Tweede Bladj Vrijdag 4 Juli 1924 BINNENLAND De reorganisatie van het Hooger Onderwijs Naar wij van bevoegde zijfle vernemen, beeft de Staatscommissie in zake de reor ganisatie van bet Hooger Onderwijs baar rapport ingediend, waarin o.a. wórdt aan bevolen, dat de Veeartsenijkilndige Hooge- school te Utrecht als afzonderlijko facul teit zal worden overgebracht naar de Utrechtsche Universiteit.* Men verwacht van dezen maatregel in de toekomst een 'groote bezuiniging^ aangezien de propae- deutlscbe vakken voor de medische en veterinaire studenten grootendeels dezelfde zijn, zooda_t het aantal hoogleeraren, con servatoren en assistenten geleidelijk ver minderd zou kunnen worden. Höl vrouwelijke personeel bij dH Spoorwegen. In verband met de ontwerpregeling in zake de uitkeering, die door de directie der Nederlandsche Spoorwegen aan' het gehuwd vrouwelijk personeel bij ontslag zhl worden gedaan, n.l. voor ieder jaar dienst een maand bezoldiging tot een maximum van tien maanden, heeft, naar wij vernemen, het hoofdbestuur van den Neutralen Bond van Spoorwegpersoneel een schrijven gericht. Hierin zet het uit een, dat het er de voorkeur aan geeft, dat art. Ill van het R.D.V. ongewijzigd blijt, zoodat het gehuwd vrouwelijk perso neel niet anders zal behandeld worden dan ander personeel, dat ontslagen wordt. Het geringe aantal, ongeveer 15 gevallen, en vermoedelijk betrekkelijk klein aantal dienstjaren, zouden geen bezwaar daarte gen kunnen opleveren. Handhaving van art. 111 voor dit per soneel beteekent bij dienstopzegging voor 'ieder jaar dienst 70 dagen bezoldiging. Het verschil is voor de vijftien heirok ken personen zeer groot. Het ontwerp-Tariefwet. De Commisïe uit de Nederlandsche Ver- eeniging van Aardewerkfabrikanten heeft Ibij de behandeling van de voorgestelde wijziging der Tariefwet in een; vergadering te Maastricht aan de Tweede Kamer een telegram gezonden, waarin zij mededeelt kennis genomen te hebben van dit Ontwerp en zich voorstelt in een adres de bezwaren, hiertegen uitvoerig uiteen te zetten, doch reeds nu wil wijzen op de fnuikende ge volgen, die de aanneming van dit Ontwerp voor de aardewerkindustrie zoude hebben en daarom verzoekt niet over te gaan tot vaststelling van een Voorloopig Verslag, alvorens van voornoemd adres l'e hebben kennis genomen. Credfct Handelskamer. De Landelijke Bond van Confectiefabri- kanten, gevestigd te Rotterdam, hoeft aan 'de Tweede Kamer een adres gericht inza ke de voorgestelde credietverleening aan de Handelskamer. In dit adres jvordt o.m. gezegd, dat deze instelling, die reeds een regeeringscrediet genoot van f 3.342.000, ondanks deze buitengewoon bevoorrechte positie 'bijna aldoor verliezen leed, wel be wezen heeft, geen levensvatbaarheid te be zitten. Er is geen enkele reden om aan te ne men, dat de volgende jaren voor haar be drijven gunstiger zuTTen zijn. De adressant geeeft daarom, in ernstige overweging in 's lands belang en ter wille van de rechtvaardigheid tegenover het vrije zakenleven deze zonderlinge protec tie niet te bewilligen. Wijziging'wetboek van strafrecht Blijkens de Memorie van Antwoord op bet Voorloopig Verslag betreffende het ontwerp van wet tot wijziging en aan vulling van het "Wetboek van Strafrecht met betrekking tot de uitlokking, is het verzet, in de Tueede Kamer tegen dit ont werp gerezen, den Minister niet verklaar baar geweest. De strafbaarstelling der hier bedoelde gevaarscheppende handeling ligt 'geheel binnen het kader van do bestaando bepalingen van ons Wetboek. Men heeft niet de aanvulling van een leemte te doen, 'die uoodig is, omdat de straffeloosheid om do ft'ging tot uitlokking de kans op mis- drikeri vermeerdert FSUfLLSTOSfS De Sterren hadden gelogen- Verhaal uit den der tig jarigen oorlog. '10) Velen meenden, dat een koning, die het voornemen had zijn volk, als heb er op aankwam, aan zijn lot over te laten, de kroon en den schep ter maar voor waar diger hoofd en hand moest achterlaten. Anderen dachten, dat zulke zware voor- Werpen den vluchtenden koning tot ballast eouden zijn. Zoo had de een dit en een ander weer wat anders, naar Wilhelm zeide, maar allen oordeelden het schandelijk, en ik moest ronduit zeggen: ik denk er evenzoo over, al heb ik weinig verstand van zulke zaken. Heden schijnt hij weer geheel zonder zorg te zijn. Nauwelijks toch was vader uitgegaan, «of oen buitengewone drukte op de straat trok zijne aandacht. Ik kijk even buiten de deur en, och ja, do koning en de koningin gaan met hunne gansche hofhouding ter kerke! Kunt ge u zoo iets nu begrijpen. An- 'drea?" 't Was misschien maar goed, dat de l iêïugkomst van den landrechter de eenir De J. C. G. 0. B. De algcmeene 'vergadering van den Jon gelieden Christen. Geheelonthouders Bond zal dit jaar gehouden worden op 5 en G Augustus a s. te Arnhem. Daar komt o.a. aan de orde een voortstel van het hoofd bestuur, tot fusie met den Aig. Ghr. Jonge lieden Geheelonthouders Bond. De bevaarbaarheid van de Schelde De „Stand" te Brussel meldt, dat Za terdag 1.1'. een boot met 39 voet diepgang zonder hef minste lélsel door den pas van Rilland kwam. De pas van Bath werd voor loopig nog benuttigd, alhoewel sinds ette lijke dagen opgezegd, om reden dat er in den pas van Rilland nog niet de gewensch- te diepté bekomen werd. Nu dit echter niet meer het geyalis want men heeft nu een diepte van minstens zes meter bij lage tij zal de pas van Bath voor de scheepvaart gesloten worden, en zal er natuurlijk aldaar niet meer gebaggerd Worden. £e Rilland wordt nu over dag gebaggerd met één en 's nachts met twee bagger- booten. Wat de pas van Krankeloon be treft is men "met het baggeren op het Qinde.» KEBK Eia SCHOOL NED. HERV. KERK. Aangenomen. Naar RijnsburgA'. Altena te Balk; naar Nieuw© Schans: cand. B. J. Aris te Drachten. I CHR. GEREF. KERK. Beroepen. Te Steenwijk: P. de Smit t© Nieuwe Pekela. Bevestiging. Intréde. Afscheid. D s. S. Ybema hoopt 6 Juli intrede te doen bij de Geref. Kerk van Hijkersmikle, na aldaar bevestigd te zijn door Ds. Ub- bink, van Roodeschool. Cand. C. P. Burger hoopt op 10 Augustus a.s. intréde. te doen bij de Ned. Herv. Gcm. te Zweeloo. Stichting van een Herv. kerk.te Amsterdam. In de Ned. Herv. Gem. te Amsterdam is een commissie gevormd bestaande uit de Heeren' ds. L. C. W. Ekering, ds. A. G. H. v. 'Hoog-enhuyzen cn A. R. Ophorst, I. I. Groenewegen, P. v. d. Kamp cn G. 1. Spits voor de stichting van een nieuwe kerk in de Indische Buurt. Op 9 Juli zal in „Eltheto", Javastraat 118, een groente vergadering worden' belegd om tot uit voering der plannen te komen. Over de vraag of heb een „productieve bouw" zal zijn. d.w.z. een huizencomplex, met een kerk in het midden, of een kerk alleen!, heeft de Kerkeraad nog geen be slissing genomen. Geen vereeniging. Het voorstel om de Oud-Geref. gemeen te te Eist te vereenigeni met die te Rhe- nen ,werd verworpen. ,s ;>i, De Vrije en' het tooneel. Nadat Woensdag ©en wetenschappelijke Samenkomst was gehouden, had gisteren te Utrecht de Jaarvergadering van de Vereen', voor Hooger Onderwijs op G. G. plaats, onder leiding van Dr. J. C. de Moor. In zijn openingswoord wijdde de voor zitter terwijl'de aanwezigen zich van .hun ne zetels verhieven, woorden van dankba re waardeering aan de nagedachtenis van 'Jhr. A. F. de Savornin Lohman. Nadat het jaarverslag was goedge keurd kwam de tooneelkwestio aan de orde. Ds. J. G. Scheurer van Ermelo wees op het verblijdende feit, dat het Gercf. volk gezond heeft gereageerd op het ge beurde. Er is een antwoord gegeven door den Senaat en door de Directeuren en Cura toren. Spr. treedt in een beschouwing over deze antwoorden. Hij bespreekt eerst die van Directeuren on Curatoren. Daarin wordt toch aan onf volk iet« gegeven, waaraan het behoefte had waardoor het vertroost werd. Vervolgens bespreekt spr. de motie van deli Senaat van Hoogleeraren. Als spr. daarop critiek moet uitoefenen, dan komt die niet voort uit lust tot critiek, maar uit waarachtige liefde voor de V. U. eni voor ons Geref. volk. Er wordt niet uitgesproken, dat de Se naat er leed over draagt. Hij heeft er slechts kennis van genomen. Een oor deel wenscht hij niet uit te spreken over de 'theoretische en practische beteekenis germate oproerige gesprekken der beide vriendinnen, stoorde. Do gelaatstrekken van den ouden Wer ner spraken in 't geheel niet van opge ruimdheid des harten. Hij had zich naar de wallen hegeven, om te zien, of men nog te elfder ure be sluiten zou don 'strijd aan te vangen, alvo rens Boucquoy zich met de Beierschen en met Tilly zou vereenigd hebben. Reeds was het te laat. Boucquoy was al op het slagveld ver schenen. Zoo had men dan moedwillig en door louter ijdelheid gedreven eene laatste kans op een mogelijke zegepraal laten verloren gaan. Immers -het stond bij den ouden Werner vast, dat de verdeeldheid onder de aan- voeders het leger straks even spoedig be- rooven zou van de voordeelen, welke do sterke stelling het overigens bood. Geërgerd over - zooveel roekeloosheid, nam hij den terugtocht aan. Uit het kerkgebouw, waarlang* zijn weg leidde, klonk hem een zwak psalmgezang tegen. Ofschoon hij besloten hacf dezen morgen de godsdienstoefeningen niet bij te wonon, opdat zijno dochter en hare vriendin bij mogelijk gevaar niet alleen zouden zijn, zoo dreef de nieuwsgierigheid hem toch, om even daarbinnen een kijkje te nemen. van de opvoering van „f&ul en David" om dat daarover onder Geref. verschil van oordeel mogelijk is«Deze uitspraak is ge speend aan alle blslistheid van overtui ging en sanctionneert want die uit spraak i3 van invloed op onze jonge men- schen het tooneel. Daarpm komt deze uitspraak in tegenspraak met het oordeel en de uitspraak van Directeuren. Spr. leest namens het Comité Ermelo een motie voor, luidende: De Algemeene Vergadering der Ver eeniging voor Hooger Onderwijs» op Ge- lef. grondslag, gehouden den 3d'en Juli 1924 -te Utrecht. Kennis genomen hebbende van de ver klaring van Directeuren en Curatoren der Vereen, voor Hooger Onderwijs op Geref, grondslag, bijeen 10 Juni 1924, en van het besluit van den Senaat der Vrije Univer siteit, bijpen op 1G Mei 1924, spreekt als haar oordeel uit: a. dat zij instemt met de verklaring van Directeuren en Curatoren over de tooneel- voorstelling „Saul en David", omdat daar uit spreekt de noodige beslistheid van overtuiging, en omdat, daarin gelegen zijn waarborgen voor de toekomst. b. dat zij niet instemt, met het besluit van de Senaat der V." U. betreffende die looneelvoorstclling, omdat d'aarin gemist wordt de nocdige beslistheid van overtui ging, en derhalve voor de toékemsb de noodige waarborgen ontbreken. Zij noodigt daarom den Senaat der V. U. alsnog uit, opnieuw zijn oordeel over het voorgevallene r.it te spreken, en gaat over tot de orde van den dag. De lieer F. Boss, Scheveningen, meent dat niet de opvoering zelf, maar de verkla ring van den Senaat schade heeft gedaan. Do Senaat toch nam een houding aan. die tot nog toe op ons terrein onbekend was. De motie, die spr. in had moeten dienen is d'öor de motie-Erinelo overbodig. De heer J. Schouten, van Rotterdam heeft het woord gevraagd, erndat hij in de gedachte leeft dat tot nog toe e?n zeer belangrijk element is over het hoofd ge zien. Het gebeurde is een verschijnsel, dat een oorzaak heeft, die wij van achteren moeten zoeke/i. Het v^il spr. voorkomen, dat dit veel belangrijker is dan al het an dere. De statuten van onze V. U. genieten het voorrecht in staat gesteld te worden tob wetenschapsbeoefening. Zij genieten dat voorrecht, omdat onze Gercf. volk be reid is om offers te brengen. Hoe is heb nu ter wereld mógelijk, dat studenten van de V. U. hun kennen en hun kruinen, hun krachten en hun tijd in de eerste plaats disponibel stellen voor het werk waarover het in deze discussie gaat. Op heb gebied van denken en weten is er voor ons, Ge reformeerden, een taak. En die groote taak moet in do naaste toekomst verricht, worden door hen, die studeeren aan de V. U. Hebbeni zij dan niet beseft, dab het voorbereiden tot die taak vraagt al hun kracht en him tijd? Hoe komt het, dat liet zoo is? Dat is voor ons volk van ineer belang dan de tocncelkwestie. Die kunnen wij met elkaaf oplossen, doch daarmee is niet anders geworden wat anders moet zijn, wil er voor onze V. U. en voor ons Geref. leven een toekomst zijn. Spr. vraagt daaromHoe komt het, dat bij zulk een grootsche roeping cn voor recht *in onze studentenwereld zich symp- tonen openbaren, die aanduiden, dat men de groctschheid van die roeping en het voorrecht niet beseft? Wij spreken over gemis aan contact lus- schen professoren en studenten. Er is ech ter bij alle ding een wisselwerking. In het dóór Spr. getee-ker.de ligt een .schuld vöor de professoren zoowel als voor de studen ten- Is er ten. aanzien van do primordiale beginselen wijfeling, geschokt heid in overtuiging, waaruit voortvloeit verslapping? Studenten, professoren en directeuren zullen zich in eigen kring met elkaar moe ten beraden. (Luid applaus). Studenten moeten niet aan onze professoren behoe ven .te*vragen wat zij er van denken. Zij moeten het weten/. (Luid applaus). Wij wenschen voorlichting die trouw gegeven wordt met wetenscliappelijken ondergrond maar ook met een vast geloof. (Luid ap plaus). Ds. H. K. van Dijk. van Nes en Wie- ruihj vindt' dat een en ander gekomen is na den dood van Dr. Kuypcr. Spr. meent dat de zaak niet behandeld had mooten worden in d'e Kerkboden. Directeuren en Curatoren hadden deze zaak in eigen ki*ing moeben behandelen. In hot. hooge Noorden voelt men onmiddellijk dat als Querido over „Saul en David" begint, het mis is. Spr. stelt een -motie yoor, waarin mede betreurd wordt, de wijze waarop hierover Het schip der kerk was nagenoeg ledig, doch hoe steeg zijne verbazing, toen hij de'koninklijke familie daar zag en -bijna de gansche hofhouding! Hoe was 't mogelijk, dat do koning en de koningin hier ïilstig konden nederzit- ten, terwijl ginds elk oogenblik de heete strijd voor hun bestaan en het lot van Bo- heme kon aangevangen worden! De tekst voor dien Zondag was: „Geef den keizer, wat des keizers is!" Een treurige glimlach speeïde om de lippen van den ouden landrechter, toen hij dien tekst hoorde lezen. Onwillekeurig dwaalden zijne oogen naar de zetels van het hof en ze hieven op den koning rusten. Indien deze_pok maar niet in der waar heid zich heden dezen tekst door de vijan den des lands hoorde verkondigen, doch op gansch andere wijze dan de predikant dit waarschijnlijk meendo te deen! Indien zij hem heden maar niet nood zaakten den keizer de hem ontweid igdo kroon van Bolieme weder te geven! Doch dan zou het de eigen schuld eens konings zijn, die nu den keizer althans niet wist te geven, wat des keizers was. Immers de legers des keizers daarbui ten eischten, dat Frederik zich met al zijne kracht en met allen ernst tegenover hen stelde! Daar moest de koning zijn, aan de spits In publieke geschriften, bijzonder de Re formatie en de Overtoomsche Kerkbode,, geschreven is, en wordt- uitgesproken dat wat binnenshuis geschiedde, binnenshuis wordt behandeld. De Voorzitter stelt voor in de motie van Ermelo weg te laten de opdracht aan Di recteuren en Curatoren. Geroep: neen! neen! Spr. meent, dat het 't beste is Directeu ren en Curatoren het verder te laten af werken met hoogleeraren. Laat men ©enig vertrouwen geven om de zaak nu binnenkamers af te doen. Doet men dat niet, dan is het conflict geko men. Prof. Dr. A. G. Honig, Kampen, gaa.t accoord met wat- de voorzitter gezegd hoeft. Het doet spr. zeer leed. dat er aan leiding is gegeven tot deze besprekingen. Spr. meent, dat de zaak anders geloopen zou zijn, als ze niet door een hoogleeraar van de V. U. in „De Reformatie" op oen verkeerde wijze was behandeld. Geroep: volkomen juist. (Applaus). Als een zaak zoo is aan/5 vat, wordt men allicht van de hoofdzaak afgeleid. De studenten hebben, wat ze verkeerd doden, voorbijgezien. Ook de wijze waarop zij bestraft werden. Spr. dringt er tenslotte op aan, overeenstemming te zoeken in den geest van de moties van Directeuren en Curatoren. M r. V. H. Rutger s, 's-Gravemhage, wijst op ce moeilijkheid, die er. bestaat in liet contract tusschen professoren cn studenten. Daarom acht spr. het niet. juist een bepaalde methode daarvoor aan te geven, zooals in de motic-Ermelo is ge daan. Dr. Scheurer meent, dak als gebeurt wat de voorzitter voorstelt, het Geref. volk er nieU meer van hoort. (De voorzit ter ontkent dit). Spr. wil zooveel mogelljlc helpen om conflicten te voorkomen en is daarom be reid een wijziging in de motie aan te bren gen en. punt B te laten vervallen, doch daarvoor in de plaats te stellen de zinsne de: ..Zij noodigt Directeureu en Curatoren uit deze aangelegenheid met den Senaat te beha Adelen om te trachten baar tot een goed einde te leiden en den uitslag dier behandeling ter kennis te brengen van het Geref. volk." (Applaus.) Prof. D r. V. Hepp, Amsterdam, zegt, dat hij onder de tooncelquaeetie gebukt gait, vooral omdat hij merkt, dat de fei ten anders worden voorgesteld dan ze zijn. Toen spr. zijn artikelen schreef in ,Dc Reformatie" heeft hij geschreven vóór ons Geref. volk en tegen een gedeel te van ons Geref. volk. Als spr. geweten had, dat het ging tegen dc studenten had hij liet niet gedaan. Spr. wist echter niob beter, dan diat er een pac.r studenten bij waren. Dat spr. een vuile wasch, die bin nen had moeten worden behandeld, bui- ten heeft gebracht, daartegen moet hij ernstig protcsteeren. (Prof. Honig zegt: Dat aanvaard ik niet.) Spr. heeft aan de alarmklok getrokken. Waub spr. meende: Het mocht niet zoo passeeren. Hij wilde opkomen vjor heb Geref. beginsel, opdat wij niet zouden af glijden. Dat gevaar is -toch niet denkbeel dig. Heeft spr. te hard getrokken dan kan dat. maar dat is beter dan dat er niet ge trokken was. (Applaus.) Iieeft spr. ooit een iehard woord gesproken 1 M?n verge ve het hem. Wie niet in woorden struikelt, is een volmaakt man. Wij moeten de din gen in hun verband nemen. En wij moe ten dan zeggen: wij mcetm terug naar den tijd der beginselen, laat ons weer beginnen met elkaar te vertrouwen. Begin niet mot de Universiteit te wantrouw -n. Het verheugt spr., dat Dr. Scheurer de motie heeft willen wijzigen. Prof. W. Gee sink, met ImS applaus ver welkomd, zegt, dat het voorncvalleno ook door hem betreurd wordt. Bet moc-t nooit weer gebeuren. S^r. is vooral gefrappeerd door het woord van den heer Schouten. Er zijn oorzaken te zoeken. Een uorzaak bij dc jongens was, het moeilijk© probleem tusschen Christendom en Cultuur. Het tooneel ,.an sieli" i^, naar spr/s. meening, niet enkel duivelswerk. Prof. Dr. H. H. Kuypc: be the art, dat de studenten deze opvoering hebben gegeven. »Spr. zou, als hij moest kiezen, dc motie van Directeuren en Curatoren verkiezen boven die van den Senaat. Men moet.zicli echter niet inbeelden, dat do professoren over de studenten alles te zeggen hebben. Er zijn aan de V. U. ook studenten, die niet van onze richting zijn. Het gaat niet aan de V. U. en do hoog leeraren aansprakelijk to stellen, voor al les wat dc studenten deen. Ii\ het Regle ment van Tucht, door de oprichters van zijner soldaten, niet hier. Vol ergernis verliet de landrechter de kerk cn vervolgde hij den w<^^iaar sijne woning, het hoofd naar den grond gebo gen en in droef gepeins verzonken. Zoo had hij niet eens opgemerkt, dat een man van do overzijdo der straat plot- sling op hem toeliep, en eerst toen deze voor hem stond en hem den weg versper de, zag hij op. „Gij hier, Zeni!" riep de heer Werner verhaasd. „Dus gij herkent mij, heer landrech ter!"- 1 „Ja, ofschoon uw uiterlijk zóó veran derd is, dat ik mij inderdaad bezinnen moest! Doch wat womscht gij van mij? Hebt gij hulp noodig?" „Ik dank u, heer landrechter," ant woordde de man, die, bij een wild uiter lijk, zóo vreemd gekleed was. dat ge hem voor een Oosterling of een Zigeuner hadt kunnen verslijten. ..Ik dank ul Dank zij do teedere zorge van de jonkvrouw, uwe doch ter, is mijne vrouw thans hersteld. De 9teun, welken ik vóór ©enige ipaan- de van u ontving, heeft mij geheel in staat gostcld, mijne rechten op mijn huis te doen gelder, zoodat ook dit in ons bezit is Do strijd wekt al meer de behoefte aan mijne werktuigen. Doch iets anders dringt mij tot u en reeds ben ik aan uw© "woning geweest, do V. U. samengesteld, werd niet opgeno men wat op 't. oogenblik is geschied. Er zal een wijziging moeten komen in dit Re glement, om daaraan een eind te maken. Natuurlijk kan men wel zedelijken invloed gebruiken. En spr. weet. dat althans door de Theologische Hoogleeraren ernstig met de studenten gesproken is. Maar de stu- dCnten zijn geen schooljongens. De vraag moet onder de oogên gezien worden of het Reglement niet gewijzigd moet wor den. •Spr. vraagt, of men weer beginnen wil, vertrouwen in de hoogleeraren te stellen en niet alles wnt de studenten doen op hun schouders te leggen. De wensch, dat er meerder contact kome onderschrijft spr. ten volle, maar dat hangt ook af van de studenten. (Applaus.) Ds. van Dijk trekt zijn 'motie in. De gewijzigde moti e-E r- melo wordt onder ap plaus bij acclamatie aan genomen. In het Bestuur worden gekozen de hce- ren Tyo H. van Eeghen, G. Wolzak Hzn% en Mr. G. H. A. Grasheide, In de commis sie van toezicht op het geldelijk beheer wordt gekozen de heer Balhuizen. De morgen-vergadering worit hierna '.5 kwart over ©en geschorst tot half drie. ALS DE VROUW REIST. Wij vonden de volgende aardige be schrijving van oen vrouw, die op reis gaat. Zij komt in een vigelante aan het sta tion ruim anderhalf uur voor dat de trein vertrekt. Zij is er op gesteld naast en te gen haar bagage te gaan zitten, uit vrees dat die gestolen zal worden. Zij i3 zwaar beladen met haar réticule, parapluie, pa rasol, een trommeltje, een kleine bloempot met een plant, d;e op sterven na dood is, haar boa. een zakje met ulevellen, en een hengelmandje (zij reist nooit zonder een réticule en een hengelmandje) en telkens vliegt zij met al die bezittingen naar de deur. als er- een locomotief fluit of ran geert in de meening, dat hot haar trein is. Herhaalde malen begeeft zij zich naar het loket en tikt met den knop van haar parapluie tegen het raampje, zonder, ge hoor te krijgen. Dan -vraagt zij met veel omhaal van woorden aan een bestelier of d'o soms weet waarom zij geen gehoor krijgt. Als deze haar mededeelt, dat ze nog een goed udr den tijd heeft, gelooft ze aan een valstrik. Ongeloovig gaat ze weer naar de wacht kamer en vraagt met bevende stem oen kop koffie, die zij gloeiend heet nutt'gt, vol angst dat de trein haar zal verro ken. Na een half uur stil gezeten te hebben, ofschoon telkens opschrikkend a's dc deur der wachtkamer geopend wordt, waagt zij zich op het perron en vraagt aan ieder een of de trein nog met komt en waar die afgaat, en met glazige oogen ziet zij naar de groote stationsklok c-n vraagt aan den portier hoe laat of het is Met ontsteltenis ziet zij hoe twee man nen op haar koffer gaan zitten, dien men dadelijk in ontvangst genomen heeft Als ze het adres maar met beschadigen! F,n daar zetten zij het koffer onderstboven op een handwagen on zij heeft er nog wel opgezet: Recht houden. Voorzichtig behandelen. Voor reecn te bewaren. Breekbaar. N'et schudden en n:et harl neergooien, 'i Is of die kere's het ex pres doen. Zij becceft zich naar hun toe en brengt hun het laakbare van bun ge drag onder het oog. Hoewel z j 't ©erst present was. i- zii de laatste d:e een kaartje neemt cn het scheelt bitter weinig of de trein gaat v\ik voor haar neus weg. Eens in den trein gezet, verkeert zij lot aan het einde der reis ia een onafgebroken doodsangst, dat zij in oen verkeerde, coupé z't en in een- onbekend Land zal aanko men. Ook is zij cr niet heel zeker van dat zijn niet wreedaardig vermoord wor den; verleden week heeft ze nog zoo'n Ta-» r'ghcid in de krant gelezen. Iedere hef tige beweging van den heer Wpnovor baar doet haar on-tste'len. Aan allen, zon der onderscheid iaat zij haar plrn^ke-vr ije zien, dat zij gedurende den pehcèlcn rit krampachtig in haar hanrl houdt Gelukkig komt zij behouden aan; 'n zucht van verlichting ontsnapt haar a's zij hare familie aan 't slation z;et om hear- af te halen. Met een inn'g gevoel van deuk- baarheid verlaat zij den trein en deze is al tien kilometer ver weg voordat haar te binnen schiet, dat zij in haaf verbou wereerdheid réticule, parapline, parasol, trommeltje, bloempot, boa. zak ie met ule vellen, mof ©n hengelmandje in den wa gon heeft laten liggen of in 't station: al 'was haar leven ermee gemoeid, zij zou mot kunnen zeggen waar. waar ik tot mijn. leedwezen uwe afwezig heid vernam. Indien de zaak,- welke ik u wensch te mede te deelen, dan ook niet den grcoM» n opoed had, zou ik het niet 'gewaagd eb ben, 11 op den openbaren weg aan te apre- ken." „Wat hebt dan, Zeni?" vroeg d: land rechter ongeduldig. „Hm, landrechter, Praag zal vallen! Uw koning Frederik draagt z'jn kroon heden voor het laatst!" ..Ho© weet gij dat?" „Ik heb het in de sterren gelezen. Zijn noodlot staat vast: geen keizer ter we-» reld, die daaraan af of toe zou kunnen! doen!" „Gij weet. Zeni, dat ik niet veel waarde hecht aan 't geen gij ©n anderen uit de Sterren weet te verhalen." „Ik weet het, heer landrechter, en war® het slechts om u dit mede te deelen, ik zou het niet gewaagd hebben, -u in uwe wande ling te storen. Maar indien het nu eens mocht blijken, dat ik goed gelezen heb, indien de uwen verslagen worden, indien Praag in de han den der wrecdo en dweepzieke keizerlijken valt. indien ik waarlijk eens recht gezien had en de ster. -die het koninklijk huid^ reeds nabij ia. ook u vijandig tegen-», treedt.*." h (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5