Dagblad voor Leiden en Omstreken.
EIDSCHE COURANT
waar agenten gevestigd zijn
nPer kwartaalf2.&0
{Per weekf 0.19
'Franco per post per kwartaal, f2.90
5de JAARGANG.
DONDERDAG 26 JUNI 1924
No. 1244
BureauHooipraeht 35 - Leiden - Tel. Int. S278 - Postrekening 58938
V Kort en zakelijk
'j 'Aan het schrijven van den heer R. A. d.
'O., in antwoord op wat de Banier schreef
over Art. 123 R. R. en wat daarmede in
verhand staat, is nog het volgende ont
leend:
1 De heer Kersten haalt er ook Groen hij.
Met zulk een geharnast ridder achter zich,
is hij natuurlijk sterk tegenover de A. R.
partij. Heeft' men Groen op zijn zijde dan
as men klaar.
„Groen" zegt de schrijver „bepfeit-
,te niet scheiding, maar v e r e e n i-
iging van Kerk en Staat", Kort en zake
lijk redeneert hij aldus:
De Overheid moet. handelen naar de
voorschriften .der zedelijkheid. Slechts die
Redelijkheid heeft betcekeuis, die zich
grondt in het geopenbaarde woord. De
'Overheid is de Stedehouderese Gods, moet
dus openlijk God belijden en vereeren en
jóóds wet tot richtsnoer barer daden en
wetten stellen. En ten slotte, schaamt hij
zich geenszins de letterlijke toepassing te
"vragen van Psalm 2 vers 10 en 11: „Nu
'dan gij koningen, handelt verslandiglijk,
laat IT tuchtigen, gij Richters der aarde.
Dient den Heero met vrecze en verheugt U
met beving".
En van de Kerk spreekt hij onomwonden
rdat zij zich niet mag onttrekken als de
Staat haar medewerking vraagt en dat zij,
naar gezag en invloed voor het
Evangelie heeft te dingen. Te
recht: hoe ge 't wilt bezien, de roeping
van den Stent of de roeping van de Kerk:
vereenijging, *^1 Kerk en Staat, tenzij wij
God willen tergen! De fouten, in die ver-
conigïng weleer gezien, doen aan het prin-
cipieele niets af. Maar dat aloude geluid,
'is vergeten. Aan die duidelijke, eenvoudige
argumenteering met uitspraken van
's Heer en Woord, zijn onze Staatslieden
en leiders ontwassen."
„Kort en zakelijk". Men zou zeggen: de
beer K. geeft Groen een pluimpje o'ver
zijn bondigen betoogtrant.
Maar dat bedoelt de heer K. niet; hij wil
Zeggen: ik vat „.kort en zakelijk" samen,
wat Groen schreef. In dat „korte en zake
lijke" redeneert de schrijver echter
Groen's bedoeling netjes omver.
Dees maar wat Groen na de breede be
schouwing, die hier „kort en zakelijk"
heet weergegeven to zijn, zegt:
„Volgens Vinet, is de vereeniging ten al
len tijde, in aljïe omstandigheden, onder
eiken regeer in gsvorm, een gruwel. (De
scheiding dus een dogma).
1 nl den revolutionairen Staat, ook voor
mij. Tic heb een afkeer van de vereeniging
'in Nederland sedert 1795 scheiding ge
noemd die de Kerk in de uitoefening van
wettige rechten beperkt, in cigenaardigen
invloed belemmert, onder voogdij stelt, en
met verbreking van lieflijker band, in
kluisters legt. Aan deze slavernij behoort
de kerk zich te ontwringen, zelfstandigheid
te hernemen, geen betrekking op zoodani-
gen Staat te verlangen: betrekking enkel
van overheersching en dwang.
Van vereeniging, door verlies van zelf
standigheid gekocht, heb ik afkeer, maar,
terwijl ik deze except!on eel e veroordee
ling wettig, verzet ik mij tegen de alge
meenheid van het vonnis, ongegrond en
ongerijmd; ik zou er willen bijvoegen on
verklaarbaar en raadselachtig zoo ik niet
meende den sleutel van dit geheim te heb
ben. gevonden."
Het wil ons voorkomen*, dat Groen hier,
schoon in andere bewoordingen, niets an
ders zegt, dan wat door ons hoven uit Ons
Program ten aanzien van de Indische
Staatskerk werd geciteerd. En de hoer K.
is in zijn „korte en zakelijke" samenvat
ting wel aherverschrikkelijkst de kluts
kwijt geraakt.
Men zou zeggen, als men niet heter wist,
Groen is hier bezig op geduchte wijze art.
123 R. R. te bekampen.
Natuurlijk heeft hij het daarover niet,
maar leefde hij nog, hij zou zich wellicht
met -dezelfde scherpte nu tegen deze
„s'avernij" keeren.
Want inderdaad stamt art. 123 R. R. uit
„die val'sche notie van den Staat", die
door Vinet gehuldigd en door Groen be
streden wérd, en die haar voorstelling
ontleent aan „het radicale denkbeeld eener
algemeenheid van individuen, naar wier
goedvinden de geconcentreerde massa be
stuurd wordt."
Niet de S. G. P. maar de A. R. P a r t i j
heeft Groen achter zich, als ze beweert,
dat art. 123 R. R. stamt uit „het tijdperk,
waarin de verkondiging van het Evange
lie eigenlijk uit politiek oogpunt niet werd
gewenscht, omdat men daarvan vreesde
verstoring van orde en rust." Wie van het
standpunt van Groen wil overtuigd zijn,
leze slechts volledig wat hij schrijft in zijn
Ongeloof en Revolutie, 2e uitgaaf, blz. 52
62, wat de heer K. wel „kort en zakelijk"
heeft trachten samen te vatten, maar jam
merlijk verminkte.
En als deze schrijver nu dit art. 123
R. R. verdedigt als „een steun voor de zen
ding", omdat het „verwarring en onrust
onder dit onontwikkeld volk voorkomt, en
een soort concurrentie op gebied van
godsdienst weert", dan slaat men toch de
handen in de lucht en vraagt; Meent de
schrijver dit nu werkelijk zóó? Of rede
neert hij er maar op los? Waarom als hij
de dingen niet beter onder de knie heeft,
waagt hij zich aan politieke voorlichting?
We kunnen niet e-ndigen, zonder aan
Ds. Kersten, den leider der St. Geref. Par
tij en redacteur van de Banier, de yraag
te stellen: Vindt gij het niet wenschelij-
ker om nu op te houden met dergelijke on
ware voorstellingen onder Uwe verant
woordelijkheid tegen de A. R. Partij te
laten in het vuur brengen?
Wat meent ge op don duur in den poli-
tieken strijd daarmede te bereiken? Ze
worden toch achterh^ild en weerlegd. En
is het den Christen geoorloofd zijn te
genpartij met oneerlijke wapenen te be-
strijden?
Laat af daarvan. Als gij op verschillen
de punten van politiek beleid met de A. R.
partij van meening verschilt, niemand zal
het U kwalijk nemen. Maar verdedig die
punten dan door positieve argumentatie
van Uw standpunt, niet door valscke exe
gese en heredeneering van hetgeen in do
officieele stukken der A. R. partij, die Uw
lezers niet kennen en dus niet kunnen
controleeren, te lezen staat.
STADSNIEUWS!
Chr. Kweekschool Leiden.
Eindexamen 25 Juni. Geëxamineerd 5
eandidaten. Geslaagd de dames J. Kroon
van Woudssnd. A. W. van Riet van Leiden
J. A. Verheul van Benthuizen, J. v. d. Wiel
van Noord wijk aan Zee en J. J. Heblij
van Leimuiden. De examens zijn afgeloo-
pen. Alle candidatien (15) zijn toegelaten.
Kamer van Koophandel.
De Kamer van Koophandel en Fa-brie
ken voor Rijnland zal a.s. Dinsdag des
n.m. te half drie vergaderen, ter behande*
ling van de volgende pun te/:
1. Opening; 2. Notulen; 3. Ingekomen
stukken; 4. Mededeelingen; 5. Rijksin-
koopbureau; 6. Nieuw ontwerp tarief voor
invoerrechten, retersiemaatregelen; 7. Het
stoppen van trein No. 204 of 161 (vertrek
uit 's-Gravenhage'7.57 uur en 8.13 uur v.m.)
8. Subsidie Nederland in den Vreemde; 9.
Handelsbeurs; 10. Zakelijke -bedrijfsbelas
ting; 11. Rondvraag; 12. Sluiting.
Schietoefeningen Bijz. Vrijw. Landstorm,
afd. Leiden.
Zaterdag, 28 Juni a.s., zal een aanvang
gemaakt worden met de schietoefeningen
te Katwijk voor den Rijz. Vrijw. Land
storm, aan welke oefeningen ook kan wor
den deelgenomen door het personeel be-
hoorend tot den motor-, vaartuigen- en
spoorwegdienst.
Geschoten wordt op haan 8. Aanvang 3
uur
Overvaren.
Gisterm:lddag om half een is op het Gal
gewater, ter hoogte van het bootenhuis-
van „Njord" een met groenten geladen
ijzeren roeischuit van den warmoezier v.
d. K., aan den Haagweg, en geroeid door
den 15-jarigen J. v. E., door een luxe ri
vierboot (plei'zierboot)) ongeveer doormid
den gevaren.
v. E. *kon zich slechts redden door naar
den wal te zwemmen, terwijl de groenten
verloren gingen.
Op de stoomboot fungeerde a!s kapitein
de heer W. van H„ uit Nieuwerbrug, on
der de gemeente Bodegraven. De boot be
hoorde thuis te Alphen a./d. Rijn.
Aan het politiebureau is een valsche
gulden gedeponeerd, die door een tram
conducteur was in entvangst genomen.
Vandaag genoot Leiden de eer te wor
den bezocht door de twee langheenige Am
sterdammers, die gedurende de laatste da
gen een deel van de algemeene aandacht
bezig houden met- hun (voorgenomen)
wandeling naar Parijs.
De wandelwegen naar Parijs zullen, als
het zoo door gaat, spoedig een variant
overzicht geven van naar het Zuiden trek
kende Nederlanders; een duikelaar,
iemand -in een ton, iemand achter een ton
en nu een paar nakomelingen van den
reus met zeven-mi jls-laarzen.
Het ongewone duo scheen zich nog al
niet zenuwachtig te maken, zoomin over
'de lange reis, als over de groot e belang
stelling en wie te nieuwsgierig was, be
liep de kans van onder den voet te gera
ken, en maakte dan ook.meestal wel
gauw l»eenen
In de winkelbuurton waren het de zon
neschermen die grooto aantrekkingskracht
op het tweetal uitoefenden. Een extra
groote stap, een armzwaai, en daar stond
Oom Koot, de winkelpui van z'n concur
rent soms makend tot het middelpunt van
een levendagen prentbriefkaartenhandel.
Nog enkele dagen, en dan neemt liet pu
bliek ook van deze acteurs weer afscheid.
Of ze ooit in Parijs zullen komen, althans
„in that way"...? Een controle van de
Nederlandsche Wandelclub zagen wo er
niet hij. 't Zou ook te lang duren.
De lieer Chr. Brilman alhier, slaagde
te 's-Gravenhage voor het examen Nijver
heidsonderwijs N III.
DiNNElILAND
Werktijd in bloembcüenpcllerijen.
De minister van arbeid, handel cn nij
verheid heeft:
A. aan hoofden of bestuurders van
bloembolienpellerijea in alle gemeenten
des rijks vergund, dat in hun ondernemin
gen door arhe'ders van 16 jaar of ouder,
werkzaam hij het pellen van de gerooide
bloembollen, gedurende het tijdvak van 1
Juli tot en met 16 Augustus 1924, in af
wijking van het bepaalde hij art. 24 der
Arbeidswet. 1919, 10 uren per dag en 55
uren per week arbeid wordt verricht, on
der voorwaarde, dat de arbeidstijd van
bedoelde arbeiders in zijn geheel is gele
gen tusschen 7 uur dos voormiddags en 7
uur des namiddags;
B. hoofden of bestuurders van 'do onder
A genoemde ondernemingen er aan herin
nerd, dat:
lo. indien van do Vergunning gebruik
wordt gemaakt, overeenkomstig het be
paalde bij art. 20, derde lid, van het Rust
tijden- en Arheidslijstenhesluit voor fa
brieken of werkplaatsen 1923 uit een naast
de arbeidslijst opgehangen geschrift op
duidelijke wijze de regeling van de ar-
beids- en rusttijden moet blijken;
2o. op de. dagen, waarop ingevolge deze
vergunning langer dan 8H uur per dag
arbeid wordt verricht, overeenkomstig het
bepaalde bij art. 3 van vorengenoemd
Rusttijden-! en Arbeidslijstenbesluit de
arbeidstijd van een arbeider niet na ten
hoogste 4 Yi uur arbeid behoeft te worden
afgewisseld door een onafgebroken rust
tijd van ten minste een half uur, onder
voorwaarde, dat zijn arbeidstijd telkens na
ten hoogste 4Y* uur arbeid wordt afgewis
seld door een onafgebroken rusttijd van
ten minste een kwartier en bovendien na
ten hoogste 6 XA uur na het begin van zijn
dagelijkschen werktijd door een onafge
broken rusttijd van ten minste een half
uur.
Mr. W. K. F. P. Graaf van Byiandt.
Aan „Re Ned." wordt uit Zeist gemeld,
dat mr. W. K. F. P. Graaf van Byiandt,
oud-lid van de Tweede Kamer voor het
district Apeldoorn, ernstig ongesteld is en
de dokter den toestand niet zonder gevaar
acht wegens den vergevorderden leeftijd
van den patiënt.
De heer van Byiandt is 83 jaar.
Het proces inzake art. .36 R. D. V.
Voor het kantongerecht te Amsterdam
heeft gisteren prof. mr. Molster schrifte
lijk van repliek gediend dn het proces, dat
door een leerling-machinist bij de Neder
landsche Spoorwegen begonnen is tegen de
directie van de Ned. Spoorwegen inzake
de 10 pet. loonsverlaging, die 1 Januari
j.l. is ingegaan.
In zijn repliek beriep mr. Molster zich
op artikel 185 van het Alg. Dienstregle
ment, dat 24 December 1923 werd inge
voerd, en wettigt een aftrek van 10 pet.
van alle loonen bij de Ned. Spoorwegen in
afwachting van een nieuwe loonregeling.
De rechtsgeldigheid van dit artikel achtte
mr. Molster bewezen door artikelen 7, 11
en 150 van het Alg. Dienstreglement/
De raadsman van eischer zal duplicee-
ren 28 Juli a.s.
Vermindering van hei aantal paarden
artsen.
Bepaald is dat hij het 2de, 3de en 5de
regiment veld-artillerie geen paardenarts
meer zal worden ingedeeld, in verband
_waarmedo het aantal paardenartsen gaan
deweg zal worden verminderd, naar aan
wijzingen aan den chef van den velerinai-
ren dienst te verstrekken.
Gemoedsbezwaren tegen verzekering.
Bij K. B. is bepaald, dat de werkgever,
die gemoedsbezwaren"heeft tegen de in de
Land- en Tuinhouwongevallenwet 1922 ge
regelde verzekering, bevoegd is aan den
Raad van Arbeid te verzoeken, van de ver
plichtingen, gepoemd of bedoeld in de ar
tikelen 53, lid 1, 56, 59, lid 1, 61, lid 1, 81
lid 1, 4 en 5, 84 lid 1 en 3, 89, 97 en 98
der genoemde wet, te worden vrijgesteld.
Het veTzoek geschiedt door indiening van
een door den verzoeker onderteekehde ver
klaring.
Uit de verklaring moet blijken, dat de
verzoeker overwegende gemoedsbezwaren
heeft tegen elke verzekering, welke ook en
dat hij mitsdien noch zich'zelf, noch
iemand anders, noch zijne eigendommen
heeft verzekerd, of dat de verzoeker reeds
wegens gemoedsbezwaren vrijgestehl is
van de verplichtingen ingevolge de Invalt
diteitswet.
Indien de verklaring naar het oordeel
van den Raad van Arbeid overeenkomstig
de waarheid is, reikt deze den werkgever
een bewijs uit, inhoudende, dat de werkge
ver wegens gemoedsbezwaren is vrijgesteld
van de desbetreffende verplichtingen.
De radioverbinding met Nederland.
Onlangs hebben we melding gemaakt
van de proeven met ingegraven raam-
antennes, die te Meyendel onder Wasse
naar gehouden werden om de draadlooze
seinen van onzen Indisfchen zender op
den Malabar te ontvangen.
De Tel. meldt, dat de resultaten beter
ADVERTENTIE-PRIJS»!
Gewone advertentiën per regel 2272 cenw I
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief?
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbeta-j
ling van ten hoogste 30 woorden, worden I
dagelijks geplaatst ad 50 cent. v'j
Aan het Zoeklicht
Leiden, 26 Juni '24.
Over het „verraad in Twente" zooals he£
Volk terecht -schrijft, waar de goedgeloo-'
vige arbeiders door de leiders van het'
roode en rijke Vakverbond en van de S. D.
A. P. op de meest schandelijke wijze mis*
leid werden en verraden, wil ik het niet
hebben.
Dat moeten de socialistische vrienden
onder elkaar maar uitmaken.
Maar wat de aandacht verdient en'
en waarop ik even wil wijzen is d i t:
Wekenlang heeft men het voorgesteld
alsof het hier niet alleen ging om den
textielaxbeid in Twente, maar dat "dit con-:
flict een veel grootere beteekenis had.
Het betrof hier, zoo heette het, een prin*
cipieele strijd.
Eens en voor goed moest nu eens wor
den uitgemaakt, wie nu eigenlijk in het
dn dust re iele leven de baas zou «zijn. Do
patroons of de (roode) vakorganisaties.
Wie leiding zou geven, de moderne of
de Christelijke organisaties.
Met. één slag moest nu de Invloed vau
de Christelijke organisaties vernietigd
worden.
Daarom werd niet alleen het geheele
Vakverbond, maar werd ook geheel de S.
D. A, P. gemobiliseerd, welke beide groot
machten hovend'en nog vanuit Engeland,
met groote sommen gesteund werden.
Het ging nu er op of er onder.
Welnu, de staking is verloren.
Over heel de linie.
Waaruit volgt ik sluit me hier bij
Stenhuis aan dat het N. V. V. het n i e t
voor het zeggen heeft en dat feitelijk do
leiding berust bij de Christel ij ke or-
Wat trouwens bij hst typografen-drama
van* het vorig jaar ook reeds geWeken was.
OBSERVATOR.
zijn dan die op het huidige station to
Sambeek en meent verder te weten, dat
eerlang Meyendel het definitieve ontvang
station zal worden.
Munten voor Polen.
Naar aan het Haagsche Corr. Bureau
wordt medgedeeld, heeft de Rijks Munt te
Ütrecht opdracht gekregen voor de ver
vaardiging van 44 millioen nikkelen mun
ten voor Poten.
Rec'asseerings-ambtenaren.
Het bestuur van den Centralen bond. van
Christelijk pliilantropischo inrichtingen in
Nederland heeft een adres tot den voorzit
ter van den ministerraad gericht, waarin,
het naar aanleiding van berichten, dat de
ministerraad in beginsel besloten zou heb
ben, dat van rijkswege gesubsidieerde in
stellingen een zelfde salarisvermindering
zullen invoeren, als voor de rijksambtena
ren is vastgesteld, in overweging geeft ora,
indien subsidie-vermindering onvermijde
lijk is, aan de besturen o'ver te laten, hoe
zij het daardoor ontstane tekort willen vin
den en in elk geval hun niet do verplich
ting op te leggen om op gelijken voet, als
voor de rijksambtenaren vastgesteld, kor*
tingen op de salarissen toe te passen.
Eerste oefening.
Bij ministerieelö beschikking is bepaald,
dat de dienstplichtigen der l'chfcing 1923,
die na hun inlijving in opleiding zijn ge
nomen. tot onderofficier en de eerste oefe
ning in twee gedeelten te vervullen, het
tweede gedeelte zullen volbrengen voor
wat betreft;
a. de regimenten infanterie, het regi-<
ment wielrijders en liet Ie en lie batal
jon van het regiment genietroepen van 2L
Juli 1924 af tot en met 4 September d.a.v.;
b. het Ille bataljon van het regiment
genietroepen gedurende 11 dagen in het
FEUILLETON
De Sterren hadden gelogen.
Verhaal uit den dertigjarigen oorlog.
4) - I
Men spotte met de klachten van den
stadhouder, greep hem aan en wierp hem
het venster uit in de droge burchtgracht.
Slawata werd daarna aangegrepen em,
toen hij zich aan een ijzeren spang van
Ihet venster bleef vastklemmen, sloeg men
■hem met zijn eigen zwaard zoolang op de
hand, tot hij losliet en naar heneden
stortte.
Fabricius had zijn meester willen verde
digen; dit werd hem tot schuld aangere*
kend en ook hij werddenzeïfden weg ge
zonden. f I i j
(<V Gelukkig hebben zo er alle 'drie 'liet Te*
yen afgebracht. Fabricius vluchtte, zonder
èenlg letsel ontvangen te hebben, door de
"geopende burchtpoort, begaf zich naar
"yVeenen en deelde den keizer alles mede.
Slawata was gewond, en bleef bewuste*
ïoos in zijn mantel gehuld liggen.'
Martinitz kroop naar hem toe, want ïoo-
j pen durfde hij niet om de vele schoten, die
op hen uit de vensters gevuurd worden,
1 tWharvan evenwel geen Onkel Jhen trof.
Hij maakte het gelaat van den ongeluk*
kigen' Slawata fan den mantel 'vrij en
streek van den balsem, welken (hij altijd
bij zich draagt, op zijne wonden.
Door de schoten verschrikt, was de gra
vin Lobkowüïz naar huiten gesneld, en toen
zij zag wat er gebeurd was, riep zij een
geestelijke te hulp.
Deze liet een ladder in de gracht plaat
sen en de beide heeren door eenige die
naars naar boven brengen in de woning
der gravin.
't Mag waarlijk een wonder boeten, dat
geen enkele kogel) hen bereikte, want men
deed van boven aardig zijn best!
Von Thurn begaf zich nu naar do wo
ning der gravin en eischte do beide man
nen op, doch zij weigerde hen uit te 'Le
veren.
Slawata werd vrijgelaten op voorwaar
de, dat hij Boheme verlaten en zich niet
zou zoeken te wreken. Ziedaar de gansche
geschiedenis, welke ik zeer betreur."
Von Mitzau glimlachte.
„Ik kan mij in uw vader cn u begrij
pen, dat gij zulk cene handeling zeer
schandelijk vindt," zeide hij. „Gij beiden
zijt waarlijk al te edel en te goedl"
„Hoe, zoudt gij het dan willen verde
digen, dat men van zijne meerderheid ge
bruik maakt, om mannen te mishandelen,
die zich niet Verdedigen kunnen?"
„Hoor eens, mijn waarde," antwoordde
Frans, „verdedigen is het woord niet. Doch
ik kan het mij goed begrijpen.
De keizerlijke stadhouders hadden door
afpersing en kwelling onzer geloofsgenoo-
ten het geduld van die mannen tot het
uiterste gedreven. Daarbij zagen zij hen
aan als de oorzaak van 's keizers hals
starrigheid."
„Dat is geen eerlijke strijd, als men met
zijn allen één enkel weerloos man aan
valt," zeide Carl verontwaardigd.
„Recht", hernam Frans, „doch diio hee
ren schijnen mij toch lafaards toe. Als ik
wist, dat mijn leven er mede gemoeid was,
zou ik het althans zoo duur mogelijk vor-
koopen. 'k Had er toch licht één enkele
mede op reis genomen."
„Spreek maar niet zoo, als de oude heer
Probst hier is, want dan heeft hij dn u
een niet genoeg te waardeeren bondgenoot
gevonden."
De laatste woorden had hij fluisterend
uitgesproken, wiijl Wilhelm, die zich aan
het andere eindio der zaal mot de dames
onderhouden had, de beide ■vrienden na*
'derde.
„Zijn 'er lieden ook berichten van het
leger ingekomen?" vroeg hij Garl.
„Ja, vader heeft tijding ontvangen,
doch ik heb nog de gelegenheid niet ge*
had hem te vragen, 't Zal overigens ook
geen bijzonder nieuws zijn, anders zou hij
er bepaald iets van medegedeeld hebben.
Maar, Anna, zoudt ge vader niet vragen
den avond met ons door te brengen. De
goede man is maar terstond weder naar
zijne kamer getrokken en verdiept zich
weer in allerlei plannen en berekeningen.
Gijlieden jaagt hem ook altijd met uwe
luidruchtigheid van hier," zeide Carl
schertsend.
„Mijnheer de kapitein," zeide Anna met
gemaakten ernst en, zooveel haar mogelijk
was, eene militaire houding aannemende,
„gij moest dan wat meex de krijgstucht
onder ons handhaven."
„Dat is Wilhelm heter toevertrouwd,"
antwoordde Carl glimlachend, „ik heb u
nooit onder do tucht kunnen brengen
Misschien slaagt hij er later heter in."
„Later, misschien," zeide Anna, „doch
voorloopig wensch dk mij de tucht van
geen van u allen. Het bevalt tmij onder
vaders tucht nog uitstekend cn daarom ga
ik hem terstond roepen!"
Zij besteeg do trap en behoedzaam eene
zware eikenhouten deur openende, stak zij
het hoofd binnen de kamer, waar haar
vader verdiept was in het lezen van eeniga
brieven, welke bij dien dag had ontvan
gt'
„Vaderke, 't is beneden niets gezellig,
als gij er niet Zijt!" zeide zij vleiend.
„Kom maar binnen, kind!" zeide de
landrechter, „go moogt wel! 't Voornaam
ste heb ik toch gelezen, dus stoort go mij
minder!"
„Ik wacht liever, vader, dat ge hij mij
buiten komt; 'k heb ze beneden beloofd,
dat ik u zou medebrengen!"
De heer Werner had zijne dochter har*
telijk lief en, Vooral nadat zijne echtge*
noote was overleden en Anna de zorg voor
het huisgezin zóó droeg, voorkwam hij al
hare wenschen.
't Zou waarlijk iets buitengewoons ge*
wcest zijn, zoo hij ooit aan een verzoek,
door haar tot hem gericht, weerstand ge*
boden had.
Weldra daalde Lij dan ook met haar de
trap af en Anna, haar vadoT in den arm
nemende, trad de huiskamer binnen.
„Daar hebt go vader all" zeide zij glim*
lachende.
„Ja, ja," merkte Carl schertsende op,
„gij hebt uw t rchtmeester zelf nog al on*
der de tucht! Daarom hebt ge dien liever
dan een anderen!"
„Hoor eens jongen," zeide de landsrech*
ter, „ge moet me niets kwaads van Anna
zeggen, zoolang go tehuis zijt, of ik zond
u op staanden voel naar uwe soldaten t©^
rug."