Raad der gemeente Leiden is het volgend adres verzonden: Het comité gevormd door de afdoeling Leiden van het Nederlandsch Onderwij zers Genootschap, den Bond van Ned. On derwijzers, de Vereeniging van Hoofden van Scholen in Nederland en de Vereeni ging Volksonderwijs, alsmede den Cen- tralen Ouderraad te Leiden, door welke vereenigmgen als leden van dit comité zijn aangewezen: H I.autcnhach, Jac. Tjelsma, P A. liibma, G. F Bader en J. W. van Hus heeft met groote belangstelling ken nis genomen van de voorstellen van B. en W. van 8 Juli 1924 (Ing. st. No. 207) be treffende de reorganisatie van het Lager Onderwijs Gaarne erkent het Comité de wensche- lijkheid van bezuiniging, indien dit zon der groote schade voor het onderwijs kan geschieden. Bestudeering van het voorstel heeft echter niet de overtuiging geschon ken, dat hetgeen B. en W. in overweging geven inderdaad de uit economisch oog punt meëst voordeelige regeling bevat. In de eerste plaats zou nader overwogen kun nen worden of een geleidelijke invoering niet verre de voorkeur zou verdienen boven de veel omvattende wijziging, die B. en W. op zoo korten termijn wenschen in te voeren. De waarschijnlijkheid is groot, dat dan geen wachtgeld behoefde te worden uit gekeerd, doordat ontstaande vacatures tijdelijk werden vervuld en het behoeft geen betoog, dat het van meer nut is, aan b.v. zes personen het onderwijs op te dragen van 6 X 35 leerlingen dan aan vijf ieder een klas te geven van 42 en aan één onderwijzer wachtgeld te verlee- nen, zonder dat hij er iets voor behoeft te doen. Geleidelijker afvloeiing van leer krachten mag daarom worden aanbevolen Verder is het Comité nog niet overtuigd, dat liet door B. en W. voorgestelde inder daad de beste oplossing bevat. De be zwaren er tegen schijnen niet gering en de "Schoolcommissie geeft allerminst blijk van onverdeelde instemming. Waar het nu een zaak betreft van zoo groot belang, zoo wel voor het Bijzonder als voor het Open baar onderwijs, neemt het Comité de vrij heid, U met aandrang te verzoeken over de voorgestelde wijzigingen niet onmiddel lijk te beslissen, maar, evenals door den vorigen Wethouder van Onderwijs in 1922 werd gedaan, vóór de indiening van be langrijke wijzigingsvoorstellen, alsnog ge legenheid te geven aan de in den aanhef van dit adres genoemde vereenigingen, om do thans aanhangige voorstellen te bestu- deeren en eventueele wenschen dienaan gaande kenbaar te maken. De vechtpartij tusschen politie en leden van het Leidsch Studentencorps. Toen de vorige week voor de Sociëteit „Minerva" de reeds door ons gemelde vechtpartij plaats had, is een rechercheur, die eenige klappen had opgeloopen en zich daarom aan de deur van de Sociëteit ver voegde, ten einde den dader te arrestee ren, naar binnengetrokken en mishandeld. Het is thans den rechercheur mogen ge-« lukken twee studenten, die zich aan deze mishandeling hebben schuldig gemaakt, op te sporen. Tegen beiden, de studenten S. en C. zal ter zake van mishandeling proces-verbaal worden opgemaakt en 't is te hopen, dat er een voorbeeldige straf zal volgen. Heden werd op de gebruikelijke wijze door het Bestuur der Vereenigir^ tot op leiding van Bewaarschoolhouderessen, in tegenwoordigheid van afgevaardigden der Plaatselijke Schoolcommissie, in het ge bouw der Kweekschool het eindexameu afgenomen. Aan alle candidaten werd het diploma uitgereikt, n.l. aan de jonge da mes: A. Callenbach en M. Elzinga uit Den Haag, F. Gugel uit Rotterdam, E. Kloos en S. M. F. Schilham uit Leiden, M. D. van Male uit Schoonendijke, J. A. Ruijs uit Utrecht, J. M. van der Schalk uit Noordwijk a. Zee. Naar wij vernemen hebben van de acht candidaten, die aan de Kweekschool haar diploma behaalden, reeds zes een toe zegging ontvangen tot het aanvaarden eeDer betrekking. Voor het toelatings-examen van de Zeevaartschool te Amsterdam is geslaagd P. Stoeken, leerling van de Christelijke School voor U. L. O., Noordeinde. W. J. J. de Does, leerling van dezelfde school, slaagde voor het toelatings-examen. van de 8ste klasse der Christel. H. B. S. alhier. Gisteravond 7 uur werd de recherche alhier ervan op de hoogte gesteld, dat te Wassenaar een sóórt oplichtiug„was ge- Een caféhouder was n 1. door een def tig bezoeker, die voorgaf luitenant te zijn, benadeeld, daar hij na eerst flinke verte ringen te hebben gemaakt, zonder betaling was vertrokken. De recherche wachtte in het Noordein de de autobus uit Wassenaar af, waaruit werkelijk do pseudo-luitenant te voorschijn kwam. In het feit dat de man absoluut geen identiteit kon opgeven, vond de recherche aanleiding hem nog even vast te houden. BINNENLAND J. B. van Heutsz. t Gisternacht is te Montreux in den leef-» tijd yan 73 jaren overleden de heer J. B. van Heutsz, oud-gouverneur-generaal van Ned.-Ind:ë, adjudant-generaal van H. M. de Koningin en gep. luitenant-generaal. J. B. van Heutsz werd geboren 3 Fe-» bruari 1851 te Coevorden. Hij trad in 1867 als vrijwilliger in dienst, doorliep de ver schillende rangen, werd in 1872 benoemd tot 2e luitenant en een jaar later overge-» plaatst naar het Oost-Indisch leger. Hij keerde in 1881 als le luitenant met verlof naar Nederland terug, waar hij aan de krijgsschool een cursus in de al gemeend krijgskunde volgde. Hij keerde 1883 naar Indie terug, werd in 1886 tot kapitein bevorderd, was van T8891891 chef van den staf in Atjeh en Onderhoorigheden, werd in 1891 bevorderd tot majoor en ver-i kreeg den eeresabel. In 1892 werd hij benoemd tot luitenant-» kolonel en tot 1896 was hij militair com-» mandant van de Oostkust van Sumatra, waarna hij tijdelijk ter beschikking werd' gesteM van den militairen commandant van Atjeh en Onderhoorigheden. In 1897 werd hij kolonel, in 1898 generaal-majoor, en in 1900 luitenant-generaal, civiel en militair gouverneur van Atjeh. Onder zijn bewind maakte de pacific^ »- tie van Atjeh groote vorderingen. Den len October 1904 werd hij he-» noemd tot gouverneur-generaal van Ned.-» Indië, in welk hoog ambt hij opnieuw blijken gaf van zijn energie en groot or-» ganiseerend talent. Onder zijn bewind maakte de decentra lisatie vaai Java belangrijke vorderingen. De minder gunstige toestand in Atieh onder zijn opvolgers, gaf aanleiding tot een inspectiereis van den thans overleden ne op het eind van 1907, die door het af-i treden van den gouverneur-generaal van Daalen in Mei 1908 gevolgd werd. In 1909 trad van Heutsz af a's Gouver-» neur-Generaal en kwam hij In het va derland terug. Hij was begiftigd met de grootkruisen van de Militaire Willemsorde en van den Ned. Leeuw, het expeditiekruis met ges-* pen Atjeh 1873—1896 en 1896—1900, de Atjeh-medaille en het grootkruis van den Rooden Adelaar, en werd indertijd door H. M. de Koningin bekleed met de functie van adjudant-generaal van H. M. Provinciale begrooting. voor 1925. Aan het verslag van het afdeelingson-* derzoek wordt het volgende ontleend: Bezuiniging. Eenige leden bepleit-» ten verlaging van salarissen en loonen n openbare diensten die, volgens hen, niet in' overeenstemming zijn met de loonen en salarissen in het particuliere bedrijf. Een' der leden meende op een verlaging der sa larissen en loonen met 10 pet., afschaffii g van kinderbijslag en betaling van pen-»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 1