lieleiÉIfiCoarafit [Tweede Blad? Woensdag 25 Juni 1924 FEUlLLETOn De Sterren hadden gelogen. KEftK EU SCHOOL 8INSÜEHLABSD r S COLIJN OVER LOHMAN. In De Amsterdammer schrijft K. jC o 1 ij tl als volgt over De Savornin Loh- frnan: i „Naar geest en -neiging behoorde Lob man tot de uit den kring van het Réveil voortgekomen Antirevolutionairen, terwijl Kuyper, met wien hij in den .aanvang hartelijk saam werkte, de geestelijke leids man was der na het Réveil opnieuw her leefde Gereformeerde beweging in ons land. Die uiteenloopende geestesgesteld heid is de hoofdoorzaak geweest van het conflict dat later die twee corvpheeën der Protestantsch-Chrislelijke richting an de Staatkunde deed uiteengaan. „Dat hij, hoewel in geestelijk opzicht Veeleer volgeling van Yinet dan van de Ge reformeerde vaderen, zich niettemin an het kerkelijk conflict van 1886 hij de Gere formeerde beweging aansloot, is daarmee niet in strijd. Niet hot minst zijn ver- -éering voor Yinet bracht hem tot waar- doering voor de vrije-kerken gedachte en zijn hartstocht voor Vrijheid .en voor Recht deed het overige. „Daardoor *werd hij gedreven in het kerkelijk conflict; daardoor vooral ook Jwerd zijn bonding bepaald in den School strijd. „De liberale geestesstrooming uit het luidden der vorige eeuw had er het hart Op gezet, dat de na 1839 verworven en uit gezuiverde nationale machtsmiddelen van den. Staat zouden dienstbaar worden ge maakt aan een politiek beginsel, dat ver sterking dier eenheid als doelstelling ihad fen geestelijke neutraliteit het beproefde middel achtte om tot die begeerde een- ikeid ie geraken, althans om de verdeeld heid tegen te gaan. „Die grondgedachte heeft in ons Staat kundig leven een halve eeuw lang den bo ventoon gevoerd. En het is legen dien geest dat ook Lohmah reeds vroeg den samp heeft opgenomen. „Het recht der Ouders om1 hunne kinde ken op te voeden bij het 'licht van het „Voord Gods; de vrijheid om dat te doen fconder door geldelijkg oorzaak daarin verhinderd te worden; daarvoor bond Lob man in 1875 den strijd aan met 2 bro chures: „De Staats,school en de Rooinsche Xer-k"; gevolgd door: „Aan Neerland's snti-clericalen." „Hij was toen 38 jaar oud. „En van toen af is er 'één onafgebroken Vorsteling voor het hem heilige doel. ïot de strijd 45 jaar later, zijn bekroning vond in de Schoolwet van 1920. „Bijna een halve eeuw van spannende worsteling. Van strijd tegftn den geest der 3euw; voor een, hoog geestelijk iedaal. „Well mocht Elout spreken van den jjrooten politieken tijd 'die achter ons ligt! „In zulk een tijd 'te leven, is een' zegen *oor wie meeleeft. Vooraan te staan en leiding te geven een onschatbaar voorrecht voor hem die zulk een plaats mag inne men. i „Maar niet minder gelukkig te prijzen Is bet land, dat In dagen van strijd en span ning over voorgangers als Lohman be schikt. - „Want ook 'dit was een zijner kenmer kende eigenschappen, dat hij, hoe fel de strijd ook geweest mocht, zijn,"van de over winning niet dan een' gematigd) gebruik Wenschte te zien gemaakt. Verdeeldheid was hem in den grond eerder een gruwel dan een wenschelijkheid. „Vier dagen voor zijn eterven had ik, Édaartoe door hem aangezocht, nog het voorrecht een onderhoud van ongeveer an derhalf uur met hem te hebben. Een on derhoud, dat nagenoeg geheel liep over löe politieke toestanden te onzent; in het •verleden, het heden en de toekomst. En Ook toen weer, als zoo vaak vroeger, trof mij het verlangen naar eenheid van hef teen niet noodzakelijkerwijze gescheiden moest blijven. „Zoo kan men verstaan, dat .do indruk dienmen. van Lobman kreeg soms ge deeld moest zijn. „Wie hem heeft zien toornen tegen; wat fliij onrecht achtte; -wie hem met vuur zag Opkomen' voor dat hoogste volksgoed: de vrijheid; "wie de volharding mocht gade slaan waarmee h%j op hoop jegen hoop den kamp bleef voeren, die 'ziet allicht in hem den nimmer moeden strijder alleen. „Maar wie het voorecht" had 'hem wat intiemer te kennen en' nu en dan een 'blik Verhaal uit den dertigjarigen oorlog, 18) Doch deze had nu eenmaal de gewoon te to berusten in dingen, die niet te veran deren waren, en hij diende de zaak des ko- rniugs niet alle trouw. Niet slechts had, hij zijn zoon Garl bewogen bij het leger van von Thurn te blijven, ofschoon deze de ^krenking, zijn vader aangedaan, zóo diep gevoelde, dat hij meer dan eenmaal beslo ten had, zijn kapiteinschap neder te leg-, l^en en den 'dienst te verlaten, maar de oude Werner had den invloed van zijne 'dochter Anna, de verloofde van Wilhelm 'Probst, weten aan te wenden', om den jonkman, die 'zijne dagen in lediggang sleet, te bewegen, het zwaard' voor koning en vaderland aan te gorden. To^h doorleefde de wakkere maai kwade dagen. i Hij zag liet duidelijk in, hoe het lot van zijn vaderland aan nietswaardige handen toevertrouwd was, en dagelijks zon hij op' iniddelen, om zijn geliefd Boheme te red den, als het eenmaal met schade fen schande zijn koning zou verloren hebben. Want zooveel stond bij hem vast: de keurvorst van de Pal tg was gaa, koning yan in het kart kon slaan, wist dat er- in toll man ook een o, zoo zachtmoedig Christen tot uiting kon komen. „En zoo ligt er over dat leven dat weg- vlood een glans van eenvoud, van toewij ding. van trouw, van eerlijkheid, onver zettelijkheid en adeldom, die ontroert. „Een leven dat als een lijn van licht zal blijven stralen. „Een leven dat jongere geslachten tot gelijke beginseltrouw en gelijke zelfopof fering oproept." NED. HERV. IvERK. Drietal. Te AmsterdamRJ. Dijk stra te De Krïm; B. Gijzel te IJlst en J. J. C. Karros te Oosthem. Aangenomen. Naar Hoek van Hol land: Mr. E. D. G. v. d. Horst te Ter- Heijde: naar Hagestein: G. v. d. Zee. cand. te Haarlem. B e dankt.Voor Oud-Beijerland: C. C. Enkelaar te- Hasselt; te Made: T. G. H. Nicolaï, cand. te Utrecht. GEREF. KERKEN. 'Beroepen. Te Lunteren: A. S. Schaafs ma, te Grijpskerk; to Rottevalle: cand. J. B. Vanhaelen te Alblasserdam; te Ruitrs- woude: E. Wicrsma te Oosierbierum; tc Ifampen: J. v. d. Meuten te VHertogen- kosch. Bedankt. Voor Zuidwolde: M. Elzin- ga te Grootegasl, j CHR. GEREF. KERK. Tweetallen. Te DoesburgW. Hen drikseri te Amsterdam en J. v. d. Vegt te. Onstwed-de; te Steenwijk: H. Visser te Leeuwarden en P. de Smit te Nieuwe- Pekela. Dr. J. Hania. Dr. J. Hania, pred. bij de Gere-f. Kerk van Geldcrmalson, die sedert Pasch-en on gesteld is geweest-, mocht Zondag j.l. tot groote blijdschap der gemeente weer twee maal voorgaan in <le bediening des Woord s. Ds. G. Wisse. Naar de Rotterd. verneemt, is Ds. G. Wisse, van Arnhem, reeds eenigen tijd lijdende aan een hoofdongesteldheid waar door hij thans absolute rust moet nemen, en zich met niets mag bemoeien. Tot her stel is Ds. W. op medisch advies een rust kuur aan zee gaan deen. wT Beroeplngswerk te Amsterdam. In de Maandagavond onder presidium van Ds. H. Bakker gehouden vergadering van" het Kiescollege, der Ned. Herv. Gem. te Amsterdam, werd een drietal gefor meerd, waaruit over veertien) dagen een predikant zal worden beroepen. Drie Kiesverenigingen waren met can didaten uitgekomen; de confessioneelen hadden gesteld: Ds. R. J. Dijkstra- (De Krim); Ds. B. Gijzel (IJlst); Ds. J. J. C. Karrcs (Oosthem.) De Kies ver e-ewiging „Het Evangelie" (ethisch) kwam uit met: Ds. G. D. A. Os kamp (Winterswijk); Ds. M. van Empel (Middelburg) en Dr. J. O. Rooze (Gronin gen.) Eindelijk was daar nog de onlangs opgerichte Kiesvereeniging „Waarheid en Vrede" (Geref. Bond), die als Candida ten had gesteld: Dr. K. J. v. d. Berg (Amers foort), Da. L. J. Lammerinlc (Delft) en P. van Toorn (Rotterdam.) De uitslag dezer verkiezing was. dat de candidaten der confessioneelen werden ge kozen met gemiddeld twee honderd vijf tig stemmen. De candidaten) der ethische kiesvereeniging verkregen ruim honderd stemmen, en die van den Gereformeerden bond ongeveer veertig. Bevestiging, Afscheid, Intrede. Ds. J. G. Key heeft Zondagavond af scheid genomen van de Ned. Herv. Gem. te Gorineheni met een predicatie over Ps. 122: 8 en 9. In zijn afscheidswoord lot de verschillende corporatiën deed! de schei dende leeraar een' beroep op de welwillend heid van bet kiescollege om in zijn plaats een leeraar te beroepen die den Christus der Schriften zou verkondigen. De gemeente zong hem Ps. 121 toe. -Cand. C. A'. Vreugdcnliil werd •Zondagmorgen bevestigd in den dienst des Woords bij de Geref. Kerk van Gronis- bergen door Ds. R. S ij brandy van de Krim die tot tekst had Jesaja 62:6 cn 7. Zijn intrede hield de jonge leeraar des middags naar aanleiding van Math. 13:75 eiii 76. Na de predicatie en de gebruikelijke toespraken werd hij toegesproken door den bevestiger en ouderling Meilink uit Har- denberg. één dag, en bij eiken dag, dat diens rijk langer duurde, verweet hij zich, dat hij misgezien had en dat Frederik toch nog niet zoo ij del was, als hij ondersteld 'Had. 'Helaas, al te ras zou het blijken, dat de oude goed gezien had! Op den avond van den 15den September vinden wij in de eenvoudige huiskamer van den landrechter een vrij talrijk gezel schap samen. -ti [We treffen er Wilhelm Probst aan, die van koningFrederik eene opdracht ont vangen had aan den raad le Praag en verlof gekregen had om een drietal dagen in 'het -ouderlijk huis door te brengen. Carl was met^eene afdeeling, van Thurn's leger te Praag gebleven op verzoek van den koning, teneinde de stad tegen een mogelijken onverwachten aanval van de keizerlijken te beschermen. Ook hij had zich dozen avond, na zijn kri j gsmansplicht van dien dag vervuld te hebben, vroegtijdig naar huls begeven, teneinde een weinig to genieten) van het gezelschap van zijn vroegeren academie-:» vriend, den Hongaar Frans Mitzau. Dezo 'had, toen Thurn met Betblen-Gabor andermaal uit Hongarije kwam en de kei-; 'zerlijke. bevelhebber Wallenstein zich ge reed .maakte, om hen beiden te bestri jden, voor zijne zuster Andrea gastvrijheid ver zocht in de woning van den ouden land-? reek tor, O k D s. H. W. L o v i n K werd Zondagmor-? gen bevestigd als leeraar der Ned. Herv. Gepveente te Scharaegoutum door Ds. G. 'J. Oskam, van Goënga, die tot tekst had 2 Tim. 4:2a. De bevestigde dc-ed 's middags intrede met een predicatie over 2 Oor. 4:5. D s. ,J. C. M. Jansen deed Zondag na door Ds. P. J. Raap van Oldeboorn te na door Ds. P. J. Raap van Oldeboorn te zijn bevestigd met een predicatie over Ps. 37:5. Ds. Jansen hield des namiddags een in- treepredicatie naar aanleiding van Hand. 3:6. De nieuwe predikant werd namens den ring met een hartelijke toespraak ver welkomd door Ds. van W-essem van Joure, terwijl Ds. Van Lonkhuijzen sprak na mens de vereeniging tot Evangelisatie in de classis Heerenveen. Voorts waren nog aanwezig de predikanten: Pijnacker Hor dijk, F. A. Visser, Zeeman, Slotemaker de i Bruine, Guittart, Van Bruggen, en de doopsgezinde predikant Bs. De Vries-. De Gemeente zong Ds. Jansen na he.t einde van den dienst Ps. 137:4 toe. De Kerk en de groote stad. In ..De. Wijkbode", het maandblad voor wijk XXX der Ned. Herv. Gemeente te 'Amsterdam behandelt de wijkpredikant ds. A. G. H. van Hoogenhuyze de kwestie yan de greote-stads-kerk en schrijft daar o.m. „Het eeiiigé middel tot oplossing van het. groote stads-vra a gstuk, de eenige wij ze tot goede geestelijke bearbeiding van de grccte-stad-s-gemcente is het parochie- stelsel, cf wil men: de splitsing in ver schillende kleine buurtgemeenten „De wijk een parochie, of een büurlgc- meente, met al de zegenrijke gevolgen van dien. Dat wil dan zeggen: een predikant wonende in het midden, zijner buurt ge meente; een kerke ra ad, een college van ouderlingen en diakenen, gekozen uit de bewoners van die buurtgemeente, hem ter zijde staande; een of meerdere godsdienst onderwijzers met den predikant het werk verdeelende; een wijkgebouw voor den wijkarbeid; een christelijke school voor het onderwijs der jeugd; oen kerk voor den openbaren eeredienst. ,,De predikant die gekegeld in die kerk preekt, krijgt dan als «de herder der buurt- gemeeiute ineer contact- met en meer in vloed over de ledien dier kork. „In één woord, de bearbeiding van zulk een buurtgemeente zou oneindig veel be ter kunnen geschieden. „Ik vreet het. wel dak met. organisatie niet alles bereikt is, ik weet liet dab het God is die «den wasdom moet geven, dat heb do Heilige Geest is die de harten der me n s c he 11 verand e r t „Maar ik weet ook -dat- gebrek aan or ganisatie groote schade kan aanrichten, en «den invloed van Gcds Geest tegen houden. „Wij hebl>en ons verstand gekregen, om ons verstand, te gebruiken. En wij zijn er niet mee at cm te zeggenj}Oo is het altijd geweest en zoo meet bet maar blijven ook. „Er moet verandering komen, zal onze kerk kunnen oproeien tegen de vloedgolf van ongeloof en bijgeloof die over onze groote stad heengaat. „Wij moeten ons gaan beraden over wat er geclaan moet worden, zal onze kerk niet langzaam aan steeds moer terrein gaan verliezen, steeds meer buiten het volks leven komen te staan. „Rome en de Gerefovmerde kerken zijn ons voorgegaan. Dat is al erg genoeg. Wij hadden moeten voorgaan. Maar als wij nu nog niet. gaan volgen ook, dan zal het tob onze schade en schande blijken, dab wij steeds meer wc'rdien teruggedrongen, dat wat. verloren is aan invloed niet meer te herwinnen zal zijn." Kerkelijke financiën. Naar het Orgaan van do Vereeniging van Kerkvoogdijen in de Ned. Herv. Kerk meldt, heeft een Ned. Herv. Gemeente, welker naam het blad ïixet noemt, do rou- line te baat genomen om ter bestrijding harer onkosten geld te verkrijgen. Deze gemeente geeft volgens het be richt, onder haar gemeenteleden, desge- wemscht ook daar* buiten, tien series uit, elk van twaalf aandeelen ad honderd gul den. In iedere serie lieemt de gemeente (de kerkvoogdij) zelf ook voor honderd guldien deel. Wijl de kerk op den duur do' e«enige overlevende zal zijn, komt zij ten slotte in het bezit van f 12.000, welk be drag zij reeds onmiddellijk bij voorbaat ter beschikking krijgt tegen een rente, die automatisch verminderd, en ten slot te geheel verdwijnt Voor de deelnemers heeft deze sohen- king in de doode band voor, dat zij tijdens Hij zelf toch wilde zijn vaderland dienen doch 'hij inocht Andrea niet blootstellen aan al do ellenden van den krijg, welke zich thans «over Hongarije schenen te zul len uitstorten. Toen nu Betlilen-Gabor een leger van 10.000 traan naar Boheme zond, om koning Frederik bij 4e staan, tvas ook Mitzau medegetogen en bad hij zich met zijne zuster naar Praag begeven. Gaarne had de oude landrechter hen ontvangen en, wijl zij heiden weezen en nog op jeugdigen leeftijd waren, aneendo hij zich gerechtigd en verplicht, als een vader bij hen op te treden. Gelukkig had Andrea al spoedig in de dochter des huizes eene teven trouwe vrien din gevonden, als Garl een waar vriend in Frans bezat, en Anna gevoeid zich op haar beurt zeer verbonden aan de jeug-; digo Hongaarsche. „Gij zijt mij nog altijd het Verhaal schuldig van hetgeen er met „den zonder ling" voorgevallen is. Gisteren stoorde de komst van den ouden heer Probst u in uw verhaal," zeide Frans tot Garl, toen de avonddisch afgenomen" was. „Van Fabricius, meent ge? Ah ja, ik spreek daarover liefst niet in tegenwoor digheid van den ouden Probst. Hij is mij veel te heftig en ik geloof, dat hij door zijne heftige taal er niet .weinig too bijgedragen heeft, dat de eer-; hun leven de rente van bet geld genieten, zelfs in toenemende mate en daarbij, naar bet Orgaan opmerkt, nog profit ee ren van „de voor het Hollandsche gemoed aanlokkelijke gedachte van de onderlinge gokkerij." Actie tegen de R. K. propaganda. De Vereeniging „Protestantseh Neder land" heeft de volgende circulaire aan de classicale besturen in de Ned. Herv. Kerk gezonden: „Wij nemen de vrijheid het volgende on der uwe aandacht te brengen. Van 2227 Juli wordt te Amsterdam bet Eucharistisch Wereldcongres gehou- •dien. Een grootsche poging van Rome om met macht en pracht op de publieke opi nie, allereerst van de hoofdstad, in te werken en deze te imponceren. Derhalve een schakel in de keten die zij „de bekee ring van Nederland" noemt. Hiertegen dient gewaakt. Wij mogen niet lijdelijk toezien. Het Protestant3che besef bij ons volk, ook In onze kerk, moet versterkt. De classicale vergadering eigent zich bijzonder cm zich op dit punt te be raden, opdat men wete wat er in elke ge meente tc doen of te laten valt. Wanneer gij derhalve dit punt op de vergadering van aanstaanden Woensdag ter sprake zcudt willen brengen, zou ons dit zeer verheugen." Het kweekschoolbesluit. De besturen van gemeentelijke en bij zondere kweekscholen kregrn. 16 Juni een ministerieel schrijven, waarin meegedeeld werd, dat de Minister het Kon. Besluit van 11 Sept. 1923 (^aatsbld. No. 440) in £ien zin wenscht te wijzigen, dat, te beginnen met 1 September 192-1 geen Rijksbijdrage zal worden verleend in de kosten, welke het gevolg zijn van de inrichting van een of meer tc vormen parallclkiassen. De Minister waarschuwt de besturen van Kweekscholen voor het nieuwe, met «Sep tember to openen cursusjaar geen parallel- klas in te richten, aangezien voor die paraHlelklas geen Rijksbijdrage zal worden verleend, wat, naar „Het Centrum" op merkt, voor enkele kweekscholen enorm veel beteofcent. Dio kweekscholen zijn toch gebouwd cn ingericht voor een parallel klas. Dc financieel schade, die deze iurich- lingen zullen lijden1, indien.Het voornemen van den Minister ongewijzigd uitgevoerd wordt- is eenvoudi niet te berekenen. En dit terwijl do besturen der groote Kweek scholen jukt om de Regeering tegemoet te komen, hun inrichtingen hebben vergroot, in plaats van e«en nieuwe Kweekschool tc bouwen, hetgeen nadeeliger voor 's lands kas was geweest.. Nederland en België. Do Brusselsche redacteur van de „Msbd." schrijft: In den laats ten lijd trefftn mij in Belgi sche bladen telkens weer wen-séhen tot too- In den laatsten tijd treffen mij in Belgi- Het verloop der Schelde-verzan-dingen en het actief ingrijpen der Nederlandsche autoriteiten en -deskundigen zijn daaraan niet vreemd. Zeker is het, dat 'het optre den van Nederland hier een zeer ongun- stigen indruk heeft gemaakt zoodat er van de verouderde klacht, als zou Nederland ontwerpen traphtan te treffen ten voor- deele van Rotterdam, al heel weinig zal zijn overgebleven. Bij dezen stand van zaken behoeft het niet te verwonderen, dat men er weer eens aan gaat denken de hangende kwestie op te lossen. Sommige bladen geven mo gelijk met zekere bijbedoelingen daar bij blijk van een wondere fantasie. Het verst is daarin voorzeker gevorderd de Brusselsche correspondent van de Ant- werpsche „Nieuwe Gazet", du Gatillon, ambtenaar van het ministerie van spoor wegen, «die «drie jaar geleden nog tot de groot-annexioni-sten behoorde en op de vc-rgaderingen van 'het comité voor natio nale politiek de fantasie van den heer No- thomb in het Vlaamseh moest vertalen. Ook deze man die trouwens zeer ge makkelijk vatbaar is voor een bekeering schijnt thans van ideeën veranderd. Hij schrijft nu deze week over: „Naar een toe nadering tusschen België en Nederland". De correspondent ziet daarvoor enkele aanwijzingen o.a. in het bezoek van een paar Nederlaudsclio oorlogschepen aan de haven van östende ter gelegenheid waar van de Belgische kroonprins zich met de Nederlandsche overwinnaars heeft onder- houdenvBit bezoek is volgens de schrijver geen louter toeval, maar nien moct^ het vastknoopen aan de overeenkomst inzake sle blad-zijde der geschiedenis van onzen krijg eer een schanddaad Heeten mag, dan wel vermelding verdient. Doch Fabricius bracht lujt er weer het best van allen en zonder kleerscheuren af. Ge weet, li-oe hij «onder ons, jou,gelingen al den bijnaam van den' „zonderling" ver wierf door zijnp vreeiade denkbeelden. Het duurde oiel lang, of hij ging tot den Katholieken godsdienst over cn, wijl hij nu door allen met den nek aangezien werd, verliet hij de hoogeschool cn werd hij weldra lot geheimschrijver bij den stadhouder benoemd. In de Meimaand, nu twee jaren geleden, waren de stadhouders vergaderd «op den burcht. Men wachtte het antwoord des keizers op het tot Hem gerichte verzoekschrift om den majesteitsbrief te handhaven en de Braunauc-Ts los te laten. Ge weet, dat deze in strenge gevangene schap werden gehouden, wijl zij zich met de wapenen in de hand verweerd hadden te gen de -lieden, 'die op last van den stad houder de Protestantsche kerk op hot ge bied van den abt van Braunau afbraken. De stenden hadden gehoopt een gunstig antwoord van den keizer te ontvangen, doch toen hunne afgevaardigden voor de stadhouders verschonen, werd hun gelast in een keizerlijk schrijven, welks dreigen de toon nog verhoogd werd door de trot- den loodsdïenst in Wielingen en 0os (gat, welke voor België van groot belang is met1 het oog op Brugge-Zeehaven en de verde--"* diging des lands. Het is mogelijk, aldus de correspondent, dat andere vraagstukken, die nog bange®, zullen bedisseld worden en hij heslu.it met1 de volgende fantasie, waarvoor wij om haar stoutheid de aandacht onzer frzers vragen: „Als we zekere geruchten mogen geloo- ven zou er spraak zijn van een ontmoeting tusschen koningin Wilhelmina en koning Albert. Die ontmoetAg zou voor den win-r, ter gebeuren. Vertrouwde berichten'uit Nederland laten toe te verzekeren, dat hei aantal ontwikkelde Hollanders «die een' hartelijke toenadering tusschen hun land en België wenschen, meer en meer toe neemt. Ik kan hier bijvoegen zonder vrees van tegenspraak, dat het snelle herstel, dc economische bedrijvigheid en de poli tieke wijsheid van België oen levendigen indruk -op onze Noorderburen maakt. Dit schouwtooneel van een kléin volk dat zich door eigen middelen opwerkt, baart onder hen verwondering en ook wel bewonde ring. i Een bezoek van koningin Wilhehnina te Brussel, waar de natie haar dank zou kunnen zeggen voor al hetgeen haar volk voor de Belgen in nood heeft gedaan en r een -tegenbezoek van koning Albert te Am sterdam liggen in den wensch van vele Belgen en Hollanders. Alle bevriende staatshoofden, behalve de koning van Joe- go-Slavië en de koningin van "Nederland zijn reods'de gast van den koning der Bel gen geweest. Koningin^Wilhelmina cn ko ning Alexander zullen hier ook welkom zijn om dan minnelijk van België te schei den." Een tegenspraak ran deze dwaze ver zinsel welke misschien wel als een proefballonnetje bedoeld zijn behoeven wij feitelijk niet te geven, maar wij kun nen den schrijver toch uit de beste bron verzekeren, dat zij totaal mis zijn. Bo vendien willen wij hem de vraag stellen of het in België de gewoonte is, dat dc wel doener zich naar het huis van de voor werpen zijner liefdadigheid begeeft om -hun dank in ontvangst to nemen, of wel omgekeerd. Met dat al zijn deze beschouwingen f ook ail gaan -zij buiten -de werkelijkheid toch wel merkwaardig, omdat zij komen Tan een persoon, die langen -tijd Vlaamseh propagandist was van het comité voor na tionale politiek! De intrekking van art. 40. Op do rol van -de Hoagsche Rechtbank kwam gisteren als nieuwe zaak voor eén vordering van het Ned. Onderwijzers Ge nootschap tegen den burgemeester van Den Haag. Do vordering is ingesteld door een on derwijzer, aan een openbare lagere school te 's-Gravenhage, die tengevolge van do intrekking van art. 40 van het Bezoldi gingsbesluit in sa!ar"-s was achteruitge gaan. Getracht wordt nu langs rechtelijken weg dit bedrag weex op het vroegere be drag terug, le brengen. Voor den burgemeester stelde zich gis teren jhr. mr. A. K. C. de Brauw. Mr. Oppenhe'mer, dié cte zaak voor het N. O. G. had aanhangig gemaakt, conclu deerde voor eisch, waarna de zaak voor dc conclusie van antwoord werd aangehou-« den tot de zitting van 2 September a.s. Tweede Kamer-vacature. Di de gistermiddag gehouden zitting van het Centraal Stembureau voor de verkie zing van leden voor de Tweede Kamer ie, naar aanle iding van het bedanken van Ds. A. van der Hoeve, «die was aangewezen -als opvolger vau wijlen dr. Hugenboltz, tot -Tid van «de Tweede Kamer benoemd verklaard do heer P. Molt maker, te Utrecht, thans lid van de Eerste Kamer. De reis van devors lelijke familie. Van den adjudant der Koningin, baron Do Vos vau Steen-wijk, is het vo-geude te legram omtrent de vorstelijke familie ont vangen: Goed aangekomen te Abisto. ledereeu wel. Treinpersoneel. De Utrechtschen correspondent van ..Heb Volk" meldt-i Bij de behandeling vau* do "Waterstaats- begTooting in dc Eerste Kamor gaf minis ter Van Swaay te kennen, dat binnenkort verdere, op-wachtgeld-stelling van treinper soneel te wachten stond Naar wij thans echter uit doorgaans wei-ingelichte bron vernemen, is hier geen sprake van. én be hoeft men voor verdere afvloeiing van treinpersoneel- voorloopig niet bevreesd to zijn. i sclie houding, waarmede Fabricius dat «schrijven voorlas, dat zo terstond een ein de aan oproerige vergaderingen moc-s!en maken len zich vooral van iedere stoornis hadden te onthouden. Hunne grieven werden niet eer.s aangc- roerd; op hun verzoek werd niets, etter- i lijk niets geantwoord. Algemeen hield men de beide heftige stadhouders Martinitz en Slawatf. voor do mannen, die den keizer t-ot zulk een onge-« woon schrijven verleid hadden. De brief van -den keizer was olie in hot vuur. Von Thurn, Ruppa, van Fels cn vclo anderen besloten zich den volgenden dag te overtuigen, of het waarlijk Fabricius er^ Slawata waren, die den keizer tot zulk een dollen brief de woorden in de pon 'gegeven hadden. Zij drongen in den burcht en o.ischtcn. van de stadhouders hun te woord te staan. Deze lieten zich eerst wachten, maar toen zij verschenen, handhaafden zij den trot- schen toon van dén vorigen dag. Dit was den heethoofden te veel'. „Leert ze Boheemsche modes!" roip loetv Ruppa uit. „Smijt- ze 't raam uit!" 't Scheen wel, dat men dit reeds ovc.r-v cengekomen was, voor zooverre MartinitsS en Slawata aangaat. De anderen althans worden eerst buiten do zaal gedrong- n. Daarop werd Martinïtz door vele ban* den tegelijk aangegrepen. -JJ i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5