[Tweede Bladj
V--.■■-.J
f. Vrijdag II Juli 1924
DE ECHO VAN DE SOCIALISTISCHE
STEM.
De redactie van Het Volk heeft een
manifest van de z.g. Actual is ten: ontvan
gen, waarin op zeer onbehoorlijke wijze
over de redactieledten wordt gesproken en
allerlei dreigementen worden geüit, als
deze heeren hun arbeid niet aanstonds
staken.
Dit manifest der 'Aotualieteni zegt de
Standaard, is in stijl eleni navolging
van de luidruchtige geschriften, die af en
toe van sec.-dem. zijdo het land worden
ingeslingerd. Naar inhoud lijkt het heel
wat op de manier, waarop van soc.-dem.
kant de tegenstanders en, om een voor
beeld te noemen, Ministers der Kroon
worden bejegend.
Niet ten onrechte is er ge
sproken van de echo van de
socialistische stem.
Het z.g. fascisme en actualisme is trou
wens ook niets anders dan de reactie van
socialisme en communisme. He reactie
past dezelfde methode toe en gebruikt
dezelfde strijdwijze, waarbij de terreur
van het geweldige woord schering en in
slag is.
Het verheugt ons, dat nu de Soc.-dem.
aan eigen lijve gaan ondervinden, welke
gevolgen deze strijdwijze heeft, zij plotse
ling tot inkeer komen1.
Nu het eigen lijf geldt, begrijpt Het
iV o 1 k direct heb gevaar van een ophit
sing, die l\eb zelf meer dan eens aan
durft.
Het blad spreekt van „blaaskakerij",
van luidruchtige en machtelooze vlegel
achtigheid, van het zichzelf opwinden tot
een gevoel van macht dat gevaarlijk is,
van een kunstmatig aangekweekte bewe
ging. Alles zeer terecht, mits met de
vriendelijke vermaning: bezie u zelf oens.
Heb is echter zeer opmerkelijk, dat do
redactie van Het Volk aanstonds de
bescherming van de Overheid zoekt, de
Overheid, ,,die prijs stolt op orde en rust".
Zij vreest voor de bedreigingen niet, maar
overweegt, dat sommige onevenwichtige
personen, gedurig opgehitst, tot daden
zouden kunnen overgaan. Er is een' ^bru
taliteit van halfvolwassen braniemakers."
Inderdaad zeer juist.
Het is de plicht van politie en justitie,
dus oordeelt de redactie, om déze balda
dige heertjes met den sterken arm tob
bezinning te dwingen, en te zorgen, dat
de redactie van Het Volk rustig, zander
.vrees voor overval, arbeiden kan.
Een ongeluk ligt in een klein hoekje en
een stelletje halfrijpe en opgewonden,
aangehitste geurmakers is in staat meer
onheil te veroorzaken, dan door achteraf-
sche spijtbetuigingen van autoriteiten,
die niet ver genoeg vooruit keken', kan
worden goedgemaakt.
■Wij zijn dit alles volkomen met de soc.-
dem. redactie eens. Wij vinden alleen
haar voorbarige verklaringen van het
eigen recht zoeken, haar bedreiging met
zelfverdediging, minder juist. Heb ver
raadt meer vrees dan vertrouwen.
Wij gelooven niet, dat de bedreiging
der Actüalistiem veel beteebenb. De betee-
lcenis van aanval en verweer waasJjij
het alleen nog bij groote woorden bleef
ligt dan ook bovenal in het feit, dat
de redactie van Het Volk tot inkeer
kwam, met groote juistheid het gevaar
van haar eigen geschrijf aanwees en een
beroep op heb wettig gezag deed tot hand
having van de veiligheid op publiek ter
rein.
Wij nemen van dit alles dankbaar acte.
De aanleiding tot de bekeering is wel
niet verheven, maar d'e bekeering is cr
dan toch. Wij zullen zien voor hoe lang.
'KERK EN SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Drietal. Te Voorhout: W. W. van
Haaften te Noordwijk-Binnlen; F. G. H.
Nicolai, cand. te Utrecht; en Dr. W. D. J.
v. Wijngaarden te'Voorschoten.
Beroepen. Te OoltgensplaatsP. J.
Steenbeek te Bergambacht; te Rouveen:
K. J. v. d. Berg te Amersfoort; te Waarde
(Ti.): G'. van der Waa te Hoogvliet; te
"Amcïde en TïenliovenT Of. J. 'Alers te
Nieuw-Lekkeriand.
Aangenomen. Naar SneekH. W.
te Winkel te Vollenhove.
GEREF. KERKEN.
Beroepen. Te Zweeloo: J. Duiven te
Meodcn; te Nieuw-Buinen-: H. Drost te
Knijpe. 1 v
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen. Te Ede: H. Visser te
Leeuwarden.
hm
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
De bevestiging en intrede van cand.
D. J. V e 1 s i n k, in de Geref. Kerlc van
Arum, is bepaald op 10 Augustus a.s. 'Als
bevestiger zal optreden Prof. Dr. H. Bouw
man van Kampen.
De bevestiging en do intrede van
cand. A. J. Hoekzema bij de Ncd.
Herv. Gem. te WilligeLangerak is be
paald op 24 Augustus.
Als bevestiger 'hoopt Ds. P. F. v. Nieu-
wenhuizen te Nijkerk op te treden..
Ds. G. Wisse.
Ds. G. Wisse, die reeds geruimeni tijd
lijdende was aan hoofdongesteldheid, cn
daarvoor ook eenige weken een Tustkuuc
aan zee heeft moeten ondergaan, is thans
in zooverre hersteld, dab hij a.s. Zondag
weer voor zijn gemeente te Arnhem hoopt
op te treden.
Ds. Y. Bootsma.
De toestand van Ds. Y. Bootsma. te
Zoetermeer, verpleegd in Hopital Wallon,
te Leiden, is do laatste dagen weer iets
vooruitgaande.
Peremptoir examen.
De heer W. S. de Vries, theol. cand., be
roepen bij de Geref. Kerk van Tzum. en
de heer D. J. Velsink, theol. cand., beroe
pen bij de Geref. Kerk van Arum, zijn
gisteren door de olaesis Franeker peremp
toir geëxamineerd en met. algemeene
'stemmen tob den Dienst des Woords toe
gelaten.
Qand.-examan Theologie.
Aan de Theol. School te Apeldoorn zijn
geslaagd voor het candidaots-examen.
Theologie de heeren: P. Dijkstra ten, J.
Hovius.
Ziekentelefoon.
In de Maandag gehouden vergadering
van de kerkeraad der Geref. Kerk van
Zwolle, werd besloten over te gaan tot de
aanschaffing van een kerktelefoon, aan te
brengen in de Plantagekerk, waardoor
zieken in de gelegenheid gesteld worden
de godsdienstoefening te hooren, waartoe
alleen een telefoonaansluiting op heb plaat
selijk neb noodzakelijk is. Op den preek
stoel der Plantagekerk zal een microfoon
aangebracht worden, die ingeschakeld
wordt op de telefoon van het kerkelijk
bureau.
Hier kunnen 10 aansluitingen met van
te voren opgegeven nummers worden in
geschakeld.
Zieken die dus in het bezit zijn van een
telefoon aan huis, kunnen op deze wijze
den dienst volgen. i
Unie van Baptistengemeenten.
Gisteren is te Deventer de algemeene
vergadering der Unie van Baptistenge-
meenten in Nederland gehouden, onder
voorzitterschap van ds. J. Louw, van Nieu
we Pekela. 1
Aan het jaarverslag van den secretaris,
ds. B. Planting, ontleenen wij, dab bij do
Unie 26 gemeenten! zijn aangesloten. In
heb afgeloopen; jaar werden 204 personen
gedoopt, en zijn de gemeenten met 298 le
den vooruitgegaan. De meeste en sterkste
gemeenten bevinden zich in de provincie
Groningen. Bijna alle gemeenten nemen
sterk toe in gtetal en invloed.
Dr. Rushbrooke uit Engeland sprak do
vergadering toe namens de Baptisten al
daar en namens het wereld verbondhij
wees er op, dat de in 0113 land weinig tal
rijke Baptisten in Engeland bij honderd
duizenden worden geteld en er op heb
oogenblxk in Rusland minstens 15 millioen
zijn. Daar te lande is heb ïn de laatste 25
jaren: vertienvoudigd.
Op voorstel van de Unie-commissie
werd de gemeente te Delfzijl in de Unie op
genomen', waarna rapport werd uitge
bracht over de onlangs gestichte gemeen
te te Hoogezand. Twee afgevaardigden
zullen worden gezonden naar do a.s.
Bonds-Conferentio der Baptisten-gemecn-
teni te Berlijn, alsook twee afgevaardigden'
naar de jaarvergaderingen der Engelsche
geloofsgen-ooten J
Jaarvergadering .Jachin*
Zoo we reeds meldden, werd Woensdag
te Hilversum dei 5Öe jaarvergadering ge
houden van de Geref. Zondagsaoheolver-
eeniging „Jachin", die druk bezocht was.
D'e Voorzitter sprak een welkomstwoord;
waarna hij eten openingsrede hield.
Aan den heer P. Oranje, sinds 1898 lid
van het bestuur, die om gezondheidsrede
nen bedanken moest, werd het buitenge
woon bestuurslidmaatschap aangeboden.
(Applaus.)
Hierna bracht de secretaris, de heer A".
Boot-, van Groningen, zijn jaarverslag uit,
waaraan het volgenidte is ontleend.
De heer De Nij. te Bergen op Zoom, en
mej. v. d. Brink, te Veendam, vierden hun
gouden jubileum als zondagssohoolonder-
wijzer(es.)
168 kerkeraden contribueerden aan de
vereeniging. Op vier plaateen werden de
Zondagsscholen opgeheven, op 9 plaatsen
kwam nieuw leven. De vereeniging heeft
nu 31 afd., 31 evangelisatiecommissies en
totaal 124 Zondagsscholen.
Ds. J. P. Tazelaar, van Weesp, 2e secre
taris, rapporteerde over het maandblad.
De penningmeester, de heer P. Koster,
van Valthermond, rapporteerde over de
financiën.
De verslagen werden, met een woord
van dank aan de functionarissen, goedge
keurd.
Assen werd aangewezen voor commissie
van controle.
De heer A. Verleur, van Schoten, rap
porteerde. over de uitgeverij. Spr. kon vele
goede dingen meedeelen.
Hierna hield de Voorzitter een inleiding
over „De inrichting onzer jaarvergaderin
gen."
De voorzitter sloot om ruim twaalf uur
do morgenvergadering.
Te 2 uur ving de middagvergadering
aan.
Medegedeeld werd dat de heer A. Ver
leur, van Schoten was herkozen en geko
zen de heer A. Kappers, van Rotterdam,
benevens de voorzitter.
Dr. P. Marang. afgevaardigde van de
Ned. Zondagsschool vereeniging', sprak nu
kort de vergadering tce en bood, namens
zijn vereeniging „Jachin", de 'hartelijke
gehikwenschen aan.
Hierna refereerde dr. H. Kaajan over
,,Naar welk systeem moeten Bijbels, trae-
taben en' teksten op cn-zo# Zondagsscholen
worden uitgedeeld?"
DE UITBREIDING VAN DOKKUM.
Het wetsontwerp door de Eerste Kamer
aangenomen.
De Eerste Kamer heeft gisteren het
wetsontwerp betreffende uitbreiding van
de gemeente Dokkum met deelen van de
gemeenten Dantumadeel, Oostdongeradeel
en Westdongeradeel, aangenomen met 26
tegen 11 stemmen.
Vooraf was door den Minister van Bin-
nenl. Zaken, in antwoord op door den
heer Idenburg gemaakte opmerkingen
verklaard, dat hij een verklaring heeft
ontvangen van B. en W. van Dokkum dato
3 Juli 1924, persoonlijk bevestigd door
den burgemeester van Dokkum, waarin
gezegd wordt, dat van een-bereid
verklaring van het gemeente
bestuur v a 11 Dokkum om a a 11 de
Katholieken do Bonifacius-
bron met omgeving af te staan,
mits van Katholieke zijde de
afstand van de Stationsbuurt
aan Dokkum zou worden ge
steund, niets aan is.
Vóór het ontwerp stemden de heeren
Haazevoet, Van Embden, Westerdijk, De
Jonge, Moltmakor, Van der Maessen de
Sombreff, Rink, Siingenberg, Stenbuis, De
Muralt, Van Lanschot, Janssen, De Jonge,
l^e Witt, Van der Lande. Hoffmans, Cra
mer, Heerk-ens Thijssen, Polak, Rugge, De
Waal Malefijt, Dobbelman, Arntz, Biom-
jous, Franssen en de voorzitter.
Tegen stemden de heeren: Slo te maker
de Bruine, Van Wassenaer van Catwijck,
Van der Hoeven, Anema, Mendels, De
Vriest Croles, Idenburg, De Veer, Van Na
gelt van Ampsen en Verkouteren.
Da vergadering wordt verdaagd tot Don
derdag 17 Juli de3 namiddags te 2 uur.
mmEULSkm
De industrie en de belastingen.
De Nijverheidsraad heeft eenigen lijd
geleden het besluit genomen, de werking
van de belastingwetten ten aanzien van de
Nederlandsche industrie onder het oog te
zien. Het resultaat van dien arbeid heeft
hij thans den minister van Financiën aan
geboden in een rapport, hetwelk in bro*
thurevorm in druk is verschenen.
De welvaart van een land wordt slechts
gewaarborgd, wanneer hij de voortbren
ging teloorgegane productiemiddelen door
nieuwe kunnen worden vervangen en bo
vendien voortdurend nieuw kapitaal ge
vormd wordt, om de toenemende bevolking
van nieuwe productiemiddelen te voorzien
Voor de industrie is een ruime kapitaals-;
voorziening noodzakelijk. Zij toch oefent
haar bedrijf uit in vaste gebouwen met
omvangrijke machine-installaties, voor
welker totstandkoming groote bedragen
vereischt zijn, terwijl bet moderne bedrijf
ook een niet te onderschatten behoefte
heeft aan bedrijfskapitaal. Daarnaast doet
de eiscli van voortdurende wijziging van
fabrieksgebouwen, machinerieën, enz.v ten
gevolge van nieuwe technische vindingen,
ook voor reeds bestaande industrieën, wil
len zij in stand blijven, behoefte aan nieu
we kapitalen ontstaan. Dit klemt te meer
nu zelfs ondernemingen, welke in zichzelf
door ruime afschrijvingen kapitaal heb
ben gevormd, ten gevolge der sterk opge-
loopen bouwkosten toch een beroep op de
kapitaalmarkt doen, om noodzakelijke ver
nieuwingen ten uitvoer te brengen.
Het eerste deel van het rapport handelt
dan over de kapitaalvorming.
De Raad gaat na, welke bedragen op dit
oogenblik door den fiscus van de ingezete
nen worden opgeëischt en in welke mate
die bedragen in de laatste jaren zijn ver
groot.
Aan de hand van talrijke statistieken
en berekeningeri, toont de Baad aan, dat
de belastingen in de laatste jaren schrik
barend zijn toegenomen.
Hiermede is de Raad gekomen aan de
behandeling van het tweede deel van zijn
taak, n.l. na te gaan, in hoeverre de hui
dige belastingwetgeving de bereidwillig
heid, om geld ter beschikking van de in
dustrie tp stellen, belemmert.
Het is onmogelijk, hier de beschouwin
gen over alle belastingen te resumeeren, en
er moet dus worden volstaan met het vol
gende:
Rijksinkomstenbelasling. Een voornaam
bezwaar, dat de Raad tegen do Rijksin-
komstenbelastnig heeft, is, dat deze belas
ting volgens artikel 13 wordt geheven over
één jaac en wel het voorafgaande jaar,
terwijl geen compensatie is toegelaten voor
verliezen geleden vóór dat jaar.
Aan dit bezwaar is naar het oordeel van
den Raad op twee wijzen tegemoet te ko
men:
A. door terug te keeren' tot het driejaar-
li jk-sche stelsel der Wet op de Bedrijfsbe
lasting;
B. door, met behoud van het éénjaarlijk-
sche telsel, compensatie toe te laten van
vroeger geleden verliezen.
Wanneer een dezer beide stelsels wordt
aanvaard, zal de fiscus niet langer de po
sitie innemen van den deelgenoot in het
bedrijf, die zich in goede jaren een be
langrijk deel der inkomsten toeeigent, doch
in slechte jaren geen aansprakelijkheid
van verliezen op zich neemt.
Vooral voor de industrio met haar uit
den aard wisselende resultaten is het te
genwoordige stelsel verderfelijk.
Dividend- en Tantième-belasting. De
Raad acht het bedenkelijk voor de
industrie, dat maatschappijen, die ter ge
zondmaking van het bedrijf haar kapitaal
tijdelijk reduceeren met de bedoeling, om
die uit de winsten weder aan te vullen,
worden gedwongen ook over die uitkeerin-
gen, welke de fiscus ten onrechte als
winst beschouwt, belasting le betalen.
De Raad is verontrust door het gerucht,
dat in overweging zou worden genomen
de dividend- cn tantièmehelasting door
een winstbelasting te vervangen. De tegen
de bestaande ontwikkelde bezwaren, voor
al dat van dubbele heffing, gelden even
zeer voor een winstbelasting, welke boven
dien nog het bezwaar zou hebben, dat het
maken van reserves werd bemoeilijkt.
Gemeentelijke belastingen. Wat de
gemeentelijke belastingen betreft, merkt
de Nijverheidsraad op, dat het vraagstuk
der gemeentelijke belastingen slechts af
doende is op leblossen door de gemeenten
verder te beperken in haar vrijheid om de
tarieven der plaatselijke inkomstenbelas
ting op te voeren.
Op do bekende gronden verzet de Raad
zich dan voorts tegen de nog steeds aan
de gemeentebesturen bestaande bevoegd
heid een Zakelijke Bedrijfsbelasting te hef
fen. 1
In zake de Forensenhclasting stelt de
Raad voorop, dat hij het niet onbillijk
acht, dat personen, die in een andere ge
meente wonen dan die, waar zij hun be
drijf hebben of personen, dio een bepaal
den tijd* in een andere gemeente vertoe
ven, bijdragen aan de kosten van de ge
meenten, waar zij inkomsten trekken of
tijdelijk verblijf houden, omdat zij in den
regel ook voordeelen genieten van hetgeen
die gemeenten in het belang harer ge
meentenaren doen. In principe heeft de
Raad dan ook tegen het heffen van Sjfë
rensenbelasti ngen geen bezwaar. Hij kaS
echter de geldende methode, om deze he?
lasting le heffen over het geheele inkonieiJ
van den forens, zij het ook tot voor hoog}
stens twee derde gedeelte over een voÊ
jaar, niet goedkeuren.
De Raad is, mede door de door talrijke,
lagere en hoogere autoriteiten gegeven,
beslisingen, die zeer uiteenloopen, ten.
volle overtuigd, dat in de gemeentewet het
begrip „werkforens" niet zuiver is om<
lijnd en dat het ter verkrijging van meer!
rechtszekerheid aanbeveling verdient, dat:
die tekst verbeterd worde.
De Raad eindigt met de regeering te
verzoeken bij de voorbereiding oener al-c*
gemeene herziening van het Nederlandsch';
belastingstelsel voortdurend overleg met
de vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven
te plegen. Dit zou o.a. kunnen geschieden
door een geregeld contact van de ambte-i
naren met do lichamen, die 4p verschillen*
de groepen belanghebbenden uit het be
drijfsleven vertegenwoordigen. r
Rijkskinderfonds.
In de zitting der Eerste Kamer van 27
Juni zei-de de Minister van Arbeid, Han
del en Nijverheid naar aanleiding van eent
opmerking van den heer1 Haazevoet inzak®
het Rijkskinderfonds, dab een wetsont
werp daaromtrent reeds lang gereed is em
dab hij alleen het goe&o moment- afwacht
te, om met. deze zaak te kunnen komen.
Volgen-s het „Centrum" zou bij dit ont
werp worden bepaald, dab één procent
van en boven heb loon in zulk een fonds
zou worden gestort.
De reorganisatie bij de P. T. T.
Het hoofdbestuur van den Ccntralcn
Neck vlandschen Ambfecaarsbond heeft
den Minister van Waterstaat verzocht, dei
uitvoering van de voorstellen der commis
sie-Van Roycn betreffende de reorganisa
tie van den dienst aan het hoofdbestuur
der P. T. T. te willen opschorten. Tevens
werd verzocht de reorganisatie-voorstellen;
le publicoeren en daarover het advies in
te winnen van de bijzondere commissie
voor .georganiseerd .overleg.
HET INSTITUUT
DER RIJKSBEMIDDELAARS.
Overzicht der werkzaamheden.
Zooals bekend is, trad op 16 April 1924
de Arbeidsgeschillenwet in werking. On*
middellijk daarna namen de Rijksbemidde
laars hun taak ter hand. Het Maandschrift
van het Centraal Bureau voor de Statis
tiek, afl. 6, 1924, bevat reeds, een over-»
zicht van hunne werkzaamheden van 16
April31 Mei 1924. Het ligt in de bedoe
ling voortaan elke maand een dergelijk
bericht te publiceeren.
De Rijksbemiddelaars hebben ia voren-»
genoemde periode kennis genomen van 18
arbeidsgeschillen.
In 8 van deze geschillen is geen verdere
stap gedaan, dan het vragen van inlichtin
gen aan den burgemeester. Een enkel de-»
zer laatste gevallen gaf aanleiding tot een
schriftelijke gedachtenwisseling met den
burgemeester.
In 10 geschillen werd bovendien met één
of met beide partijen geconfereerd.
In één dezer geschillen is slechts met
een van beide partijen een bespreking ge
houden. Daarna was het geschil beëindigd
In 9 geschillen zijn een of meer bespre-»
Jcingen met beide partijen gevoerd.
3 van die geschillen zijn tengevolge van
die bespreking beëindigd.
I11 3 andere geschillen is do Rijksbc-
middelaar op verzoek van partijen als bij
zonder bemiddelaar opgetreden en heeft
een bemiddelingsvoorstel gedaan. In 2
van deze geschillen is dat voorstel in dien
vorm of cenigszins gewijzigd door heide
partijen aanvaard. In he>L 3e geschil is het
bemiddelingsvoorstel door één der partij*
en verworpen. Dat conflict is nog niet op*
gelost.
In een ander geschil bleken partijen bij
de bespreking niet van bemiddeling of ar
bitrage gediend.
In 1 geschil werd een voorstel van dett
Rijksbemiddelaar, dat ten doel had te for
muleeren de hoofdpunten, waarop blijkens
de voorafgaande besprekingen, een der
partijen en een. deel der andere partij
waarschijnlijk tot overeenstemming zouden;
kunnen komen, door dezen aanvaard. Als
gevolg daarvan is de uitsluiting, omvat
tende pl.m. 22.000 arbeiders, opgeheven.
Degenen, die met dit voorstel niet acoord
gingen, zijn een staking begonnen, aan-'
vankelijk omvattende pl.m. 10.000, later
pl.m. 6000 arbeiders.
In 1 geschil tenslotte is aanvankelijk be
middeling en, toen daartegen bij een groot
deel yan een der partijen bezwaar bestond,
vervolgens arbitrage in overweging gege-»
ven. Het resultaat is nog niet bekend.
fËUiLLfêTOH
De Sterren hadden gelogen.
Verhaal uit den dertigjarigen oorlog.
15)
„Ik zal liet mijne doen om hen te bewe
gen, doch hoe weten wij
„Zoodra de wacht vertrokken is, zal ik
een steen tegen het venster werpen en gij
hebt u alsdan gereed te houclen; ikzelf zal
komen om u naar buiten te geleiden."
„Gij waagt uzelf, Zenil Ik wil niet, dat
gij u blootstelt om mijnentwil!"
„Zeni'a ster rijst met verhoogden glans.
Wien de goden groot maken willen, dien
geven zij wijsheid en voorzichtigheid.
Ik ga nu heen en laat de deuren open,
doch hiervan mogen de overige gevange
nen niets weten.
De cipier zal hedenavond vergeten naar
de deuren om te zien.
Ik heb hem zulken smakelijken Hon-
gaarSchen wijn laten drinken, dat hij
zich eerst morgen herinneren zal een oud
vriend zijner jeugd ontmoet te hebben.
Indien de overige gevangenen echter
weigeren te volgen, op u reken ik, heer
rechter!"
„Ik dank n, Zenit Moge onze God het
u loonen! Ik zal met u gaan en ik hoop,
!*ij allen!"
Do sterrenwichelaar sloeg de deur van
het vertrek dicht.
Toen hij huiten het vertrek gekomen
was, trok hij een fleschjo uit den zak van
zijn mantel en liet een! weinig olie op de
zware ijzeren scharnieren der deur vallen.
Hetzelfde deed hij hij al de deuren, wel
ke hij achter zich sloot. De wachthebben
de officier nam hem bij het voorbijgaan
even op, doch den man herkennende, liet
hij hem doorgaan.
Zeni begaf zicli niet naar zijne woning.
Hij richtte zijne schreden naar het
hoschje, dat bij den toren was.
1 Hij had' hier ongeveer een uur vertoefd,
toen zijn oor het .gerinkel van wapenen
opving.
Hij kwam naderbij en vernam genoeg,
om te weten, dat de wacht afgelost werd.
De graaf van Tilly had woord gehouden.
Geen nieuwe wacht betrok den post.
Nauwelijks waren de soldaten uit liet
gezicht, of hij begaf zich weder naar den
toren1, raapte een stuk steen op en wierp
dat met kracht tegen het venster.
Toen opende hij behoedzaam de deur,
klom de boventrap op en wildo de deur
van het gevangenvertrek openen, toen hij
hoorde fluisteren:
„Zeni, zijt gij het?"
,,'t Is Zeni, heer JVerner, zijt gij
alleen?"
„Alleen!" antwoordde de landrechter,
„de overigen blijven!"
„Des te beterY' hernam de sterren
wichelaar. „Neem mijn 'hand en volg mijl"
Nu daalden heiden dé donkere trap we
der af, nadat Zeni de deur zacht gesloten
ihad met een sleutel, welken hij een dier
dagen vervaardigd had.
Eveneens sloot zich slrak3 de torenpoort
achter hen.
Zij begaven zich nu naar de slotgracht.
„We zullen de schuit aan deze zijde
laten. Ik zou ze alleen gebruikt hebben,
ais de anderen ook medegegaan waren. Zij
geloofden u zeker niet, heer Techter!" zeide
Zeni.
„Helaas!" antwoorde Werner, „zij
noemden mij dwaas, wijl er geen enkele
reden was aan te geven, waarom de keizer
van besluit-veranderen 'zou.
Zijn belang bracht mede, zoo oordeelden'
ze, dat hij grootmoedig jegens hen ware.
Onze vlucht zou de zaak verergeren."
„Grootmoedigheid. Bij keizer Ferdi
nand! Bij pater Lamormain! Zij kunnenl
even goed grootmoedigheid hij den tijger
verwachten! Zet u op mijn rug, heer rech
ter! Zeni is sterk; vrees niet: hij heeft
zwaarder vracht getorst!"
De landrechter sloeg de armen om den
"hals van den sterken Zeni en deze door
waadde de gracht, die in dit jaargetijde en
op deze plaats zoo ondiep v:as, dat het
water hem nauwelijks tot aan de heup
kwam.
Weldra stonden zij aan de andere zijde
Do oude landrechter wierp een laatsten1
blik op den ouden toren, een blik vol' wee
moed. i
Nu spoedde hij zich met Zeni voort door
de donkere straten en weldra bereikten, rij
den wal en de woning van den sterrenwi
chelaar. I I
Het was een treffend schouwspel, toen
de oude man zijn kinderen wederzag.
Ook Frans en Andrea waren bij hen.
Nog dienzelfden nacht verlieten zij de
stad, om zich naar Maagdenburg te bege
ven.
Binnen liet gebied van deze vrije rijks
stad, waar de Hervorming zoozeer den
boventoon voerde, hoopte de heer Werher
met zijn dochter zijn dagen vreedzaam te
kunnen slijten.
Carl en Frans zouden er de komende
dingen afwachten, terwijl Andrea reeds als
oen lid van het gezin aangemerkt werd.
Drie dagen later werd het rechtsgeding
tegen de gevangenen begonnen.
't Mocht geen geding heetens 't was slechts
de aankondiging van hot vonnis des doods
Tot zeven en twintig maal trad de eeni
na den ander in een zaaj, welke rondom
met zwart floers was behangen en waarin
de stadhouder met do rechters, meest allen
Oostenrijkers, gezeten waren. ;_v.—-
Over allen was het oordeel hetzelfde:
onthoofding- met het zwaard, bij sommigen
nog verzwaard door het voorafgaand af
houwen van de rechterhand, of uitrukkenl
van do 4onff-
Maar geen der gevangenen beklaagd®
zich over rijn lot; geen hunner vroeg gen
nade.
„Scheurt dit ellendig© lichaam maar in
duizend stukken, doorboort al onze inge*
wanden; gij zult niet vinden dan hetgeen j
wij in ons verweerschrift voor de geheele
wereld sinds lang en menigmaal uitge*j
sproken hebben. t
Voor ons onderdrukt geloof, voor de go*
schonden staatsregeling, voor onzo volks*
vrijheid hebben wij eindelijk do wapenen
opgevat.
Do Heere heeft ons in uwe lland gege*.'
ven, des Heeren wil geschiede; do naam'
des Heeren zij geloofd!" zoo sprak de
graaf von Schlick, wien, eer men het dood^
vonnis aan hem voltrok, de hand zou aff
gehouwen worden,' welke in Frederick»
dienst het zwaard had gevoerd.
De Vorst von Lichtenstein begaf zich nat
de rechtspraak tor mis.
Wordt vei