Tweede Bladj
Vrijdag 4 Juli 1924
BINNENLAND
De reorganisatie van het Hooger Onderwijs
Naar wij van bevoegde zijfle vernemen,
beeft de Staatscommissie in zake de reor
ganisatie van bet Hooger Onderwijs baar
rapport ingediend, waarin o.a. wórdt aan
bevolen, dat de Veeartsenijkilndige Hooge-
school te Utrecht als afzonderlijko facul
teit zal worden overgebracht naar de
Utrechtsche Universiteit.* Men verwacht
van dezen maatregel in de toekomst een
'groote bezuiniging^ aangezien de propae-
deutlscbe vakken voor de medische en
veterinaire studenten grootendeels dezelfde
zijn, zooda_t het aantal hoogleeraren, con
servatoren en assistenten geleidelijk ver
minderd zou kunnen worden.
Höl vrouwelijke personeel bij dH
Spoorwegen.
In verband met de ontwerpregeling in
zake de uitkeering, die door de directie
der Nederlandsche Spoorwegen aan' het
gehuwd vrouwelijk personeel bij ontslag
zhl worden gedaan, n.l. voor ieder jaar
dienst een maand bezoldiging tot een
maximum van tien maanden, heeft, naar
wij vernemen, het hoofdbestuur van den
Neutralen Bond van Spoorwegpersoneel
een schrijven gericht. Hierin zet het uit
een, dat het er de voorkeur aan geeft, dat
art. Ill van het R.D.V. ongewijzigd
blijt, zoodat het gehuwd vrouwelijk perso
neel niet anders zal behandeld worden
dan ander personeel, dat ontslagen wordt.
Het geringe aantal, ongeveer 15 gevallen,
en vermoedelijk betrekkelijk klein aantal
dienstjaren, zouden geen bezwaar daarte
gen kunnen opleveren.
Handhaving van art. 111 voor dit per
soneel beteekent bij dienstopzegging voor
'ieder jaar dienst 70 dagen bezoldiging.
Het verschil is voor de vijftien heirok
ken personen zeer groot.
Het ontwerp-Tariefwet.
De Commisïe uit de Nederlandsche Ver-
eeniging van Aardewerkfabrikanten heeft
Ibij de behandeling van de voorgestelde
wijziging der Tariefwet in een; vergadering
te Maastricht aan de Tweede Kamer een
telegram gezonden, waarin zij mededeelt
kennis genomen te hebben van dit Ontwerp
en zich voorstelt in een adres de bezwaren,
hiertegen uitvoerig uiteen te zetten, doch
reeds nu wil wijzen op de fnuikende ge
volgen, die de aanneming van dit Ontwerp
voor de aardewerkindustrie zoude hebben
en daarom verzoekt niet over te gaan tot
vaststelling van een Voorloopig Verslag,
alvorens van voornoemd adres l'e hebben
kennis genomen.
Credfct Handelskamer.
De Landelijke Bond van Confectiefabri-
kanten, gevestigd te Rotterdam, hoeft aan
'de Tweede Kamer een adres gericht inza
ke de voorgestelde credietverleening aan
de Handelskamer. In dit adres jvordt o.m.
gezegd, dat deze instelling, die reeds een
regeeringscrediet genoot van f 3.342.000,
ondanks deze buitengewoon bevoorrechte
positie 'bijna aldoor verliezen leed, wel be
wezen heeft, geen levensvatbaarheid te be
zitten.
Er is geen enkele reden om aan te ne
men, dat de volgende jaren voor haar be
drijven gunstiger zuTTen zijn.
De adressant geeeft daarom, in ernstige
overweging in 's lands belang en ter wille
van de rechtvaardigheid tegenover het
vrije zakenleven deze zonderlinge protec
tie niet te bewilligen.
Wijziging'wetboek van strafrecht
Blijkens de Memorie van Antwoord op
bet Voorloopig Verslag betreffende het
ontwerp van wet tot wijziging en aan
vulling van het "Wetboek van Strafrecht
met betrekking tot de uitlokking, is het
verzet, in de Tueede Kamer tegen dit ont
werp gerezen, den Minister niet verklaar
baar geweest. De strafbaarstelling der hier
bedoelde gevaarscheppende handeling ligt
'geheel binnen het kader van do bestaando
bepalingen van ons Wetboek. Men heeft
niet de aanvulling van een leemte te doen,
'die uoodig is, omdat de straffeloosheid om
do ft'ging tot uitlokking de kans op mis-
drikeri vermeerdert
FSUfLLSTOSfS
De Sterren hadden gelogen-
Verhaal uit den der tig jarigen oorlog.
'10)
Velen meenden, dat een koning, die het
voornemen had zijn volk, als heb er op
aankwam, aan zijn lot over te laten, de
kroon en den schep ter maar voor waar
diger hoofd en hand moest achterlaten.
Anderen dachten, dat zulke zware voor-
Werpen den vluchtenden koning tot ballast
eouden zijn.
Zoo had de een dit en een ander weer
wat anders, naar Wilhelm zeide, maar
allen oordeelden het schandelijk, en ik
moest ronduit zeggen: ik denk er evenzoo
over, al heb ik weinig verstand van zulke
zaken.
Heden schijnt hij weer geheel zonder
zorg te zijn.
Nauwelijks toch was vader uitgegaan,
«of oen buitengewone drukte op de straat
trok zijne aandacht.
Ik kijk even buiten de deur en, och ja,
do koning en de koningin gaan met hunne
gansche hofhouding ter kerke!
Kunt ge u zoo iets nu begrijpen. An-
'drea?"
't Was misschien maar goed, dat de
l iêïugkomst van den landrechter de eenir
De J. C. G. 0. B.
De algcmeene 'vergadering van den Jon
gelieden Christen. Geheelonthouders Bond
zal dit jaar gehouden worden op 5 en G
Augustus a s. te Arnhem. Daar komt o.a.
aan de orde een voortstel van het hoofd
bestuur, tot fusie met den Aig. Ghr. Jonge
lieden Geheelonthouders Bond.
De bevaarbaarheid van de Schelde
De „Stand" te Brussel meldt, dat Za
terdag 1.1'. een boot met 39 voet diepgang
zonder hef minste lélsel door den pas van
Rilland kwam. De pas van Bath werd voor
loopig nog benuttigd, alhoewel sinds ette
lijke dagen opgezegd, om reden dat er in
den pas van Rilland nog niet de gewensch-
te diepté bekomen werd. Nu dit echter niet
meer het geyalis want men heeft nu
een diepte van minstens zes meter bij lage
tij zal de pas van Bath voor de
scheepvaart gesloten worden, en zal er
natuurlijk aldaar niet meer gebaggerd
Worden.
£e Rilland wordt nu over dag gebaggerd
met één en 's nachts met twee bagger-
booten. Wat de pas van Krankeloon be
treft is men "met het baggeren op het
Qinde.»
KEBK Eia SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Aangenomen. Naar RijnsburgA'.
Altena te Balk; naar Nieuw© Schans:
cand. B. J. Aris te Drachten.
I CHR. GEREF. KERK.
Beroepen. Te Steenwijk: P. de Smit
t© Nieuwe Pekela.
Bevestiging. Intréde. Afscheid.
D s. S. Ybema hoopt 6 Juli intrede te
doen bij de Geref. Kerk van Hijkersmikle,
na aldaar bevestigd te zijn door Ds. Ub-
bink, van Roodeschool.
Cand. C. P. Burger hoopt op 10
Augustus a.s. intréde. te doen bij de Ned.
Herv. Gcm. te Zweeloo.
Stichting van een Herv. kerk.te
Amsterdam.
In de Ned. Herv. Gem. te Amsterdam
is een commissie gevormd bestaande uit
de Heeren' ds. L. C. W. Ekering, ds. A. G.
H. v. 'Hoog-enhuyzen cn A. R. Ophorst, I.
I. Groenewegen, P. v. d. Kamp cn G. 1.
Spits voor de stichting van een nieuwe
kerk in de Indische Buurt. Op 9 Juli zal
in „Eltheto", Javastraat 118, een groente
vergadering worden' belegd om tot uit
voering der plannen te komen.
Over de vraag of heb een „productieve
bouw" zal zijn. d.w.z. een huizencomplex,
met een kerk in het midden, of een kerk
alleen!, heeft de Kerkeraad nog geen be
slissing genomen.
Geen vereeniging.
Het voorstel om de Oud-Geref. gemeen
te te Eist te vereenigeni met die te Rhe-
nen ,werd verworpen. ,s ;>i,
De Vrije en' het tooneel.
Nadat Woensdag ©en wetenschappelijke
Samenkomst was gehouden, had gisteren
te Utrecht de Jaarvergadering van de
Vereen', voor Hooger Onderwijs op G. G.
plaats, onder leiding van Dr. J. C. de
Moor.
In zijn openingswoord wijdde de voor
zitter terwijl'de aanwezigen zich van .hun
ne zetels verhieven, woorden van dankba
re waardeering aan de nagedachtenis van
'Jhr. A. F. de Savornin Lohman.
Nadat het jaarverslag was goedge
keurd kwam
de tooneelkwestio
aan de orde.
Ds. J. G. Scheurer van Ermelo wees
op het verblijdende feit, dat het Gercf.
volk gezond heeft gereageerd op het ge
beurde.
Er is een antwoord gegeven door den
Senaat en door de Directeuren en Cura
toren. Spr. treedt in een beschouwing over
deze antwoorden.
Hij bespreekt eerst die van Directeuren
on Curatoren. Daarin wordt toch aan onf
volk iet« gegeven, waaraan het behoefte
had waardoor het vertroost werd.
Vervolgens bespreekt spr. de motie van
deli Senaat van Hoogleeraren. Als spr.
daarop critiek moet uitoefenen, dan komt
die niet voort uit lust tot critiek, maar
uit waarachtige liefde voor de V. U. eni
voor ons Geref. volk.
Er wordt niet uitgesproken, dat de Se
naat er leed over draagt. Hij heeft er
slechts kennis van genomen. Een oor
deel wenscht hij niet uit te spreken over
de 'theoretische en practische beteekenis
germate oproerige gesprekken der beide
vriendinnen, stoorde.
Do gelaatstrekken van den ouden Wer
ner spraken in 't geheel niet van opge
ruimdheid des harten.
Hij had zich naar de wallen hegeven,
om te zien, of men nog te elfder ure be
sluiten zou don 'strijd aan te vangen, alvo
rens Boucquoy zich met de Beierschen en
met Tilly zou vereenigd hebben.
Reeds was het te laat.
Boucquoy was al op het slagveld ver
schenen.
Zoo had men dan moedwillig en door
louter ijdelheid gedreven eene laatste kans
op een mogelijke zegepraal laten verloren
gaan.
Immers -het stond bij den ouden Werner
vast, dat de verdeeldheid onder de aan-
voeders het leger straks even spoedig be-
rooven zou van de voordeelen, welke do
sterke stelling het overigens bood.
Geërgerd over - zooveel roekeloosheid,
nam hij den terugtocht aan.
Uit het kerkgebouw, waarlang* zijn weg
leidde, klonk hem een zwak psalmgezang
tegen.
Ofschoon hij besloten hacf dezen morgen
de godsdienstoefeningen niet bij te wonon,
opdat zijno dochter en hare vriendin bij
mogelijk gevaar niet alleen zouden zijn,
zoo dreef de nieuwsgierigheid hem toch,
om even daarbinnen een kijkje te nemen.
van de opvoering van „f&ul en David" om
dat daarover onder Geref. verschil van
oordeel mogelijk is«Deze uitspraak is ge
speend aan alle blslistheid van overtui
ging en sanctionneert want die uit
spraak i3 van invloed op onze jonge men-
schen het tooneel. Daarpm komt deze
uitspraak in tegenspraak met het oordeel
en de uitspraak van Directeuren.
Spr. leest namens het Comité Ermelo
een motie voor, luidende:
De Algemeene Vergadering der Ver
eeniging voor Hooger Onderwijs» op Ge-
lef. grondslag, gehouden den 3d'en Juli
1924 -te Utrecht.
Kennis genomen hebbende van de ver
klaring van Directeuren en Curatoren der
Vereen, voor Hooger Onderwijs op Geref,
grondslag, bijeen 10 Juni 1924, en van het
besluit van den Senaat der Vrije Univer
siteit, bijpen op 1G Mei 1924,
spreekt als haar oordeel uit:
a. dat zij instemt met de verklaring van
Directeuren en Curatoren over de tooneel-
voorstelling „Saul en David", omdat daar
uit spreekt de noodige beslistheid van
overtuiging, en omdat, daarin gelegen zijn
waarborgen voor de toekomst.
b. dat zij niet instemt, met het besluit
van de Senaat der V." U. betreffende die
looneelvoorstclling, omdat d'aarin gemist
wordt de nocdige beslistheid van overtui
ging, en derhalve voor de toékemsb de
noodige waarborgen ontbreken.
Zij noodigt daarom den Senaat der V.
U. alsnog uit, opnieuw zijn oordeel over
het voorgevallene r.it te spreken,
en gaat over tot de orde van den dag.
De lieer F. Boss, Scheveningen, meent
dat niet de opvoering zelf, maar de verkla
ring van den Senaat schade heeft gedaan.
Do Senaat toch nam een houding aan. die
tot nog toe op ons terrein onbekend was.
De motie, die spr. in had moeten dienen
is d'öor de motie-Erinelo overbodig.
De heer J. Schouten, van Rotterdam
heeft het woord gevraagd, erndat hij in de
gedachte leeft dat tot nog toe e?n zeer
belangrijk element is over het hoofd ge
zien. Het gebeurde is een verschijnsel, dat
een oorzaak heeft, die wij van achteren
moeten zoeke/i. Het v^il spr. voorkomen,
dat dit veel belangrijker is dan al het an
dere. De statuten van onze V. U. genieten
het voorrecht in staat gesteld te worden
tob wetenschapsbeoefening. Zij genieten
dat voorrecht, omdat onze Gercf. volk be
reid is om offers te brengen. Hoe is heb
nu ter wereld mógelijk, dat studenten van
de V. U. hun kennen en hun kruinen, hun
krachten en hun tijd in de eerste plaats
disponibel stellen voor het werk waarover
het in deze discussie gaat. Op heb gebied
van denken en weten is er voor ons, Ge
reformeerden, een taak. En die groote
taak moet in do naaste toekomst verricht,
worden door hen, die studeeren aan de V.
U. Hebbeni zij dan niet beseft, dab het
voorbereiden tot die taak vraagt al hun
kracht en him tijd? Hoe komt het, dat
liet zoo is? Dat is voor ons volk van ineer
belang dan de tocncelkwestie. Die kunnen
wij met elkaaf oplossen, doch daarmee is
niet anders geworden wat anders moet
zijn, wil er voor onze V. U. en voor ons
Geref. leven een toekomst zijn.
Spr. vraagt daaromHoe komt het, dat
bij zulk een grootsche roeping cn voor
recht *in onze studentenwereld zich symp-
tonen openbaren, die aanduiden, dat men
de groctschheid van die roeping en het
voorrecht niet beseft?
Wij spreken over gemis aan contact lus-
schen professoren en studenten. Er is ech
ter bij alle ding een wisselwerking. In het
dóór Spr. getee-ker.de ligt een .schuld vöor
de professoren zoowel als voor de studen
ten- Is er ten. aanzien van do
primordiale beginselen wijfeling, geschokt
heid in overtuiging, waaruit voortvloeit
verslapping?
Studenten, professoren en directeuren
zullen zich in eigen kring met elkaar moe
ten beraden. (Luid applaus). Studenten
moeten niet aan onze professoren behoe
ven .te*vragen wat zij er van denken. Zij
moeten het weten/. (Luid applaus). Wij
wenschen voorlichting die trouw gegeven
wordt met wetenscliappelijken ondergrond
maar ook met een vast geloof. (Luid ap
plaus).
Ds. H. K. van Dijk. van Nes en Wie-
ruihj vindt' dat een en ander gekomen is
na den dood van Dr. Kuypcr. Spr. meent
dat de zaak niet behandeld had mooten
worden in d'e Kerkboden. Directeuren en
Curatoren hadden deze zaak in eigen
ki*ing moeben behandelen. In hot. hooge
Noorden voelt men onmiddellijk dat als
Querido over „Saul en David" begint, het
mis is.
Spr. stelt een -motie yoor, waarin mede
betreurd wordt, de wijze waarop hierover
Het schip der kerk was nagenoeg ledig,
doch hoe steeg zijne verbazing, toen hij
de'koninklijke familie daar zag en -bijna
de gansche hofhouding!
Hoe was 't mogelijk, dat do koning en
de koningin hier ïilstig konden nederzit-
ten, terwijl ginds elk oogenblik de heete
strijd voor hun bestaan en het lot van Bo-
heme kon aangevangen worden!
De tekst voor dien Zondag was: „Geef
den keizer, wat des keizers is!"
Een treurige glimlach speeïde om de
lippen van den ouden landrechter, toen hij
dien tekst hoorde lezen.
Onwillekeurig dwaalden zijne oogen
naar de zetels van het hof en ze hieven
op den koning rusten.
Indien deze_pok maar niet in der waar
heid zich heden dezen tekst door de vijan
den des lands hoorde verkondigen, doch
op gansch andere wijze dan de predikant
dit waarschijnlijk meendo te deen!
Indien zij hem heden maar niet nood
zaakten den keizer de hem ontweid igdo
kroon van Bolieme weder te geven!
Doch dan zou het de eigen schuld eens
konings zijn, die nu den keizer althans
niet wist te geven, wat des keizers was.
Immers de legers des keizers daarbui
ten eischten, dat Frederik zich met al zijne
kracht en met allen ernst tegenover hen
stelde!
Daar moest de koning zijn, aan de spits
In publieke geschriften, bijzonder de Re
formatie en de Overtoomsche Kerkbode,,
geschreven is, en wordt- uitgesproken dat
wat binnenshuis geschiedde, binnenshuis
wordt behandeld.
De Voorzitter stelt voor in de motie van
Ermelo weg te laten de opdracht aan Di
recteuren en Curatoren.
Geroep: neen! neen!
Spr. meent, dat het 't beste is Directeu
ren en Curatoren het verder te laten af
werken met hoogleeraren.
Laat men ©enig vertrouwen geven om
de zaak nu binnenkamers af te doen. Doet
men dat niet, dan is het conflict geko
men.
Prof. Dr. A. G. Honig, Kampen, gaa.t
accoord met wat- de voorzitter gezegd
hoeft. Het doet spr. zeer leed. dat er aan
leiding is gegeven tot deze besprekingen.
Spr. meent, dat de zaak anders geloopen
zou zijn, als ze niet door een hoogleeraar
van de V. U. in „De Reformatie" op oen
verkeerde wijze was behandeld.
Geroep: volkomen juist. (Applaus).
Als een zaak zoo is aan/5 vat, wordt
men allicht van de hoofdzaak afgeleid. De
studenten hebben, wat ze verkeerd doden,
voorbijgezien. Ook de wijze waarop zij
bestraft werden. Spr. dringt er tenslotte
op aan, overeenstemming te zoeken in den
geest van de moties van Directeuren en
Curatoren.
M r. V. H. Rutger s, 's-Gravemhage,
wijst op ce moeilijkheid, die er. bestaat
in liet contract tusschen professoren cn
studenten. Daarom acht spr. het niet. juist
een bepaalde methode daarvoor aan te
geven, zooals in de motic-Ermelo is ge
daan.
Dr. Scheurer meent, dak als gebeurt
wat de voorzitter voorstelt, het Geref.
volk er nieU meer van hoort. (De voorzit
ter ontkent dit).
Spr. wil zooveel mogelljlc helpen om
conflicten te voorkomen en is daarom be
reid een wijziging in de motie aan te bren
gen en. punt B te laten vervallen, doch
daarvoor in de plaats te stellen de zinsne
de: ..Zij noodigt Directeureu en Curatoren
uit deze aangelegenheid met den Senaat
te beha Adelen om te trachten baar tot een
goed einde te leiden en den uitslag dier
behandeling ter kennis te brengen van het
Geref. volk." (Applaus.)
Prof. D r. V. Hepp, Amsterdam, zegt,
dat hij onder de tooncelquaeetie gebukt
gait, vooral omdat hij merkt, dat de fei
ten anders worden voorgesteld dan ze
zijn. Toen spr. zijn artikelen schreef in
,Dc Reformatie" heeft hij geschreven
vóór ons Geref. volk en tegen een gedeel
te van ons Geref. volk. Als spr. geweten
had, dat het ging tegen dc studenten had
hij liet niet gedaan. Spr. wist echter niob
beter, dan diat er een pac.r studenten bij
waren. Dat spr. een vuile wasch, die bin
nen had moeten worden behandeld, bui-
ten heeft gebracht, daartegen moet hij
ernstig protcsteeren. (Prof. Honig zegt:
Dat aanvaard ik niet.)
Spr. heeft aan de alarmklok getrokken.
Waub spr. meende: Het mocht niet zoo
passeeren. Hij wilde opkomen vjor heb
Geref. beginsel, opdat wij niet zouden af
glijden. Dat gevaar is -toch niet denkbeel
dig. Heeft spr. te hard getrokken dan kan
dat. maar dat is beter dan dat er niet ge
trokken was. (Applaus.) Iieeft spr. ooit
een iehard woord gesproken 1 M?n verge
ve het hem. Wie niet in woorden struikelt,
is een volmaakt man. Wij moeten de din
gen in hun verband nemen. En wij moe
ten dan zeggen: wij mcetm terug naar
den tijd der beginselen, laat ons weer
beginnen met elkaar te vertrouwen. Begin
niet mot de Universiteit te wantrouw -n.
Het verheugt spr., dat Dr. Scheurer de
motie heeft willen wijzigen.
Prof. W. Gee sink, met ImS applaus ver
welkomd, zegt, dat het voorncvalleno ook
door hem betreurd wordt. Bet moc-t nooit
weer gebeuren. S^r. is vooral gefrappeerd
door het woord van den heer Schouten.
Er zijn oorzaken te zoeken. Een uorzaak
bij dc jongens was, het moeilijk© probleem
tusschen Christendom en Cultuur. Het
tooneel ,.an sieli" i^, naar spr/s. meening,
niet enkel duivelswerk.
Prof. Dr. H. H. Kuypc: be the art,
dat de studenten deze opvoering hebben
gegeven. »Spr. zou, als hij moest kiezen,
dc motie van Directeuren en Curatoren
verkiezen boven die van den Senaat. Men
moet.zicli echter niet inbeelden, dat do
professoren over de studenten alles te
zeggen hebben. Er zijn aan de V. U. ook
studenten, die niet van onze richting zijn.
Het gaat niet aan de V. U. en do hoog
leeraren aansprakelijk to stellen, voor al
les wat dc studenten deen. Ii\ het Regle
ment van Tucht, door de oprichters van
zijner soldaten, niet hier.
Vol ergernis verliet de landrechter de
kerk cn vervolgde hij den w<^^iaar sijne
woning, het hoofd naar den grond gebo
gen en in droef gepeins verzonken.
Zoo had hij niet eens opgemerkt, dat
een man van do overzijdo der straat plot-
sling op hem toeliep, en eerst toen deze
voor hem stond en hem den weg versper
de, zag hij op.
„Gij hier, Zeni!" riep de heer Werner
verhaasd.
„Dus gij herkent mij, heer landrech
ter!"- 1
„Ja, ofschoon uw uiterlijk zóó veran
derd is, dat ik mij inderdaad bezinnen
moest! Doch wat womscht gij van mij?
Hebt gij hulp noodig?"
„Ik dank u, heer landrechter," ant
woordde de man, die, bij een wild uiter
lijk, zóo vreemd gekleed was. dat ge hem
voor een Oosterling of een Zigeuner hadt
kunnen verslijten. ..Ik dank ul Dank zij do
teedere zorge van de jonkvrouw, uwe doch
ter, is mijne vrouw thans hersteld.
De 9teun, welken ik vóór ©enige ipaan-
de van u ontving, heeft mij geheel in staat
gostcld, mijne rechten op mijn huis te doen
gelder, zoodat ook dit in ons bezit is
Do strijd wekt al meer de behoefte aan
mijne werktuigen.
Doch iets anders dringt mij tot u en
reeds ben ik aan uw© "woning geweest,
do V. U. samengesteld, werd niet opgeno
men wat op 't. oogenblik is geschied. Er
zal een wijziging moeten komen in dit Re
glement, om daaraan een eind te maken.
Natuurlijk kan men wel zedelijken invloed
gebruiken. En spr. weet. dat althans door
de Theologische Hoogleeraren ernstig met
de studenten gesproken is. Maar de stu-
dCnten zijn geen schooljongens. De vraag
moet onder de oogên gezien worden of
het Reglement niet gewijzigd moet wor
den.
•Spr. vraagt, of men weer beginnen wil,
vertrouwen in de hoogleeraren te stellen
en niet alles wnt de studenten doen op
hun schouders te leggen. De wensch, dat
er meerder contact kome onderschrijft
spr. ten volle, maar dat hangt ook af van
de studenten. (Applaus.)
Ds. van Dijk trekt zijn 'motie in.
De gewijzigde moti e-E r-
melo wordt onder ap
plaus bij acclamatie aan
genomen.
In het Bestuur worden gekozen de hce-
ren Tyo H. van Eeghen, G. Wolzak Hzn%
en Mr. G. H. A. Grasheide, In de commis
sie van toezicht op het geldelijk beheer
wordt gekozen de heer Balhuizen.
De morgen-vergadering worit hierna '.5
kwart over ©en geschorst tot half drie.
ALS DE VROUW REIST.
Wij vonden de volgende aardige be
schrijving van oen vrouw, die op reis gaat.
Zij komt in een vigelante aan het sta
tion ruim anderhalf uur voor dat de trein
vertrekt. Zij is er op gesteld naast en te
gen haar bagage te gaan zitten, uit vrees
dat die gestolen zal worden. Zij i3 zwaar
beladen met haar réticule, parapluie, pa
rasol, een trommeltje, een kleine bloempot
met een plant, d;e op sterven na dood is,
haar boa. een zakje met ulevellen, en een
hengelmandje (zij reist nooit zonder een
réticule en een hengelmandje) en telkens
vliegt zij met al die bezittingen naar de
deur. als er- een locomotief fluit of ran
geert in de meening, dat hot haar trein is.
Herhaalde malen begeeft zij zich naar
het loket en tikt met den knop van haar
parapluie tegen het raampje, zonder, ge
hoor te krijgen. Dan -vraagt zij met veel
omhaal van woorden aan een bestelier of
d'o soms weet waarom zij geen gehoor
krijgt. Als deze haar mededeelt, dat ze nog
een goed udr den tijd heeft, gelooft ze aan
een valstrik.
Ongeloovig gaat ze weer naar de wacht
kamer en vraagt met bevende stem oen
kop koffie, die zij gloeiend heet nutt'gt,
vol angst dat de trein haar zal verro ken.
Na een half uur stil gezeten te hebben,
ofschoon telkens opschrikkend a's dc deur
der wachtkamer geopend wordt, waagt zij
zich op het perron en vraagt aan ieder
een of de trein nog met komt en waar
die afgaat, en met glazige oogen ziet zij
naar de groote stationsklok c-n vraagt aan
den portier hoe laat of het is
Met ontsteltenis ziet zij hoe twee man
nen op haar koffer gaan zitten, dien men
dadelijk in ontvangst genomen heeft Als
ze het adres maar met beschadigen! F,n
daar zetten zij het koffer onderstboven op
een handwagen on zij heeft er nog
wel opgezet: Recht houden. Voorzichtig
behandelen. Voor reecn te bewaren.
Breekbaar. N'et schudden en n:et harl
neergooien, 'i Is of die kere's het ex
pres doen. Zij becceft zich naar hun toe
en brengt hun het laakbare van bun ge
drag onder het oog.
Hoewel z j 't ©erst present was. i- zii
de laatste d:e een kaartje neemt cn het
scheelt bitter weinig of de trein gaat v\ik
voor haar neus weg.
Eens in den trein gezet, verkeert zij lot
aan het einde der reis ia een onafgebroken
doodsangst, dat zij in oen verkeerde, coupé
z't en in een- onbekend Land zal aanko
men. Ook is zij cr niet heel zeker van
dat zijn niet wreedaardig vermoord wor
den; verleden week heeft ze nog zoo'n Ta-»
r'ghcid in de krant gelezen. Iedere hef
tige beweging van den heer Wpnovor
baar doet haar on-tste'len. Aan allen, zon
der onderscheid iaat zij haar plrn^ke-vr
ije zien, dat zij gedurende den pehcèlcn
rit krampachtig in haar hanrl houdt
Gelukkig komt zij behouden aan; 'n
zucht van verlichting ontsnapt haar a's
zij hare familie aan 't slation z;et om hear-
af te halen. Met een inn'g gevoel van deuk-
baarheid verlaat zij den trein en deze
is al tien kilometer ver weg voordat haar
te binnen schiet, dat zij in haaf verbou
wereerdheid réticule, parapline, parasol,
trommeltje, bloempot, boa. zak ie met ule
vellen, mof ©n hengelmandje in den wa
gon heeft laten liggen of in 't station:
al 'was haar leven ermee gemoeid, zij zou
mot kunnen zeggen waar.
waar ik tot mijn. leedwezen uwe afwezig
heid vernam.
Indien de zaak,- welke ik u wensch te
mede te deelen, dan ook niet den grcoM» n
opoed had, zou ik het niet 'gewaagd eb
ben, 11 op den openbaren weg aan te apre-
ken."
„Wat hebt dan, Zeni?" vroeg d: land
rechter ongeduldig.
„Hm, landrechter, Praag zal vallen! Uw
koning Frederik draagt z'jn kroon heden
voor het laatst!"
..Ho© weet gij dat?"
„Ik heb het in de sterren gelezen. Zijn
noodlot staat vast: geen keizer ter we-»
reld, die daaraan af of toe zou kunnen!
doen!"
„Gij weet. Zeni, dat ik niet veel waarde
hecht aan 't geen gij ©n anderen uit de
Sterren weet te verhalen."
„Ik weet het, heer landrechter, en war®
het slechts om u dit mede te deelen, ik zou
het niet gewaagd hebben, -u in uwe wande
ling te storen.
Maar indien het nu eens mocht blijken,
dat ik goed gelezen heb, indien de uwen
verslagen worden, indien Praag in de han
den der wrecdo en dweepzieke keizerlijken
valt. indien ik waarlijk eens recht gezien
had en de ster. -die het koninklijk huid^
reeds nabij ia. ook u vijandig tegen-»,
treedt.*." h
(Wordt vervolgd).