lieleiÉIfiCoarafit
[Tweede Blad?
Woensdag 25 Juni 1924
FEUlLLETOn
De Sterren hadden gelogen.
KEftK EU SCHOOL
8INSÜEHLABSD
r
S COLIJN OVER LOHMAN.
In De Amsterdammer schrijft K.
jC o 1 ij tl als volgt over De Savornin Loh-
frnan: i
„Naar geest en -neiging behoorde Lob
man tot de uit den kring van het Réveil
voortgekomen Antirevolutionairen, terwijl
Kuyper, met wien hij in den .aanvang
hartelijk saam werkte, de geestelijke leids
man was der na het Réveil opnieuw her
leefde Gereformeerde beweging in ons
land. Die uiteenloopende geestesgesteld
heid is de hoofdoorzaak geweest van het
conflict dat later die twee corvpheeën der
Protestantsch-Chrislelijke richting an de
Staatkunde deed uiteengaan.
„Dat hij, hoewel in geestelijk opzicht
Veeleer volgeling van Yinet dan van de Ge
reformeerde vaderen, zich niettemin an het
kerkelijk conflict van 1886 hij de Gere
formeerde beweging aansloot, is daarmee
niet in strijd. Niet hot minst zijn ver-
-éering voor Yinet bracht hem tot waar-
doering voor de vrije-kerken gedachte en
zijn hartstocht voor Vrijheid .en voor
Recht deed het overige.
„Daardoor *werd hij gedreven in het
kerkelijk conflict; daardoor vooral ook
Jwerd zijn bonding bepaald in den School
strijd.
„De liberale geestesstrooming uit het
luidden der vorige eeuw had er het hart
Op gezet, dat de na 1839 verworven en uit
gezuiverde nationale machtsmiddelen van
den. Staat zouden dienstbaar worden ge
maakt aan een politiek beginsel, dat ver
sterking dier eenheid als doelstelling ihad
fen geestelijke neutraliteit het beproefde
middel achtte om tot die begeerde een-
ikeid ie geraken, althans om de verdeeld
heid tegen te gaan.
„Die grondgedachte heeft in ons Staat
kundig leven een halve eeuw lang den bo
ventoon gevoerd. En het is legen dien
geest dat ook Lohmah reeds vroeg den
samp heeft opgenomen.
„Het recht der Ouders om1 hunne kinde
ken op te voeden bij het 'licht van het
„Voord Gods; de vrijheid om dat te doen
fconder door geldelijkg oorzaak daarin
verhinderd te worden; daarvoor bond Lob
man in 1875 den strijd aan met 2 bro
chures: „De Staats,school en de Rooinsche
Xer-k"; gevolgd door: „Aan Neerland's
snti-clericalen."
„Hij was toen 38 jaar oud.
„En van toen af is er 'één onafgebroken
Vorsteling voor het hem heilige doel.
ïot de strijd 45 jaar later, zijn bekroning
vond in de Schoolwet van 1920.
„Bijna een halve eeuw van spannende
worsteling. Van strijd tegftn den geest der
3euw; voor een, hoog geestelijk iedaal.
„Well mocht Elout spreken van den
jjrooten politieken tijd 'die achter ons ligt!
„In zulk een tijd 'te leven, is een' zegen
*oor wie meeleeft. Vooraan te staan en
leiding te geven een onschatbaar voorrecht
voor hem die zulk een plaats mag inne
men. i
„Maar niet minder gelukkig te prijzen Is
bet land, dat In dagen van strijd en span
ning over voorgangers als Lohman be
schikt. -
„Want ook 'dit was een zijner kenmer
kende eigenschappen, dat hij, hoe fel de
strijd ook geweest mocht, zijn,"van de over
winning niet dan een' gematigd) gebruik
Wenschte te zien gemaakt. Verdeeldheid
was hem in den grond eerder een gruwel
dan een wenschelijkheid.
„Vier dagen voor zijn eterven had ik,
Édaartoe door hem aangezocht, nog het
voorrecht een onderhoud van ongeveer an
derhalf uur met hem te hebben. Een on
derhoud, dat nagenoeg geheel liep over
löe politieke toestanden te onzent; in het
•verleden, het heden en de toekomst. En
Ook toen weer, als zoo vaak vroeger, trof
mij het verlangen naar eenheid van hef
teen niet noodzakelijkerwijze gescheiden
moest blijven.
„Zoo kan men verstaan, dat .do indruk
dienmen. van Lobman kreeg soms ge
deeld moest zijn.
„Wie hem heeft zien toornen tegen; wat
fliij onrecht achtte; -wie hem met vuur zag
Opkomen' voor dat hoogste volksgoed: de
vrijheid; "wie de volharding mocht gade
slaan waarmee h%j op hoop jegen hoop
den kamp bleef voeren, die 'ziet allicht in
hem den nimmer moeden strijder alleen.
„Maar wie het voorecht" had 'hem wat
intiemer te kennen en' nu en dan een 'blik
Verhaal uit den dertigjarigen oorlog,
18)
Doch deze had nu eenmaal de gewoon
te to berusten in dingen, die niet te veran
deren waren, en hij diende de zaak des ko-
rniugs niet alle trouw. Niet slechts had, hij
zijn zoon Garl bewogen bij het leger van
von Thurn te blijven, ofschoon deze de
^krenking, zijn vader aangedaan, zóo diep
gevoelde, dat hij meer dan eenmaal beslo
ten had, zijn kapiteinschap neder te leg-,
l^en en den 'dienst te verlaten, maar de
oude Werner had den invloed van zijne
'dochter Anna, de verloofde van Wilhelm
'Probst, weten aan te wenden', om den
jonkman, die 'zijne dagen in lediggang
sleet, te bewegen, het zwaard' voor koning
en vaderland aan te gorden.
To^h doorleefde de wakkere maai kwade
dagen. i
Hij zag liet duidelijk in, hoe het lot van
zijn vaderland aan nietswaardige handen
toevertrouwd was, en dagelijks zon hij op'
iniddelen, om zijn geliefd Boheme te red
den, als het eenmaal met schade fen
schande zijn koning zou verloren hebben.
Want zooveel stond bij hem vast: de
keurvorst van de Pal tg was gaa, koning yan
in het kart kon slaan, wist dat er- in toll
man ook een o, zoo zachtmoedig Christen
tot uiting kon komen.
„En zoo ligt er over dat leven dat weg-
vlood een glans van eenvoud, van toewij
ding. van trouw, van eerlijkheid, onver
zettelijkheid en adeldom, die ontroert.
„Een leven dat als een lijn van licht zal
blijven stralen.
„Een leven dat jongere geslachten tot
gelijke beginseltrouw en gelijke zelfopof
fering oproept."
NED. HERV. IvERK.
Drietal. Te AmsterdamRJ. Dijk
stra te De Krïm; B. Gijzel te IJlst en J.
J. C. Karros te Oosthem.
Aangenomen. Naar Hoek van Hol
land: Mr. E. D. G. v. d. Horst te Ter-
Heijde: naar Hagestein: G. v. d. Zee.
cand. te Haarlem.
B e dankt.Voor Oud-Beijerland: C.
C. Enkelaar te- Hasselt; te Made: T. G. H.
Nicolaï, cand. te Utrecht.
GEREF. KERKEN.
'Beroepen. Te Lunteren: A. S. Schaafs
ma, te Grijpskerk; to Rottevalle: cand. J.
B. Vanhaelen te Alblasserdam; te Ruitrs-
woude: E. Wicrsma te Oosierbierum; tc
Ifampen: J. v. d. Meuten te VHertogen-
kosch.
Bedankt. Voor Zuidwolde: M. Elzin-
ga te Grootegasl, j
CHR. GEREF. KERK.
Tweetallen. Te DoesburgW. Hen
drikseri te Amsterdam en J. v. d. Vegt
te. Onstwed-de; te Steenwijk: H. Visser te
Leeuwarden en P. de Smit te Nieuwe-
Pekela.
Dr. J. Hania.
Dr. J. Hania, pred. bij de Gere-f. Kerk
van Geldcrmalson, die sedert Pasch-en on
gesteld is geweest-, mocht Zondag j.l. tot
groote blijdschap der gemeente weer twee
maal voorgaan in <le bediening des
Woord s.
Ds. G. Wisse.
Naar de Rotterd. verneemt, is Ds.
G. Wisse, van Arnhem, reeds eenigen tijd
lijdende aan een hoofdongesteldheid waar
door hij thans absolute rust moet nemen,
en zich met niets mag bemoeien. Tot her
stel is Ds. W. op medisch advies een rust
kuur aan zee gaan deen.
wT
Beroeplngswerk te Amsterdam.
In de Maandagavond onder presidium
van Ds. H. Bakker gehouden vergadering
van" het Kiescollege, der Ned. Herv. Gem.
te Amsterdam, werd een drietal gefor
meerd, waaruit over veertien) dagen een
predikant zal worden beroepen.
Drie Kiesverenigingen waren met can
didaten uitgekomen; de confessioneelen
hadden gesteld: Ds. R. J. Dijkstra- (De
Krim); Ds. B. Gijzel (IJlst); Ds. J. J. C.
Karrcs (Oosthem.)
De Kies ver e-ewiging „Het Evangelie"
(ethisch) kwam uit met: Ds. G. D. A. Os
kamp (Winterswijk); Ds. M. van Empel
(Middelburg) en Dr. J. O. Rooze (Gronin
gen.) Eindelijk was daar nog de onlangs
opgerichte Kiesvereeniging „Waarheid en
Vrede" (Geref. Bond), die als Candida ten
had gesteld: Dr. K. J. v. d. Berg (Amers
foort), Da. L. J. Lammerinlc (Delft) en P.
van Toorn (Rotterdam.)
De uitslag dezer verkiezing was. dat de
candidaten der confessioneelen werden ge
kozen met gemiddeld twee honderd vijf
tig stemmen. De candidaten) der ethische
kiesvereeniging verkregen ruim honderd
stemmen, en die van den Gereformeerden
bond ongeveer veertig.
Bevestiging, Afscheid, Intrede.
Ds. J. G. Key heeft Zondagavond af
scheid genomen van de Ned. Herv. Gem.
te Gorineheni met een predicatie over Ps.
122: 8 en 9. In zijn afscheidswoord lot de
verschillende corporatiën deed! de schei
dende leeraar een' beroep op de welwillend
heid van bet kiescollege om in zijn plaats
een leeraar te beroepen die den Christus
der Schriften zou verkondigen.
De gemeente zong hem Ps. 121 toe.
-Cand. C. A'. Vreugdcnliil werd
•Zondagmorgen bevestigd in den dienst des
Woords bij de Geref. Kerk van Gronis-
bergen door Ds. R. S ij brandy van de Krim
die tot tekst had Jesaja 62:6 cn 7.
Zijn intrede hield de jonge leeraar des
middags naar aanleiding van Math. 13:75
eiii 76.
Na de predicatie en de gebruikelijke
toespraken werd hij toegesproken door den
bevestiger en ouderling Meilink uit Har-
denberg.
één dag, en bij eiken dag, dat diens rijk
langer duurde, verweet hij zich, dat hij
misgezien had en dat Frederik toch nog
niet zoo ij del was, als hij ondersteld 'Had.
'Helaas, al te ras zou het blijken, dat
de oude goed gezien had!
Op den avond van den 15den September
vinden wij in de eenvoudige huiskamer
van den landrechter een vrij talrijk gezel
schap samen. -ti
[We treffen er Wilhelm Probst aan, die
van koningFrederik eene opdracht ont
vangen had aan den raad le Praag en
verlof gekregen had om een drietal dagen
in 'het -ouderlijk huis door te brengen.
Carl was met^eene afdeeling, van Thurn's
leger te Praag gebleven op verzoek van
den koning, teneinde de stad tegen een
mogelijken onverwachten aanval van de
keizerlijken te beschermen.
Ook hij had zich dozen avond, na zijn
kri j gsmansplicht van dien dag vervuld te
hebben, vroegtijdig naar huls begeven,
teneinde een weinig to genieten) van het
gezelschap van zijn vroegeren academie-:»
vriend, den Hongaar Frans Mitzau.
Dezo 'had, toen Thurn met Betblen-Gabor
andermaal uit Hongarije kwam en de kei-;
'zerlijke. bevelhebber Wallenstein zich ge
reed .maakte, om hen beiden te bestri jden,
voor zijne zuster Andrea gastvrijheid ver
zocht in de woning van den ouden land-?
reek tor, O k
D s. H. W. L o v i n K werd Zondagmor-?
gen bevestigd als leeraar der Ned. Herv.
Gepveente te Scharaegoutum door Ds. G.
'J. Oskam, van Goënga, die tot tekst had 2
Tim. 4:2a.
De bevestigde dc-ed 's middags intrede
met een predicatie over 2 Oor. 4:5.
D s. ,J. C. M. Jansen deed Zondag
na door Ds. P. J. Raap van Oldeboorn te
na door Ds. P. J. Raap van Oldeboorn te
zijn bevestigd met een predicatie over Ps.
37:5.
Ds. Jansen hield des namiddags een in-
treepredicatie naar aanleiding van Hand.
3:6.
De nieuwe predikant werd namens den
ring met een hartelijke toespraak ver
welkomd door Ds. van W-essem van Joure,
terwijl Ds. Van Lonkhuijzen sprak na
mens de vereeniging tot Evangelisatie in
de classis Heerenveen. Voorts waren nog
aanwezig de predikanten: Pijnacker Hor
dijk, F. A. Visser, Zeeman, Slotemaker de i
Bruine, Guittart, Van Bruggen, en de
doopsgezinde predikant Bs. De Vries-.
De Gemeente zong Ds. Jansen na he.t
einde van den dienst Ps. 137:4 toe.
De Kerk en de groote stad.
In ..De. Wijkbode", het maandblad voor
wijk XXX der Ned. Herv. Gemeente te
'Amsterdam behandelt de wijkpredikant
ds. A. G. H. van Hoogenhuyze de kwestie
yan de greote-stads-kerk en schrijft daar
o.m.
„Het eeiiigé middel tot oplossing van
het. groote stads-vra a gstuk, de eenige wij
ze tot goede geestelijke bearbeiding van
de grccte-stad-s-gemcente is het parochie-
stelsel, cf wil men: de splitsing in ver
schillende kleine buurtgemeenten
„De wijk een parochie, of een büurlgc-
meente, met al de zegenrijke gevolgen van
dien. Dat wil dan zeggen: een predikant
wonende in het midden, zijner buurt ge
meente; een kerke ra ad, een college van
ouderlingen en diakenen, gekozen uit de
bewoners van die buurtgemeente, hem ter
zijde staande; een of meerdere godsdienst
onderwijzers met den predikant het werk
verdeelende; een wijkgebouw voor den
wijkarbeid; een christelijke school voor
het onderwijs der jeugd; oen kerk voor
den openbaren eeredienst.
,,De predikant die gekegeld in die kerk
preekt, krijgt dan als «de herder der buurt-
gemeeiute ineer contact- met en meer in
vloed over de ledien dier kork.
„In één woord, de bearbeiding van zulk
een buurtgemeente zou oneindig veel be
ter kunnen geschieden.
„Ik vreet het. wel dak met. organisatie
niet alles bereikt is, ik weet liet dab het
God is die «den wasdom moet geven, dat
heb do Heilige Geest is die de harten der
me n s c he 11 verand e r t
„Maar ik weet ook -dat- gebrek aan or
ganisatie groote schade kan aanrichten,
en «den invloed van Gcds Geest tegen
houden.
„Wij hebl>en ons verstand gekregen, om
ons verstand, te gebruiken. En wij zijn er
niet mee at cm te zeggenj}Oo is het altijd
geweest en zoo meet bet maar blijven ook.
„Er moet verandering komen, zal onze
kerk kunnen oproeien tegen de vloedgolf
van ongeloof en bijgeloof die over onze
groote stad heengaat.
„Wij moeten ons gaan beraden over wat
er geclaan moet worden, zal onze kerk niet
langzaam aan steeds moer terrein gaan
verliezen, steeds meer buiten het volks
leven komen te staan.
„Rome en de Gerefovmerde kerken zijn
ons voorgegaan. Dat is al erg genoeg. Wij
hadden moeten voorgaan. Maar als wij nu
nog niet. gaan volgen ook, dan zal het tob
onze schade en schande blijken, dab wij
steeds meer wc'rdien teruggedrongen, dat
wat. verloren is aan invloed niet meer te
herwinnen zal zijn."
Kerkelijke financiën.
Naar het Orgaan van do Vereeniging
van Kerkvoogdijen in de Ned. Herv. Kerk
meldt, heeft een Ned. Herv. Gemeente,
welker naam het blad ïixet noemt, do rou-
line te baat genomen om ter bestrijding
harer onkosten geld te verkrijgen.
Deze gemeente geeft volgens het be
richt, onder haar gemeenteleden, desge-
wemscht ook daar* buiten, tien series uit,
elk van twaalf aandeelen ad honderd gul
den. In iedere serie lieemt de gemeente
(de kerkvoogdij) zelf ook voor honderd
guldien deel. Wijl de kerk op den duur do'
e«enige overlevende zal zijn, komt zij ten
slotte in het bezit van f 12.000, welk be
drag zij reeds onmiddellijk bij voorbaat
ter beschikking krijgt tegen een rente,
die automatisch verminderd, en ten slot
te geheel verdwijnt
Voor de deelnemers heeft deze sohen-
king in de doode band voor, dat zij tijdens
Hij zelf toch wilde zijn vaderland dienen
doch 'hij inocht Andrea niet blootstellen
aan al do ellenden van den krijg, welke
zich thans «over Hongarije schenen te zul
len uitstorten.
Toen nu Betlilen-Gabor een leger van
10.000 traan naar Boheme zond, om koning
Frederik bij 4e staan, tvas ook Mitzau
medegetogen en bad hij zich met zijne
zuster naar Praag begeven.
Gaarne had de oude landrechter hen
ontvangen en, wijl zij heiden weezen en
nog op jeugdigen leeftijd waren, aneendo
hij zich gerechtigd en verplicht, als een
vader bij hen op te treden.
Gelukkig had Andrea al spoedig in de
dochter des huizes eene teven trouwe vrien
din gevonden, als Garl een waar vriend in
Frans bezat, en Anna gevoeid zich op
haar beurt zeer verbonden aan de jeug-;
digo Hongaarsche.
„Gij zijt mij nog altijd het Verhaal
schuldig van hetgeen er met „den zonder
ling" voorgevallen is. Gisteren stoorde de
komst van den ouden heer Probst u in uw
verhaal," zeide Frans tot Garl, toen de
avonddisch afgenomen" was.
„Van Fabricius, meent ge? Ah ja, ik
spreek daarover liefst niet in tegenwoor
digheid van den ouden Probst.
Hij is mij veel te heftig en ik geloof,
dat hij door zijne heftige taal er niet
.weinig too bijgedragen heeft, dat de eer-;
hun leven de rente van bet geld genieten,
zelfs in toenemende mate en daarbij, naar
bet Orgaan opmerkt, nog profit ee ren
van „de voor het Hollandsche gemoed
aanlokkelijke gedachte van de onderlinge
gokkerij."
Actie tegen de R. K. propaganda.
De Vereeniging „Protestantseh Neder
land" heeft de volgende circulaire aan de
classicale besturen in de Ned. Herv. Kerk
gezonden:
„Wij nemen de vrijheid het volgende on
der uwe aandacht te brengen.
Van 2227 Juli wordt te Amsterdam
bet Eucharistisch Wereldcongres gehou-
•dien. Een grootsche poging van Rome om
met macht en pracht op de publieke opi
nie, allereerst van de hoofdstad, in te
werken en deze te imponceren. Derhalve
een schakel in de keten die zij „de bekee
ring van Nederland" noemt.
Hiertegen dient gewaakt. Wij mogen
niet lijdelijk toezien. Het Protestant3che
besef bij ons volk, ook In onze kerk, moet
versterkt. De classicale vergadering eigent
zich bijzonder cm zich op dit punt te be
raden, opdat men wete wat er in elke ge
meente tc doen of te laten valt.
Wanneer gij derhalve dit punt op de
vergadering van aanstaanden Woensdag
ter sprake zcudt willen brengen, zou ons
dit zeer verheugen."
Het kweekschoolbesluit.
De besturen van gemeentelijke en bij
zondere kweekscholen kregrn. 16 Juni een
ministerieel schrijven, waarin meegedeeld
werd, dat de Minister het Kon. Besluit van
11 Sept. 1923 (^aatsbld. No. 440) in £ien
zin wenscht te wijzigen, dat, te beginnen
met 1 September 192-1 geen Rijksbijdrage
zal worden verleend in de kosten, welke
het gevolg zijn van de inrichting van een
of meer tc vormen parallclkiassen.
De Minister waarschuwt de besturen van
Kweekscholen voor het nieuwe, met «Sep
tember to openen cursusjaar geen parallel-
klas in te richten, aangezien voor die
paraHlelklas geen Rijksbijdrage zal worden
verleend, wat, naar „Het Centrum" op
merkt, voor enkele kweekscholen enorm
veel beteofcent. Dio kweekscholen zijn toch
gebouwd cn ingericht voor een parallel
klas. Dc financieel schade, die deze iurich-
lingen zullen lijden1, indien.Het voornemen
van den Minister ongewijzigd uitgevoerd
wordt- is eenvoudi niet te berekenen. En
dit terwijl do besturen der groote Kweek
scholen jukt om de Regeering tegemoet te
komen, hun inrichtingen hebben vergroot,
in plaats van e«en nieuwe Kweekschool tc
bouwen, hetgeen nadeeliger voor 's lands
kas was geweest..
Nederland en België.
Do Brusselsche redacteur van de
„Msbd." schrijft:
In den laats ten lijd trefftn mij in Belgi
sche bladen telkens weer wen-séhen tot too-
In den laatsten tijd treffen mij in Belgi-
Het verloop der Schelde-verzan-dingen en
het actief ingrijpen der Nederlandsche
autoriteiten en -deskundigen zijn daaraan
niet vreemd. Zeker is het, dat 'het optre
den van Nederland hier een zeer ongun-
stigen indruk heeft gemaakt zoodat er van
de verouderde klacht, als zou Nederland
ontwerpen traphtan te treffen ten voor-
deele van Rotterdam, al heel weinig zal
zijn overgebleven.
Bij dezen stand van zaken behoeft het
niet te verwonderen, dat men er weer eens
aan gaat denken de hangende kwestie op
te lossen. Sommige bladen geven mo
gelijk met zekere bijbedoelingen daar
bij blijk van een wondere fantasie.
Het verst is daarin voorzeker gevorderd
de Brusselsche correspondent van de Ant-
werpsche „Nieuwe Gazet", du Gatillon,
ambtenaar van het ministerie van spoor
wegen, «die «drie jaar geleden nog tot de
groot-annexioni-sten behoorde en op de
vc-rgaderingen van 'het comité voor natio
nale politiek de fantasie van den heer No-
thomb in het Vlaamseh moest vertalen.
Ook deze man die trouwens zeer ge
makkelijk vatbaar is voor een bekeering
schijnt thans van ideeën veranderd. Hij
schrijft nu deze week over: „Naar een toe
nadering tusschen België en Nederland".
De correspondent ziet daarvoor enkele
aanwijzingen o.a. in het bezoek van een
paar Nederlaudsclio oorlogschepen aan de
haven van östende ter gelegenheid waar
van de Belgische kroonprins zich met de
Nederlandsche overwinnaars heeft onder-
houdenvBit bezoek is volgens de schrijver
geen louter toeval, maar nien moct^ het
vastknoopen aan de overeenkomst inzake
sle blad-zijde der geschiedenis van onzen
krijg eer een schanddaad Heeten mag, dan
wel vermelding verdient.
Doch Fabricius bracht lujt er weer het
best van allen en zonder kleerscheuren af.
Ge weet, li-oe hij «onder ons, jou,gelingen
al den bijnaam van den' „zonderling" ver
wierf door zijnp vreeiade denkbeelden.
Het duurde oiel lang, of hij ging tot den
Katholieken godsdienst over cn, wijl hij
nu door allen met den nek aangezien
werd, verliet hij de hoogeschool cn werd
hij weldra lot geheimschrijver bij den
stadhouder benoemd.
In de Meimaand, nu twee jaren geleden,
waren de stadhouders vergaderd «op den
burcht.
Men wachtte het antwoord des keizers
op het tot Hem gerichte verzoekschrift om
den majesteitsbrief te handhaven en de
Braunauc-Ts los te laten.
Ge weet, dat deze in strenge gevangene
schap werden gehouden, wijl zij zich met de
wapenen in de hand verweerd hadden te
gen de -lieden, 'die op last van den stad
houder de Protestantsche kerk op hot ge
bied van den abt van Braunau afbraken.
De stenden hadden gehoopt een gunstig
antwoord van den keizer te ontvangen,
doch toen hunne afgevaardigden voor de
stadhouders verschonen, werd hun gelast
in een keizerlijk schrijven, welks dreigen
de toon nog verhoogd werd door de trot-
den loodsdïenst in Wielingen en 0os (gat,
welke voor België van groot belang is met1
het oog op Brugge-Zeehaven en de verde--"*
diging des lands.
Het is mogelijk, aldus de correspondent,
dat andere vraagstukken, die nog bange®,
zullen bedisseld worden en hij heslu.it met1
de volgende fantasie, waarvoor wij om
haar stoutheid de aandacht onzer frzers
vragen:
„Als we zekere geruchten mogen geloo-
ven zou er spraak zijn van een ontmoeting
tusschen koningin Wilhelmina en koning
Albert. Die ontmoetAg zou voor den win-r,
ter gebeuren. Vertrouwde berichten'uit
Nederland laten toe te verzekeren, dat hei
aantal ontwikkelde Hollanders «die een'
hartelijke toenadering tusschen hun land
en België wenschen, meer en meer toe
neemt. Ik kan hier bijvoegen zonder vrees
van tegenspraak, dat het snelle herstel,
dc economische bedrijvigheid en de poli
tieke wijsheid van België oen levendigen
indruk -op onze Noorderburen maakt. Dit
schouwtooneel van een kléin volk dat zich
door eigen middelen opwerkt, baart onder
hen verwondering en ook wel bewonde
ring. i
Een bezoek van koningin Wilhehnina te
Brussel, waar de natie haar dank zou
kunnen zeggen voor al hetgeen haar volk
voor de Belgen in nood heeft gedaan en r
een -tegenbezoek van koning Albert te Am
sterdam liggen in den wensch van vele
Belgen en Hollanders. Alle bevriende
staatshoofden, behalve de koning van Joe-
go-Slavië en de koningin van "Nederland
zijn reods'de gast van den koning der Bel
gen geweest. Koningin^Wilhelmina cn ko
ning Alexander zullen hier ook welkom
zijn om dan minnelijk van België te schei
den."
Een tegenspraak ran deze dwaze ver
zinsel welke misschien wel als een
proefballonnetje bedoeld zijn behoeven
wij feitelijk niet te geven, maar wij kun
nen den schrijver toch uit de beste bron
verzekeren, dat zij totaal mis zijn. Bo
vendien willen wij hem de vraag stellen of
het in België de gewoonte is, dat dc wel
doener zich naar het huis van de voor
werpen zijner liefdadigheid begeeft om
-hun dank in ontvangst to nemen, of wel
omgekeerd.
Met dat al zijn deze beschouwingen f
ook ail gaan -zij buiten -de werkelijkheid
toch wel merkwaardig, omdat zij komen
Tan een persoon, die langen -tijd Vlaamseh
propagandist was van het comité voor na
tionale politiek!
De intrekking van art. 40.
Op do rol van -de Hoagsche Rechtbank
kwam gisteren als nieuwe zaak voor eén
vordering van het Ned. Onderwijzers Ge
nootschap tegen den burgemeester van
Den Haag.
Do vordering is ingesteld door een on
derwijzer, aan een openbare lagere school
te 's-Gravenhage, die tengevolge van do
intrekking van art. 40 van het Bezoldi
gingsbesluit in sa!ar"-s was achteruitge
gaan.
Getracht wordt nu langs rechtelijken
weg dit bedrag weex op het vroegere be
drag terug, le brengen.
Voor den burgemeester stelde zich gis
teren jhr. mr. A. K. C. de Brauw.
Mr. Oppenhe'mer, dié cte zaak voor het
N. O. G. had aanhangig gemaakt, conclu
deerde voor eisch, waarna de zaak voor dc
conclusie van antwoord werd aangehou-«
den tot de zitting van 2 September a.s.
Tweede Kamer-vacature.
Di de gistermiddag gehouden zitting van
het Centraal Stembureau voor de verkie
zing van leden voor de Tweede Kamer ie,
naar aanle iding van het bedanken van Ds.
A. van der Hoeve, «die was aangewezen -als
opvolger vau wijlen dr. Hugenboltz, tot -Tid
van «de Tweede Kamer benoemd verklaard
do heer P. Molt maker, te Utrecht,
thans lid van de Eerste Kamer.
De reis van devors lelijke familie.
Van den adjudant der Koningin, baron
Do Vos vau Steen-wijk, is het vo-geude te
legram omtrent de vorstelijke familie ont
vangen:
Goed aangekomen te Abisto. ledereeu
wel.
Treinpersoneel.
De Utrechtschen correspondent van ..Heb
Volk" meldt-i
Bij de behandeling vau* do "Waterstaats-
begTooting in dc Eerste Kamor gaf minis
ter Van Swaay te kennen, dat binnenkort
verdere, op-wachtgeld-stelling van treinper
soneel te wachten stond Naar wij thans
echter uit doorgaans wei-ingelichte bron
vernemen, is hier geen sprake van. én be
hoeft men voor verdere afvloeiing van
treinpersoneel- voorloopig niet bevreesd to
zijn. i
sclie houding, waarmede Fabricius dat
«schrijven voorlas, dat zo terstond een ein
de aan oproerige vergaderingen moc-s!en
maken len zich vooral van iedere stoornis
hadden te onthouden.
Hunne grieven werden niet eer.s aangc-
roerd; op hun verzoek werd niets, etter- i
lijk niets geantwoord.
Algemeen hield men de beide heftige
stadhouders Martinitz en Slawatf. voor do
mannen, die den keizer t-ot zulk een onge-«
woon schrijven verleid hadden.
De brief van -den keizer was olie in hot
vuur. Von Thurn, Ruppa, van Fels cn vclo
anderen besloten zich den volgenden dag
te overtuigen, of het waarlijk Fabricius
er^ Slawata waren, die den keizer tot zulk
een dollen brief de woorden in de pon
'gegeven hadden.
Zij drongen in den burcht en o.ischtcn.
van de stadhouders hun te woord te staan.
Deze lieten zich eerst wachten, maar toen
zij verschenen, handhaafden zij den trot-
schen toon van dén vorigen dag.
Dit was den heethoofden te veel'.
„Leert ze Boheemsche modes!" roip loetv
Ruppa uit. „Smijt- ze 't raam uit!"
't Scheen wel, dat men dit reeds ovc.r-v
cengekomen was, voor zooverre MartinitsS
en Slawata aangaat. De anderen althans
worden eerst buiten do zaal gedrong- n.
Daarop werd Martinïtz door vele ban*
den tegelijk aangegrepen. -JJ
i