Dagblad voor Leiden en Omstreken. EIDSCHE COURANT waar agenten gevestigd zijn nPer kwartaalf2.&0 {Per weekf 0.19 'Franco per post per kwartaal, f2.90 5de JAARGANG. DONDERDAG 26 JUNI 1924 No. 1244 BureauHooipraeht 35 - Leiden - Tel. Int. S278 - Postrekening 58938 V Kort en zakelijk 'j 'Aan het schrijven van den heer R. A. d. 'O., in antwoord op wat de Banier schreef over Art. 123 R. R. en wat daarmede in verhand staat, is nog het volgende ont leend: 1 De heer Kersten haalt er ook Groen hij. Met zulk een geharnast ridder achter zich, is hij natuurlijk sterk tegenover de A. R. partij. Heeft' men Groen op zijn zijde dan as men klaar. „Groen" zegt de schrijver „bepfeit- ,te niet scheiding, maar v e r e e n i- iging van Kerk en Staat", Kort en zake lijk redeneert hij aldus: De Overheid moet. handelen naar de voorschriften .der zedelijkheid. Slechts die Redelijkheid heeft betcekeuis, die zich grondt in het geopenbaarde woord. De 'Overheid is de Stedehouderese Gods, moet dus openlijk God belijden en vereeren en jóóds wet tot richtsnoer barer daden en wetten stellen. En ten slotte, schaamt hij zich geenszins de letterlijke toepassing te "vragen van Psalm 2 vers 10 en 11: „Nu 'dan gij koningen, handelt verslandiglijk, laat IT tuchtigen, gij Richters der aarde. Dient den Heero met vrecze en verheugt U met beving". En van de Kerk spreekt hij onomwonden rdat zij zich niet mag onttrekken als de Staat haar medewerking vraagt en dat zij, naar gezag en invloed voor het Evangelie heeft te dingen. Te recht: hoe ge 't wilt bezien, de roeping van den Stent of de roeping van de Kerk: vereenijging, *^1 Kerk en Staat, tenzij wij God willen tergen! De fouten, in die ver- conigïng weleer gezien, doen aan het prin- cipieele niets af. Maar dat aloude geluid, 'is vergeten. Aan die duidelijke, eenvoudige argumenteering met uitspraken van 's Heer en Woord, zijn onze Staatslieden en leiders ontwassen." „Kort en zakelijk". Men zou zeggen: de beer K. geeft Groen een pluimpje o'ver zijn bondigen betoogtrant. Maar dat bedoelt de heer K. niet; hij wil Zeggen: ik vat „.kort en zakelijk" samen, wat Groen schreef. In dat „korte en zake lijke" redeneert de schrijver echter Groen's bedoeling netjes omver. Dees maar wat Groen na de breede be schouwing, die hier „kort en zakelijk" heet weergegeven to zijn, zegt: „Volgens Vinet, is de vereeniging ten al len tijde, in aljïe omstandigheden, onder eiken regeer in gsvorm, een gruwel. (De scheiding dus een dogma). 1 nl den revolutionairen Staat, ook voor mij. Tic heb een afkeer van de vereeniging 'in Nederland sedert 1795 scheiding ge noemd die de Kerk in de uitoefening van wettige rechten beperkt, in cigenaardigen invloed belemmert, onder voogdij stelt, en met verbreking van lieflijker band, in kluisters legt. Aan deze slavernij behoort de kerk zich te ontwringen, zelfstandigheid te hernemen, geen betrekking op zoodani- gen Staat te verlangen: betrekking enkel van overheersching en dwang. Van vereeniging, door verlies van zelf standigheid gekocht, heb ik afkeer, maar, terwijl ik deze except!on eel e veroordee ling wettig, verzet ik mij tegen de alge meenheid van het vonnis, ongegrond en ongerijmd; ik zou er willen bijvoegen on verklaarbaar en raadselachtig zoo ik niet meende den sleutel van dit geheim te heb ben. gevonden." Het wil ons voorkomen*, dat Groen hier, schoon in andere bewoordingen, niets an ders zegt, dan wat door ons hoven uit Ons Program ten aanzien van de Indische Staatskerk werd geciteerd. En de hoer K. is in zijn „korte en zakelijke" samenvat ting wel aherverschrikkelijkst de kluts kwijt geraakt. Men zou zeggen, als men niet heter wist, Groen is hier bezig op geduchte wijze art. 123 R. R. te bekampen. Natuurlijk heeft hij het daarover niet, maar leefde hij nog, hij zou zich wellicht met -dezelfde scherpte nu tegen deze „s'avernij" keeren. Want inderdaad stamt art. 123 R. R. uit „die val'sche notie van den Staat", die door Vinet gehuldigd en door Groen be streden wérd, en die haar voorstelling ontleent aan „het radicale denkbeeld eener algemeenheid van individuen, naar wier goedvinden de geconcentreerde massa be stuurd wordt." Niet de S. G. P. maar de A. R. P a r t i j heeft Groen achter zich, als ze beweert, dat art. 123 R. R. stamt uit „het tijdperk, waarin de verkondiging van het Evange lie eigenlijk uit politiek oogpunt niet werd gewenscht, omdat men daarvan vreesde verstoring van orde en rust." Wie van het standpunt van Groen wil overtuigd zijn, leze slechts volledig wat hij schrijft in zijn Ongeloof en Revolutie, 2e uitgaaf, blz. 52 62, wat de heer K. wel „kort en zakelijk" heeft trachten samen te vatten, maar jam merlijk verminkte. En als deze schrijver nu dit art. 123 R. R. verdedigt als „een steun voor de zen ding", omdat het „verwarring en onrust onder dit onontwikkeld volk voorkomt, en een soort concurrentie op gebied van godsdienst weert", dan slaat men toch de handen in de lucht en vraagt; Meent de schrijver dit nu werkelijk zóó? Of rede neert hij er maar op los? Waarom als hij de dingen niet beter onder de knie heeft, waagt hij zich aan politieke voorlichting? We kunnen niet e-ndigen, zonder aan Ds. Kersten, den leider der St. Geref. Par tij en redacteur van de Banier, de yraag te stellen: Vindt gij het niet wenschelij- ker om nu op te houden met dergelijke on ware voorstellingen onder Uwe verant woordelijkheid tegen de A. R. Partij te laten in het vuur brengen? Wat meent ge op don duur in den poli- tieken strijd daarmede te bereiken? Ze worden toch achterh^ild en weerlegd. En is het den Christen geoorloofd zijn te genpartij met oneerlijke wapenen te be- strijden? Laat af daarvan. Als gij op verschillen de punten van politiek beleid met de A. R. partij van meening verschilt, niemand zal het U kwalijk nemen. Maar verdedig die punten dan door positieve argumentatie van Uw standpunt, niet door valscke exe gese en heredeneering van hetgeen in do officieele stukken der A. R. partij, die Uw lezers niet kennen en dus niet kunnen controleeren, te lezen staat. STADSNIEUWS! Chr. Kweekschool Leiden. Eindexamen 25 Juni. Geëxamineerd 5 eandidaten. Geslaagd de dames J. Kroon van Woudssnd. A. W. van Riet van Leiden J. A. Verheul van Benthuizen, J. v. d. Wiel van Noord wijk aan Zee en J. J. Heblij van Leimuiden. De examens zijn afgeloo- pen. Alle candidatien (15) zijn toegelaten. Kamer van Koophandel. De Kamer van Koophandel en Fa-brie ken voor Rijnland zal a.s. Dinsdag des n.m. te half drie vergaderen, ter behande* ling van de volgende pun te/: 1. Opening; 2. Notulen; 3. Ingekomen stukken; 4. Mededeelingen; 5. Rijksin- koopbureau; 6. Nieuw ontwerp tarief voor invoerrechten, retersiemaatregelen; 7. Het stoppen van trein No. 204 of 161 (vertrek uit 's-Gravenhage'7.57 uur en 8.13 uur v.m.) 8. Subsidie Nederland in den Vreemde; 9. Handelsbeurs; 10. Zakelijke -bedrijfsbelas ting; 11. Rondvraag; 12. Sluiting. Schietoefeningen Bijz. Vrijw. Landstorm, afd. Leiden. Zaterdag, 28 Juni a.s., zal een aanvang gemaakt worden met de schietoefeningen te Katwijk voor den Rijz. Vrijw. Land storm, aan welke oefeningen ook kan wor den deelgenomen door het personeel be- hoorend tot den motor-, vaartuigen- en spoorwegdienst. Geschoten wordt op haan 8. Aanvang 3 uur Overvaren. Gisterm:lddag om half een is op het Gal gewater, ter hoogte van het bootenhuis- van „Njord" een met groenten geladen ijzeren roeischuit van den warmoezier v. d. K., aan den Haagweg, en geroeid door den 15-jarigen J. v. E., door een luxe ri vierboot (plei'zierboot)) ongeveer doormid den gevaren. v. E. *kon zich slechts redden door naar den wal te zwemmen, terwijl de groenten verloren gingen. Op de stoomboot fungeerde a!s kapitein de heer W. van H„ uit Nieuwerbrug, on der de gemeente Bodegraven. De boot be hoorde thuis te Alphen a./d. Rijn. Aan het politiebureau is een valsche gulden gedeponeerd, die door een tram conducteur was in entvangst genomen. Vandaag genoot Leiden de eer te wor den bezocht door de twee langheenige Am sterdammers, die gedurende de laatste da gen een deel van de algemeene aandacht bezig houden met- hun (voorgenomen) wandeling naar Parijs. De wandelwegen naar Parijs zullen, als het zoo door gaat, spoedig een variant overzicht geven van naar het Zuiden trek kende Nederlanders; een duikelaar, iemand -in een ton, iemand achter een ton en nu een paar nakomelingen van den reus met zeven-mi jls-laarzen. Het ongewone duo scheen zich nog al niet zenuwachtig te maken, zoomin over 'de lange reis, als over de groot e belang stelling en wie te nieuwsgierig was, be liep de kans van onder den voet te gera ken, en maakte dan ook.meestal wel gauw l»eenen In de winkelbuurton waren het de zon neschermen die grooto aantrekkingskracht op het tweetal uitoefenden. Een extra groote stap, een armzwaai, en daar stond Oom Koot, de winkelpui van z'n concur rent soms makend tot het middelpunt van een levendagen prentbriefkaartenhandel. Nog enkele dagen, en dan neemt liet pu bliek ook van deze acteurs weer afscheid. Of ze ooit in Parijs zullen komen, althans „in that way"...? Een controle van de Nederlandsche Wandelclub zagen wo er niet hij. 't Zou ook te lang duren. De lieer Chr. Brilman alhier, slaagde te 's-Gravenhage voor het examen Nijver heidsonderwijs N III. DiNNElILAND Werktijd in bloembcüenpcllerijen. De minister van arbeid, handel cn nij verheid heeft: A. aan hoofden of bestuurders van bloembolienpellerijea in alle gemeenten des rijks vergund, dat in hun ondernemin gen door arhe'ders van 16 jaar of ouder, werkzaam hij het pellen van de gerooide bloembollen, gedurende het tijdvak van 1 Juli tot en met 16 Augustus 1924, in af wijking van het bepaalde hij art. 24 der Arbeidswet. 1919, 10 uren per dag en 55 uren per week arbeid wordt verricht, on der voorwaarde, dat de arbeidstijd van bedoelde arbeiders in zijn geheel is gele gen tusschen 7 uur dos voormiddags en 7 uur des namiddags; B. hoofden of bestuurders van 'do onder A genoemde ondernemingen er aan herin nerd, dat: lo. indien van do Vergunning gebruik wordt gemaakt, overeenkomstig het be paalde bij art. 20, derde lid, van het Rust tijden- en Arheidslijstenhesluit voor fa brieken of werkplaatsen 1923 uit een naast de arbeidslijst opgehangen geschrift op duidelijke wijze de regeling van de ar- beids- en rusttijden moet blijken; 2o. op de. dagen, waarop ingevolge deze vergunning langer dan 8H uur per dag arbeid wordt verricht, overeenkomstig het bepaalde bij art. 3 van vorengenoemd Rusttijden-! en Arbeidslijstenbesluit de arbeidstijd van een arbeider niet na ten hoogste 4 Yi uur arbeid behoeft te worden afgewisseld door een onafgebroken rust tijd van ten minste een half uur, onder voorwaarde, dat zijn arbeidstijd telkens na ten hoogste 4Y* uur arbeid wordt afgewis seld door een onafgebroken rusttijd van ten minste een kwartier en bovendien na ten hoogste 6 XA uur na het begin van zijn dagelijkschen werktijd door een onafge broken rusttijd van ten minste een half uur. Mr. W. K. F. P. Graaf van Byiandt. Aan „Re Ned." wordt uit Zeist gemeld, dat mr. W. K. F. P. Graaf van Byiandt, oud-lid van de Tweede Kamer voor het district Apeldoorn, ernstig ongesteld is en de dokter den toestand niet zonder gevaar acht wegens den vergevorderden leeftijd van den patiënt. De heer van Byiandt is 83 jaar. Het proces inzake art. .36 R. D. V. Voor het kantongerecht te Amsterdam heeft gisteren prof. mr. Molster schrifte lijk van repliek gediend dn het proces, dat door een leerling-machinist bij de Neder landsche Spoorwegen begonnen is tegen de directie van de Ned. Spoorwegen inzake de 10 pet. loonsverlaging, die 1 Januari j.l. is ingegaan. In zijn repliek beriep mr. Molster zich op artikel 185 van het Alg. Dienstregle ment, dat 24 December 1923 werd inge voerd, en wettigt een aftrek van 10 pet. van alle loonen bij de Ned. Spoorwegen in afwachting van een nieuwe loonregeling. De rechtsgeldigheid van dit artikel achtte mr. Molster bewezen door artikelen 7, 11 en 150 van het Alg. Dienstreglement/ De raadsman van eischer zal duplicee- ren 28 Juli a.s. Vermindering van hei aantal paarden artsen. Bepaald is dat hij het 2de, 3de en 5de regiment veld-artillerie geen paardenarts meer zal worden ingedeeld, in verband _waarmedo het aantal paardenartsen gaan deweg zal worden verminderd, naar aan wijzingen aan den chef van den velerinai- ren dienst te verstrekken. Gemoedsbezwaren tegen verzekering. Bij K. B. is bepaald, dat de werkgever, die gemoedsbezwaren"heeft tegen de in de Land- en Tuinhouwongevallenwet 1922 ge regelde verzekering, bevoegd is aan den Raad van Arbeid te verzoeken, van de ver plichtingen, gepoemd of bedoeld in de ar tikelen 53, lid 1, 56, 59, lid 1, 61, lid 1, 81 lid 1, 4 en 5, 84 lid 1 en 3, 89, 97 en 98 der genoemde wet, te worden vrijgesteld. Het veTzoek geschiedt door indiening van een door den verzoeker onderteekehde ver klaring. Uit de verklaring moet blijken, dat de verzoeker overwegende gemoedsbezwaren heeft tegen elke verzekering, welke ook en dat hij mitsdien noch zich'zelf, noch iemand anders, noch zijne eigendommen heeft verzekerd, of dat de verzoeker reeds wegens gemoedsbezwaren vrijgestehl is van de verplichtingen ingevolge de Invalt diteitswet. Indien de verklaring naar het oordeel van den Raad van Arbeid overeenkomstig de waarheid is, reikt deze den werkgever een bewijs uit, inhoudende, dat de werkge ver wegens gemoedsbezwaren is vrijgesteld van de desbetreffende verplichtingen. De radioverbinding met Nederland. Onlangs hebben we melding gemaakt van de proeven met ingegraven raam- antennes, die te Meyendel onder Wasse naar gehouden werden om de draadlooze seinen van onzen Indisfchen zender op den Malabar te ontvangen. De Tel. meldt, dat de resultaten beter ADVERTENTIE-PRIJS»! Gewone advertentiën per regel 2272 cenw I Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief? Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbeta-j ling van ten hoogste 30 woorden, worden I dagelijks geplaatst ad 50 cent. v'j Aan het Zoeklicht Leiden, 26 Juni '24. Over het „verraad in Twente" zooals he£ Volk terecht -schrijft, waar de goedgeloo-' vige arbeiders door de leiders van het' roode en rijke Vakverbond en van de S. D. A. P. op de meest schandelijke wijze mis* leid werden en verraden, wil ik het niet hebben. Dat moeten de socialistische vrienden onder elkaar maar uitmaken. Maar wat de aandacht verdient en' en waarop ik even wil wijzen is d i t: Wekenlang heeft men het voorgesteld alsof het hier niet alleen ging om den textielaxbeid in Twente, maar dat "dit con-: flict een veel grootere beteekenis had. Het betrof hier, zoo heette het, een prin* cipieele strijd. Eens en voor goed moest nu eens wor den uitgemaakt, wie nu eigenlijk in het dn dust re iele leven de baas zou «zijn. Do patroons of de (roode) vakorganisaties. Wie leiding zou geven, de moderne of de Christelijke organisaties. Met. één slag moest nu de Invloed vau de Christelijke organisaties vernietigd worden. Daarom werd niet alleen het geheele Vakverbond, maar werd ook geheel de S. D. A, P. gemobiliseerd, welke beide groot machten hovend'en nog vanuit Engeland, met groote sommen gesteund werden. Het ging nu er op of er onder. Welnu, de staking is verloren. Over heel de linie. Waaruit volgt ik sluit me hier bij Stenhuis aan dat het N. V. V. het n i e t voor het zeggen heeft en dat feitelijk do leiding berust bij de Christel ij ke or- Wat trouwens bij hst typografen-drama van* het vorig jaar ook reeds geWeken was. OBSERVATOR. zijn dan die op het huidige station to Sambeek en meent verder te weten, dat eerlang Meyendel het definitieve ontvang station zal worden. Munten voor Polen. Naar aan het Haagsche Corr. Bureau wordt medgedeeld, heeft de Rijks Munt te Ütrecht opdracht gekregen voor de ver vaardiging van 44 millioen nikkelen mun ten voor Poten. Rec'asseerings-ambtenaren. Het bestuur van den Centralen bond. van Christelijk pliilantropischo inrichtingen in Nederland heeft een adres tot den voorzit ter van den ministerraad gericht, waarin, het naar aanleiding van berichten, dat de ministerraad in beginsel besloten zou heb ben, dat van rijkswege gesubsidieerde in stellingen een zelfde salarisvermindering zullen invoeren, als voor de rijksambtena ren is vastgesteld, in overweging geeft ora, indien subsidie-vermindering onvermijde lijk is, aan de besturen o'ver te laten, hoe zij het daardoor ontstane tekort willen vin den en in elk geval hun niet do verplich ting op te leggen om op gelijken voet, als voor de rijksambtenaren vastgesteld, kor* tingen op de salarissen toe te passen. Eerste oefening. Bij ministerieelö beschikking is bepaald, dat de dienstplichtigen der l'chfcing 1923, die na hun inlijving in opleiding zijn ge nomen. tot onderofficier en de eerste oefe ning in twee gedeelten te vervullen, het tweede gedeelte zullen volbrengen voor wat betreft; a. de regimenten infanterie, het regi-< ment wielrijders en liet Ie en lie batal jon van het regiment genietroepen van 2L Juli 1924 af tot en met 4 September d.a.v.; b. het Ille bataljon van het regiment genietroepen gedurende 11 dagen in het FEUILLETON De Sterren hadden gelogen. Verhaal uit den dertigjarigen oorlog. 4) - I Men spotte met de klachten van den stadhouder, greep hem aan en wierp hem het venster uit in de droge burchtgracht. Slawata werd daarna aangegrepen em, toen hij zich aan een ijzeren spang van Ihet venster bleef vastklemmen, sloeg men ■hem met zijn eigen zwaard zoolang op de hand, tot hij losliet en naar heneden stortte. Fabricius had zijn meester willen verde digen; dit werd hem tot schuld aangere* kend en ook hij werddenzeïfden weg ge zonden. f I i j (<V Gelukkig hebben zo er alle 'drie 'liet Te* yen afgebracht. Fabricius vluchtte, zonder èenlg letsel ontvangen te hebben, door de "geopende burchtpoort, begaf zich naar "yVeenen en deelde den keizer alles mede. Slawata was gewond, en bleef bewuste* ïoos in zijn mantel gehuld liggen.' Martinitz kroop naar hem toe, want ïoo- j pen durfde hij niet om de vele schoten, die op hen uit de vensters gevuurd worden, 1 tWharvan evenwel geen Onkel Jhen trof. Hij maakte het gelaat van den ongeluk* kigen' Slawata fan den mantel 'vrij en streek van den balsem, welken (hij altijd bij zich draagt, op zijne wonden. Door de schoten verschrikt, was de gra vin Lobkowüïz naar huiten gesneld, en toen zij zag wat er gebeurd was, riep zij een geestelijke te hulp. Deze liet een ladder in de gracht plaat sen en de beide heeren door eenige die naars naar boven brengen in de woning der gravin. 't Mag waarlijk een wonder boeten, dat geen enkele kogel) hen bereikte, want men deed van boven aardig zijn best! Von Thurn begaf zich nu naar do wo ning der gravin en eischte do beide man nen op, doch zij weigerde hen uit te 'Le veren. Slawata werd vrijgelaten op voorwaar de, dat hij Boheme verlaten en zich niet zou zoeken te wreken. Ziedaar de gansche geschiedenis, welke ik zeer betreur." Von Mitzau glimlachte. „Ik kan mij in uw vader cn u begrij pen, dat gij zulk cene handeling zeer schandelijk vindt," zeide hij. „Gij beiden zijt waarlijk al te edel en te goedl" „Hoe, zoudt gij het dan willen verde digen, dat men van zijne meerderheid ge bruik maakt, om mannen te mishandelen, die zich niet Verdedigen kunnen?" „Hoor eens, mijn waarde," antwoordde Frans, „verdedigen is het woord niet. Doch ik kan het mij goed begrijpen. De keizerlijke stadhouders hadden door afpersing en kwelling onzer geloofsgenoo- ten het geduld van die mannen tot het uiterste gedreven. Daarbij zagen zij hen aan als de oorzaak van 's keizers hals starrigheid." „Dat is geen eerlijke strijd, als men met zijn allen één enkel weerloos man aan valt," zeide Carl verontwaardigd. „Recht", hernam Frans, „doch diio hee ren schijnen mij toch lafaards toe. Als ik wist, dat mijn leven er mede gemoeid was, zou ik het althans zoo duur mogelijk vor- koopen. 'k Had er toch licht één enkele mede op reis genomen." „Spreek maar niet zoo, als de oude heer Probst hier is, want dan heeft hij dn u een niet genoeg te waardeeren bondgenoot gevonden." De laatste woorden had hij fluisterend uitgesproken, wiijl Wilhelm, die zich aan het andere eindio der zaal mot de dames onderhouden had, de beide ■vrienden na* 'derde. „Zijn 'er lieden ook berichten van het leger ingekomen?" vroeg hij Garl. „Ja, vader heeft tijding ontvangen, doch ik heb nog de gelegenheid niet ge* had hem te vragen, 't Zal overigens ook geen bijzonder nieuws zijn, anders zou hij er bepaald iets van medegedeeld hebben. Maar, Anna, zoudt ge vader niet vragen den avond met ons door te brengen. De goede man is maar terstond weder naar zijne kamer getrokken en verdiept zich weer in allerlei plannen en berekeningen. Gijlieden jaagt hem ook altijd met uwe luidruchtigheid van hier," zeide Carl schertsend. „Mijnheer de kapitein," zeide Anna met gemaakten ernst en, zooveel haar mogelijk was, eene militaire houding aannemende, „gij moest dan wat meex de krijgstucht onder ons handhaven." „Dat is Wilhelm heter toevertrouwd," antwoordde Carl glimlachend, „ik heb u nooit onder do tucht kunnen brengen Misschien slaagt hij er later heter in." „Later, misschien," zeide Anna, „doch voorloopig wensch dk mij de tucht van geen van u allen. Het bevalt tmij onder vaders tucht nog uitstekend cn daarom ga ik hem terstond roepen!" Zij besteeg do trap en behoedzaam eene zware eikenhouten deur openende, stak zij het hoofd binnen de kamer, waar haar vader verdiept was in het lezen van eeniga brieven, welke bij dien dag had ontvan gt' „Vaderke, 't is beneden niets gezellig, als gij er niet Zijt!" zeide zij vleiend. „Kom maar binnen, kind!" zeide de landrechter, „go moogt wel! 't Voornaam ste heb ik toch gelezen, dus stoort go mij minder!" „Ik wacht liever, vader, dat ge hij mij buiten komt; 'k heb ze beneden beloofd, dat ik u zou medebrengen!" De heer Werner had zijne dochter har* telijk lief en, Vooral nadat zijne echtge* noote was overleden en Anna de zorg voor het huisgezin zóó droeg, voorkwam hij al hare wenschen. 't Zou waarlijk iets buitengewoons ge* wcest zijn, zoo hij ooit aan een verzoek, door haar tot hem gericht, weerstand ge* boden had. Weldra daalde Lij dan ook met haar de trap af en Anna, haar vadoT in den arm nemende, trad de huiskamer binnen. „Daar hebt go vader all" zeide zij glim* lachende. „Ja, ja," merkte Carl schertsende op, „gij hebt uw t rchtmeester zelf nog al on* der de tucht! Daarom hebt ge dien liever dan een anderen!" „Hoor eens jongen," zeide de landsrech* ter, „ge moet me niets kwaads van Anna zeggen, zoolang go tehuis zijt, of ik zond u op staanden voel naar uwe soldaten t©^ rug."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 1